BINNENLAND. onherroeplijke onteigening der Oost-Roeme- lische lijnen, schriftelijk aangemaand onver wijld in onderhandelingen over den afstand van dien spoorweg met de rege^ring te tre den, de tot dusverre door de regeering niet aangestelde ambtenaren onmiddellijk te ont slaan en te dwingen ten spoedigste hunne ambtswoningen te verlaten. Dinsdagmiddag hebben de vertegenwoordigers van Duitsch- land en Oostenrijk-Hongarije, ter handha ving van de rechten der Oriënt-spoorwegen, bij de Bulgaarsche regeering schriftelijk ver zet tegen dit verzoek aangeteekend. Zij wij zen er op, dat -er van onteigening van de lij nou geen sprake is en verklaren, dat het bij den oogenblikkelijken stand van zaken niet mogelijk is onderhandelingen te begin nen, voordat de Bulgaarsche regeering zich heeft verstaan met Turkije, dat als de eige naar der lijnen moet worden beschouwd. Turkije. In Konstantinopel zijn de onderhandelin gen tusschen Turkije en Bulgarije begonnen, doch terstond is een kleine stilstand van za ken ingetreden, daar men van Turksche zijde begonnen is do kwestie der Oriënt-spoorwe gen op het tapijt te brengen. De Bulgaarsche regeering nu wil onderhandelen over de spoorwegen öf met Turkije öf met de maat schappij, maar niet met beide, zoodat de zaakgelastigden eerst instructies van de Bul gaarsche regeering gevraagd hebben. De correspondent van de New-York Herald" te Sofia meent, dat alle vrees voor een oor log tusschen beide staten nog niet geheel ge weken mag heeten. De vredelievende houding van Bulgarije is alleen te danken aan koning Ferdinand en op zijn aandringen heeft men de reservisten met onbepaald verlof naar huis gezonden. Turkije echter heeft, ondanks de vredelievende stemming in Sofia, niet op- gohouden met mobilisatie voort te gaan. De grootc kracht van Bulgarije lag in de snelle mobilisatie van zijn troepen, d:e Konstanti nopel bereikt zou hebben, vóórdat de Por te zijn reserves had opgeroepen. Dit voordeel is nu verloren. In militaire kringen laakt men dan ook zeer de vredelievende gezind heid dos konings, die tegen den wil van zijn volk in den vrede bewaarde en het land bloot stelt aan een twijfelachtig succes, dat kan voortkomen uit de onderhandelingen, waar het succes bij een terstond begonnen oorlog zeker geweest wps. Konstantinopel, 5Nov. Als ge volg van herhaalde stappen van de zijde van Servië, heeft de grootvizier de ontscheping en de doorvoer naar Saloniki van het in deze haven opgeslagen oorlogsmateriaal toe gestaan. Het conferentieplan. W e e n e n, 5 Nov. Volgens de Neue Freie Presse worden de kansen van de bij eenkomst van de conferentie in welingelichte kringen heden als grooter beschouwd. De conferentie zal volgens die kringen waar schijnlijk plaats hebben. Natuurlijk is het nog noodig breedvoerig te onderhandelen om een program vast te stellen, dat aan alle zijden voldoening schenkt. De conferentie zou bezwaarlijk voor Januari bijeen kunnen komen. Het.Caaablaaca-inoident. P a r ij s 5 Nov. Alle bladen houden zich bezig met het incident van Casablanca en zijn absoluut eenstemmig in hunne aan sporing tot de regeering om namens het ge- heele volk, het koste wat het wil, de ontoe laatbare en onaannemelijke eischen van de Duitschers af te wijzen. In verband met de kwestie der deserteurs te Casablanca, zeg gen de bladen dat de Duitschers twist wil len zoeken. Het aanbieden van verontschul digingen schijnt de bladen vernedering en afstand van de nationale eer. Zij meenen bovendien dat wanneer Frankrijk aan de voorwaarden