BIJVOEGSEL
Amersfoortsch Dagblad.
Gemeenteraad
AMERSFOORT.
BIJ HET
VAK
Openbare .vergadering van den raad der
gemeente Amersfoort op Dinsdag 29 Sep
tember 1908.
Voorzatter de ikeer burgemeester jbr. J.
W. A. Bairohiman Wuytiers.
Tegenwoordig de .heeren wethouders E. L.
Visser en M. L. Celosse. de heeren H.
Kroes, A. M. Tromp van Holst, D. Gerrit
sen, mr. J. Hejligers, H. W. van EsveM,
A. H. van Kalken, N. Vdls Heyn, C. J.
P'oonp, S. J. van 'Duinen, W. Salomons, D.
R/uys, J. C. RolaindUs Ha'gedooni en de
secretaris mr. dr J. G. Stenfert KToese.
Afwezig, de iheeren J. W. Joriseen en A.
A. Hamers met kennisgeving en M. R. N.
Oodterveen.
De notulen van 'dè vorige vergadering wor
den goedgakeurd.
De Voorzitter. Mijne lieeren, zoo
even is mij. ter oore gekomen het overlijden
van ons oud-medelid, den heer C. T. van
Book. 'De Ikeer van Reek was een sympa
thiek, welwillend man en een ijverig lid van
den raiadl, dis ons aller en ook het algemeen
vertrouwen van de burgerij genoot. Het
geen hiji tijdens zijn langdurig lidmaat
schap van den raad' en als lid van versckil1-
lende cofmmissdën heeft gedaan voor de ge
meente, zal 'hem ongetwijfeld doen voort
leven in ons alles herinnering. Mijne heeren,
ik beveel hem aan in uw aandenken.
(Teetkeueai; van instemming)
Ingekomen zijn de volgende stukken
a. Besluit van de Gedeputeerde Staten
van Utredh't van 8 September 1908, 3de af-
deeling, no. 3644/2245, tot goedkeuring van
het 3de aanvullingskohier van de inkom
stenbelasting, dienst 1908. Voor kennis
geving.
b. Besluit van de Gedeputeerde Staten
van Utreoht van 8 September 1908 3d© af-
deeling, no. 3465/2263, tot goedkeuring van
het. .raadsbesluit van 1 'September 1908, no.
26S, strekkende tot. wijziging van het. raads
besluit van 25 Februari 190S, no. 63, en
voorts tot .verhuring van het sportterrein
op Birkhoven. Alsvoren.
c. .Besluit van de Gedeputeerde Staten van
Utrecht van 8 September 1908, 3de af dea
ling, no. 3486/2270, tot goedkeuring van de
raadsbesluiten van 1 September 1908, nos.
274 en 275, strekkende tot wijziging der be
grooting, dienstjaar 1908, in verband met
buitengewone werken en overbrenging vam
een deel van het saldo over 1907. Als-
voren.
d. Besluit van de Gedeputeerde Staten
van Utreoht van 8 September 1908, 3de af
deel ing, no. 3499/2269, tot goedkeuring van
het raadsbesluit van 1 September 1908, no.
276, strekkende tot betaling uit het. artikel
voor onvoorziene uitgaven. Alsvoren
e. Besluit van de Gedeputeerde Staten
van Utredht van 14 September 1908, 3de
afdeelin'g, no. 3528/2317, tot goedkeuring
van de raadsbesluiten van 28 Juli, no. 237,
en 1 September, no. 269, tot aankoop van
grond en afstand van erfpaehtsreoht. Als-
voren
f. Besluit van de Gedeputeerde Staten
van Utredh't. van 22 September 1908 4e af-
deeling, no. 3488/2354, tot definitieve vast
stelling van de rekening van die voormalige
schutterij over bet dienstjaar 1907. Als-
voren.
g. Van het Burgerweeshuis 'de begrooting
voor 1909. Te 'behandelen bij de begroo
ting.
h. Eene dankbetuiging van J. Schuit©
Northoit voor zijne benoeming tot inspec
teur van het bouw- en woningtoezicht.
