w\ 121. 7ae JnarganK. Maandag 26 October 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonderlijke 0.05. Deze Ceurant vereeh^jnt dagelijks, behalre op Zon- en Feest dagen. Advertentttnmededeelangen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens of ie Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFf; C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eents bjj vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor 1 tandel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blai, b§ abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, werit op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Wat is waarheid Men is er al lang aan gewoon geraakt, dat bij belangrijke wereldgebeurtenissen, voornamelijk wanneer de hooge politiek er dr. hoofdrol in speelt, tegenstrijdige be lichten schering en inslag zijn. Wel komt er van hetgeen achter de schermen der diplo matie wordt afgespeeld allengs veel aan de openbaarheid, doch vooral wanneer deze be langrijke politieke gebeurtenissen nog in hunne eerste phasen zijn, weten zelfs de als goed ingelicht bekend staande dagbladen niet altijd het fijne van de zaak af. Dit is ook het geval met de crisis op den Balkan, 't Begon al direct na het uitbreken daarvan met de geruchten over oorlogen tusschen Bulgarije en Turkije, Oostenrijk en Servië, die voor het oogenblik geheel ongegrond bleken te zijn. Toen kwamen de tijdingen opdagen over rechtstreeksche on derhandelingen tusschen Bulgarije en Tur- kijj en van laatstgenoemden staat met Oos- tenrijk-Hongarije. En t is in 't bijzonder hieromtrent dat wij in de laatste week met een ontelbare reeks berichten zijn overstelpt, waaruit we ten eenenmale niet wijs kon den worden. We verkeerden in volslagen onwetendheid en vroegen ons af: „Wat is waarheid?" Daar heeft men de berichten over de hou ding van Turkije tegenover het conferentie plan. Het Turksche blad „Tanin" deelde mede, uit vertrouwbare bron de punten te hebben vernomen van 't Turk sche programma, dat een antwoord vormt op daf der mogendheden. Turkije zou dan ter conferentie wenschen te beraadslagen over I. Erkenning der Bulgaarsche onafhan kelijkheid en regeling der financieele scha deloosstelling voor de Oriëntlijn. II. Bosnië en Herzegowina, conform den te herstellen status quo en de bepalingen van het verdrag van Berlijn. III. Novibazar; Turkije wenscht te we ten of Oostenrijk-Hongarije uit eigen hoofde den sandjak Novibazar ontruimen mag. IV. Art. 23 van het verdrag van Berlijn voor zoover Macedonië betreft. V. Art. 61 voor zoover Armenië betreft. VI. 39 wat Montenegro betreft. VTI. Compensaties voor Servië en Mon tenegro. VIII. Vaststelling der rechten der Donau- s'aleD. IX. Capitulaties en buitenlandsche post kantoren. Verder zou men in Turkije niet over de Kretenzische quaestie willen onderhandelen, daar Kreta onder bijzonder toezicht staat d garante mogendheden. Gelijk men zal opmerken, is het boven staand programma veel omvangrijker dan hei door de drie mogendheden voorgestelde en enkele punten o. a. dat over de rechten der Donaustaten doen al reeds eenigen twij fel rijzen aan de juistheid van het bericht, dat wellicht een proefballon is geweest. Op het bericht volgde dan ook spoedig een tegenspraak van Reuter uit Konstanti- nopel, dat Turkije geen tegen-programma concipieert. In de omgeving van den groot vizier zegt men, dat zulk een program in 't geheel niet verzonden is. Zonderlinger is nog het contrast in de be richten uit Sofia omtrent de Turco-Bulgaar- scho onderhandelingen. Zaterdag kwam het' bericht, dat de Bulgaarsche gedelegeerden teleurgesteld uit Konstantinopel waren te ruggekeerd, zonder een grondslag te hebben kunnen vinden voor een overeenkomst, met Turkije, onmiddellijk gevolgd door een de menti, eveneens uit Sofia, dat berichten van dagbladen als zouden er onderhandelingen zijn afgebroken, allen grond missen; er wa ren