I". 346 Tweede blad. 6d' Jaargang:. Zaterdag 30 Mei 1908. KOLONIËN. BINNENLAND. Ingezonden Stukken. FEUILLETON. 'n Zeemansbruid. AREN welk AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Por 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco por post- 1.50. Afzonderlijke nummert - 0.05. Doze Couran verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIfiN: Van 1—B regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. O OST-INDIE. Klui&ties bij het B. B. in Indië. Men seint uit Batavia aan de- N. Ct. Benoemd zijn tof. resident vain Ambon de heer G. Sieburgk, adsistent-resident van Ogan en Komering (Djambi); van Tapa- nooli de heer C. J. Westenberg, adsistent- residènt van Simeloengoen en Karolanden (Oostkust van Sumatra); van Riouw de heer W. J. Rahder, adsistent-reeident voor de politie te Padang; van West-Borneo de heer Th. J. van Driessche, waarn. resident van de Padangsche Bovenlanden. De benoemden vervangen de volgende re sidenten: voor Ambon Quarles de Qua/rfes, voor Tapanoeli Welsink, voor Riouw De Kanbcr, voor West-Borneo De NeVe. Hot Kamerdistrict Sneek. Nu mr. S de Vries Czn. zijn benoeming tot wethouder van Amsterdam heeft aangeno men, zal hij, volgens eigen verklaring, be danken als lid van de Tweede Kamer, waar toe hij ongeveer een half jaar geledèn door liet district Sneek wns gekozen als opvolger van wijlen mr. Okda. ïn liet district Sneek zal dus een nieuwe Kamerverkiezing plaats hebben Traktementen aan de Min. •departementen. Naar de ITaagsche corres der ,,L. Ct." meldt, zal eerstdaags in de Staatscourant een Koninklijk besluit verschijnen, houdende de periodieke regeling van de traktementen der ambtenaren bij de departementen van Algemeen bestuur, waarmede door het departement van Buiten- la ndsche Zaken voor de Staatsbegrooting voor 1908 al reeds was rekening gehouden. Zoodoende gaat do Regeering dus tegen hot verlangen van het Kamerlid Lobman, op wiens advies deze post van Hoofdstuk II dan ook van de Staatsbegrooting voor 1908 werd afgevoerd. Hij achtte deze trak tementsregeling wel van zooveel belang om haar hij speciale wet in te dienen en de Kamer aldus doende in de gelegenheid te stellen de zaak meer „a tête reposée" te kunnen beoordeelen en overwegen. Naar de correspondent hoort, moet de Re geering nader tot de conclusie zijn gekomen, dat zij aldus doende in strijd zou komen met de Grondwettelijke bepaling, die wel zegt, dat de pensioenen der ambtenaren door de wet worden bepaald, maar do regeling van de bezoldiging van alle collegiën en ambte naren, die uit 's Rijks kas betaald worden, aan de Koningin laat. Het voornemen der Regeering is dus de zaak eerst bij Koninklijk besluit te regelen en dan de gelden aan te vragen. Trouwens, de departementen houden er bij hunne ont- werp-begrootingen al rekening mede. De nieuwe regeling is echter zoo, dat dg even- tueele verhooging direct niet geheel ingaat, maar over eenige jaren verdeeld wordt. Om een voorbeeld te noemen een adjunct- commies, die in de termen zou vallen om 800 gulden promotie te maken, zal er 3 jaar over moeten doen. Elk jaar een honderdje, wat vroeger nog wel in staat was qm ver flauwende ambitie gaande te houden, maar nu een quaestie wordt, waarop de heeren zullen kunnen rekenen. Wat nu de verhoogingen betreft, welke uit die nieuwe regelingen zullen voort vloeien, zullen de vermeerderingen „vetter" wezen naar gelang van de hoogere rangen. Maa rtoch altijd, niet alles in eens! Alleen voor de secretarissen-generaal, die van 5000 op 6000 gulden gebracht worden, gaat deze traktementsverhooging direct in haar geheel in. Wanneer men nu weet, dat deze geheel© nieuwe traktementsregeling hoofdzakelijk 't werk is van een nog zeer kort geleden tot secretaris-generaal bevor derd ambtenaar bij bet ministerie van Bin nenin ndsche Zaken, dan is er wel aanleiding om in een en