1°. 13©. 7"' Jaargang. Dinsdag 3 November 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligp bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende de volwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. Burgemeester en Wethomiert? der gemeente Amersfoort brengen ter kennis van de belang hebbenden, dat een. afschrift van den uitslag der verkiezing in het kiesdistrict Amersfoort, betrek kelijk de verkiezing van een lid' voor de provin ciale Staten van Utrecht in dat district, is aan geplakt aan de bergplaats, staAnde aan den- Westsingel wijk E, no. 13, nabij het Raadhuis en een afschrift ter Secretarie ter inzage neder - ligt. Amersfoort. 2 November 1908. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STEN EERT KltOESE. WUIJTIERS. IJ K. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter algemeene kennis, dat het goedkeu- ringsmerk, bij den ijk en herijk van maten en gewichten gedurende het jaar 1900 te beugen, zal zijn de letter r in den gewonen- schrijfvorm. Bij den ijk en herijk van gasmeters de Konink lijke Kroon en dat- als merk bij eerste stempe ling aan hot ijk kantoor te Utrecht zal gebezigd worden het cijfer 14. Amersfoort-, 2 November 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS. KEURING VAN VISOH. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort krengen ter openbare kennis, dat de keuring van visch,, te beginnen met Donderdag 5 November a. s., zal plaats hebben des morgens te 8 ure. Amersfoort, 2 November 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENFERT KROIESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht De groote «lag in <ie Vereenigde Staten. Hot is heden de groote dag voor de Ver eenigde Staten van Noord-Amerika. Het zal van de beslissing van het college der 483 kiesmannen afhangen, wie de volgende vier jaren het presidentschap der groote Staten- republiek zal bekleeden Taft of Bryan. De vooral in de laatste week met veel ani mo gevoerde strijd op de bekende Ame rikaan sche manier met tailooze reuzenmee- tings en reuzenreclame tusschen den re- publikeinschen candidaat Taft en den de- mocratischen Bryan zal ditmaal in de aller eerste plaats daarover te beslissen hebben of de regeering van het Amerikaansche volk voldoende maatregelen treffen kan, opdat de huishouding der natie niet geheel en al door een zich steeds meer oplioopend reuzenkapi- taal in boeien geslagen en uitgebuit worde. Dat is het eigenlijke doel van den ver kiezingsstrijd. En wat zeldzaam isde be trokken partijen houden beide met eenen aan den volke vertoonden afkeer van de trusts een formeelen wedstrijd. Elk beweert den ze- kersten waarborg te geven, dat eindelijk het ingrijpende middel tegen de trusts zal wor den aangewend. Zeldzamer is echter nog dat de bekende onthullingen van Hearst, den krantenraagnaat, die na zijn uittreden uit de democratische partij, hoofd der onafhanke lijkheidspartij is geworden en thans zoowel republikeinen als democraten bestookt, bei de partijen op de meest beschamende wijze aan de kaak hebben gesteldvan leidende persoonlijkheden aan beide zijden werd bewe zen van de meest gehate van alle trusts geld ervoor te hebben aangenomen, dat ze voor de politieke belangen van de trust en zouden zorgen. De republikeinen hebben wel is waar draconische strafmaatregelen tegen de trusts uitgovaardigd on zelfs is eens de petro- leumtrust tot een geldboete van 29 millioen dollars veroordeeld. Maar de democraten blijven niet in gebreken er op te wijzen dat men dit vonnis nooit heeft kannen voltrek ken. Het reu zenkapitaal weet hoe men met de Amerikaansche rechtbanken omspringt. De eenig aanbevelingswaardige maatregel tegen de trusts, volgens de democraten en hier komt men tot het tweede gewichtige punt van het programma van den verkie zingsstrijd zou de verlaging zijn van het tarief van invoerrechten, achter welks mu ren de particuliere monopofisten hunne