geen onderhandelingen, dus konden ze ook niet afgebroken worden. Dat is logisch. Toch wordt in hetzelfde dementi gesproken van „afgevaardigden die naar Konstantino pel waren gezonden, om tot een directe schikking te geraken." Accoord, maar dan waren er toch kleine onderhandelingen om tot groote te komen. Men denke aan Frank- rijk's bemiddeling daartoe in een kritiek oogenblik. En zou het met die onderhandelingen, al zijn ze dan alleen van voorbereidenden aard geweest, precies eender zijn gegaan als word beweerd van de gedachtenwisselingen tusschen Oostenrijk en Turkije, die volgens de laatste berichten gestaakt zijn? Men herinnert zich, dat hierover aanvan kelijk gunstige berichten ons bereikten. Toen kwam er een Herald-nieuwtje over een afbreken der onderhandelingen tengevolge van bezwaren door Turkije geopperd; er volgde een tegenspraak uit Weenen, maar Vrijdag kwam via Boedapest het al- armeerende bericht, dat Turkije een aantal moeielijkheden in den weg had gelegd en dienlengevolge de onderhandelingen verbro ken waren. En naar het zich laat aanzien, is bij uitzondering deze tijding nu eens niet geheel van allen grond ontbloot. Men beschouwt in Weenen nagenoeg al gemeen Engeland als de mogendheid, die een kink in den kabel heeft gebracht. Al is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat men in Oostenrijk Engeland te veel aanziet als den boeman, die alles in de wal- brengt, on aannemelijk klinkt deze bewering niet. En geland kan immers meer winnen bij een Europeesche conferentie, dan wanneer Oos tenrijk en de Balkanstaten zelf hunn-j ge schillen afdoen. Zoo al niet afgebroken, dan zijn in elk geval de onderhandelingen op het doode punt gekomen, aldus een bericht uit Budapest. „Turkije heeft eischen gesteld, welke de Donau-monarchie niet kon billijken. De hoop bestaat echter nog, dat men over het doode punt heenkomt. Oostenrijk-Hongarije kan wachten, daar het zich in den toestand van den „beatus possidens" bevindt. Het blijft daarom vasthouden aan het standpunt, dat eene overeenkomst met Turkije aan eene eventueele conferentie moet voorafgaan komt deze niet tot stand, dan is het de vraag of de monarchie aan de conferentie zal deel nemen". Hetzelfde bericht kondigt evenwel geruststellende verklaringen van. baron Aehrenthal aan in de Oostenrijksche dele gaties. Het laat zich op het oogenblik niet met nauwkeurigheid vaststellen op welke wijze de Engelsche politiek op de onderhandelin gen van de Porte met Bulgarije en Oosten rijk heeft ingewerkt, aldus de Koln. Zei- tung, welker Weensche correspondent er ech ter al eenige bijzonderheden over mededeelt. Volgens hem wordt thans te Weenen offi cieel verklaard^ dat het afbreken der onder handelingen tusschen Oostenrijk en Turkije zoowel als tusschen dit laatste rijk en Bul garije het gevolg is van het tusschenbeide komen van den Engelschen gezant te Kon stantinopel. Tot dusver waren de uitzichten op het ge lukken der onderhandelingen gunstig ge weest. Turkije had te kennen gegeven, dat y<: de annexatie van Bosnië en Herzegowina als een voldongen feit wilde aanvaarden. Wel had de Porte gepoogd zooveel als mogelijk was voor zichzelf daaruit te slaan, waar over men juist aan het onderhandelen was. Naar verzekerd wordt, zou in den jong- sten ministerraad juist een gewichtig besluit genomen worden, toen de Engelsche gezant bij de Porte verscheen. De vergadering van den ministerraad werd geschorst en Kiamil Pacha ontving den gezant. Deze verklaarde dal Engeland bij zijn standpunt bleef, dat de verdragen niet door een of enkelen der mogendheden mochten worden veranderd. Dat moest de zaak eener nieuwe conferentie blijven. Hij maakte Kiamil Pacha bevreesd dat, wanneer thans het verdrag van Berlijn eenzijdig werd verbroken, er geen waarborg overbleef voor het voortbestaan van het verdrag, dat de grondslag is voor Turkije's territoriale bestaan. Zijn voornaamste