cTn~deTr e l l a.
W°. 158.
7rte Jnargantt.
Dinsdag 1 December 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Par 3 maanden voor Amersfoort f 1.00.
Idem franeo per post- 1.50.
Afzonder] (jke - 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Ad verten tién mededeelingen enz.gelieve men véór 11 mar
morgens bi) de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents b$ voernitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voord aolige bepalingen tet
het herhaald adverteeren in dit Blad, b| abonnement. Ease
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
VOORBEREIDEND MILITAIR ONDERRICHT.
Onderzoeik ter verkrijging van een bewya
van (voorgeoefendheid'.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in
de maand Januari a. s.ten overstaan van eene
Militaire Commissie, een onderzoek zal plaats
ihebben ter verkrijging van een bewijs van voor-
geoefendheid.
Aan dat onderzoek mogen deelnemen
lo. de lotelingen, die in aanmerking komen
om in het volgend jaar bij de militie te worden
ingelijfd
2o. de tot korte oefening ingelijfde lotelingen
in het genot van uitstel van eerste-oefening, die
hun vroeger verkregen bewijs van voorgeoefend
heid wenschen opnieuw te verwerven, ten einde
daarvoor aanspraak te verkrijgen op verlenging
van dit uitstelen
3o. de jongelieden, die 'het vereisohte getuig
schrift van lichamelijke geoefendheid wensclien
te verwerven om eene verbintenis te kunnen
aangaan bij het Reservekader der Infanterie,
der Vesting-Artillerie of der Genie.
De lotelingen, hiervoren onder lo. genhemd,
kunnen bij het onderzoek drieërlei bewijzen van
voorgeoefend heid behalente weten
het bewijs van militaire bekwaamheid
het bewijs van lichamelijke geoefendheid; en
het bewijs van militaire bekwaamheid èn
lichamelijke geoefendheid
Bedoelde lotelingen, die een dezer bewijzen
hebben verworven, worden, op hunne aanvrage,
ingelijfd bij het korps en geplaatst in het gar
nizoen hunner keuze, voor zoover zij daartoe
geschikt zijn en dit met de belangen van den
dienst is overeen te brengenBezitters van het
in de derde plaats genoemde bewijs hebben daar
bij den voorrang boven hen, die een der beido
eerstvermelde bewijzen verwierven.
De houders van het* in de derde plaat® ge
noemde bewijs hebben daarenboven, aanspraak
om vóór anderen in aanmerking te 'komen voor
inlijving tot korte oefening (vier maanden)
Alleen de bewijzen van voorgeoefendheid, die
in Januari a. s. zullen worden behaald, geven
bij de inlijving in het volgend jaar aanspraak op
vermelde voorrechten; alle vroegere verkregen
bewijzen zijn alsdan van onwaarde.
De lotelingen, hiervoren onder 2o. genoemd,
Kunnen bij het onderzoek alleen verwerven het
bewijs van militaire bekwaamheid èn lichame
lijke geoefendheid dit bewijs moet door iken bij
de aanvrage om verlenging van uitstel van eer-
ste-oeiëning worden overgelegd.
Zij, die in deze Gemeente woonachtig zijn of
verblijf houden en aan het in Januari a. s. te
houden onderzoek wenschen deel te nemen
moeten zich vóór 10 December a. s. ter Secre
tarie der Gemeente .aanmelden. De schietbewij
zen, welke bij de schietoefeningen tot verlioogijjg
van 's Lands weerkracht verkregen zijn, moeten
bij de aanmelding -worden overgelegd.
Dag en uur waarop, zoomede de Gemeente en
localiteit, waar het onderzoek zal plaats hébben,
zullen op een der laatste twee dagen van liet
jaar bij publicatie ter algemeene kennis worden
gebracht.
De wijze, hoe met de verworven bewijzen van
voorgeoefend heid moet worden gehandeld, ten
einde de daaraan verbonden voorrechten, te doen
gelden, zal in het begin van het volgend jaar
eveneens bij openbare kennisgeving worden, be
kend gemaakt.
