SO. Berate Blad.
7d< Jaargang.
Woensdag 16 September 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
CINDERELLA.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Teiephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
JLan hen, die niet 1 October
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zullen verschijnen, kos
teloos toegezonden.
Politiek Overzicht
De erkenning van Moeley ltalirf.
Nagenoeg gelijktijdig zijn bekend gewor
den de 'brief van Moeley Haf id aan liet corps
diplomatique te Tanger, waarin hij don ge
zanten vraagt zijn wensck. om als sultan van
Marokko te worden edkend, aan de regee
ringen der staten, die zij vertegenwoordi
gen, kenbaar te maken, en de door Frank
rijk en Spanje gezamenlijk opgestelde nota,
die de voorwaarden aangeeft, welke Moeley
Hafid zal moeten aannemen om te worden
eikend.
Moeley Haf id's brief heeft het deskun
dige personeel, dat aan de Europoesche ge
zantschappen te Tangen- verbonden is, uren
van moeitevollen arbeid bezorgd. Een gan-
schen dag hebben de tolken van de Belgische,
Fransche en Duitsche legatiën moeten blok
ken, om van dit stuk eene Fransche ver
taling gereed lo maken. De steller van den
brief 'had de moeielijkheden, die het Ara
bisch oplevert, voor de overzetting in eene
a ndere taal, nog vermeerderd door het ge
bruiken van et» bloemrijken stijl en van
uitdrukkingen, die zeker getuigden van Titte-
rarisch talent, maar in een staatsstuk toch
wel konden worden gemist.
Aan 't geen in de Fransdh-Spaansche
nota van hem wordt verlangd, kom't Moeley
Hafid 'bij voorbaat voor een goed deel tege
moet. Hij verklaart in ronde woorden en
zonder voorbehoud, dat hij alle verdragen,
die nu bestaan tusschen Marokko en de mo
gendheden, zal eeibiedigen en zioli er naar
zal gedïagen. Wanneer dat vaststaat voordat
(het overleg begint, diat de Fransdh-'Slpaan-
sche nota bestemd is uit te lokken, dan mag
men aannemen, dat die overleggingen een
gunstigen loop zullen nemen en dat er geen
onoverkomelijke bezwaren in den weg zul
len staan, om Moeley Ha fid's erkenning als
heerscher over Marokko te krijgen.
De inhoud van de nota levert, na wat
daarover reeds was uitgelokt, geen verrassin
gen. Zij begint met eene beginselverklaring.
Do erkenning van Moeley Hafid moet ge
schieden naar de beginselen, d'ie tot dusver
de overeenstemming van de onderteekenaars
der akte van Algeciras bepaalden. Wanneer
Frankrijk en Spanje het initiatief nemen tot
het doen van voorstellen aan de andere sta
ten, dan leiden zii het. recht daartoe af uit
hunne stelling als naast belanghebbenden
Het als basis van Hafid's erkenning voorge
stelde program omvat enkel de in het inter
nationale be'ang te stellen voorwaarden
Aan iederen staat blijft het recht voorbehou
den zijne bijzondere voorwaarden te stellen
en rechtstreeks met den sultan te onderhan
delen. Derhalve behouden Frankrijk en
Spanje zich inzonderheid voor, de kosten
voor hunne militaire operatiën en de schade
vergoeding voor hunne vermoorde of bena
deelde staatsburgers op te eisohen
Het internationale program somt de vol
gende voorwaarden op
a. Bevestiging van de akte van Alge
ciras en van de voor deuitvoering van deze
akte bestemde maatregelen, met name van
het aan Frankrijk 011 Spanje toegekende
rechit van toezicht- op het wapen smokkelen
ter zee.
b. Bevestiging van alle overige verdra
gen en verplichtingen van liet maghzen
tegenover vreemde regeeringen en het corps
diplomatique en private erkenning van de
schulden van het maghzen, waarbij een on
derzoek van de aanspraken van private
schuldeischers blijft voorbehouden.
c. Bevestiging van de internationale
commissie in Casablanca met verplichting
van den sultan om de door haar toegekende
schadevergoedingen gestand te doen.
d. Officieele en uitdrukkelijke ver
loochening van den „heiligen oorlog" door
brieven van den sultan aan alle steden en
stammen. Voorts onverwijlde maatregelen
om in den omtrek van de havens en op de
belangrijkste wegen naar het binnenland de
veiligheid te verzekeren.