Voor kennisgeving.
i. Eene dankbetuiging van E. J. Beu-
mer voor de hem toegekende periodieke ver
hooging van zijne jaarwedde. Alsvoren.
j. Een adres van de vereenigiug „Vergun
ning"', waarbij verzocht wordt de behande
ling van het adres inzake het sluitingsuur
voor de tapperijen te bespoedigen. In han
den van den burgemeester om advies.
ih. Een adres van den Bond voor Staats-
pensioneering, daarbij verzoekende adhaesie
te willen betuigen aan een adres aan H. M.
de Koningin. Ter secretarie ter inzage
van de leden.
1. Een verzoek van het Amersfoortsche
Drank weercomité tot het verleenen van eene
subsidie van f 300 voor 1909. Te behan
delen bij de begroeting.
Aan de orde is
1. Voorloopige vaststelling van de gemeen
terekening over 1907.
De Voorzitter. De commissie, die de
tekening heeft onderzocht, stelt voor haar
voorloopig vast te stéllen zooals zij door B.
en W. is voorgedragen'namelijk tot een be
drag van f ,679,825.084 in ontvangsten en
f 654,065.33 in uitgaven; batig saldo
f 25,759.2-54. Ik betuig de commissie dank
voor de moeite, die zij zidh heeft gegeven.
Wordt voorloopig vastgesteld, met alge-
meene stemmen de wethouders hebben zich
van medestemmen onthouden.
2. Vaststelling van de rekening van liet
stratenfonds over 1907.
De ontvangsten bedragen f 290.11, de uit
gaven f 74,80; tëa'tig saldo f 134.31.
Wordt vastgesteld met algemeen© stera
men de wethouders onthouden zich van
rtemmen.
3. Vaststelling van de rekening van het
burgerlijk armbestuur over 1907.
De ontvangsten' bedragen f 12,320.644, de
uitgaven een gelijk Ifedrag.
Wordt vastgesteld met algemeene stem
mende ledendie tevens lid zijn van het
burgerlijk armbestuur, onthouiden zich van
ötemmen.
4. Vaststelling van de rekening van het
Burger weeshuis over 1907.
De ontvangsten bedragen f 14,213.61, de
uitgaven f 7853:23batig saldo f 6360.38.
Wordt vastgesteld met algemeene stem
men.
5. Voorstel van B. en W. tot belegging
van gelden van het- fonds voor onderhoud
van overgenomen wegen en straten.
Voorgesteld wordt- iaan te fcoopen een obli
gatie N. W. S. van f 100 a 34 pet.
Wordt z. h. o. -goédgekeurd.
6. Voorstel van B. en W. bot vaststelling
van jaarwedden en pensioengrondslagen
van personeel, Verbonden aan gymnasium
en hoogere burgerschool
De jaarwedden zijn. bereikend overeenkom
stig het aanbal lesuren op 1 September 1908.
Wordt z. !h. o. goedgekeurd.
7. Voorstel van B. en W. tot benoe
ming van tijdelijke leeraren aan de burger
avondschool.
De Voorzitter verzoekt de lieeren Celosse
en van Esveld als stenropnemers te fungee-
ien.
'Worden met algemeene stemmen be
noemd: iu Neder la ndsche taal E. H. Buy-
tenhuis, in natuurkunde F. Faber, in wis
kunde A. A. Verburg, in handteekenen H.
Mooyen Jzn., in lijnteekenen H. Huurde-
man. N. Nierop en H. Dijkstra.
8. Rapporten voorstel van B. en W., be
treffende een nader adres van de firma H.
A. de Vries in zake leveranties aan de gas
fabriek.
Het voorstel strekt om de adressen voor
kennisgeving aan te nemen.
