384 Tweede blad.
6" Jaargang.
Donderdag 21 Mei 1908.
De berechting van de Zeister
moordzaak.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Idem franco per post- 1.30.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Couranï verschyn dagelijks behalv. op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cent* by vooruitbetaling.
Groot* letter» naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald advorteeren in dit Blad, by abonnement. E«ne
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
(Eerste dag).
Schrille tegenstelling des levensdaar
buiten, ginds, overal waar de lenteadem de
aarde kust, het tintelend jubelend, kracht
volle leven, een zwellen en barsten van
bloemknoppen, toonend de heerlijke pracht
van den naderenden zomer, die ons geoft
ruischeude kolenvelden en dennenwouden,
bij ochtendgloed en avondrood hier bin
nen de vier grijze muren van de sombere
rechtzaal met het hooge bovenlicht, ramen
waarlangs de lindeboom heen en weer wuift,
werend de blije zonneglans van den juichen
den Meidag en vier levens van nog jonge
jaien, voor wie de toekomst is als een vloek
te midden van lentepracht en zonneschijn,
llier in de zaal, waarin U de stemming
drukt en het verlangeu naar buiten vaak
plotseliug-heftig in den mensch opkomt, het
pijnigende slot van dien ellendigen moord
op een weerloozen jongen, die in zorgelooze
jeugd op eenmaal is gewurgd, afgemaakt als
een beest door gewetenloozo sujetten, niet
in een oogenblik van bandelooze hartstocht,
in een moment van grenzelooze opwinding
maar na weloverlegd plan en beraad, ais
een slachtoffer, waarop dagen en weken was
geloerd, waarvoor de strikken met bereken
de list waren uitgezet. Schrille tegenstelling
van het levendaar buiten de lentezang,
bruidstooi van de natuur allerwegen hier
binnen de weedom van afschuwelijken
moord, waarover de rechter zijn oordeel zal
vellen. Drie dagen achtereen het doorleven
van diepen rouw, het scherp omlijnd voor
oogen zien van een schier ongelooflijken
misdaad, een openlegging van gewetens en
karakters, een oonstateeren van bijzonder
heden en détails, wellicht een volledig over
zien van het gebeurde en een klein weinigjo
beter begrijpen, motioven hooren en <le duis
ternis wellicht doorboord zien, het geheel
misschien aanschouwen onder ander licht?
Maar ondertusschen een openrijten van de
wond voor velen, levendig herinneren aan
de gruweldaad van November in het vorig
jaar, op eenmaal weer al de jammer en de
ollende. Na drie dagen, als weer andere din
gen van het roerig leven onze aandacht- vra
gen, jaagt de tijd weer voort en verflauwt de
geschiedenis in onzen geest, bij wijlen nog
even genoemd, maar vergeten al meer en
meer voor hen, die de zaak hebben ge
volgd uit louter nieuwsgierigheid en belang
stelling. Aldus niet voor de ouders van don
knaap, wier leven is en blijft gebogen voor
altijd, aldus uiet voor de schuldigen, die in
de eenzaamheid hunuer cel mogelijk de ge
weldige aandoening zullen hebben te be
kampen van waarachtig berouw over eeu
daad, waarvan hun jeugd niet droomde.
Zoo is dan heden voor de Utrechtsche
rechtbank do behandeling dezer zaak aan
gevangen. Zes maanden zijn sedert het ple
gen van'de misdaad voorbijgegaan en voor
velen is wellicht het geregelde verloop der
dingen verbroken door het vergeten van de
bindende bijzonderheden uit het geheel. Het
is daarom dat -wij, om onze verslagen voor
de lezers te verduidelijken, de hoofdpunten
van het misdrijf en al wat daarmede ver
band houdt, nog even kort op den voor
grond brengen tot recht begrip van wat iu
deze dageu zal worden besproken.
