KOLONIËN.
BINNENLAND.
Vijftien inlandsohe staten bobben de En-
gelpoii n hulptroepen aangeboden tegen de
Mohmands.
Volgens Reuter's Agentschap, staat het
vaat, dat d© emir van Afganistan zijn beet
doet om zijne onderdanen in bodwang te
houden
De bestraffing van de Mohmands ge
schied t in dier voege, dat hunne dorpen
worden verwoest en hun karige oogst ver
nietigd. Een ander middel tot tuchtiging
van do bergstammen is niet aanwezig, want
de 'bewoners van de dorpen trekken zich
met al hunne tilbare have in het gebergte
terug.
Meer dan de wapenen der Mohmands, is
voor de expeditie do oholera te vreezen. In
een bataillon heeft deze ziekte reeds 27 of
fers gevorderd. Het gevaar van eene epi
demie is vergroot door het gebrek aan
stroomend water, waardoor men is aange
wezen op het onzuivere water in de tanks
van de dorpen. In 1897 werd eene expe
ditie door do cholera ernstig gestoord, en
hot is te vreezen, dat dit obk nu het geval
zal zijn
China en Japan.
Uit Tientsin wordt bericht, dat het ver
drag t ©treffende de exploitatie van de bos-
sohen aan de Yaloe den 16en Mei door do
Japanscbcn gezant is onderteekend.
Cuba.
Het eerste oorlogsschip, waarover Ouba
'beschikt, het kustpantsersohip Hatney, zal
©zonden worden naar Spanje, het voorma-
igo moederland, tot beantwoording van het
bezoek, dat het Spoansche fregat Nautilus
aan Havana heeft gébracht.
Allerlei.
vEen geleerde te Boston, Cliarles
Clapp, onlangs uit Mexico -teruggekeerd
heeft daar bij een opgraving 200 skeletten
van abnormale grootte gevonden. De skelet
ten moeten zijn van inenschen van ongeveer
24 M. lengte een der skeletten is nog n
paar duim langer. De geleerd© denkt dat het
een ras geldt dat voor de Azteken leefde.
vUit Washington wordt bericht, dat
die Amerikaansche Senaat een voorstel heeft
aangenomen tot stichting van een nationaal
Amerikaansch instituut te Parijs.
Deze stichting beoogt Amerikanen, die te
Parijs komen studeeren, te steunen. Er aal
con groot© inrichting worden geopend, waar
studenten, die bewijzen van goed gedrag
kunnen overleggen, zullen worden toegela
ten.
vEen geweer zonder knal. De „Artil-
leristiaohe Monatshefte" maakt melding van
do uitvinding van een geweer zonder knal
door Il'iram Percy Maxim, een zoon van
den door zijn macliinekanon zoo beroemd
geworden Amerikaan Hiram Maxim. De uit
vinder verwacht diaarvan een geheele om
wenteling van de wapen techniek en de tac
tiek.
ZooaJs bekend is ontstaat de knal bij bet
schot door hot plotseling uitstroomen van
<le gassen onder hooge spanning uit den loop
in de lucht en het gronddenkbeeld van
Maxim is nu dit uitstroomen slechts lang
zaam te laten geschieden. Oïn dit te berei
ken heeft hij vooraan in den geweerloop een
kraan aangebracht, welke, zoodra het pro
jectie: dien looip heeft verlaten, automatisch
ge» eten wordt ten gevolge van den gas
druk. De gassen kunnen dlan ontsnappen
door fijne uitborinjgen in het kraan!iohaam,
waardoor wel een sissend geluid, maar geen
knal ontstaat.
Het denkbeeld vtau Miaxim is evenwel niet
nieuw en reeds vele malen zijn pogingen
aangewend, om het ontstaan van den knal
te voorkomen door kleppen aan de monding
enz. Geen enkele van deze coustucties heeft
echter op den duur voldaan en liet zal ook
wel riet mogelijk zijn den knal geheel te
vermijden, omdat deze godeel teil ijk ook ont
staat door de golf vorming ten gevolge van
het zich met groote snolheid voortbewegen
de projectiel.
