ar. in.
7de Jaargang.
Vrijdag 16 October 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
CINDERELLA.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Ceur&nt verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeolingon enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens Dg de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PBIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel moer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cento b# vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Bene
oiroulairobevattende de voorwaarden, werdt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
Burgmeester en, Wethouders der gemeente
Amersfoort!,
Geilet op artikel 37 der Drankwet
Brengen ter <xpen,haro kennis:
1. dat ibij hen. ós ingediend een verzoekschrift
om verlof tot verkoop van alcoholhoudender!
drank, anderen dan, sterkon dirank, voor gebruik
ter plaatse van verkoop, door B. Krabbenbos,
verblijf houdende te Nijmegen, in de benedem-
laealiteit) van het perceel aan <le Lavendelstraat
no. 7 alhier;
2. dat binnen twee weken na deze bekendma
king ieder tegen heb verleenen van het verlof
schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wet
houders 'kan inbrengen.
Amersfoort, den 15. October 1908.
Burgemeester en Wetihoudlens voornoemd,
De Secretaris, Do Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
Het Dardanellen-vraagstuk.
Het heeft moeite gekost om overeenstem
ming te krijgen over den nllereersten stap,
die moet worden gedaan om de bijeenroe
ping te krijgen van de Europeesche confe
rentie, die tot taak zal hebben de crisis in
het Oosten te beëindigen en de grondslagen
te leggen voor den nieuwen toestand, die
daar moet komen. Sedert verscheidene da
gen hoorde men telkens, dat de Russische
minister Iswolski, wiens vooruitziende
geest hent had bewogen juist toen de crisis
uitbrak buiten zijn land te vertoeven, zoo
dat bij persoonlijk met de Westersche kabi
netten kon overleggen, bijna overeenstem
ming had verkregen over het programma
van de conferentie in spe. Dat wilde dus
zeggen, dat die overeenstemming vooralsnog
ontbrak. En ook thans blijkt, dat tusschen
de mogendheden, die de uitnoodiging tot
het houden van de conferentie zullen doen,
slechts overeenstemming is verkregen om
trent het programma, dat zij voor de con
ferentie zullen voorstellen, door één punt
voor afzonderlijk overleg to reserveeren.
Dat is een gevolg van den wensch, die bij
de Russische regeering bestaat om ook voor
Rusland een voordeel te behalen uit de cri
sis, die de zaken aan den Balkan op losse
schroeven heeft gesteld. De kwestie der zee
straten, ook wel het Dardanellenvraagstuk
genoemd, wat echter minder juist is omdat
de zaak betrekking heeft niet alleen op de
Dardanellen maar ook op den Bosporus, is
het struikelblok, dat uit den weg moet wor
den geruimd. Rusland verlangt namelijk,
dat ook dit vraagstuk op het programma
zal worden gezet. De nu geldende bepalin
gen verbieden aan zijne oorlogsschepen de
doorvaart door den Bosporus en de Darda
nellen. Van die bepalingen verlangt Rus
land de opheffing. Dat zal voor Rusland
de compensatie moeten zijn voor het voor
deel, dat Oostenrija-Hongarije verkregen
heeft door de inlijving van Bosnië en Her-
zegowina.
Tiet is eeü zeer oude wensch, waarvoor
Rusland hier opkomt. In het midden van
de 18de eeuw, na het verdrag van Belgrado
van 7 September 1739, was de Zwarte Zee
geheel gesloten voor de Russen. Zij konden
er evenmin oorlogsschepen als handelsvaar
tuigen onderhouden. De overwinningen van
Catharina II brachten wijziging in dezen
toestand. In 1774 verleende het verdrag van
KootsjoekKainardji aan Rusland vasten
voet aan de, Zwarto Zee en de vrije scheep
vaart met handelsschepen, zelfs in de zeo
van Marmara.
Voor de Russische oorlogsschepen hieven
de zeestraten echter gesloten. Rusland kon
oorlogsschepen houwen, maar zij waren in
de ZwarLe Zee opgesloten als in eene ge
vangenis.
Het is sedert steeds het streven van Rus
land geweest om deze zeestraten geopend te
krijgen. Eenmaal is dat werkelijk gelukt.
Da, was bij het verdrag van Hunkiar Ske-
lessi, dat den lOen Juli 1833 gesloten werd.