troef was echter het aanbod tot steun van het Jong-Turksche régime door middel van En- geland's geld en Engeland's vloot. De Jong- Turken verkeeren in den laatsten tijd name lijk weer in angst voor eene mogelijke reactie, welke ze verwachten van de zijde der Oud-Turken en Yildiz-Kiosk. De gezant bood, naar van vertrouwbare zijde verluidt, aan de Jong-Turken 5 millioen pond sterling voor de afdoening der loopende schuld en 15 millioen pond voor eene gewaarborgde leening, om hen van den drukkenden linan- cieelen nood te verlossen. De gezant beloofde voorts in geval eener tegenrevolutie de hulp van Engeland's vloot, die reeds voor de Dardanellen gereed ligt en iederen dag voor Konstantinopel verschijnen kan. Tegenovei deze pressie en deze verlokkende aanbiedin gen vermochten, trots de minder eervolle vorm er van, Kiamil Pacha en zijn ministers niet stand te houden. De ministerraad be sloot na het vertrek van den gezant, tot het afbreken der onderhandelingen. Zoo pl >lse- ling kwam de ommekeer, dat Kiamil Pacha bi; nacht den Oostenrijkschen gezant, burg graaf Pallavicini, opzocht en hem het onver wachte besluit van den ministerraad mede deelde. Kiamil Pacha vond nu den vorm van het vergelijk, zooals Oostenrijk het had voorgesteld, niet meer aannemelijk. Het bleek evenwel tevens dat hij zijn besluit met tegenzin genomen had. Men vindt in Weenen Engeland's optreden noch geschikt om eene spoedige oplossing der Balkan-kwestie noch de door dit rijk be oogde conferentie tot stand te brengen. -u.en is zelfs geneigd tot de meening, dat het En geland volstrekt niet meer om de conferentie te doen is. Men brengt den in Konstanti nopel gedanen stap in verband met de op ruiende taal der Engelsche pers en de aan moediging, die toonaangevende Engelsche mannen den Serven en Montenegrijnen ten deel doen vallen en trekt daaruit de con clusie dat Engeland, ondanks zijn voort durende vredelievende verklaringen het tot een oorlog wil doen komen. Men hoopt even wel dat het niet zoover komen zal, omdat men niet gelooven kan, dat Turkije van hare gunstige positie, welke het bij de onderhan delingen innam, op den duur afstand zal doen. Anderzijds houdt men het niet voor onmogelijk, dat Oostenrijk de toegestane con cessies weer intrekt, waarbij men er aan herinnert, dat het sandjak Novibazar nog niet geheel ontruimd is. Tot zoover de, eveneens als „goed inge licht" bekend staande, correspondent der Kolnisclie Zeitung, voor wiens rekening na tuurlijk bovenbedoelde bijzonderheden, hoe aannemelijk ook, blijven. Dat de kern zijner mededeelingen waar is, mag ook worden afgeleid uit de artikelen der Weensche pers, welke maar niet op losse gronden haar verstoordheid jegens Albion zal uiten. Het „Neue Wiener Tageblatt" schrijft in een blijkbaar officieus artikel o. a. „Te betreuren is slechts, dat de Turksche regeering op het oogenblik hoopt door En geland voordeelen te verkrijgen, terwijl, in het geheel genomen, de Engelsche politiek steeds voor de autonomie der Balkanstaten is" opgetreden en aan 't befaamde Balkan-comité ;n Belgrado en Sofia, juist den weg h^eft gewezen zich ten koste van Turkije te ver rijken. De hoop dat bij de Porte een beter inzicht zal zegevieren, is echter nog niet ge heel verlorenmocht het echter bij de af breking der onderhandelingen blijven, dan lijdt het geen twijfel of Oostenrijk-Hongarije zal aan de nagestreefde conferentie niet deel nemen. Onze monarchie zal zich daarbij in goed gezelschap bevinden, daar Duitschland uitdrukkelijk heeft verklaard slechts dan in eene conferentie toe te stemmen, wanneer het programma naar genoegen zijner bond- genooten is". Duitechland. Graaf Hohentlial, secretaris bij het Duit- selie gezantschap te Parijs heeft, namens den ambassadeur prins Kadolin, aan een vertegenwoordiger van Paris Journal eenige .mededeelingen gedaan over enkele hangende quaestie. Ten aanzien van de Ma- rokkaansche