Een andere inrichting om den knal te
vermijden, berust- op hetzelfde principe als
de reeds langen tijd in de techniek bekende
geluiddempers voor de uitstroomingsbuizen
bij stoom- en gasmachines. Hierbij worden
aan het uiteinde der buizen do zich ont
spannende geluidsgolven en gassen in geslo
ten compartimenten gevoerd, van waaruit
zij dan, nadat het grootste gedeelte der ener
gie is afgegeven, in de lucht kunnen ont-
Knappcn. Heeds in 1902 werd een dergelijke
geluiddemper door den Fransclien kolonel
Humbert bij vuurwapens aangebracht. Hoe
wel die uitvinding aanvankelijk veel beloof -
do, hoort men er nu niets meer over.
vHet te voorschijn roepen der prach
tige lichtwerking van het vuurwerk onder
vermijding van ontplofbare en licht ont
vlambar© substanties ban vooral voor het
toonooi van groot belang zijneen methode,
die zulks mogelijk maakt, is het belichten
van stoomwolken met stralenbundels uit
bonte schijnwerpers, welke vooral in Ameri
ka reeds tot groote hoogte is opgevoerd. Het
tijdschrift English Mechanic beschrift een
proces tot het verkrijgen van deze -lichtef
fecten. Men gebruikt er voor een bijaonde-
ren transportabelen stoomketel, die onder
hoogen druk geplaatst moet worden. De
stoom stroomt door inwenlige buizen, die
binnen andere buizen liggen, waardoor zo
door talrijke kleine openingen in den vorm
van een beweeglijke wolk opstijgt. Er zijn
nu door middel van genoemde schijnwerpers
buitengewoon verrukkelijke kleur sdhanee-
ringen te verkrijgen. Ook beelden als dat
van do Amerikaansoh© sterren banier, wor
den levendig en mooi gereproduceerd en
wekken bij voorstellingen stormachtigen bij
val.
vDe kinematograaf-vertoon ingen, die
wij in onze café-chantaiits zien, zijn natuur
lijk dikwijls kunstmatig gemaakt, maar
dit L< niet altijd zonder gevaar voor de
menschen, die zich daartoe Iconen. Zoo is
er indertijd voor ©en Kope-nhaagsche bios
coop-onderneming, ergens in Denemarken,
een leeuwenjacht gehouden. Een paar leeu
wen o(> een eilandje uit hokken losgelaten,
werden door oen paar veilig opgestelde ja
gers neergeschotenDo ondernemer is toen
gestraft met intrekking van zijn vergun
ning.
Nu heeft weer een Kopenliaagsdh© bios
coop zoo'n nare vertooning uitgehaald door
in Zweden in Denemarken was de justi-
I tie te waakzaam dicht bij Krist ia list ad,
op het- laödlgoed van ©en Zweed, die voor
800 kronen de verantwoordelijkheid tegen
over de Zweedsche wet aanvaardde, een be
renjacht te laten houden. Pol it i ken geeft
er vers-lag van.
In een passend landschap waarin, zegt
Politikeu, een Duitschc veroeinging ter be
vordering van het vreemdelingenverkeer een
bord zou zetten met het opschriftW'ild-
romantisch werden, de een na den ander,
j vier beren door Hagenbeek geleverdmet
honing uit hun hok gelokt. Waren ze een-
maal in het vizier van de fotogra feertoestel -
len, dan traden de drijvers als Russische
boeren verkleed mot lansen en bijlen op
en het Slot was een dum-dum-kogel uit het
geweer van een der jagers. De beesten wa
ren iverigens niet strijdlustig. De akelige
geschiedenis liep zonder ongelukken voor de
beereu der schepping af.
vDe Thomas-wagen (een van do auto's
der New-YorkParijs-race) ia Maandag h
te Wladiwostok aangekomen. Wegens de te
vervullen douane-formaliteiten en in afwach
ting van een gunstige beschikkino op de
gedane verzoeken vuurwapenen te mogen
meevoeren en gebruik te mogen maken van
de spoorbruggen, zal de wagen eeret over
eenige dagen den tocht door Azië kunnen
aanvaarden.
vFarman heeft aan de Aëroclub van
Geut, uit Parijs getelefoneerd, dat hij op 25
dezer met zijn vliegproeven te Gent zou be
ginnen. Deze zullen 8 dagen duren en dage-
lijks, zoo het weer het toelaat, van 2 tct 7
uur 's namiddags plaats hebben.