Op den 17den November van het vorige
jaar werden in liet stilde en landelijke Zeist,
waar zeilden schokkende gebeurtenissen ver
storing plegen te brengpn in het rustige
dorpsbestaan, de gemoedereu in opschudding
gebracht door een misdaad, welke, om de
omstandigheden waarander ze gepleegd ou
die wijze waarop ze voorbereid was een on
gehoord gruwelstuk mocht heeten en dan
ook heinde en verre, men mag zeggen door
het geheele land, siddering en afgrijzen ver
wekte
In de Kerkhofsloot was namelijk 's mor
gens het. lijk gevonden van den 16-jarigen
llendlrik Drost, kantoorlooper bij den kas
sier Prince aan den Driebergschen weg. Op
eenigen afstand lagen zijn tasoh, met door
gesneden riem en de portefeuille eruit ge
nomen, en zijn cape; zijn rijwiel en pet
werden vermist.
Spoedig bleek dat men hier met een aller
laagste» roofmoord te doen had. Een ijverig
onderzoek door de politie ingesteld, deed
al spoedig de verdenking vallen op den her
bergier Van Vaalen aan den Van Reenen-
weg, bij wieu de jongen 's namiddags om
half één was geweest, waarna hij niet meer
was gezien, en welke herbergier beweerde
aan Drost f67.50 te liebben betaald. Eenige
vragen aan Van VaaJen, van wien het, krap
bij kas als hij steeds was, zonderling klonk
te vernemen, dat hij zulk een groot bedrag
ineens had betaald, gesteld omtrent de spe
cificatie der betaalde som, brachten dezen
man opmerkelijk in verwarring en gaven
aanleiding hem in arrest te houden.
Het door Van Vaalen herhaald noemen
van den naam Van Eo, die 's middags ook in
zijn herberg zou zijn geweest, gaven reden
ook dezen in verhoor te nemen, en
toen bleek dat deze van Ee, timmerman en
(gefailleerd) aannemer, op een rijwiel, dat
het zijne niet was, in de richting Utrecht
was gereden, eveneens in arrest te houden.
Later bleek nog dat van Ee onderweg een
jongetje, dat op een bepaald punt te veel
in de nabijheid bleef, met een kaartje de
tram op had gestuurd, vermoedelijk om ge
legenheid te hebben onopgemerkt het rij
wiel in de bosschen te verbergen, waar het
dan ook later is gevonden.
Voorts werd nog de hand gelegd op den
melkboer Kors, die op den middag van den
misdaad oen afspraak bleek gemaakt te heb
ben met Van Vaalen en van Ee om in
Utrecht deze te ontmoeten, on wiens haan
tje de voorste zijn overal waar over de mis
daad gesproken werd, reeds de aandacht
had getrokken.
Tiet zullen 't energieke optreden der
politie, de eenzaamheid der cel, de gedach
te wellicht ook aan zijne vrouw en jonge
kinderen, geweest zijn, die van Vaalen, na
ernstig vermaan dcor de politie, ertoe zul
len gebracht hebben eindelijk te bekennen,
dat hij ,,een slecht mensch geweest was", ge
volgd dcor een verhaal in bijzonderheden
der misdiaad - en de aanwijzing der mede
plichtigen.
De vierde hiervan bleek te zijn zekere
O verhorst, kassierslooper bij Labouchère
Oyens en Co.'9 bank, welke, wetende dat
een rijwielhandelaar te Zeist f 67.50 te vor
deren had van Van Vaalen, eerstgenoemde
bewoog den wissel daarvoor te doen incas-
seeren door den kassier Prince en aldus be
werkstelligde dat o.p een Zaterdag, een dag
waarop Drost steeds voél geld inde, deze
laatste bij Van Vaalen kwam.