af- persingsprijzen handhaven. De republikei nen gaan daarop echter niet in. Zij vormen de partij der hooge beschermende rechten wanneer ze op hun programma de herzie ning van het tarief hebben geplaatst, dan zal dit wel niets anders beduiden dan oen leuze, die later als oude plunje wordt afge dankt. De democraten beweren dan ook dat in het geheim een overeenkomst Cüaschen de trusts en de republikeinen is gesloten, daartoe strekkende dat geene verdere, al thans geen werkzame middelen tegen de bij zondere monopolies worden getroffen, en voor alles geen merkbare verlaging van het tarief, althans niet van dat op de fabrikaten plaats hebbe. Daarvoor zouden dan de trust bijdiagen schenken voor den republikein- schen verkiezingsveldtocht. President Roosevelt's oprechtheid in den strijd tegen de trusts wordt niet betwijfeld. Maar hij is geen candidaat meer. Hij heeft wel is- waar al zijn krachten voor Taft m het werk gesteld, wat dezen zeer mooie uit zichten op de overwinning opent, maar de kiezers maken toch onderscheid tusschen hem ea Taft en zien in Taft den compromis- candidaat, met wien men de trusts tot zwij gen brengt. In ieder geval was het bewijs der door de trusts tot in de hoogste kringen der republikeinen geoefende corruptie een zware slag voor de partij. Had Hearst den democraten niet hetzelfde voor de voeten geworpen, zoo zou dezer overwinning allicht zeker zijn. Welke der beide partijen het sterkst door dezen slag is getroffen, zal eerst op den avond van den verkiezingsdag blij ken. De laatste berichten melden dat de groote Rockefeller met de Standard Oil Com pany benevens Carnegie zich voor Taft heb ben uitgesproken. Het beste is maar van twee kwalen de minste te kiezen 1 Natuurlijk Zijn de republikeinsche kiezers door deze laatste omstandigheid geweldig verontrust, omdat ze hoogst welkom mate riaal was voor Bryan, welke er dan ook een dankbaar gebruik van heeft gemaakt. Maar wat komt nu de steeds bij de pinken zijnde Roosevelt verklaren? Dat hier een streek in het spel is van de Standard Oil Trust, welke geen cent in de kas der republikeinsche par tij heelt gestort, doch juist op deze slimme manier de republikeinsche partij, welke de S. O. T. zeer heeft aangevallen, kiezers wil afhandig maken. Moeilijk is ook te berekenen hoe het votum der arbeiders zal uitvallen. Tot dus ver hielden deze zich van de beide oude poli tieke partijen ternauwernood afgescheiden. In het jaar 1904 verkreeg de sociaal-demo cratische candidaat Debbs slechts 402,000 stemmen. In de Noordoostelijke industrie staten gingen de arbeiders meest met de re publikeinen mede. Thans heeft het bestuur d^r twee millioen leden tellende Federation of Labor zich tegen de partij uitgesproken, zonder zich echter voor de democraten te verklaren. Voor het geval de arbeiders in aanmerkelijken getale tot de democraten overgaan, zouden de republikeinen ver loren zijn. Het zou zelfs veel gewicht in de schaal kunnen leggen, als de arbeiders tot den sociaal-democratischen candidaat over gaan, want herstemmingen zijn er nietde betiekkelijke meerderheid beslist. Mocht de republikeinsche partij ditmaal een nederlaag lijden, dan zou het voor de eerste maal met de imperialistische politiek er slecht gaan uitzienook de uitbreiding van leger en vloot, waarvoor Roosevelt zoo krachtig in de bres is gesprongen, zou dan vermoedelijk worden vertraagd. De Pan- Amerikaansche tarief-politiek zou worden gestaakt. Wel zou men tarief-verlagingen niet eerder kunnen invoeren dan wanneer ook in den Senaat eene democratische meer derheid zou zijn ontstaan, wat met de hui- 'dige verkiezingen nog niet geschieden kan. Zulk een kentering zou op zijn vroegst in 1910 kunnen intreden. De partijindeeling der kiezers is nog im mer de oudehet Zuiden stemt den demccraat. Van de 483 stemmen door het college van kiesmannen, dat bij directe verkiezing met algemeenstemrecht wordt gekozen