SO. Berate Blad. 7d< Jaargang. Woensdag 16 September 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Teiephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. JLan hen, die niet 1 October a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand September nog zullen verschijnen, kos teloos toegezonden. Politiek Overzicht De erkenning van Moeley ltalirf. Nagenoeg gelijktijdig zijn bekend gewor den de 'brief van Moeley Haf id aan liet corps diplomatique te Tanger, waarin hij don ge zanten vraagt zijn wensck. om als sultan van Marokko te worden edkend, aan de regee ringen der staten, die zij vertegenwoordi gen, kenbaar te maken, en de door Frank rijk en Spanje gezamenlijk opgestelde nota, die de voorwaarden aangeeft, welke Moeley Hafid zal moeten aannemen om te worden eikend. Moeley Haf id's brief heeft het deskun dige personeel, dat aan de Europoesche ge zantschappen te Tangen- verbonden is, uren van moeitevollen arbeid bezorgd. Een gan- schen dag hebben de tolken van de Belgische, Fransche en Duitsche legatiën moeten blok ken, om van dit stuk eene Fransche ver taling gereed lo maken. De steller van den brief 'had de moeielijkheden, die het Ara bisch oplevert, voor de overzetting in eene a ndere taal, nog vermeerderd door het ge bruiken van et» bloemrijken stijl en van uitdrukkingen, die zeker getuigden van Titte- rarisch talent, maar in een staatsstuk toch wel konden worden gemist. Aan 't geen in de Fransdh-Spaansche nota van hem wordt verlangd, kom't Moeley Hafid 'bij voorbaat voor een goed deel tege moet. Hij verklaart in ronde woorden en zonder voorbehoud, dat hij alle verdragen, die nu bestaan tusschen Marokko en de mo gendheden, zal eeibiedigen en zioli er naar zal gedïagen. Wanneer dat vaststaat voordat (het overleg begint, diat de Fransdh-'Slpaan- sche nota bestemd is uit te lokken, dan mag men aannemen, dat die overleggingen een gunstigen loop zullen nemen en dat er geen onoverkomelijke bezwaren in den weg zul len staan, om Moeley Ha fid's erkenning als heerscher over Marokko te krijgen. De inhoud van de nota levert, na wat daarover reeds was uitgelokt, geen verrassin gen. Zij begint met eene beginselverklaring. Do erkenning van Moeley Hafid moet ge schieden naar de beginselen, d'ie tot dusver de overeenstemming van de onderteekenaars der akte van Algeciras bepaalden. Wanneer Frankrijk en Spanje het initiatief nemen tot het doen van voorstellen aan de andere sta ten, dan leiden zii het. recht daartoe af uit hunne stelling als naast belanghebbenden Het als basis van Hafid's erkenning voorge stelde program omvat enkel de in het inter nationale be'ang te stellen voorwaarden Aan iederen staat blijft het recht voorbehou den zijne bijzondere voorwaarden te stellen en rechtstreeks met den sultan te onderhan delen. Derhalve behouden Frankrijk en Spanje zich inzonderheid voor, de kosten voor hunne militaire operatiën en de schade vergoeding voor hunne vermoorde of bena deelde staatsburgers op te eisohen Het internationale program somt de vol gende voorwaarden op a. Bevestiging van de akte van Alge ciras en van de voor deuitvoering van deze akte bestemde maatregelen, met name van het aan Frankrijk 011 Spanje toegekende rechit van toezicht- op het wapen smokkelen ter zee. b. Bevestiging van alle overige verdra gen en verplichtingen van liet maghzen tegenover vreemde regeeringen en het corps diplomatique en private erkenning van de schulden van het maghzen, waarbij een on derzoek van de aanspraken van private schuldeischers blijft voorbehouden. c. Bevestiging van de internationale commissie in Casablanca met verplichting van den sultan om de door haar toegekende schadevergoedingen gestand te doen. d. Officieele en uitdrukkelijke ver loochening van den „heiligen oorlog" door brieven van den sultan