Binnenland. Hf*. 378 Tweede blad. 6"" Jaargang. KOLONIËN. ABONNEMENTSPRIJS: Par 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummer:- - 0.05. Deze Couran verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALK H OFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIHN: Van 1o regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteercn in dit Blad, bij abonnement Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. OOST-IND1E. 'Da gisting te Sumatra's Westkust. Blijkens oen uit Nederlandsch-Indië ontvangen telegram gaat om te patrouil leeren een esoadron cavalerie naar Suma tra's Westkust. Alle bestuurszetels in de Padangsche Bovenlanden worden thans door detachementen beschermd. Het verzet blijft zich uiten in plaatselijk gewelddadig optreden en terugvordering van reeds be taalde belasting. Bij de vermoording .(zie de Nederlaudsche Staatscourant van gisteren) van den contro leur ,Bastiaans, wiens gezin ongedeerd bleef, is teivens de controleurswoning te Boea ver brand en ide kas geplunderd.. Op den 24en dezer is een aanval op Palembajan afgeslagen, waarbij de aanval lers 57 dooden bekwamen, terwijl ,ééu in- landsche fuselier gewond werd. De toestand op Bali. Hiervan schreef de correspondent van het Soerab. Handelsblad den 6en Mei: De bevolking uit den omtrek van Kloen- koeng is weer geheel tot rust gekomen en de troep in vele opzichten behulpzaam, zoo- als niet werken aan het gelijkmaken van den grond in het bivak, het leveren van bam boe, enz. Eenige overgebleven familieleden van het vorstenhuis zijn van het eiland ver wijderd en naar Am pen an overgebracht. Ook van de enclaves komen gunstige berichten. Na het doortrekken van Pajangang, oen dei onderhoorigheden van Kloengkoeng, zijn de bewoners daarvan alhier, een 2-tal lila's en ruim 200 lansen komen inleveren, zoodat dte rust overal vrijwel is teruggekeerd. Gisterenmorgen heeft de beëediging van een aantal der voornaamste Kloengkoengsche hoofden plaats gehad. De plechtigheid zou geschieden volgens de gebruiken, die hier heerschen, en zeer velen waren opgekomen om het gouvernement trouw te zweren. Dit is de eerste maal, dat zoo iets op Bali plaats heeft: indertijd is dit in Taba- nan en Badoeng niet gebeurd. Toch is dit m. i. goed ingezien door het B. B., daar de inlander zeer hecht aan dergelijke cove- monies; wellicht ware 't aanbevelenswaar dig deze eedsaflegging alsnog ook in de overige Ba.lische landstreken te doen plaats hebben Uit alle streken hadden zich Baliscbe hoofden voor de poeri-dessa verzameld. Deze poeri-dessa is een groote ruimte, door zware, hooge muren omgeven, waarin zich verschillende gebouwtjes, die aan de goden gewijd zijn, bevinden. Ze bestaan uit lange stijlen met een dak er over geplaatst en zijn in verschillende verdiepingen onderver deeld. Hoe meer verdiepingen, hoe hooger de godheid, waarvoor het gebouwtje is be stemd. Verder vindt men verschilende zit plaatsen, die ten doel hebben den godeu tot zitplaats te dienen op hun doorreis. Een 3000-tal Baliërs waren hier verza meld. Tegen 11 uur begaven zich de resi dent, de assistent-resident, de overste Von Schauroth en eenige officieren naar de poeri- dessa, waar zich de padenda (een Brah- maansch priester) voor de plechtigheid ge reed maakte, door zich te reinigen en in het wit te kleeden. Hierna- hurkte hij neer op een tafel, waarop 2 schalen stonden, waarvan de eene met bloemen gevuld was, terwijl in de andere reukhout brandde, waarvan de walm den priester in het gelaat woei. De beëediging zou in drie ploegen plaats hebben, daar het getal te groot was om één voor één te laten zweren. Het eerst kwamen de voornaamste hoofden aan de beurt, de ida's, de anakagoeng en de mantje's. De vertegenwoordigers van het gouvernement, namen op stoelen plaats, de bevolking hurkte neer met ontbloot boven lijf en bloemen in het haar of achter de ooren. Op zangerigen toon