toegaf, het voortaan verplicht zou zijn altijd toe te geven. De Matin, de Petit Parisien en de Echo de Paris zetten het gebeurde met de deserteurs in alle de tails uiteen. Men ziet er een bewijs in van den goeden wil van Frankrijk. De Action zegt dat gisteren het hardnek kig gerucht liep in de Kamer, dat Clemen- ceau eorder afstand zou doen van zijn macht dan toegeven. Aan den Petit Parisien wordt uit Berlijn gemeld: Vou Schoen en Cambon zijn eveneens ontevreden met den keer die do zaken genomen hebben. De Gil Bias en de République Fran?aise zijn er van overtuigd, dat Duitschland even min den oorlog wil als Frankrijk. De Humanité bezweert de Franschen te blijven staken, want een Fransch-Duitsch conflict naar aanleiding van Casablanca schijnt het blad een monsterachtige veron derstelling. P a r ij s, 5 N o v. Volgens de indrukken, verkregen na afloop van den ministerraad, waren de ministers eensgezind in de erken ning der onmogelijkheid voor Frankrijk om met het Duitsche standpunt mede te gaan, en in de goedkeuring van de houding door den minister van binnenlandsche zaken in de Casablanca-affaire aangenomen. Men ge looft in politieke kringen niet aan eene ver ergering van het conflict. Men hoopt, dat indien de bedoelingen van de Duitsche re geering even tegemoetkomend zijn als die der Fransche regeering, een wederzijds voor beido landen loffelijke oplossing ondanks alles zal kunnen gevonden worden. Men zou zich b.v. kunnen verstaan over eene verkla ring waarbij de twee landen hun spijt over de incidenten te kennen geven. Men zou dan wt'r de arbitrage ter hand nemen, ten einde het geschil kortweg af te doen. Op deze wijze zouden de goede betrekkingen, welke tusschen beide landen behooren te bestaan, niet worden verstoord, maar deze concessie zou waarschijnlijk de eenige zijn, welke Frankrijk kan doen en een weigering van het kabinet te Parijs, om zijne officieren en soldaten te blameeren, kan als zeker wor den beschouwd. P a r ij s, 5 Nov. Het Journal des Dé- bats maakt een telegram uit "Berlijn open baar, eveneens meldendo dat Duitschland geneigd zou zijn met Cambon een monde linge verklaring te wisselen, volgens welke van weerszijden leedwezen zou worden be tuigd. De betuiging van leedwezen van Duit sche zijde zou zelfs tengevolge hebben, dat de Duitsche consulaire ambtenaren niet mcor zoo licht hun steun aan deserteurs van het vreemdenlegioen zouden verleenen. De Temps constateert dat de Duitsche re- georing behoefte heeft aan afleiding voor de ontevredenheid, verwekt door de keizerlijke onbescheidenheid en ook voor den gedrukten financieelen toestand als gevolg van de 400,000,000 mark nieuwe belastingen. P a r ij s, 5 N o v. Pichon, minister van buitenlandsche zaken, heeft heden een be zoek van den Duitschen gezant ontvangen. In de wandelgangen van de Kamer wordt de toestand met kalmte en koelbloedigheid besproken. Alle politieke partijen keuren de houding der regeering goed. De meest ge zaghebbende vertegenwoordigers van alle po litieke groepen hebben Clemenceau en Pi chon de verzekering gegeven, dat zij op hun volledige medewerking konden rekenen. De twee ministers antwoordden, dat, wanneer het parlement alle bescheiden en beoordee lingen in handen had, het er zich van zou kunnen overtuigen, dat de regoering altijd in ruime mate een geest van verzoening had getoond, zonder de waardigheid des lands uit het oog te verliezen. Berlijn, 5 November. Volgens een bericht in de bladen stelt Duitschland in de kwestie van Casablanca aan Frank rijk alleen