Turkije bevond zich toen in de grootste be
nauwdheid het had enkele jaren te voren
bij Navarino zijne vloot verloren, was door
Rusland overwonnen en stond voor het ge
vaar, dat Mehemed Ali, de onderkoning van
Egypte, wien de sultan reeds Syrië en de
zuidkust van Klein-Azië had moeten afstaan,
met zijn zegevierend leger tot voor de poor
ten van Konstantinopel kwam. Frankrijk
begunstigde den onderkoning, omdat het van
hem de oprichting van een grooten ooster-
schen staat hoopte, die den Russen schaak
kt biedenRusland daarentegen bood den
hulpeloozen sultan zijne ondersteuning aan.
Het verdrag van Hunkiar Skelessi was een
verdrag van bondgenootschap, dat in geval
van oorlog de Russische land- en zeemacht
ter beschikking van de Porte stelde. De
Porte werd van de verplichting tot mate
rieel hulpbetoon ontheven; maar als contra
prestatie beloofde het de Dardanellen ten
gunste van Rusland te sluiten, d. w. z. aan
geen vreemd oorlogsschip toe te staan daar
binnen te varen.
Gedurende den tijd van geldigheid van
dit verdrag zag Rusland zijn wensch ver
vuld. Maar toen het in 1841 afliep, werd het
niet alleen niet hernieuwd, maar den 13en
Juli 1841 kwam tusschen de groote mo
gendheden, buiten Rusland, en Turkije een
verdrag tot stand, waarin de sultan ver
klaarde, dat hij besloten was, overeenkom
stig den ouden regel van zijn rijk, de Dar
danellen en den Bosporus voor vreemde oor
logsschepen gesloten te houden, uitgezon
derd voor lichte vaartuigen onder oorlogs-
vlag. die voor de gezantschappen van be
vriende staten bestemd waren.
Do Russische vloot was hierdoor op nieuw
in de Zwarte zee opgesloten, en zij is dat
tot den huidigen dag gebleven. Het vredes
verdrag van Parijs van 1856, dat een einde
maakte aan den voor Rusland ongelukkigen
Krim-oorlog, verscherpte nog de bepalingen
■van 1841: de Zwarte zee werd onzijdig ver
klaard, d. w. z. aan Rusland werd verboden
vloten en arsenalen in de Zwarte zee te heb
ben De Fransch-Duitsche oorlog van
1870/'71 schonk aan Rusland de gelegen
heid om van die vernederende bepaling te
worden ontslagen. In 1871 werd de onzij-
digverklaring van de Zwarte zee afgeschaft;
Rusland mocht weer eene vloot in de Zwarte
zee hebben. Maar de uitgang van deze vloot
bleef gesloten. Het Londensche verdrag van
13 Maart 1871, dat in hoofdzaak bekrach
tigd is door het Berlijnsche verdrag van 13
Juli 1878, sluit den Bosporus en de Darda
nellen voor alle niet-Turksche oorlogssche
pen, behoudens speciale vergunning van den
sultan op aanvrage voor een enkel schip.
In 1891 werden weder onderhandelingen
gevoerd over de vaart door de zeestraten,
toen schepen van de Russische „vrijwillige
vloot", in werkelijkheid gemaskeerde oor
logsschepen, belet werden door den Bospo
rus te varen. Het kwam toen tot eene schik
king, volgens welke de onder de handels-
vlag varende schepen vrij door de zeestra
ten mogen gaan, maar met de beperking,
dat daarvan vooraf kennis moet worden ge
geven aan de Porte, wanneer zich dwang
arbeiders of soldaten aan boord bevinden.
Deze bepalingen zijn ook nu van kracht, en
liet is om de mogelijkheid te openen, dat
zij afgeschaft of althans gewijzigd worden,
dat de nu aanhangige overleggingen worden
gevoerd.
DuitschlancL
Berlijn, 15 October. De bal
lon Busley is Dinsdagmorgen om 5 uur
noordwestelijk van Helgoland opgemerkt
door een naar Edenburg gaande kolenstoom-
boot. De op het water drijvende ballon werd
door deu sterken wind van het schip' weg
gedreven, zoodat het reddingswerk moeie-
lijk en gevaarlijk was. De beide personen,
die met den ballon waren opgegaan, Nie-
meyer en Hiedemann genaamd, werden door
den kapitein van de stoomboot bijna naakt
opgovischt. De ballon werd geborgen.
Engeland.