beschikt het Zuiden over slechts 161. Pesondanks zijn de republikeinen van hun succes niet zeker. Er zijn altijd nog eenige staten onzeker, zooals wij onlangs al eens hebben uiteen gezet, o.a. de staat New-York met 39 stemmen. Deze staten brengen te zamen 106 stemmen uit. Komen 81 daarvan op de democraten, dan zou de overwinning aan hunne zijde zijn. Wel pochen de republikeinen er op, dat nog nooit een democraat, die niet uit den staat New-York afkomstig is, dezen heeft ver overd, en Bryan komt immers uit Nebraska, dat zijn stemmen aan de republikeinen geeft. Dat is natuurlijk een onbetrouwbaar argu ment, veeleer komt het er op aan hoe de laatste onthullingen op de ziel des volks hebben gewerkt. Duitschland. B e r 1 ij n, 2 N o v e m b e r. De staats secretaris van buitenlandsche zaken is Za terdag avond bij een diner ter gelegenheid der conferentie inzake bescherming van het auteursrecht waar hij een toast op de leden der conferentie zou uitbrengen, door een ernstige ongesteldheid overvallen. Volgens den Lokal-Anzeiger zal de heer von Schoen eenige weken zijn ambt niet kunnen vervul len. B e r 1 ij n, 2 Nov. Volgens de Nord- deutsche Allgemeiue Zeitung is tot aan de genezing van den staatssecretaris Von Schoen de keizerlijke gezant te Boekarest, de werkelijke geheimraad Von Kiderlen- Waechter roet de leiding van het buiten landsche departement belast. De pers over de officieuse onthullingen. De Nordd. Allg. Zeitung schrijft o. a. ,,De mededeelingen van de Londensche •Daily Telegraph hebben in de Duitsche pers en in het buitenland levendige besprekin gen veroorzaakt, welke zich voor een deel meer door temperament, dan door begrip en zakelijkheid kenmerkten. Wat in de eerste plaats de mededeelingen in de Daily Telegraph betreft, zoo staat de juistheid der weergave van het gesprek in alle bijzonder heden nog niet vastintusschen is er geen aanleiding om aan de juistheid der mede deelingen in het algemeen te twijfelen". Het blad wijst dan op de goede bedoelingen, die aan de openbaarmaking ten grondslag lig gen. Deze zijn volstrekt onaanvechtbaar en „er behoort een sterke mate van politieke on eerlijkheid toe om den Keizer, die tot de openbaarmaking van het artikel niet het ini tiatief heeft genomen, maar ze, na den Rijkskanselier te hebben geraadpleegd, heeft toegelaten, machiavellistische nevendoelein den in verband met vragen der actueele po litiek of de storing van bestaande overeen komsten en loopende onderhandelingen, toe te schrijven. Het is ook niet duidelijk hoe de aan weerlegging van historische dwalin gen gewijde uitingen geschikt zouden zijn de betrekkingen tusschen de groote mogend heden te benadeelen. De betrekkingen tus schen Rusland, Engeland en Frankrijk zijn, toen de in het gesprek aangevoerde feiten reeds tot de geschiedenis behoorden, op een nieuwen grondslag- gevestigd, welke heden zijn door geschiedkundige herinneringen niet gekrenkte geldigheid heeft. De Vossische Zeitung, naast de Köln. Zeitung, het eenige blad dat de mededeelin gen van de Daily Telegraph in bescherming heeft genomen, acht de bijzonderheden daar in medegedeeld thans bevestigd. ,Hun effect zal niet worden verzwakt door Bülow's ver klaring dat hij de openbaarmaking zou ont raden hebben. Daar echter onder om standigheden de openbaarmaking van uit spraken des keizers zonder voorafgaande in stemming kan plaats hebben is 't voor de lei ding der staatszaken van het meest* belang dat zelfs bij politieke gesprekken met an dere personen niet alleen de meest volslagen overeenstemming met de verantwoordelijke raadslieden in het oog worde gehouden maar dat ook met de mogelijkheid eoner versprei ding van zelfs de vertrouwelijkste uitingen rekening gehouden wordt. ,,De crisis is snel gekomen en snel voor bijgegaan. Vorst von Bülow blijft in zijn ambt, hij heeft zoowel nu als vroeger het vertrouwen des Keizers. Maar de noodige voorzorgen dienen