Op den bowusten morgen kwam Drost half
e]f l'nnen bij Van Vaalen, doch werd, daar
Van Vaalen en Van Ee toen nog voor de
gruweldaad de moed in de schoenen zonfk
en zij er eerst nog een 'borrel op moesten
nementerug ontboden om half één. Toen
do argelooze knaap alstoen de herberg aan
don stillen Van Reen en weg binnen kwam,
heelt, af te leiden uit bekentenis van
Van Vaalen, Van Ee den knaap beetgepakt
en achterover op den grond geworpen, en
hem de keel toegeknepen, terwijl Van Vaa
len zorg droeg dat de jongen zich niet meer
kon bewegen en naar alle waarschijnlijkheid
met Je in chloroform gedrenkte pert van den
jongen, welk kleedingstuk niet teruggevon
den is, de sectie van het lijk heeft chlo
roform sporen aangetoond het treurige
einde van het drama heeft verhaast. Het
lijik werd, nadat de portefeuille inhou
dende ongeveer f 1250.was losge
sneden, toen in een ruimte onder den vloer
geborgenVan Vaalen en Van Ee, benevens
Kors begaven zricth ieder afzonderlijk naar
Utrecht, 't zij om hun aandeel uit de
schanddaad verkregen hij anderen in bewa
ring te geven, 't zij om eventueel een alibi
te kunnen voorwenden, 's Avonds waren al
len weer in de heiberg met andere bcooekers
bijeen en boven op hot luik, waaronder het
lijk ia# van den zoo afgrijs© ij(k vermoorden
knaap draaide tot 'savonds 12 uur lustig
een gramophoon
Te middernacht word het lijk onder het
luik vandaan gehaald en dwars door het
nachtdonkere veld naar de KeiMiofsloot ge
dragen en daarin geworpen. Het word daar
's morgens gevonden overeind staande in de
sloot met het hoofd naar beneden en de
handen op den rug.
Na een langdurige en moeilijke instruc
tie, geleid door den rechter-commisaaris
m r. S c h e p e 1 men donke aan
de door latere mededeelingen van een
als verpleger van Van Vaalen gefun
geerd hebbenden en op mindering van
straf hopenden landlooper, uitgekomen
simulatie van krankzinnigheid door Van
Vaa'en is dan eindelijk heden morgen
deze geruchtmakende zaak voor de rechtbank
in behandeling gekomen, onder enorme be-
langsto'ling van het publiek. Reeds dagen
te voren is voor de gereserveerde tribune
geen plaats meer te krijgen geweest.
Wat de personen der beklaagde» betreft,
aan a'len, behalve aan Overhorst, van wien
tot dusver niets bekend was. is wat men
noemt een luchtje. Van Vaalen heeft o.a.
eens wegens brandstichting in voorarrest ge
zeten, Van Ee wegens bedriegolijko bank
breuk Kors diens aandeel in de mis
daad lestaat in het versohaffen van chlo
roform wegens inbraak. Voor den
laatste wa9 men in Zeist zóó bang. dat men
hem noode de melklcvcrantio durfde opzeg
gen!
Van Vaalen is do eenige die bekend heeft,
alle drie de andere beklaagden blijven, voor
zoover het ons althans op het moment dat
wij dit schrijven bekend is, hunne mede-
p'iehtigheid loochenen. Men voelt de moei
lijkheid der bewijslevering in deze zaak,
waar niemand dan do beklaagden bij hot.
misdrijf aanwezig zijn geweest, tenzij do ge
tuigenverklaringen ter terechtzitting daar
omtrent méér iiaht zullen verspreiden.
Niet minder dan 85 getuigen zijn dan ook
gedagvaard tot het geven van aanwijzingen,
zoodat de zaak zeker drie dagen in beslag
zal nemen
Onder de getuigen zijn vijf deskundigen,
nl. Prof. Sprondk, Prof. Wofers Bettinck
en Dr. Th. M. van Leeuwen, welke de lijk
schouwing hebben verridht on Dr. W. H.
Cox en arts Breuk ink, die den van krank
zinnigheid verdachte Van Vaalen onder
zochten.