aan alle steden en stammen. Voorts onverwijlde maatregelen om in den omtrek van de havens en op de belangrijkste wegen naar het binnenland de veiligheid te verzekeren. Over het geheel verlangt dit programma van Moeley Hafid de erkenning van den status quo. Wanneer ten slotte eene billijke regeling van den toestand van Abdel Azis wordt verlangd, dan wordt daarmee een eisch gesteld, die ook aan het belang van den nieuwen heerscher dienstig moet zijn. Ook het verlangen, dat maatregelen zullen worden genomen tot beveiliging van de om streken der havensteden en van het verkeer op de groote wegen, komt tegemoet aan het welbegrepen belang van Marokko, want het voldoen aan dat verlangen zal de eerste stap zijn, die de ontruiming van de door de Fransche en Spaansche troepen bezette stre ken mogelijk zal maken. Het blijft intus- sclien de vraag of niet de regeling van de tusschen Frankrijk en Spanje eenerzijds en Marokko anderzijds hangende speciale vra gen een verder verblijf van de bezettings troepen zal vorderen. Wat over den inhoud van deze nota wordt bericht, strekt tot bevestiging va;n de opvat ting, dat er geeiie ernstige moeielijkheden betreffende Marokko tusschen Frankrijk en Duitschland zullen voorkomen. De B'erlijn- sche correspondent vaai het Journal des Dé bats merkt hierover op, dat ter wille van Moeley Hafid de Duitsche regeering Keizer Wilhelm niet zal verloochenen, die onlangs nog in Colmar ten stelligste heeft verzekerd, dat „de vrede zal worden gehandhaafd. Zij zal dit te minder doen, na de verzeke ring, die de Duitsche vice-staatssecretaris Stemrich in een officieel onderhoud aan den Franschen zaakgelastigde baron Berckheiin heeft gegeven, dat de Duitsche regeering in vriendschappelijken geest de aan Moeley Hafid op te leggen waarborgen zou onder zoeken, die de Fransche regeering destijds voornemens was te formuleeren. Duitschland. Berlijn, 15 Sept. De ballon van Parseval is heden morgen om acht uur op gestegen tot het doen van. een tienurigen proeftocht onder leiding van kolonel Kekier. De ballon sloeg den zelfden weg in, dien het militaire luchtschip in den nacht van Vrij dag op Zaterdag heeft genomen, langs den Hamberger spoorweg naar Stendel. Kort na het vertrek van den ballon van Parseval steeg het militaire luchtschip op. Het verscheen om elf uur voormiddags boven de straat Unter den Linden, voerde een aantal manoeuvres tegen den wind uit en sloeg ten slotte den weg in naar het Tege- ler schietterrein, waar hij om half twaalf na. oen tocht van twee uren landde. D o r 1 ij 15 Sept. De ballon van Par- seva.l passeerde te 10 uur 10 Potsdam., te 11 i uur het dorp Götz bij Brandenburg a/d. Ha vel, ie 12i uur Kleinkreuz, te 4 uur Burg bij Maagdenburg, maakte toen een k.ute wending en ging terug over het mar ine» en paleis te Potsdam en verscheen oan 6 uur weder boven Reinickendcrf. De reizi gers deelden in briefjes, die zij lieten vallen, mede, dat zij zoolang zouden blijven varen, als hun voorraad benzine strekte. -Tweede telegram. De heden vol brachte tocht is in alle opzichten uitmun tend geslaagd. Het luchtschip, dat steeds naar den wensch van den bestuurder voort dreef op een hoogte van 200 t-ot 600 M„ landde na een tocht van lij uur te Tegel, zonder dat eenig onderdeel onklaar gewor den was Frankrijk. P a r'ij s, 15 Sept. In antwoord op de toespraak van Naoem pacha, die bij de over handiging van zijne geloofsbrieven herin nerde aan de geestdriftige sympathie-betoo- gingen voor Frankrijk bij het intreden van het nieuwe stelsel, verklaarde president Fal- lières, dat het nieuwe regeeringsstelsel de eeuwenoude banden van sympathie slechts nauff'T kan toehalen; hij sprak zijne beste wenschen uit voor de gelukkige ontwikke ling van de nieuwe instellingen en voor hert- geluk van den sultan. Aan