Vrijdag 26 Juni 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. 'n Zeemansbruid. W. 8V1. O" JaaryaiifK. AMERSFOORTSCH DAG ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.5©. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Ceurant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intcrcomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. JLan hendie met 1 Juli a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die gedurende de maand Juni nog zullen ver schijnen kosteloos toege zonden. Kennisgeving. De Burgemeester van Amiersfoort, Gezien- artikel 41 der gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Itaad. dezer Gemeente .zal vergaderen op Dins dag, den 30. Juni aanstaande, des namiddags te IJ ure. Amersfoort, den 25. Juni 1908. De Burgemeester voornoemd, WCLJTIER6. Politiek Overzicht Nogmaals «le toespraak te Döberitz. De god ach ten w issel in g over -de toespraak van den Duitschen Keizer te Döberitz wil nog niet tot rust komen. Twee stemmen wil len wij nog releveeren uit het koor, dat zich daarmee bezig houdt. In eerste plaats die van Anatole Leroy-Beau lieu, den beken den directeur van de Ecole des Sciences Poli- tiques te Parijs, die speciaal het woord in sluiting" behandelt, dat den Keizer in den mond is gelegd. Frankrijk en Engeland wor den beschuldigd Duitschland te willen in sluiten. Die beschuldiging acht Leroy-Beau- lieu onjuist. Duitschland is evenmin op zijde gezet als ingeslotenhet kan dit niet, zoo lang zijne bondgenootschappen duren, en zijne bondgenootschappen zijn des te -cvi- ger, omdat zij op wederkeenge belangen be rusten. Wanneer Italië zich wat meer vrije hand in zijne politiek heeft veroorloofd, dan heeft ,het daarom nog niet de banden los gemaakt, die het aan het keizerrijk der Hohenzollern verbinden. Wat Oostenrijk- Hongarije betreft, lieeft Keizer Frans Jozef zelf in de laatste jaren herhaalde malen het trouwe vasthouden van de Habsburgsche monarchie aan liet door Bismarck en An- drassy tusschen Keizer Wilhelm I en Kei/x>r Frans Jo-zef gesloten bondgenootschap pen- lijk bevestigd. Wanneer dus Duitschland Op een zoo aanhankelijken bondgenoot kan rekenen, wanneer de beide keizerrijken, rug aan rug, in het centrum van Europa een go- ducht carré van over de honderd millioen inwoners vormen, dan hoort men met ver bazing de Duitschers van insluiting" spre ken. Wel is tot voor korten tijd Frankrijk ge- isoleerd en ingesloten geweest. Het resul taat, zoo niet het doel van den driebond was de politieke insluiting, de diplomatieke blok kade van Frankrijk geweest. De toestand komt thans h.erop neer, dat hot doel van alle in Frankrijk of Engeland gesloten of voorbereide overeenkomsten is do handhaving van den Europeeschen en den wereldvrede. ,,Nog heden bedreigt geen staat Duitschland. De buren en mededingers van Duitschland echter veroorloven zich on der elkaar overeenkomsten en ententes te sluiten, zonder vooraf Duitschland om raad te hebben gevraagd, en dat beteekent in de oogeu van vele Duitschers eene benadeeling van het prestige van het nieuwe rijk. De door Bismarck gedurende het derde eener eeuw aan Berlijn gewaarborgde hegemonie is niet meer intact en daarover geraakt de openbare meening in Duitschland, zonder zich er eigenlijk rekenschap over te geven, in onrust. Zij was gewoon geweest, in deze diplomatieke hegemonie zelf de voorwaarde van hare veiligheid te zien. Elke diploma tieke onderhandeling buiten Duitschland dunkt haar nu eene bedreiging van Duitsch land. ,,Ddt schijnt mij de toestand te zijn. En daarom dunikt hij mij niet zonder gevaar. Het strekt Europa en den wereldvrede niet tot voordeel, wanneer een groote staat aJö het Duitse he rijik, de eerste militaire mo gendheid der wereld, zich door de verdra gen van de andere