getroffen te worden dat vergissingen en complicaties als deze, welke terecht opzien en bevreemding ver wekken, niet meer voorkomen. Hoe men over enkele uitingen des Keizers en over de geheele openbaarmaking in de Daily Tele graph denke, dit eene wordt dior de offi cieuze voorstelling bevestigd dat de Keizer inderdaad het doel heeft gehad de betrekkin gen tusschen Duitschland en Engeland te verbeteren. En deze wensch zal, welke cri- tiek steeds op enkele uitdrukkingen moge geoefend worden, ten slotte aan de over zijde van het Kanaal niet worden voorbijge zien. Voor de betrekkingen tusschen *de volken is het wel is waar niet beslissend wat be doeld maar wat bereikt wordt. God in den Hemel die de harten en de nieren proeft, ziet slechts op den wil, de rationeele politi- ons let op het gevolg. Met de mooiste ge- voelsmotieven kan het noodlottigste onheil worden aangericht. Daarom hebben de machthebbers in buitenlandsche aangelegen heden niets zoo zeer van noode als wijze voorzichtigheid en koele terughoudendheid. Niets is gevaarlijker dan overijling en im pulsief handelen." Hieronder het oordeel van de leedvermaak koesterende Temps „Het interview met Keizer Wilhelm was authentiek. Het heeft zelfs, indien men het aldus mag zeggen, vóór het licht te zien den hiërachieken weg gevolgd, van de hoogste tot aan de laagste trap. Het is onderworpen geweest aan het oordeel van den rijkskan selier, die het niet gelezen heeft, en is ten slotte aangeland bij een onbekenden bureau craat, opgevoed in de denkbeelden van den heer von Holstein, dien het verrukt heeft en die de machtiging heeft gegeven tot afdruk ken. De heer von Bülow, op correcte wijze door zijn souverein geraadpleegd, heeft het artikel ter hand gesteld aan zijn onderge schikten. En deze hebben ernstig het buiten landsche stuk nagelezen. De kanselier heeft terecht geoordeeld, dat hij gezondigd had, althans verzuim gepleegd, en hij heeft zijn verzoek om ontslag aangeboden aan den Kei zer, die het geweigerd heeft, hoffelijk de ge heele verantwoordelijkheid voor de zaak op zich nemende. Ziedaar hoe de dingen zich toedragen in de meest gedisciplineerde, de meest ernstige, de meest consciëntieuss het zijn de Duitschers die zich gaarne dezen lof toekennen der Europeesche staten. Wij herinneren aan, dat wij meermalen bij onze geschillen met Duitschland hebben ge wezen op de teekenen van anarchie, welke ons toescheen achter den imposanten gevel der keizerlijke politiek te heerschen. Welk beter bewijs ervoor te geven dan de beken tenissen van het officieuse blad. De ver maarde kapitein van Köpenick had in zijn genre niet beter kunnen doen. Heeft hetgeen gebeurd is als tooneel gehad het Duitsche keizerrijk of het groothertogdom Gerol- stein?" Een gewezen Pruisisch officier, die in den Boerenoorlog bij de Transvaalsche staats- artillerie is geweest, vertelt in de Militii- risch-politische Korrespondenz „Op 13 Juni 1900 kwam ik, twee dagen vroeger in den slag van Diamond Hill, ten Westen van het op 6 Juni verloren Pretoria, gewond, op den weg naar het hospitaal van Waterval-Boven door het station Michado- dorp, aan den spoorweg naar Louren$o Mar ques. Bij het station stonden op een inder haast gelegd zijspoor het salonrijtuig van den ouden president Kruger en vijf waggons met ongemunt goud, het overschot van de opbrengst van de Johannseburgsche mijnen uit de zeven eerste oorlogsmaanden. Van het rijdende hoofdkwartier kwam Jan Eloff, de kleinzoon en secretaris van den President, stralend naar onze Roode-Kruis-wagen toe en bracht liet nieuwste nieuws", waarvan wij eerst ophoorden en waarover wij, on danks zwakte en wonden, moesten juichen. In dien tijd werd er buitenspodig veel in Afrikaansche „storietjes" opgedischt. In den oorlog echter gelooft men licht het onwaar schijnlijkste, indien het aangename tijding is. „Zoo namen wij het, al te graag, voor goede munt aan, toen men