IV*. 32©.
fl" Jaargang.
Vrijdag 8 Mei 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
'n Zeemansbruid.
AMERSFOORTSCH DA
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens Dij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOF F C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Teiephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f O.BO.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cent* bij voeraitbefcdtng.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Keizer Frans Jozef gehuldigd.
Onder de berichten vindt men bijzon
derheden vermeld van den gedenkwaardigen
feestdag, die gisteren te Weenen is gevierd
Het jubileumjaar van Keizer Fraais Jozef,
het den 2en December 1907 begonnen zes
tigste jaar van zijne regeering, is tot dus
ver stil voorbijgegaanAan publiek feestbe
toon onttrekt de grijze monarch zich bij
voorkeur; na de zware beproevingen, die
het lot hem heeft opgelegd, vertoeft hij het
liefst in stille afzondering. Maar voor deeen
ééneu dag heeft hij eene uitzondering ge
maakt het bekoorlijke lustslot Schönbrunn,
zijn geliefkoosd verblijf, straalde in den vol
len luister, waarmee het hoofd van het al
oude huis Hahsburg zich kan omgeven.
Wel bestond er aanleiding tot feestbetoon
op dezen dag, toen de Duitsche Keizer, aan
het hoofd van de Duitsche bondsvorsten,
aan den patriarch der gekroonde hoofden
een welgemeenden gelukwensch bracht. Een
zeldzaam feest; van alle monarchen die de
geschiedenis kient, heeft alleen Koningin
Victoria van Engeland een zoo langen re-
geeringstijd bereikt. En een nog zeldzamer
schouwspelhet eerbiedwaardige hoofd van
het huis Habsburg, dat eene reeks van
Keizers aan het oude Duitsche rijk gegeven
heeft, gehuldigd door de Duitsche vorsten,
wier hoofd hij eenmaal was en die nu, in
een nieuwen bondsstaat vereenigd, zijne
trouwe bondgenooten zijn.
Toen Keizer Frans Jozef nu zestig jaren
geleden, in het omwentelingsjaar 1848, den
troon beklom, stond Oostenrijk nog aan het
hoofd van den Duitschen bond. Nog vijftien
jaren later, in Augustus 1863, presideerde
Keizer Frans Jozef te Frankfort a/M. den
Duitschen vorstendag, dien hij had bijeen
geroepen om te beraadslagen over voorstel
len tot hervorming van den Duitschen bond.
Eén ontbrak echter op dezen vorstendag,
de Koning van Pruisen, en diens afwezig
heid was oorzaak, dat het doel, waarmee
de vorstendag was samengekomen, mislukte.
Drie jaren later werd op de slagvelden in
Bbhemen de weg gebaand tot de hervor
ming, die Pruisen verlangde; Oostenrijk
werd voor goed uit den Duitschen bond ge
sloten en eene nieuwe boud werd gevormd,
waarin aan Pruisen de leiding werd opge
dragen.
Dat was in de dagen waarin men zong
Es gibt nur eine Kaiserstadt und das
ist Wien,
Es gibt nur ein Raubernest und das ist
Bei^lin.
Maar in die dagen werd ook de kiem ge
legd tot de nieuwe betrekking tusscken
Duitschlaud en Oostenrijk, waarvan men
gisteren de vrucht heeft kunnen aanschou
wen. In den av"ond van den slag van König-
gratz zeide Bismarck,,De twistvraag is
beslistnu komt het er op aan de oude
vriendschap terug te winnen.'' En hij heeft
de daad bij het woord gevoegddoor het
vredesverdrag van Nikolsburg, dat het
Oostenrijkse he gebied geheel ongeschonden
liet, bood hij Oostenrijk de hand om zich
met den nieuwen toestand t3 verzoenen.
Daardoor werd de weg gebaand tot het
bondgenootschap, dat sedert een menschen-
'leeftijd Duitschlaud en Oostenrijk samen
verbindt.
