W«. 344.
(ide Juargang.
Vrijdag 29 Mei 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
'n Zeemansbruid.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest
dagen.
Advertentjënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel moer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeolige bepalingen tot
bet herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Uitgevers: VALKH OFF C°.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnunimer 66.
Politiek Overzicht
De Franschcn in Marokko.
Terwijl do nominale suil'ban van Marokko
Abdel Aziz, steeds werkeloos zit in Rabat,
staat zijn halfbroeder en mededinger voor
j de poorten van Fez. Dat hij in Mekines is
aangekomen, staat vast, en dat hij pllan
I heeft zich naar Fez te begeven, valt niet té
betwijfelen Talrijke notabelen uit Fee
hebben zich naar Mekines begeven om hem
j te begroeten. In Fez maakt de bevolking
j zich gereed! om hom met open armen te ont-
vangentalrijke stammen hebben aifgevaar-
I digden gezonden om mee te dbem aan zijne
huldiging. Reeds word de datuim genoemd,
waarop Moeley Hafid naar Fez zou opbre-
I ken; dat zou gisteren gebeur -i. En daar
do afstand tusschen Mekines en Fez slechts
omstreek 70 K.M. bedraagt-, is de weg
i daarheen in enkele dagen af te leggen.
Men moet due rekening houden met het
I feit, dat Moeley Hafid weldra te Fez zijn
intocht zai hooiden. Dan is hij in liet bezit
I van aille drie de hoofdsteden van het sjerifi-
I scho rijk en derha-lve feitelijk heer en mees
ter over hot gansclio MJa-rokkaianscho bin-
I nen'land. Aan zijn invloed zullen dan alleen
j nog onttrokken zijn de westelijke kustste
den en de door Fransche troepen bezette
streken im liet oosten en zuiden van heb
Marokkatmsche rijk.
Het verdient de aandacht-, dat dit te
verwachten feit reeds bij voorbaat zijn in
vloed doet gelden. Er gaan in de
Fransche pers stemmen op, die er op wijzen,
dat voor Frankrijk nu weldra het oogen-
blik zal komen om zijne Marokko pol i t iek
te herzien. Eu, wat vooral opmerkelijk is,
dat staat te lozen in organen, waarvan bé-
I kond is, dat zij met de regeering in betrek -
I king staan. Eenige dagen geleden reeds,
nadat Hafid s komst in Mekines was bekend
geworden, gewaagde de Petit Parisien, een
blad dat dikwijls inspiratiën ontvangt van
1 het departement van buitenlandsche zaken,
dat dit in de regeeringskringen eene leven-
I dige ontroering had teweeg gebracht. Men
had op grond van berichten uit Tanger en
1 Raibat aangenomen, dat de vernietiging
van den tegen sultan en de overwinning van
Abdel Aziz zeker waren. Maar thans stond
men voor het onbetwistbare feit, dat Moe
ley Hafid de tweede on de derde hoofdstad
heeft bezet en dait hij zich elk oogenblik
ook van de eerste hoofdstad kan meester
maken. Als het hem als bekeerscher van
I Fez en Mekines mocht gelukken, zich ook
in Tanger t-ot sultan te laten uitroepen,
dtan zeu de toestand onhoudbaar worden,
wanneer men volhardt bij do opvatting Ab-
del Aziz te beschouwen als den eenogen
heerschor met wiein kan worden onderhan
deld.
Er wordt door de Petit Parisien aan ker-
i innerd, dat de- Fraaisclve regeering in die Klam
mer meer dan eens ha.ro neutraliteit tms-
sclien de beide sultans heeft doen kennen
en dat minister Pichon den 27. Januari j.l.
in antwoord op eene interpellatie heeft
verklaard, dat, als Abdo] Aziz de nederlaag
j mocht lijden, Frankrijk in staat aal zijn
met den in Abdel Aziz's plaats tredenden
sultan to spreken in naam van Europa,
overeenkomstig het mandaat, dat aan
Frankrijk is toevertrouwd.
