7de Jaargang. 91". Tweede blad. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Par 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post - 1.50. Afzonderlijke nuramort - 0.05. Deze Couran verschijn dagelijks bohalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vdór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF ft C°. Utreehtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnumnier 66. PRIJS DER A D VERTEN TI ft N: Van 1—5 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 80 cento bjj voeruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. X oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Provinciale Staten. t(Gistermorgen ving; in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen de zomerzitting aan vaJi de Prov. Staten van Utrecht, on der leiding van den Commissaris dier Koningin m r. P. D. Graaf Schimmel- penninck. De Vo orzitter opende de vergadier&ng, iwiaairna de griffier liet gelbed las. Terwijl! de leden eiah van hunne.zetels veithieven, .«prak de voorzitter alsnu ails volgt: Mijne Heer en Wanneer wij bij de opening van deze zit ting de vijf ledige plaatsen in ns midden •ontwaren, welke nimmer meer zullen wor gden ingenomen door hen, die wij gedurende -een reeks van jaren gewoon waren daarin te vinden, dan moeten wij erkennen, dat on gemeen zware slagen de Staten van onze provincie in het afgeloopen jaar hebben ge troffen Wij betreuren het besluit van don heer Donde van Troostwijk en van Baron van Boetzelaer om hun lidmaatschap nêer te leg gen, een lidmaatschap dat zij beide geduren de zoo langen tijd met voorbeeldigen ijver hebben vervuld, wij kunnen dit 'besluit slechts eerbiedigen in vertrouwen dat de jongere krachten, die hun taak staan over te nemen, de wijze waarop deze door hunne aan hen zoo naverwante voorgangers werd waargenomen, zich ten voorbeeld zullen .stellen. Met oprechten weemoed echter slaan wij '.het oog op de ledige plaatsen, waaraan de -dood lien, die deze innamen, ontrukte. Daarbij in de eerste plaats wijlen dr. Hei ig®1" gedenkende, moogt gij, mijne heeren, niet van mij verwachten, dat ik veel om- ftrent dezen ook als lid van onze vergade ring betreurden doode zal zeggen, bet zou wlechte eene naar den vorm gebrekkige her- balling 'kunnen zijn van datgene, wat aan Vc>Ie warme en ontroerde harten in woord en ^schrift als het ware ontwrongen werd, toen w.'j hem op eenmaal moesten missen; ik meen*.-echter te kunnen getuigen dat alles, wat toen >ter zij'.ner eere gezegd en geschre ven is, oprecht gewoeld en naar waarheid gesproken wetd. Terwijl zijne beste kochten gewijd waren aan het ambt, waaraan pijlen dr. Reiger schier zijn geheel© persoonlijkheid gaf, meng de hij zich slechte betrekk'-e-lijLk z®lden in uwe discussiën, maar wanneer In,' bot spreken verplicht achtte, 'bemerkten W1j toch telkens, dat de alhier ter tafel gebracht® ?n" derwerpen bij hem een punt van eni9kflS6 studie hadden uitgemaakt en dat hij zijne taak als lid' van deze Staten met die nauw gezetheid en plichtmatigheid opvatte, welke zoo bij uitstek kenmerken an zijn karakter waren. De nagedachtenis van dr. Reiger zal on getwijfeld ook in deze vergadering in eere worden gehouden, zoolang daarin mannen zetelen, die hem hebben gekend en met hem hebben mogen samen werken. Wanneer wij de ons ontvallen krachten gedenken, dan gaan onze gedachten voorts ook zeker met voorliefde terug tot hem die in de laatste jaren naast den voorzitter ge zeten, gedurende 20 jaren deel uitmaakte