Dit bondgenootschap is gisteren opnieuw
'bezegeld in de groote spiegelzaal van het
paleis te Schönbrunn, waar de kleinzoon
van den vorst, die hem in 1866 met den ster
ken arm uit den Duitschen bond zette, aan
het hoofd der Duitsche bondsvorsten hem
hun aller geilukwenschen in gevoelvolle woor
den vertolkte. ,,Een patriarch onder de
souvereinen van Europa zoo schreef de
Neue Freie Presse aan den vooravond van
dezen dag rijk aan ervaringen en smar
ten en in bestendige, nimmer rustende be
moeiingen, zich tot het hoogste aanzien door
worstelend, heeft Keizer Frans Jozef eene
bijzondere plaats onder de vorsten en vol
ken. Er is niemand in de wereld, die niet
weet, dat op zijrn woord te bouwen is, dat
hij betrouwbaar is als bondgenoot, oprecht
als vriend en een machtige steunpilaar van
den vrede, rechtvaardig en welwillend jegens
alle staten. Wat sinds lang in de staats-
kabinetten bekend is, bomt tot openlijke
uitdrukking en tot het algemeen bewust
zijn, wanneer Keizer Wilhelm en de Duit
sche bondsvorsten naar Schönbrunn rijden
om aan Keizer Frans Jozef hun eerbied te
betuigen."
Duitschland.
Be r 1 ij n, 7 M e i. De Norddeutsche All-
gemeine Zeitung bericht, dat Keizer Frans
Jozef aan den rijkskanselier vorst Bülow de
brillanten bij het grootkruis van de orde
van St.-Stefanus heeft verleend.
B e r 1 ij n 7 Mei. De rijksdag heeft
heden in derde lezing aangenomeu de drie
overeenkomsten betreffende het. internatio
nale privaatrcht, die deu 17en Juli 1905 te
'sGravenhage onderteekend zijn.
De rijksdag heeft verder de nog aan
hangige werkzaamheden afgedaan en zich
daarna verdaagd tot den 20en October.
De rijksdag heeft, alvorens uiteen te
gaan, zijne sympathie uitgedrukt met het
feest van Keizei Frans Jozef en het bureau
opgedragen aan dit gevoel in een gepasten
vorm uitdrukking te gewen.
De zittingen van den rijksdag zijn ver
daagd tot 20 October. Dtat beteekent, dat
de rijksdag voor den 20en October geene
vergaderingen kan houdenintussohen is
het buis niet verplicht reeds den 20en Oc
tober voor zijne eerste vergadering bijeen te
komen. Het voornemen bestaat, de eerste
openbare vergadering eerst den 3en Novem
ber te doen plaats hebbenvooraf zal alleen
de commissie voor de „Gewerbe ordnung"
bijeenkomen. Daarvoor "bestaat een prece
dent uit het jaar 1890, toen de rijksdag bij
keizerlijk besluit verdaagd, werd van 8 Juni
tot 8 November, maar eerst den 25en No
vember bijeen kwam. Ook toen was eene
commissie werkzaam tot wijziging van de
Gewerbeordn ungdie eveneens reeds een i-
ge weken voordat de zittingen 'begonnen, bij
eenkwam om haar weik voort te zetten.
Op de vordering van het 0. M. te Ber
lijn is last gegeven, dat Riedl en Ernst, de
beide getuigen die te Münohen bezwarende
verklaringen tegen vorst Eulenburg hebben
afgelegd, naar Liebeniberg gebracht zullen
"worden om daar door eene gerechtelijke com
missie tegenover vorst Eulenburg te worden
verhoord.
Brussel, 7 Mei. Het schijnt zeker te
zijn, dat de oonferentie tot herziening van
de regeling van de invoer van wapenen in
Afrika de verbodebepalingen, opgenomen in
de akte van Brussel, zal verscherpen wat den
invoer van wapenen betreft, maar het
schijnt weinig waarschijnlijk, dat het gebied,
waarvan de regeling geldt, belangrijk zal
worden uitgebreid buiten de thans bepaal
de grenzen.
Brussel, 7 Mei. De Kamer heeft de
internationale overeenkomst van Bern, be
treffende het verbcd van nachtarbeid voor
vrouwen, werkzaam in de nijverheid, goed
gekeurd.
Engeland.
De beide ministers, die bij de reconstruc
tie van het kabinet tot pairs benoemd zijn,
hebben na eedsaflegging zitting genomen
in het hoogerhuis. De kanselier van het
hertogdom Lancaster, Sir Henry Fowler
noemt zich thans visoount Wolverhanpton
de minister van Indië Morley, heeft zijn
naam behouden en heet voortaan viscount
Morley of Bl'ackburu.
Louden, 7 Mei. De eerste minister
A&quith diende heden de begrooting in in
eene buitengewoon druk bezochte vergade
ring van het lagerhuis. De uitkomsten van
het jaar 1907 nagaande, zeide hij, diat de
buiteulandsche handel van Groot-Brittannië
zoowel in omvang als in waarde grooter was
geweest dan ooit te voren. Deze uitbreiding
was een deel van oene internationale be
weging. Op het einde van 1907 waren overal
keuteekenen aanwezig, dat die 'beweging aan
het afnemen was, maar de Britsche handel
heeft geen heftige schokken ondervonden en
de tegenwoordige aanwijzingen duiden niets
anders aan dan eenige vertraging in de mate
van uitbreiding.