een déjeuner, dat te Chateauroux dooi den leider van de groote manoeuvres, generaal de la Croix, aan de vreemde offi cieren gegeven werd, bracht de generaal een dronk uit op de hoofden van de bij de manoeuvres vertegenwoordigde staten. Daar na wendde hij zich in 't bijzonder tot ge neraal Polizyn, den chef van den Russischen generalen staf, en verzekerde hem van de gevoelens van wederzijdseke sympathie tus schen het Fransche en het Russische leger. Generaal Polizyn antwoordde, dat de we derzijdse he vriendschap gevestigd was op gevoelens van levendige sympathie en goede kameraadschap Portugal. De Standard verneemt uit Lissabon, dat koning Manuel van Portugal, op raad van het ministerie, in de laatste week van Oc tober, twee weken voor de gemeenteraads verkiezingen, een rondreis door het Noorden van het land zal déen en dan de voornaam ste steden, waar de republiekeinen sterk zijn, zal bezoeken. Rusland. De tot de kadettenpartij behoorende pro fessoren der universiteit te Moskou Moe- romzew, Sjersjeiewitsch, Katljarewski en Nowgordzew, oud-leden van de eerste rijks- doema, die van regeeringswege de uitnoo- diging hadden ontvangen om óf de verkla ring af te leggen, dat zij hunne verbintenis met eene den staat vijandige partij zouden verbreken, of hun ambt neder te leggen, hebben aan het ministerie het antwoord doen toekomen, dat zij zich niet bewust zijn tot eene den staat vijandige partij te be- hoorenzij weigeren daarom aan die uit- uoodigiug gevolg te geven. Petersburg, 15 Sept. De steden Petersburg, Kiew, Jekaterinoslaw, Tasch- kend zijn verklaard met cholera besmet, de gouvernementen Petersburg, Moskou. Tomsk, het Transkaspische gebied, de pro vinciën Sydardja, Samarkand en Ferghana, alsmede de spoorwegen van het Petersburg- 8cke net door cholera- bedreigd. In Peters- burg werden in den tijid van 10 Augustus tot 14 September 401 personen ziek en stier ven 98. Sedert het uitbreken van de epide mie werden in Rusland 6747 personen ziek en stierven 3130. Turkije. De verjaardag van den sultan is verleden Zaterdag onder de bevolking te Konstanti- nopel verloopen zonder teekenen van ver knochtheid. In de uitstalkasten van de win kels bevonden zich meestal de portretten van keizerlijke prinsen. Een weldadigheidsfeest van het departe ment van oorlog, waarbij het vaderlandslie vende stuk „Vaderland" werd uitgevoerd, werd door eeue groote menigte, waaronder viei prinsen, bijgewoond. Er werd druk ge roepen „Leve de vrijheid!"; slechte een enkele officier liet den sultan leven, maar hij bleef alleen staan. Een aangrijpend feest- gedicht van Ekrem Bey, dat het Turksche leger in 't. verleden en het heden behan delt. verwekte groote geestdrift, en een vau de keizerlijke prinsen omarmde den dichter. Marokko. Havas levert- de volgende officieuse toe lichting van de Fransoh-Spaansche nota over Marokko Frankrijk had kunnen beproeven de oogenbiikkelijke omstandigheden te gebrui ken om dc erkenning van Moeley Hafid van de afdoening der zaken, die voor Frankrijk bijzonder belang hebben, afhankelijk te maken, maar liet heeft een zeer krachtig ontwikkeld besef van föijlne -plichten a.lfcj Europeesche staat en tracht die met zijne rechten in overeenstemming te brengen Om deee reden was Spanje van meening, dat alvorens Moeley Hafid werd erkend, zekere waarborgen moesten worden gegeven, die voor zijne en de buitenlandsoke belangen gemeenschappelijk in aanmerking komen. Moeley Hafid zal zich daaraan niet kunnen onttrekken, want hij zal dloor zijne erken- niug gewichtige voordéeien krijgen, inzon derheid de overschrijving van het thans nog op den naam Abdel Aziz loopend© conto bij de Marokkaansche staatsbank op zijn naam. De waarborgen, die de nota van Moeley Hafid verlangt, dekken zich met die, welke hij in zijn eigen