If*. TO. Tweede blad.
7"" Jaargang.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
CINDERELLA.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco por post- 1.50.
Afzonderlijke nummer.' - 0.05.
Deze Couran verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen 9nz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat
Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10,
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnomont Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Nederland en Venezuela.
De Haagsche redacteur van liet H b 1 d.
hae een onderhoud omtrent de Venezolaaii-
sche quaestie met iemand, die van het doen
er laten van onze regeering in deze quaestie
,<roed. op de hoogt* is te achten. Zijne mede
deelingen komen op het volgende neer.
Onze regeenng heeft, na de gesprdicken
die de minister van Buitenlandsche Zaken
met den heer De Reus heeft gehad en na
van hein vele inlichtingen omtrent den toe
stand in Venezuela en op Oura9ao te heb-
.'ben ontvangen, haar meeninig omtrent heb
gehemde definitief kunnen vestigen. En nu
kan al aanstonds worden geconstateerd, dat
die meendng zoodanig is, dat een vredelie
vende oplossing van liet geschil lang niet
onwaarschijnlijk wordt geacht. Welke zijn
de grieven van Venezolaansohen en welke
van Nederlandscben kant, en wellke opvat
ting heeft onze regeering van ibeide? Ziedaar
natuurlijk in den tegenwoordigen stand der
quaestie de hoofdvraag.
De grieven van Venezuela zijn drieërlei
1. het niet salueereu van de Venezolaan-
sche vlag door de „Gelderland"; 2. het
lelletje te Curasao, en 3. de brief van den
lieer De Reus. Omtrent het eerste punt
moet bij de Venezolaansdhe regeering onge
twijfeld een misverstand heerschen; zij
moet stellig voorbij hebben gezien, dat een
oorlogsschip, naar internationale étiquette,
niet behoeft te salueeren als het binnen hety
jaar eenzelfde vieemde haven bezoekt. Ten
aanzien van de beide andere punten echter
wordt door onze. regeering erkend, dat de
Venezolaansche regeering althans in hoofd
zaak gelijk heeft. Het. rolletje te Curasao
wordt dezerzijds betreurd, al zijn de voor
stellingen, die daarvan hier en daar werden
gegeven, nog al sterk gekleurd. Eveneens
wordt door de Nederlandsche regeering
zeer betreurd, dat de heer De Reus een
brief heeft geschreven, waarin hij zioh over
het hoofd van den Staat, waarbij hij geac
crediteerd was, uitliet gelijk hij deed in
zijn schrijven aao ,,Hou' en Trouw". Tot
vergoelijking van zijn misslag mag worden
aangevoerd, dat hij niet heeft kunnen den
ken dat het bestuur van die vereeniging zich
aan een zoo grove onbescheidenheid zou
schuldig maken als het pulbliceeren van dit
schrijven. De minister van BuitenlandSche
Zaken moet dan ook voornemens zijn de
circulaire weder in te trekken, welke zijn
voorganger aan onze diplomatieke vertegen
woordigers had gezonden en waarin ver
zocht weid de genoemde vereeniging, als
zo inlichtingen vroeg, zoó mogelijk ter jville
te zijn.
Intusschen neemt de onverantwoordelijke
daad van ,,Hou' en Trouw" niet weg, dat
de heer De Reus een misslag heeft begaan
door zulk een brief te sdhrijVen, terwijl
tevens wordt erkend dat hij, toen die brief
eenmaal was bekend gemaakt, onmogelijk
was geworden als onze vertegenwoordiger te
Caracas en dat president Castro volkomen
gelijk had door te vorderen dat hij zou ver
trekken. Alleen wordt dezerzijds bezwaar
gemaakt en ziedaar de eerste grief van
onzen kant tegen de wijze waarop de
Venezolaansohe regeering daarbij te werk is
gegaan, namelijk door den heer De Reus
onmiddellijk het land uit te zetten. Had zij
onze regeering verzocht, den heer De Reus
terug te roepen, dan ware dit ongetwijfeld
geschied.