meldde, dat kei zer Wilhelm met Rusland en Frankrijk ten gunste van de Boeren tusschenbeide geko men was. Te Londen en tegelijk te Pretoria door bemiddeling van den Duitschen consul B'iormann was aan de regeering van koningin Victoria en aan veldmaarschalk Lord Roberts een ultimatum overhandigd, en alles zou nu terecht komen. Hoe hebben wij toen gejuicht, von Goeben, die later te Allenstcin ellendig aan zijn eind kwam, de Karlsruhsche kapitein v. Kessler, die kort daarna in de Magaliesbergen door een En- door 56 S. R. CROCKETT. Uit het Schotsch vertaald door J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM. Kipford sprong van zijn rustbank op. Hij strekte zijn hand uit, over het ouderwetsche likeurstel heen: „Ik ben getuige, mijn jon gen. Reken op je Waffles." Hierna was er een langen tijd stilte, en Kipford vleide zich neer om op zijn gemak te kunnen luisteren tot ver in den nacht; eindelijk begon Carus aan één stuk te ver tellen over kleine Hester Stirling. Eerst vertelde hij van den avond in liet woud, waarop hij haar naar haar grootmoeder had gedragen. Daarna vertelde hij wijdloopig al les wat sinds dien tijd had plaats gegrepen, totdat Kipford begon te knikkebollen, en weer met eene plotselinge beweging wakker werd, naar het scheen na een verloop van jaren, om zijn vriend te hooren beweren, als ware het een nieuw ontdekte waarheid, dat „er in de geheele wereld nooit een meisje was geweest, dat met haar vergeleken kon worden!" Waarop Kipford voor den vijftigsten keer toestemmend knikte toen zijn oordeel werd gevraagd, waarna hij weer tot bewusteloos heid verviel. Ondertusschen was Hester gehuld in de rose ochtendjapon terug in de boudoir van Haar Genade, waar zij Neale hielp bij het ontkleeden van de oude dame, in zooverre die energieke vrouw eenig bemoeien met haar toilet toeliet. De hertogin had Hester een voorstel ge daan, dat de oogen van het meisje deed schitteren. Dat was niets minder, dan dat zij Haar Genade naar Homburg zou. verge zellen, en dat nog wel zonder een dag te wachten. Ja, waarlijk, zij zouden den vol genden dag reeds vertrekken. Het was hard voor Hester om te weigeren, maar zfj voelde, dat zij zoo niet weg kon loopen van hen, die, al gaven zij niet veel vriendelijkheid, haar toch gedurende drie jaar een tehuis en een opvoeding hadden ge geven. Zij kon niet gaan zonder Revvie en Megsy raad te hebben gevraagd. En een blos over toog haar gelaat, op dit oogen- blk wilde zij Londen ook liever niet verla ten. Het was natuurlijk dwaas. Hij zou nooit iets voor haar kunnen zijn maar ge durende den laatsten dans had hij haar ge vraagd zijn vriendin te willen zijn. Ja, zij verlangde niet zoo erg naar Homburg te gaan, als zij had gedacht, toen haar oude vriendin het haar voor het eerst voorstelde. Haar Genade van Niddisdale zuchtte. „Ik denk, dat ik een zelfzuchtige, oude vrouw ben," zeide zij, „je wensch om te blijven is billijk en doet je eer aan. Maar mij lijkt het niet, dat je deze menschen een stuiver schuldig bent. Zij hebben een kim derjuffrouw van je gemaakt, niets meer en niets minder en bespaarden zichzelf zoo de moeite om op hun eigen kinderen toe te zien, zoo vat ik het op. Maar om het eveu je k'unt me schrijven, als je van gedach ten verandert, mijn lieve. En nu naar bed! Ik ben niet zoo jong meer als jij, en als ik morgen het kanaal over zal steken, dan moet ik een beetje slaap hebben gehad, voordat ik den middagtrein neem. Het was op slag van twaalf uur, toen Hes ter de huisbel van Empress-Gate overhaal - de. Zij had de hertogin naar Dover zien af reizen, en was dadelijk van Charing-Cross teruggekeerd. Timson opende de deur en en deed onmiddellijk een paar schreden te rug. „Goeden morgen Timson," zei Hesier vroolijk en stapte de vestibule binnen, haar handschoenen uittrekkende. Zorgvuldig sloot Timson de deur achter haar en ging het meisje met den tred van een bloedwre- ker voor, naar