van deze vergadering, tot wijlen den ruste loos ijverigen van Beuningen. Wie herinnert zich niet de warmte, waar mede in ons midden door hem werden voor gestaan de belangen, die hij zijner liefde en moeite waardig keurde, eene warmte, welke allerminst afbreuk leed door den gemoede lijken steeds hoffelijken toon, waarin zij tot uiting kwam. Ik behoef U slechts te herinneren aan zijne 'Overtuigde belangstelling in landbouwzaken, in de verbetering van vakonderwijs, in alles •wat handel en industrie in deze provincie Ikon ten goede komen, in een woord, hoe •menig gemoedelijk maar overtuigd c:i over tuigend woord deze vergadering er mede toe heeft gebracht de kring haxer bemoeiingen uit te breiden buiten de grenzen, welke zij zich vroeger meende te moeten stellen. Heeft wijlen de heer van Beuningen zich buiten deze vergadering door zijne eigen schappen van hoofd en hart in wijden kring ■eene groote mate van achting en liefde mogen verwerven, zijne werkzaamheden en persoon lijkheid zullen ook bij onze Staten in dank bare herinnering blijven Ook kunnen wij niet dan met meewarig heid zien op de plaats, ledig gelaten door het overlijden van den heer van der Heij den. Wij hebben het met diepgaand medegevoel moeten waarnemen hoe van der Heijden tel kens hoopte door algeheel herstel van zijn plotseling geknakte gezondheid nog in staat te zullen zijn, dat werkzaam aandeel aan onzen arbeid te nemen, hetwelk zijne veel jarige en algeheele toewijding aan de amb ten, welke hij in de streek zijner inwoning vervulde, ons bij zijn intrede in de Staten recht gaven te verwachten. Met innige deelneming moesten wij zien, hoo hij in zijn hoop werd teleurgesteld en hoe eindelijk de dood een einde maakte aan al' zijne verwachtingen. Hij ruste in vrede l i De V oorzitter deelt mede, dat ericht van verhindering tot bijwoning der zitting hebben gezonden de heeren van Harden- broek, Wentink, van Beek, Kleinschmit en van de Westeringh. Tot leden der commissie voor het onder zoek der geloofsbrieven van de nieuw ge kozen Statenleden werden benoemd de hee ren van Bolhuis, van dier Bijl, Ragay, van Hazendonk en Loten van Doelen Grotlie. In afwachting van het resultaat van dit onder zoek wordt de vergadering geschorst. Bij heropening der vergadering wordt den heer V an Bolhuis als rapporteur van de commissie van onderzoek het woord ver leend. De commissie adviseerde tot toelating van de heeren mr. H. J. H. baron van Boetze laer, mr. H. J. Doude van Troostwijk, C. Knigge, mr. M. W. L. S. Bilderdijk en H. F. Kol van Ouwerkerk. Conform wordt be sloten. De griffier wordt uitgenoodigd de nieuw gekozen leden binnen te leiden, terwijl de commissie wordt dank gezegd voor haren arbeid. De nieuw gekozenen leggen in handen van den Voorzitter de bij de wet gevorderde eeden af, worden door den Voorzitter geluk gewen8cht met hunne benoeming en nemen zitting. Aan de orde komt de lijst van onderwer pen voor deze zomerzitting. No. 1 Missive van Gedeputeerde Staten, d.d. 24 December 1907, 2e Afdeeling, no. 4843/3284, houdende mededeeling, dat bij Koninklijk besluit van 11 December 1907, no. 40, is goedgekeurd het besluit dier Staten van 9 Juli 1907, gewijigld bij dat van 29 October 1907, tot vaststelling eener nieuwe verordening op het bouwen op- of bij de zee- en revierwaterkeerende dijken. Voor kennisgeving aangenomen. No. 2. Missive van Gedeputeerde Staten, d.d. 24 December 1907, le Afdeeling, no. 4884/3239, houdende mededeeling, dat bij Koninklijk besluit van 