De tweede grief onzerzijds beterft het
aanhouden van enkele Nederlandsche sche
pen en vooral ook hier weder de wijze waar
op daarbij van de zijde van Venezuela is ge
handeld.
Doch indien wij slechts deze grieven had
den, zou er door onze regeering zeker even
min aan de mogelijkheid of wensckelijlkhedd
van ernstig optreden tegen president Castro
worden gedacht als bij voorbeeld door die
van Frankrijk schijnt te worden gedaan,
hoewel de gezant van dat land todh op nog
heel wat meer on/wellevende wijze is uitge
zet dan de heer De Reus. Er is echter een
andere grief, die voot ons de gansche
quaestie beheerachtde houding van Vene
zuela jegens Curasao. Het beruchte decreet
van 14 Mei is zulk een slag voor den handel
en voor de gansohe welvaart van Cura§ao
de dagbladberiühten daaromtrent schij
nen in_Jt geheel niet overdreven te zijn
dat de kolonie een wissen ondergang snel
te gemoet gaat Als dat decreet niet inge
trokken wordt. Men heeft echter op 't Bui
tenhof wel hoop, dat dat decreet nog zal
worden ingetrokken. Immers, in de nota
van den Venezolaansohen minister van Bui
tenlandsche Zaken wordt uitdrukkelijk ge
zegd, dat de Venezolaansohe regeering met
die van Nederland 'vriendschappelijke be
trekkingen wenscht te blijven onderhou
den Welnu, daaï de Nederlandsche regee
ring harerzijds erkent, dat die van Vene
zuela in hoofdzaak gelijk heeft in twee van
de drie door haar geuite grieven, meent zij
te mogen verwachten, dat de Venezol aan
sche regeering van haar kant zal toonen,
dat het haar met die betuiging van vriend
schap ernst is, door het decreet van 14 Mei
in te trekken. Immers, al valt het formeele
ieoht van president Castro's regeering om
zulk een decreet uit te vaardigen, niet te
betwisten, die daad is todh zeker niet te
rijmen met den wensöh om vriendschappe
lijke betrekkingen te onderhouden.
Het hiervoren uiteengezette pro en con
tra vormt, naar mijn zegsman verzekerde,
tevens de hoofdstrekking van hetgeen door
onze regeering aan die van Venezuela is ge
antwoord in twee nota's, waarvan de tweede
ter verzending gereed ligt. Intrekking van
het decreet van 14 Mei is gevraagd vóór 1
November a.s., echter gansdh niet bij wijze
van ultimatum. De bedde nota's zijn in
zeer hof fel ijken en verre van agressieven
toon gesteld, zoodat de kans op minnelijke
schikking zoo wijd mogelijk open is gehou
den. Van eenig wapengekletter heeft men
zich strikt onthouden. De positie die onze
regeering inneemt, is trouwens in t alge
meen zóó to teekeneu dat zij een gewapend
optreden slechts als een ver verwijderde mo
gelijkheid beschouwt, doch anderzijds het
vaste voornemen heeft om de kolonie Cu
rasao niet aan haar lot over te laten.
Ten slotte vroeg ik mijn zegsman welke
middelen onze regeering te baat dadht te
nemen indien ze in haar verwachtingen eens
mocht worden bedrogen en de diplomatieke
weg moest worden verlaten. Van de midde
len, die voor dat geval in overweging waren
genomen, meen ik er slechte één te mogen
noemen, omdat er reeds in 't openbaar van
is gewaagdhet opheffen, onzerzijds, van
het verbod van wapenuitvoer van Cura§ao
en het op andere wijze bevorderen van
revolutionaire bewegingen in Venezuela. Be
spreking van andere middelen lijkt mij in
een Ncderlandsch dagblad en vooral in het
kader van dit schrijven, niet wenschelijk.
