ar. in. 7de Jaargang. Vrijdag 16 October 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Ceur&nt verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeolingon enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens Dg de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PBIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel moer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cento b# vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zoer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Bene oiroulairobevattende de voorwaarden, werdt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. Burgmeester en, Wethouders der gemeente Amersfoort!, Geilet op artikel 37 der Drankwet Brengen ter <xpen,haro kennis: 1. dat ibij hen. ós ingediend een verzoekschrift om verlof tot verkoop van alcoholhoudender! drank, anderen dan, sterkon dirank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, door B. Krabbenbos, verblijf houdende te Nijmegen, in de benedem- laealiteit) van het perceel aan <le Lavendelstraat no. 7 alhier; 2. dat binnen twee weken na deze bekendma king ieder tegen heb verleenen van het verlof schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wet houders 'kan inbrengen. Amersfoort, den 15. October 1908. Burgemeester en Wetihoudlens voornoemd, De Secretaris, Do Burgemeester, J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht Het Dardanellen-vraagstuk. Het heeft moeite gekost om overeenstem ming te krijgen over den nllereersten stap, die moet worden gedaan om de bijeenroe ping te krijgen van de Europeesche confe rentie, die tot taak zal hebben de crisis in het Oosten te beëindigen en de grondslagen te leggen voor den nieuwen toestand, die daar moet komen. Sedert verscheidene da gen hoorde men telkens, dat de Russische minister Iswolski, wiens vooruitziende geest hent had bewogen juist toen de crisis uitbrak buiten zijn land te vertoeven, zoo dat bij persoonlijk met de Westersche kabi netten kon overleggen, bijna overeenstem ming had verkregen over het programma van de conferentie in spe. Dat wilde dus zeggen, dat die overeenstemming vooralsnog ontbrak. En ook thans blijkt, dat tusschen de mogendheden, die de uitnoodiging tot het houden van de conferentie zullen doen, slechts overeenstemming is verkregen om trent het programma, dat zij voor de con ferentie zullen voorstellen, door één punt voor afzonderlijk overleg to reserveeren. Dat is een gevolg van den wensch, die bij de Russische regeering bestaat om ook voor Rusland een voordeel te behalen uit de cri sis, die de zaken aan den Balkan op losse schroeven heeft gesteld. De kwestie der zee straten, ook wel het Dardanellenvraagstuk genoemd, wat echter minder juist is omdat de zaak betrekking heeft niet alleen op de Dardanellen maar ook op den Bosporus, is het struikelblok, dat uit den weg moet wor den geruimd. Rusland verlangt namelijk, dat ook dit vraagstuk op het programma zal worden gezet. De nu geldende bepalin gen verbieden aan zijne oorlogsschepen de doorvaart door den Bosporus en de Darda nellen. Van die bepalingen verlangt Rus land de opheffing. Dat zal voor Rusland de compensatie moeten zijn voor het voor deel, dat Oostenrija-Hongarije verkregen heeft door de inlijving van Bosnië en Her- zegowina. Tiet is eeü zeer oude wensch, waarvoor Rusland hier opkomt. In het midden van de 18de eeuw, na het verdrag van Belgrado van 7 September 1739, was de Zwarte Zee geheel gesloten voor de Russen. Zij konden er evenmin oorlogsschepen als handelsvaar tuigen onderhouden. De overwinningen van Catharina II brachten wijziging in dezen toestand. In 1774 verleende het verdrag van KootsjoekKainardji aan Rusland vasten voet aan de, Zwarto Zee en de vrije scheep vaart met handelsschepen, zelfs in de zeo van Marmara. Voor de Russische oorlogsschepen hieven de zeestraten