Londen, 15 Oct. Een incident word
hcuen verwekt door den socialist Grayson,
die het vraagstuk der werkloosheid ter spra
ke wilde brengen. De Speaker viel hem in
do rede met de opmerking, dat deze dag
bestemd was voor de behandeling van de
drankwet. Grayson antwoordde, dat de cri
sis der werkloosheid zoo ernstig en het ge
brek zoo groot is, dat de vastgestelde agen
da op zijde moest worden gezet. De leden
protesteerden luid, waarop Grayson hen
woedend toevoegde: „Gij zijt allen goed ge
goed"De Speaker verzocht Grayson te gaan
zitten en zijne rede te staken, maar deze riep
uit: „Ik verkies niet, dat mij het zwijgen
wordt opgelegd". De Speaker gelastte den
sergeant at arms Grayson te verwijderen,
maar deze behoefde niet op te treden, want
Grayson zeide met genoegen weg te willen
gaan. Ilij wendde zich tot de leden der ar-
beidspartij en riep dezen toe: „Gij zijt ver
raders van uwe klassegenooten 1" en verliet
toen de zaal onder spottend gelach.
Noorwegen.
De meeste staten, die in aanmerking ko
men voor deelneming aan eene conferentie
betreffende Spitsbergen, hebben op het voor
stel van Noorwegen tot het houden van zulk
eene conferentie toestemmend geantwoord.
De conferentie zal intusschen, wanneer zij
tot stand komt, eerst na nieuwjaar plaats
hebben.
Oostenrijk-Hongarlje.
Budapest, 15 Öctobor, In de
legercomniissie van de Hongaarsche delega
tie drukte de minister van oorlog zijne vol
doening uit over de woorden van lof en ver
trouwen, die gesproken waren over het leger.
Hij verklaarde, dat hij na een ernstig on
derzoek van den toestand van het leger vol
vertrouwen is voor de toekomst.
Overgaande tot de behandeling van de ar
tikelen, nam de commissie de posten aan voor
verhooging van het salaris der officieren en
voor verbetering van den toestand en van do
voeding der soldaten. Morgen voortzetting.
De marine-commissie van de Hongaarsche
delegatie heeft na een kort debat de gekeele
marinebegrooting aangenomen.
Praag, 15 October. In den land
dag van Bohemen werd heden de obstruc
tie voortgezet te midden van een groot la
waai. De afgevaardigden sloegen elkaar
sommigen doden kneuzingen en krabben in
hot gezicht op, van anderen werden de kleê-
ren gescheurd. Een inktpot werd door de
zaal geworpen en bemorste verscheidene
Czeehische leden.
Daar het lawaai steeds voortging, sloot
de voorzitter de vergadering.
In de vergadering van eergisteren van den
Boheemschen landdag zetten de Duitsche le
den de obstructie voort. De Czechen zijn
voornemens, om de obstructie te breken, de
vergadering permanent te verklaren.
De •temming in Servië.
Belgrado, 14 October. De
minister van buitenlandsche zaken zal voor
dc zaken in het Oosten naar Berlijn, Lon
den, Parijs en Rome gaan. Pasier, de lei
der van de oppositie vertrekt, in overleg
met de regeering, naar Petersburg.
Weenen, 15 October. Uit Bel
grado wordt aan verscheidene Sladen be-
i icht, dat Servië als compensatie aan de
conferentio zou vragen, dat het tandjak
Nowibazar voor een deel aan Servië en Mon
tenegro zal worden afgestaan of dat Servië
een strook grond van Ilerzegowina zal krij
gen langs liet sand jak en Montenegro, zoo
dat het rechtstreeks met de Adriatische zeo
wordt verbonden en onafhankelijk wordt
van Oostenrijk-Hongraije. Eene dergelijke
vraag van Servië zal waarschijnlijk door
Oostenrijk-Hongarije verworpen worden.
Belgrado, 15 Oct. Op de tijding,
dat in Sabac arrestatiën zijn gedaan wegens
de vernieling van een Oostenrijkschen vlag
door brand, vereenigden zich heden avond
studenten en eene groote menigte voor het
ministerie van binnenlandsche zaken om
daartegen te protesteéren. Toen de referen
daris Kostibek mededeelde, dat de gevangen
genomen personen in vrijheid gesteld waren,
juichte de menigte de regeering toe. Daar
na begaf zij zich naar de woning van den
kroonprins, waaï zij met geestdrift hoera 1
en Leve de prins I riep. De prins hield de
volgende toespraakBeminde broeders,
uwe geestdrift is mij een bewijs, dat gij uwe
rechten door geweld zult weten te verdedi
gen, als dat niet anders mogelijk is. Laat
ons gemeenschappelijk dragen wat ons over
kom'., maar wij moeten de aan ons hart toe
gebrachte wonde genezen om te kunnen
leven. Houdt u gereed, opdat wij eenmaal
onder de vlag van Z. M. Koning Peter het
bewijs kunnen leveren, dat Servië niet een
levend-doode kan zijn. Wij moeten den
strijd tegen de tirannen aanvaarden en de
ster van de Servische natie tot nieuwe
glans brengen. En mocht het anders zijn,
dan zal het Servische volk heldhaftig geval
len zijn.