Hoe dé .regeering nu over de zaak denkt,
zal men waarschijnlijk in de volgende week
verbomen. Van bevriende zijde is door
den afgevaardigde Gervais aangekondigd,
dat hij aan minister Pichon eene vraag
wensckt te doen over de zaken in Marokko,
en deze minister heeft laten weten, dat hij
bereid is daarop te antwoorden aanstaanden
Maandag, wanneer hij terug is van zijne
reis met president Fallières naar Londen.
Een correspondent van de Frankf. Ztg.
maakt de opmerking, dat er over de ver
houding van Frankrijk tot Moeley Hafid
meeningen bestaan, die evenmin beantwoor
den aan de feitelijke omstandigheden als
aan de vroegere verklaringen van de Fran
sche regeering. Hij. schrijft: ,,De Fransche
regeering heeft zich op de basis van de be
sluiten van Algeciras geplaatst; zij moest
zich bij de uitvoering van deze besluiten van
sultan Abdel Aziz bedienen, die ze had on
derteekend en die den eenigen erkenden
rechtstitel in Marokko- bezit. De Fransche
regeering heeft echter nooit verklaard, dat
zij zich verplicht voelde Abdel Aziz van
zijne tegenstanders en mededingers in het
binnenland te verlossen. Toen de afgevaar
digde Jaurès in de Kamer de vrees uitsprak,
dat de ondersteuning van het maghzen
Frankrijk zou dwingen, tegen Moeley Hafid
oorlog te voeren voor Abdel Aziz, bestreed
minister Pichon deze opvatting; Frankrijk
behoefde slechts de akte van Algeciras tot
richtsnoer te nemen en zou onderhandelen
met elk Marokkaansch gezag, dat deze akte
eerbiedigde. De bewering, dat Moeley Hafid
onder alle omstandigheden als vijand van
Frankrijk meet worden behandeld, is niet
door den heer Pichon geuit, maar door de
Temps, die in twee heftige artikelen tegen
do ontvangst te Berlijn van de afgezanten
van Moeley Hafid protesteerde; deze arti
kelen kwamen evenmin overeen met de op
vatting van de Fransche regeering als met
de feitelijke omstandigheden, want het te
Parijc vertoevende gezantschap van Müeley
Hafidi is slechts daarom niet kunnen worden
ontvangen, omdat het zich een diplomtiek
karakter toeschreef, dat geen enkele der
staten, die de akte van Algeciras hebben
onderteekend, op dit oogenblik kan sanctio»-
n eer ener kan worden bijgevoegd, dat de
vertegenwoordigers van Moeley Hafid ook in
Parijs, evengoed als in Berlijn, open deu
ren vinden overal, waar zij zich als bijzon
dere personen voorstellen, die in staat zijn
inlichtingen te gewon over Marokkaansche
zaken."
Duitschland.
Een bericht, dat het plan zou bestaan om
deu Keizer in het najaar eene rijksdotatie
vau a 10 millicen mark te verleenen, is
door de officieuse Nördd. Allg. Zeitungmet
allen nadruk tegengesproken in dezen vorm
..Tegenover heb te verwachten démenti ver-
k'-aart het blad 'bij voorbaat-, dat het zich
daardoor niet uit het veld zal Laten slaan.
Ei* zijn toestanden, waarin er moet wordieu
tegengesproken, ook, al is het 'bericht waar.