vDe bekende Franse he aëronaut Henry
Farman heeft de bead© Amerikaansche luciht-
schippers, de gebrs. Wright, uitgedaagd tot
een wedstrijd met bun respectieve aeroplanes.
vGravin Lonyay, de vroegere kroon
prinses van Oostenrijk, heeft patent geno
men op een door haar uitgevonden eettafel,
die zoo is ingericht, dat men er borden en
schotels op warm kan lioudeti.
vZaterdag j.l. werden op een heeva te
New Jersey de boer, zijn vrouw en een
dienstmeid vennoord. Allen waren doodge
schoten. Op de hoeve weende sinds korten
tijd een student, de 21-jarige Frank Zaste
ra. Aanvankelijk verdacht men hem uiet
Er waren dan ook geen aanwijzingen, die
tegen hem pleitten; en de jongeling bat
niet den grootsten ijver meegezooht naar
de(n) spocrloos verdwenen dader(B). Maar
op het eind werd hij toch in hechtenis ge
nomen en aan een verhoor onderworpen
Ook dat leverde niets op. Teen dwong 'e
politie den jongen man, het bebloede vest
van den doodgeschoten beer aan te trekken
en met de hand op het hart te zweren 'at
hij onschuldig was. Een grooto ontroering
maakte zich meester van den jongeling en
hij viel door do mand. Uit Zastera's beken
tenis bleek, dat hij op den noodlottigen mor
gen de mooie jonge vrouw van den beer op
den trap was tegengekomen en haar een
liefdesverklaring had gedaan. Do vrouw was
woedend geworden en had hem een uitbran
der gegeven. In zijn drift had de jongeman
haar neergeschotenook do dienstmeid en
den echtgenoot die waren komen toesnellen
had hij vermoord
De familie van den dader blijft volhouden,
dat 'hij door schrik en angst tot' zijn 'beken
tenis gedwongen is en 'at hij de moorden
niet kan hebben gepleegd.
vDe molenaar August Kraus, de man
die, buiten zijn weten, de zoogenaamde
Negenbornsche ziekte verspreidde, zal zich
wegens het veroorzaken van dood door schuld
voor het gerecht te verantwoorden hebben.
Van Juni 1906 tot Januari 1908 zijn in het
dorp Negen born, in den kreits Hildesheim,
ongeveer honderd gevallen van loodvergif-
tiging voorgekomen. Langen tijd verkeerde
men over den aard van de ziekte in het
duister. Zij kwam vooral bij kleine luiden
voor en werd Negenbornsche ziekte genoemd,
omdat zij tot het dorp van dien naam be
perkt bleef. In het begin van dit jaar kreeg
een vrouw van een arbeider de ziekte. Zij
ging naar het ziekenhuis te Ilolzminden.
en daar ontdekte men, dat zij loodvergifti-
ging had. Nu was de oorzaak van de andere
gevallen spoedig gevondendo molenaar
had de scheuren in zijne molenstenen met
gesmolten lood bijgevuld, en tusschen die
stoenen werd fijn afslijpsel van het metaal
zeer innig met hot meel dooreen gewreven.
De fijne verdeeling maakte het vergiftige
lood natuurlijk zooveel te werkzamer.
Kortelings heeft men het lijk van een kind
dat aan de ziekte gestorven was, opgegra
ven. In het darmkanaal vond men lood af
gezet. Op grond van dit geval, wordt de
onvoorzichtig© molenaar nu vervolgd.
vEen heer en dame reisden gisteren
van Manchester naar Liverpool. Hun reis
goed bestond uit vier stuk9 en was in den
goederenwagen. Net zou do trein vertrekken,
toen een dame een valies uit den wagen haal
de, zeggende dat zij toch niet mee zou reizen.
De conducteur gaf haar het valies (dat gaat
in Engeland zonder ontvangbewijs). Te Li-
verpool bleek, dat het valies aan een die-
i vegge was afgegeven Het bevatte voor een
kwart millioen gulden aan effecten, juwee-
len en kostelijk bont.
j vEen ontzettende kindertragedie heeft
zich te Haiensee. bij Berlijn, afgespeeld.
Daar woont, in de Bornimerstrasze, de por
tier Zschenner, op de derde verdieping van
©en groot huis.