begon de pries ter bezweringsformulieren te mompelen, met de rechterhand een bloem ir een vaas met wijwater doopende en in do richting der hoofden wegwerpende. Af en toe maakte hij sémbah-bewegingen met beide handen en liet van tijd tot tijd een koperen tafelschel klinken. Eindelijk was dit af geloop© n en maakten alle Baliërs op een toeken van den priester front naar de goden-verblijven, waar op een bamboevuurtje eenige offeranden werden gebracht; de hoofddoeken werden afgenomen en aan een ieder bloemen uit gedeeld. Door twee oude ida's werden de geloften van lontarbladen voorgelezen en in tegenwoordigheid der opgeroepen goden, zwoeren zij trouw aan het gouvernement. De bloemen werden tusschen de vingers geno men en voortdurend sembah's gemaakt. Toen het voorlezen van den eed was af- geloopen, keerden wederom allen om en wer den de vervloekingen en straffen voorgele zen, waaraan men zich bij overtreding bloot stelde. Hiermede was de plechtigheid der eerste groep afgeloopen en nam de assistent resident Schwarts het woord en wees hen er op om met liet gouvernement samen te wer ken, teneinde de rust en bloei van Kloeng koeng te doen terugkeeren Na afloop werden de 1 on tar bladeren, waarop de eed vermeld stond, op het offer vuur verbrand. Ook na afloop der twee laatste beëedigingen sprak <ie ass.-resident het volk toe, en het. was duidelijk merkbaar dat zijn woorden indruk maakten. Na do laatste toespraak legde de priester zijn ambtsgewaad af en was do plechtigheid af geloopen. Kameroverzicht Twtcdt Kamer. Vrijdag kwam dë nieuwe oorlogsbegrooting ivoor 1908 aan de orde. De algomeene be schouwingen worden ingevet door den heer Verhey, die niet kon toegeven dat deze minister zich reactionnair heeft getoond. Wel is waar haalt deze minister uit de miü- tiewet wat er uit te hailen is: dat is niet te ontkennen. De versterking, waartoe de mi nister het blijvend gedeelte opvoert, acht Spr. onnoodig te hoog. In het algemeen wordt ook door den mi nister de drnur der herhalingsoefeningen t© lang genomen. Twee weken aöht Spr. vol doende. De minister hecht z. i. te veel aan de individueel© opleiding, terwijl naar Spr.'s oordeel merr gehecht moet worden aan com- pajgniesoefeningen Gaarne vernam Spr. bij, de volgende ooT- logsbegrooting 's ministers plannen omtrent eersten oefeningstijd, wellke Spr. gaarne zag verkort. Een lichtpunt in dieze begrooting is voor spr. de uitbreiding der keuring van de mi liciens voor de opikctaist. Spreker hoopt dat de Minister breken aal met de mee ning, dat de Landweer altijd in kazernes moet gehuisvest worden De Landweer kan ook zeer goed in kam pementen logeer en en dat er de eerste imaal ongeregeldheden voorkwamen, ligt aan de onvoldoende voorbereiding. Spr. betreurt het dat de Minister de zaak der hooge be velvoering niet heeft willen uitstellen. Do or deze zaak dtoor te drijven heeft de min. zidhl geen vrienden gemaakt. Spr. heeft zelf be proefd zich in deze zaak in te werken, naar dalb gaiat zoo gemakkelijk niet. Voor een landje als 't onze hebben we niet noo dig een chef voor dit, een inspecteur voor dat, en daarenboven nog ?en defensieraad, waarvan Spr. het nut en de noodzakelijk heid niet inzag. Voor bevordering der sta biliteit was beter geweest een gecombineerde staf van land- en zeemacht, zoo noodig met speciale adviseerende omimissie voor bijzon dere gevallen. Voor ministers met een zwakke overtui ging ziet spr. in den Baad van defensie -een gevaar om ,zich achter te verschuilen, ter- Vijl ihij voor krachtige ministers een be lemmering kan zijn. Nogmaals Vraagt spr. of de adviezen Van den raad een tbepaald advies ox etuldiën zul len zijn. De heer S m e e n g e juicht de voorge stelde verhooging van tractement voor het korps Maréchaussee toe, en vraagt overleg ging van 'het reads vroeger toegezegde rap port over kle taak der Maréchaussee en hare eventueel© reorganisatie, uitgebracht