Wij laten ter zijde of zulke toestanden kun
nen voorkomen. In het onderhavige geval is
de toestand in ieder geval zoodanig, dat
het bericht met alle stelligheid onwaar kan
worden verklaard. De rijiksdag zal zich niet
hebben bezig te 'houden met eene dotatie
voor Z M. deu Keizer. Daarmee vervalt
ook de opvatting, dat aan de blokpolitiek
door dit geruoht moedelijkhoden worden
bereid
In eene Berlijnsche correspondentie van
de Frankf. Zitg. wordt aan dit démenti toe
gevoegd, dat het gerucht van den beginne
af niet geloofwaardig was. Zoo dikwijls liet
idee van eene rijksdotatie voor den Keizer
is opgekomen, was men in alle politiek©
kringen 't er over eens, dat de Koning van
Pruis-rn, die als zoodanig de waardigheid
van Duitsche Keizer bekleedt, daarvoor vol
strekt geen schadevergoeding raag aanne
men.. Bovendien vloeit het uit de partij
verhoudingen van den rijiksdag voort, dat
het weinig aanbevelenswaard zou zijn daar
eene voordracht voor eene dotatie voor den
Kei i in te dienen, die in ieder geval tot
een uitvoerig debat zou leiden. Daar niet
gelijktijdig de meer bepaalde geruchten over
eene voorgenomen verliooging van de civiele
lijjs-t :n Pruisen worden tegengesproken, zou
men naar een bekenden stelregel moeten
aannemen, dat zij niet ongegrond zijn. Maar
ook lu is daarover niets bepaalds te verno
men, omdat men blijkbaar in de regeerings-
kringen niets, of om 't voorzichtiger uit te
drukken, nog niets daarvan weet. Het plan
om eene verhooging van de traktementen
der hofambtenaren door eeuo verhooging
van de civiele lijst mogelijk te maken,
sohijot, als het besbaat, zich nog in een sta
dium van voorbereiding te 'bevinden, waar
in de verantwoordelijke kringen ziah nog
niet er mee hebben te bemoeien.
Engeland*
Londen, 27 Mei. President Fallièr©3
ontving heden in liet paleis van St. James
het corps diplomatique en een aantal cor
pora tiën, die hem adressen aanboden.
President Fallières, vergezeld van minis
ter Pichon, kwam om 1.10 in de Guildhall.
Eene reusachtige menigte bracht hem langs
den geheelen weg, die vroolijk versierd was,
wanne ovatiën. De lord-mayor on zijne echt
genoot© geleidden hem naar de-bibliotheek,
waar een adres werd aangeboden. De pre
sident. antwoordde hierop.
Voor de vreemde gasten waren de prins
en prinses van Wales, prins Oliristiaan en
prius Arthur van Comiaught in de Guild
hall gekomen. Het iweder is prachtig.
Ho": adres van de City drukt ingenomen
heid met heb bezoek uit en herinnert aan
het bezoek van president Loubet. De har
telijke vriendschap tusschen de republiek en
Groot Brittannië is sedert nog krachtiger
gewoi den en wordt een steeds durenden
waaH.org voor den vooruitgang der bescha
ving en van den vrede der wereld. Verder
wordt herinnerd aan het bezoek van den
lord-mayor aan Parijs in 1906. T^n slotte
worden de beste wenschen uitgedruikt voor
den president en voor Frankrijk.
President Fallières betuigde dank voor
het adres en drukte zijn beste wenschen uit
voor de groote en schoone stad Londen.
Londen 27 Mei. Bij den lunch in
Guildhall bracht de Lord-Major een toast
uit op de Koning en de Koningin waarin
hij zeide dat des Konings succesvolle po
gingen om in vaste harmonie de wereld
naties te verbinden hem do .algöineene
waardeering hebben verschaft
Twe-ede telegram. Uitnoodigencle
een dronk in te stellen op de gezondheid
van president Fallières, zeide de Lord-
Mayor: ,,Ik ben overtuigd dat deze toast
met toejuichingen zal worden begroet, daar
ze niet alleen de strekking heeft uiting te
geven aan de gevoelens van achting voor
don president, maar nog meer de bevesti
ging van de ernstige gevoelens en broeder
lijke neiging door de stad Londen, ja- het
geheele land gekoesterd, voor do groote na
burige en vriendschappelijk verbonden na-
tics. Herinnerende aan Loubet's bezoek, zei
de d« Lord-Mayor, dat er sinds in beido
landen veel is gebeurd, maar afschoon regee
ringen en ministerswisselden, is er oen
absolute continuïteit gebleven in de vriend
schappelijke betrekkingen. Voorts releveer
de de Lord-Mayor de wederzijdsche bezoeken
van de Londensclie en Parijsclie gemeente
raden. De Lord-Mayor gaf liet vertrouwen
te kennen, dat de president gedurende zijn
verblijf in Londen genoeg zou zien om over
tuigd te worden, dat do bevolking ernstig
verlangt de vriendelijke betrekkingen niet
de groote natie te handhaven.