den eisch een korte verklaring af te geven, waarin leedwezen uitgedrukt wordt, dat de Fransche militairen te Casa blanca inbreuk hebben gemaakt op de Duit sche consulaire voorrechten. Zoodra aan dit verlangen door Frankrijk is voldaan, zul len de onderhandelingen over het beroep op een scheidsgerecht tot oplossing van de zuiver materieele kwesties, ongestoord voortgang kunnen hebben. P a r ij s, 5 November. Een bericht van Havas meldtZoodra de onderhande lingen met Duitschland aangevangen waren, en tengevolge van den stap van Radolin betreffende de laatste eischen van de regee ring te Berlijn liet Pichon weten, dat, zich geheel houdende op het terrein van de door Duitschland voorgestelde arbitrage, hij ge neigd was te trachten met het kabinet te Berlijn tot een overeenkomst te geraken over een formule, waardoor de twee regeeringen gelijktijdig zouden verklaren het incident van 25 September en de bij die gelegenheid voorgevallen feitelijkheden te betreuren. Hij voegde er aan toe, dat hij geenerlei formule zou aanvaarden, waarbij alleen de Fransche regeering haar leedwezen betuigt en waar bij op welke wijze ook een verloochening van haar matrozen en soldaten, die hun plicht als militairen deden, ligt opgesloten. P a r ij s 5 November. In de ge sprekken met afgevaardigden, alvorens het Paleis de Bourbon te verlaten, ten einde aan de Quai d'Orsay den Duitschen gezant te ontvangen, bevestigde Pichon, dat hij be sloten had de Duitsche regeering het door den commissaris van politie te Casablanca op den dag, waarop het voorval met de deserteurs zich afspeelde, opgemaakte rap port ter kennis van de Duitsche regeering te brengen. Met deze bekendstelling wordt bedoeld het gedrag der Fransche agenten te Casablanca in het oog der Duitsche regee ring te rechtvaardigen en het Fransche voorstel goeden grond te geven. Pichon gaf daarenboven te kennen, dat de onderhandelingen om tot een formule te geraken, waarmede de twee mogendheden zich zouden kunnen vereenigen, te Berlijn worden voortgezet. Par ij s, 5 November. Gedurende het onderhoud, dat Radolin hedennamiddag met den minister van buitenlandsche zaken voerde, sprak eerstgenoemde de hoop uit, dat een minnelijke oplossing de twee regee ringen in staat zal stellen het voorgevallene met de deserteurs te regelen. Pichon antwoordde hierop, dat hij de hoop niet opgaf een voor de twee landen even eervolle oplossing te zien aannemen. Keulen, 5Nov. Over het verloop der onderhandelingen nopens het incident van Casablanca, wordt aan de Kölnische Zei- tung uit Berlijn geseindDen 14en October wierp minister von Schön, in een toevallig gehouden, niet ambtelijk gesprek met Cam bon, het denkbeeld op of niet ook tot het middel van een scheidsrechterlijke regeling toevlucht genomen kon worden. Den 15en October berichtte de gezant Radolin, dat Pichon hem had medegedeeld, dat hij op het telegram van Cambon met het denkbeeld van een scheidsgerecht was medegegaan. Dit te legram had echter een tweede telegram van Cambon gekruist, volgens hetwelk de op merking van von Schön niet als een formeel voorstel kon worden opgevat. Den 18en Oc tober stelde von Bülow, in het bijzijn van von Schön, den gezant Cambon de volgende regeling voorFrankrijk betuigt zijn leed wezen over den van Fransche zijde gepleeg- den inbreuk op de prerogatieven van den Duitschen consul. Duitschland betuigt zijn leedwezen over de incorecte houding van den Duitschen consul. De rechtsvraag zal door een scheidsgerecht opgelost worden. Van Duitsche zijde is het