door de daartoe benoemde commissie. De heer Lieftinck juicht het toe, dat de minister de toelating tot de Kon. Mil. Academie wil uitbreiden, maar dringt aan, bij de aangekondigd© herziening van het militair© onderwijs, op herstel va.n het insti tuut der militaire School, die goede vruch ten heeft afgeworpen. Van die militaire school kan op goedkooper schaal dan te Breda geprofiteerd worden, om ons offi- cierskarps aan te vullen. De -heer P at ij n wild© nog eens de zaak van het blijvend gedeelte ter sprake bren gen. Spr. gaat na, wat omtrent de strekking der noodwet van Maart in de Eerste Kamer werd medegedeeld. Minister Staal zeide, dat die 2200 man waren voor coiiveediensten, het jassen aan geven. Ministers van Rappard en Sabron verschilden alleen over de 'vraag wie die jas sen zouden moeten aangeven. Spr. neemt aan dat het jassen aangeven het beste door oudei j mausohappen kan gedaan worden hij neemt aan dat dit 4i ton moet kosten, - al begrijpt hij het niet, maar vraagt hij waarom heeft de minister dat niet ronduit gezegd? Betoogd is dat burgei1 werklieden evengoed dat werk konden doenSpr. klop te bij den minister om inlichtingen aan, maar vruchteloos. Maar nu bij de Mem. v. Antw. zou bet antwoord komen. Best, het kwam. Er stond die 10 man per compagnie, die 2200 man heb ik noodig om bij mobilisatie de opko mende manschappen te ontvangen. Punt, ■gerteeklend iSabrou (gelach). ,Z.ie zoo, 'nu wist de Kamer het. Spreker meent, dat de "Minister aan de Kamer geen klare wijn heeft .gesch'on- ken. De Kamer is met handen en voeten ge bonden ,aan hetgeen de Minister 'heeft wil len zeggen. Had de Minister de Kamer volledig en duidelijk ingelidit, dan zou, naar Sfjr.'s vaste overtuiging, de discussie geheel .andera zijn gdweeet. Er is gesproken bij hët debat over politiek, ever den toe stand in Europa, -alver alles en nog wat, al leen om antwoord te geven op de vraag wie moet de jassen aangeven (gelach). Op de Kamer ruist geen verwijt, want zij ver keerde in onwetendheid (De lieer JRoodhuijzen. Dat was juist de truc). Indien anders gehandeld ware, dan had men dadelijk begrepen, ,d»at die groot© quaestiè van het blijvend gedeelte een heel kleine quaestie was. (Een stemzeer juist). Het is voorgesteld alsof de beide vorige ministers het vaderland in gevaar baJdden gebracht, de vijand voor de poorten stond en alleen met het blijvend gedeelte op de bres het .vaderland weer gerust kon zijn. Op Spr. heeft de houding van dezen mi nister den iudiruk gemaakt alsof hij de Kla- mer met een kluitje in het riet heeft wil len sturen en met zijn raad van defensie eigenlijk een raad van het leger tegen de Volksvertegenwoordiging in het leven heeft willen roepen. Voor alles heeft de Minister noodig het vertrouwen der Kamer, maar als hij zoo voortgaat zal hij dat vertrouwen niet kunnen winnen. De heer Duymaer van Twist ver dedigt den minister tegen het verwijt van reactionnaip te zijn. Spr. betoogdte dat de Minister hier en in de Eerste Kamer volledig en duidelijk heeft uiteengezet waarvoor die 2200 man noodig waren. Men noemt dezen .minister o. a. reacti on nair, omdat hij de hooge bevelvoering heeft ingjevoerd. Maar het ontwerp daartoe is nota bene van 's Ministers ambtsvoorgan ger. Spr. begrijpt niet hoe men generaal Sabron in vergelijking van dje generaals Staal en van Rappard reaetionnair kan noemen, want veel van hetgeen hij deed wil den ook zijne ambtsvoorgangers. Wat de kwestie van het blijvend gedeelte, herinnert Spr. aan pen rede van kapitein Sahönstedt te Haariem voor de Liberale Unie .gehou den, waarin het 'blijvend gedeelte tot zijn maximum .wordt opgevoerd. Die lezing wordt uitgegeven door de afdeel ing Haarlean van de Liberale Unie voor 60 cents als propagandamiddelDe af deeling Haar lem van de Liberale Unie kwaim hier imet een propagandamiddel voor het blijvend ge deelte dat geen enkel minister het han't