2
bij wat ik toen heb gezegd, dlat wij nu ten
opzichte van de gasfabriek op eene veel be
tere basis staan dan vroeger.
De V ooiTzitteir. JBliijlflt die heer Ooster-
veen bijl zijn denkbeeld omi de zaak naar
de afdeelingen te verzenden
De heer Ooeterveen. Mijnheer de
voorzitter, ik durf alleen niet de verant
woordelijkheid op mij nemen om de zaak
door uitstel van de beslissing in gevaar te
brengen Zooals ik in het voorstel gezien
heb zal de fabriek, als de uitbreiding niet
geschiedt, in den aanstaanden winter reeds
over hare capaciteit komen. Er zijn anders
•wel dingen in het voorstel, waarvoor ik
eene 'bespreking in Vie afdeelingen zeer ge^
wenscht zou hebben gevonden. Wat door den
directeur gezegd wordt over de exhousters,
de teerafsdheidere, de Kirkham-washers,
den cokes-breker en dergelijke dingen had
ik gaarne nog wat nader toegelicht gezien
'het is mij nog niet duidelijk of wij daarvoor
geld moeten uitgeven. Ook wat over het
systeem Van de te houwen ovens gezegd
wordt, is mij niet geheel helder. Van die
hellende kamerovens moet nog blijken uit
proefnemingen op andere fabrieken, of zij
geschikt zijn. Wanneer in den tijd van nu
tot het volgende jaar blijkt, dat zij in an
dere fabrieken bevallen, dan zal Amersfoort
ze nemen. Dat is mij wel wat vaag om nu
reeds daarover te 'besluiten. Maar ik zal er
geen voorstel van maken om de zaak naar
de afdeelingen te zenden.
De heer Veis Heyn. Mijnheer de voor
zitter, als lid van de gascommissie kan ik
eenige inlichting geven over de hellende
kamerovens, waarvan de heer Oosterveen
sprak. De directeur heeft dat systeem oVens
in Keulen bezichtigd1. In Botterdam zijn
ovens van dat systeem in aanbouw. Dat is
een -der redenen geweest, waarom de indie
ning van dit voorstel bij den raad1 vertra
ging heeft ondervonden.
De heer VisseT. Ik kan nog hieraan
toevoegen, dat wij alle jaren eenige ovens
moeten vernieuwen. 'De nu aanwezige ovens
zijn allen van 'hét oude systeem. Wanneer
het nieuwe systeem ovens goed blijkt te
zijn, dan zullen de ovens, die moeten wor
den gebouwd, daarnaar ingericht worden.
Maar wij; zullen ons niet' wagen aan het
nemen van eene proef, die de gemeente
op eenige duizenden guldens te staan zou
'komen. Dat kan eene kleine gemeente als
Amersfoort niet. doen.
Wordt z. h. o. conform het voorstel be
sloten
3. Rapport en voorstel! Van B'. en W.
naar aanleiding van een adres van H. A.
de Vries in zake leveranties aan de gasfa
briek.
B. en W. Stellen voor aan adressant te
berichten, dat een ingesteld onderzoek ge
leerd heeft, d!at hij zich zonder goede rede
nen beklaagt over te weinig leveranties aan
de gasfabriek.
De Voorzitter laat voorlezing doen
van het nader adres te dezer zake, dat
heden is ingekomen.
D«e heer Gerritsen. Mijnheer de
voortaitler, ik kan mij. zeer goed vereenigen
met het verzoek om de behandeling van
deze zaak uit te stellen. Er is niets geen
haast bij eene beslissing. Wij moeten,
dunkt mij, den adressant in de gelegenheid
stellen te toönen, in hoever hij aidh tegen
over den directeur kan verdedigen.
De lieer Oosterveen. Ik. ondersteun
dat voorstel, mijnheer de voorzitter.
De heer Kroes. Daar kan niemand
tegen zijn.
