BIJVOEGSEL Amersfoortsch Dagblad- Gemeenteraad AMERSFOORT. BIJ HET VAN Vergadering van den Gemeenteraad van Amersfoort op Dinsdag 24 November 1908, des namiddags ten half twee ore. Voorzitter de heer burgemeester jhr. J. W. A. Barchman Wuijtiers. Tegenwoordig de heeren wethouders E. L. Visser en M. L. Celosse, do heeren H. Kroes, M. R. N. Oosterveen, J. W. Jorissen, A. A. Hamers, A. M. Tromp van Holst, D. Gerrit sen, mr. J. Heijligers, If. W. van Es veld, A. II. van Kalken, „C. J Plomp, S. J. van Duinen, W. Salomons en D. Ruijs en do secre taris mr. dr. J. G. Stenfert Kroese. Afwezig do heer N. Veis Heyn met kennis geving en de heer J. C. Rolandus Hagodoorn. Do notulen van de vorige vergadering wor den goedgekeurd. De Voorzitter. Ik stel, namens B. en W., voor, de geheimhouding op te heften in. zake de gewissolde stukken voor de vervuiling van de Eem. B. en W. achten dat noodig in het belang van de gemeente. Weldra zal de raad eene nota bereiken waaruit dit zal blijken. Wordt z. h. o. conform besloten. Ingekomen zijn de volgende stukken a. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 3 November 1908 3e Afdeeling No. 4181/2755, tot goedkeuring van het raads besluit van 27 October 1908, No. 327, strek kende tot. aankoop van het perceel, ten zuiden grenzende aan het Raadhuis. Voor kennis geving. b. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 3 November 19083e Afdeeling No. 4260.2736 tot goedkeuring van het 4de aanvullingskohier der Inkomstenbelasting, dienst 1908. Alsvoren. c. Besluit van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 3 November 19083e Afdeeling No. 4260 2736, tot goedkeuring van het 1ste aanvullingskohier der straatbelastingdienst 1908. Alsvoren. d. Twee besluiten van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 3 November 1908 3e Afdeeling Nos. 2741 en 2742, houdende beslissingen in zake reclames inkomstenbelas ting dienst 1908. Alsvoren. e. Missive, van de Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10November 1908, 3e Afdeeling, No. 4243/2839, houdende inededeeling, dat zij het besluit van den Raad van 27 October 1908, No. 339 betreffende de subsidie van het Bur gerlijk Armbestuur, voor kennisgeving hebben aangenomen. Alsvoren. f. Nota van Burgemeester en Wethouders van 12 November 1908, Afdeeling I No. 1543, betreffende de Vrijwillige Brandweer. Ter secretarie ter inzage voor de leden. g. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders in zake dc Waterleiding. Verzonden naar de afdeelingen. h. Eene dankbetuiging van den Gemeente ontvanger voor het raadsbesluit van 27 Octo ber, betreffende de verbooging van zijne jaar wedde. Voor kennisgeving. i. Eene dankbetuiging van den Archivaris voor de verhooging van zjjne jaarwedde. Alsvoren. j. Eene dankbetuiging van don Directeur der Gemeente-reiniging voor de verhooging van zijne jaarwedde. Alsvoren. k. Eene dankbetuiging van T. Beverloo voor zijne benoeming tot onderwijzer aan de school aan de Puntenburgerlaan. Alsvoren. 1. Eene dankbetuiging van mr. II. J. M. van den Bergh voor zijne benoeming tot Re gent van het Burgerweeshuis Alsvoren. m. Een adres van de N. V. „Maatschappij Amersfoort, tot exploitatie van Onroerende Goederen te Amersfoort", tot ovordracht van eon gedeelte van een weg. In handen van B. en W. om prae-advies. n. Een verzoek van J. Nefkens tot aan sluiting van zijne onder Leusden gelegen per- ceelen aan het buizennet der gasfabriek. In handen van B. en W. om prae advies. 