in zijn lijf zou hebben oon te gebruiken. (Er iheerscbt zulk een rumoer en gelach in de Kamer dat een gedeelte van de redevoering verloren gaat). Hoe of men de acte van beschuldiging van reaetionnair te zijn tegenover dezen mi nister durft te handhaven is spreker ©en raadlsel Spr. komt tot de conclusie dat er ook van vermeende reactie geen sprake is en deze minister zich eerder vooruitstrevend heeft getoond. Spr. betreurt het dat de Minister niet heeft kunnen voldoen aan Spr.'s alleszins bi'lijk verlangen, om de verboogdè soldij toe te staan aan de sergeanten-majoor-in- sructeure, zeer verdienstelijke onderofficie ren, die dit ten ,volle verdienen. Spreker stelt esn motie voor, strekkende om de uitgetrokken maar niet toegiekende sold ij ver hooging voor de sergeanten-majoor instructeur alsnog geheel of gedeeltelijk uit t© beta.ien. Deze motie zal latei* worden behandeld. De heer Van A s c Ih van W ij c k wees mede op de zonderlinge houding cxm eene sold ij verhooging voor de sergeanten-majoor instructeurs, welk© door de Kamer is ge voteerd, niet uit te betalen. Al hetgeen daaromtrent door minister van Rappard is aangevoerd is voor een gewoon menschen- verstand niet te begrijpen. Maar vast staat dat in 1906 f 32,000 is toegestaan voor de soldij verhooging van sergeant-majoor onder wie ook de sergeanten-majoor instructeurs. De heer Ter Laan vestigt de aandacht op het hoog© eindcijfer van deze ooriogsbe- grooting, ruim 28 inillioen gulden, waaruit wel bl kt dat liet precies hetzelfde is of wij liberale of clericale ministers hebben. Ook van dezen Minister, volbloed militair, is te verwachten, dat hij het blijvendë gedeelte tot het hoogste cijfer zal opvoeren dat de wet toelaat. Wat de hoogere bevelvoering aangaat, spr. ziet daarin niets andera dan het. opvoeren van bet aantal hooge oomes voor ons leger, zon der dat dit er iets beter door wordt. We derom klaagt spr. over het groot aantal straffen dat aan mindere militairen werd opgelegd. Met den heer Verheij is spreker het eens dat landweermannen niet geplaagd moeten worden met individueel© oefeningen. Niet van een Raad van defensie, maar alleen van een parlementaire commissie is bezuiniging te verwachten en had die be staan, dan zou het met die 2200 man meier blijvend gedeelte nog zoo glad niet gegaan zijn. Ook de samenstelling van den Raad van Defensie nagenoeg allemaal personen uit de boogie militaire kringen, kan spreker niet bevallen. Zij morgen hun vak kennen, maar zij kennen de maatschappij niet. Ook vreest hij den ir.vloied van den Raad van Defensie op menig lid der Kamer, het is dus zaak om dubbefl waakzaam te zijn. Waar de heer Tal ma blijkens zijne motie een onderzoek naar de stijgende legeruitgaven noodig oor. deelde, daar schijnt dit onderzoek nu niet meer noodig te zijn. De heer Helsdingen wilde muziek korpsen inkrimpen of doen verdwijnende burgerij heeft niets aan die muziek, want oe militaire muziek wordt hoofdzakelijk ge bruikt voor sociëteiten of andere gelegen heden, waar het volk niet komen kan. Bo vendien voelen die hoeren muzikanten zi«-h neg heel© hoeren, die bediend moeten wor den en nog maar extra corveediensten eiachen. Het beste ware de staf muziek korpsen te vervangen door fanfarecorpsen. Zoolang de stafmuziekkorpeen er zijn moe ten zij behoorlijk betaald en gepensionneei'i worden. Dinsdag 11 uur voortzetting. De heer "Van Vu uren vroeg bij den gewonen vragendag of de Minister van 'Buitenlandsche Zaken eenige mede deel ing kan doen omtrent de moeielijkhe- den, welke gerezen zijn tusschen Venezuela en Curasao en zoo ja, waaraan die moeie- lijkheden zijn toe te .schrijven. De Minister van Buiten 1. Za ken antwoordde, dat officiéél geen bericht of bevestiging is ontvangen van de berich ten in de dagbladen voorkomende. Enkel is bericht ontvangen, dat er zekere wrijving is ontstaan tusschen Venezuela en Ouragao om trent het voorkomen