Alleen meen ik nog te moeten opmerken,
dat mijn zegsman bevestigde dat de Ver
eenigide Staten ons geheel de vrije hand
zullen laten zoolang wij niet overgaan tot
oen blijvende lieaetting van Venezolaansch
grondgebied of tot zulk oen langdurige be
zetting, dat zo zon dreigen een blijvend ka
rakter aan te nomen. Een landing bijvoor
beeld zouden wij zonder conflict met de
Monroe-leer kunnen uitvoeren.
Naar een vereenigd optreden met andere
mogendheden is niet gestreefd. Wel is ze
kere steun van sommige mogendheden niet
ondenkbaar, maar daaromtrent is thans nog
niets vastgesteld. Voorloopig schilt ieder
zijn eigen appeltje met Venezuela. voor
zoover hij 't appeltje 't schillen waard
vindt.
Deze mededeelingen hebben den indruk
versterkt, dien ik reeds na de verklaring
van minister Van Swinderen in de Eerste
Kamer had ontvangen, nl. dat do behande
ling van de Venezolaansche quaestie bij
onze regeering in goede handen is. De re
geering wil blijkelijk zoo gematigd moge-"
lijk optreden, zonder nochtans" de waaldijk
vitale belangen van Cura9ao te veronacht
zamen. Men mag, dunkt mij, in deze een
vol vertrouwen stellen in het regeeringsbe-
leid en men zal vermoedelijk ons land een
dienst doen door dat ventrouwen te toonen
en niet te pogen de regeering te dringen in
eenige uiterste richting. Men kan er zeker
geen goed en allicht wat kwaad me© stich
ten.
,,De New York Heraid verneemt uit Port
of Spain (Trinidad)De Eneglsche gezant,
te Caracas is hier aangekomen. Volgens ge
rucht wenscht president Castro, wegens de
bedenkelijke vermindering van de invoer
rechten, de zout- en de lucifers-concessie en
andere moeilijkheden met England te rege
len en Engelands goede dionsten ter bijleg
ging van het geschil met Nederland aan te
Naar aanleiding van het slot van boven
staand telgram heeft de N. R. Ct. zich tot
het Departement van Buitenlandsche Zaken
gewend, met hot. verzoek, zoo mogelijk, na
dere inlichtingen te willen verschaffen. Het
blad werd echter medegedeeld, dat aan het
Departement van eene bemiddeling in het
geschil tussohen ons .and en Venezuela als
in het telegram aan de Ilerald bedoeld, tot
op het oogenblik volstrekt niets vernomen
was.
Goed ingelicht. Al is het treurig
genoeg wij moeten - onze lezers toch eens
laten lachen over de wijze waarop de Ameri-
kaanscihe pers, zelfs de groote bladen, over
ons land worden ingelicht.
Ziehier de New-York Times", die een
bijzondere correspondentie, gedateerd 30
Juli, van een kolom kleinen druk uit Den
Haag bevat, waaruit wij het volgende sa
menleven
In korte, maar veellbcteekenende zinsne
den heeft de „Staatscourant" medegedeeld,
dat de Venezuelaansche quaestie in den mi
nisterraad van 29 Juli behandeld is en dat
men besloten had de aankomst van jonk
heer" De Reus ai te wachten.
Deze ministerraad werd bijgewoond door
admiraal Hoekwater.
De pers van Den Haag, Amsterdam en
andere steden zonder onderscheid van partij
is eenstemmig in haar oordeel, dat de natie
zicih niet meer beleedigingen kon laten wel
gevallen en dat de Regeering haar vollen
steun zal hebben, als zij krachtige maatrege
len neemt.
„De Telegraaf" van Amsterdam, welke
vermoedelijk het- oudste dagblad van de vj-
reld is
„De Nieuwe Roti. Otr." die, meer dan
eenig ander blad, de inzichten van de te
genwoordige regeering weergeeft
In New-York en omstreken wonen 40,000
Nederlanders, dat is ongeveer half zooveel
als in Den Haag.