Het batig saldo dat het afgeloopen
dienstjaar heeft opgeleverd, bedraagt
4,726,000 pd. st
In dat zelfde iaar is de nationale schuld
met ongeveer 18,000,000 pd. verminderd,
en in het loopende jaar zal zij verder ver
minderen met bijna 15,000,000 pond, .zoo
dat tegen deu 31en Maart van het volgende
jaar de schuld zal zijn teruggebracht tot
het bedrag, waarop zij twintig jaar geleden
stond. (Toejuichingen).
,,De tijd is nu gekomen, waarop wij den
maatstaf, waarnaar de schulddelging tot
dusver heeft plaats gehad, mogen vermin
dereu en een deel van de inkomsten, die \»t
uu toe daarvoor besteed zijn, voor een ander
doeleinde mogen gebruiken".
De totale raming van de uitgaven voor
het jaar 1908/09 is 152,869,000 pond, die
van inkomsten op den grondslag van de
bestaande belastingen 157,770,000 pond,
zoodat het geraamde batig saldo is 4,901,000
pond. De suikerrechten zouden kunnen ver
minderd worden van 4 sh. 2 d. tot 1 dh
10 d. per centenaar.
Voorgesteld wordt leeftijdspensioen van 5
sh. per week te verleenen aan alle personen
boven 70 jaar, wier inkomen niet meer dan 10
sh. per week bedraagt. Naar schatting zullen
de kosten van deze ouderdomeverzekering
6,000,000 pond per jaar bodragen. Aange
zien deze verzekering echter niet voor 1 Jan.
1909 in werking zal treden, zullen de koeten
in het loopeude dienstjaar slechts 1,200,000
pd. bedragen.
De vermindering van de suikerrechten zal
een verlies van inkomsten van 3,400,000 pd.
veroorzaken. Hierdoor en door verschillen
de andere maatregelen wondt het geraamde
overschot voor het loopende dienstjaar op
240,000 pd. geschat.
De vermindering der suikerrechten aal in
werking treden van 18 Mei af voor ruwe en
geraffineerde suikers en van 1 Juli af voor
artikelen, uit suiker bereid.
De begrooting werd over het algemeen in
parlementaire kringen gunstig ontvangen.
Volgens een bericht van de Chronicle uit
Plymouth heeft de admiraliteit tot nader
order verboden het gelijktijdig afvuren van
alle paarsgewijze opgestelde 12 oM. kanon
nen aan boord van de linieschepen en krui
sers. Dit verbod wordit hieraan toegeschre
ven, dat bij de schietoefeningen, die on
langs helbben plaats gehad op den nieuwen
kruiser Indomitable, bij het gelijktijdig af
vuren van de zware stukken geschut ern
stige beschadigingen zijn toegebracht aan
de booten en aan den scheepsromp.
Londen, 7 Mei. De Frausche minister
van handel, Cruppi, woonde hedenavomd lie.
jaarlijksche feestmaal bij van de Franse he
Kamer van Koophandel te Londen, waa b*
de Fransche gezant Caimbon voorzat. Er
werden hartelijke dronken uitgebracht. Mi
nister Cruppi stelde in het licht, dat oe
bcLangen der Britsohe eu Fransche hande-
'aren in geen enkel opzicht met elkaar in
strijd zijn geraakt.
Spanje
Madrid, 7 Mei. De Koning heeft
ter gelegenheid van deu verjaardag van den
prins van Asturië een besluit geteekend,
waarbij gratie wordt verleend aan Naekens,
Harra en Mato, die veroordeeld ziijn naar
aanleiding vau deu aanslag op zijn huwe
lijksdag.
Oostenrijk.
Weenen, 7 Mei. Het Duitsche Kei
zerpaar met gevolg kwam heden morgen
hier aan in het station Pon zing met Keizer
Frans Joaef. die zijne gasten was tegemoet,
gereisd.