De rede van den prins werd daverend
toegejuicht.
Do Neue Freie Presse bericht uit Bel
grado, dat de straten weer hun gewone aan-
zion hebben. De studenten volgen de col
leges en de leerlingen van de middelbare
scholen hunne lessen. Het schouwburgplein,
waarop gedurende eenige dagen vrijwilligers
werden aangeworven, is thans leeg.
Het Weener Yaterland schrijft in een ar
tikel, getiteld„Servische intriges", dat het
officieele Servië niet oorlog zal voeren
daarentegen moet men er op voorbereid zijn,
dat het niet-officieele Servië onder ooglui
kenden steun van de Servische regeering en
hofkringen zal beproeven in Bosnië een al-
igemeenen opstand van de daar wonende
Servische en mohammedaansche bevolking
te organiseeren. De Groot-Servische ver-
eenigingen zetten de aanwerving van vrij
willigers voort om ze. in te deelen in ben
den, die binnen kort een inval moeten doen
in Bosnië.
In Belgrado wemelt het reeds van agenten
van Belgische, Fransche en Engelsche fir
ma's, die wapenen aanbieden tot uitrusting
van deze bendener zijn ook verschillende
groote bestellingen gedaan, waarvoor de re
geering de garantie op zich moet hebben
genomen. Men zal er in Oostenrijk goed aan
doen, als men tijdig de volle aandacht
schenkt aan dd wijze, waarop men het niet-
officieele Servië de kastanjes uit het vuur
wil laten halen voor het officieele Servië.
De stemming in Bulgarlfe.
P a r ij s, 15 Oct. De gezant van Bul
garije verklaarde officieel aan de TempsEr
is door Bulgarije geen ultimatum verzon
den en er zal er ook geen verzonden worden.
Wij mobiliseeren niet. Wij hebben het vaste
plan den vrede te bewaren en wij willen het
nieuwe constitutioneele stelsel in Turkije op
recht steunen. Dat er een geheim verdrag
zou bestaan tusschen Oostenrijk en Bulga
rije, is een puur verzinsel.
De Duitsche gezant heeft aan de Bulgaar-
sche regeering medegedeeld, dat zoolang
Bulgarije zich niet bereid verklaart zijne ver
plichting tegenover Turkije en den Orient-
spoorweg wegens de onwettige inbeslagne
ming van dien spoorweg na te komen,
de vraag der erkenning van de onafhanke
lijkheid van Bulgarije niet vatbaar is voor
discussie.
Volgens eene mededeeling van de Polit.
Korr. uit Sofia hecht men in de politieke
kringen aldaar er groote waarde aan, dat
de zaak van de Orientspoorwegen nog voor
het bijeenkomen van de Europeesclie confe
rentie, die in de maak is, zal worden bijge
legd. De bemoeiing van Oostenrijk en
Duitscliland in deze zaak heeft ten doel,
Bulgarije te bewegen om Turkije tegemoet
te komen. Er zijn, volgens den correspondent
van de Frankf. Ztg. te Sofia, twee stroo
mingen in het kabineteene verzoenlijke on
der Malinow en eene die van geen toegeven
wil weten, onder Ljaptschew. Een later be
richt van dezen correspondent houdt in, dat
de onverzoenlijke richting de bovenhand
heeft in het kabinet. De ministerraad is lot
het besluit gekomen, dat Bulgarije weigert
aan Turkije eene schadevergoeding te be
talen in den vorm van eene kapitalisatie van
de Oost-Rumelische schatting. In de zaak
van den Orientspoorweg heeft de regcering
zich tegenover den Duitschen gezant bereid
verklaard, alle behoorlijk gestaafde rechts
aanspraken te bevredigen.
Over de stemming in Sofia wordt aan de
Frankf. Ztg. bericht, dat het overdrijvingen
en verzinsels zijn, wanneer men spreekt van
een „delireerend Sofia" en van een Bul-
gaaisch ultimatum aan Turkije. Een oorlog
zoekt men hier niet, en men verwacht hem
ook niet van de zijde van Turkije, al is de
mogelijkheid er van niet uitgesloten. Niets
kan de stemming van de kringen in Sofia
beter kenschetsen dan het feit, dat de mi-
DOOR
45 S. R. CROCKETT.
Uit het Schotsch vertaald
DOOR
J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM.