Londen, 2 7 Mei. In zijn antwoord
op den dronk van den lord-mayor, zeide
prcsid<nt Fallières, dat hij zich gelukkig
acht zich te bevinden te midden van de
verstandige en practisohe bedrijvigheid van
de uitgestrekte hoofdstad, het brandpunt
van rr.enscihlievende, vrijzinnige denkbeel
den. „Het was mij zeer aangenaam, dat ik
u het bezoek van mijn voorganger in her
innering hoorde brengen, dat strekte oni in
overeenstemming met u de eerste daden in
te wijden van de entente, die zulke goede
vruchten heeft gedragen voor de zedelijke
en stoffelijke belangen der bevriend© na
tiën verbonden door vriendschaps
banden, die sedert niet losser zijn gewor-
'en. Wanneer ik er in ben geslaagd door
de ontvangst, die ik zoo hartelijk mogelijk
heb trachten te maken, van de leden van
uw gemeentebestuur te Parijs, te toonen,
welk een groote waarde ik hecht aan de
handhaving der met den dag nog beter wor
dendte betrekkingen tusschen beide landen,
dan heb ik slechts gehandeld in overeen
stemming met de gevoelens van vertrouwen
en sympathie, waarmede Franikrijk ten op
zichte van Groot-Brifctanniö is 'bezield. De
belangen gemeenschap, die Frankrijk met het
Britsche rijk vereenigt, vindt hare uiting
in de belangrijkheid der dagelijksolie be-
trekkïrgen tusschen beide landen. De regee
ring der republiek streeft er met alle macht
haar om deze nuttige, vriendschappelijke en
zake'ijke betrekkingen te versterken. Ik zal
de aangenaamst© herinneringen blijven be
waren aan uwe schoone en wanne ontvangst.
Ik ledig dit glas op de gezondheid van den
lord-mayor en het bestuur dor City van
Londen."
In d< namiddag bracht minister Pichon,
vergezeld van den Fransohen gezant Cam'bon,
op hot Foreign Office oen bezoek van een
uur aan Sir Edward Grey. Het bleek bij
dit gesprek, dat er volledige overeenstem
ming bestaat tusschen de beide kabinetten.
Des avonds gaf Sir Edward Grey in het
Foreign Office een feestmaal ter eere van
president Fallières. Omstreeks 40 gasten wa
ren aanwezig, waaronder de prins van Wa
les, dé eerste minister Asquith, do Russi-.
sclie gezant en de voornaamste leden van de
regeeringspar'bij en van do oppositie. Er
werden geen dronken uitgebracht of rede
voeringen gehouden.
Daarna woonde president Fallières een
galavoorstelling 'bij in het prachtige ver
sierde opera-gebouw. Do president kwam
het eerst met de Koningin de koninklijke
loge binnen, daarna volgdo de Koning met
de prinses van Wales. De Koning nam
plaats naast Fallières, de overige leden der
koninklijke familie gingen aan weerszijden
zitten. Toen de koninklijke stoet binnen
kwam, stonden de aanwezigen op en speelde
het orkest de „Marseillaise" en „God save
the King".
Minister Pichon was ook gezeten in de
koninklijke loge.
De feestvoorstelling in de opera muntte
gelijkelijk uit door de versiering van de
zaal, het gehalte v< n de toeschouwers en
het talent van de kunstenaars. De Koning
en president Fallières werden zeer toege
juicht en keerden te middernacht huis
waarts. Er vielen geen incidenten voor.