Ve-dedigers zijnMr. Gerlings voor Van
Vaalen, Mr. Duijzings voor Van Ee, Mr.
Van Noppen voor Kors en Mr. Van Woel-
deren voor Overhorst.
Aanvankelijk waren voor de verdediging
van de drie laatstgenoemde verdachten
aangewezen de advocaten mrs. De Vries,
Albbing en Hamburger, die allen wegens
onvoorziene omstandigheden, de hun opge
dragen taak aan anderen moeeten overge
ven.
De rechtbank was als volgt samenge
steld president m r. Baart de la
Faille; rechters jhrs. mrs. Schuur-
beque Boeye en De Marees van
Swinderen; ra r. Claringbould,
plaatsvervangend rechterofficier van jus
titie mr. baTon A. A. van der
Feltz; griffier m r. II averse h m i d t.
Zoowel de gereserveerde tribune waar
voor speciale toegangskaarten waren be
schikbaar gesteld als de publieke tribune
waren stampvolhedenmorgen vroeg werd
reeds queue gemaakt voor de Hofpoort aan
de Runuebaan, waar het publiek, dat een
plaatsje wilde hebben, in drommen stond
saam gepakt. Er werd zorg gedragen dat
niet méér personen binnenkwamen dan er
plaatsen zijn op de tribune, zoodat velen
teleurgesteld moesten heengaan.
Nadat de rechtbank is binnengetreden
wordt aangevangen met de voorlezing van
verschillende stukken uit bet dossier; daar
toe behoorde o.a. ook de dagvaarding, des
tijds in haar geheel door ons medegedeeld,
maar die wij thans volledigheidshalve her
halen Als de beklaagden worden genoemd
1. Hendrik van Vaalen, 31 jaar,
bierhuishouder, geboren te Helder;
2. Teun is van Ee, 28 jaar, zonder
beroep, geboren te Zeist
3. Hendrikus Kors, 30 jaar, melk-
slijter, geboren te Stcenwijkerwold
4Johannes O v er h o r s t, 36 jaar,
loopknecht, geboren te Zeist en allen wo
nende te Zeist, thans gedetineerd iu het.
Huis van Bewaring te Utrecht.
De verdachten staan terecht ter zake:
de eerste en de tweede be
klaagde:
dat zij in den namiddag van 16 No
vember 1907 te Zeist, in de woning van
den eersten beklaagde aan de Van
Reen en weg no. 50, te zamen en in ver-
eeniging, opzettelijk, met voorbedach
ten rade na te voren gemaakte af
spraak, en in gemeen en kalm overleg
met het oogmerk om Hendrik Drost,
van het leven te berooven. dezen jongen
opzettelijk gewelddadig hébbeu aange
grepen, op den grond geworpen, vast
gehouden, diens keel dichtgeknepen en
door worging, benevens door hein chlo
roform te doen inademen, deen stik
ken en gedood; waarna zij, onmiddel
lijk daarop, eveneens te zamen en in
vereeniging na te voren daartoe ge
maakte afspraak, van het lijk van ge
noemden jongen, met het oogmerk tot
wederrechtelijke toeëigening, hebben
weg en tot zich genomen ongeveer
f 1326.90i of althans ongeveer f 1250
aan bankpapier en zilvergeld, toébehoo-
rende aan den kassier C. Prince, al
thans aan een ander dan aan hen, be
klaagden, hébbende zij boven omschre
ven gewelddadige levensberoovnng die
voorschreven diefstal vooraf ging, volg
de of althans vergezelde, geploegd met
het oogmerk om de uitvoering van dien
voorgenomen diefstal voor te bereiden
en gemakkelijk te maken.