Amersfoort-, den 30. November 1908.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJT1ERS.
Politiek Overzicht
De verwerping van de drankwei
in Engeland.
In het Engelsche hoogerhuis is weder eene
beslissing gevallen, die den strijd verscherpt
tusschen het op de meerderheid in het lager
huis steunende liberale kabinet en de over
wegend conservatieve lords. Hoofdzakelijk
om in dit zittingsjaar de drankwet tot stand
te kunnen brengen, is het parlement dit
maal tot eene najaarszitting bijeengekomen.
35 zittingen heeft het lagerhuis aan dit ont
werp besteed. Maar het hoogerhuis heeft
met dit wetsontwerp kort proces gemaakt;
met 272 tegen 96 stemmen besloot het niet
tot de tweede lezing over te gaan. Met an
dere woordenhet vond het niet de moeite
waard het wetsontwerp te amendeeren, maar
heeft het terstond verworpen.
Den inhoud van dit wetsontwerp kent men
uit wat wij vroeger daarover hebben gezegd.
Wij kunnen nu dus volstaan met er op te
wijzen, dat het wetsontwerp uitging van het
beginsel, dat den staat het recht moest wor
den verleend de regeling van het voor de
welvaart zoo gewichtige bedrijf van den ver
loop in het klein van alkoholhoudende dran
ken zelf ter hand te nemen en dat het op het
oog had eene intrekking van de verleende
vergunningen door den staat met schade
vergoeding aan de houders gedurende een
zeker tijdperk. De regeering had te kennen
gegeven, dat zij bereid was tot overleg om
hardheden, die de wet mocht bevatten,
verzachten. Maar het hoogerhuis heeft geen
overleg gewildhet heeft kortweg het wets
ontwerp verworpen.
He>t besluit van de lords wekt in het land
het tegendeel van bewondering. In parlemen
tairen vorm hield vóór de stemming de lord-
kanselier, lord Loreburn, hun de gevolgen
voor ooge nmet de woorden: ,,Deze stem
ming zal eene overwinning zijn. Ja, maar
eene overwinning van „the trade" men
noemt in Engeland kortweg den drankhan
del den handel over de gemeenschap
Het zal eene overwinning zijnik stem het
toe. Maar eene overwinning van het kwade
over het goede". Dezelfde gedachte wordt
buiten de vergaderzaal in minder parlemen
tairen vorm geuit, en directe toespelingen
ontbreken daarbij niet. Zoo wordt b.v. ge
ïnsinueerd, dat meer dan 130 lords finan
cieel bij de brouwerijen betrokken zijn en
dat de conservatieve partijkas afhangt van
de bijdragen der hoofdmannen van „the
trade".
Scherper dan ooit komt in deze beslissing
de tegenstelling tusschen hooger- en lager
huis tot uitdrukking. Men brengt in herin
nering, dat reeds voor eenige maanden de
eerste minister Asquith in eene te Manches
ter gehouden rede verklaard heeft, dat het
lot van de regeering, haar politieke naam ei
haar politiek bestaan gebonden waren aan
de drankwet. Men vraagt zich afWat
zal de regeering doen, nu het hoogerhuis di
wet heeft doen vallen?
De regeering heeft, om haren wil door te
zetten, de gelegenheid om door ontbinding
van het lagerhuis een beroep te doen op het
land. Wanneer er dan weer een liberaal
lagerhuis tot stand komt, dan zullen de
lords, naar constitutioneel gebruik, zich niet
verder tegen de drankwet kunnen verzetten.
Maar zal het tot de ontbinding komen? Dat
is zeer de vraag.