2 8 Mei In een geeprek dat hij had
met een bijzonderen vertegenwoordiger van
Reuter, heeft minister Pichon. verklaard, dab
president Fallières diep onder den indruk!
is van de prachtige ontvangst in Engeland'.
Pichon beschouwde heb als een zeer verblij
dende rechtvaardiging van de voorstandiers
der politiek van overeenstemming met Groot-
Brittannië, dab die politiek nu zegeviert in
den vorm van een na#we, blijvende entente.
De geestdriftige ontvangBt van president Fal
lières door do bevolking van Londen heeft
bewezen, dat de entente cordiale voor goed!
hare intrede heeft gedaan in de politiek der
beide landen, als een der hechste grondsla
gen van die politiek. De entente is een der
betrouwbaarste middeleu geweest om. alle
combinatiën tegen te gaan, welke tegen de
belangen van Engeland en Frankrijk zouden
kunnen indruischen en den vrede zouden
kunnen bedreigendien beiden wenschen
te handhaven, omdat dit de allernoodig&te
hunner behoeften is. Deze opvatting, ten
aanzien waarvan alle politieke partijen ini
Londen eensgezind' zijn, moet in geheel Eu
ropa do gelukkigste uitkomsten hebben. Ook!
in Frankrijk is te dezen aanzien eenstem
migheid verkregen, wanneer men uitzondert
een kleine roep tegenstanders, die de
dagelijksche politiek© gebeurtenissen gebrui
ken om' het kabiuet-Oiemenceau te bestrij
den.
Het bezoek van Koning Eduard VU aan
den G&aar zal, volgens een telegram uit Pe
tersburg, vijf dagen duren, van welke de
Koning er misschien drie op Peterhof zal
doorbrengen.
Denemarken.
Over de stemming in IJsland wordt uit
Kopenhagen aan do Frankf. Ztg. bericht,
dat de berichten over de ontvangst, die de
voorstellen van de geanongde commissie tot
regeling van de staatsrechtelijke verhouding
tusschen Denemarken en IJsland liebben ge
vonden, daar een pijnlijken indruk hebben
gemaakt. Die berichten geven namelijk den
indruk, dat de groote maeta van het IJs-
landscho volk volstrekt niet tevreden i9 met
de concession, die Denemarken bereid is te
doen, maar nog veel meer verlangt. Dit
„veel meer" kan slechts beteekenen de vol
ledige afscheiding van IJsland. Een aantal
IJslandsche bladen jioomen het voorstel van
do commissie „lieelemaal onmogelijk" en
verlangen, dat de IJslandsche landdag het
kort en goed zal verwerpen.
•panja
Madir id, 2 7 Mei. Verscheidene
afgevaardigden brachten het gebeurde te
Casablanca in de Kajnor ter sprake en ver
zochten de regeering volledige voldoening
te verlangen en de Spaansche troepen terug
te roepen, om botsingen te vermijden, niet
alleen tusschen soldaten, maar ook tusschen
Spaansche en Fransche officieren.
De minister va.n bulitenla-ndsche za/ken
herhaalde, dat het geschiil op bevredigende
40 »e«n
THERESE HOVEN.
Tante Julia, als praktische m'oeder van
twee meer dan volwassen dochters, vroeg
zich af of dat nu niet een kaiis zou zijn?
Maar... een tweede luitenant of een vaan
drig zou natuurlijk niet geholpen hebben
en de majoors en kolonels waren meest ge
trouwd.
Een groot bezwaar was, dlait de onbe
voegde verpleegsters zelve haar overtocht
en uitrusting moesten betalen en di© inzet
was te hoog.
Daarvoor was de 'kans op succes te twij
felachtig en dan ook,... Mama wist niet of
haar 'meisjes, bless them 1 wel juist geschikt!
zouden zijn voor ambulance-werk.