staten achteruitgezet en benadeeöd voelt, al mogfe ook het doel van deze verdragen de vrede zijn. Hoe sterker aan den anderen kant Duitschland is, dés te meer versterkt het nog zijne strijdkrach ten te land en ter zee, om zijn overwicht en zijn prestige te handhaven. En des te meer zullen de andere staten, om zich beter tegen elke mogelijkheid van een aamvail tie kunnen waarborgen en tegelijk hunne nati onale belangen met nadruk te verdedigen, verleid worden tot het sluiten van enten tes onder elkaar. Daaraan lijdt de toe stand en vandaar komt het onbehagen van Europa." Do t«neede stem is die van de Peters- burgsche Gdloe Pra,wdi, een gezaghebbend orgaan van de oktobristen in Rusland. Dit blad stelt de vraag, wie er schuld aan is, dat een eenvoudig beeld, door ©en monarch gebezigd, geheel Europa in opwinding brengt en gelijlkft op een in een kruitvat ge worpen vonk ,,Wie heeft maandenlang deze brandstof opgehoopt, het kruit bijeen ge zameld? Wij willen slechte ecu feit vermel den. Europa, heeft tientallen van jaren vreedzaam onder de bestaande internatio nale gnoepeeringen geleefd, waarvan de ge wichtigste» zijn het Russisch-Fransche bond genootschap en de Duitsch-Oostenrijksch- Itialiaaneche driebond. Europa zou ook ver der nog tientallen van jaren hebben kun nen doorbrengen bij een eenvoudig voort bestaan van deze beide oude groepeerin- igen. Wie streeft er naar daarin een wig to drijven en wie begint een nieuw weefsel! van bondgenootschappen, verdragen., over eenkomsten enz. te spinnen? Wie heeft de vroegere orde verstoord en wantrouwen en vijandschap gezaaidWife heeft de jacht tegen al wat 'Duitsch is in de pers van de ganse he wereld verwekt, een net van spio nage tegen, de Duitschers in Turkije, Klein- Azië en aan alle hoeken van de wereld' ge organiseerd? De vraag behoeft geen ant woord: zij is duidelijk. Wanneer men zich nu over de niet gesproken woorden van Kleizcr Wilhelm opwindlt, dan behoorde men na te denken over de impasse, waarin Europa is geraakt." Frankrijk. P a r ij s 2 5 J u n i. De minister van on derwijs heeft een wetsontwerp ingediend, strekkende om de neutraliteit op de scholen te handhaventevens heeft deze wet ten doel vervolgingen in te stellen tegen per sonen, die hunne kinderen \an het onder wijs verstoken houden, zoomede iedere ver- eeniging of organisatie te vervolgen, die beoogt sommige boeken, welke door de on derwijzers noodig worden geoordeelduit de school verwijderd te houden. P a r ij s, 2 5 Juni. In de discussie over het wetsontwerp tot naasting van den Wes terspoorweg, constateert de minister Caillaux d'at de heer Rouvier niet gelooft aan de mogelijkheid voor den Staat om eene goede exploitatie van het net te verzekeren. De minister is integendeel van meening, dat de naasting gelegenheid zal geven eene afdoende oudervinding op te doen. Hij tracht in het licht te stellen, dat thans alleen wordt be oogd de maatschappijen in de gelegenheid te stelleu leeningen te sluiten met behulp van het krediet van den Staat. Het parlement zal het recht van controle Over de uitgaven behouden en dit uitoefenen in het belang van het land. Prevet, sprekende namens de spoorweg - commissie, resumeert het debat. Hij zegt, dat iedereen erkent, dat het staatsspoor- wegnet gewijzigd moet worden. De groote meerderheid van den Senaat is van mee ning, dat de wijziging, die wordt gewenscht, bereikt moet worden door de onderhande lingen met de maatschappijen te hervatten. Wij verzoeken de regeering opnieuw te on derhandelen, ten eind© hare positie niet te verzwakken. Wij willen het ontwerp niet verwerpen en stellen dén Senaat voor het dringend te verklaren en de stemming over het eerste artikel te verdagen tot de Octo- berzitting. Wij verzoeken u de aanneming van de volgende