echter gesloten. Rusland kon oorlogsschepen houwen, maar zij waren in de ZwarLe Zee opgesloten als in eene ge vangenis. Het is sedert steeds het streven van Rus land geweest om deze zeestraten geopend te krijgen. Eenmaal is dat werkelijk gelukt. Da, was bij het verdrag van Hunkiar Ske- lessi, dat den lOen Juli 1833 gesloten werd. Turkije bevond zich toen in de grootste be nauwdheid het had enkele jaren te voren bij Navarino zijne vloot verloren, was door Rusland overwonnen en stond voor het ge vaar, dat Mehemed Ali, de onderkoning van Egypte, wien de sultan reeds Syrië en de zuidkust van Klein-Azië had moeten afstaan, met zijn zegevierend leger tot voor de poor ten van Konstantinopel kwam. Frankrijk begunstigde den onderkoning, omdat het van hem de oprichting van een grooten ooster- schen staat hoopte, die den Russen schaak kt biedenRusland daarentegen bood den hulpeloozen sultan zijne ondersteuning aan. Het verdrag van Hunkiar Skelessi was een verdrag van bondgenootschap, dat in geval van oorlog de Russische land- en zeemacht ter beschikking van de Porte stelde. De Porte werd van de verplichting tot mate rieel hulpbetoon ontheven; maar als contra prestatie beloofde het de Dardanellen ten gunste van Rusland te sluiten, d. w. z. aan geen vreemd oorlogsschip toe te staan daar binnen te varen. Gedurende den tijd van geldigheid van dit verdrag zag Rusland zijn wensch ver vuld. Maar toen het in 1841 afliep, werd het niet alleen niet hernieuwd, maar den 13en Juli 1841 kwam tusschen de groote mo gendheden, buiten Rusland, en Turkije een verdrag tot stand, waarin de sultan ver klaarde, dat hij besloten was, overeenkom stig den ouden regel van zijn rijk, de Dar danellen en den Bosporus voor vreemde oor logsschepen gesloten te houden, uitgezon derd voor lichte vaartuigen onder oorlogs- vlag. die voor de gezantschappen van be vriende staten bestemd waren. Do Russische vloot was hierdoor op nieuw in de Zwarte zee opgesloten, en zij is dat tot den huidigen dag gebleven. Het vredes verdrag van Parijs van 1856, dat een einde maakte aan den voor Rusland ongelukkigen Krim-oorlog, verscherpte nog de bepalingen ■van 1841: de Zwarte zee werd onzijdig ver klaard, d. w. z. aan Rusland werd verboden vloten en arsenalen in de Zwarte zee te heb ben De Fransch-Duitsche oorlog van 1870/'71 schonk aan Rusland de gelegen heid om van die vernederende bepaling te worden ontslagen. In 1871 werd de onzij- digverklaring van de Zwarte zee afgeschaft; Rusland mocht weer eene vloot in de Zwarte zee hebben. Maar de uitgang van deze vloot bleef gesloten. Het Londensche verdrag van 13 Maart 1871, dat in hoofdzaak bekrach tigd is door het Berlijnsche verdrag van 13 Juli 1878, sluit den Bosporus en de Darda nellen voor alle niet-Turksche oorlogssche pen, behoudens speciale vergunning van den sultan op aanvrage voor een enkel schip. In 1891 werden weder onderhandelingen gevoerd over de vaart door de zeestraten, toen schepen van de Russische „vrijwillige vloot", in werkelijkheid gemaskeerde oor logsschepen, belet werden door den Bospo rus te varen. Het kwam toen tot eene schik king, volgens welke de onder de handels- vlag varende schepen vrij door de zeestra ten mogen gaan, maar met de beperking, dat daarvan vooraf kennis moet worden ge geven aan de Porte, wanneer zich dwang arbeiders of soldaten aan boord bevinden. Deze bepalingen zijn ook nu van kracht, en liet is om de mogelijkheid te openen, dat zij afgeschaft of althans gewijzigd worden, dat de nu aanhangige overleggingen worden gevoerd. DuitschlancL Berlijn, 15 October. De bal lon Busley is Dinsdagmorgen om 5 uur noordwestelijk van Helgoland opgemerkt door een naar Edenburg gaande kolenstoom- boot. De op het water drijvende ballon werd door deu sterken wind van het schip' weg gedreven, zoodat het reddingswerk moeie- lijk en