De Nation, een gezaghebbend liberaal or
gaan, schrijft naar aanleiding van deze be
slissing: „Het hoogerhuis heeft ons den
handschoen toegeworpen, en de liberale par
tij moet dien opnemen of zij moet abdi-
c eer en. Wij maken waarschuwend de lords
er opmerkzaam op, dat hunne machtspositie
voor de liberale partij eene levensvraag is
geworden. Wij verklaren eveneens waar
schuwend aan de liberale regeering en de
liberale partij, dat het land van hen geen
redevoeringen, maar handelingen verlangt."
Dat klinkt zeer forsch, maar weinig in over
eenstemming daarmee is het, wanneer in het
vervolg van het artikel niet de dadelijke
ontbinding van het lagerhuis wordt ver
langd, maar uitstel totdat de kanselier der
schatkist in het volgende jaar bij de begroo
ting eene zwaardere belasting van den
drankverkoop zal hebben voorgesteld. Dan
moet het wetsontwerp tot beperking der
rechten van het hoogerhuis worden voor
gelegd, en als de Koning daartoe niet zijne
toestemming geeft, dan zullen de liberalen
de regeering niet langer voeren.
Voorshands zal er dus van een beroep
op het land nog niet ernstig sprake zijn.
De waarheid is, dat zulk een beroep, onder
de bestaande omstandigheden, voor de regee
ring eene zeer gewaagde zaak zou zijn. Dat
weet het hoogerhuis even goed als de regee
ring. De partieele verkiezingen, d;e sedert
de laatste algemeene verkiezingen hebben
plaats gehad, zijn meerendeels ten nadeele
van de regeering uitgevallen, gedeeltelijk
ten gevolge van plaatselijke invloeden, ge
deeltelijk door de taktiek, waartoe de ar
beidsparty is bekeerd, die door het stellen
van eigen candidaten in een aantal distrio-
ten de verkiezing van den conservatieven
candidaat heeft in de hand gewerkt. Het
hoogerhuis voelt zich hierdoor veilig tegen
over de regeeringhet is er vrij gerust op,
dat de strafmaatregelen, die worden aange
kondigd, in de uitvoering nogal mee zul
len vallen. Ondanks de groote meerderheid
die het kabinet in het lagerhuis nog altijd
heeft, is zijne positie aanmerkelijk ver
zwakt, en dit verhoogt het zelfvertrouwen
van de lords en wakkert bij hen de lust aan
om hunne macht te doen voelen aan hunne
politieke tegenstanders, die nu het bewind
Frankrijk.
De Kamer, die zich na de aanneming van
de begrooting tot 7 December heeft verdaagd,
heeft bepaald, dat op d;en dag de behande
ling van het wetsontwerp op de afschaffing
van de doodstraf zal worden voortgezet. Dit
is geschied tegen den zin van den minister
van financiën, die de voortzetting van het
debat over de inkomstenbelasting had ge-
wenscht.
Het rapport van den senator Chautemps
over de marinebegrooting legt nadruk op den
neteligen toestand van de zeestrijdkrachten
van Frankrijk, die de rapporteur toeschrijft
aan het feit, dat Frankrijk ten behoeve van
kruisers en kleine schepen, welker waarde
het overschat heeft, den aanbouw van pant
serschepen heeft verwaarloosd. Het rapport
constateert daarna de uitmuntende hoedan-g-
heid van de Fransche granaten, roemt het
Fransche kruit, maar drukt leedwezen uit
over de ontoereikende sterkte van het effec
tief aan manschappen, hetgeen 3e mobilisatie
van de reserveschepen zou vertragen. Ein
delijk wijst het rapport op den gebrekkigen
arbeid en hel gemis van aicht i- de arse
nalen.
Engeland.