motie: ,,De vergadering, overtuigd van de noodzakelijkheid van ver betering van het staatsspoor wegennet, ver klaart het ontwerp urgent, vertrouwende, dat de regeering de uitvoering van het ontwerp tot gedeeltelijke naasting zal verzekeren". Minister-president Cleimenceau antwoord de, d'at het hier geen personenkwestie gold, maar een zaak van algemeen staatkundig beleid. Het naastingrirraagstuk is van alle kanten bekeken. De 'heer Prevet wil het ver trouwen uitdrukken, dat de regeering het tegenovergestelde zal doen van hetgeen zij heeft gewenscht. Dit vertrouwen kan de re geering niet aanvaarden. Wanneer de Staat slecht beheert., dan komt dit doordat hij daarop niet behoorlijk is ingericht. Men wil de regeering in een hoek dringen en haar dwingen tot eene comedievertooning daartoe echter wenscht de minister zich niet te leeneu. Het is noodig, dat de Staat zich kan verdedigen tegen de groote financieel© ondernemingen. Wat de heer Rouvier ook heeft gezegd1, door de kabinetskweeti© te stellen diwingt men den Senaat niet zijne eigen meening op zijde te zetten. Tk vraag mij af in welk opzicht ik den Senaat geweld aandoe, wanneer ik aan zijn oordeel onder werp eene hervorming, die ik in mijn pro- graan heb opgenomen. Ik stel de quaestie van vertrouwen niet, deze stelt zich van zelf. Wanneer ik mijn program niet ten uitvoer zou leggen, dan had ik geen reden om aan het bewind te blijven. Ik wil met mijne ambtgenooten Frankrijk sterk maken in den vrede en de mogelijkheid van een oorlog niet aannemen, dan om zijne verdediging te ver zekeren. Wij zullen niet aiau de regeering blijtven onder onwaardige omstandigheden Wanneer gij van meening zijn, dat het tijd stip, oan de regeering te beveiligen tegen de groote financieel© ondernemingen, nog niet is gekomen, stemt dan tegen ons." 01e- menceau verklaarde verder slechts een on voorwaardelijke urgent ver klaring te kunnen aannemen. De urgentverklaring werd goed gekeurd zonder hoofdelijke stemming. Over het tweede gedeelte van de motie, om de stemming over artikel 1 te verdagen tot October, verlangt de linkerzijde open bare stemming. Na verificatie van de stem ming blijkt, dat de motie van de commissie verworpen is met 128 tegen 125 stemmen. (Toejuichingen bij de linkerzijde). Art. 1 wordt aangenomen met 151 tegen 116 stemmen. Morgen voortzetting. P a r ij s 2 5 Juni. Minister-president Olemenceau heeft den ministerraad bijeen geroepen, die morgjen voormiddag zal ver gaderen in het Elysée. De ministers zullen de verschillende eventualiteiten overwegen, die zich kunnen voordoen in den Senaat in den loop van de behandeling der artikelen van het wetsontwerp op de naasting van de Westerspoorwegen, die nog gevoteerd moet worden. Zij zullen nagaan of het. mogelijk is gedeeltelijk voldoening te verschaffen aan eenige senatoren, met name wat die redactie van art. 2 betreft, in dier voege dat de rechten van het parlement ten voTle gewaar borgd zullen zijn. Wanneer echter de regee ring, met het doel oan tot overeenstemming te komen, in eene dergelijk© wijziging wil toe stemmen om tot eene transactie mede te werken, dan is zij besloten geene andere con- oessiën te doen en de kabinetskwestie te stellen. Engeland. In don laatsten verkiezingsstrijd in Man chester had de Manchester Courier een schrijven opgenomen, die den minister vaai handel Winston Churchill beschuldigde, dat hij zijn eerewoord had gebroken, toen hij uit Pretoria vluchtte. De Manchester Courier heeft thans deze bewering als ge heel onwaar ingetrokken zij betaalt den minister 500 p. st. als schadevergoeding. De heer Churchill heeft deze som aan lief dadige instellingen doen toekomen. Het parlementaire comité van het Trad© Union-congres heeft oen sdhrijven bekend gemaakt, waarin voldbening wordt