Aldus aangespoord kon Carus wel niet an
ders doen dan Ethel om den eersten dans
te verzoeken. Maar Etliel antwoordde wat
spijtig, dat ze wilde wachten totdat zij het
balboekje zag, om welk antwoord zij deni
bijval der hertogin verwierf.
„Gij' moet ze doen hangen en verlangen,
mijn lieve," zeide zij, „dan zijn, ze gelukki
ger en het verveelt hen niet zoo gauw. Ik
heb beide manieren geprobeerd. Daar komt
zij. Gij1 zijt toch zeker goed op haar ge
weest," voegde zij ©r aan toe, zich tot de
Torphichan meisjes wendend©; „gij hebt den
landel ijken blos toch niet van li aar wangen
doen verdwijnen?"
„Wij hebben getracht onze lieve nacht ge
lukkig te maken," lispelde Claudia. Ethel
wier aard iets oprechter was, zei slechts, „zij
heeft overvloed van beweging en schijnt goed
tegen do Londensche lucht te kunnen."
„Kom mij een kus geven, mijn lieve
kind," zei de hertogin, ,,wel j© lijkt op je
groot moeder als twee druppels water, maar
waarom die zwarte japon, bom je in de
rouw?"
„O, neen,' zei Hester (bedaard.
„Mama zegt, dat zwart langer duurt," zei
Vic openhartig, „en! die kleine bandieten,
Stanny, Lot eu Grubby zuilen déze japon
niet zoo spoedig aan stukken, scheuren."
„Je geeft dlus Des aan üe kinderen?"
va-oog de hertogin met eon koelheid iu haar
stem, dlie eenigsizins dreigend was.
„Zoo is liet niet precies," viel Ethel in
zonder Hester tijtd! tot antwoorden te geven,
„mijin nichtje neem't gelijk mot de kindleren,
eeindge lessen."
„Praatjes!" verklaarde 'Vio glimlachende,
„ze ziet er op toe, dat zijl hun werk maken,
dat is meer volgens de waarheid!"
„Ik houd van kinderen, het is niets geen
last," zei Hester die de gemoederen wensch -
te te bedaren„ik voel mijl heel gelukkig en
'ben recht dankbaar voor d© gelegenheid tot
stud'eeran., die mijl gegeven wordt!"
Carus dacht aan de laatste studie, waar
mede liij haai- had bezig gezien en vroeg zich
af of dit zedige meisje in het stijve, zwarte
japonnetje het zelfde kon zijn, dat hij met-
zulke bevalligheid in de danszaal zich had
zien bewegen.
„Sommige lessou zijn prettiger dan dfe an
dere?" is het niet-, zei de hertogin vool'bo-
teokenend glimlachende.
Waarop Hester bhoosdë en haar smeekond
aanzag.
„Ja, dat zou ifc denken," riep Vic op den
rug van een1 stoel leunende, „de hoor Cla-
ren co Shillinglaw wendt zijn oogen niet van
Hester af, ik wed', dat hij haar het hof
maakt, a!s wij er niet bij: zijn.
„Dat doet hij niet! (Hij- zegt nooit een
woord tot mij, anders dan' -om -niiji te beknor
ren;" een hooge blos kwam op haar gezonde
gebruinde wangen.
Maar Vic lachte spottend, en Carus be
gon een gevoel van baat in zijn hart waar
te nemen tegen alle Scho-tsche onderwijzers,
on vooral tegen hen, die het voorrecht had
den dagelijks uren in Hester Stirlings ge
zelschap door 'te brengen.
„Je moet op mijn bal komen," zoi haar
Genade, die nog steeds Hester's hand vast
hield', „neen, je naoogt niet zeggen, d!at je
er geen, kleeren voor hebt.
„Mevrouw, Hester gaat nog niet uit,"
zei Etliel.
„■Mijn 'lieven weest nu niet lastig,", viel'
do kortaangebonden dame in; „het is een
van- do weinige voorrechten van een hc-rio-
gin van Niddisdale, dat zij "precies doet wat
zij wil in deze kleine aangelegenhedenAls
Hester niet belooft, dat zij zal komen, wel
nu da-n geef ik het bal in het geheel niet."