De minister van oorlog Haldane heoft in
Cambridge eene rede gehouden, waarin hij
zeide, dat lord Roberts in zijne jongste rede
in het hoogerhuis feitelijk voor een ander
plan van legerorganisatie is opgekomen. Het
is niet gemakkelijk geweest, het parlement
te brengen tot instemming met de mili
taire hervormingspolitiek; daar'n heeft hij
meer ervaring dan legeraanvoerders, die z. i.
beter zouden doen zich te houden aan 't geen
is bereikt. De mogelijkheid van een inval,
die lord Roberts als zoo gemakkelijk heeft
geschetst, is zeer nauwkeurig onderzocht, en
wel niet door de regeering alleen maar ge
zamenlijk met officieren van leger en vloot,
en meu heeft met voldoening geconstateerd,
dat eene dergelijke expeditie onmogelijk kan
worden ondernomen zonder dat de Engelsche
regeering het tijdig weet, zoolang Engeland
de heerschappij ter zee handhaaft. Wel zal
later nog iemand kunnen beproeven de ver
dedigbaarheid van het land, die nu verkre
gen is, nog meer te verhoogen, maar hij, die
dit onderneemt, moet zich er voor wachten
haar uit te breiden tot een graad, die gaat
boven wat noodig is en het behoud van eene
sterke vloot, die den grondslag uitmaakt van
Engelands werk, in gevaar kan brengen.
Italië.
Rome,30Nov De paus stond heden
voormiddag om elf uur op, maar verliet zijne
vertrekken niet.
Rome, 3 0 N o v. De senaat behandelde
heden de rekeningen van 1903/04 en 1904/
05. De minister van de schatkist constateer
de de goede uitkomsten van deze beide reke
ningen en dat de rekening van 1907/08, die
heden aan het parlement is aangeboden, eene
goede uitkomst oplevert en met een batig
saldo van 36 millioen sluit. De beide reke
ningen zijn goedgekeurd.
De Italiaansche Kamer heeft de vraag van
bet vrouwenkiesrecht voor de Kamers van
koophandel behandeld. Het voorstel is ver
worpen met 123 tegen 82 stemmen, maar
desniettemin ziet men in het feit, dat de
minderheid twee vijfden der stemmen be
droeg, een opmerkelijken vooruitgang van
de feministische ideeën.
Portugal.
Oporto, 30 Nov. De minister van
buitenlandsche zaken en de Duitsche gezant
onderteekenden heden een handelsverdrag.
Oostenrijk-Hongarije.
Weenen, 30 Nov. Antwoordende op
de toespraken van de presiderte der beide
Kamers die den Keizer nulde betuigden
sprak de Keizer zijne erken tel ij Kheid daar
over uit en getuigde hij van z'jn vertrouwen
in de groote waarde van good toegepaste
constitutioneele instellingen. :'je Keizer her
innerde aan zijne aanneming der regeerings-
voorstellen strekkende om aan de burgerij de
volledige verzekerdheid hunner politieke
rechten te verleenen.
Weenen, 30 Nov. De Keizer heeft
eenige duizenden ridderorden verleend bij
gelegenheid van zijn jubileum.
Op last van den Keizer zal het militaire
bureau7 dat aan aartshertog Frans Ferdi
nand, den troonopvolger, is toegevoegd,
voortaan heeten „militaire kanselarij". Aan
het hoofd van deze militaire kanselarij zal
een generaal van hoógon rang geplaatst
worden.
Weenen, 30 Nov. Volgens de Zeit
zal de ambassadeur van Oostenrijk-Hon
garije te Konstantinopel na de jubileum
feesten met verlof gaan, wanneer de Porte
hare gezindheid niet wijzigt.
P a r ij s, 3 0 Nov. Volgens een tele
gram aan den Temps zal het goederenver
voer op de spoorwegen in Bosnië en Herze-
gowina gestaakt worden van 3 tot 15 De
cember en zullen de lijnen gedurende dien
tijd alleen beschikbaar zijn voor het vervoer
van goederen van het legerbestuur.
Budapest, 30 Nov. De bladen be
vatten een telegram uit Kaschau, meldende
dat eene afdeeling van het 34e regiment in
fanterie, dat zich in Bosnië bevindt, moet
zijn aangevallen door eene Servische bende,
die in een hinderlaag was opgesteld. Vier
soldaten zouden gedood zijn.