belang zou moeten gieven. Onder de waarborgen bevinden zichde goedkeuring van de voor de uitvoering der akte van Algeciras gemaakt© uitvoeringsbe palingen daaronder zijn te verstaan alle reglementen, die sedert twee jaren tot uitvoe ring var. de verschillende voorschriften der akte door het corps diplomatique zijn uitge werkt, reglementen die reeds meermalen zijn opgesomd. De nota verlangt de bevestiging, van de door het maghzen aangegane ver plichtingen. Hierbij betreft het eene alge- meeue erkenning, want men kan niet bij iedere gebeurtenis alles weer op losse schroe ven stellen. Moeley Hafid zal van deze ver plichtingen tegenover de regeeringen ge makkelijk kennis krijgen, dank zij de archie ven van Abdel Aziz, die hij reeds in zijn bezit heeft. Daarto© bekooren de overeen komsten betreffende de Marokkaansche grens overeenkomsten met- het corps diplomatique, zooals bijvoorbeeld over de organisatie van den gezondheidsraad te Tanger, overeenkomsten met bijzondere personenzooals bijv. de contracten over het bouwen van havens. De schulden van Abdel Aziz moeten door Moeley Hafid op zijn naam overgenomen worden, zooals bij' staats omwentelingen gebruikelijk is. Betreffende de verplichting om die volmachten van de schadevergoedingscoinimissie van Casablanca te bevestigen, vindt men een precedent van een gelijke handeling voor deze garantie in dé zaak der commissie van Alex and rië. Wat de herroeping van den „heiligen oorlog" betreft, die is even gerechtvaardigd als noodig. De den vreemdelingen vijandigo beweging in Marokko is feitelijk even ge vaarlijk voor de Franschen als voor de an dere vreemdelingen. Aan die beweging moet zoowel aan de grens als in het binnenland paal en perk gesteld worden. De mogendheden zullen, als zij de ver schillende in de nota opgenomen waarbor gen verkregen hebben, klaarblijkelijk Moe ley Hafid erkennen. Deze erkenning* zou natuurlijk voor de afzonderlijke staten niet het recht opheffen om van den sultan de regeling van hunne bijzondere aangelegen heden te verlangen. Frankrijk zou, evenals Spanje, tot deze aangelegenheden rekenen oe teruggave van zijne voor Marokko aan gewende militaire uitgaven en de betaling van eene schadevergoeding voor zijne ver moorde burgers De nota is de' uitdrukking van gevoelens van loyauteit, vriendschap en vertrouwen tegenover alle staten. Zij is niet tegen dezen of genen vreemden invloed in Marokko ge richt; zij is veeleer volkomen Europeesch, wanneer men met dit woord de groep van de onderteekenaars der akte met inbegrip van de Vereenigde Staten aanduidt. Zij eerbiedigt de rechten van allen, en iedere weigering om haar te onderzoeken, elke wei gering uit één stuk van voorstellen, zooals de geformuleerden zijn, zou het bewijs leve ren, dat de staat, die zoo handelde, bijge dachten koestert, die met de eerbiediging va:, de akte van Algeciras weinig zijn over een te brengen. Sultan Abdel Azis vertoeft nog steeds in de nabijheid vau Casablanca, waar hij als een souverein, van zijn hof omgeven, op treedt. Hij heeft nog niet alle hoop opgege ven. Hij bevindt zich om zoo te zeggen on der bescherming van Frankrijk en is voor nemens zijn mehalla door versterkingen uit het. Chauja-gebied te reorganiseeren. In het Chauja-gebied wordt de sultan, tengevolge van de aanwezigheid der Franschen, nog erkend. Dit is het eeuige deel van het land, dat nog niet hafidistisck is. Alle groote ste den, met uitzondering van Casablanca, heb ben Moeley Hafid erkend. Daar echter de invoerrechten aan Fransck toezicht zijn ou derworpen, trekt. Abdel Azis steeds een aan zienlijk deel van de inkomsten. De toestand wordt daardoor des te eigenaardiger. Moeley Hafid wordt in het geheele rijk erkend en Abdel Azis trekt het geld uit steden, die hem niet meer als sultan beschouwen. Uit