0. Een adres van W. Schurink, daarbij ver zoekende teruggave van betaald schoolgeld. In handen van B. en W. ter afdoening. p. Eene dankbetuiging van Dr. P. K. Lu- lofs voor de verhooging zijner jaarwedde. Voor kennisgeving. q. Eene dankbetuiging van de agenten van politie 8e klasse (nachtwakers)voor de ver hooging van hun salaris. Alsvoren. r. Een adres van P. van Achterbergh, ver zoekende wijziging van de inkomstenbelasting. In handen van B. en W. om prae-advies. Aan de orde is 1. Benoeming van een onderwijzer aan de school in de Beekstraat, (vacature Rademakers). De Voorzitter verzoekt de heeren Celosse en van Esveld als Btomopnemors te fungeeren. De voordracht luidt11. C. C. de Blécourt te Kampen, J. D. van Aken te Heino en J. B. Nakken te Woudenberg. De heer de Blécourt wordt benoemd met 12 stemmenop den heer Nakken zijn 3 stem men uitgebracht. De Voorzitter betuigt dank aan de stemop- nemers voor de genomen moeite. 2. Voorstel van B. en W. tot aankoop van grond nabij de gakfabriek. Ten behoeve der uitvoering van het plan tot vergrooting van de stokerij en kolen- loods, opgenomen in de den 19eu Mei door den raad aangenomen voorstellen, zal een strook grond, onmiddellijk grenzende aan het terrein van de fabriek en groot 585.10 Ms, aange kocht worden voor 800. Zonder h. s. wordt overeenkomstig het voor stel besloten. 3. Voorstel van B. en W. naar aanleiding van hel verzoek van den gemeente-architect, den heer W. II. Kam, tot eervol ontslag en toekenning van pensioen. De Voorzitter. Met leedwezen breng ik dit verzoek ter tafel, omdat door het verleeneu van dit ontslag de gemeente een verdienstelijk ambtenaar zal moeten missen, die gedurende 38 jaren mot den meesteu ijver en nauwgezetheid zijne betrekking heeft bekleed. Dat de heer Kam zijne taak ernstig opvatte, daarvan getui gen de vele bouwwerken, die onder zjjne lei ding tot stand gekomen zijn en die allen het kenmerk dragen van eenvoud, degelijkheid en soliditeit, geheel overeenkomstig het karakter van den bouwmeester. Ik mag zeker ook uit naam van den raad hulde brengen aan den heer Kam voor de boven eiken lof verheven wijze, waarop hij zijn ambt gedurende al dien tijd heeft waargenomen. Ik stelnamens B. en W., voor don heer Kam eervol ontslag te verleenen met ingang van Juni 1909onder dankbetuiging voor de langdurige en zeer bij zondere diensten, door hem aan de gemeente bewezen. (Teekenen van instemming.) Wordt z. h. o. conform besloten. 4. Voorstel van B. en W. tot het in gebruik geven van een locaal der Hoogere Burger- school aan de vereeniging „Het Groene Kruis." De Voorzitter In 1907 is reeds door den raad een dergelijk verzoek ingewilligd onder voorwaarde, dat door de vereeniging aan den concierge eena belooning voor meer werk zal worden toegekend. Wordt z. h. o. conform besloten. 5. Voorstel van B. en W. tot wijziging van de verordening op de tapperijen, herbergen en logementen. Het voorstel strekt tot vaststelling van een uniform sluitingsuur voor alle inrichtingen en tot bepaling van het sluitingsuur op 12 uur 's nachts. De algemeene beraadslagingen worden ge opend. De heer Oosterveen. Mijnheer de Voor- zitfer, ik kan mij er niet mee vereenigen, dat de sluiting van de tapperijen enz. een uur later wordt gesteld. Het uur van sluiting is nu 11 uur en het is niet wenschelijk daarvoor een later uur te nemen. In de oude verorde ning is de golegenheid open gelatendat enkele inrichtingen tot 12 uur kunnen open blijven. Dat nu aan alle andere inrichtingen ook gelegenheid moet worden gegeven om tot 12 uur open te zijn, zie ik niet in. Voor lo gementhouders zal het mociljjk zijn, reeds om 11 uur te moeten sluiten met het oog op