16 December 1907, no. 80, zijn goedgekeurd de besluiten der Staten van 11 en 27 November 1907 tot verhooging van de jaarwedde der leden van Gedeputeerde Staten en tob machtiging van dat college om kasgeld op te nemen tot een bedrag van f 150.000, zoomede tot wijziging der begrooting voor 1908. Voor kennisgeving aangenomen. No. 3. Missive van Gedeputeerde Staten, d.d. 7 Januari 1908, 2e Afdeeling, no. 11/8, houdende mededeeling, dat bij Ko ninklijk besluit van 30 December 1907, no. 51, is goedgekeurd het besluit der Staten vau 11 November 1907, tot toekenning van een voorschot uit de provinciale mid delen aan het waterschap Groot- Mij drecht". ^Toor kennisgeving aangenomen. 4. Missive va.n Gedeputeerde Staten, d.d. 7 JAnua,ri 1908, 2e Afdeeling, no. 4988/14 houdende mededeeling, dat bij Ko ninklijk bevs^u^ van 28 December 1907, no. G4 zijn goedgekeurd de besluiten der Sta ten van a 29 October (-1907, tot nadere -wijziging va,n hun besluit yan 8 November 1905 strekkende «11 eeil renteloos voorschot te verleener. aan .de B'. E. S. M. voor don aanleg en de uiV'™stin« r*11 spoorwegen in de Haarlemmerm.'®1: en omgor'ug- b. 11 November 19o> J001 ZOOTer besluit strekt tot het vei _~k°open aan de gemeente Utrecht van de ^^-aarderewo ning no. 1 aan den M ac-Adam^^6® va,n Utrecht naar Schalkwijk. Voor kennisgeving aangenomen. No. 5. Missive van Gedeputeerde Staten/ d.d. 14 Januari 1908, 2e Afdeeüing, no. 96/104 houdende mededeeling, dat bij Ko ninklijk besluit va.n 4 Januari 1907, no. 14, is goedgekeurd het besluit der Staten van 11 November 1907 tot verandering van den naam van en wijziging van het reglement voor het waterschap ,,Hieijoop, genaamd de Lange Vliet". Voor kennisgeving aangenomen. No. 6. Missive van Gedeputeerde Staten, d.d. 2] Januari 1908, le afdeeüng, no. 212/131, houdende mededeeling, da,t dien 3 Januari 1908 is overleden de heer H. J. H. van der Heijden te Mijidrechb en dat door de heeren G. H. L. baron van Boet zelaer te de Bildt en W. I. Denude van Troostwijk te Loenen bij missives van 20 Januari 1908 ontslag is genomen als lid der Staten. Voor kennisgeving aangenomen. No. 7 Missive van Gedeputeerde Staten, d.d 5. Februerai 1908, 2e Afdeeling, no. 304/236, houdende mededeeling, dat stem gerechtigde ingelanden van het waterschap Groot-Mijdrecht" in hunne vergadering va,n 29 Januari 1908 hebben aangen >mon de voorwaarden, waaronder bij besluit der Staten va.n 11 November 1907 aan dat- waterschap een voorschot is toegiekead •met dankzegging voor den hierdoor ver leenden steun. Voor kennisgeving aangenomen. No. 8. Missive van Gedeputeerde State.:w d.d. 5 Februari 1908, 3o Afdeeling, u>. 310/242, houdende mededeeling, dat bij Koninklijk beeluit van 28 Januari 1903. no. 19, if* goedgekeurd liet besluit der Sta ten var, 18 November 1907, betreffende de- voorziening in de verpleging vau anubis tige krankzinnigen. Voor kennisgeving aangenomen. No. 9. Missive van Gedeputeerde Staten, a.d. 18 Februari 1908, le Afdeeling, ik». 