De heër van Duinen. Mijnheer de
voorzitter, naar aanleiding van dit punt zou
ik gaarne een enkel woord in liet midden
willen brengen. Ik heb de vorige maal ge
vraagd, dat de stukken betreffende deze
zaak publiek zouden worden gemaakt. Ik
ben blijde, dat dit is geschied. Ik had toen
eene andere opvatting van deze zaak dan
die, welke B. en W. in hunne conclusie heb
ben neergelegd. Nu de stukken zijn bekend
gemaakt, ben ik daarin bevestigd en heb ik
ondervonden, dat velen daarover denken
zooals ik. Het eerste rapport van den direc
teur kan ik voorbijgaan. Dat is door de
firma de Vries in haar nader adres vol
doende beantwoord. Maar i£ wil terug
komen op enkele punten van het tweede
rapport.
De directeur zegt daarin,Of het leve
ren van niet gewenschte goederen ligt in
verkeerde zendingen van den fabrikant,
dan wel in andere redenen, doet niets ter
zake". Dat kan ik niet geheel onderschrij
ven in dit geval, omdat de directeur in zijn
eerste rapport gezegd heeft, dat hem bleek,
dat de Vries voornemens was op dezelfde
wijze als in 1906 te zullen leveren. Hier
wordt in bedekte termen, maar toch vrij
duidelijk te kennen gegeven, dat de firma
de Vries willens en wetens niet goed ge
leverd heeft. (Maar de firma kan zich ver
antwoorden zij is gedupeerd door den fa
brikant, en dat maakt een groot verschil
in de gegeven omstandigheden.
Dan is er een punt, waarover ik geen
licht kan opsteken. De directeur zegt, dat
de firma de Vries zich vergist met hare
mededeeling, dat hij aan haar verklaard
zou hebben, dat de latere leveringen jtot zijn
genoegen zouden zijn geweest. Dat is na
tuurlijk niet uit te maken. De een zegt ja,
de ander neen. Maar het gedrag van de
firma de Vries is van dien aard, dat blijkt,
dat zij wel degelijk overtuigd was, dat de
directeur niet alleen genoegen heeft genomeai
met, maar ook tevreden is geweest over wat
in het laatste half jaar geleverd is. Dat ver
klaart, dat de firma de Vries den raad heeft
gevraagd een onderzoek in te stellen, waar
om zij gepasseerd is bij de leveranties. Wan
neer men alles bij elkaar neemt, dan pleit
dat voor de firma de Vries. Maar getuigen
zijn er niet bij' geweest; het is dus niet uit
te maken wie gelijk heeft.
De firma, de Vries geeft in har© verant
woording eene afdoende weerlegging van de
bewering van den directeur, dat zij min
derwaardig goed geleverd zou hebben. De
directeur komt nader terug op zijne bewe
ring, dat er meer geleverd is dan in liet be
stek stond, zelfs een surplus. In het tweede
rapport wordt eene opsomming gegeven van
het percentage van wat geleverd is en wat
niet moest geleverd worden. Maar dat doet
aan de groote zaak niet af. De cijfers van
de firma- do Vries spreken volkomen voor
zich zelf en zijn door den directeur niet te
niet gedaan.
Vervolgens zegt de directeur: ,,Dat bij
mij de bedoeling heeft bestaan om do firma
de Vries ook maar eenigszins te benadeelen
in eer of goeden naam, ontken ik ten stel
ligste". Dat neem ik aan. Maar is het niet
eene insinuatie, wanneer, men zegt, dat de
firma de Vries voorbedacht minderwaardig
goed levert? Wanneer dat niet vaststaat
dan moest de directeur voorzichtig zijn in
zijne uitdrukkingen en zich er op beden
ken, alvorens ze neer te schrijven.
Dan staat er verder, dat er voor gezorgd
is, dat geen werkelijk onwaardige goederen
in ontvangst werden genomen. In het eerste
rapport wordt gezegd, dat de directeur min
derwaardige goederen moest nemen, omdat
er niets was Dat kan ik moeielijk onder-
9