Eene officieuse nota verklaart, dat de mi
nister van oorlog volstrekt geen bericht heeft
ontvangen omtrent een incident van dien
aard.
Bulgarljë.
S o f i a, 3 0 N o v. De geruchten, dat het
Bulgaarsche kabinet zijn ontslag zou hebben
ingediend, zijn van allen grond ontbloot.
TarlrfJ*.
Konstantinopel, 30 Nov. Hus
sein Hilma paclia is benoemd tot minister
van binnenlandsche zaken, Hakki bey van
openbaar onderwijs, Refik bey, lid van het
jong-Turksch comité, tot minister van justi
tie, Hassan Fehmi pacha tot president van
den Raad van State, Men houdt-hri er voor,
dat de kabinetswijziging de algemeene goed
keuring zal wegdragen.
Konstantinopel, 30 Nov. Na
dat de Bulgaarsche gedelegeerden te Sofia
verslag hebben gedaan van hunne zending,
zal Liaptschew hier terugkeeren en de han
gende vragen definitief te regelen.
Het ontslag van de redif-manschappen is
in de laatste dagen zeer bespoedigd, zoodat
na 1 December nog slechts zeer weinige
redif-bataillons gemobiliseerd zullen blijven.
Daarentegen worden reservisten opgeroepen
om de linietroepen van de korpsen van
Konstantinopel, Adrianopel en Saloniki op
oorlogssterkte te brengen.
Konstantinopel, 30 Nov. Een
alhier aangekomen Hongaarsch stoomschip
heeft zijn lading niet kunnen lossen, daar
de sjouwers weigerden te werken. Dit is
de eerste keer, dat Hongaarsche goederen
hier werden geboycot.
Aan de New York Herald wordt uit
Konstantinopel gemeld, dat het boycot aan
Oostenrijk-Hongarije tot nu toe 25 millioen
kronen gekost zou hebben. Er zijn een aan
tal Fransche en Italiaansche handelsreizi
gers aangekomen, om de Levantijnsche
markten te veroveren.
Maroltko.
Volgens een bericht uit Casablanca is
Moeley Mohammed, de broeder van Moeley
Hafid, die tot dusver daar door de Fran-
schen streng bewaakt werd, tot sultan uit
geroepen hij moet zich op eene plaats hal
verwege tusschen Casablanca en Rabat be
vinden.
De correspondent van de Daily Mail 'e
Tanger bericht daaroverMoeley Moham
med had van Moeley Hafid het bevel ge
kregen, zich van Casablancaf over Rabat
naar Fez te begevenin Rabat zou hij een
hoogen ambtenaar en een militair geleider
ontmoeten. Moeley Mohammed had de reis
aanvaard en was over de grens van e
Fransche zóne in het Chauja-gebied geko
men; hij kampeerde op eene vier uren van
Rabat verwijderde plek, toen afgezanten
van de omliggende stammen hem bereikten
DOOR
75 [S. R. CROCKETT.
VU het Sihotich vertaald
DOOR
J. P. WES81LINK—VAN ROSSUM.
Maar zelfs vrouw Dickson kon niets ont
dekken van het doen en laten van Hester.