Over het geheel verlangt dit programma
van Moeley Hafid de erkenning van den
status quo. Wanneer ten slotte eene billijke
regeling van den toestand van Abdel Azis
wordt verlangd, dan wordt daarmee een
eisch gesteld, die ook aan het belang van
den nieuwen heerscher dienstig moet zijn.
Ook het verlangen, dat maatregelen zullen
worden genomen tot beveiliging van de om
streken der havensteden en van het verkeer
op de groote wegen, komt tegemoet aan het
welbegrepen belang van Marokko, want het
voldoen aan dat verlangen zal de eerste
stap zijn, die de ontruiming van de door de
Fransche en Spaansche troepen bezette stre
ken mogelijk zal maken. Het blijft intus-
sclien de vraag of niet de regeling van de
tusschen Frankrijk en Spanje eenerzijds en
Marokko anderzijds hangende speciale vra
gen een verder verblijf van de bezettings
troepen zal vorderen.
Wat over den inhoud van deze nota wordt
bericht, strekt tot bevestiging va;n de opvat
ting, dat er geeiie ernstige moeielijkheden
betreffende Marokko tusschen Frankrijk en
Duitschland zullen voorkomen. De B'erlijn-
sche correspondent vaai het Journal des
Dé bats merkt hierover op, dat ter wille van
Moeley Hafid de Duitsche regeering Keizer
Wilhelm niet zal verloochenen, die onlangs
nog in Colmar ten stelligste heeft verzekerd,
dat „de vrede zal worden gehandhaafd.
Zij zal dit te minder doen, na de verzeke
ring, die de Duitsche vice-staatssecretaris
Stemrich in een officieel onderhoud aan den
Franschen zaakgelastigde baron Berckheiin
heeft gegeven, dat de Duitsche regeering
in vriendschappelijken geest de aan Moeley
Hafid op te leggen waarborgen zou onder
zoeken, die de Fransche regeering destijds
voornemens was te formuleeren.
Duitschland.
Berlijn, 15 Sept. De ballon van
Parseval is heden morgen om acht uur op
gestegen tot het doen van. een tienurigen
proeftocht onder leiding van kolonel Kekier.
De ballon sloeg den zelfden weg in, dien het
militaire luchtschip in den nacht van Vrij
dag op Zaterdag heeft genomen, langs den
Hamberger spoorweg naar Stendel.
Kort na het vertrek van den ballon van
Parseval steeg het militaire luchtschip op.
Het verscheen om elf uur voormiddags boven
de straat Unter den Linden, voerde een
aantal manoeuvres tegen den wind uit en
sloeg ten slotte den weg in naar het Tege-
ler schietterrein, waar hij om half twaalf
na. oen tocht van twee uren landde.
D o r 1 ij 15 Sept. De ballon van Par-
seva.l passeerde te 10 uur 10 Potsdam., te
11 i uur het dorp Götz bij Brandenburg
a/d. Ha vel, ie 12i uur Kleinkreuz, te 4 uur
Burg bij Maagdenburg, maakte toen een
k.ute wending en ging terug over het mar
ine» en paleis te Potsdam en verscheen oan 6
uur weder boven Reinickendcrf. De reizi
gers deelden in briefjes, die zij lieten vallen,
mede, dat zij zoolang zouden blijven varen,
als hun voorraad benzine strekte.
-Tweede telegram. De heden vol
brachte tocht is in alle opzichten uitmun
tend geslaagd. Het luchtschip, dat steeds
naar den wensch van den bestuurder voort
dreef op een hoogte van 200 t-ot 600 M„
landde na een tocht van lij uur te Tegel,
zonder dat eenig onderdeel onklaar gewor
den was
Frankrijk.
P a r'ij s, 15 Sept. In antwoord op de
toespraak van Naoem pacha, die bij de over
handiging van zijne geloofsbrieven herin
nerde aan de geestdriftige sympathie-betoo-
gingen voor Frankrijk bij het intreden van
het nieuwe stelsel, verklaarde president Fal-
lières, dat het nieuwe regeeringsstelsel de
eeuwenoude banden van sympathie slechts
nauff'T kan toehalen; hij sprak zijne beste
wenschen uit voor de gelukkige ontwikke
ling van de nieuwe instellingen en voor hert-
geluk van den sultan.