gevaarlijk was. De beide personen, die met den ballon waren opgegaan, Nie- meyer en Hiedemann genaamd, werden door den kapitein van de stoomboot bijna naakt opgovischt. De ballon werd geborgen. Engeland. Londen, 15 Oct. Een incident word hcuen verwekt door den socialist Grayson, die het vraagstuk der werkloosheid ter spra ke wilde brengen. De Speaker viel hem in do rede met de opmerking, dat deze dag bestemd was voor de behandeling van de drankwet. Grayson antwoordde, dat de cri sis der werkloosheid zoo ernstig en het ge brek zoo groot is, dat de vastgestelde agen da op zijde moest worden gezet. De leden protesteerden luid, waarop Grayson hen woedend toevoegde: „Gij zijt allen goed ge goed"De Speaker verzocht Grayson te gaan zitten en zijne rede te staken, maar deze riep uit: „Ik verkies niet, dat mij het zwijgen wordt opgelegd". De Speaker gelastte den sergeant at arms Grayson te verwijderen, maar deze behoefde niet op te treden, want Grayson zeide met genoegen weg te willen gaan. Ilij wendde zich tot de leden der ar- beidspartij en riep dezen toe: „Gij zijt ver raders van uwe klassegenooten 1" en verliet toen de zaal onder spottend gelach. Noorwegen. De meeste staten, die in aanmerking ko men voor deelneming aan eene conferentie betreffende Spitsbergen, hebben op het voor stel van Noorwegen tot het houden van zulk eene conferentie toestemmend geantwoord. De conferentie zal intusschen, wanneer zij tot stand komt, eerst na nieuwjaar plaats hebben. Oostenrijk-Hongarlje. Budapest, 15 Öctobor, In de legercomniissie van de Hongaarsche delega tie drukte de minister van oorlog zijne vol doening uit over de woorden van lof en ver trouwen, die gesproken waren over het leger. Hij verklaarde, dat hij na een ernstig on derzoek van den toestand van het leger vol vertrouwen is voor de toekomst. Overgaande tot de behandeling van de ar tikelen, nam de commissie de posten aan voor verhooging van het salaris der officieren en voor verbetering van den toestand en van do voeding der soldaten. Morgen voortzetting. De marine-commissie van de Hongaarsche delegatie heeft na een kort debat de gekeele marinebegrooting aangenomen. Praag, 15 October. In den land dag van Bohemen werd heden de obstruc tie voortgezet te midden van een groot la waai. De afgevaardigden sloegen elkaar sommigen doden kneuzingen en krabben in hot gezicht op, van anderen werden de kleê- ren gescheurd. Een inktpot werd door de zaal geworpen en bemorste verscheidene Czeehische leden. Daar het lawaai steeds voortging, sloot de voorzitter de vergadering. In de vergadering van eergisteren van den Boheemschen landdag zetten de Duitsche le den de obstructie voort. De Czechen zijn voornemens, om de obstructie te breken, de vergadering permanent te verklaren. De •temming in Servië. Belgrado, 14 October. De minister van buitenlandsche zaken zal voor dc zaken in het Oosten naar Berlijn, Lon den, Parijs en Rome gaan. Pasier, de lei der van de oppositie vertrekt, in overleg met de regeering, naar Petersburg. Weenen, 15 October. Uit Bel grado wordt aan verscheidene Sladen be- i icht, dat Servië als compensatie aan de conferentio zou vragen, dat het tandjak Nowibazar voor een deel aan Servië en Mon tenegro zal worden afgestaan of dat Servië een strook grond van Ilerzegowina zal krij gen langs liet sand jak en Montenegro, zoo dat het rechtstreeks met de Adriatische zeo wordt verbonden en onafhankelijk wordt van Oostenrijk-Hongraije. Eene dergelijke vraag van Servië zal waarschijnlijk door Oostenrijk-Hongarije verworpen worden. Belgrado, 15 Oct. Op de tijding, dat in Sabac arrestatiën zijn gedaan wegens de vernieling van een Oostenrijkschen vlag door brand, vereenigden zich heden avond studenten en eene groote menigte voor het ministerie van binnenlandsche zaken om daartegen te protesteéren. Toen de referen daris