van besmettelijke ziek ten in La Guayra, naar aanleiding waarvan onzerzijds maatregelen zijn genomen, waar door misverstand is ontstaan, hetgeen tot strenge maatregelen van de zijde van Vene zuela tegenover onze scheepvaart heeft ge leid. Bij de zeer vriendschappelijke ver standhouding, welke heeft bestaan tusschen ons land en Venezuela, vertrouwt de minis ter, dat het misverstand weldra zal opge helderd worden. Besloten «wordt alsnog in de afdeelingen te onderzoeken het wetsontwerp betreffen de de Arbeidsorganisatie en Dinsdag na middag na de reeds aangekondigde eind stemmingen nog eenige wetsontwerpen Van kleinen omvang te behandelen. De heer Smeenge heeft verlof gevraagd en bekomen op nader te bepalen dag den Min. van Waterstaat te interpol leeren over den toestand van de schipbrug te Does- burg- Ar beidersverzekering en ar beidsinspectie. Een wetsvoorste1 is ingediend, strekkende in de eerste plaats tot verhooging van Hoofdstuk X der Staatsbegrooting voor 1908, met een bedrag van f 2950 voor de instelling aan het departement van Land bouw, Nijverheid en Handel van een afdee ling Arbeidersverzekering". De minister denkt zich de samenstelling dezer afdeeling als volgt1 ahef der afdee- ling (tijdelijk raadadviseur), 1 referendaris, 1 'hoofdcommies, 1 commies, 2 adjunct-com miezen, 2 eerste klerken en 1 klerk. De oommie6 en een der eerste-klerken zijn gede tacheerd te Amsterdam voor de controle op liet rekenplichtig beheer der Rijksverzeke ringsbank. In de tweede plaats wordt een verhooging voorgesteld van f 4250, voor de aanstelling van een „hoofd der arbeidsinspectie" De minister deelt omtrent deze nieuwe functie mede, dat de leiding der arbeddsin- specO thans rechtstreeks ressorteert onder den minister. Het is, volgens den minister, uiteraard niet denkbaar, dat deze zioh zelf standig een oordeel kan vormen over de lei ding, die hij hier te geven heeft daartoe woidt een bekendheid met details vei*eischt, die een minister zich onmogelijk eigen kan maken. Hij zal in deze derhalve hébben te steunen op de inspecteurs en de beide an- 1 dëre hoofdambtenaren zelf, alsmede op den ohef der afdeeling van zijn departement, waar de zaken betreffende den arbeid be- liandeld worden. Daarom acht de minister het noodzake lijk in dezen toestand ten spoedigste verbe tering te brengen. De allereerste maatregel, welke daartoe genomen moet worden, is naar zijn oordeel de benoeming van een hoofdinspecteur van den arbeid, een hoofd ambtenaar, die door voortdurende aanra king met de inspecteurs en zelfstandig on- derzoek zich een oordeel zal kunnen vormen over de toestonden in de verschillende dee- len des landb en daardoor niet alleen leiding zal kunnen geven aan den inspectiesrbeid, maar oök als adviseur zal kunnen optreden bij deu webgeven den arbeid, voor zoover het maiterieele deel van dezen laatste 'betreft. Uiteraard zal voor dit ambt de keus be ll ooren te worden gevestigd op een man van groot© technische bekwaamheid en wiens persoonlijkheid waarborgt, dat hij het noo- dage gezag zal kunnen uitoefenen. Het aantal der personen, die aan zulke hooge eisohen voldoen en bereid zouden zijn hun tegen woordigen werkkring voor het nieuwe ambt te verwisselen, is zeker uderst 'beperkt. Toch meent de minister op goede gronden zulk een persoon gevonden te heb ben. De bij het wetsontwerp aangevraagde gel den strekken om zijn 'benoeming mogelijk te maken. Daarbij is er van uitgegaan, dat de jaarwedde van den hoofdinspecteur als regel f 6000 zal bedragen. Waar evenwel bleek, dat degene, die in de eerste plaats voor deze benoeming in aanmerking komt, niet bereid was een benoeming op die be looning te aanvaarden, is een zoodanig be drag uitgetrokken, dat hem tevens een per soonlijke toelage van f 2500 'sjaars kan worden toegekend. Bij het bepalen der ver hooging is er rekening mede gehouden, dot de benoeming in geen geval vóór 1 