De Duitecha Keizer hield in den hofburg
eene rede, waarin hij o.a. zei: De genade
vau de Voorzienigheid stolde ons heden in
staat ons hier te vereenigen. Twee men-
scht-ngeslaohteizagen Uwe Majesteit ncviig
jaren wijden aan liet wolizij n on don voor
spoed van hare volken. Het hart van Uwe
Majesteit moet vervuld zdju van Teohtmati-
gon trots en groote voldoening over de lief
de en de dankbaarheid van uwe onderda
nen. Niet alleen uwe eigen onderdanen,
maar de gansahe wereld buigt zich met oor-
bied en bewondering voor uw. Drie ge
slachten van Duitsche vorsten, hier ver
eenigd, beschouwen Uwe Majesteit als hun
voorbeeld..
Weenen, 7 Mei. Keizer Frans Jozef
was de Duitsche Keizerlijke familie tegemoet
gegaan naar het station Meddling, vanwaar
de keizerlijke trein langs de ceintuurbaan
naiar Ponzing, hot station van Schönbrunn,
reed. Aan het station en tot aan liet kasteel
Schönbrunn stond een groote menigte ge
schaard, die de twee Keizers warm toejuich
te. Ondenks den regen wachtte een talrijke
menigte het voorbijrijden der Duitsche vor
sten langs de Mairiahilfstraat af.
Alle bladen begroeten de Dbitsche vorsten
met sympathie en drukken hunne vreugde
uit over de betooging van heden, die een
bewijs is van de vriendschap, die beide vol
ken verbindt.
Het slot van de reeds vermelde toespraak
van den Duitschen Keizer luidt aldus
,,Door een arbeid van 60 jaren hebt gij
ons een schitterend voorbeeld gegevenwijl
zijn daarom gekomen als trouwe vrienden'
en bondgenooten om getuigenis af te leggen
van de hartelijke gevoelens van innige
vriendschap en toewijding aan den edelen
vorst, den trouwen bondgenoot, den machti
gen steunpilaar van den vrede, over wien
wij 's Hemels rijkste zegeningen ais moeken."
Keizei' Frans Jozef antwoordde daarop:
,,Ik wensch mij zelf er geluk mee van Uwe
Majesteit de betuiging te hebben mogen ont
vangen van de zoo kostbare vriendschap, die
Uwe Majesteit, de souvereine vorsten en
vertegenwoordigers van de Hanze-steden mij
toedragen. Doze betuiging zal 'behooren tot
de dierbaarste herinneringen van. mijn leven.
Ik verzoek u de verzekering te willen aan
vaarden van mijne diepgevoelde dankbaar
heid.
Ik mag deze betuiging van hartelijke toe
genegenheid wel aanvaardieu als eene plech
tige verkondiging van het monarchale begin
sel, waaraan Duitschland zijne grootheid en
macht te danken heeft en waaruit Oosten
rijk ook zijine krachten put.
Ik heb steedis in de onwrikbare trouw van
mijne volken de noodige kracht gevonden
voor de vervulling van nüjne zware plichten.
Het groote aantal der hier bijeengekomen
Duitsche vorsten is de sprekendste bevesti
ging van ons innig en onverbreekbaar ver
bond, dat geene andere dan vredelievende
doeleinden nastreeft en dat, dank zij de vrede
lievende gezindheid der andere mogendhe
den, zijne taak zal blijiven vervullen tot in'
de verst verwijderde toekomst.
Ik smeek de Voorzienigheid, dat Zij Uwe
Majesteit, de Duitsche vorsten en de Kei
zerin, wier tegenwoordigheid mij bijzonder
aangenaam aandoet, onder hare heilige hoe
de zal nemen."
De Keizer ontving het volgende telegram
van den Koning van Italië: ,,In het jaar,
waarin Uwe Majesteit uw 60-jarige regeering
herdenkt, sluiten alle vorsten en staatshoof
den zich aan bij de heilbeden, de geluk'wen-
schen en de betuigingen van toewijding van
de volken der monarchie. Van ganscher
harte neem ik deel in deze gelukkige ge-
bcuitcni» oa verklaar ik in te etenxmen met
de gevoelens van toegenegenheid, die de
Duitsche Keizei', onze bondgenoot en vriend,
heden persoonlijk u zal kenbaar maken."
De Keizer antwoordde daarop: ,,Ik ben
zeer gevoelig voor de kiesche attentie van
Uwe Majesteit om mij geluk te wenschen
op den dag, waarop Keizer Wilhelm, onze
bondgenoot en vriend, en de Duitsche vor
sten om mij vereenigd zijn.
Ik breng Uwe Majesteit persoonlijk dank
en verheug mij over dit nieuwe bewijs van
het nauwe bondgenootschap en de innige en
groote vriendschap, die ons verbinden."