Tauger wordt -.an de Kölni&che Zei- tung geseind, dat bij de uitroeping van Moeley Hafid te Mogador onbeschrijfelijke geestdrift heerschte en groote sympathie-be toogingen voor de „eerlijke, onbaatzuchtig© vriendschap van Duitschland" zijn gehou den. Egypte. Uit Londen wordt bericht, dat er in do betrekkingen tusschen den khedive Abbas Pacha en de Engelsche regeering eene ver- DOOK 23 S. R. CROCKETT. Uit hut Schot8ch vertaald DOOK J. P. WES8ELINKVAN ROSSUM. Na deze verklaring gingen de gehoorzame kinderen weer dieper het bosch in terwijl hun vader ziph neerzette om te overwegen hoe hij zich een weg zou banen naar een zetel bij de wetgevende macht. Op den morgen van de begrafenis ont waakten de twee eenige oprechte rouwdraag- eters in het hoerenhuis van Arioland reeds vroeg. Hester lag in haar kleine bedje naast het grootere ledikant van Megsy op het vlie- ringkamertje, waar het dakvenster een pun tig voorhoofd naar 'buiten stak. Dit zag uit op de toppen der boomen, waar de kraaien reeds krasten en met haar morgentoilet bezig waren. Megsy Tipperlin verklaarde aan een kleine en vert>ijsterde vraagster de mysteries dér "Voorzienigheid. „Zie je", zei MegSv, „het. is er zoo mede. Herinner je het nog, dat je aan haar, die nu weg is, vroeg, of je haar schaar en naal dendoosje mocht hebben. En om je tevreden te stellen, heeft ze het je gegeven. Na. vijf minuten had je je in je vinger geeneden. een naald in je been gestoken, en een klap om je ooren gekregen, omdat je het trijp van een stoel had doorgfekniptZoo is het ook met de Voorzienigheid. Wij verlangen even bitter naar iets als jij naar je grootmoeder's werk mand; en als we het krijgen dan gebeurt het negen van de tienmaal, dat wij' gesneden, gestoken en geslagen worden voor onze straf, totdat we het uitschreeuwen „Maar, Megsy," 'bracht Hester in heit midden, „dat is vragen naar iets, dat je» graag hebt. Grootmoeders sterven was iets wegnemen, 'dut ik al kan, en zoo graag wildé behouden. „Dat is malar een anderen kant er van, nieisjelief," zei Megsy, die nog altijd het handje van het kind vasthield over den rand van het ledikant, want ze was nog niet op gestaan. „Heb je nooit een lammetje, dat van zijp moeder was gespeend, hooren bla ten, ails of zijn hart zou 'breken Maar dé herder drijft het al verder en verder voort en steeds luider wordt het blaten. Trekt de herder het zich niet aan? Ja, zeker doet hij dat. Zijn hart is bedroefd, als hij een goedé herder is en geen huurling. Maar daarom blijft hij niet stilstaan. De lammetjes moe ten leeren alléén te gaan. Zij mogen hunne moeders melk niet meer drinken. Zij moeten kinderachtige dingen opzij zetten en zelf de vette klaver op de weide leeren zoeken en het malsche, jonge gras, dat groeit in de greppels der heide als de d'aiuw er nog op glinstert." „En heeft hij daarom mijn grootmoeder weggenomen," zei Hester na een lange stil te, waarin zij de grijze, nevelachtige wolkjes hoog aan het uitspansel, getint met. het zachte rose van den ochtendstond, door het dakvenster had gadegeslagen. „Ik twijfel er niet aan," zei Megsy voor zichtig in haar toestemming, „bovendien is zij gelukkiger waar zij js!" „Maar ze was hier ook gelukkig," hernam de stem uit het kleine bedje, baar vinger op' de zwakke plek van Megsy's 'bewijsgrond! leggende met dé onbarmhartige nauwkeu righeid der kinderjaren. Eén oogemblifk was. Megsy overbluft als velen geleerder dan zij. zijn geweest dloor de handelingen en ver oordeel mgen van den Iloogen Raad; maar zij; herstelde zich spoe dig. „Ja, Hester Sybilla, zoo dacht ik zelf ook in mijn haast en mijn verblindheid. Ik zei tot mijzelf, zij zooi graag gezien hebben, hoe dé nieuw geplante kruisbessen, aanslaan in de vooren van den boomgaard ©n hoe de pas aangelegde aardbeziën'bedden groeien. En