uitge drukt fever het feit, dat liet beginsel der leeftijdspensioenen door de regeering is aan vaard en het ontwerp van eene pensioen regeling is ingediend, dat, als bet niet- in alle bijzonderheden geheel bevredigend mocht blijken, in den loop der tijden meer in overeenstemming met de behoeften van de arbeiders en van het land kan worden gebracht. Wat de Trade Unions op het wetsontwerp hebben aan te merken, is de huns inziens te* hoog© bepaling van den leeftijd voor de pen&iomgcaxsohtigdJhfeid (70 jaar) en de bepaling, dat personen, die be deeling ontvangen, van het pensioen zullen zijn uitgesloten. 8pu|« De pas geboren Spaansche prins heet Jaime, Leopold, Alexander, Isabelin, Hen ri, Albert, Alfonso, Victor, Acacio, Pe dro, Paul, Marie. Hij heeft dus 12 voor namen Turk** Berichten van Turksche afkomst, die te Konstantinopel zijn aangekomen, drukken de hoop uit, dat de snel vorderende werk zaamheden van de gemengde commissie tot bepaling van het tracé van den Sandjak- spoorweg nog voor het eind© van de aaand Juli ten einde zullen worden gebracht. Zij consta.teereu verder, dat er eene uitmun tend© verstandhouding bestaat tusschen de Oostenrij kscli-Hongaarsche commissieleden en hunne Turksche collega's en dat de te gemoetkomende houding van de bevolking niets te wenscken laat, die steeds grooter belangstelling aan den dag legt voor het spoedige begin van de eigenlijke werkzaam heden voor den aanleg. De Politische Korrespondenz, bevat de laatste circulaires van de Porte over de ge beurtenissen c.p Samos. Daarin wordt me degedeeld, dat in Samos de orde hersteld is en de reorganisatie van het bestuur ter hand genomen is. De verkiezingen van do nationale vergadering zijn in vol'le vrijheid gieschied Een gerechtshof is ingesteld om vonnis t© vellen over de aanstichters van de onlusten. De bevolking komt de nieuw aangeworven gendarmes en troepen, die onruststokers gevangen moeten nemen, in 't gevlei. Met de geleidelijke terugroeping van de troepen zal niet gedraald worden. Marokko. De Köln. Ztg. bericht uit Berlijn, dat het als voorbarig moet worden aange merkt, thans reeds te spreken over eene gedachten wisseling tusschen Duitschland en Frankrijk over de vraag hoe* de erkenning van Moèley Hafid zou kunnen worden vol trokken. Wel is het mogelijk, dat in dit Opzicht van Parijs uit reeds met Londien. en Madrid voeling is genomen. Tussoheai Parijs en Berlijn zal thans slechts in zóó verre overeenstemming bestaan, dat het goed zal zijn de erkenning van Moeley Ha fid, wanneer het geschikte tijdstip daar toe gekomen is, zooveel mogelijk gelijktij dig door de gezamenlijke staten, dio do akte van Algeciras hebben onderteekend, te doen geschieden. Een Engelschman, die van Tanger uit eene jachtexpeditae ondernam, is door roo- vers in de buurt van Tetuan gevangen ge nomen De roevers verlangen de betaling van een losgeld. De onvoorzichtige man, hij heet- Clark-Kennedy, gaat een boos lot tege moet., want de Engelsche regeering heeft in April jl. verklaard, dat zij voortaan geen losgelden meer zou betalen, omdat het te dikwijls voorkwam, dat zij daarvoor ge brandschat werd. Perzlfr Londen, 25 Juni. Naar aanleiding van de troebelen te Teheran, deelde de mi nister van buitenlandse he zaken, Sir Edward Grey, in liet lagerhuis mede, dat de Brit- sche en de Russische regeeringen hare ver tegenwoordigers hebben gelast Zill es Sultan te waarschuwen, dat- hij zijne kuiperijen tegen den troon moet staken, en -den Sjah mede te deelen, dat eenig vijandig optreden tegen de constitutioneel© partij bij hen geen steun zou vinden. Teheran, 25 Juni. Gisteren heb ben nog vele arrestatiën plaats gehad. Do uitgever van het weekblad Suruliorafil on eenige anderen zijn terecht gesteld. Het parlementsgebouw wordt nu