quaestie verklaarde hij de ver spreiding te betreuren van onjuiste berich ten, die de reeds zoo moeilijke taak der di plomaten nog verzwaren, hetgeen weder ge bleken is bij liet Casablanca-incident. Te dezer zake werd bijv. medegedeeld, dat de quaestie aan de beoordeeling van het Haag- sche hof van arbitrage zou worden onder worpen, wat ten eenenmale onjuist is. Of hot misschien later zoover zal komen is iets, dat de diplomaat voorloopig nog niet kon uitmaken. Omtrent de Fransch-Spaan- sche nota merkte de heer Hohenthal op, dat deze slechts te Berlijn is ontvangen en het gezantschap zo officieel dus niet kent, ofschoon men uit de analyse in de bladen zou kunnen afleiden, dat een overeenstem ming wel te verwachten is. „Dat zou derhalve een groote verbetering van de Fransch-Duitsche betrekkingen zijn," riep daarop de journalist uit. Daarop ging de diplomaat echter niet in, hij ver klaarde slechts dat het wenschelijk zou zijn, dat de onderhandelingen in denzelfdeo vriendschappelijken toon zouden worden voortgezet. En len slotte verzocht graaf Hohenthal den berichtgever met kracht te willen tegen spreken, dat baron Marschall, de Duitsche ambassadeur te Konstantinopel op een oor log zou hebben aangedrongen, want ge noemde ambassadeur had voor de handha ving van den vrede minstens evenveel ge daan als wie dan ook. Baron Marschall heeft inmiddels ook zelf naar de pen gegrepen. Aan het departement van buitenlandsche zaken te Berlijn is Za terdag het volgende telegram ontvangen uit TherapiaUit de hier aangekomen bladon zie ik dat de Parijsche pers mij beschul digt dat ik te Konstantinopel den oorlog zou hebben gepredikt en gezegd dat Turkije aan Bulgarije den oorlog moest verklaren. Ik weet dat ik tot niemand in dezen geest oen woord hebt gezegd, integendeel al mijne krachten in overeenstemming met mijne in structies, daarop heb gericht zulk een oor- ljg te voorkomen." Een nieuw staaltje van het gemis aan ver antwoordelijkheidsgevoel bij vele Fransche persorganen I Fxiedrichshafen, 24 Oct-, 2 uur 's namiddags. Het luchtschip van graaf Zeppelin is zoo even voor de tweede maal van de drijvende hal in Manzell uit grif in de hoogte gegaan en beweegt zich thans in de richting van Friedrichshaven. Friedrichshafen, 2 4 0c t. Zep pelin's luchtschip is om 4 uur 15 min. vlot geland te Manzell. Engeland. De eerste minister Asquith heeft in het lagerhuis over het vraagstuk der werkloos heid verklaard, dat hij niet wil vooruitloo- pen op de ronrstellen van wetgevenden aard die de regeering voornemens is in het be gin van de volgende zitting te doen betref fende de blijvende oorzaken van de werk loosheid De regeering wil zich voor het oogenblik bepalen tot datgene, wat dadelijk ingrijpen ïioodig üiaakt. Zij is niet gezind, den toestand voor te stellen als minder ern stig dan zij in werkelijkheid is, Ofschoon er aanwijzingen zijn, dat de nood slechts van korten duur zal zijn, is het niet twij felachtig, dat in den winter talrijke per sonen van beiderlei geslacht geen werk zul len krijgen. Het is plicht van het parlement hun iets meer dan enkei medegevoel te doen toekenen. De eerste minister somde daar na een aantal maatregelen op, die de lands- regeering en de plaatselijke be.st.yren heb ben genomen om den nood te vermjyderen, waaronder het beschikbaar stellen van groo- tere middelen voor de noodlijdende distric ten on bespoediging van den aanbouw van schepen. De voorgestelde maatregelen worden, of schoon zij hoogstens aan een tiende van de werlcloozcn hulp verschaffen, door de Lon- deusche pers als tijdelijke maatregelen niet ongunstig beoordeeld afgezien van de arbeiderspartij die de voorstellen als on voldoende kenschetst en in de volgende week met .eigen voorstellen bij het lagerhuis zal komen. Rutland. De Rijksdoema komt in de eerste dagen van November weder bijeen. Volgens de be richten uit Petersburg, is voor de Doema