Zijn vrouw vermiste oen klein bedrag uit
haar portemonnaie, en wilde, daar zo over
tuigd was, dat haar beide oudste kinderen,
i meisjes van 9 en 8 jaar, zich het geld had-
I den l"©geëigend en versnoept, den kleinen
een kastijding geven. Terwijl de jongst©
haar straf onderging, was de oudste, de
9-jarige Truitje, voor haar toornige moeder
naar ten andere kamer gevlucht en had
deze gegrendeld. De opwinding van de
vrouw werd hierdoor nog vermeerderd en in
haar ♦oom uitte zij zware bedreigingen te-
gen haar k:nd.
Toen werd de kleine door een namoloozen
angst aangegrepen. Zij sprong over de borst
wering van het aan de kamer grenzende tor
ras en viel op de binnenplaats van het huis
te p'etter. Nog levend werd liet kleine meis
je naar het ziekenhuis gebracht, waar ze
een paar uur later den laatsten adem uit
blies
O OST-IN DIE.
Huldiging van gouverneur Van Daalen.
Aan De Telegraaf werd gisteren uit
Koetarodja het volgende geseind
Dinsdag werd namens alle Europeescbe
ingezetenen van het goweet Atjeli een eere
degen aangeboden aan generaal Van Daa-
leu
Het ongeluk met da „Pahud."
Omtrent het springen van de ketels
aan boord van de Pahud", van de Kon.
Pake tv aart-Maatschappijop Paasch-Zondag
in de haven van Bed a wan, ontleenen we het
volgende aan de ,,Dcdi-Ct."
,,De Pahud" zou 111 den middag naar
Batavia vertrekken en maakte stoom op. De
ketelvuren worden met residu gestookt, dat
eeu geweldige warmte kan outwikkelenOf
de stuurboordketel een klein mankement
had, of de residu-toevoer te groot is ge
weest, zeker is, dat ©ven over elf uur de
stuurboordsketel en onmiddellijk daarna ook
de bakboordsketol in do lucht vloog, zóó snel
achtereen, dat één explosie door heel Bela-
wan vernomen werd.
Zoodra' rook en stoom en stof optrokken
bleek, welk eene verwoesting was aange
richt. Aan boord van de „Pahud" was het
middendek opengeslagen, aan stuurboords
zijde de zijwand van het schip over ettelijke
meters breedte vernield en het water stroom
de naar binnen Aan land was de Gouver
nementssteiger, waaraan het schip lag, ge
deeltelijk vernield, terwijl van de gouver-
nementsdouaneloods slechts het gedeelte
waarin de kantoren, ook het kantoor van
den havenmeester gevestigd zijn, gespaard
was gebleven
Zoodra de eerste schrik voorbij was, wer
den aller handen uitgestoken om hulp te
bieden. Daar was reden voor. Van verschil
lende hoekon van het sterk overhellende
schip klonk het gekerm van gewonden, op
het spooremplacement waren tusschen stuk
ken ija&r en hout ook enkele meuschelijke
lichamen neergeploft. De gewonden werden
naar het station gedragen, vanwaar dadelijk
naar Medan om hulp getelefoneerd was. Aan
boord waren de meeste slachtoffers. Van het
echeepspersoneei waren de tweede en de vier
de machinist in het water geslagen; hoewel
gewond, wisten beiden aan land te komen.
De kapitein was juist bezig, den passa
giers hunne hutten aan te wijzen; hij en de
reizigers in het ach tors hip bleven onge
deerd. Een Europeescbe reiziger, die zich aan
het dek bevond, de heer de Graal, een van
de autisten van den circus-Obt en ook een
daanes-artisto van dien circus, werden ge
wond, de eerste zwaar (arm gebroken, neus
beschadigd, builen en schrammen), de laat
ste licht Van de inlandsche bemanning van
het schip werden er op slag drie gedood,
berwijd vermist zijn en vermoedelijjk ook
gedood werden, do le mandoer en een sto
ker. Gewond werden acht anderen. Voor
namelijk het konibuispersoneel had het moe-
ton ontgelden; do keukens werden dan ook
geheed vernield.