auder wederom wel een bewijs te vinden voor de eeuwen-oude meening Charité, bieu ordonnée, commence par soi- même Vrijzinnig-democratische band. Woensdag en Donderdag is te Arnhem het Congres gehouden van den Vrijzinnig- Democratischen Bond. Den eersten dag wa ren vertegenwoordigd 28 afdeelingen door 34 afgevaardigden, den tweeden dag 46 af deelingen door 47 afgevaardigden. Voorts •waren er toen 70 persoonlijke leden aan wezig. Prof. Mr. M. W. F. Treub, voorzitter van het hoofdbestuur, heeft het congres ge opend met een opgewekte rede, opgewekt omdat hij kon wijzen op het succes der par tij. Met voldoening wees spr. op den groei der beginselen, op de meerdere oprichting va,u vrijzinnig-democratische propaganda- clubs, op de uitbreiding en den bloei van het partij-orgaan „Land en Volk". Spr. komt er tegen op, dat de sociaal-democraten trachten, de meening ingang te doen vin den, alsof de partij, en speciaal spr., on trouw worden aan het algemeen kiesrecht. Zeker, epr. heeft een regeling voor orga nisch kiesrecht ontworpen, maar alleen voor de Eerste Kamer. Vervolgens stond de voorzitter stil bij den huidigen politieken toestand. Door het optreden van het mini sterie-Heemskerk kwam een einde aan het verbond tusschen Unie-liberalen en vrij zinnig-democraten. Spr. verdedigde voorts de houding der vrijzinnig-democratische Kamerleden bij de stemming over de Oor- logsbegrooting. Het thans opgetreden mini sterie heeft de vaan van het conservatisme opgeheven, maar ook de Kuyperiaansche antithese op den achtergrond gedrongen. Door een en ander wordt voorbereid de scheiding tusschen democraten en conserva tieven. De teekenen des tijds wijzen daar heen. En onze partij, zegt spr., kan tot dé totstandkoming ervan medewerken. De ont wikkeling onzer partij gaat langs lijnen van geleidelijkheid: langzaam, maar zéker 1 Spr. doet een beroep op aller toewijding en ijver voor de beginselen der partij/ en roept allen toe het woord van De Genestet: ,,De lendenen omgord en 'brandende de lampen." Vervolgens kwam aan de orde het jaar verslag van den secretaris, waaruit bleek, dat in den loop van het afgeloopen jaar zes nieuwe vereenigingen zijn toegetredèn, dat het ledental steeg tot 4513, het getal personeele leden tot 545. Daarna, werd uitgebracht het verslag van het algemeen kiesrechtcomité, dat even als het jaarverslag werd goedgekeurd. Na de benoeming van oommissiën voor bet nazien der rekening, notulen in 1908 en een commissie voor stemopneming, deelt de voorzitter mede, dat verschillende leden niet aanwezig kunnen zijn, o. a. de heer Fiedddy Dop, uit Amsterdlam, die inet dr. •Bos de inleiding op zich had genomen van het Middenstandsvraagstuk. Dr. Bos had zich daarom bereid verklaard deze inleiding alleen te voeren. Deze spr. ging in hoofdzaak na welke plaats het middenstandsvraagstuk inneemt in het groote complex van vragen, die het social© leven beheerschen. Daartoe behan delde hij allereerst de vraag: wat is de middenstand? en daarna: neemt hij al of toef Nadat door een achttal heeren met den inleider in debat was getreden en nadat deze de debaters had beantwoord, werd de vergadering verdaagd tot gisterenmorgen 10 uur. Aangenomen werd als toen het voorstel om het aantal hoofdbestuursleden van 12 op 15 te brengen. De kwestie der pensioen verzekering en staatepensionneering zal op voorstel van het hoofdbestuur worden gesteld in handen eener commissie, die daar over het volgend jaar rapport zal uitbren gen. Over den wettelijk geregelden tien-urigen arbeidsdag werd eon inleiding gegeven door de heeren J. Mussert, secretaris van het centraal bestuur van het Alg. Ned. Werk liedenverbond, en mr. H. L. Drucker, lid van de Tweede Kamer. De heer Mussert meende, dat het op de arbeiders een uitstekende indruk zou ma ken, dat dit punt, voor hen van niet min der gewicht dan het algemeen kiesrecht, door het vrijz.