stelselmatig door werklieden afgebroken. De regeering heeft de troepen goed in do hand. De wiu- kels zijn geopend, de stad is rustig. Teheran, 25 Juni. De arresta/tiën van afgevaardigden en burgers, de sum miere executiën en de plunderingen in de stad duren Voort. Er heerscht een schrikbe wind. Vele lieden zoeken eene schuilplaats dn de gczantsckapegdbouweno.a. zijn de minister van financiën en vier afgevaardig den gevlucht in het Italiaansche gezant schap. Tabriz, 25 Juni. De strijd duurde den geheelen nacht voort het voordeel is blijk baar aan de zijde der reactie. De verliezen van beide partijen bedragen ongeveer 100 deoden en gewonden. 61 DOOR THERESE HOVEN. Zeer verwonderd was hij echter, toen hij merkte, dat dit absoluut onnoodig was en dat Marion integendeel groot belang in An nette's mededeeling stelde. ,,Komt hij hier? O! dan moet ik hem zien; ga je met mij, naar hem toe, Jan, of ten minste ergens, waar ik hem goed kan zien? Wat zou Nancy jaloersck zijn, als ze wist, dat ik zulk een kansje had. Als ze 't had geweten, zou ze bepaald met ons mee gekomen zijn, denk-je ook niet, man?" Wisten jelui het dan niet? Misschien nu juist niet den dag, maar toch ongeveer?" Marion zweeg een oogenblik, toen zei ze aarzelendWeet-je, wat 't is? Er wordt in de meeste bladen zoo schandelijk over dien armen, ouden iman gesproken, dat ik er liefst niet meer over lezen wil." ,,Dan moet je Hollandsch leeren," merkte haar schoonvader lachend op. ,,Dat iben ik ook van plan," antwoordde ze ernstig. ,,Als u mij hebben wilt, hoop ik dikwijls bij u te komen logeeren en er mij dan, met al mijn macht, op toeleggen, dan ken ik 't goed, als Jan terug komt. Dan vindt hij niet alleen een echte zeemansvrouw, maar een eclhte Hollandéche vrouw." Jan knikte haar dankbaar toe en verzeker de haar, dat hij 't volste vertrouwen had in haar voornemens en ook in 't welslagen er van. Later op den avond, vroeg Annette, hoe Marion er tooh toe gekomen was op eens zoo van idee en richting te veranderen en Jan... zijn vrijheid terug te geven. Jan viel lachend in,,Foei, Net, mijn vrijheid 't Tegendeel is waar, hoor, want door Marion's optreden in deze, heeft ze mij vaster dan ooit aan zich verbonden, niet waar snoesje?" ,Hoe ik er toe gekomen ben?" hernam iMarion. ,,Wel zeker niet in eens. Ik geloof, dat 't tante Naatje, die goede oude ziel, was, dae mij 't eerst mijn plicht ondier de oogen bracht." Tante Naatje," herhaalde Annette ver wonderd. ,,Nu ja, niet rechtstreeks, maar toen ik van den zomer bij haar was, weidde ze zoo over Jan's voorliefde voor de zee uit en toen merkte ik eerst, hoe sterk die was. Toen kwam 't tegelijkertijd als een openbaring over mij, wat Jan ongelukkig maakte en tevens 't besef van mijn eigen schuld." Ze waren met hun drieën, toen Miarion die 'bekentenis maakte. De oude lui waren al naar bed. Marion sprak eenvoudig en waar en Jan vergat alle decorum tegenover zijn Engelsche vrouw, doch riep, in 't rond Hollandsck, uit: ,,'Zeg Net, is ze nou geen engel, dat wijfje van mij, en heeft ze nu niet getoond het hart op dè rechte plaats te hebben Den volgenden dag, 6 December 1900, werden alle verrassingen van den Sint, ge heimzinnige en openlijke, verwachte en on verwachte, door de Residentie-bewoners vergeten en in den steek gelaten en zweef de slechts één naam op (aller lippen die van Paul Kruger! En in aller harte werd slechts één zegebede gevormd voorspoed voor de Boeren - wapenen 't Was zoo koud, zoo guur, zoo'n echte Deoember-dag, doch niemand lette er op. 