De heer Oei os se. Mijnheer de voorzit
ter, de heeren schijnen er allen voor te zijn
om de zaak uit te stellen. Ik moet echter
opmerken, dat bij eene vorige gelegenheid,
toen ook door een adressant uitstel ge
vraagd werd om nadeTe inlichtingen te
«reven, de raad van eene andere meening
geweest is. Toen is uitgemaakt, dat als
door B. en W. advies is uitgebracht, de
zaak rijp is om te worden beslist. Alë wij'
nu gaan uitstellen, dan zullen wiji krijgen
een soort proceduretje met requeötranten.
Het adres kan worden aangemerkt als con
clusie van eisoh, het advies van B. en W.
al6 conclusie van antwoord. Als nu nog ge
legenheid wordt gegeven om te repliceer en
en te dupliceeren, dan krijgen wij geheel
den loop van zaken, die in zwang is bij
burgerlijke processener mankeert alleen
nog aan, dat een termijn bepaald wordt,
waarop ,de rekwestrant gelegenheid heeft
om zijne zaak toe te lichten. Ik wil daar
tegen waarschuwen. Het lijkt mij/ niet goed!
dien weg te veel te volgen.
De heer Plomp. Mijnheer de voorzitter,
ik zal gaarne mijne stem geven aan het
voorstel van den heer Gerritsen. Het geval,
dat de geachte wethouder aanhaalde, staat
niet gelijk met dit. Ik hoor fluisteren van
politiek. Dat is niet juistde politiek, heeft
niets met 'die zaak te maken. Het. betrof de
salarisregeling van de onderwijzers, en
daarin 'hadden de ibeide zijdén hun stand
punt meermalen uiteengezet. Hier ech
ter hebben wij heel iets anders. Een
ingezetene klaagt-, dat hij niet behoor
lijk behandeld is door den directeur
van de gasfabriek. De directeur dient
over die klacht een rapport in. De
adressant noemt in een nader adres cijfers
en vraagt-, dat hem gelegenheid zal worden
gegeven om aan te t-oonen, dat de cijfers
van den directeur onjuist zijtn. Dergelijke
klachten moeten wij. niet stuiten. Dat zou
den sdhijn kunnen opwekken, alsof wij niet
alle licht over de zaak wilden doen opgaan.
Wel degelijk zullen wij goéd doen, deze
zaak aan te houden.
De heer Cel os se. Mijnheer de voorzit
ter, in dit geval heb ik tegen uitstel geen
bezwaar. Ik héb alleen in het algemeen
willen waarschuwen, dat wij! voorzichtig
moeten zijn om aan dergelijke verzoeken te
voldoen, omdat wij; anders in een zee van
moeielijikheden kunnen komen.
De heer Visser. Mijnheer de voorzit
ter, ik zal voor het voorstel van den heer
Gerritsen stemmen. Ik zie voltetrekt niet in,
waarom wij, als de adressant nadere gege
vens wil verschaffen, die niet zouden hoo-
ren. Dat zou den schijn geven, alsof wij
daartegen opzagen. De directeur heeft een
rapport uitgebracht niet speciaal naar aan
leiding van dit adres. Hetzelfde 'heeft hij
ook reeds in 1906 gezegd. Laat de Vries
maar uitpraten. Hij, wil1 cijfers en bewijze®
geven. Dat mag hij gerust doen.
De heer Celosee. Mijnheer de voorzit
ter, ik wil er nogmaals op wijzen, dat ik
mij niet verzet heb tegen het voorstel van
den heer Gerritsen, maar slechts in het al
gemeen gewezen heb op de bezwaren, die
er aan verbonden zijn, wanneer men als
regel aan dergelijke verzoeken gehoor
geeft.
De Voorzitter. Naar aanleiding van
het door den heer Celosee geopperde be
zwaar, is het beter hoofdelijk te doen stem
men.
Wordt met algemeen© stemmen besloten
tot uitstel van de behandeling.
4. Nader voorstel van B. en W. betref
fende reclames van H. J. van den Brink en
J. 'Broefchuysen tegen den aanslag in het
verg'u n ningsrecht
B. en W. stellen voor den aanslag te
handhaven overeenkomstig 'het rapport van
don hersoliaitter.
Wordt z. h. o. conform het voorstel be
sloten.