Personen, die tot het ministerie in betrek
king staan, verzekerden dezen zeer bijzon
deren correspondent, dat 24 uur na de aan
komst van jouklheer De Reus de „Gelder
land" en de „Heemskerök" bevel zouden
krijgen La Guaira en Porto Cabello te be
schieten.
Voorts vinden wij in hetzelfde blad het
verhaal, dat in 1903 Amsterdamsche ban
kiers een leening van 5 millioen dollar voor
Gastro plaatsten en dat de heer De Reus
steeds met de grootste moeite de rente van
deze leening inde. „Tweemaal per jaar kwam
de rente in doozen en kisten zijn huis bin
nen in alle mogelijke soort zilveren
munt, die in Zuid-Amerika bekend is en
zag hij zich genoodzaakt, dit geld te bewa
ken met geladen revolvers en het naar de
kust te brengen, waar het aan boord van
een Nederlandsche boot op 0ura9a© gebracht,
werd. Er zijn geen roovers in Venezuela
werd hem eens geantwoord toen hij om be
scherming vroeg."
(Nieuwe Crt.)
De expeditie naar Suriname.
Van den leider dér wetenschappelijke expe
ditie naar de bronnen der Sunnaane-rivier,
den heer Silerts de Haan werd door de com
missie tot wetenschappelijk onderzoek van
Suriname het volgende bericht ontvangen
Na mijn aankomst te Paramaribo werd van
wege den gouverneur geschreven aan den
grannnan der Saramaccaners, dat de expedi
tie, waarvoor in het laatst van 1907 reeds
zijn steun was ingeroepen, 1 Juli de
Suriname-rivier op zou gaan en in de laatste
helft van Juli aan de samenvloeiing van
Gran rio en Pikien rio te verwachten was.
Op mijn verzoek w*rd eveneens aan len
Leriman te Ganeee geschreven om door zijn
heimiddeling tot een contract te geraken voor
den opvoer van levensmiddelen vim Bosoh-
lamd naar Goddo.
Van de toevallige santtezighe'd van den
kapitein Alexander van Gansee te Parama
ribo, werd gebruik gemaakt om een vor-
loopig contract te sluiten voor den opvoer
van lading zoomede voor aankoop van 4
nieuwe corjalen.
30 Tuni vertrokken wij met eei. stoombar-
kas naar BoeohL.iid en kwamen 1 Juli al
daar aan. 's Avonds verscheen volgens af
spraak Alexander, doch zonder laadbooten,
terwijl hij tevens meerdere bezwaren maakte
over het contract; het gelukte mij teen zelf
te Gansee de noodigo booten en gidsen te
krijgen.
Zondag 5 Juli vertrokken wij van Bosch-
land en kwamen na een voorspoedige reis
17 Juli te God>do aan.
Men schijnt hier zoer bevreesd te zijn voor
de Indianen, hoewel niemand ze ooit heeft,
gezien, maar in elk geval vertrekken wij
morgen, met of zonder gidsen.
Het reisplan is als voigt
Vertrek van Goddo 22 Juliaankomst bij
Toomoesi kreeik 25 Juli; hier gaat Wijmans
met den opzichter Millard het. pad naar de
Jaïkreek volgen en kunnen zij 7 Aug.
terug zijn.
Ik zelf zal dan bezig zijn met meten op
den berg bezuiden Goddö, welke men -na
10 dagen varens de Pilden rio op kan be
reiken is de Pikien rio nog verder bevaar
baar, dan zal Wijmans deze verder opnemen.
Ongeveer 20 Aug. hoop ik dan zelf te God
do terug te zijn De koeren Wijnmans en
Millard zullen zich dan reeds bij mij heb
ben gevoegd, of hoogstens een paar dagen
later volgen.