't Hoekje van den haard wérd verlaten, scholen, kantoren, werden gesloten en iedereen liep, als uit een beweging, tegen drie uur naar het station van den Staats spoor en wie daar op 't ruime voorplein en in de Rijnstraat geen plaats kon vinden, bleef Langs den weg op 't Bezuiden hout staan en anderen weer vatten post voor 't Hotel des Indes, 't oude Baronnenhuis der van Brienens... waarop hun wapen nog troonde. Doch niemand stoorde zich aan de tegen strijdigheid, dat de oude, adellijke woning een schuilplaats zou bieden aan den Bur ger-President. Men verdrong elkander er voor en men keek slechts naar de democratische vier kleur, die er zoo flink wapperde, mogelijk wel tegen 't aristocratische wapenschild aan. Het was een spontane betoogijig, die geestdrift voor 'den grijzen balling, en zui vere motieven vonden er de aanleiding toe. Zelfs 't volk wist, dat 't geen pretje goldzelfs de straatjeugd was eerbiedig en had elk denkbeeld aan jool en baldadigheid op zij gezet. 't Werd later dan men verwacht had. De trein had vertraging ondervonden, ie Pre sident weid aan 't station opgehouden en 't was bijna vier uur, toen hij verscheen De kort© winterdag was zoo goed als voorbijdè zon had haar korte dagtaak bijna volbracht. Een paars-witte schemering spreidde zich over de stad en velden, 't Haagsche Bosch lag roerloos en vertoonde slechts bladerlooze stammen en takken; de aankomst in de pretstad bij uitnemend heid was niet vroolijk, doch paste bij de gelegenheid Toen hij; het fraaie, gemoderniseerde Den Haag binnenstoomde, kon Paul Kruger er nauwelijks iets van onderscheidende inn druk, 'dien hij er van kreeg, moest d'oor de bevolking zelf komen, en aan zijn ont vangst klefefde niets van het wuif te, het oppervlakkige, het genothovende, dat men den Hagenaars, te recht of ten onrechte, verwijt. Hij vond er een kalme menigte het was te donker om bizonderheden waar te nemen een zwarte massa op straat en, voor de huizen, tal van gedaanten, wuiven de met hoeden en zakdoeken. De grijze gast kon slechts 't uiterlijke in nemen en dat nog heel oppervlakkig, doch een zekere zielen-verwantschap, die rich in hooge, heilige oogenblikken kenbaar maakt, moet hem geopenbaard1 hebben, dlat er, in de harten der aanwezigen, een groote, diepe emotie was en dat een traan van innige sympathie in veler oogen schitterdeon gezien, maar toch gevoeld door hem, wien hij gold, en die door allen werd beschouwd als 't hoofd van een groot volk, als de ver tegenwoordiger eener edele zaak. Voor een der vensters van 't Hotel Bel- levue, uitziende op de Rijnstraat, stond Ma rion Koodford. De familie Vermeer was bij vrienden ge-> inviteerd, doch Jan wist, dat zijn Engel sche vrouw er niet welkom zou zijn en had een kamer in 't hotel' gehuurd. Ze waren er vroeg heengegaan en Marion had de aan wassende menigte gezien. Slechts een paar agenten hielden de hon derdtallen in bedwang en toch viel er op de houding der massa niets aan te merken. Iedereen keek ademloos uit naar 't sta tionsgebouw en toch wist een elk. dat er geen fraaie optocht of een schitterende ver tooning te zien zou wezen. De minuten verliepen langzaam, toch werdfen er geen teekenen van ongeduld gegeven, de koude werd intenser, niemand dacht er aan zich er over te beklagen. Toen doorkliefde een schel gefluit dè ijle winterlucht... een gemompel ging door de gelederen... de hfeofden voor de vensters drukten zich vaster tegen de ruiten, hier en daar gingen de ramen omhoog, onge acht 't gevaar van kou vatten en rheuma- tiek. De laatste geduld-oefening begonde trein Van den Prerident was aan... doch Z.Excellentie moest eerst verwelkomd wor den door lied en woord. En de dag daalde steeds, het licht weer flauwer, de zonne- bundels schaarscher Toen paardengetrappel gretig door elk oor opgevangen, het rijtuig voor Paul' Kru ger reed voor... het- open- en dichtslaan van 't portier, nogmaals weerklonken de hoe ven der paarden op 't harde, bevroren pla veisel. Slot volgt.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1