-dem. congres vooraan op zijn werkprogram was gezet. Het is noodig de groote economische over macht, die een veel te langen arbeidsduur aan de werklieden oplegt, te breidelen. De moderne industrie-arbeider, die bij nacht en ontij moet aantreden, staat voor spreker niet hooger dan de lijfeigene uit de middel eeuwen, die den kikkers in de slooten het schreeuwen moet beletten, als zijn hooge heer en vrouwe zich ter ruste begaven. In de middeleeuwen, onder de gilden, be stond er ten minste een regeling van den arbeidstijd voor verschillende bedrijven. In de 19e eeuw was daar nieta meer van over gebleven en in ons land is in de 70er jaren eerst door het Werkliedenverbond keer op keer het vraagstuk van verkorting van den arbeidsdag aan de orde gesteld. Langzamer hand is de sympathie voor dezen socialen eisch onder bet Werkliedenverbond ver slapt, en thans eerst, nu het Ned. Vakver bond de propaganda er voor heeft overge nomen, komt er weer algemeen© belangstel ling voor in den lande. Voor bloeiende industrieën is geen uitbui ting van de arbeiders noodig door te langen arbeidsduur; en achterlijke industrieën, die alleen daardoor het hoofd boven water kunnen houden, zijn hun bestaan niet waard. Voor de geestelijke ontwikkeling, voor het kunnen aanwenden van hun volle en fris- sche werkkracht is voor d© arbeiders een korte arbeidstijd noodig, en der industrie zal ze ten goede komen. Prof. Drucker gaf een kort overzicht van walt in het buitenland de ervaring is met verkorting van arbeidsduur opgedaan. Meer en meer ziet men, dat vooruitziende, eerste klas werkgevers den werktijd gaan verkorten, zonder dat de productie van hun fabrieken er onder lijdt. Voor de meeste landen geldt, dat er groote vooruitgang is. Toch blijven er nog duizenden over, die on der te zwaren arbeidsduur leven. Van Staatswege kan ter bevordering van korten werktijd veel gedaan worden door het geven van een goed voorbeeld in zijn eigen bedrijven. Maar wettelijke dwang kan men niet blijven ontberen voor verschillende bedrij ven. In Duitscbland kan de Bondsraad den maximum-arbeidsduur in verschillende be drijven vaststellen. In Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland bestaan wettelijke regelin gen voor den arbeidsduur van volwassen mannen. En overal is men er zeer tevreden over. Internationaal wordt de zaak nu ook aan gepakt door de Internationale Vereeniging tot wettelijke bescherming van aibeideTS. Wij in Nederland moeten ons daarbij aansluiten, maar we moeten méér doen, waar we zoo ver achteraan komen bij an dere landen. Spreker verklaart ten slotte aan prachtige bepalingen op het papier geen waarde te hechten, de practische gevolgen zijn hoofd zaak. Daarom is hij niet tegen overgangs bepalingen. Want wat beteekenen 5 jaar in het leven van een volk? De niet tot stand gekomen wettelijke regeling van den ar beidsduur, 1898 door Minister Lely voorge steld, bewijst dit. Hoeveel verder zouden we thans zijn, ondanks de toen geopperde bezwaren, wanneer dit ontwerp wet was ge worden. Voor het te bereiken doel hier mee wenscht spr. te eindigen is niet al leen de wet noodig, doch ook een sterke vakorganisatie en een bewerken der publie ke opinie. la de pauze werd de uitslag! van de be stuursverkiezing meegedeeld, nadat de voor zitter nog had gememoreerd, dat alle Ka merleden der partij aanwezig waren, behal ve de heer Mees, die een telegram zond, en de heer Yan den Bergh, „die het blijkbaar vergeten heeft". Herkozen bleken de aftre dende leden mevr. W. Wijnaendta Franc kenDyserinck, mr. 9. J. L. van Aalten, P. W. J. v. Hassel, P. Hofstra, Th. M. Kete laar, U. G. Schilthuis, Herman Snijders, mr. M. W. F. Treub en C. A. Zei vél der. Gekozen werden de heeren mr. J. A. van Giilse, prof. dr. D. van Embden, P. Nol- ting, Jac. Welleman te Krabbendijlke, A. Kelderman te Deventer en