Ongeiveer 24 Aug. vertrekken wij dan naar
de Gran rio.
gezondheid der Europeanen laat nicits
te wenschen overbij het stadspersoneel
deden zich enkele koortsgevallen voor. x
Landverhuizing naar Bra
zilië. Le service de propaganda et. ex
pansion économique du Brésil te Antwer
pen deelt mede, dat gedurende het eerste
halfjaar 1908 in Brazilië reeds 40,791 land
verhuizers zich ontscheepten en dat door
het buitengewoon groot getal émigranten,
dat zich thans in Brazilië komt vestigen, de
regeering zioh genoodzaakt ziet het vervoer
van émigranten, welke voor rekening der
Rraziliaansche regeering vertrekken, eoni-
gen tijd te schorsen. Waarschijnlijk zal met
November a.s. het vrije vervoer van land
bouwers weer kunnen beginnen.
Landverhuizers, die voor eigen rekening
naar Brazilië wensclien te gaan, kunnen
ten alle tijde vertrekken en genieten de
zelfde voorrechten als voorheen.
„Do oeuw van het kind". Uit
de correspondentie-rubriek van „Holland-
sche LebV.
„Is het niet lachwekkend en droevig tege
lijk te zien, hoe er juist in onze dagen
wordt geschermd met de behoeften van bet-
kind en de eischen van het kind en de plioh-
ten van het kind, alles ter wijl zij, die het.
daarover zoo druk hebben, hun tlhuis dat
toch het middelpunt is waar het kind groot
wordt (althans zoo behóórde het. te zijn)
verwaarloozen om al speechende cn vergade
rende, de arme kleine kleuters over te laten
aan min, verpleegster, kinderjuffrouw, gou
vernante, of ook wel, als de beurs zulk een
royale leefwijze niet toelaat, aan een Slonzige
meid-alleen of een onbeschaafd kinderwiefht
van zestien jaar hoogstens.
De volwassenen heden ten dage vergeten
daarenboven een groot ding, en dat is, dat
men door zooveel te peuteren aan, te wroe
ten in, te polijsten over een kinderzieltje,
het blan'k-onschuMige-teere, dat. liet kind
zijn is, ontheiligt en bederft en verontrei
nigt., totdat dat heole fijne waas, dat ligt
als ongerepte morgenstond over oen pas be
ginnend leventje, is weggeveegd en wegge-
wassdhen met een bardhandigen, hygiëni-
schen reform -schoteldoekdie misschien ont
zettend nieuwerwetsoh-verstandig en degelijk
moge zijn, maar ongelukkigerwijze het na
deel heeft van alle poëzie, alle liefelijkheid,
allen eenvoud, alle aanvalligheid, al dat
intieme-naieve, in een woord, dat. het kind
kind maakt, te vernielen door zijn lompe
groote-menschen aanraking.
Het volkssanatorium te
ou re. Gisteren is 'o airte van schenking
van ..Ilerema-State" te Jour© gepasseerd.
Deze belangrijke zaak is dus in orde en het
hoofdbestuur kan ver ie'' voortwerken.
(L. Ct.)
door
16 S. R. CROCKETT.
Uit }ift Schotsch vertaald
door
J. P. WE88ELINKVAi' ROSSUM.
„Het zijn versahe forejleu, Megsy," zei
een stem .aan de deur, „en mijn laarzen zijn
schoon, mag ik niet binnen komen
„Laat me eerst zienantwoordde de on
handelbare meesteres van de lagere deelen
van het huis Arioland. „Wel ök geloof, dat
je wel binnen kunt komen, maar trek je
groot© .kruiwagens van schoenen uit en laait
ze bij de dleur. Je zult er niet slechter aan
toe zijn door een poosje op je sokken bij
den haard eener fatsoenlijke vrouw te zit
ten
„Megsy, als ik mijn zin had, dan zou je
dikwijls vroolijk bij; den mijne zitten
Er volgde een oogenblik. van hard trek
ken en worstelen om de schoenen uit te
krijgon, daarna trad een man met gebruind
gelaat en grijze haren binnen, heel voorzich
tig .°P sokken loopende, als iemand die
op iedere schrede, die hij zet acht geeft.