Aan een déjeuner, dat te Chateauroux
dooi den leider van de groote manoeuvres,
generaal de la Croix, aan de vreemde offi
cieren gegeven werd, bracht de generaal
een dronk uit op de hoofden van de bij de
manoeuvres vertegenwoordigde staten. Daar
na wendde hij zich in 't bijzonder tot ge
neraal Polizyn, den chef van den Russischen
generalen staf, en verzekerde hem van de
gevoelens van wederzijdseke sympathie tus
schen het Fransche en het Russische leger.
Generaal Polizyn antwoordde, dat de we
derzijdse he vriendschap gevestigd was op
gevoelens van levendige sympathie en goede
kameraadschap
Portugal.
De Standard verneemt uit Lissabon, dat
koning Manuel van Portugal, op raad van
het ministerie, in de laatste week van Oc
tober, twee weken voor de gemeenteraads
verkiezingen, een rondreis door het Noorden
van het land zal déen en dan de voornaam
ste steden, waar de republiekeinen sterk
zijn, zal bezoeken.
Rusland.
De tot de kadettenpartij behoorende pro
fessoren der universiteit te Moskou Moe-
romzew, Sjersjeiewitsch, Katljarewski en
Nowgordzew, oud-leden van de eerste rijks-
doema, die van regeeringswege de uitnoo-
diging hadden ontvangen om óf de verkla
ring af te leggen, dat zij hunne verbintenis
met eene den staat vijandige partij zouden
verbreken, of hun ambt neder te leggen,
hebben aan het ministerie het antwoord
doen toekomen, dat zij zich niet bewust zijn
tot eene den staat vijandige partij te be-
hoorenzij weigeren daarom aan die uit-
uoodigiug gevolg te geven.
Petersburg, 15 Sept. De steden
Petersburg, Kiew, Jekaterinoslaw, Tasch-
kend zijn verklaard met cholera besmet,
de gouvernementen Petersburg, Moskou.
Tomsk, het Transkaspische gebied, de pro
vinciën Sydardja, Samarkand en Ferghana,
alsmede de spoorwegen van het Petersburg-
8cke net door cholera- bedreigd. In Peters-
burg werden in den tijid van 10 Augustus
tot 14 September 401 personen ziek en stier
ven 98. Sedert het uitbreken van de epide
mie werden in Rusland 6747 personen ziek
en stierven 3130.
Turkije.
De verjaardag van den sultan is verleden
Zaterdag onder de bevolking te Konstanti-
nopel verloopen zonder teekenen van ver
knochtheid. In de uitstalkasten van de win
kels bevonden zich meestal de portretten
van keizerlijke prinsen.
Een weldadigheidsfeest van het departe
ment van oorlog, waarbij het vaderlandslie
vende stuk „Vaderland" werd uitgevoerd,
werd door eeue groote menigte, waaronder
viei prinsen, bijgewoond. Er werd druk ge
roepen „Leve de vrijheid!"; slechte een
enkele officier liet den sultan leven, maar
hij bleef alleen staan. Een aangrijpend feest-
gedicht van Ekrem Bey, dat het Turksche
leger in 't. verleden en het heden behan
delt. verwekte groote geestdrift, en een vau
de keizerlijke prinsen omarmde den dichter.
Marokko.
Havas levert- de volgende officieuse toe
lichting van de Fransoh-Spaansche nota
over Marokko
Frankrijk had kunnen beproeven de
oogenbiikkelijke omstandigheden te gebrui
ken om dc erkenning van Moeley Hafid van
de afdoening der zaken, die voor Frankrijk
bijzonder belang hebben, afhankelijk te
maken, maar liet heeft een zeer krachtig
ontwikkeld besef van föijlne -plichten a.lfcj
Europeesche staat en tracht die met zijne
rechten in overeenstemming te brengen
Om deee reden was Spanje van meening,
dat alvorens Moeley Hafid werd erkend,
zekere waarborgen moesten worden gegeven,
die voor zijne en de buitenlandsoke belangen
gemeenschappelijk in aanmerking komen.
Moeley Hafid zal zich daaraan niet kunnen
onttrekken, want hij zal dloor zijne erken-
niug gewichtige voordéeien krijgen, inzon
derheid de overschrijving van het thans nog
op den naam Abdel Aziz loopend© conto bij
de Marokkaansche staatsbank op zijn naam.
De waarborgen, die de nota van Moeley
Hafid verlangt, dekken zich met die, welke
hij in zijn eigen belang zou moeten gieven.