P. Visser te Rot terdam. Hierna werd gelegenheid gegeven tot be raadslaging over de inleiding van de heeren Drucker en Mussert.. De aandacht werd er daarbij op gevestigd, dat verkorting van den arbeidsdag voor den werkman in geen geval het gevolg mag hébben, dat zijn loon wordt bekort. Ook werd gevraagd, of het niet wen- scihelijk was bij een eventueel© wettelijke re geling van den 10-uren-dag te bepalen, dat een reeds bestaande kortere werkdag in eenig bedrijf gehandhaafd blijft. Prof. Drucker zei in zijn antwoord, dat overheidscontrole over het nakomen van loon bepalingen zeer veel practische bezwaren zou met rich brengen, en dat geen Europeesohe wetgeving daarvoor nog regelen heeft ge geven. He4; hoofdbestuur stelde ten slotte de vol gende motie voor: De vergadering, géhoord de inleiders en de beraadslagin gen, spreekt de wenschelijlkheid uit dat een wettelijke regeling worde getroffen omtrent d~a JO-urigen werkdag. De vergadering nam met algemeene stem men deze motie aan. Naar aanleiding van een vraag van de afd. Aïnhem: „Wat kunnen vrijz.-dem. Ge meenteraadsleden doen ter bevordering van de verwezenlijking van (wat de Bbnd ver langt) het vervallen van de scheiding van de o. 1. s. naar standen, waar die bestaat", werd op voorstel van het hoofdbestuur be amen, aan de vrijz.-dem. Gemeenteraadsle den te verzoeken aan deze zaak de aandacht te blijven schenken. Een voorstel van de afd. Gouda, dat de Bond een centrale bibliotheek zal stichten, werd op advies van het hoofdbestuur beslo ten, om een onderzoek naar de uitvoerbaar heid in te stellen. Hierna ging de vergadering over in comité generaal Nederlandsch Tandheel kundig Congres. Op initiatief van de „Nederlandsche Tandmeesters Vereeniging" heeft zich gevormd eene commissie tot voor bereiding van een Nederlandsch Tandheel kundig Congres, hetwelk zij. zich voorstelt te houden te Amsterdam in de Paaschva- cantie van 1909, en dat toegankelijk zal zijn voor allen, die de tandheelkunde in Neder land als bedrijf uitoefenen. De commissie bestaat uit de heeren: Dr. C. v. d. Hoeven, dr. TL. Dentz, Johan E. Grevers, N. J. J. Gruter, J. M. Klinkha mer, J. S. Bruske, F. Duyvensz, W. C. Koldewijn (secretariaat Willemsparkweg 50, Amsterdam). Bet opnemen vmn ingezonden stukken beteehml geenszins dut ie Bedeetie met den inheud instemt. De eopie teerdt om dm inzender niet tervggegeeen. Vacantle Handels- en Kantoor bedienden. Al neemt gelukkig gestadig toe het aantal ondernemingen, in welke het administratief personeel op een jaarlijksch zomerrerlof kan rekenen, ons zijn nog voldoende gevallen bekend, dat een dergelijk verlof in liet geheel niet of niet als regel wordt toegestaan. 't Is ten behoeve van. het in. die ondernemin gen werkend personeel, dat wij ons verpEdht achten ons langs dezen algemeenen weg tot de bestuurderen dier ondernemingen te richten, met het ernstig verzoek, een jaarlijksch verlof voor hun kantoorpersoneel van minstens acht achtereenvolgende dagen met behoud van sala ris in te voeren. De heilzame invloed, die van een dergelijken rusttijd op den werklust en de toewijding van het personeel uitgaat, is inderdaad overal dus danig gebleken, dat wij het overbodig kunnen achten daarop nog de aandacht te vestigen. En niet minder heeft overal de ervaring geleerd, dat het personeel met het vooruitzicht op de vacant ie door onderlinge samenwerking storing in, den geregelden gang der werkzaamheden weet te voorkomen. Op grond van een en ander vleien we ons met de verwachting, dat, voor zoover deze rege len onder de oogen komen van H.H. patroons van ondernemingen, <Lie de vacamtie nog niet als regel hebben ingevoerd, zij hen er toe mogen leiden, hun personeel te verrassen met de mede- deeling dat reeds, aanvangende met het nu komende seizoen een jaarlijksch zomerverlof van 8 dagen met behoud van salaris ongevraagd zal worden