Juli 1C0S kan ingaan. Berichten. Nederland en Venezuela Onder den titel „Onze haven geblokkeerd" schrijft de „Amigoe di Curasao" Het hoofd van een met ons bevriende na tie, waarmee wij vriendschappelijke betrek kingen onderhouden, heeft den ©enigen tak van handel en nijverheid, welke nog 'bloeide en voldoende vruchten afwierp voor velen, bijna geheel afgesneden en zoo goed als van alle leven beroofd. De Curagaosche scheepvaart is stopgezet. De Venezolaansclie producten, voor het buitenland bestemd ,<xf de goedeiren van het buitenland voor Venezuela bestemd, mogen in onze haven niet meer worden overge scheept. Onze Curagaosche, kleinere schepen mogen de Veneaolaansche havens in het geheel niet meer aandoen. De Curagaosche werklieden mogen in de havens aan de Venezolaanscho kust op de verschillende booten geen sjouwers werk meer verrichten Dat het bestuur der Kolonie en de Hooge Regeering in Nederland toch goed begrijpen, welke zware slagen aan ons arme volk wer den toegebracht, zonder van onzen kant de minste aanleiding daartoe gegeven te hebben. Lang kan deze wanhopige toestand, waar in ons volk zich thans bevindt, niet duren. Wij vragen bescherm inging en verdediging van onze heiligste rechten 'bij onze regeering. Het volk vertrouwt vastelijk, dat de zoo noo dig© hulp ten spoedigste zal komen opdagen. Dat Nederland nu toone, dat het zijn koloniën weet te beschermen en te verdedigen. Onze haven wordt door al de decreten van generaal Castro als geblokkeerd. Venezuela behoeft zijn oorlogsvloot hier niet heen te zenden om alle verkeer tusschen onze sche pen en de kust af te snijden en het volk te laten verhongeren bij volslagen gemis aan werk en verdiensten -, hetzelfde uitwerksel werd reeds verkregen door zijn presidentieele besluiten. Het zal aan ons Koloniaal Bestuur wel bekend zijn, waaraan deze wantoestand te wijten is. Welnu, de Nederlandsche Regee ring staat toch niet toe, dat Curagao weer loos blijft overgeleverd aan deze veregaande wil lekeur Do diplomatieke weg is lang en moet voor zichtig worden betredenwij weten het, en stellen volkomen vertrouwen in onzen Minis ter-Resident te Caracas (Sen heer J. H. de Reus) en hh. Exc. de Ministers van Buiten- lan dsche Zaken en Koloniën. Maar ook weten wij, en het geheeie Curagaosche volk gevoelt dit met ons, dat het hier geldt de eer van onze vlag en Neerland's onafhankelijkheid. Lang talmen kan hier den schijn aanne men van gebrek aan kracht. De kolonie mag zelfs geen oogenblik twij felen, of het moederland wel bij machte is ons te beschermen en onze rechten te ver dedigen De ec-r van ouze vlag en Nederiamd's on afhankelijkheid eischt. dat de Regeering hier optrede met spoed. Staatscommissie voor den Middenstand. Naar wij vernemen, is op de gisteren te 's Gravenhage gehouden vergadering der Staatscommissie voor den Middenstand, langdurig beraadslaagd over de te houden enquête. Ten slotte is men er in geslaagd met de regceritig tot overeenstemming te komen omtrent de wijze, waarop de enquête zal geschieden Deze enquête wordt gehouden over het geheele land, dat verdeeld zal worden in drie districten, t. w. de noordelijke, de westelijke en de zuidelijke provinciën. Iedere ddstricts-oomimissic bestaat, uit 3 personen. Het onderzoek zal zoowel mondeling als schriftelijk geschieden, zoowel individueel, als door tusschen komst van nationale en locale vereenigingen, plaats hébben. Bovendien bestaat het voornemen omtrent vele bedrijven monografieën te doen samen stellen. (Tel.). De onderval gende officieren van de Koninklijke marine-rceerve worden met de achter hunne namen vermelde data geplaatst aan boord van Hr. Ms. instructieechip Atjeh adelborst 1ste klasse P. II. van Couteu Piccardt Wieringa, 1 Juli a s. buitengewoon adelborst J. W. de Roever 1 Juli a.8. buitengewoon adelborst. C. D. Seip, 15 Juli a.s

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1