Kostibek mededeelde, dat de gevangen genomen personen in vrijheid gesteld waren, juichte de menigte de regeering toe. Daar na begaf zij zich naar de woning van den kroonprins, waaï zij met geestdrift hoera 1 en Leve de prins I riep. De prins hield de volgende toespraakBeminde broeders, uwe geestdrift is mij een bewijs, dat gij uwe rechten door geweld zult weten te verdedi gen, als dat niet anders mogelijk is. Laat ons gemeenschappelijk dragen wat ons over kom'., maar wij moeten de aan ons hart toe gebrachte wonde genezen om te kunnen leven. Houdt u gereed, opdat wij eenmaal onder de vlag van Z. M. Koning Peter het bewijs kunnen leveren, dat Servië niet een levend-doode kan zijn. Wij moeten den strijd tegen de tirannen aanvaarden en de ster van de Servische natie tot nieuwe glans brengen. En mocht het anders zijn, dan zal het Servische volk heldhaftig geval len zijn. De rede van den prins werd daverend toegejuicht. Do Neue Freie Presse bericht uit Bel grado, dat de straten weer hun gewone aan- zion hebben. De studenten volgen de col leges en de leerlingen van de middelbare scholen hunne lessen. Het schouwburgplein, waarop gedurende eenige dagen vrijwilligers werden aangeworven, is thans leeg. Het Weener Yaterland schrijft in een ar tikel, getiteld„Servische intriges", dat het officieele Servië niet oorlog zal voeren daarentegen moet men er op voorbereid zijn, dat het niet-officieele Servië onder ooglui kenden steun van de Servische regeering en hofkringen zal beproeven in Bosnië een al- igemeenen opstand van de daar wonende Servische en mohammedaansche bevolking te organiseeren. De Groot-Servische ver- eenigingen zetten de aanwerving van vrij willigers voort om ze. in te deelen in ben den, die binnen kort een inval moeten doen in Bosnië. In Belgrado wemelt het reeds van agenten van Belgische, Fransche en Engelsche fir ma's, die wapenen aanbieden tot uitrusting van deze bendener zijn ook verschillende groote bestellingen gedaan, waarvoor de re geering de garantie op zich moet hebben genomen. Men zal er in Oostenrijk goed aan doen, als men tijdig de volle aandacht schenkt aan dd wijze, waarop men het niet- officieele Servië de kastanjes uit het vuur wil laten halen voor het officieele Servië. De stemming in Bulgarlfe. P a r ij s, 15 Oct. De gezant van Bul garije verklaarde officieel aan de TempsEr is door Bulgarije geen ultimatum verzon den en er zal er ook geen verzonden worden. Wij mobiliseeren niet. Wij hebben het vaste plan den vrede te bewaren en wij willen het nieuwe constitutioneele stelsel in Turkije op recht steunen. Dat er een geheim verdrag zou bestaan tusschen Oostenrijk en Bulga rije, is een puur verzinsel. De Duitsche gezant heeft aan de Bulgaar- sche regeering medegedeeld, dat zoolang Bulgarije zich niet bereid verklaart zijne ver plichting tegenover Turkije en den Orient- spoorweg wegens de onwettige inbeslagne ming van dien spoorweg na te komen, de vraag der erkenning van de onafhanke lijkheid van Bulgarije niet vatbaar is voor discussie. Volgens eene mededeeling van de Polit. Korr. uit Sofia hecht men in de politieke kringen aldaar er groote waarde aan, dat de zaak van de Orientspoorwegen nog voor het bijeenkomen van de Europeesclie confe rentie, die in de maak is, zal worden bijge legd. De bemoeiing van Oostenrijk en Duitscliland in deze zaak heeft ten doel, Bulgarije te bewegen om Turkije tegemoet te komen. Er zijn, volgens den correspondent van de Frankf. Ztg. te Sofia, twee stroo mingen in het kabineteene verzoenlijke on der Malinow en eene die van geen toegeven wil weten, onder Ljaptschew. Een later be richt van dezen correspondent houdt in, dat de onverzoenlijke richting de bovenhand heeft in het kabinet. De ministerraad is lot het besluit gekomen, dat Bulgarije weigert aan Turkije eene schadevergoeding te be talen in den