verleend. We zijn er van overtuigd, dat blijken zal, dat deze maatregel niet slechts de belangen der onderneming niet zal schaden, maar deze veeleer zal bevorderen'. Met dank voor de plaatsing, Het Bondsbestuur van den Nationalen Bond van Han dels- en Kantoorbedienden „Merouri us." 41 BOOR THERESE HOVEN. Als al die ongëlukkigen haar kinderen zouden loeren lnin /vijanden te haten God iin den Hemel, wait een haat en onmin zou daar gezaaid werdenWij' hébben En geland li©f, wij dochters Van Groot-Britan- n ië, en de Boeren-vrouwen hebben haar land lief, en onze harten hléeden, als we om ons heen zien al die rouw en al die b- roofden en we .bedenken dan, dat ons 't zelfde lot wacht... on aar we moeten juist daarom, afgeschrikt door 't gruwelijke van den oorlog, onzen kinderen barmhartigheid eu -vergevensgeaindheid in de asiel prenten. Onze mannen zullen van onze zijde weg gerukt wordendo Mausers en Lee Metforis doen 'hun verdelgingswerk zonder genade Wij weten 'tDe dood kan otia niét ver rassen, wij dragen den dood reeds in 't hart. Wij zien ons lot onder de oogen... én wij weten, dat wij zullen optreden al9 de opvoedsters van onze kinderen. De m'achthebbendende overheden zullen dtrijld en wraa'k prediken, maar wij, moe ders, die weten wat de oortog is, wij zullen onzen zonen loeren liefhébben. Men zegt-, dat 't Engelsche leger slecht georganiseerd is; als de vrede eenmaal, ten koste van duizenden mensehen levens, ge sloten zal zijn, dan zullen de uitvoerders van 't Keizerlijk-Koninklijk gezag, zeker den algemeenen dienstplicht invoeren. Ze zuTlen onize jongens leeren naar de wape nen te grijpen, maar de móéders moeten ze leeren de handen te vouwen tbt een gebed Guy is /béterende... hij is over 2ijn aan val van melancolie heen en is nu koorts- - vrij. Eiken dag brengt hem nader tot zijn vol komen herstel en evenzeer tot zijn vertrek naar 't oorlogeterrein. Iiij zelf is vol' verlangen en vol moed en ik zou hém niét willen tegenhouden; maar toch vraag ik mij/ zelve wél eens af, of ik hem «n'kéll opgepast heb om hem in staat te Btellen zijln plaats in de helaas gedunde gelederen Vau zijn regiment in te nemeu Hij was veel erger ziek dan ik in 'fc (be gin van mijn brief wilde doen voorkomen en zijn instorten was zelfs levensgevaarlijk. Ik Jieb moeten kampen met den onzacht- baren vijand, die hem tot rijn .prooi had gekoteen. Ik heb een feilen strijd gevoerd en zou dat nu enkel zijn oun hem aan nog feller strijld /bloot te stelden? Is hij, gered van "t. zieklbed om wellicht den dood op 't slagveld te Vindien? Als deze ibrfiéf u bereikt, weet u véél' meer dan ik van 't verloop van den oorlog, 't Is nu einde Januari, Ladyémith is nog altijd ingesloten, evenals Maféking, Kim- berley en Estcourt. Het moet er vreeselijk zijner is zooveel riekte. Afrika 'heeft zulk een ellendig kli maat. I'k kan u geen bizon'derheden geven. Wij: hooren hier te veel tegenstrijdigheden om een klaren blik van den toestand te héb ben. Een der laatste gevechten was te Spionkop aan de Tugela, daib was zoowat een week geleden, ze zeggen dat Generaal Warren gesneuveld is. Als Guy vertrokken is, zal ik zien ergens ambulance-werk te doen; 'hij zou 't liefét hebben, dat ik naar Engeland 'terugkeerde, maar dat 'kan niét. Ik zou toch geen rust hebben en ik ben heel .wel. Ik moet wel stetk zijn, want ik heb Guy toéh alleen op gepast en verscheiden nachten achter el kander bij hem gewaakt. Hij ziet er nu "weer fKnk uit; voor zijn vertrék laten wijl ons samen op een plaatje, photographeeren U weet, Guy wou 't nöoit doen, omdat hij' '•t zoo Jdhn-and-Mary-achtlig vond, net een meid eu een knecht. Zelfs thuis, als de meisjes snaphéts maakten, wou hij noodt alleen niet an ij genomen woéden. Dat was nu eenmaal zijn opvatting en ik; héb er nooit op aangedrongen, maar nu is 't iets anders. Ik zou 't Zoo aardig