Een Schotsch dorp is een zeer begrensde
plaats. Binnen een kring, die verschilt al
naar de uitgestrektheid van het bouwland er
om heen, is alles met photografische juist
heid bekend. Een man kan zich niet laten
scheren, zonder dat het bekend wordt, en
geen woorden kunnen de nauwgezetheid be
schrijven, waarmede het karakter der vrou-
den wordt bestudeerd. Maar eenmaal buiten
den kring der ploegers, die in de smidse ko
men om hun ijzers te doen aanzetten of hun
paarden te beslaan, uit het gezicht der her
ders die fluitend de heuvels afkomen om in
de winkels van het dorp meel en gerst te
koopen, verwijderd van de hoofdwegen,
waarlangs de landbouwers met hun vrouwen
naar de markt rijden, zijt gij in een streek,
waaromtrent niets bekend is en men zich
ook niet bekommert. Een rivier kan twee
kerspelen zoo volkomen van elkaar scheiden
wat betreft belangen, kennismaking, han
delsaangelegenheden en hofmakerij, alsof zij
de grens was tusschen twee vijandige lan
den. Een bergreeks of een uitgestrektheid
van met woeste hei begroeide heuvelen kun
nen een scheidsmuur voor nieuws maken,
d"e niet te overschrijden is. Zoo gebeurde
het, dat het kerspel van St. John evenmin
wist waar Hester was gebleven, als de druk
ke wereld van Hyde Park en Empress-Gate,
ofschoon zij geen dozijn mijlen van het kerk
hek verwijderd woonde.
Zoo kwam het, dat Carus op een morgen
in Mei, den 24sten hebben wi_j gezegd, aan
den grond genageld bleef staan, toen hij
over den lagen heuvel, geheel bekleed met
het jonge groen der varens, twintig el bene
den hem, Hester met een boek in haar hand
op een steen zag zitten.
Het meisje bewoog zich niet. Zij zag afge
trokken over het boek heen, dat op haar
schoot lag, naar de verwijderde heuvels,
waarachter St. John en Darrooh lagen.
Haar kin rustte bevallig in de holte tus
schen wijsvinger en duim. De plagende wind
had zulk een verwoesting in haar haren aan
gericht, dat zij, zich geheel veilig voelende
in deze eenzame plaat9, met die snelle, werk
tuigelijke manier aan vrouwen eigen, de
haarspeld er uit had genomen, en de weel
derige lokken, nu genietende van hun vrij
heid, losjes over haar schouders fladderden
en bijna aan haar middel reikten.
Geruimen tijd bleef Carus staan en genoot
van de blijlteid van het onverwachte. De
dag scheen plotseling veranderd in iets on
eindig heerlijker en liefelijker. Het koeltje,
dat Hester's haar bewoog kwam tot hem als
een luchtstroom van een zeldzamen wijn
oogst, afgekoeld door 6neeuw. Carus deed
een stap voorwaarts. De zon stond achter
hem, want het was nog vroeg en de scha
duwen waren lang.
Iets donkers ging Hester voorbij, te groot,
dan dat het de zwevende vleugel kon zijn
van een vogel der heivlakte, die met luid
ruchtig geklapper ter verdediging bij haar
jongen neerstreek, te donker voor de scha
duw van een wolk. Zij keek over haar schou
der, sprong oogenblikkelijk op en liet het
boek zonder er op te letten op de heide neer
vallen. Als een verschrikte pauw stond zij
een oogenblik half uitdagend, half gereed
tot vluchten, terwijl een rose blos van ver
rukkelijke schaamte wang en hals o vertoog.
Zij had zich goed verborgen, maar niet te
goed. Het was voor het bestwil, zooals Meg-
sy zeide, maar o 1 het was zoo heerlijk om
weer gevonden te worden. Zij gaf niet om
het gevaar, o, in het geheel niet.
„Hester 1"
Hij trad nader, zijn beide handen uit
strekkende, een blik van jongensachtige le
vendigheid op zijn gelaat, zijn geheele ziel
op één punt gericht.
Zij sprak niet, maar als gehypnotiseerd
strekte zij langzaam haar rechterhand uit
Daarna, alsof zij gehoor gaf aan een plotse-
lingen aandrang, gaf zij hem snel de tweede.
„Hester I"
Hij was nu dichter bij haar, een gevoel
van gezegend gevaar, een verrukkelijke tril
ling van het geheel onbekende, kwam over
het meisje en deed haar van 't hoofd tot de
voeten beven. Carus had zes maanden tijd
gehad om ales te overdenken.