De derde en de vierde be
klaagde:
dat zij te Zeist omstreeks de maand
November 1907 opzettelijk, de uitvoe
ring van liet misdadig opzet en voorne
men van den eersten 011 den tweeden
beklaagde, althans van één hunner, tot
het plegen van boven omschreven mis
drijven of althans du ieder geval tot het
plegen van boven omschreven diefstal,
voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van
geweld tegen genoemden Drost, ge
pleegd mot het oogmerk om dien dief
stal voor te bereiden en gemakkelijk f©
maken, welk feit werd gepleegd door
den lsten en '2den beklaagde te zamen
en in vereeniging, terwijl dit opzet en
voornemen om die feiten of althans één
of meer dier feiten te plegen toen reeds
bij die beklaagden of althans bij één
hunner bestond, hebben bevorderd.
De derde beklaagde: door
aan den eersten beklaagde opzettelijk
het middel te verschaffen tot het plegen
van die feiten of althans van één of
meer dier feiten, door aan d'ien be
klaagde eene hoeveelheid chloroform te
verstrekken met nader te melden doel
en oogmerk;
De vierde beklaagde: door
aan den eersten beklaagde opzettelijk
inlichtingen te versohaffen tot hot ple
gen van die feiten of althans van één
of meer dier feiten, door &an dezen be
klaagde mede te deelen, dat de koopman
Schaap op hem beklaagde Va» Vaalen
een wissel getrokken had of wel hem
een quitantie ter betaling zoude doen
aanbieden, dat dezo wissel of quitantie
door Schaap ter incaas-eering was ge
zonden of wel zoude worden gezonden
aan den kassier Prince te Drieborgen,
dat diens looper, zijnde do verslagene
H Drost, zich met dien wissel of die
quitantie dan aan zijn Van Vaa
len's woning zoude aanmelden, ten
einde op dien wissel of die quitantie be
taling te erlangen
hebbende beklaagde Kors dat middel
en beklaagde Overhorst die inlichtingen
aan beklaagde Van Vaalen en Van Ee
of althans aan één hunner verschaft, op
dat deze hetzij alleen, hetzij in veree
niging met anderen, alsdan meorgiemél-
den Drost zouden kunnen vermoorden,
do odenmet geweld berooven en de gel
den, die deze bij zich zoude hebben
©n die aan een ander dan aan hen, be
klaagden, toebehoorden, met het oog
merk tot weder ree hbéli jko toeëigening
zouden kunnen wegnemenwaarna dan
ook, met behulp van dit opoettelijk
daartoe verstrekte middel en geholpen
door deze eveneens opzettelijk daartoe
gegeven inlichtingen, en overeenkomstig
doze laatste, de eerste beklaagde, in ver
eeniging met den tweeden beklaagde,
aan wien die eerste beklaagde de van
den beklaagde Overhorst ontvangen in
lichtingen had medegedeeld, inderdaad
op de wijze, als boven omschreven, op
tijd en plaats vermeld, die vorenver-
meldc- misdrijven hebben gepleegd
de derde en vierde beklaag
de bovendien ter zake dat zij op
of omstreeks November 1907 te Zeist,
ieder voor zich opzettelijk van de be
klaagden Van Vaalen en Van Ee, al
thans van één hunner, een bedrag aan
geld en wél Kors een bankbiljet van
driehonderd guldon en Oveihorat een
bankbiljet van honderd gulden ten ge
schenke hebben aangenomen, wetende
althans moetende begrijpen en begrij
pend, dat deze bankbiljetten door ge
noemden Van Vaalen en Van Ee of één
hunner door één dier boven omschreven
misdrijven waren verkregen on in ieder
geval afkomstig van den boven om
schreven diefstal.
Ruim kwart voor tienen warden de be
klaagden, ieder afzonderlijk door tweo rijks
veldwachters geëscorteerd, bijna onopge
merkt de zaal binnengeleideerst Van Vaa
len, vervolgens Van Ee, welke beiden plaats
nomen op de eerste bank, achter hen wordt
een veldwachter geposteerdDaarna komen
Kors en Overhorst, achter wie eveneens een
veldwachter plaats neemt. Van Vaalen doet
dadelijk het hoofd steunen in de rechter
hand, de drie anderen staren onverschillig
voor zich uit; Kors noemt met aandacht de
verslaggevers op e» kijkt zoo nu en dan ter
sluiks in de zaal. Vóór do gereserveerdé tri
bune zijn vijf rijen banken geplaatst voor de
getuigen en de deskundigen. Achter de
rechtbank nemen eenige leden van de rech
terlijke macht plaats; wij zagen daar o.a.
op de gereserveerde fauteuils zitten mr.
