If*. TO. Tweede blad. 7"" Jaargang. BINNENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco por post- 1.50. Afzonderlijke nummer.' - 0.05. Deze Couran verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen 9nz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10, Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zoer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnomont Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Nederland en Venezuela. De Haagsche redacteur van liet H b 1 d. hae een onderhoud omtrent de Venezolaaii- sche quaestie met iemand, die van het doen er laten van onze regeering in deze quaestie ,<roed. op de hoogt* is te achten. Zijne mede deelingen komen op het volgende neer. Onze regeenng heeft, na de gesprdicken die de minister van Buitenlandsche Zaken met den heer De Reus heeft gehad en na van hein vele inlichtingen omtrent den toe stand in Venezuela en op Oura9ao te heb- .'ben ontvangen, haar meeninig omtrent heb gehemde definitief kunnen vestigen. En nu kan al aanstonds worden geconstateerd, dat die meendng zoodanig is, dat een vredelie vende oplossing van liet geschil lang niet onwaarschijnlijk wordt geacht. Welke zijn de grieven van Venezolaansohen en welke van Nederlandscben kant, en wellke opvat ting heeft onze regeering van ibeide? Ziedaar natuurlijk in den tegenwoordigen stand der quaestie de hoofdvraag. De grieven van Venezuela zijn drieërlei 1. het niet salueereu van de Venezolaan- sche vlag door de „Gelderland"; 2. het lelletje te Curasao, en 3. de brief van den lieer De Reus. Omtrent het eerste punt moet bij de Venezolaansdhe regeering onge twijfeld een misverstand heerschen; zij moet stellig voorbij hebben gezien, dat een oorlogsschip, naar internationale étiquette, niet behoeft te salueeren als het binnen hety jaar eenzelfde vieemde haven bezoekt. Ten aanzien van de beide andere punten echter wordt door onze. regeering erkend, dat de Venezolaansche regeering althans in hoofd zaak gelijk heeft. Het. rolletje te Curasao wordt dezerzijds betreurd, al zijn de voor stellingen, die daarvan hier en daar werden gegeven, nog al sterk gekleurd. Eveneens wordt door de Nederlandsche regeering zeer betreurd, dat de heer De Reus een brief heeft geschreven, waarin hij zioh over het hoofd van den Staat, waarbij hij geac crediteerd was, uitliet gelijk hij deed in zijn schrijven aao ,,Hou' en Trouw". Tot vergoelijking van zijn misslag mag worden aangevoerd, dat hij niet heeft kunnen den ken dat het bestuur van die vereeniging zich aan een zoo grove onbescheidenheid zou schuldig maken als het pulbliceeren van dit schrijven. De minister van BuitenlandSche Zaken moet dan ook voornemens zijn de circulaire weder in te trekken, welke zijn voorganger aan onze diplomatieke vertegen woordigers had gezonden en waarin ver zocht weid de genoemde vereeniging, als zo inlichtingen vroeg, zoó mogelijk ter jville te zijn. Intusschen neemt de onverantwoordelijke daad van ,,Hou' en Trouw" niet weg, dat de heer De Reus een misslag heeft begaan door zulk een brief te sdhrijVen, terwijl tevens wordt erkend dat hij, toen die brief eenmaal was bekend gemaakt, onmogelijk was geworden als onze vertegenwoordiger te Caracas en dat president Castro volkomen gelijk had door te vorderen dat hij zou ver trekken. Alleen wordt dezerzijds bezwaar gemaakt en ziedaar de eerste grief van onzen kant tegen de wijze waarop de Venezolaansohe regeering daarbij te werk is gegaan, namelijk door den heer De Reus onmiddellijk het land uit te zetten. Had zij onze regeering verzocht, den heer De Reus terug te roepen, dan ware dit ongetwijfeld geschied. De tweede grief onzerzijds beterft het aanhouden van enkele Nederlandsche sche pen en vooral ook hier weder de wijze waar op daarbij van de zijde van Venezuela is ge handeld. Doch indien wij slechts deze grieven had den, zou er door onze regeering