Hij wist wat hij wenschte. De woorden,
die hij wilde spreken zouden hom nu ndet
meer belet worden.
Verscheiden keeren waren zijn oogen af
gedwaald van het wetboek, omdat hij dat
lieve gelaat hem had zien aankijken, zooals
het 't nu deed.-
Maar niettegenstaande dit alles wist hij
nu niet goed hoe te beginnen noch waar.
Want door het verblijf van zes maanden op
de heidevlakten, met de wandelingen in het j
winterweer, de tochten door de verkwikken
de voorjaarsregens, de kalme, ongestoorde
warmte van de zomerdagen, het landelijk
voedsel, de hooge lucht, was dit een nieuw
meisje een prachtig meisje met golvend
haar langs haar schouders, een vrouw ge- J
kroond met de heerlijkheid der eerste jeugd.
Hester's lippen waren rood en trilden. Ca
rus herinnerde zich, dat ze wat bleek waren
toen hij er naar placht te zien en verlangde j
wel wat hij nu honderdmaal meer ver
langde. Daar was een schittering, een voqh-
tigc liefelijkheid in haar oogen, die hem ge
heel verbijsterde. Waar waren zijn knappe
toespraken nu, de gedachten die brand
den, de woorden die zoo goed zijn gevoelens
uitdrukten? Het zou alles zoo gemakkelijk
gaan. Hij zou haar voor niets ter wereld
overrompelen. Hester Stirling was een licht
te verschrikken pauw. Hij zou haar zoo teer
zoo met takt behandelen, dat En zoo
voort tot hetik heb gezegd
Hester, ik heb je lief!"
Hij greep haar nu stevig bij de polsen.
En Hester wat zullen we zeggen van
haar? Zij ook had zes maanden tijd gehad
om tot een besluit te Komen.
En veel bewonderenswaardige besluiten
had zij genomen. Indien hij haar ooit zou
zoeken, vinden, tot haar spreken van liefde,
zooals zijn oogen getoond hadden op den
avond van het bal den morgen aan het
station, dan zou zij hem herinneren aan zijn
hooge positie, aan den toorn van zijn vader,
aan de schande die zij onvermijdelijk over
hem zou brengen. Zij zou hem zeggen, dat
zij zoo slecht zou zijn, als haar vijanden
haar dachten, indien zij zichzelf toestond een
oogenbliK naar hem te luisteren.
„Hester ik heb je lief ik aanbid je
ik kan niet leven zonder je 1"
De woorden verschillen niet veel om-
dal de zaak evenmin veel verschilt.
En Hester, het meisje van de honderd
dappere voornemens, voelde dat haar voor
nemens haar ontglipten, die wijze waar
schuwingen wilden niet komen. Die krach
tige besluiten werden minder krachtig.
Zij zou willen weten hoe zij zich zou voe
len al was het voor een klein oogenblik.
Zij voelde zijn arm om haar middel een half
dozijn seconden, voordat hij daar schijnbaar
van zelf kwam. Zij keek juist naar hem op
met verwijtende oogen om hem te zeggen,
dat hij het niet doen moest, toen een
geducht iets geschiedde o, ja, tevoren was
zij ook gekust geworden.
Ieder meisje, dat iets waard is, werd het
gedaan. Maar dit, dat de wereld deed rond
draaien en het firmament in duizend stuk
ken brak! Waarlijk dit kon geen kus zijn,"
niets dan een kus. Is er geen ander
woord voor? Hoe arm en onvolledig is deze
hooggeroemde taal.
Toch was dit alles, en die kus brak de
kristallen sfeer der oude wereld van Hester
Stirling en Carus Darroch en als door een
ingegooiden winkelruit, stapten zij hand aan
hand de nieuwe wereld in.
„O, Carus, we hadden het niet moeten
doen wij moeten het niet doenHet
is zeker heel slecht!"
Wordt ver vol f ei