De overige dooden en gewonden waren
onder do talrijke dekpassagiers. Er waren
n.l. 150 Javanen met vrouwen en kinde
ren die, na. afloop van hun contracted, naar
Java wilden terugkéerenOnder hen werden
enkelen van het schip op het spoorwegem
placement geslingerd, op de dobris van loods
en steiger geworpen of aan boord tegen
wanden of dek gedrukt. Ook een tweede
klasse passagieresse, de Javaansche vrouw
Raden Erlina, vond den dood; zij werd over
boord en onder dien steiger geslingerd. Aan
land werden een paar losse koelies van de
firma Van Nië <fc Co. gedood en anderen ge
wond, terwijl een Ohineeeche krani van die
firma, eveneens dood op het emplacement van
den spoorweg werd terug gevonden.
De lading van het schip bleek onbescha
digd; dank zij de waterdichte schotten is
het vaartuig zelfs niet gezonken. Het ligt
in do bedoeling, de stuurboordszijde met
ijzeren platen voorloppig te dichten, waar
toe het hulp- en bcrgmgsvaartuig „Dordt"
van de Paketvaart-Maatschappij reeds naar
DeÜ onder stoom is; de „Dordt" zal de
„Pahud" daarna, zoo mogelijk, naar Sin
gapore slepen, waar dan eene algeheele repa
ratie kan worden beproefd.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
Vergadering van Woensdag 20 Mei.
Geopend lij ure.
Staatsexploitatie van
Spoo r wegen.
De beraadslaging over de motie-Bos c.s.
werd gisteren voortgezet.
De heer Van C111er6 zal kort uiteen
zetten het standpunt der anti-revol. partij
tegenover de Staatsexploitatie van Spoor
wegen. Wanneer do zaak der spoorwegen
op nieuw moest worden geregeld zou er
van a.-r. zijde zeker op aangedrongen wor
den drt de S'aat zorgde voor de voornaam
ste spoorwegverbindingen. Waar van anti-
revol. zijde dus erkend wordt dat Staats
inmenging gewenscht kan zijn, sluit dit
niet uit, dat rekeuiug gehouden moet wor
den met bestaande omstandigheden. De
spoorwegexploitatie is bij uitstek een zaak
van de practijk en niet van de tlheorie.
Door den heer Treub werd de tegenstan
ders van Staatsexploitatie van Spoorwegen
gemis aan objectiviteit verweten. NaarSpr.'s
meening ten onrechte. De heer Treub maak
te gebruik van eeu aantal gegevens, maar
gegevens kunnen nuttig zijn in handen
van deskundigen, doch gevaarlijk in han
den van leeken. Ook na aandachtige lezing
is Spr door de rede van den heer Treub
niet overtuigd dat deze gelijk en de heer
Werker ongelijk had.
Het hoofdpunt draait om de financieele
quaestio en Spr. herhaalt het, de Kamer
beschikt niet over voldoende gegevens om
zich te dien aanzien oen afdoend oordeel te
vormen.
Op die financieel© quacstie komt Spr.
straks nog even terug. Nu wil hij even stil
staan bij de rede van den heer Bos. Detze
stelde de voordeelen van Staatsexploitatie
wel in het liciht, maar toonde uiet aan hoe
aan bestaande bezwaren kan worden tege
moet gekomen en dat verandering noodig
is. Spr. wijst op een rede van den heer
Pat»jn, waarin deze verklaart, dat het pu
bliek met den bestaanden toestand tevre
den is. Ook in liet belang van het personeel
is niet aangetoond dat Staatsexploitatie
noodig is. Voorbij werd gezien dat in 1907
vooral bij de S. S. een belangrijke veran
dering in de loonen van liet personeel is
gekomen, zoo dat die thans op sommige
punten hooger zijn dan bij de H. IJ. S. M.
De heer Bos liet o s in ongeveer 15 minu
ten een reis om de wereld maken, om ons
in andere landen de voordoelen van Staats
exploitatie te laten zien, maar die reis ging
wel wat vlug. Bij het uitstapje beriep de
heer Bos zich ook op België, maar frap
pant is het dat daar in 1907 wel is waar
de inkomsten stijgenue waren, maar ook de
uitgaven en wel in voel sterker mate. Die
stijging van uitgaven wordt hieraan toege
schreven, dat alles veel te omslachtig gaat.
Te veel centralisatie, dat is de algemeene
klacht. Zal het mogelijk zijn bij ons paal
en perk te stellen aan die centralisatie?