weten of de jonge kuikens gedurende den winter goed bleven doorleggen. Want haar hart had ze aan al die dingen gegeven. En zij verlangdé er zoo erg naar je te zien als een groot, braaf meisje in een eigen huis «net een goeden echtgenoot." „Ik verlang er niet naar ooit te trouwen, Megsy,' zei tiet kleine meisje, „ik wilde maar bij jou en grootmoeder bliiven." „Nu niet, da.t geloof ik wel meisje." De stem uit het ledikant sprak van wijsheid en macht. (Gij zoudt het overdag nooit gedacht hebben van Megsy indien gij naar het stren ge gelaat, den vastberaden mond en de hel dere, driftige oogen1 had gezien van do vrouw, die een leven voor zich had gebaand, en zoo de zaak had leeren doorzien). „Ik zou zeggen neen. Het lammetje wénscht de moeder niet te verlaten. Hét zou graag aan hare zijle blijven loepen, dén heuvel op en de helling af, langs de vliet en tegen de rot sen. Maar dat kan niet gebeuren. Het zou niet goed zijn noch voor het schaap, noch voor het lammetje. En zoo moet jij, mijn klein lammetje, ook leereu de. wereld alleen in te gaan. Op iederen heuvelrug wordit het blaten van gespeendé lammetjes gehoord en bij iederen haard de snik van den rouwdra ger, treurende over hen, die nooit zullen terugkeeren." Hester dacht een oogeniblik na en besloot toen do vraag te stellen, die voor haar het belangrijkste was. Tot nog toe had zij de verschrikkelijke gedachte nog niet ondèr woorden durven brengen. „Zal ik met hen mede moeten gaan?" Er was een gamsche wereld! van smart èn vrees èn afkeer in den nadruk, dien zij op het voorn aam woord legde. Maar er was ook het kloppen van een dapper, klein hart in de toepassing van Megsy's preek in den moed die Heeter in staat stelde ook die ont zettende mogelijkheid aan te durven. Megsy's stem beefde toen zij antwoordde, zij begreep wat het voor het kind' wilde zeg gen en zij onderdrukte, wat het voor haar zou beteeken en. „Zonder twijfel hebben zij het recht jo met zich mede te nemen," zeide zij. ,oi] en ik kunnen niet anders dan ons onderwer pen, Hester. Deze dag zal alles duidelijk maken." „Als wij eens baden, Megsy f" „Het zou geen kwaad doen, meisje''' In een oogenblik was Hester uit bed en neergeknield naast een stoel. „Wil je ook niet opstaan en bidden, Megsy?" „Ik zal bidden, meisje, maar niet op staan.' Want in haar hart was Megf-y verlegen en terughoudend, tegenover haar1 Schepper. En het leek haar te aanmatigend, dat zij de aandacht van dén Almachtige zou aanroe pen door zulk een toeken. In do slaapkamer der dienstboden, toen zij nog jong was, was zij' bekend als. „Meg de iheidin" of kortweg „heidinnetje", omdat zij, alleen haar gebed! niet deed bij' haar kof fer voordat zij naar «"bed ging. En tooh zou diezelfde Meg, de heidin, zich liever in stuk ken hebben laten scheuren, dan aan haar, die haar plaagden to bekennen, dat zij zich dikwijls verschool in. de turfschuur om haar gebeden op te zeggen, waar s'lccbts Een haar kon hooren en zien. Zoo zonden d'aar de kleine meid en heb voormalige heidinnetje haar gebeden op. Eindelijk was de 'begrafenis voorbij1, de ge storven vrouw lag in de stille rustplaats op het kleine, beschutte kerkhof, aan den voet van de dorjjskerkwaar, indien zij kunnen luisteren, het Volk van de Lange Rust het gemurmel van de Darroch Vliet kan hoe ren, als zij zacht over de kiczelsteenen stroomt, en het drooge geritsel als de hulst takken boven hun 'hoofden met elkaar spre ken. Dokter Sylvanus Torpkichan, die uitne mende maai, was dien dag buitengewoon uit nemend geweest.v Hij had blootshoofd aan het hoofd van het graf gestaan, indrukwek kend, door ieder opgemerkt. Hij had zelfs den predikant, den weleerwaarden Anthony Borrowman van het kerspel St-. Johan be schermend behandeld. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1