Schepel, den recihter-comraissaris, die de be
langrijke instructie in deze zaak leidde, mr.
Jordens, griffier der Rechtbank, mr. Hooft
Graafland, substituut-griffier. De advoca-
tenbank stroomt geheel vol. In de zaal, die
te tien uur tot in alle hoeken is gevuld, heb
ben op verschillende punten rijksveldwach
ters post gevat, ter bewaring van de orde.
Op verzoek van den president geven alle
vier de verdachten met duidelijke stem hun
namen, ouderdom en beroep op, waarna de
griffier voorlezing doet van het vonnis van
verwijzing.
De bank der advocaten wordt ten slotte
zóó vol, dat vele loden der balie daarin moe
ten blijven staan. Voor de pers is uitnemend
gezorgdacht verslaggevers hebben plaats
gekregen tusschou de advocatenbank en die
der beklaagden. De overig© journalisten
zitten aan afzonderlijke tafeltjes, verspreid
langs de muren van de zaal. Va» de be
schikbare ruimte is zoo practisck mogelijk
gebruik gemaakt. Van Vaalen en Overhorst
zijn gekleed in colbert-costuum met boord
Van Ee en Kors in boezeroen met blauw-ge
streepte halsdoek. Van Vaalen ziet er hot
meest heerachtig uitliet smalle. Woeke ge
laat is omgeven door een dunnen zwarten
baard, het hoofdhaar is met zorg gekamd.
Dc anderen zien er meer of .minder noncha
lant uit en hebben aan Iran toilet en uiter
lijk minder zorg besteed.
De officier van justitie requireert thans
voorlezing van tal van authentieke
stukken, welke op het geding betrekking
hebben alsde rapporten van de professo
ren Spronck c. s. en Wefere Bettinck en dr.
Cox, het loopersboekjo van den vermoorden
Hendrik Drost, de benceming en de bc-
eediging van deskundigen, verschillende
proeessen-veihaal. als: van de inbeslag
name van het lijk, de bekentenis van Van
Vaalen, afgelegd voor den adjunct-inspec
teur van politie Tenckiuk, van de inbeslag
name bij Kors van een bankbiljet van
f 100, bij Overhorst van f 97, verder bij
Kors f 17 en Overhorst f 37van de inbe
slagname van f 415 door den commissaris
van politie Dammers bij de wod. Van Beu-
sekom te Utrecht; van f 373.62 bij bode
Veenhofvan een bankbiljet Van f 300 bij
de firma Peek en Oloppenburg; van f 22.40
door den rechter-commissaris bij bode Veen-
hof; van een brief van mr. Gerlings aan
Klinghardt te Zeist; van een bankbiljet van
f IOO bij Labouchère Oyens en Co.'s bank
te Zeistvan een verklaring inzake het
koopen van chloroform bij een apotheker
te Zeist door Korst; van de inbeslagname
van het rijwiel van Drost en van een bank
biljet van f 400 te Amsterdam.
Uit de voorgelezen medische rapporten
noteerden wij o.m. dat de dood van llendlrik
Drost reeds eenige uren moest zijn ingetre
den, alvorens het lijk met het hoofd naar
beneden in de Kerkhofsloot te Zeist werd
gevonden. De dood is volgens de schouwing
veroorzaakt door acute verstikking. De af
wezigheid van water in de mondholte en in
de maag wijet er op, dat het slachtoffer reeds
was overleden, voor het stoffelijke overschot
in het water werd gelegd. Sporen van ster
ken drank werden in het lijk niet gevonden.