het volgende werkprogram opgesteldBe halve de Russische begrooting, komen voor behandeling in aanmerking het ontwerp 6p de plaatselijke rechtspraak, dat door de juridieke commissie reeds is behandeld; het ontwerp op de uittreding van boeren uit de grondgemeenschap, waarbij men een be langrijk agrarisch debat verwacht, dat de derde Doema tot nog toe zorgvuldig verme den heeft. De eerste en tweede Doema toch zijn voornamelijk over de agrarische kwes- tio gestruikeld. De Octobristeu wenschen de behandeling van het nieuwe reglement voor de univer siteiten zooveel mogelijk uit ie stellen, ho pend daardoor aan de quaestie haar scherp te te ontnemen. De rechterzijde zal aandrin- DOOR 51 S. R. CROCKETT. Utt het Schotsch vertaald DOOR J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM. Zoo zonder een woord te zeggen, zelfs over de bitterste van al haar vervolgers, vertelde Hester vai haar leven in het Noorden, na den dood van haar grootmoeder, van Megsy en van Revvie, van hiaar komst in Londen' en van het rampzalige, verlaten leven in Eimpress-Gate. De hertogin luisterde en dacht na. Eindelijk sprong zij geheel onverwacht op en trok heftig aan de bel. „Nu ga ik echt petemoeder uit de sprookjes zijn," zeide zij, „je moet zoet zijn en precies doen wat ik zeg, niet- meer en niet minder. Ik was de petemoeder van je vader ook, de hemel moge mij vergeven. Maar voor jou zal ik meer en beter doen, dat wil zeggen, als je mij laat begaan." Haar Genade kneep in dè zachte, jeugdige wang van Hester en wees naar een rose ja pon, die losjes over een haak hing. „Trek dat eerst aan en dan zal ik mijn tooverstaf in allen ernst zwaaienEerste zwaaitreedt binen Neaie. Verzoek de meis jes van mevrouw Celine hier te komen." Het dienstmeisje vertrok en kwam na eenige oogenbükken terug met twee glim lachende personen, die geheimzinnig omhul de pakken onder den arm droegen. Hester stond met een diepen zucht op, een wonder verscheen voor haar verrukte oogen een geschitter van glinsterend wit met hier en diaar een toef kant, doorzichtig als zeeschuim als de golf ombuigt en daaronder bescheiden verscholen, half zichtbaar en half verborgen de liefste en heerlijkste 'bundels van levende, witte heibloemen. „Nu lieve Hester," riep de hertogin met een vroelijk en gelukkig gelaat, kleed' je nu aan. Ik denk, dat^het goed! zal gaan. liet was mevrouw Celine zelf, die hier was, toen je den laatsten keer bij mij' thee dronk. Zij nam je met haar ooglen op en zij. vergist zioli niet dikwijls. Maar als er veranderingen noodig zijn, dan zullen deze meisjes het in een oogwenk doen." De handen van Hester beefden zoo, dat zij het meisje niet kon helpen, dat, met een vriendelijken glans in haar oogen, als het ware de weerschijn van haar die zij hielp de jonge, slanke gestalte voor den eersten keer in haar leven omsloot met een kleed, dat haar schoonheid verhoogde. Gelukkig bleek het", dat de naaister haar goeden naam en het vertrouwen der herto gin waardig was. „Wat houdt het kleintje haar hoofd goed. Ik heb mij niet vergist ze zal nog eens een zwaan worden en geen leelijk eendje." Maar Hester verstond haar niet. Zij verkeerde in een droom. Er "begon iets in haar hoofd te gonzen, zij schoen plotseling buiten adem te zijn, evenals een vagel die in de band wordt genomen. Het geritsel van de zijde was mu ziek in haar ooren en er scheen 'n betoove- rende geur uit de kanten en linten te stroo men Terwijl zij' de hertogin volgde naar den Langen spiegel, voelde zij de lucht koud op haar schouders en hals. Onwillekeurig hief zij haar 'handen op: „O!" dacht zij, „ik kan zoo nooit naar de balzaal gaan, met dit zoo bloot." „Hot is hoog- uitgesneden, mijn lieve," zei dte hertogin, die de beweging had opge merkt. „De naaister verzette zich, maar ik' vond het 't meest- passend' voor een jong meisje.' Hester keek in den spiegel, en kon nauwelijks adem halen. Zij meende, dat