Dit was Anders Mac Quaker, vissoher,
deskundige in alles .wat jaoht en vissdherij
betrof en de medodeeler van nieuwtjes door
geheel Koir, zelfs tot aan Luce Bay en de
uiterste grenzen van Mrnnigaff.
„Wat heb je daar gezegd, Anders?" riep
Megsy uit de kaaskamer. Zij had volstrekt
niét gewacht om iliaar gast te ontvangen,
maar ging voort met. haar werk zonder zelfs
haar oogon in de richting der deur op te
heffen.
„Megsy, ik zeide, dat ik mijn hart in
zulk een mate op je gezet heb, dat...!"
„Nu als het je niet plaagt, dan kan je
het zoo nog wel een .paar minuten langer
houden totdat ik de kippen gevoerd heb!"
zei Megsy ongevoelig, terwijl zij naar bui
ten ging met een groote bak meel en water
voor haar geliefde vogels. Het. waren welop
gevoede kippen en zij. beproefden, nooit den
helder gesdhuurden drempel van Arioland's
achterdeur over te gaan. Vrees voor Meg-
sy's tafellaken hield hen zelfs aan den an
deren jkant van een zékere, niet aangegeven,
maar trouw in acht genomen grenslijn, die
getrokken was van den hoek van het kiezel
pad aan de voordeur rondom de bloembed
den, en eindigde bij het keukenraam. Aan
gindsche zijde van die grens had Magsy's
gelukkig troepje volkomen vrij' spel, zij wer
den geregeld tweemaal daags gevoerd, om
haar te leeren thuis te blijven en nergens
elders haar eieren te leggen, zooals alle-
daagsche bn onopgevoede kippen doen.
„En je zeido toen ik wegging, Anders?"
Zoo moedigde Megsy haar bezoeker aan
voort te gaan, boen zij teruggekeerd was en
het kippenvoer van haar handen had ge-
kflopt, terwijl zij het bakibord gereed zette
om met het. nog gewichtiger werk, het bak
ken van den koek aan te vangen.
Nu is or niets aardigere te zien in Gallo
way dan dit, ternauwernood zelfs het was-
sdlien van de lakens als de rokken zijn. om
geslagen voor het gestamp on de zon den
blos op de wangen veihoogit en welgevorm
de enkels even wit glinsteren als de gevleu
gelde hielen van Mercurius zelf.
Menige veelbelovende hofmakerij begint
op die manier. En zéker is het, dat een
mooi meisje er op zijn mooist uitziet met
de armen bijna tot aan de schouders bloot,
terwijl de heen en weergaande .beweging van
de taarterol op het bakbond al de bekoor
lijkheden van een moiligen arm te voor
schijn brengt.
Rrt rrt! Het bereikt het oor in ver
schillende tonen, dof en scherp al naar de
dikte van hef. deeg.
Bij tusschenpoozen strooit een hand een
dun laagje meel met een buiging van den
pols, d'ie door kenners zeer wordt bewon
derd en die werkelijk waard is door ieder
te worden opgemerkt. Dit wordt meestal
vergezeld van een glimlach tot den aanwe
zigen jongeling, indien hij een waardig jonk
man is en verdient, dat men zich mceite
voor hem geeft.