voorstel om de geheole aangelegenheid aan een scheidsge recht te onderwerpen derhalve nimmer ge daan. De bewering alsof de houding der Duitsche regeering den 28sten October ten gevolge van de openbaarmaking van het ar tikel der Daily Telegraph gewijzigd werd, mist dus alle grond. P a r ij s, 5 N o v. Volgens inlichtingen, uit goede bron verkregen, zou hedenavond de s'and der gedachtenwisselingen tusschen Frankrijk en Duitschland de volgende zijn: Duitschland vroeg in een voor eenige dagen verzonden nota de invrijheidsstelling der Duitsche deserteurs, en verzocht tevens aan Frankrijk, dat dit zijn leedwezen zou uit drukken over de houding zijner soldaten in Casablanca. Deze betuigingen van leedwezen zouden dan gevolgd worden door die van Duitschland voor de rol door den Duitschen consul gespeeld. Frankrijk stelde voor het incident in zijn geheel aan een scheidsge recht te onderwerpen. De onderhandelingen worden voortgezet en van beide zijden zoekt men naar eene verzoenende formule. Frankrijk zou eene formule aannemen, waarin wederzijds het leedwezen van beide mogendheden wordt uit gedrukt; de tekst van deze formule is nog niet vastgesteld, maar zou ongeveer aldus luidenFrankrijk en Duitschland verkla ren het incident te Casablanca te betreuren en de gewelddadigheden daarbij voorgeval len en besluiten het incident in zijn geheel aan het hof van arbitrage te Den Haag te onderwerpen." (Wij brengen hieronder de korte toedracht van het incident nog eens in herinnering. Vijf soldaten van het vreemdenlegioen, die waren gedeserteerd, waren te Casablan ca gevlucht in een huis, dat, naar beweerd wordt, behoort aan het Duitsche consulaat. De gendarmerie hield een wakend oog op hen. In den middag van 25 September bega ven de deserteurs zich in een sloep, verge zeld van een ambtenaar van het consulaat en van een ruiter, toegevoegd aan den Duit schen consul. De gendarmes hielden de sloep aan, waarbij eenige handtastelijkheden ont stonden. Volgens de Duitsche voorstelling zou de havenmeester den Duitschen ambte naar een revolver hebben voorgehouden.) Allerlei. vHet heet, dat men in Amerika vlieg toestellen gaat vervaardigen, die niet meer dan 62.50 het stuk zullen kosten. vDe Parijsche ingenieur Lemoine, die beweerde diamanten kunstmatig te hebben vervaardigd in een electrischen oven, en zich 't geld voor zijn proeven verschafte door oplichting, is en blijft zoek. Naar thans uit Parijs wordt gemeld, is de instructie tegen den diamantmaker gestaakt. vVoor den politierechter te Londen stond een deserteur terecht, die van zijn regiment was weggeloopen, omdat de dokter hem gezegd had, dat hij hemzeventien tanden en kiezen moest trekken en geen pijnstillende middelen wilde toedienen. vBij de politie in New-York werd het vorige jaar kennis gegeven van 35,000 dief stallen. De waarde van het gestolene bedroeg ongeveer 38 millioen gulden. Er werden, verdacht van diefstal, 1764 menschen in hechtenis genomen, van wie evenwel slechts 420 veroordeeld werden. Kameroverzicht. Tweede Kamer. Donderdag kwam de Tweede Kamer bijeen ter behandeling der Indische begroo ting. De heer de Steurs critiseerde scherp de houding van den Gouverneur- Generaal ten opzichte van Atjeh. Hij ver weet dezen grof verzuim, blindheid en na latigheid en oordeelde diens houding niet verdedigbaar. Spreker laakte eveneens de nota van den legercommandant Rost van Torfningen, welke een weeden harden mi litairen geest ademt door goed te praten allerlei ergerlijke dingen. Spreker begreep niet, hoe de Minister