Op het hooren. van dit voornemen betrok
het gelaat van de meisjes onmiddellijk.
„Wat Ethel zegt. is natuurlijk dwaas
heid," zei Vic, „ik kan gemakkelijk iets
voor Hester klaarmaken. Wij' beiden zijn;
van dezelfde lengte, maar om het middel
zal zij "haar japon wat in moeten nemen. Ik
gelijk op een. brievenbus."
„Gij zijt ©en goed meisje", zei de her
togin goedkeurend, „gij moet mij eens ko
men opzoekenja, gij moet allen eens ko
men, maar niet tegelijk, een voor ©en, dan-
zal ik ulieden pas goed leeren kennen."
Zij streelde Hester's wang toen zij op-
stond.
„Maar jij het eerst," zeido zij, „ik ver
lang naar je terwïlle van je grootmoeder en
je vader. Hij was ook een klei no ondeugd.
Hij werd hetzelfde jaar géboren waarin mijn
eigen jongen stierf, je grootmoeder liet mij
dikwijls op hem passen. Ik schreide icdcrat
avond) als ik naiar huis reed mijn oogen blind'.
Maar toch kwam ik iederen dag. weer terug!
Vaarwel, mijn lieven. Denk niet to veel aan
het bal. En zorg er voor, dat ge er op zijn'
'best uitziet. Vaarwel', vaarwel!
D© oude dame vertrok, leunende op doii'
sterkon arm van. Carus Darrook.
Maar nauwelijiks had zij! do kamer veria-
ton of die storm 'brak los.
„Heks," riep Efhel n adert redende alsof1
zij Vio een lichamelijike kastijding wilde toe
dienen, „ik aal mama Vertellen, dat je ons
te schande hebt gemaakt, en wat d'ai lief
dadigheidskind betreft, ik wil geen dag lan
ger onder hetzelfde dak mot haar verkecron
Dat zal ik vader vertellen zoodra hij thuis
komt."
„Ik evenmin," stemde Claudia even bit
ter gestemd in, „gij beiden spant samen.
Dat blozen en zedig neerkijken var die klei
ne kat; „.het petekind van haar Genade,"
als hot ubelieft, ©n „ieder moet vriendelijk
voor haar zijn," alsof zij oen koningin was
en wij niets dan wat slijk,aan haar voeten.
Onder zulke omstandigheden was de ader
van Empress Gate slechts flauw zichtbaar en
trad do oorspronkelijk Torphichan. naar vo
ren.
Vic lachte slekhts te luider.
„Jelui zijt het die een naijverig paar oude
katten zijt," riep zij' haar tartende, ,.j©
lui wilt al de mannen en al hun aandacht
hebbenen jelui denkt, dat de manier om
dat te krijgen is, stil t© zitten en je mooi
te maken als kleine hondjes op kussens en
linten om den hals. Welnu, ik ben niet lmlf
zoo k.nan als jelui, maar ik zou je tien meter
voor willen geven, op de hondterd en zou je
lui toch noch slaan. En wat meer zegt, dat
kon Hester ook, als zij maar ordentelijk waa
gekleed, en wist hoe ze nut kan trekken»
van haar oogen! Daar weet jelui heb Hum
mm! Zoo denk ik over jelui! Kaften!"
Brief van Haar Genade de hertogin vain
Niddi&d-ale van Sootstarvit-Hbuso aan lady
Torphieham-Stirling van Empress-Gate.
„Lieve l'adly ToirphicüanStirling, liet
waö zulk een genoegen voor mijl de lieve kin
deren gisteren te zien. Wanneer kunt gijl
met uw' echtgenoot bij: mijl komen koffiedrin
ken? Zooi li'a mij tn zoon Nidoiediale in do
stad terugkomt moet gijl het middagmaal
komen gebruiken. De lieve meisjes moeten
mij van de week eens komen bezoeken. Ik
ben een oude vrouw en ik vind het prettig
door opgeruimd© jongelieden te worden om
ringd.
Oprecht de uwe
Georginie Niddisdale.
P.S. Bij^a -had) ik het vergeten. Ik moet
mijn belofte aan uw moeder nakomen om
een ware ofschoon wet laatkomend© pete
moeder van onze arme, klein© Ilester te
zijn. Zult gij ha-ar vropg op den avond van
het bal naar mij toezenden? Het is zulk een
goede gelegenheid lieve lady Stirling indruk
op het jonge hart- te maken, aJs het waro
bij gelegenheid van de eerste intrede van een
meisje in de wereld."
Wordt vervolgd