Onder de waarborgen bevinden zichde
goedkeuring van de voor de uitvoering der
akte van Algeciras gemaakt© uitvoeringsbe
palingen daaronder zijn te verstaan alle
reglementen, die sedert twee jaren tot uitvoe
ring var. de verschillende voorschriften der
akte door het corps diplomatique zijn uitge
werkt, reglementen die reeds meermalen zijn
opgesomd. De nota verlangt de bevestiging,
van de door het maghzen aangegane ver
plichtingen. Hierbij betreft het eene alge-
meeue erkenning, want men kan niet bij
iedere gebeurtenis alles weer op losse schroe
ven stellen. Moeley Hafid zal van deze ver
plichtingen tegenover de regeeringen ge
makkelijk kennis krijgen, dank zij de archie
ven van Abdel Aziz, die hij reeds in zijn
bezit heeft. Daarto© bekooren de overeen
komsten betreffende de Marokkaansche
grens overeenkomsten met- het corps
diplomatique, zooals bijvoorbeeld over de
organisatie van den gezondheidsraad te
Tanger, overeenkomsten met bijzondere
personenzooals bijv. de contracten over
het bouwen van havens. De schulden van
Abdel Aziz moeten door Moeley Hafid op zijn
naam overgenomen worden, zooals bij' staats
omwentelingen gebruikelijk is. Betreffende
de verplichting om die volmachten van de
schadevergoedingscoinimissie van Casablanca
te bevestigen, vindt men een precedent van
een gelijke handeling voor deze garantie in dé
zaak der commissie van Alex and rië.
Wat de herroeping van den „heiligen
oorlog" betreft, die is even gerechtvaardigd
als noodig. De den vreemdelingen vijandigo
beweging in Marokko is feitelijk even ge
vaarlijk voor de Franschen als voor de an
dere vreemdelingen. Aan die beweging moet
zoowel aan de grens als in het binnenland
paal en perk gesteld worden.
De mogendheden zullen, als zij de ver
schillende in de nota opgenomen waarbor
gen verkregen hebben, klaarblijkelijk Moe
ley Hafid erkennen. Deze erkenning* zou
natuurlijk voor de afzonderlijke staten niet
het recht opheffen om van den sultan de
regeling van hunne bijzondere aangelegen
heden te verlangen. Frankrijk zou, evenals
Spanje, tot deze aangelegenheden rekenen
oe teruggave van zijne voor Marokko aan
gewende militaire uitgaven en de betaling
van eene schadevergoeding voor zijne ver
moorde burgers
De nota is de' uitdrukking van gevoelens
van loyauteit, vriendschap en vertrouwen
tegenover alle staten. Zij is niet tegen dezen
of genen vreemden invloed in Marokko ge
richt; zij is veeleer volkomen Europeesch,
wanneer men met dit woord de groep van
de onderteekenaars der akte met inbegrip
van de Vereenigde Staten aanduidt. Zij
eerbiedigt de rechten van allen, en iedere
weigering om haar te onderzoeken, elke wei
gering uit één stuk van voorstellen, zooals
de geformuleerden zijn, zou het bewijs leve
ren, dat de staat, die zoo handelde, bijge
dachten koestert, die met de eerbiediging
va:, de akte van Algeciras weinig zijn over
een te brengen.
Sultan Abdel Azis vertoeft nog steeds in
de nabijheid vau Casablanca, waar hij als
een souverein, van zijn hof omgeven, op
treedt. Hij heeft nog niet alle hoop opgege
ven. Hij bevindt zich om zoo te zeggen on
der bescherming van Frankrijk en is voor
nemens zijn mehalla door versterkingen uit
het. Chauja-gebied te reorganiseeren. In het
Chauja-gebied wordt de sultan, tengevolge
van de aanwezigheid der Franschen, nog
erkend. Dit is het eeuige deel van het land,
dat nog niet hafidistisck is. Alle groote ste
den, met uitzondering van Casablanca, heb
ben Moeley Hafid erkend. Daar echter de
invoerrechten aan Fransck toezicht zijn ou
derworpen, trekt. Abdel Azis steeds een aan
zienlijk deel van de inkomsten. De toestand
wordt daardoor des te eigenaardiger. Moeley
Hafid wordt in het geheele rijk erkend en
Abdel Azis trekt het geld uit steden, die
hem niet meer als sultan beschouwen.
Uit Tauger wordt -.an de Kölni&che Zei-
tung geseind, dat bij de uitroeping van
Moeley Hafid te Mogador onbeschrijfelijke
geestdrift heerschte en groote sympathie-be
toogingen voor de „eerlijke, onbaatzuchtig©
vriendschap van Duitschland" zijn gehou
den.