Spr. betwijfelt het en de heer Bos heeft
hem te dien aanzien niet van het tegen
deel overtuigd. Spr. wijst er voorts op dat
de politiek de wondeplek is in de spoor-
wegexploitatie in België en hij vreest dat
het in ons land niet veel beter zou gaan.
Spr. heeft eenige jaren de duscussie nage
gaan in de Belgische Kamer over spoorweg
aangelegenheden en daaruit is hem geble
ken dat de belangstelling in het spoorweg
wezen het grootste was tegen de verkiezin
gen. Ook een bezwaar, door den heer Treub
licht geteld, maar dat voor ons land niet.
over het hoofd gezien mag worden. Nog
een bezwaar is het wisselen van ministers,
gelijk wij in ons eigen land hebben kunnen
waarnemen
Het is spr. nog niet duidelijk, hoe al die
bezwaren zullen kunnen worden opgeheven.
Hoe alles zou moeten gaan, t is spr. nog
niet duidelijk.
Thans nog een enke Iwoord over de ftnan-
cieele quaestio. De beteeken is der naastings
artikelen zal spr. wol niet nader uiteen be
hoeven te zetten. Hij acht het een voordeel
dat de Staat het maken van nieuwe werken
aan de Maatschappijen opdraagt. Die kun
nen het best beoordeélen wat noodig is. De
Maatschappijen schijven niet af, zeide de
heer Treub, maar zij zijn daartoe niet ver
plicht. De Staat zelf had moeten afschrijven
een deel van de winsten welke de Staat ge
niet. maar laat dit na en het gevolg daar
van zal zijn, dat de Staat bij naasting alles
moet betalen. Wensclielijk is. het dat de
Staat een deel van de spoorwegontvangsten
welke hij ontvangt krachtens de spoorweg
overeenkomsten gebruikt voor amortisatie,
maar dit kan nog geschieden en daarvoor
is geen geheel© omkeer van zaken, geen
Staatsexploitatie noodig. Komt het tot
Staatsexploitatie' en dat aal wel gebeuren
dan zal er in elk gteval een scheiding noo
dig zijn tusschen Staats- en Spoorwegfina.il-
ciën.
Door den heer Treub werd gewezen op de
groote korten die noodig zullen zijn voor
groote werken, maar of hot komt tot Staats
exploitatie of niet., die, laat ons maar glo
baal zeggen 100 millioen gulden er toch
moeten komen. Naar spr. meening hebben
de voorstellers dé waarde hunner motie
overschat. Aanneming of verwerping zal,
naar spa-, meening, van geen invloed zijn
op ons spoorwegwezen.
Ten slotte wijst spr. er op dat de be
staande maatschappijen tot nog toe aan hun
ne verplichtingen hebben kunnen voldoen.
Of zij d'it zullen kunnen blijven doen, zal in
de toekomst kunnen blijken indien de Re-
geering bereid is de noodig© gegeven te ver
strekken, hetgeen zij doen kan, nu de
spoorweg,overeenkomsten 20 jaar werken.
Spr. hoopt dat de Regeering die gegevens
aal verst rekken opdat wij niet langer in duis
ter behoeven rond te tasten. De motie acht
spr. niet aannemelijk en af te keuren en
hij zial er zijn stem dlan ook niet aan kun
nen geven.
Dc heer Pierson vindt in deze motie
een zekere hartstochtelijkheid, alsof het hier
een zaak geflidlt die geen dag en geen nacht
kan wachten. Spr. vraagt zich af welke re
den er is om zoo onverwijld maatregelen te
nemen. Hij zoekt er naar, maar ziet zo
niet. Is de veiligheid hier zoo slecht? 't Is
allerminst aangetoond en de practijk bewijsL
het tegendeel. In geen land reist men vei
liger dan in Nederland, gelijk spr. met sta
tistieken aantoont. Is het verkeer bij ons
slecht geregeld? Ook al weer niet. Is het
materieel minder dan in het buitenland?
't Is evenmin waar. Waartoe dan die drang
naar Staatsexploitatie? Om sociale, econo
mische en politieke redenen zeide de beer
Bos. Spr. heeft zeer aandachtig de rede van
den heer Bos gevolgd, maar heeft geen ar
gumenten gehoord van dien aard. dio hem
de noodzakelijkheid van Staatsexploitatie
hebben doen inzien.