Dos avonds zat Keizer Frans Jozef voor
aan het feestmaal, dat in het paleis te Schön
brunn giegeven werd en waarbij het Duitsche
Keizerpaar met zijne beidie kindleren, de
Duitsche bondsvorsten, de leden van de Oos
tenrijk sche keizerlijke familie en vele hoog
waardigheids bekieediers aanzaten.
Later in den avond is de Duitsche keizer
lijke familie, na een bijzonder hartelijk af--
scheid van Keizer Frans Jozef, naar Donaue-
schingen vertrokken. De andere Duitsche
vorsten hebben eveneens meemendeels Wee
nen verlaten.
Weenen, 8 Mei. In zijn toost- op het
feestmaal drukte Keizer Frans Jozef, na
1 BOOR
THERESE HOVEN.
„Is Nan weer op haar stokpaardje?"
vroeg Marion, die een heel bescheiden her
dersuurtje aan 't genieten was. ,,Je moet
weten" voegde ze er, bij. wijze van verklai-
ring bij, „dat Nan dol graag voor doctores
had gestudeerd, maar dat papa er tegeu
was."
„Wacht maar," bromde Nan, „later doe
ik 't toch. Zoodra ik meerderjarig 'ben,
begin ik. Tante Charlotte zegt, dat 't nog
best kan, trouwens zij heeft 't zelve bewe
zen."
„Lieve Nan, deuk nu toch niet, dat jij
ooit zoo zult worden als tante Charlotte,
die is gewoon een wonder, dat zegt ieder
een."
„Ik behoef nu ook juist geen 'beroemd
heid te worden, als ik maar redelijke exa-
mejis afleg en een 'bruikbaar lid van 't
gilde word."
Marion keerde zich weer tot Jan en Na-n-
<9 vertelde Annette vau tante Charlotte,
tlie nu een der beroemdste vrouwelijke dok
ters van Engeland was.
„AIS je eens denkt, ze is een eigen zus
ter van mam'a en tante Julia, alleen veel
ouder, maar ze had toch dezelfde soort van
opvoeding gekregen. Ze was gewoon groot
gebracht en trouwde heel jong met een ci
viel ambtenaar in Indië.'1'
„Engelsch-Indië meen-je zeker?"
„Natuurlijk, als wij. zeggen Indië, bedoe
len wij Engelsch-Indië, onze eigen koloniën.
Oom liad een betrekking dicht bij Madras,
een schandelijk slecht klimaat en doodelijk
voor kinderen. Toen zij er dan ook een
paar had, besloot tante Charlotte ze naar
Europa te brengen en tevens om maar een
paar jaar bij, ze te blijven, tot ze wat groo
ter waren. Ze kon bet niet van zich ver
krijgen om die kleine babies aan vreemden
over te laten.41
„En kon ,ze zoo lang van liaar man af
vroeg Annette, met een eijdelingschen blik
op het jonge paar.
„Ze moeöt wel," verzekerde Nan, „ze
vond, dat de kinderen voorgingen."
„En ik geloof nooit, dat zo erg dol op
oom Archibald wias," viel Marion in, aan
wie Annette's öteitenh'ieb niet ontgaan was.
„Anders had ze hem niet voor vijf of zee
jaar verlaten."
„Misschien gebruikte ze haar verstand1
en liet dat zegevieren boven keur hart en
haar kinderachtig verlangen," merkte An
nette scherp op.
Marion keek met angstige smeekoogen
naar Jan, die zijn zuster onuitstaanbaar
vond. Hij verborg zijn misnoegen echter,
zoo goed en zoo kwaad als 't ging en zei
„Stil nu, Annette, laat Miss Nancy verder
vertellen."
„Nu, tante Charlotte ging dan voor
eenige jaren naar Engeland terug en ze
maakte zich dien tijd ten nutte om voor
doctores te studeeren. Was dit niet kra
nig? Ze had gezien, hoeveel behoefte er in
Indië aan geneeskundige hulp was, vooral
voor vrouwen en toen ze terug keerde, was
ze fully qualified, zooals wij 't noemen."
„En hoe vond uw ooni het om een ge
leerde, in plaats van een huisvrouw, terug
te krijgen?" vroeg Jan glimlachend.
„Och! hij had ook zijn werk; waarom
kon tante het hare niet hebben? Ze had
nu geen kinderen meer om voor te zorgen,
en op die manier troostte ze zich over hun
afzijn. Ze bleef toch een trouwe moeder in
tie verte en schreef elke week aan de kin
deren."