zich in 't algemeen met de strekking van 't verslag en de nota kon vereenigen, hij bedenke toch dat de eer van land en leger en liet belang van 't Atjehsche volk en van den staat den voor rang verdient. Spreker oordeelde dat „Wekker" door zijn brochure aan 't land een dienst heeft bewezen. Wel zijn er door „Wekker" genoemde feiten terecht weer legd, maar veel te veel baldadige en schan delijke feiten door „Wekker" gesignaleerd zijn erkend moeten worden. Trouwens spr. ooi deelde, dat ons Indische leger niet dient voor het vuile werk van 's nachts najagen, brandstichten enz. waarvoor 't wordt ge bruikt. Of in Atjeh onder Yan Heutsz de toestand beter was dan onder Van Daalen zou spr. niet beslissen, maar wel achtte hij verkeerd dat in van Heutsz' stelsel over matig geweld wordt aangeprezen. Dit stel sel is door Van Daalen gevolgd. Gelukkig zijn er ook eenige symptomen, die hoop ge ven op een minder wreed stelsel in de toe komst. Patrouilles moeten beperkt worden en aangekweekt moet worden een geest van zelfbeheersching en geduld. Spreker criti seerde, dat de belastinginning gepaard is gegaan met een bloedbad. Dergelijke wijze van regeeren is geen kunst. heer L o h m a n nagaande den be vredigenden toestand op 't oogenblik in Borneo, Celebes, Bali, Timor, Lombok en Flores betoogde dat aan den Gouverneur- Generaal Van Hfeutsz die toestand te dan ken is en wat Atjeh en Sumatra betreft, welnu, die zich daar niet wil onderwerpen aan recht en orde, moeten dan maar voe len het stelsel-Van Heutsz, dat berust op erkenning van souvereiniteit, met handha ving van 't gezag der hoofden. Van Heutsz heeft ter bereiking van 't doel niet zijn kracht gezocht in groote legers maar in snelle marschen. Eischt men erkenning on zer souvereiniteit dan moet dit niet slechts een souvereiniteit op napier zijn. Orde en rust moeten desnoods met ge weld worden verkregen. Zijn er bij het oor logvoeren wreedheden gepleegd, dan ge schiedde zulks tegen den wil van Van Heutsz en Van Daalen. Zelden heeft spre ker een meer tendentieus stuk gelezen als dat van Wekker. Spreker oordeelde dat geen noodelooze wreedheid is gepleegd, ook van Daalen verdiende z. i. niet den blaam, dien sommigen op hem leggen. Tusschen hem en Van Heutsz blijkt slechts een ver schil van inzicht te bestaan, maar dit heeft niets met zijn karakter te maken. Voor spreker is Van Heutsz met al zijn deugden cn gebreken nog altijd de man, dien wij in Indië noodig hebben en volgens spreker zullen de tegenwoordige dagen worden een der schitterendste bladzijden onzer geschie denis, niettegenstaande het vergoten bl >ed. Zij, -die er voortdurend op uit zijn len- Gouverneur-Generaal naar beneden te trek ken, moeten bedenken, dat zij hierdoor oe- stendigen het bloedvergieten en uitstellen den toestand van rust en vrede. De heer Van Deventer meende, da: de Gouverneur-Generaal niet scherp genoeg op den toestand in Atjeh heeft toe gezien, niettegenstaande hij wist, dat Van Daalen niet bezat alle eigenschappen, noo dig voor de vervulling van zijn taak, waar bij nog kwam, dat Vun Daalen geen raads man naast zich had. Het volle vertrouwen, dat Van Heutsz ondanks dit alles in Van Daalen bleef stellen, moest spaak loopen. Daarom heeft de wijze van ontslag van Van Daalen wel eenigszins een pijnlijken indruk op spreker gemaakt. Gelukkig geeft de opdracht aan Lieftinck hoop op een mildere toekomst. Spreker betoogde, dat de pacificatie van Atjeh is tegengehouden door het door ons gevolgde stelsel van pacificeeren ten koste van den