Het publiek, dat constateerde de heer Bos
uitdrukkelijk, heeft baat gevonden bij de
spoorwegovereenkomsten van 1890 en voor
het reizend publiek is staatsexploitatie niet
noodig
~Jit een financieel oogpunt zou die dan
gewenscht zijn, maar ook dat is allerminst
aangetoond. Men heeft zich beroepen op
België, maar er werd reeds op gewezen, de
financieele resultaten zijn daar verre van
schitterend in de laatste jaren. Spr. gaat
vervolgens na hetgeen door den heer Bos
over de concurrentie werd gezegd. Deze be
toogde, dat concurrentie niet altijd goed
was, maar de ervaring heeft Spr. geleerd,
dat 'e concurrentie niet kan worden gemist.
De concurrentie van de spoorwegen ophef
fen, zou, naar Spr.'s vaste overtuiging, te
gen net algemeen belang zijn. Dat staat
voor hem vast. Concurrentie bestaat niet
alleen in lage tarieven maar ook in goed©
vlugge bediening, waardioor men de meeste
reizigers trekt. Welnu, dat is het gevolg ge
weest der concurrentie op spoorweggebied.
Waar geen concurrentie is daar moet zij
juist aangekweekt wordendat is het belang
van het publiek.
Door den lieer Bos werd beweerd, dat aan
de maatschappijen alle lust tot expansie ont
breekt door liet zwaar van Damocles, dat
hen steeds boven liet hoofd hangt, n.l. de
naasting. Maar de heer Treub klaagde juiat
over te veel expansie. Hier hebben de beide
voorstellers elkaar losgelaten in plaats van
aangevuld.
Expansie moet er naar Spr.'s oordeel zijn
en ijns inziens heeft men bij de spoorweg
overeenkomsten van 1890 het expausievraag-
vraagrtuk zeer gelukkig opgelost door de
toen gemaakte bepalingen. De Maatschap
pijen zijn toen uiet te veel aan banden ge.
legd en de belangen van den Staat zijn niet
uit het oog verloren. Het is nu maar de
quacstie of de Maatschappijen een goed ge
bruik maken van de gegeven gelegenheid
om zich uit te breiden. Naar Spr. meening
hebben die Maatschappijen zich niet bang
getoocd en worden de spoorwegovereenkom
sten van 1890 goed uitgevoerd. Door den
heer Bos werd beweerd dat de Staat bij der-
gebjke spoorwegovereenkomsten altijd aan
het kortste einde trekt, maar ook dat heeft
de heer Bos weer niet bewezen. Spr. heeft
een staatje voor zich waaruit het tegendeel
blijkt Er werd ook gesproken over de hooge
bezoldigingen van Commissarissen, maar een
feil 's bel. dat er heel veel werk door Com
missarissen gratis of bijna gratis wordt ver
richt, terwijl door de exploitanten geen
bovenmatige winsten worden gemaakt, waar
uit bbikt dat de Staat geen nadeel heeft go.
'edon. Hiermede vervalt ook dit" argument
voor Staatsexploitatie.
Nu d naasting quaestie. Elk jaar dat ge
wacht, aldus wordt beweerd, wordt de
schuld grooter en grooter en de overneming
voor den Staat bezwaarlijker.
Maar is dat nu inderdaad' waar
De hoofdfout, zoo zeide men, zit hem in
het niet afschrijven door de maatschappijen.
Maat r.iet de maatschappijen hadden moe
ten afschrijven maar do Staat, even goed
als niet de huurder van een huis op do
waarde daarvan afschrijft, maar de eige
naar Is voor een goede afschrijving nu
Staatsexploitatie noodig? Al weer antwoordt
Spr. ontkennend.
De vraag of de Staat had moeten reser-
veerec voor uitbreidingswerken hangt sa
men met de vraag of de rentelast zwaardor
of lichter was dan het overschot op de ex-
p'oitatio.
Maar ook dat. kan weer buiten beschou
wing gelaten worden. Het ware zeker beter
als er een reserve was, maar de vraag is of
wij bezig zijn ons zelf in den grond te bo
ren en of er dus urgentie is om van rich
ting te veranderen. En ook dit wordt we
der do# Spr. betwist. Al kan naar Spr.'s
meening do regeering naasting overwegen,
urgent is zij niet. Maar ook al zou naasting
oen financieel voordeel voor den Staat op
leveren, dan zou voor Spr. nog een groot
'bezwaar zijn om het personeel van den-
Staat zoo maar in eens met 30.000 man te
vermeerderen, vooral bij de tegenwoordige
neiging van hei personeel om bonden te vor
men en daardoor te drijven naar trakte-
ments verhooging. Spr. acht het dian ook
raa'zaam, dat wij ons nog eens tweemaal
bedenken, voor wij den weg van Staats-
exp oitatie opgaan.