Muiy iviel geregeld flauw als ize bijl den
tandarts moest (behandeld worden en Flos
sy kon geen bloed zien. Dlaiareniboveii was
het voor beider schoonheid, ten minste voor
"t geen er nog van over was, hoog noodig,
dat ze vroeg naar bed gingen en véél
beau'ty-slocp hadden en daar zou, op het
slagveld, wel geen rekening mee gehouden
worden. Daar zou natuurlijk veel wacht
dienst gevergd worden en daar konden de
meisjes niet tegen. Om 's nachts zoo maar
gewekt te .worden ©n voor heeren te Ver
schijnen, want doctoren en officieren waren
toch. ook heeren, moest men... iets jonger
zij'n, heel ,jong en heel frisch!
Dat laatste argument maakte een einde
aan de emigratie-plannen der gezusters.
Ze 'bleven 'dus haar gewone leven leiden
en gingen veel uit om zich te verstrooien,
maar 't bleef een saaie winter.
Geen familie onder haar kennissen, die
niet een zoon, een vader, een echtgenoot,
een oom, een neef, j> 't oorlogsveld had en
menigeen had er reeds een verides te be
treuren
De Mausers der Boeren schoten zoo raak
en iwisten zoo goed de officieren te treffen.
Die families vierden geen feest en (be
schouwden den oorlog niet als een nieuwe
emotie
Ze sidderden, als de rapporten Van het
War-Office bekend werden gemaakt en
ontstelden, als de post- of telegraafbode
aankwam.
De familie Roodford was tot nu toe ge
spaard gebleven. Biji de vreeselijko slach
ting van Guy's regiment te Graspa.il, toen
do Boeren zich wreekten op de Lanciers,
d'ie zich te Elandslaagt© zoo .meedoogenloos
hadden gedragen, was luiteant Mac Gre-
gor een der weinigen, die ontsnapten. Hij
'lag zieflc in Durban en Nancy was hij hem.
,>'t Is zoo vreemd hier," schreef ze in
'hare brieven aan haar moeder. „We zij'n
omringd door Engelschen en we kunnen
ons niet begrijpen, dat we ver van Enge
land zijn. Guy heeft alleen, wat koorts, een
lidhten aanval van malaria en ik pas hem
op. .Soms lachen w© or omhet is zoo
doodgewoon, alsoif we thuis waren. Moesten
we daarvoor nu Zoo ver, weg gaan?
Eterst was Guy zoo moedeloos, omdlat liijl
niet me© 'kon met zijn regiment. Hij' vond
zich zelf een lafaard: en een slécht soldaat
en verwensöhte zijn verwijfd gestel, aooals
hij: 't noemde.
O! wat had ik een moeite met mijn sol
daat, die vechten Wou, in plaats van door
zijn vrouwtje verpleegd te worden.
Ik was er zelfs ,boos om, maar dat duur
de niét lang, want Guy heeft mijl geleerd,
dat 't vaderland vóór gaat en ik zou zeker
■in ziju achting gedaald zijn, als ik bekend
had, diat mijn hart vol vreugde was, toen
hij- niet 'met de overigen kon uittrekken.
Maar toen de afschuwelijke nederlaag der
Lanciers plaats had, toen al die kranige
officieren geidbod werden, toen 't keur-regi
ment in enkele uren tot een hoop lijken
werd terug gebracht, teen... schaamde i'k
mij bijna over mijn egnsme.
Toen de verpletterende tijding tot ons
kwam en we langzamerhand' tot het besef
van de onherstelbare ramp kwamen, haatte
Guy zich zelf, omdat hij achter was geble
ven en hij kon t toch niet helpen; 't was
weer 't zelfde als toen hij pas ziek wtas. Hij}
was zoo vreeselij'k down, er viel niets met)
hem te beginnen. Hij, (begon juist te béte
ren, maar het bericht van het onheil zette
hem weer achteruit. Ik deed mijn uiterste
best om hem op te beuren, maar 't hielp
volstrekt niét en ik beken u eerlijk, dat 't
met mij even erg gesteld was.