353, houdende mededeeling, dat op 31 Ja nuari 1908 is overleden de heer dr. B. Rei gei- en op 7 Februari d. a,. v. de heer H. A van Beuningen. Voor kennisgeving aangenomen. Ne. 10 Voorstel van Gedeputeerde Sta ten, d.d. 18 Februari 1908, 2e Afdeeling, no. 421/396, betreffende het adres van deu heer A. L H. Obreen e. a., strekkende cm adbaesie te betuigen aan een door hen tot Hare Majesteit de Koningin gericht ver zoek om over te gaan tot droogmaking der plaesen in*de Vechtstreek. Dit voorstel van Gedeputeerde Staten luidt aldus Tu uw vergadering van den 29sten O. tober j.l. kwam een verzoekschrift in van een comité, dat een request aan H. M. d9 Koningin had gericht ten behoeve van de croogrr aking der piassen in de Vecht streek, oan uwerzijds een gelijk'luid9 id adres aan H. M. te willen inzenden. Dit verzoekschrift werd in onze handen gesteld, ten einde daaromtrent in eene vol gende zitting door ons van advies zoude worden gediend. Bij besluit van den 2en December jl. af deeling Waterstaat, werd evenwel door den minister van Waterstaat .krachtens mach tiging van wege de Koningin beschikkende op de cdressen, door A. L. H. Obreen te 'i Graveland e.a. aan H. M. ingezonden. voor wolke adressen de betuiging Uver adtuesie in bovengemeld verzoekschrift werd verzocht, aan adressanten mede gedeeld, dat eerst de uitslag van het aan hangige overleg omtrent eene regeling tot beheersching van de waterstanden op de Vecht moest worden afgewacht, voor en aleer do mogelijkheid van de verlangde droogmaking kon worden onderzocht. Een afdruk van deze ministerieele be schikking wordt mede, als bijlage, hierne- veas gevoegd. Aargezien er na deze beslissing geen re den meer is voor uwe vergadering om het verzoek van adressanten nader in overwe ging te nemen, stellen wij u voor, het ver zoekschrift van het comité voor kennisge ving aan te nemen. Besloten wordt over te gaan tot onmid dellijke behandeling van dit punt. De heer Doude van Troostwijk kan zich wel vereenigen met de conclusie van Gedeputeerden. Spreker wenscht echter een vraag te stellen naar aanleiding van een zinsnede in dit advies, waarin gesproken wordt over den uitslag van een aanhangig overleg omtrent een regeling tot beheer sching van de waterstanden op de Vecht. Die waterstanden zijn volgens spreker in derdaad schrikbarend en hoogelijk is het te verwonderen, dat in deze streken geen be smettelijke ziekten zijn uitgebroken, als een gevolg van de bacillen, die door het over- strcr-mend water worden aangevoerd. Dat die ziekten zijn uitgebleven, schrijft spreker toe aan het groote aanpassingsvermogen van den mensoh Intusschen is het een feit, dat door die hooge waterstanden enorm veel schade wordt berokkend aan de omwonen den, welke schade wel het sterkst drukt op de armen. De meer gegoeden kunnen zich veldvruchten aanschaffen, als het water de eigen oogst heeft bedorvenmaar de armen zien eenvoudig al hun rijkdom verwoest, als hun aardappelen en hun boonen door het water worden overstroomd. Dat zijn zeer betreurenswaardige toestanden en met het pog daarop vraagt spreker boe het staat met onderhandelingen, in het advies terloops aangeroerd, tusschen Gedeputeerde Sta- tlr^v w? Noord-Heiland en hun ambtgenoo- ten uit de' provincie Utrecht, die beide ooi- i 'ko &ij de regeling dezer quaestie ^UokwN».I« de stukken heeft spreker een antwooi© fP ma« niet kunnen vinden De heer Mengel* wijst op de sobere motiveering van tie ctmcltmie van Gedepu teerde 'Staten, des te opvallender egen r de treode argumentatie, gegeten e weging van de tegen-rij de, die str drooglegging der Vechtplassen. Dd sie wekt min of meer den indruk, dat denuteerdien zich met een Jantje van lei den van de zaak hebben willen afmaken en met die houding kan spieker zich dan ook niet vereenigen. Hij "wijst op de zinsnede, door den minister in diens missive gebruikt en door den vorigen spreker reeds aange stipt: ,,De verlangde droogmaking kan eerst worden onderzocht, als oen behoorlijke geling tot