zeker even min aan de mogelijkheid of wensckelijlkhedd van ernstig optreden tegen president Castro worden gedacht als bij voorbeeld door die van Frankrijk schijnt te worden gedaan, hoewel de gezant van dat land todh op nog heel wat meer on/wellevende wijze is uitge zet dan de heer De Reus. Er is echter een andere grief, die voot ons de gansche quaestie beheerachtde houding van Vene zuela jegens Curasao. Het beruchte decreet van 14 Mei is zulk een slag voor den handel en voor de gansohe welvaart van Cura§ao de dagbladberiühten daaromtrent schij nen in_Jt geheel niet overdreven te zijn dat de kolonie een wissen ondergang snel te gemoet gaat Als dat decreet niet inge trokken wordt. Men heeft echter op 't Bui tenhof wel hoop, dat dat decreet nog zal worden ingetrokken. Immers, in de nota van den Venezolaansohen minister van Bui tenlandsche Zaken wordt uitdrukkelijk ge zegd, dat de Venezolaansohe regeering met die van Nederland 'vriendschappelijke be trekkingen wenscht te blijven onderhou den Welnu, daaï de Nederlandsche regee ring harerzijds erkent, dat die van Vene zuela in hoofdzaak gelijk heeft in twee van de drie door haar geuite grieven, meent zij te mogen verwachten, dat de Venezol aan sche regeering van haar kant zal toonen, dat het haar met die betuiging van vriend schap ernst is, door het decreet van 14 Mei in te trekken. Immers, al valt het formeele ieoht van president Castro's regeering om zulk een decreet uit te vaardigen, niet te betwisten, die daad is todh zeker niet te rijmen met den wensöh om vriendschappe lijke betrekkingen te onderhouden. Het hiervoren uiteengezette pro en con tra vormt, naar mijn zegsman verzekerde, tevens de hoofdstrekking van hetgeen door onze regeering aan die van Venezuela is ge antwoord in twee nota's, waarvan de tweede ter verzending gereed ligt. Intrekking van het decreet van 14 Mei is gevraagd vóór 1 November a.s., echter gansdh niet bij wijze van ultimatum. De bedde nota's zijn in zeer hof fel ijken en verre van agressieven toon gesteld, zoodat de kans op minnelijke schikking zoo wijd mogelijk open is gehou den. Van eenig wapengekletter heeft men zich strikt onthouden. De positie die onze regeering inneemt, is trouwens in t alge meen zóó to teekeneu dat zij een gewapend optreden slechts als een ver verwijderde mo gelijkheid beschouwt, doch anderzijds het vaste voornemen heeft om de kolonie Cu rasao niet aan haar lot over te laten. Ten slotte vroeg ik mijn zegsman welke middelen onze regeering te baat dadht te nemen indien ze in haar verwachtingen eens mocht worden bedrogen en de diplomatieke weg moest worden verlaten. Van de midde len, die voor dat geval in overweging waren genomen, meen ik er slechte één te mogen noemen, omdat er reeds in 't openbaar van is gewaagdhet opheffen, onzerzijds, van het verbod van wapenuitvoer van Cura§ao en het op andere wijze bevorderen van revolutionaire bewegingen in Venezuela. Be spreking van andere middelen lijkt mij in een Ncderlandsch dagblad en vooral in het kader van dit schrijven, niet wenschelijk. Alleen meen ik nog te moeten opmerken, dat mijn zegsman bevestigde dat de Ver eenigide Staten ons geheel de vrije hand zullen laten zoolang wij niet overgaan tot oen blijvende lieaetting van Venezolaansch grondgebied of tot zulk oen langdurige be zetting, dat zo zon dreigen een blijvend ka rakter aan te nomen. Een landing bijvoor beeld zouden wij zonder conflict met de Monroe-leer kunnen uitvoeren. Naar een vereenigd optreden met andere mogendheden is niet gestreefd. Wel is ze kere steun van sommige mogendheden niet ondenkbaar, maar daaromtrent is thans nog niets vastgesteld. Voorloopig schilt ieder zijn eigen appeltje met Venezuela. voor zoover hij 't appeltje 't schillen waard vindt. Deze mededeelingen hebben den indruk versterkt, dien ik reeds na de verklaring van minister Van Swinderen in de Eerste Kamer