iemand anders achter haar moest staan en zij kon haar verlangen niet bedwingen oto te kijken. Dit mooie meisje kon Hester Stir ling niet zijn, die een uur geleden zorgvul dig de thee had afgewischt, die Grubby had gemorst op haar ouden, bruinon japon. Zij, zag het beeld van een meisje met een blos op de wangen, even .geopende lippen, roodl als koraal, en groote oogen die schitterden van opwinding en die tegelijk donker waren van hartstocht en tranen. Het was'alles voor Hester een tooverland en een oogenblik scheen zij de prinses van haar eigen droo- imen. Vreemd genoeg was er geen prinses in dit rijk, niets dan een gevoel van vreugde in het leven en het bewustzijn voor het eerst een japon aan te hebben, die haar uitnemend paste. Maar iets volmaakt wereldsok bracht haai* weer tot de werkelijkheid terug. Zij zag Vic's oudé muilen onder den rok uitkomen. Zij trok ze onmiddellijk terug, maar niet voordat de scherpe oogen van haar Genade had gevien in welken staat zo waren. „Doe de onderste deur van die kast open," zei ze glimlachende tot haar kamer meisje. En ziedaar een twaalftal schoenen op een rij. „Ik liet ze opzicht kolmen," zei de oude damo zegevierend, genietende van: Hceteris verbazing met al de blijheid van een edel moedig schoolmeisje, wier dag het is haar schoolmakkers to trakteeren. „En w;at je bloeaneini betreft, alles op zijin tijd," vervolgde zij. „Die dwaze jongen Car us heeft al de jachtopzieners en herdters in Darrochshire uitgezonden oan1 witte heide te zoeken. Er aal gedurende de eer ste tien jaren een schaarschte in voorspoed zijn in Galloway." Plotseling otvertoog een warme blos Hes- ter's^gelaat toen zij, bedacht, dat Carus er zou zijn. Carus zou haar zien, zooals zij nu was. Misschien sag zij er toch eigenlijk niet mooi uit. Waar&chijinlij'k scheen het zoo in haar eigen oogen, bij die gedachten wendde zij zioh van den spiegel af, maar wierp toch1 nog vrouwelijk een verlegen blik over haar schouder. Haar Genade lachte en op het meisje toe tredende kneep zij haar in de wang en kuste haar. „Doe dat vanavond, meisje, en je zult harten breken!" „Wat doen?" vroeg Hester verwonderd. „Maar aT te spoedüg zal je het weten," zei haar Genade glimlachende on haar hoofd schuddende, „en nu al dat moois uit en die morgenjapon weer aan. Naderhand gaan we weer spelenniettegenstaande mooie japon nen en nieuwe schcenen moeten wij den in- wendigen mens-li verzorgen. Kom moe!' Daarna moest Hester zioh weer overgeven 1) In Schotland het symbool van, voor spoed. aan de handen van het kamermeisje, terwijl de hertogun er bij: stond' en haar opmerk in - gen maaklte. „Niemand kan zoo goed kappen als Nea ie,' zeide zij, „maar laat ziji het ©envou dig koudien hooger van achteren, zoodat de vorm van don hals zichtbaar blijft. De Voorzienigheid! hooft je hoold niet met ecu schroef bevestigd en je moet je daaraan hou den, mijn lieve." Met don meest imogelajken goeden wil kweet de kamenier zich van haar taak. Hes ters's weelderig liaar werd! hoqg opgemaakt, terwijl het telkens, daar het nog nooit zoo behandeld was, weer losging en jn weerspan nige krulletjes ctm liaar hoofd viel, die het voorhoofd licht beschaduwden en den indruk verhoogden van de lange, donkere oogharen. De hertogin klapte in de handen, terwijl zij stond toe te zien. „Was er buiten de boeken ooit zoo'n petomooder? Welonze kleine Hester is geheel veran derd. Misschien ben je nog niet geheel een schoonheid, kleintje, maar je bent iets meer dan dat. Je bent het evenbeeld van hetgeen je grootmoeder op haar trouwdag was. Daar, ga zitten en lees wat neen dat niet (zij greep wiel het geelgekafte boek van den vloer.) Nu moet ik mij reppen en mijn we duwe brocaat aandien, ik heb niet half zoo veel tijd noodig als jij ©on mooi© bruid is spoedig giekloed," je kent het oude Schot sch© spreekwoord?" ,TY.ordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1