beheersching van de waterstand»©1! op de Vecht is getroffen." Maar van een overleg tusschen de bij die regeling betrok ken colleges hoort men niets. Spreker vraagt of het nu inderdaad noodzakelijk is met de droogmaking te wachten totdat die regeling is tot- stand gekomenen indien dat inder daad noodig mocht blijken, zijn Gedepu teerde Staten dan bereid terstond na het beëindigen van dat overleg bot groote werk .tot- droogmaking der plassen ter hand te ne- anenï Spreker vindt bet- belachelijk, dat deze "vergadering met enkele regelen de zaak als afgedaan zou willen beschouwen, terwijl daartegenover de ^groote belangstelling staat van de geheele provincie, die van een droog making zéér groote voordeden zal genieten, zoowel door het bebouwen van de vrucht bare landen die gewonnen zuilen worden, als dcor het vele werk, dat bij drooglegging der plassen zal zijn te verrichten, in onze dagen een zeer gewichtige werkverschaffing, die hoogst welkom zal zijn. Spreker dient een motie 'in, luidende: ,,De Provinciale Staten van Utrecht, gelet op het verzoekschrift van 'het Comité in zake de droogmaking van de plassen in de Vechtstreek; gdet op de mogelijkheid van groote economische, sociale en hygiënische voordeden, verbonden aan de droogleg ging der plassen; spreken als hun oordeel uit, dat zoo spoedig mogelijk maatregelen die nen getroffen te worden, ten einde een onderzoek in te stellen naar de vraag of het wenschélijk is dit werk aan te vatten en door te zetten dragen Gedeputeerde Staten op in dezen geest werkzaam te zijn." De heor De Louter acht de conclusie van Gedeputeerd© Staten formeel zeer juist, de zaak was afgedaan en voor hen viel eT dus weinig anders te doen. Maar intusschen be treurt spreker het, evenals de heer Men- doitf, dat Gedeputeerden daarmede de quaes- tie heslist meenen. De droogmaking der Vechtplassen is een zaak van zéér groot ge wicht voor deze provincie; immers 5000 H.A grond kunnen gewonnen worden. Ze ker is een oplossing van dit vraagstuk zeer moeilijk te vindenwant de samenwerking, die noodig zal zijn, om het begeerde doel te bereiken, de medewerking van Gedepu teerden van Noord'-Holland, is uiterst lastig te vorkrijgen; dat heeft de ervaring ons ge leerd. Dat Gedeputeerden van Utrecht dus niet zoo grif bereid zijn in deze het initia tief te nemen, behoeft niet zoo zoer te wor den verwonderd, maar is integendeel wel te begrijpen. Rest derhalve zich te wenden tot de Rijksregeering, die in staat is even- tueele moeilijkheden te overwinnen en de zaak tot een goed einde te brengen. Ook spreker is met den voorgaanden woordvoerder geneigd een poging aan te wenden, om Gedeputeerde Staten alsnog tot eon ander inzicht te brengen, met Volkomen eerbiediging van het besluit, dat zij thans hebben voorgesteld. Het gaat niet aan deze hoogst belangrijke zaak eenvoudig ter zijde te schuiven. Provinciale Staten kunnen zelf de zaak ter hand nemen, daartoe bezitten zij de bevoegdheid; mocht evenwel blijken dat, om wat voor reden ook, dit onuitvoer baar is, dan kunnen rij zich wenden tot de regeering, gesteund door een advies van Ge- de du teerde Staten, en zoo mogelijk door een krachtige aanbeveling van den ingenieur "an den Rijkswaterstaat in deze provincie. Spieker zal geen nieuw voorstel indienen, nu "e heer Mendels reeds een motie ter ta fel bracht; hij zal zich evenwel scharen aan de zijde van hen, die ijveren voor een goede oplossing dezer zaak en zich niet kunnen neerleggen bij een besluit in den