Onmiddellijk daarna is het noodig, dat
naar de koeken wordt gcccien. Zij zijn reeds
van het. ronde hakijzer genomen, dat over
een helder, vriendelijk zacht vuurtje hangt,
geen luidk net terende vlammaar veel meer
gloeiende asc-h, zacht en alles in de ouige-
\ing verzachtend
Dezelfde lieve handen keeren nu de haver-
koeken om, nadat met een punt vam ©en
sneeuwwit 'boezelaar het meel van de vingers
is verwijderd, en zetten ioderen koek zoo,
dat liij het beste deel van het vuur krijgt
en als een uitmuntenden- koek te voorschijn
komt, lieht in den mond, knapperend tus
sohen do tanden en zeer gewensclit als ge
recht voor de goden! Daarna zulk een fron
sen van do wenkbrauwen zulk eon bewo-
I gen. met het 'hoofd of de gelukkige koek
gereed is of niet. Dan bijna alsof het
1 een diefstal was, heerlijk en vergeeflijk als
die andere, welke (als plan) gedurende hot
laatste kwartier in het. hoofd van den jon- 1
gen .man heeft gezeteld, wordt eon klein
korstje afgebroken, en gevolgd door een
schittering van witte handen als hot wordt
geproefd, en de rest aan den uitnemenden
toeschouwer aangeboden. Op dat tijdstip
I laait de jongeling, indien hij tenminBte
1 eenige mannelijkheid bezit, of den onderae- J
menden geest, die weet. om te gaan met
j meisjes, zelfs in liet bedaarde Gallbway, zich
1 van den hoek der tafel glijden, en maar
laten zij allen, die zul'k koekbakken hebben 1
bijgewoond, zich herinneren wat er dian ge- J
beurde. Er zijn hoofden met. grijze en met 1
witte haren en hoofden (helaas moeten en- j
kelen zoo worden) waarop Ihet haar dun 1
wordt en de schedel zichtbaar, die eenmaal j
gitzwart warenBr zijn harten, die eenmaal
j,vurig klopten onder de hagel/witte boeze-
laait, die nu 'be/dekt worden Moor liet eru- I
stig grijs van de oude vrijster, of nog menig I
vuldiger door het eenvoudig zwart der we- i
duwe, maar hoofd nooli hart heeft ooit hot.
balken van den koek vergeten, evenmin
dat veeözeggend toeken van een kleine mot
j meel bedekte hanki <qp een sdlvouder, waar-
door de vertrekkende uitverkoren minnaar
niet onwillig, het gelach zijner naijivere ka
meraden verduurde.
Niet zoo, maar géhecil anders was liet bak
ken van Megsy, en indien die nadenkende
dame zich het. bakken van vroeger herin
nerde, toonde zij daarvan niets op haar
breed, vastberaden gelaat.
Anders, de 'vissdlwr, zotte zidli neer bij
een groote kom, die lvij voorzichtig van een
kleine kast nam, wier planken .donker rood
waren met heldere, groene stippellls Hierin
ging 'hij zijn visch ecflioonmaken. Gnoote,
mooie forellen waren het, juist zooals hij
had gezegd, gespikkeld met oranje en saf
fraan en hun zaxthtglanzende zijden nég
glimmend Van de natte varen waarin zo ge-
bi'aclit waren. Anders Maa Quaker ging een
poosje zwijgend met zijn werk door, terwijl
slechts het getik van Megsy's houten ral op
•het ibakbord do stilte verbrak.
„Je deedt beter er moe rvMor den dag te
komen, en het voor den nacht in orde te
maken, Anders," zei de bakster der koeken,
„ik kan zien, dat je er voor .bent geko
men."
,Je hebt 'gelijk. Megsy dlat Bou wél zoo
goed zijn," antwoordde, met oven groote
kalmte dje schoonmaker van de visch, zich
aan zijn taak houdende.
„Welnu dan," zei Megsy., alsof zij uiter
mate nieuwsgierig was, haar taarterol recht
overeind zéttende, die zij' kleine stootjes
-gaf om het overtollige meed' er te dioen af
vallen.
„Megsy hoe héb je gedacht over hétgeen
je den laatsten keer, dat ik hier was, zei
dof' vroeg Anders snel en kunstvaardig
zijn scherp gebogen mes langs den witten
buik van den forel trékkende.
„Wat was dait?"
Megsy's vraag kwam even scherp als een
waarschuwende zweepslag dicht bij het oor
van een onhandelbaar paard.
Wordt ervolgd.