Atjeher zelf. Gelukkig heeft Van Heutsz thans ingezien, dat dit beginsel on juist is. In 't belang der pacificatie achtte spr. gewensclit afschaffing van alle heeren- diensten in Atjeh. Wat den Gouverneur Vnn Daalen betreft, meende spreker dat niet mogen worden voorbijgezien verschil lende goede maatregelen door hem getrof fen. Spreker oordeelde belastingheffing in de Pudangsche Bovenlanden naar den vorm goed, maar keurde de wijze van vordering af als overhaast en ontactisch. De invoe ring had moeten gepaard gaan met de cen tralisatie van -Sumatra's Westkust. Spre ker hoopte dat 't daartoe spoedig zal ko men. Voorts bepleitte hij minder belasting, inperking van heerendiensten goed onder wijs. De heer Thomson erkent dat wij in Indië een roeping te vervullen hebben, al rekent hij daar niet bepaald toe het bren gen van het christendom. Kan dit kalm en bedaard gebeuren, dan heeft hij er vre de mee en erkent gaarne het goede er van, maar niet wanneer het christendom met het zwaard wordt opgedrongen. Spr. houdt echter vol, dat wij daar in Atjeh een oorlog hebben gevoerd, welke Nederland ten schande strekt. Terugkeerende tot de Wekker-artikelen, waarin duidelijk wordt aangetoond, dat er meer dan ruw door de troepen wordt huis gehouden, zegt ook spr. dat Wekker heeft wakker geschud uit den dommel. Vervolgende betoogt de heer Thomson, dat de door Wekker genoemde feiten in hoofdzaak juist zijn gebleken, al wordt dit in het rapport van generaal Rost van Too- ninigen ook ontkend. De heer Thomson vervolgende, zegt dat er in het rapport wordt om de feiten hc-engedraaid ,of er wordt een vergoelij kend karakter aan gegeven, maar erkend wordt toch in liet rapport, dat bij vele pa trouilles de tucht zeer verslapt was en een gevolg daarvan was, dat lijken getjin+jangd en gekorven werden. Generaal Van Daalen is veel te gestreng opgetreden en heeft daarom veel door de vingers gezien. Ook hetgeen Wekker omtrent de gidsen he .-ft geschreven is in hoofdzaak juist gebleken eveneens bet eigenmachtige requireeren van vivres, het gebruik van dumdumkogels het afmaken van gevangenen, het ophangen onder nadere goedkeuring, enz., en wat zien wij nu gebeuren? Scherpe gebetenheid op „Wekker", op den persoon, een luite nant dien men voor „Wekker" aanziet. De heer Van Kol critiseert in eene brtede beschouwing alsnu ons beheer in Indië en wijst hij op het verschil in hou ding der sociaal-democraten en andere par tijen, op het vermorsen van millioenen en op andere misstanden, waardoor de bevol king verarmt. Heden 10uur zal spreker zijn rede ver volgen Berichten. De Staatscourant van Vrijdag 6 No vember bevat o. m. de volgende kon. be sluiten op verzoek eervol ontslagen jhr. E. F. H. van Rijckevorssel als notaris te Nijme gen, en C. J. E. La Fontijn, te Nijmegen, als rijkswaterstaatsopzichter le klasse; benoemd tot buitengewóón hoogleeraar in bedrijfsleer en boekhouden aan de Techni sche Hoogeschool te Delft J. G. 0. Vol- mer, te Amsterdam; benoemd tot officier in de Oranje-Nassau- orde H. Ph. Gerritsen, te Den Haag benoemd tot ingenieur van de staatsmij nen in Limburg de adjunct-mijningenieur met verlof C. A. van Goudoever de Jongh, tijdelijk daarbij werkzaam op verzoek eervol ontslagen P. A. Dietz, tijdelijk 2e biologisch assistent bij het Rijksinstituut voor het onderzoek der zee te Den Helder. benoemd tot voorzitter der bij Kon. be sluit van 30 Juli 1906 no. 75 ingestelde commissie tot herziening der wetgeving op de registratiebelasting, de hypotheekrechten enz., de heer mr. W. S. J. van