geest, zoo als thans door Gedeputeerden wordt voor gesteld. De heer Van It ter sum deelt mede, en dit in antwoord, aan den heer Mendels, dat een breedere motiveering van het stand punt vau Gedeputeerden, niet kon worden verwacht. Men stond immers voor een uit gemaakte zaak, het request van het Comité in quaestie was reeds beantwoord door de regeering en een andere beslissing was mits dien niet te nemenhet geven van een na der advies zou in deae nutteloos werk zijn geweest, te meer, waar de beslissing op het request werd' genomen, zonder dat de mee ning van Gedeputeerden daarover was in gewonnen. Het was dus een absoluut afge handelde quaestie, waaromtrent niets an ders viel te adViseeren; formeel was er aan de zaak niets te doen. Aan het adres van den heer Troostwijk kon spreker mededeelen, dat de hoofdinge nieur van den Waterstaat bozig is met plan nen te ontwerpen, om den overlast, die do bewoners van de Vechtstreek van het water ondervinden, te overwinnen. Aan een en ander wordt op dit oogenblik hard gewerkt Wat nu de heer Mendels wil, staat in zeker opzicht lijnrecht tegenover wat de heer Troostwijk verlangt. Deze laatste wil ver mindering van water, doch gaat men klak keloos in op het voorstel des heeren Mendels, dan zullen de Vochtbewoners in nog groo- tere mate hinder ondervinden van het water. Dat vergete men niet; evenmin zie men over het hoofd, dat lang -niet alle belangheb benden het eens rijn over de voordeelen, die door de droogmaking zullen worden ver kregen. Te dien aanzien bestaat er allesbe halve eenstemmigheid en dat is een factor, die niet licht moet woilden geteld, maar waarmede rekening dient te wordon gehou den. Een quaestie, die eveneens de aandacht vraagt is de vraag Wie de droogi -rising der Vechtplassen zal hebben uit te voeren. Ten onrechte wordt er beweerd, ^at de Pro vinciale Staten in deze het aangewezen lichaam zouden zijn. Niet onaardig is in dit verband even te herinneren aan hetgeen de heer Obreen zelf te Utrecht in een vergade ring van hot departement der Maatschappij van Nijverheid mededeelde. Volgens het verslag dier vergadering welk verslag door spreker werd bewaard, evenals zoovele andere stukken uit het nu langzamer hand zeer lijvig geworden Vecht-dossier - heeft de heer Obreen gezegd, dat slechts twee wegen open stonden om tot droogmaking der Vechtplassen te geraken, n.l. een uitvoering van Rijkswege of een uitvoering door een particuliere onderneming. Particulieren schijnen er evenwel niet belust op te rijn want voor zoover spreker weet, kwam to heden nog geen enkele aanvraag tot droog legging in. De kosten zijn daarenboven niet te onderschatten. De regeling van de water standen op de Vecht zaJ een f 1.000.0CK eischenstrekken de bemoeiingen zich uit over de Vechtplassen, dan worden de kosten geraamd op 2 a 3.000.000, ongeacht nog 5.000.000 voor uitmalingen. Spreker voor zich kan wel medegaan met wat de heer de Louter wil. Wanneer door Gedeputeerden plannen worelen ge maakt voor d© Vecht, dan kan daarbij mis- sahien rekening worden gehouden met de wenschelijkheid van de drooglegging der plassen. Maar de regeling "an den water stand op de Vecht is prealabel. Of de ver langde drooglegging dat economische voor deel zal hebben, dat men er zich van voor- stolt, betwijfelt 6preker sterk, al zou hij zelf de plassen ook gaarne droog gemaakt zien. De heer Van T u y 1 heeft rich niet vol doende kunnen voorbereiden voor deze be langrijke zaak, omdat men voor een rich- tige beoordeeling