vorm van eene kapitalisatie van de Oost-Rumelische schatting. In de zaak van den Orientspoorweg heeft de regcering zich tegenover den Duitschen gezant bereid verklaard, alle behoorlijk gestaafde rechts aanspraken te bevredigen. Over de stemming in Sofia wordt aan de Frankf. Ztg. bericht, dat het overdrijvingen en verzinsels zijn, wanneer men spreekt van een „delireerend Sofia" en van een Bul- gaaisch ultimatum aan Turkije. Een oorlog zoekt men hier niet, en men verwacht hem ook niet van de zijde van Turkije, al is de mogelijkheid er van niet uitgesloten. Niets kan de stemming van de kringen in Sofia beter kenschetsen dan het feit, dat de mi- DOOR 45 S. R. CROCKETT. Uit het Schotsch vertaald DOOR J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM. Aldus aangespoord kon Carus wel niet an ders doen dan Ethel om den eersten dans te verzoeken. Maar Etliel antwoordde wat spijtig, dat ze wilde wachten totdat zij het balboekje zag, om welk antwoord zij deni bijval der hertogin verwierf. „Gij' moet ze doen hangen en verlangen, mijn lieve," zeide zij, „dan zijn, ze gelukki ger en het verveelt hen niet zoo gauw. Ik heb beide manieren geprobeerd. Daar komt zij. Gij1 zijt toch zeker goed op haar ge weest," voegde zij ©r aan toe, zich tot de Torphichan meisjes wendend©; „gij hebt den landel ijken blos toch niet van li aar wangen doen verdwijnen?" „Wij hebben getracht onze lieve nacht ge lukkig te maken," lispelde Claudia. Ethel wier aard iets oprechter was, zei slechts, „zij heeft overvloed van beweging en schijnt goed tegen do Londensche lucht te kunnen." „Kom mij een kus geven, mijn lieve kind," zei de hertogin, ,,wel j© lijkt op je groot moeder als twee druppels water, maar waarom die zwarte japon, bom je in de rouw?" „O, neen,' zei Hester (bedaard. „Mama zegt, dat zwart langer duurt," zei Vic openhartig, „en! die kleine bandieten, Stanny, Lot eu Grubby zuilen déze japon niet zoo spoedig aan stukken, scheuren." „Je geeft dlus Des aan üe kinderen?" va-oog de hertogin met eon koelheid iu haar stem, dlie eenigsizins dreigend was. „Zoo is liet niet precies," viel Ethel in zonder Hester tijtd! tot antwoorden te geven, „mijin nichtje neem't gelijk mot de kindleren, eeindge lessen." „Praatjes!" verklaarde 'Vio glimlachende, „ze ziet er op toe, dat zijl hun werk maken, dat is meer volgens de waarheid!" „Ik houd van kinderen, het is niets geen last," zei Hester die de gemoederen wensch - te te bedaren„ik voel mijl heel gelukkig en 'ben recht dankbaar voor d© gelegenheid tot stud'eeran., die mijl gegeven wordt!" Carus dacht aan de laatste studie, waar mede liij haai- had bezig gezien en vroeg zich af of dit zedige meisje in het stijve, zwarte japonnetje het zelfde kon zijn, dat hij met- zulke bevalligheid in de danszaal zich had zien bewegen. „Sommige lessou zijn prettiger dan dfe an dere?" is het niet-, zei de hertogin vool'bo- teokenend glimlachende. Waarop Hester bhoosdë en haar smeekond aanzag. „Ja, dat zou ifc denken," riep Vic op den rug van een1 stoel leunende, „de hoor Cla- ren co Shillinglaw wendt zijn oogen niet van Hester af, ik wed', dat hij haar het hof maakt, a!s wij er niet bij: zijn. „Dat doet hij niet! (Hij- zegt nooit een woord tot mij, anders dan' -om -niiji te beknor ren;" een hooge blos kwam op haar gezonde gebruinde wangen. Maar Vic lachte spottend, en Carus be gon een gevoel van baat in zijn hart waar te nemen tegen alle Scho-tsche onderwijzers, on vooral tegen hen, die het voorrecht had den dagelijks uren in Hester Stirlings ge zelschap door 'te brengen. „Je moet op mijn bal komen," zoi haar Genade, die nog steeds Hester's hand vast hield', „neen, je naoogt niet zeggen, d!at je er geen, kleeren voor hebt. „Mevrouw, Hester gaat nog niet uit," zei Etliel. „■Mijn 'lieven weest nu niet lastig,", viel' do kortaangebonden dame in; „het is