Ik voelde mij als een schuldige, als ik
dacht aan de vrouwen der andere officie
ren.
Zij allen hadden klaar offer aan den roem
van 't Bri'tscke rijk gebracht en ilc niet.
Guy en ilk durfden elkander geen kus
geven en geen handdruk wisselten; wijl had
den de overtuiging geen recht te hébben,
op geluk, waar zooVelen ongelukkig waren
gemaakt.
Wij hiadden zoo 't gevoel, ais zaten wij,
met ons beiden, aan ©en welvoorzienen
disoh, terwijl onze lotgenoéten verhonger
den.
Onze stemming was onbeschrijfelijk, treu
rig... en, in onze diepste droefheid, over
de gevallen kameraden en de rampzalige
achtergebleven vrouwen en kinderen, kwam
tot mij de openbaring Van iets, clat mij,
onder andere omstandigheden, als de groot
ste zegen zou zijn voorgekomen.
Maar nu? Ik zat bij Guy's legerstede en
toen hij', na korte sluimering, de oogen op
sloeg en mij vroeg waaraan ik zoo ern
stig 'dacht, toen snikte ik 'b uit
Guy agiteerde zich veel meer dan goed
voor hem was, 's avonds was zijn tempera
tuur weer veel hooger. Hij sprak verward
en er waren ©ogenblikken in dien ba ngen
nacht, dat ik niet wist wat te beginnen.
De arme jongen gaf zich geen rekenschap
van zijn woorden en ij lid e door over de
meest ellendige dingen. Nu eens verbeeldde
hij zich in de kazerne te zijn en vloekte
hij, zooals ik zéker weet, dat. bij in 't wer
kelijkheid nooit heeft gedaan. Het deed mij
pijn om 't aan te hooren. Dan weer sprak
hij oVer 't gebeurde biji Ladysmith en
weidde hiji breedvoerig over al de wonden
en verminkingen uit.
Telkens als ik poogde hem te kalmeoren,
werd hij driftig en deed hij mij de onzin
nigste en incest ongegronde verwijten.
Vergeef .niiji, móéder, dat i'k zoo schrijf.
Het w:as niét mijn plan u dit alles (te ver
tellen, maar de woorden ontvloeiden mijn
pen, vóór i!k 't wist. Ik begon zoo goed,
zoo vroolijk. Mijn oog valt toevallig op de
eerst© pagina... soms lachen we er ora
Dat schreef ik maar, moederlief, om u
gerust- te stellen, maar 't is niet waar, 't is
een leugen. Wij lachen niet! Ie Afrika
verleert men 't llachen wel. Er wordt te
veel geschreid.
Ik schrei can de Engelschen, die getrof
fen worden dteor de wreed© kogels der Boe
ren en ik schrei om de Boeren, die ze af
schieten.
Ik voel geen rassenhaat, ik koester geen
wenséhen omtrent den uitslag van een ge
vecht of den afloop van den ooriog.
I'k ben alleen doordrongen van 't eene
denkbeeld, 't zijn monschen En de mensch,
't schepsel door God geschapen, staat bo
ven den Brit en boven den Boer.
Als Guy utrt zal trekken en zal vallen...
Want .waarom zou hij, alleen gespaard wer
den Als zijn zoon mij: in de armen zal ge
legd worden... als vaderloos weesje
Alë hij zal opgroeien
Wat "zal i'k hem 'loeren?
■Meet hij opgevoed worden in haat voor
den vijand zijns vaders, in afschuw voor
de Bteeren, die zijn vader zullen hebben
gedood
Nee! niet waar moeder, nee?
Want denk eens aan al de vrouwen van
Engelschen en Boeren, die zijn als ik, die
op 't punt staan moeder en... •weduwe te
worden.
Wordt vervolgd.