Egypte.
Uit Londen wordt bericht, dat er in do
betrekkingen tusschen den khedive Abbas
Pacha en de Engelsche regeering eene ver-
DOOK
23 S. R. CROCKETT.
Uit hut Schot8ch vertaald
DOOK
J. P. WES8ELINKVAN ROSSUM.
Na deze verklaring gingen de gehoorzame
kinderen weer dieper het bosch in terwijl
hun vader ziph neerzette om te overwegen
hoe hij zich een weg zou banen naar een zetel
bij de wetgevende macht.
Op den morgen van de begrafenis ont
waakten de twee eenige oprechte rouwdraag-
eters in het hoerenhuis van Arioland reeds
vroeg. Hester lag in haar kleine bedje naast
het grootere ledikant van Megsy op het vlie-
ringkamertje, waar het dakvenster een pun
tig voorhoofd naar 'buiten stak. Dit zag uit
op de toppen der boomen, waar de kraaien
reeds krasten en met haar morgentoilet bezig
waren. Megsy Tipperlin verklaarde aan een
kleine en vert>ijsterde vraagster de mysteries
dér "Voorzienigheid.
„Zie je", zei MegSv, „het. is er zoo mede.
Herinner je het nog, dat je aan haar, die
nu weg is, vroeg, of je haar schaar en naal
dendoosje mocht hebben. En om je tevreden
te stellen, heeft ze het je gegeven. Na. vijf
minuten had je je in je vinger geeneden. een
naald in je been gestoken, en een klap om
je ooren gekregen, omdat je het trijp van een
stoel had doorgfekniptZoo is het ook met
de Voorzienigheid. Wij verlangen even bitter
naar iets als jij naar je grootmoeder's werk
mand; en als we het krijgen dan gebeurt het
negen van de tienmaal, dat wij' gesneden,
gestoken en geslagen worden voor onze straf,
totdat we het uitschreeuwen
„Maar, Megsy," 'bracht Hester in heit
midden, „dat is vragen naar iets, dat je»
graag hebt. Grootmoeders sterven was iets
wegnemen, 'dut ik al kan, en zoo graag wildé
behouden.
„Dat is malar een anderen kant er van,
nieisjelief," zei Megsy, die nog altijd het
handje van het kind vasthield over den rand
van het ledikant, want ze was nog niet op
gestaan. „Heb je nooit een lammetje, dat
van zijp moeder was gespeend, hooren bla
ten, ails of zijn hart zou 'breken Maar dé
herder drijft het al verder en verder voort
en steeds luider wordt het blaten. Trekt de
herder het zich niet aan? Ja, zeker doet hij
dat. Zijn hart is bedroefd, als hij een goedé
herder is en geen huurling. Maar daarom
blijft hij niet stilstaan. De lammetjes moe
ten leeren alléén te gaan. Zij mogen hunne
moeders melk niet meer drinken. Zij moeten
kinderachtige dingen opzij zetten en zelf de
vette klaver op de weide leeren zoeken en
het malsche, jonge gras, dat groeit in de
greppels der heide als de d'aiuw er nog op
glinstert."
„En heeft hij daarom mijn grootmoeder
weggenomen," zei Hester na een lange stil
te, waarin zij de grijze, nevelachtige wolkjes
hoog aan het uitspansel, getint met. het
zachte rose van den ochtendstond, door het
dakvenster had gadegeslagen.
„Ik twijfel er niet aan," zei Megsy voor
zichtig in haar toestemming, „bovendien is
zij gelukkiger waar zij js!"
„Maar ze was hier ook gelukkig," hernam
de stem uit het kleine bedje, baar vinger
op' de zwakke plek van Megsy's 'bewijsgrond!
leggende met dé onbarmhartige nauwkeu
righeid der kinderjaren.
Eén oogemblifk was. Megsy overbluft als
velen geleerder dan zij. zijn geweest dloor de
handelingen en ver oordeel mgen van den
Iloogen Raad; maar zij; herstelde zich spoe
dig.
„Ja, Hester Sybilla, zoo dacht ik zelf ook
in mijn haast en mijn verblindheid. Ik zei
tot mijzelf, zij zooi graag gezien hebben, hoe
dé nieuw geplante kruisbessen, aanslaan in
de vooren van den boomgaard ©n hoe de
pas aangelegde aardbeziën'bedden groeien.
En weten of de jonge kuikens gedurende
den winter goed bleven doorleggen. Want
haar hart had ze aan al die dingen gegeven.