een van- do weinige voorrechten van een hc-rio- gin van Niddisdale, dat zij "precies doet wat zij wil in deze kleine aangelegenhedenAls Hester niet belooft, dat zij zal komen, wel nu da-n geef ik het bal in het geheel niet." Op het hooren. van dit voornemen betrok het gelaat van de meisjes onmiddellijk. „Wat Ethel zegt. is natuurlijk dwaas heid," zei Vic, „ik kan gemakkelijk iets voor Hester klaarmaken. Wij' beiden zijn; van dezelfde lengte, maar om het middel zal zij "haar japon wat in moeten nemen. Ik gelijk op een. brievenbus." „Gij zijt ©en goed meisje", zei de her togin goedkeurend, „gij moet mij eens ko men opzoekenja, gij moet allen eens ko men, maar niet tegelijk, een voor ©en, dan- zal ik ulieden pas goed leeren kennen." Zij streelde Hester's wang toen zij op- stond. „Maar jij het eerst," zeido zij, „ik ver lang naar je terwïlle van je grootmoeder en je vader. Hij was ook een klei no ondeugd. Hij werd hetzelfde jaar géboren waarin mijn eigen jongen stierf, je grootmoeder liet mij dikwijls op hem passen. Ik schreide icdcrat avond) als ik naiar huis reed mijn oogen blind'. Maar toch kwam ik iederen dag. weer terug! Vaarwel, mijn lieven. Denk niet to veel aan het bal. En zorg er voor, dat ge er op zijn' 'best uitziet. Vaarwel', vaarwel! D© oude dame vertrok, leunende op doii' sterkon arm van. Carus Darrook. Maar nauwelijiks had zij! do kamer veria- ton of die storm 'brak los. „Heks," riep Efhel n adert redende alsof1 zij Vio een lichamelijike kastijding wilde toe dienen, „ik aal mama Vertellen, dat je ons te schande hebt gemaakt, en wat d'ai lief dadigheidskind betreft, ik wil geen dag lan ger onder hetzelfde dak mot haar verkecron Dat zal ik vader vertellen zoodra hij thuis komt." „Ik evenmin," stemde Claudia even bit ter gestemd in, „gij beiden spant samen. Dat blozen en zedig neerkijken var die klei ne kat; „.het petekind van haar Genade," als hot ubelieft, ©n „ieder moet vriendelijk voor haar zijn," alsof zij oen koningin was en wij niets dan wat slijk,aan haar voeten. Onder zulke omstandigheden was de ader van Empress Gate slechts flauw zichtbaar en trad do oorspronkelijk Torphichan. naar vo ren. Vic lachte slekhts te luider. „Jelui zijt het die een naijverig paar oude katten zijt," riep zij' haar tartende, ,.j© lui wilt al de mannen en al hun aandacht hebbenen jelui denkt, dat de manier om dat te krijgen is, stil t© zitten en je mooi te maken als kleine hondjes op kussens en linten om den hals. Welnu, ik ben niet lmlf zoo k.nan als jelui, maar ik zou je tien meter voor willen geven, op de hondterd en zou je lui toch noch slaan. En wat meer zegt, dat kon Hester ook, als zij maar ordentelijk waa gekleed, en wist hoe ze nut kan trekken» van haar oogen! Daar weet jelui heb Hum mm! Zoo denk ik over jelui! Kaften!" Brief van Haar Genade de hertogin vain Niddi&d-ale van Sootstarvit-Hbuso aan lady Torphieham-Stirling van Empress-Gate. „Lieve l'adly ToirphicüanStirling, liet waö zulk een genoegen voor mijl de lieve kin deren gisteren te zien. Wanneer kunt gijl met uw' echtgenoot bij: mijl komen koffiedrin ken? Zooi li'a mij tn zoon Nidoiediale in do stad terugkomt moet gijl het middagmaal komen gebruiken. De lieve meisjes moeten mij van de week eens komen bezoeken. Ik ben een oude vrouw en ik vind het prettig door opgeruimd© jongelieden te worden om ringd. Oprecht de uwe Georginie Niddisdale. P.S. Bij^a -had) ik het vergeten. Ik moet mijn belofte aan uw moeder nakomen om een ware ofschoon wet laatkomend© pete moeder van onze arme, klein© Ilester te zijn. Zult gij ha-ar vropg op den avond van het bal naar mij toezenden? Het is zulk een goede gelegenheid lieve lady Stirling indruk op het jonge hart- te maken, aJs het waro bij gelegenheid van de eerste intrede van een meisje in de wereld." Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1