De lieer L e 1 y stelt zich niet voor een
afjgorend betoog te houden voor Staatsex
ploitatie van spoorwegen. Dat heeft de lieer
Bos reeds uitmuntend gedaan. De vraag of
particulier© dan wel Staatsexploitatie wen
sclielijk is, hangt af van de omstandighe
den in ons eigen land en vergelijkingen met
(liet, buitenland, kunnen ons niet baten zoo
lang er verschillende factoren zijn, die ge
wicht in de scvhaal leggen voor de beant
woording (Ier vraag Staatsexploitatie van
spoorwegen of exploitatie door particulie
ren. Spr. zal dus ©en andere weg kiezen en
zich do vraag stellen of wijziging noodig
is en zoo ja op welke manier.
In de eerste plaats stelt spr. nu de vraag
is er in ons land particuliere exploitatie?
Particuliere exploitatie heeft drie hoofd
eigenschappen, ©n welvrijheid van perso
neel, het dragen van risico en zekerheid van
voortbestaan. En dan betoogt spr. dat de
Maatschappijen geen vrijheid hebben ten
aanzien van hun personeeldat de Maat
schappijen geen risico dragen in verband
met do naastingsvoorwaarden. Dc geheel©
risico der maatschappijen is beperkt tot 4
pet., van liet kapitaal, terwijl de overige risi
co geheel rust op den Staat. Zoo gauw de
maatschappijen een daling zien aankomen,
bepalen zij zici tot liet dragen van een heel
klein deel der risico, maar laten de rest van
600 millioen voor rekening van den Staat.
In de derde plaats de zekerheid van het
voortbestaan. Zelfs de minister de Marez
Oyens, geen voorstander van Staatsexploi
tatie, was van oordeel dat bij de bestaande
onzekerheid der Maatschappijen er van
eigenlijke particuliere exploitatie geen spra
ke was.
Gelijk reeds opgemerkt werd, zilt er een
kapitaal van tusschen de 5 en 600 millioen
in spoorwegen en nu rijst de vraagheeft
de Staat zekerheid dat dit kapitaal aange
wend wordt ten dienste, ten bate van het
algemeen. Die zekerheid heeft de Staat
niet, omdat de Staat tegenover de Maat
schappijlen te weinig macht heeft. Stel do
Maatschappij wil een nieuw werk maken.
De Staat moet dit goedkeuren en draagt dan
ook de verantwoordelijkheid, maar 't is
hoogst moeielijk om aan do Maatschappij
een work te weigeren als deze dit maken wil.
j Indien dc Maatscha ppij wil is deze opper -
j machtig en moet de Staat toegeven, terwijl
wanneer de Staat een werk wil doen maken
en de Maatschappij', niet de Staat machte
loos is. Spr die zeven jaar daar achter
de groene tafel heeft gezeten, kan uit er
varing spreken. Men denke maax eens aan
de lijdensgeschiedenis van de stations Haar
lom en Roozendaal
Hierna zet spr. uiteen dat het op het
oogenblik niet gaat om nieuwe werken,
maar om dividend te maken. Groote werken
te Amsterdam, Utrecht, Eindhoven en
Maastricht zijn echter in het verschiet, wer
ken die dichter bij do 200 dan bij de 100
millioen zullen komen.
Wanneer dan deze sommen noodig zijn,
dan staat wiskunstig vast, dat met deze
spoorwegovereenkomsten deze werken niet
gemaakt kunnen worden, want de Maat
schappijen zuil len daarvoor niet te -Vinden
zijn, terwijl de Staat hen daartoe niet- kan
d'wingen. Hoe men er ook over denkt,
staatsexploitatie of niet, er zal eene rege
ling gemaakt moeten worden waardoor een
einde komt aan de machteloosheid van den
Staat om het verkeer zoodanig te regelen
als hij dit nuttig eu noodig acht in het