En zij verlangdé er zoo erg naar je te zien
als een groot, braaf meisje in een eigen huis
«net een goeden echtgenoot."
„Ik verlang er niet naar ooit te trouwen,
Megsy,' zei tiet kleine meisje, „ik wilde
maar bij jou en grootmoeder bliiven."
„Nu niet, da.t geloof ik wel meisje." De
stem uit het ledikant sprak van wijsheid en
macht. (Gij zoudt het overdag nooit gedacht
hebben van Megsy indien gij naar het stren
ge gelaat, den vastberaden mond en de hel
dere, driftige oogen1 had gezien van do
vrouw, die een leven voor zich had gebaand,
en zoo de zaak had leeren doorzien). „Ik
zou zeggen neen. Het lammetje wénscht de
moeder niet te verlaten. Hét zou graag aan
hare zijle blijven loepen, dén heuvel op en
de helling af, langs de vliet en tegen de rot
sen. Maar dat kan niet gebeuren. Het zou
niet goed zijn noch voor het schaap, noch
voor het lammetje. En zoo moet jij, mijn
klein lammetje, ook leereu de. wereld alleen
in te gaan. Op iederen heuvelrug wordit het
blaten van gespeendé lammetjes gehoord en
bij iederen haard de snik van den rouwdra
ger, treurende over hen, die nooit zullen
terugkeeren."
Hester dacht een oogeniblik na en besloot
toen do vraag te stellen, die voor haar het
belangrijkste was. Tot nog toe had zij de
verschrikkelijke gedachte nog niet ondèr
woorden durven brengen.
„Zal ik met hen mede moeten gaan?"
Er was een gamsche wereld! van smart èn
vrees èn afkeer in den nadruk, dien zij op
het voorn aam woord legde. Maar er was ook
het kloppen van een dapper, klein hart in
de toepassing van Megsy's preek in den
moed die Heeter in staat stelde ook die ont
zettende mogelijkheid aan te durven.
Megsy's stem beefde toen zij antwoordde,
zij begreep wat het voor het kind' wilde zeg
gen en zij onderdrukte, wat het voor haar
zou beteeken en.
„Zonder twijfel hebben zij het recht jo
met zich mede te nemen," zeide zij. ,oi]
en ik kunnen niet anders dan ons onderwer
pen, Hester. Deze dag zal alles duidelijk
maken."
„Als wij eens baden, Megsy f"
„Het zou geen kwaad doen, meisje'''
In een oogenblik was Hester uit bed en
neergeknield naast een stoel.
„Wil je ook niet opstaan en bidden,
Megsy?"
„Ik zal bidden, meisje, maar niet op
staan.'
Want in haar hart was Megf-y verlegen en
terughoudend, tegenover haar1 Schepper. En
het leek haar te aanmatigend, dat zij de
aandacht van dén Almachtige zou aanroe
pen door zulk een toeken.
In do slaapkamer der dienstboden, toen
zij nog jong was, was zij' bekend als. „Meg
de iheidin" of kortweg „heidinnetje", omdat
zij, alleen haar gebed! niet deed bij' haar kof
fer voordat zij naar «"bed ging. En tooh zou
diezelfde Meg, de heidin, zich liever in stuk
ken hebben laten scheuren, dan aan haar,
die haar plaagden to bekennen, dat zij zich
dikwijls verschool in. de turfschuur om haar
gebeden op te zeggen, waar s'lccbts Een
haar kon hooren en zien.
Zoo zonden d'aar de kleine meid en heb
voormalige heidinnetje haar gebeden op.
Eindelijk was de 'begrafenis voorbij1, de ge
storven vrouw lag in de stille rustplaats op
het kleine, beschutte kerkhof, aan den voet
van de dorjjskerkwaar, indien zij kunnen
luisteren, het Volk van de Lange Rust het
gemurmel van de Darroch Vliet kan hoe
ren, als zij zacht over de kiczelsteenen
stroomt, en het drooge geritsel als de hulst
takken boven hun 'hoofden met elkaar spre
ken.
Dokter Sylvanus Torpkichan, die uitne
mende maai, was dien dag buitengewoon uit
nemend geweest.v Hij had blootshoofd aan
het hoofd van het graf gestaan, indrukwek
kend, door ieder opgemerkt. Hij had zelfs
den predikant, den weleerwaarden Anthony
Borrowman van het kerspel St-. Johan be
schermend behandeld.
Wordt vervolgd.