vinden... of liever zoo'n troost Voor later 1 Tk ben nu niet zoo wanhopend meer; Guy steunt mij zoo heerlijk Hij redëneert al mijn angst-visioenén weg en spréékt zoo /blijmoedig over de toe komst, dlat ik wel hopen moet Onder Nancy's brief, die hier afgebroken werd', had Guy geschreven„Ik moét haar de pen wel afnemen, haar mooie oogen zien heelemaal rood en dat mag niet. Mijn vrouwtje moet haar schoonheid béu- den zoo Tang rij kan. Den indruk van baar zadht engelengezicht)© wil' ik meenemen naar 't slagveld als tZoo beschikt is, dat ik sneuvél, wil lik. inéb de gedachte aan haar liefelijkheid de Eeuwigheid ingaan.' Mijn arm, Hef wijfje, zo heeft zooveel met mij doorgemaakt, ik ben zoo zwaar riek geweest en zoo lang. Ik heb er zelfs geen tijdrekening mee gehouden en iweet niet of 't wékën Of maanden waren. Die riekte hangt over mij als een donkere woïk mét een. zilveren weerschijn dfie mij toe- blikte uit Nancy's oogen. Ik kan 't niet in woonden brengen, wat rij voor mij geweest is. Ik zou willig al 't lijden van dien vree slijken tijd over willen maken, alleen om haar liefde nogmaals te gevoelen. Nergens staat de vrouw hooger dan aan 't riékibéd van haar man in -oorlogstijd. Wat Nancy ook verder voor mij zijn zal... toen was rij, volmaakt. Alls God en de krijgiikana mij, t leven sparen, dan zal ik haar oeren eu dienen tot aan 't einde mijner dagen. Zoo de oorlog al verschrikkelijk is, zoo hij in vélen, wreedheid eu hartstocht op wekt, één dïng leert de strijder todh, eer bied en ontzag voor de -vrouw, die hem op past. Nancy werd aangebeden dn 't gasthuis; als ze mij maar ©enigszins verlaten kon, ging ze de anderen opzoekenÜn elke zaal zag men Ihaiar met vreugde kOmen. Een ka'meraad van mij, die te Elands!aagt© ge wond -word, en hier werd gébracht, had! een aanbidding voor haar, dié aan vergë- ding grensde. Ze was ook zoo gioéd voor hem; hij w'as vroeger een ruwe kerel, maar sedert dat réine kindvrouwtje hem heeft opgepast, is hij geheel veraudend. Een paar dagen geleden riep hij mij aan zijn bed en fluisterde hij mij dn: „Ik zou waarachtig niet meer in een music-hall 'durven gaan om gekheid met de meisjes te maken. Ik weet nu, wat een vrouw k!an zijn." Wanneer u dezon /brief krijgt, weet ik niet, waar ik zal zijn. Als ik eeuigarins kan, zal ik u bericht zenden; ik zal mijn portefeuille met uw adres steeds bij mij dragein mét verzoek hét u te seinen, als mij iets mocht overkomen. Nancy wil weer .bij een ambulance gaan en we weten niet, of /wij bij elkander zul len kunnen blijven. I Yeél heb ik op 't hart; veel zou ik u willen zeggen, u, die weWieht mijn vrouw tje zult moéten troosten, mijn kind met haar zult moeten opvoeden. Ik tracht géi aten te zijn, ik ben reeds begonnen mijn laatste beschikkingen op te schrijven, ton éindo ze .bij, een notaris of bij den Consul hier achter te laten... maar 't een lukt mij evenmlin als 't andere, ik kan u niet sproken Over den tijd, dat ik er niet- meor wezen zal en i'k kan er «iét toe besluiten mijn testament te malken. Het is mogelijk lafheid... maar ik kan dé hoop nog met opgevenniét allen sneuvelen op 't slagveld. Er komen toob strijders ongédeerd terug. 'Ik zal wiet terugdeinzen, Waar ue plicht mij heen zendt; ik zal 't gévaar niet ont wijken, ik zal trachten een waardigen na zaat van onzen Wellington te zijn, ik zal1 Engeland's vlag hoog houden en mijn solda ten voorgaan en aanwakkeren. Ik zal de kogels niet uit den weg gaan... ik verlang er zelfs naar ze om mijn ooien te hooren suizen Maar foéh... ik /ben zes-en-twintig jaar, ik heb een vrouwtje, dat ik zielslief heb, en 5k kan niet alle boop laten varen. Als Nancy haar Madonna-oogen ten hemel slaat, kan God niet ongévoéKg blij ven voor zulk een reine, intense liefde. Haar gébeden zullen mij volgen voegt de uwe bij de hare Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1