Water schoot van der Gracht, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en notaris te Amsterdam, en tot lid dier commissie de heer J. A. Enuma, bewaarder van de hypo theken en het kadaster te Rotterdam. benoemd tot voorzitter der bij Kon. besluit van 30 Juli 1906 no. 75 ingestelde oommissie tot herziening der wetgeving op de registratiebelas ting, de hypotheekrechten en<z., de heer mr. W. S. J. van Waterschoot van der Gracht, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en nota ris te Amsterdam, en tot lid dier oommissie, c'e heer J. A. Enuma, bewaarder van de hypothe ken en het kadaster te Rotterdam opnieuw in den raad van beroep voor het mijn wezen benoemd a. tot lid en voorzitter, de heer J. W. IJzer man, lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, te Wassenaar; b. tot leden, de heeren C. J. van Loon, boogleeraar aan de Techni sche hoogeschool te Delft, en S. J. Vermaes, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft; c. tot plaatsvervangende leden, de heeren: W. Godefroy. oud-hoofdingenieur, chef van het mijnwezen in Ned.-Indöë, te '6-Gravenhage dr. G. A. F. Molengraaff, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft, en <Lr. W. H. Nolens, lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal en lid van den mijn,raad, te Rolduc. Hare Majesteit de Koningin heeft het voornemen Donderdag 12 dezer voor het jaarlijksch verblijf naar de residentie terug te keeren H. M. de Koningin-Moeder, thans ten paleize Het Loo vertoevende, komt van daar Woensdag 11 dezer te 's Gravenhage terug voor het gewone verblijf in de residentie in den winter e.. het voorjaar. Z. K. H. de Prins, die Woensdag avond naar het Loo teruggekeerd is ten ein de gisteren de huwelijksplechtigheid bij te wonen van freule Van Haersma de With, tot 1 Nov. j.l. hofdame van H. M. de Ko ningin, met jhr. Schimmelpenninck, kwam gisterenavond tegen 1H uur weer in de resi dentie. Z. K. H. is lieden de gast van Baron v. Pallandt van Duinzell op zijn jachtgoede- ren te Wassenaar. Z. K. H. de Prins der Nederlanden is voornemens heden den kunstavond bij te wonen, welke ten bate van het Kinderhuis wordt gegeyen in de lokalen van het restau rant de Twee Steden. De hofmaarschalk Graaf Van Bylandt, is gister weer naar het Loo vertrokken ten einde nog gedurende, het verder verblijf van het Hof aldaar dienst te doen. Men verneemt, dat bestemd zijn bij het Russische gezantschap te 'sGravenhage tot len secretaris, ter vervanging van graaf Brevern, naar Weenen verplaatst, Prins Ourousson, thans werkzaam bij het Russi sche diplomatencorps te St. Petersburg; tot 2e secretaris in de plaats van den heer Loris Melikoff, die in rang naar Christiania wordt overgeplaatst, de gezantschapssecretaris de heer Ungar-Sternherg. Nederland en Venezuela. De New-York Herald (Parijsche edi tie) verneemt d.d. Dinsdag per draad uit Willemstad De bevolking van Curasao, vernomen heb bende dat het alarmeerende telegram, Zater dag door den gouverneur ontvangen, een vergadering bevelende van den Kolinalen Raad en de bevelhebbers van oorlogssche pen, mede inhield een bevel revolutionaire bewegingen te onderdrukken, ingeval de op gewonden bevolking op 1 November zou op staan tegen de koloniale regeering, gevoelt medelijden met de Nederlandsche regeering uit hoofde van haar onbewust zijn van de loyaliteit der Cura^aosche bevolking. De bevolking is er verwonderd over, waarom de gouverneur van Curasao geen beter berichten over de werkelijke houding van het Cura^aosche volk zendt aan de Ko loniale en Nederlandsche regeering. De be lachelijke geheimzinnigheid, die in acht ge nomen wordt, kwelt dit zeer vaderlandslie vende volk. Tegenover de tegenspraak van de Res.