het kleine achterkamertje, dat nog de studeerkamer van Sir Sylvanus werd genoemd. Hester's hart klopte heftig maar zij had geen voorgevoel, dat eenige moeielijkheid haar wachtte. Tirason opende de deur en voor zich zag zij haar oom en twee in het grijs gcklecde mannen met breede, gladgeschoren boven lippen en met een voorkomen alsof ze uit ijzer waren gegoten. Deze drie stonden rond om de tafel in gedwongen houding, en in een armstoel zat haar tante, zich heen en weer wiegende, met een zakdoek voor de oogen. Hester zag verbijsterd rond. Zij wist, dat zij voor het geluk der laatste vier en twin tig uur de woede van de Blauwe Ontvang kamer zou moeten verduren en waarschijn lijk de koelheid van haar tante. Maar dat iets ergers voor haar in aantocht was, dat had zij niet gedroomd„goeden morgen, oom," zeide zij opgeruimd, „vergeef mij, ik wist niet, dat er iemand bij u was. Tim son bracht mij bij vergissing hier." Sir Sylvanus antwoordde niet dadelijk. Hij hield zijn hoofd iets meer opgeheven dan gewoonlijk. Zoo sprak hij zijn kiezers i toe. Het gaf als het ware vrijheid aan een andere plooi van de kin, en werd vergezeld door dat hooghartig naar voren brengen van de linkerknie, hetgeen men ziet bij stand beelden van staatslieden. Dit was inderdaad het ideaal, dat Sir Sylvanus steeds voor oogen had gestaand. Hij antwoordde Hester niet onmiddelijk. Hij wees slechts met de hand naar haai-. „Dit is het ongelukkige meisje," zei hij plechtig. Bij deze woorden ontsnapte een kreunende snik aan mevrouw Torphichan Stirling, zij wiegde zich meer dan ooit heen en weer. „Mijn lieve," zei haar echtgenoot op zal- venden toon, „dit is een zeer pijnlijke zaak, misschien misschien is het beter indien je er je niet mee bemoeit. Zou het niet beter zijn een poosje in je eigen kamer te gaan?" „Ja Sylvanus, zeker, indien je het zoo wilt," zeide deze model-vrouw. „Wat is er tante?" riep Hester nu go- heel verbijsterd, „waarom huilt u?" En door diep medelijden gedrongen, zou zij de dame vergezeld hebben, toen die op stond om te vertrekken, maar haar tante trok haar arm op zij en greep haar rok bij elkaar met een beweging, die zoo duidelijk alsof het gedrukt stond zei: „Weg van hier, pad Toch zou nester mevrouw Torphichan Stirling gevolgd zijn, maar zoo geruischloos mogelijk en geheel onverwacht trad een van de uit ijzer gegoten mannen in het grijs naar voren om de deur te openen voor de vrouw des huizes en alsof het bij toeval was, plaatste hij zich tusschen Hester en de laat ste rollende plooi van den ritselenden sleep van haar bloedverwant. „Wat beteekent dit alles?" vroeg Hester zich tot haar oom wendende. Sir Sylvanus behield nog altijd zijn houding van den on verstoorbare op de tribune. „Het beteekent," zei hij streng, „dat gij, Hester Stirling, beschuldigd wordt uit een kast in deze kamer te hebben gestolen, een gouden halssnoer waaraan een slot van ro bijnen, op een waarde geschat, van twaalf honderd pond sterling, alleen den midden- steen berekenende." Hester viel niet flauw. Zij voelde niet eens het ontzettende van haar toestand. De beschuldiging scheen haar toe niet echt te zijn. Zonder eenigen twijfel zou alles in het reine kunnen worden ge bracht door een enkele verklaring. „Wel," zeide zij, „bedoelt u dit?" Zij nam een klein, bruin lederen etui uit haar zak. De hertogin had verzocht den ro bijn te mogen zien, toen Hester den ketting den vorigen avond afdeed, en had de doos van haar eigen toilettafel genomen en haar gegeven om den ketting in te bewaren. Hes ter opende liet étui, en met van belangstel ling ingehouden adem traden de twee man nen naar voren om er naar te zien. De oud ste nam den ketting in de hand en een klein glas uit zijn zak halende, bekeek hij hem aandachtig. ,HTj wees fluisterend iets aan zijn makker^ die daarop op zijn beurt hot glas voor zijn oog zette. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1