„En had ze veel praktijk?"
„O! ja. Voor de inlandsche vrouwen, die
geen mannelijken arts mogen raadplegen,
was ze een ware zegen."
„En hoe lang bleef ze er?'
„Een jaar of aökt, geloof ik. Toen stierf
oom en vond ze het toch maar beter, voor
goed, naar Engeland terug te keeren, ook
al weer voor de kinderen. Zoodra ze in 't
moederland terug was, vestigde zij zidh in
Londen. Ze was toen drie-en-veertig, dus
uiet heel jong meer, maar ze onderscheidde
zich zóó, dat ze weldra naam maakte. Ze
is nu in de vijftig en hoeft een prachtige
praktijk, ze is een van de knapste opera
teurs en wordt, zelfs door heeren profes
soren, in consult geroepen."
„En haar kinderen?"
„O! die zijn nu volwassen. Haar eene
doohter is al getrouwd, ook met een dokter
die twee hebben samen een kliniek voor
vrouwen. Zij doet het huishouden en zorgt
voor de administratie en voor het stoffelijk
welzijn tier patiënten en hij doet de operaties
en zoo wat, maar alles onder leiding van
tante Charlotte."
„We moeten er hier uit," merkte ze, op
veranderden toon, op. „Dit is ons station."
Ferst een zwarte, donkere ruimte, de
lucht bezwangerd met rook en zwavelgeuren,
toen een hooge, dönkero trap, dat was 't
station van den onderaardsehen spoorweg,
waar ze beland waren.
Toen ze buiten waren -gekomen, ging Jan
instinctmatig naast Marion loopen, een eind
je voor de anderen uit, en vroeg 'hij, hoe ze
over haar tante Charlotte dacht en of ze
't ook in zich voelde, om zulk ecu vlijtige
werkster en zulk een ernstige voorstandster
der emancipatie te worden?"
Lachend schudde ze 't hoofd.
„Ik? O! nee, heelemaail niet, ik ben een
doodgewoon meisje. Ik heb aanleg voor
niets
„Voor niets? Wat een bekentenis en dat
tegenover je man...
„Je bent mijn man nog niet."
„Ik hoop 't toch te worden. Maar zeg
eens, kleintje, nu we eindelijk eens allee®
zijn
„Alleenen dat in dit gedeelte, een
der druks/te buurten van Londen weet-je
wel, dat we in Ludgate-Hill zijn? We had
den bier niet moeten uitstappen, ik weet
niet, wat Nan bezield heeft." En terug
gaande, zei ze: „Zeg eens, wat moeten we
hier doen?"
„Ik had een omnibus naar Piccadilly Cir
cus willen nemen, maar jij holde zoo vooruit.
We zouden immers in 't Criterion eten, maar
ik vind 't bespottelijk, we zullen ons zoo
vreesdijk moeten haasten om dan nog op
tijd in Whitechapel te zijn."
„Ik weet wat", stelde Jan voor. „We
nemen een hansom, die 'brengt ons in een
oogen'blik, waar we zijn moeten en dan, oa
ons diner, weer een."
„We kunnen onmogelijk met ons vieren
in één -hansom," zei Nan.
„Dan nemen we er twee."
Ein in minder dan geen tij|d had Jan zijn
zuster eoi Nancy Roodford in een van die
ideaal straat-rijtuigjes gezet en zelf met Ma
rion in een tweede plaats genomen.
„Gedraag je nu behoorlijk-, Mr. Jan," ver
maande Marion, ,„want... bedenk, dat de
koetsier alles zien en hooren kan. Hij zit
wel-is-waar, achter ons en hoog in de lucht,
maar er is een kijkgaatje," en ze wees hem,
in het plafond en de caib, een vierkant luik
je aan, dat open en dicht ging en de com
municatie vormde tuasdhen passagiers en
voerman.
„Toe wees eens even ernstig," hernam
hij. „Luister eens goed, Marien. Ik moet
een dezer dagen, met je papa spreken, diat
kan niet anders en wat moet ik hem dan
zeggen?"
„Wel... natuurlijk, dat je van mij houdt
en met me trouwen wilt."
„Maar dan zal do eerste vraag van je
papa zijnMeneer, waar wilt u op trou
wen En dan moet ik hem antwoorden
dat ik een redelijk goede bet rekking heb
en tamelijke vooruitzichten, doch dat ik
je beloofd heb die op te geven...
„Je maakt er mij toch geen verwijt van?
Dat is niet edel' en ook niet kieech...
Wordt vervolgd