- bode handhaaft de Tel. met nadruk haar mededeeling, als zou de Minister van Bui tenlandsche Zaken met den Haagschen re dacteur van het Hbld. gesproken hebben over den inhoud van de Nederlandsche nota aan de Venezolaansche Regeering. Candidaatstelling Twee de Kamer te S n e e k. Naar het Hbld. uit Sneek verneemt, moet er in de anti-rev. kiesvereenigingen aldaar een groote ontstem ming tegen de centrale kiesvereenigingen zijn geweest, toen deze laatste vereeniging den heer Pollema de candidatuur voor het Tweede Kamerlidmaatschap aanbood, zon der de kiesvereenigingen te raadplegen. Aan dat bericht wordt nog toegevoegd, dat deze candidaatstelling is gebeurd om strijd te voorkomen. Doch de kiesvereenigingen hadden liever een politiek voorman als mr. Croles uit Leeuwarden in de Kamer gezien. Bond van likeurstokers. De Bond van likeurstokers in Nederland heeft in een uitvoerig gemotiveerd adres aan de Tweede Kamer verzocht het wetsont werp tot verhooging van den accijns op het gedistilleerd niet te willen aannemen. Hr. Ms. pantserdekschip „Gelder land" is 3 dezer te Curasao teruggekeerd. Mr. C. F o c k. Den 29en dezer zal mr. C. Fock, president-curator der Leidsche Universiteit, oud-minister van Binnenl. Zaken, oud-Commissaris der Ko ningin in Zuid-Holland, oud-burgemeester van Wijk bij Duurstede, Haarlem en Am sterdam, den leeftijd van 80 jaren liehben bereikt. De volgende aanbevelenslijst voor rechter is opgemaakt in de rechtbank te Alkmaar, mrs. dr. A. D. H. Focke- ma Andreae, griffier bij den beroeps- raad voor de ongevallenverzekering tè Leeu warden, jhr. J. Lewe van Nijenstein, sub stituut-griffier bij de rechtbank te Amster dam, W. Lunsingh Tonckens, idem te Rot terdam. Bestemd voor 3 jaar tot waarnemend ingenieur bij de koloniale spoorwegen in Suriname de civiel-ingenieur G. Diephuis. rBij den Volksbond tegen drankmis bruik bestaat het voornemen, in 1910 een Nationale tentoonstelling voor Huisvlijt te houden. De regelingscommissie bestaat uit de hee ren prof. dr. S. D. van Veen, voorzitter, Utrecht; K. P. C. de Bazel, Bussum; G. J. Blees Kr., Zaandam; mr. H. J. H. baron van Boetzelaer, Utrecht; Pastoor F. X. Bult, Barneveldds. IT. J. André Douwes, Winterswijk; A. B. F. Feickens, Assen; W. C. van Haeften, Utrecht; mr. J. Ham burger, A.Dz., Utrecht; P. W. J. van Has- sel, Utrecht; J. C. Jansen, den Haag; P. de Jong, Tilburg; A. C. de Kanter, den Haag; W. Kolkman van Gouderak, Dor drecht; H. J. de Ligt, Utrecht; Henri v. d. Mandere, secretaris der commissie, den Haag; F. E. Baron Mulert, den Haag; J. H. E. Ruckert, Leiden; jhr. mr. L. M. Rutgers van Rozenburg. UtrechtHendr. Wertheim, AmsterdamH. de Wilde, 's Gra venhage. Een record. Twee-en-zestig sche pen kwamen Donderdag te Rotterdam den Nieuwen Waterweg in, het grootste getal, dat ooit in een etmaal binnenviel. (R. N.) Nieuw schip van stapel. Donderdagmiddag ongeveer 2 uur liep het stoomschip Gorontalo, voor rekening der stoomvaartmaatsch. Rotterdamsche Lloyd op de werf van de scheepsbouwmeesters Bonn en Mees in aanbouw, met goed gevolg te water. Het stoomschip heeft eene lengte van 393 Eng. voet 6 duim, eene breedte van 51 Eng. voet 3 duim, en is hol tot het bovendek 37 Eng. voeten. Het draagvermogen zal bij een diepgang van 26 Eng. voet, 8200 ton zijn.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 2