De conclusie van het rapport van prof.
Wefere Bettinck méldt dat in de hersenen
van den vermoorden Hendrik Drost eene
hoeveelheid bedwelmende stof is aangetrof
fen, welke ook in eenige mate in het bloed
aanwezig was. Deze bedwelmende stof was
chloroform. (Wij vermeldden een en ander
reeds uitvoerig in ons nummer van 9 De
cember j.l.)
De conclusie van het rapport dor psychia
trische deskundigen ia, dat Van Vaalen
waarschijnlijk in oen abnormalen, hysteri
sche» droomtoestand aan de misdaad heeft
medegewerkt.
Blijkens mededeelingen van de verdedi
gers komen bij hot aantal der getuigen nog
negen getuigen a décharge.
Van Vaalen wordt nu door den president
ondervraagd of hij bekent wat hem is ten
laste gelegd, zooals dat in do dagvaarding
is omschreven.
Van Vaalen: „Neen".
De president: ,,Hoe is het. dan vol
gens u gegaan?"
Van Vaalen: ,,Toen Drost kwam om
den wissel te presentooren ten mijnen name,
ben ik met dien wissel naar boven geloo-
pen. Toen ik terug kwam, lag Drost op
den grond, en Van Ee boven op hein. Ik
schrok hier geweldig van en moest mij aan
het buffet vast houden om staande to blij
ven. Dat staat mij duidelijk voor den geest.
Ik weet niet of ik Drost mede heb vastge.-
grepen, want van het verder gébeurde lub
ik allerlei verwarde denkbeelden en v or
stellingen in mijn hoofd".
D© prosident: „Maar in de instruc
tie hebt U een en ander maal medegod oei il
dat Van Ee den jongen vast greep toen
hij binnen kwam. U sloot de voordeuren hebt
daarna de handen van het slachtoffer vast
gegrepen. Van Ee kneep do keel dicht van
Drost, totdat geen tcekeu vau leven meer
te bespeuren was".
Van Vaalen: „Daar weet ik mij
niets meer vau te herinneren."
De officier van justitie- „Dan
verzoek ik voorlezing van het verhoor van
Van Vaalen voor den rechter-oommissaris."
Uit dit verhoor blijkt omstandig de toe
dracht van dc zaaJk, door den president in
het kort samengevat.
De president: „Beklaagde, wat 2©g
je daar nu op?"
Van Vaalen: „Ik weet daar niets
meer van."
Dc president: „Dat is nu wel heel
gemakkelijk."
'ran Vaalen: „Het is teoh de waar
heid. Ik was naar boven gegaan om geld to
balen voor den wissel, althans dat zou ik
voorwenden. Toen ik beneden kwam, lag
Drost op den grond, de oogen puilden uit.
het hoofd en daar schrok ik geweldig van.
Wat er verder gebeurd is, zou ik niet pre
cies kunnen zeggenslechts in flauwe trék
ken staat het mij voor."
De president: „Ben je niet in don
kelder van je huis geweest, toen het lijk er
reeds in lag, eu heb je toen geen chloroform
op den neus vau het lijk geetrooid?"
Van Vaalen: „Daar staat mij wel
iets van voor, want er druppelde bloód uit
den neus en de oogen."
De president-, „Heb je mede ge
holpen om het lijk in den kelder te slee
pen t"
Van Vaalen: „Daar weet ik niets
van. Wel weet ik dat het lijk in den kelder
is gesleept, maar dat moet Van Ee hebben
gedaan."
Er worden Van Vaalen verder tal van
vragen gedaan, waarop de beklaagde bijna
voortdurend antwoordt: „Dat zou ik niet
met zekedheid durven zeggen, het staat mij
niet precies meer voor den geest, ik weet
daarop geen stellig antwoord te geven, ik
■weet het me niet te herinneren."
(De zitting duurt voort).