had ontvangen, nl. dat do behande ling van de Venezolaansche quaestie bij onze regeering in goede handen is. De re geering wil blijkelijk zoo gematigd moge-" lijk optreden, zonder nochtans" de waaldijk vitale belangen van Cura9ao te veronacht zamen. Men mag, dunkt mij, in deze een vol vertrouwen stellen in het regeeringsbe- leid en men zal vermoedelijk ons land een dienst doen door dat ventrouwen te toonen en niet te pogen de regeering te dringen in eenige uiterste richting. Men kan er zeker geen goed en allicht wat kwaad me© stich ten. ,,De New York Heraid verneemt uit Port of Spain (Trinidad)De Eneglsche gezant, te Caracas is hier aangekomen. Volgens ge rucht wenscht president Castro, wegens de bedenkelijke vermindering van de invoer rechten, de zout- en de lucifers-concessie en andere moeilijkheden met England te rege len en Engelands goede dionsten ter bijleg ging van het geschil met Nederland aan te Naar aanleiding van het slot van boven staand telgram heeft de N. R. Ct. zich tot het Departement van Buitenlandsche Zaken gewend, met hot. verzoek, zoo mogelijk, na dere inlichtingen te willen verschaffen. Het blad werd echter medegedeeld, dat aan het Departement van eene bemiddeling in het geschil tussohen ons .and en Venezuela als in het telegram aan de Ilerald bedoeld, tot op het oogenblik volstrekt niets vernomen was. Goed ingelicht. Al is het treurig genoeg wij moeten - onze lezers toch eens laten lachen over de wijze waarop de Ameri- kaanscihe pers, zelfs de groote bladen, over ons land worden ingelicht. Ziehier de New-York Times", die een bijzondere correspondentie, gedateerd 30 Juli, van een kolom kleinen druk uit Den Haag bevat, waaruit wij het volgende sa menleven In korte, maar veellbcteekenende zinsne den heeft de „Staatscourant" medegedeeld, dat de Venezuelaansche quaestie in den mi nisterraad van 29 Juli behandeld is en dat men besloten had de aankomst van jonk heer" De Reus ai te wachten. Deze ministerraad werd bijgewoond door admiraal Hoekwater. De pers van Den Haag, Amsterdam en andere steden zonder onderscheid van partij is eenstemmig in haar oordeel, dat de natie zicih niet meer beleedigingen kon laten wel gevallen en dat de Regeering haar vollen steun zal hebben, als zij krachtige maatrege len neemt. „De Telegraaf" van Amsterdam, welke vermoedelijk het- oudste dagblad van de vj- reld is „De Nieuwe Roti. Otr." die, meer dan eenig ander blad, de inzichten van de te genwoordige regeering weergeeft In New-York en omstreken wonen 40,000 Nederlanders, dat is ongeveer half zooveel als in Den Haag. Personen, die tot het ministerie in betrek king staan, verzekerden dezen zeer bijzon deren correspondent, dat 24 uur na de aan komst van jouklheer De Reus de „Gelder land" en de „Heemskerök" bevel zouden krijgen La Guaira en Porto Cabello te be schieten. Voorts vinden wij in hetzelfde blad het verhaal, dat in 1903 Amsterdamsche ban kiers een leening van 5 millioen dollar voor Gastro plaatsten en dat de heer De Reus steeds met de grootste moeite de rente van deze leening inde. „Tweemaal per jaar kwam de rente in doozen en kisten zijn huis bin nen in alle mogelijke soort zilveren munt, die in Zuid-Amerika bekend is en zag hij zich genoodzaakt, dit geld te bewa ken met geladen revolvers en het naar de kust te brengen, waar het aan boord van een Nederlandsche boot op 0ura9a© gebracht, werd. Er zijn geen roovers in Venezuela werd hem eens geantwoord toen hij om be scherming vroeg." (Nieuwe Crt.) De expeditie naar Suriname. Van den leider dér wetenschappelijke expe ditie naar de bronnen der Sunnaane-rivier, den heer Silerts de Haan werd door de com missie tot wetenschappelijk onderzoek van Suriname het volgende bericht ontvangen Na mijn aankomst te Paramaribo werd van wege den gouverneur geschreven aan den grannnan der Saramaccaners, dat de expedi tie, waarvoor in het laatst van 1907 reeds zijn steun was ingeroepen, 1 Juli de Suriname-rivier op zou gaan en in de laatste helft van Juli aan de samenvloeiing van Gran rio en Pikien rio te verwachten was. Op mijn verzoek w*rd eveneens aan len Leriman te Ganeee geschreven om door zijn heimiddeling tot een contract te geraken voor den opvoer van levensmiddelen vim Bosoh- lamd naar Goddo. Van de toevallige santtezighe'd van den kapitein Alexander van Gansee te Parama ribo, werd gebruik gemaakt om een vor- loopig contract te sluiten voor den opvoer van lading zoomede voor aankoop van 4 nieuwe corjalen. 