het maatschappelijk verkeer, de aankomst van treinen enz. Maar in het algemeen zou ik het uur van sluiting voor de tapperijen en koffiehuizen op 11 uur bepaald willen zien. De heer Gerritsen. Mijnheer de Voor zitter, ik kan mij volkomen rereenigen met den vorigen spreker. Ik zou alleen eene uit zondering willen maken voor hen, die tot i toe de vergunning gehad hebben om tot 12 uur open te blijven. Maar ik zou die late vorgunniugen willen laten uitsterven. Ik go- loof ook, dat het voldoende is, als deze in richtingen tot 11 uur open zijn. Doen wij dat niet, dan krijgen wij allerlei onaange naamheden, zooals wij ook onder de 0ude ver ordening gehad hebben. De menschendie geen vergunning hebben om later open te blijven, zullen zich daarover beklagen. Ik kan mij er volkomen mee vereenigen om het al gemeene sluitingsuur te bepalen op 11 uur en daarop alleen uitzondering te maken voor hen, die de vergunning hebben van later open te bljjven. Die kunnen de vergunning behouden, maar nieuwe vergunningen moeten niet wor den verleend. De heer Jorissen. Mijnheer de Voor zitter, ik goloof niet, dat wij do bepaling moeten behouden, die den burgemeester de bevoegdheid geeft om toe te staan, dat deze inrichtingen later open blijven dan het alge meene sluitingsuur. Dat was wel goed be doeld, maar het heeft onbillijkheden ten ge volge gehad. Nu is het zeer zeker wensche lijk, dat de tapperijen en koffiehuizen algemeen om 11 uur moeten sluiten. Maar eene op merking, die mij door een der belanghebbenden is gemaakt, heeft mij tot nadenken gestemd. Er zijn zeer vele koffiehuishouders, dio jaar op jaar vergunning hebben gehad tot 12 uur open te -zijn. Als wij hun dat gaan ont nemen, dan wordt dat voor hen een groot nadeel, te meer omdat wat hunne bedienden en verdere inrichting betreft, alles denzelfden gang zaPblijven gaan als bij het opon blijven tot 12 uur. Nu zal men zeggen „Laat de menschen, die nu langer open mogen blijven, die vergunning behouden". Maar dan blijft do onbillijkheid, die nu bestaat, gehandhaafd. Wanneer men die onbillijkheid wil wegnemen, zonder in eene nieuwe onbillijkheid te ver vallen, dan kunnen wij niet anders doen, dan door te bepalon, dat alle tapperijen en koffie huizen om 12 uur moeten sluiten. Blijkt het dat daaruit verkeerdheden voortvloeien, dan kan men altijd nog er op terugkomen. De heer Plomp. Mijnbeer de Voorzitter, de toestand, die op dit oogenblik bestaat, is dat in het eerste artikel der verordening een algemeen sluitingsuur is bepaald. Maar oen der volgende artikelen geeft aan den burge meester de bevoegdheid om doorloopende of tij delijke vergunning te verleenen, dat de tapperij of het koffiehuis tot een later uur mogen open blijven. Van die bepaling is door de opvol gende burgemeesters gebruik gemaakt, en daardoor hebben wij den toestand gekre gen dat een deel van deze inrichtingen eerst om 12 uur behoeft te sluiten, terwijl in oen ander deel do gasten zich reeds om 11 uur moeten verwijderen. Bij A moet het lokaal om 11 uur gesloten worden en bij B, een lokaal van gelijken aard, soms vlak tegenover, kan men kalm blijven tot 12 uur. Dat is een toestand, dien in deze raad wel niemand zal trachten te verdedigen. Hoe kunnen wij daaraan ont komen Men kan zeggen Alle inrichtingen moeten voortaan om 11 uur gesloten zijn. Maar dat is onbillijk tegenover de menschen, die nu de vergunning hebben om tot een later uur open te zjjn. Meu heeft hierbij echter niet aan die menschen alleen te den ken; men moet ook vragen wat men kan

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 5