de beschikking zou moeten hebben over rapporben, o. a. van ingenieurs van den Waterstaat. Spreker bezit evenwel eenige aantedkeningen, die betrekking heb ben op de zaak en niet ganschelijk - an ge wicht ontbloot zijn. Die aanteekeningen toonen aan, dat men niet klakkeloos moet zeggenDe Vechtplassen moeten worden drooggelegd. De waterschappen Mijdrecht en Betihune bewijzen, hoe voorzichtig men met deze aangelegenheden moet zijn. De heer Obreen zegt, dat. men 5000 H. A. vrucht baren grond zal winnen. Het begrip vrucht baar is zeer relatief, en a-llerlei vragen dringen zidh daarbij naar voren, vragen die een grondig onderzoek vereischen met vol ledige beantwoording voor en aleer men met zekerheid kan zeggen, dat de te winnen grond inderdaad vruchtbaar zal zijn. Reeds dadelijk treden enkele dier vragen op den voorgrondWat ia de onderlaag van den grond Is het mogelijk dat er eenige gemeen schap bestaat tusschen onze gronden en de Zuiderzee? In geval bijvoorbeeld deze laatste vraag niet met afdoende zekerheid kan wor den beantwoord, dan is reeds aanstonds de beweerde vruchtbaarheid van den grond aan sterken twijfel onderhevig. Deze bedenkin gen tegen een overhaast besluit rijn volgens spreker wel de moeite waard om even onder de oogen te worden gezienspreker is daar om thans tegen de motie-Mendels. De heei De Louter heeft dankbaar gevolgd wat door de andere sprekers over deze zaak in het midden is gebracht en dat heeft hem versterkt in de meening, dat een onderzoek noodzakelijk is, alvorens verdere besluiten te nemen. Tot dat on derzoek kunnen de Staten worden uitge noodigd. Een onmiddellijke beslissing zou spreker niet gaarno willen uitlokken het was zijn bedoeling de zaak aanhangig te maken bij de regeering. De quaeetie die in doze vor- .cadering aan de orde is, gaat de krach ten der provincie verre te boven en moet dus d'oor het Rijk worden aa.ngevat. De door den heer van Tuyl geopperde bezwa ren, rijn -wellicht voor weerlegging vat baar, eischen althans een aandachtige en nauwkeurige bestudeering. Met te méér klem dri.igt sproker er daarom op aan oen adres te concipieeren, to richten tot d< regeering en te behandelen in de aanstaan de winterzilting der Staten, ten ©indé de- zo gewichtige zaak beslecht te krijgen. Ei is thans een nieuwe regeering opgetredor met een anderen minister van waterstaat; de mogelijkheid is dus niet buitengesloten dat deze minister een anderen blik op d< quaestio heeft da-n zijn voorganger en nie vervallen zal in een herhaling van hot ant woord, dat de vorige minister ten aanziet van een zoo belangrijke zaak ten beste gaf De heer Mondeis heeft dankbaa acte genomen van die inlichtingen doo velschillende leden gegeven. Het is dai toch tot zijn genoegen gebleken, dat d1 zaak wel wat méér aandacht waard was dan daar door Gedeputeerden aan was ge schonken. Maar waarom heeft dit college namens hetwelk heden ter vergadering na dere infoimaties werden verstrekt, he overbodig geacht het advies zijnontwegj iotwat bleeder te motiveeron? Dan wa men onmiddellijk op de hoogte geweest. In middels heeft men mogen constateer en, da men liet in deze vergadering vrijlwel oe» ia met de strekking van sprekers motie <li* dan toch bij slot van rekening gohe< de wenschen bevat, door andere leden b< den lc- herdo gebracht. Door niemand betwist dat de droogmaking der plass een voordeel is voor deze provincie. Welnv waar dit dus vast staat, moet alles worde

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1