30 Tuni vertrokken wij met eei. stoombar- kas naar BoeohL.iid en kwamen 1 Juli al daar aan. 's Avonds verscheen volgens af spraak Alexander, doch zonder laadbooten, terwijl hij tevens meerdere bezwaren maakte over het contract; het gelukte mij teen zelf te Gansee de noodigo booten en gidsen te krijgen. Zondag 5 Juli vertrokken wij van Bosch- land en kwamen na een voorspoedige reis 17 Juli te God>do aan. Men schijnt hier zoer bevreesd te zijn voor de Indianen, hoewel niemand ze ooit heeft, gezien, maar in elk geval vertrekken wij morgen, met of zonder gidsen. Het reisplan is als voigt Vertrek van Goddo 22 Juliaankomst bij Toomoesi kreeik 25 Juli; hier gaat Wijmans met den opzichter Millard het. pad naar de Jaïkreek volgen en kunnen zij 7 Aug. terug zijn. Ik zelf zal dan bezig zijn met meten op den berg bezuiden Goddö, welke men -na 10 dagen varens de Pilden rio op kan be reiken is de Pikien rio nog verder bevaar baar, dan zal Wijmans deze verder opnemen. Ongeveer 20 Aug. hoop ik dan zelf te God do terug te zijn De koeren Wijnmans en Millard zullen zich dan reeds bij mij heb ben gevoegd, of hoogstens een paar dagen later volgen. Ongeiveer 24 Aug. vertrekken wij dan naar de Gran rio. gezondheid der Europeanen laat nicits te wenschen overbij het stadspersoneel deden zich enkele koortsgevallen voor. x Landverhuizing naar Bra zilië. Le service de propaganda et. ex pansion économique du Brésil te Antwer pen deelt mede, dat gedurende het eerste halfjaar 1908 in Brazilië reeds 40,791 land verhuizers zich ontscheepten en dat door het buitengewoon groot getal émigranten, dat zich thans in Brazilië komt vestigen, de regeering zioh genoodzaakt ziet het vervoer van émigranten, welke voor rekening der Rraziliaansche regeering vertrekken, eoni- gen tijd te schorsen. Waarschijnlijk zal met November a.s. het vrije vervoer van land bouwers weer kunnen beginnen. Landverhuizers, die voor eigen rekening naar Brazilië wensclien te gaan, kunnen ten alle tijde vertrekken en genieten de zelfde voorrechten als voorheen. „Do oeuw van het kind". Uit de correspondentie-rubriek van „Holland- sche LebV. „Is het niet lachwekkend en droevig tege lijk te zien, hoe er juist in onze dagen wordt geschermd met de behoeften van bet- kind en de eischen van het kind en de plioh- ten van het kind, alles ter wijl zij, die het. daarover zoo druk hebben, hun tlhuis dat toch het middelpunt is waar het kind groot wordt (althans zoo behóórde het. te zijn) verwaarloozen om al speechende cn vergade rende, de arme kleine kleuters over te laten aan min, verpleegster, kinderjuffrouw, gou vernante, of ook wel, als de beurs zulk een royale leefwijze niet toelaat, aan een Slonzige meid-alleen of een onbeschaafd kinderwiefht van zestien jaar hoogstens. De volwassenen heden ten dage vergeten daarenboven een groot ding, en dat is, dat men door zooveel te peuteren aan, te wroe ten in, te polijsten over een kinderzieltje, het blan'k-onschuMige-teere, dat. liet kind zijn is, ontheiligt en bederft en verontrei nigt., totdat dat heole fijne waas, dat ligt als ongerepte morgenstond over oen pas be ginnend leventje, is weggeveegd en wegge- wassdhen met een bardhandigen, hygiëni- schen reform -schoteldoekdie misschien ont zettend nieuwerwetsoh-verstandig en degelijk moge zijn, maar