5. Voorstel van B. en W. tot verlenging
van de tijdelijke aanstelling van B. Leus-
sen, leeraar aan het gymnasium en de
Hoogere Burgerschool, tot het einde van
den loopenden cursus.
Wordt z. h. o. conform besloten.
6. Voorstel van B. en W. tot het geven
van eervol ontslag 'aan W. N. Coenen, leer
aar aan het gymnasium en de Hoogere
Burgerschool
Het voorstel Strekt om het ontslag te
verleenen met ingang van 1 Septenfber
1908, met dankbetuiging voor de bewezen
diensten
De Voorzitter. Ik wensch hierbij
mede te deelen, dat het gemeentebestuur
niet in de gelegenheid geweest- is, volgens
de wet, den betrokken persoon op te roepen
of te boo ren omtrent hun voorstel.
De heer Heyligers. Mijnheer de voor
zitter, ik zou willen voorstellen dit punt
te behandelen aan het einde van de zitting
in «ene besloten vergadering.
Aldus wordt besloten.
7. Voorstel van B. en W. tot vaststel
ling van de jaarwedden va® de leeraren A.
K. Hovens Greve en S. de Vries, respec
tievelijk op f 1375 en f 770, gerekend met
ingang van 12 Januari ,1908
Wordt z. h. o. conform beslöten.
8. Voorstel van B. en W. tot het geven
eenor tijdelijke tegemoetkoming aan den
ooncierge-amanuensis der Hoogere Burger
school.
Het voorstel strekt om tot wederopzeggens
aan dezen -beambte met ingang van 20
Februari 1908 eene jaarlijksche toelage te
verleenen van f 80, die gebruikt moet wor
den voor hulp in de vervulling van zijne
diensten als concierge, en in verband daar
mee zijne instructie te wijzigen.
De heer Gerritsen. Mijnheer de voor
zitter, ik zal niet tegen dit voorstel stem
men. Maar zooals het daar ligt, is het, om het
platweg uit te drukken, een beetje knoeie
rig. Ik geef in overweging biji de eerste
gelegenheid de scheiding tot stand te bren
gen tussehen de betrekkingen va® concierge
en amanuensis. Dat is de eenige maatregel,
die genomen kan worden oïn de zaak goed
te regelen. Nu zullen ieder oogenlblik zich
dingen kunnen voordoen, die niet goed kun
nen werken op de orde in de school.
Wordt z. h. o. conform het voorstel be
sloten.
9. Voorstel van B. en W. tot het geven
van een verlof wegens ziekte aan den onder
wijzer J. van der Hart.
Het verlof zal worden gerekend te aijn
ingegaan den 25en Maart en dure® tot het
begin van de zomervacantie met machtiging
van B. en ,W-, om in de vacature te voor
zien.
Wordt z. h. o. conform het voorstel be
sloten.
10. Rapport en voorstel van B. en W.
betreffende een verzoek van een aantal werk-
liedenvereenigingen tot het subsidieeren van
va kteekenonderwij s
Onder verwijzing naar het rapport, door
hen uitgebracht op een soortgelijk adres
van 20 November 1907 en naar het den 24en
December 1907 daarop -genomen besluit van
den raad, stellen B. en W. voor afwijzend
op het adres te beschikken.
De heer van Duin-en. Mijnheer de
voorzitter, .zou dit adres niet kunnen worden
aangehouden tot de volgende vergadering?
Ik zou gaarne willen onderzoeken wat het
motief is, dat deze vereeniginge® zich nu
roods weer tot den raad hébben gewend.
Het zou kunnen zijn, dat dit motief een an
der is dan wat door B. en W. wordt aan
genomen. De zaak is niet -van dringenden
aardde beslissing kan dus nog wel wat-
wachten. Ik heb getracht eenigen van do
adressanten te spreken te krijgen, maar de
tijd heeft -mij' ontbroken tot -een ernstig on
derzoek. Ik zou daarom gaarne zien, dat de
zaak werd aangehouden tot de volgende ver
gadering.
De heer Kroes. Ik zou dat wel wiHen
ondersteunen, mijnheer de voorzitter.