ongelukkigerwijze het na deel heeft van alle poëzie, alle liefelijkheid, allen eenvoud, alle aanvalligheid, al dat intieme-naieve, in een woord, dat. het kind kind maakt, te vernielen door zijn lompe groote-menschen aanraking. Het volkssanatorium te ou re. Gisteren is 'o airte van schenking van ..Ilerema-State" te Jour© gepasseerd. Deze belangrijke zaak is dus in orde en het hoofdbestuur kan ver ie'' voortwerken. (L. Ct.) door 16 S. R. CROCKETT. Uit }ift Schotsch vertaald door J. P. WE88ELINKVAi' ROSSUM. „Het zijn versahe forejleu, Megsy," zei een stem .aan de deur, „en mijn laarzen zijn schoon, mag ik niet binnen komen „Laat me eerst zienantwoordde de on handelbare meesteres van de lagere deelen van het huis Arioland. „Wel ök geloof, dat je wel binnen kunt komen, maar trek je groot© .kruiwagens van schoenen uit en laait ze bij de dleur. Je zult er niet slechter aan toe zijn door een poosje op je sokken bij den haard eener fatsoenlijke vrouw te zit ten „Megsy, als ik mijn zin had, dan zou je dikwijls vroolijk bij; den mijne zitten Er volgde een oogenblik. van hard trek ken en worstelen om de schoenen uit te krijgon, daarna trad een man met gebruind gelaat en grijze haren binnen, heel voorzich tig .°P sokken loopende, als iemand die op iedere schrede, die hij zet acht geeft. Dit was Anders Mac Quaker, vissoher, deskundige in alles .wat jaoht en vissdherij betrof en de medodeeler van nieuwtjes door geheel Koir, zelfs tot aan Luce Bay en de uiterste grenzen van Mrnnigaff. „Wat heb je daar gezegd, Anders?" riep Megsy uit de kaaskamer. Zij had volstrekt niét gewacht om iliaar gast te ontvangen, maar ging voort met. haar werk zonder zelfs haar oogon in de richting der deur op te heffen. „Megsy, ik zeide, dat ik mijn hart in zulk een mate op je gezet heb, dat...!" „Nu als het je niet plaagt, dan kan je het zoo nog wel een .paar minuten langer houden totdat ik de kippen gevoerd heb!" zei Megsy ongevoelig, terwijl zij naar bui ten ging met een groote bak meel en water voor haar geliefde vogels. Het. waren welop gevoede kippen en zij. beproefden, nooit den helder gesdhuurden drempel van Arioland's achterdeur over te gaan. Vrees voor Meg- sy's tafellaken hield hen zelfs aan den an deren jkant van een zékere, niet aangegeven, maar trouw in acht genomen grenslijn, die getrokken was van den hoek van het kiezel pad aan de voordeur rondom de bloembed den, en eindigde bij het keukenraam. Aan gindsche zijde van die grens had Magsy's gelukkig troepje volkomen vrij' spel, zij wer den geregeld tweemaal daags gevoerd, om haar te leeren thuis te blijven en nergens elders haar eieren te leggen, zooals alle- daagsche bn onopgevoede kippen doen. „En je zeido toen ik wegging, Anders?" Zoo moedigde Megsy haar bezoeker aan voort te gaan, boen zij teruggekeerd was en het kippenvoer van haar handen had ge- kflopt, terwijl zij het bakibord gereed zette om met het. nog gewichtiger werk, het bak ken van den koek aan te vangen. Nu is or niets aardigere te zien in Gallo way dan dit, ternauwernood zelfs het was- sdlien van de lakens als de rokken zijn. om geslagen voor het gestamp on de zon den blos op de wangen veihoogit en welgevorm de enkels even wit glinsteren als de gevleu gelde hielen van Mercurius zelf. Menige veelbelovende hofmakerij begint op die manier. En zéker is het, dat een mooi meisje er op zijn mooist uitziet met de armen bijna tot aan de schouders bloot, terwijl de heen en weergaande .beweging van de taarterol op het bakbond al de bekoor lijkheden van een moiligen arm te voor schijn brengt. Rrt rrt! Het bereikt het oor in ver schillende tonen, dof en scherp al naar de dikte van hef. deeg. Bij tusschenpoozen strooit een hand een dun laagje meel met een buiging van den pols, d'ie door kenners zeer wordt bewon derd en die werkelijk waard is door ieder te worden opgemerkt. Dit wordt meestal vergezeld van een glimlach tot den aanwe zigen jongeling, indien hij een waardig jonk man is en verdient, dat men zich mceite voor hem geeft. Onmiddellijk daarna is het noodig, dat naar de koeken wordt gcccien. Zij zijn reeds van het. ronde hakijzer genomen, dat over een helder, vriendelijk zacht vuurtje hangt, geen luidk net terende vlammaar veel meer gloeiende asc-h, zacht en alles in de ouige- \ing verzachtend Dezelfde lieve handen keeren nu de haver- koeken om, nadat met een punt vam ©en sneeuwwit 'boezelaar het meel van de vingers is verwijderd, en zetten ioderen koek zoo, dat liij het beste deel van het vuur krijgt en als een uitmuntenden- koek te voorschijn komt, lieht in den mond, knapperend tus sohen do tanden en zeer gewensclit als ge recht voor de goden! Daarna zulk een fron sen van do wenkbrauwen zulk eon bewo- I gen. met het 'hoofd of de gelukkige koek gereed is of niet. Dan bijna alsof het 1 een diefstal was, heerlijk en vergeeflijk als die andere, welke (als plan) gedurende hot laatste kwartier in het. hoofd van den jon- 1 gen .man heeft gezeteld, wordt eon klein korstje afgebroken, en gevolgd door een schittering van witte handen als hot wordt geproefd, en de rest aan den uitnemenden toeschouwer aangeboden. Op dat tijdstip I laait de jongeling, indien hij tenminBte 1 eenige mannelijkheid bezit, of den onderae- J menden geest, die weet. om te gaan met j meisjes, zelfs in liet bedaarde Gallbway, zich 1 van den hoek der tafel glijden, en maar laten zij allen, die zul'k koekbakken hebben 1 bijgewoond, zich herinneren wat er dian ge- J beurde. Er zijn hoofden met. grijze en met 1 witte haren en hoofden (helaas moeten en- j kelen zoo worden) waarop Ihet haar dun 1 wordt en de schedel zichtbaar, die eenmaal j gitzwart warenBr zijn harten, die eenmaal j,vurig klopten onder de hagel/witte boeze- laait, die nu 'be/dekt worden Moor liet eru- I stig grijs van de oude vrijster, of nog menig I vuldiger door het eenvoudig zwart der we- i duwe, maar hoofd nooli hart heeft ooit hot. balken van den koek vergeten, evenmin dat veeözeggend toeken van een kleine mot j meel bedekte hanki <qp een sdlvouder, waar- door de vertrekkende uitverkoren minnaar niet onwillig, het gelach zijner naijivere ka meraden verduurde. Niet zoo, maar géhecil anders was liet bak ken van Megsy, en indien die nadenkende dame zich het. bakken van vroeger herin nerde, toonde zij daarvan niets op haar breed, vastberaden gelaat. Anders, de 'vissdlwr, zotte zidli neer bij een groote kom, die lvij voorzichtig van een kleine kast nam, wier planken .donker rood waren met heldere, groene stippellls Hierin ging 'hij zijn visch ecflioonmaken. Gnoote, mooie forellen waren het, juist zooals hij had gezegd, gespikkeld met oranje en saf fraan en hun zaxthtglanzende zijden nég glimmend Van de natte varen waarin zo ge- bi'aclit waren. Anders Maa Quaker ging een poosje zwijgend met zijn werk door, terwijl slechts het getik van Megsy's houten ral op •het ibakbord do stilte verbrak. „Je deedt beter er moe rvMor den dag te komen, en het voor den nacht in orde te maken, Anders," zei de bakster der koeken, „ik kan zien, dat je er voor .bent geko men." ,Je hebt 'gelijk. Megsy dlat Bou wél zoo goed zijn," antwoordde, met oven groote kalmte dje schoonmaker van de visch, zich aan zijn taak houdende. „Welnu dan," zei Megsy., alsof zij uiter mate nieuwsgierig was, haar taarterol recht overeind zéttende, die zij' kleine stootjes -gaf om het overtollige meed' er te dioen af vallen. „Megsy hoe héb je gedacht over hétgeen je den laatsten keer, dat ik hier was, zei dof' vroeg Anders snel en kunstvaardig zijn scherp gebogen mes langs den witten buik van den forel trékkende. „Wat was dait?" Megsy's vraag kwam even scherp als een waarschuwende zweepslag dicht bij het oor van een onhandelbaar paard. Wordt ervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1