V. 150. Eerste Blad. y* JaariKHiiK. Woensdag 2 December 1908. BUITENLAND. FEUILLETON. CINDERELLA. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve ep Zen* en Feest dagen. - Advertentiënmededeelingen enz., gelieve men vdór 11 «w morgens kif de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PEIJS DER ADVERTENTIES: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 eenta bjj voeruitketaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet het herhaald advorteeren in dit Blad, b| abonnement. Bane oireulairebevattende de voorwaarden, werdt ep aanvraag toegezonden. Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op een schrijven van den heer Convmis- aris der Koningin in deze provincie, d.d. 30 iovemiber j.h, 4e afdeeling, no. 6567/4541 Brengen ter kennis van EVERT MAUESTEIN en wouTHaue vau\ wan/delen Andiweenplkilifagen behoorende tot het 18e ^andweerd'istrict, dat zij, voorzien van hunne leeding en uitrustingstukken, hen bij hun ver rek met verlof medegegeven, alsmede van hun akboekje en verlofpas, op Maandag, den 14den )ecember 1908, des voormiddags ten 10 uur, an het Laudweei-magazijn In.fanteric-kazerne e Amersfoort, voor den Distriets-Commaridant noeten verschijnen*, teneinde te worden onder- oeht. Voorts wordt er vrwe aandacht- op gevestigd', at een arrest van twee tot zes dagen, te onder aan in de naastbijge'legen provoost of het naast- tij zij®de huis van bewaring, door den districtc ommandant kan worden opgelegd1 aan den ver- Dfganger lo. die zonder geldige reden niet bij het on derzoek verschijnt 2o. die, daarbij versohenen zijnde, zonder gel ige reden niet voorzien is van do vermelde voor- rerpen hem bij zijn vertrek met verlof mede- ;egeven 3o. wiens kleed'ing- of uitrustingstukken bij let onderzoek niet in voldoenden staat worden Ksvonden 4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan ien ander be'hoorende, als de zijne vertoont. Amersfoort, den lsten December 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester. G. STEXFBHT KROESE. WUIJTIER6. Politiek Overaicht Zestig jaren Keizer. Voor de tweede maal in weinige jaren zijn vij getuige van het herinneringsfeest eener jestigjarige onafgebroken regeering. De iorige maal was het Koningin Victoria van Sngeland, die dit feest vierde. Heden vol- «ooit Frans Jozef I, de Keizer van Oosten- 'ijk-Hongarije, zijn 60e regeeringsjaar. Twee menschenleeftijden zijn voorbijge gaan sedert den 2en December van liet jaar. 1848, toen hij als jongeling van 18 jaren len troon beklom. En van hem kan, meer nog ian van één der andere nu levende aouverei- aen gèzegd worden, dat de drager van de troon een zwaren last heeft te torschen. Toen hij aan het bewind kwam, na de abdi- jatie van zijn oom Ferdinand I, voelde zijn rader zich niet opgewassen tegen de zware ;aak en droeg hem zijne rechten over op den ioor de revolutiestormen wankelenden troon. Tegen buitenlandsohe vijanden heeft hij zich moeten verdedigen. En rusteloos heeft hij Dioeten strijden, tot den huidigen dag toe, tegen den rassenhaat, die in liet veeltalige Dostenrijk liet openbare leven verbittert. In kernachtige woorden heeft de voorzit ter van het huis van afgevaardigden van den rijksraad het beeld van Keizer Frans Jozef ildus geteekend „Wisselvallige tijden heeft Dnze Keizer gezien. Niet altijd was geluk en zonieschijn over zijn leven gegoten. Menige ernstige zorg om zijn rijk heeft hem gedrukt. Geen menschelijk leed bleef hem bespaard. Steeds echter heeft de Keizer zijn Godver trouwen en de liefde voor zijne volken be waard. „Eene ver in het rond ziende ervaring beeft den monarch geleid en bestierd. Een hoog plichtsgevoel, dat hem als erfdeel van eene ernstige, eene bijna duizendjarige ge schiedenis dragende reeks voorouders gewerd en dat hij zelf onvermoeid betracht, gaf aan zijn wil het vertrouwen, aan zijn leven en streven de taaie volhurding, die hem in het bijzonder kenmerkt. „Alle natiën van den tegenwoordigen tijd weten en eeren, wat Frans «Jozef I als Keizer gewrocht, als mensch beleefd en volbracht heeft". Inderdaad is dit een herinneringsfeest, dat niet binnen de grenzen van het eigen land besloten blijft. De merkwaardig lange duur van zijn veel bewogen regeeringstijd maken Frans Jozef I tot eene figuur, die bij zijn leven reeds zich eene plaats in de geschiede nis heeft verzekerd. Met eerbied neemt men kennis van de woorden, die hij spreekt in antwoord op de adressen van hulde, die hem in deze dagen worden aangeboden. Wat het richtsnoer geweest is van zijn veeljarig leven, dat bindt hij in die toespraken zijne hoorders pp het hart, opdat zij zich er naar zullen gedragen, wanneer hij niet meer on der de levenden zal zijn. Als voorbeeld halen wij hier aan 's Keizers toespraak tot de amb tenaren, die in eene 800 leden sterke depu tatie, waarin alle kroonlanden vertegenwoor digd waren, hem kwamen huldigen. In zijn antwoord verklaarde hij, dat hij met bijzon dere vreugde hen welkom heette op dezen schoonen dag, waarop het hem vergund was zestig jaren gemeensehappelijken arbeid met hén te voltooien, en liet daarop volgen: „Wanneer liet voor vorst en staat een groot geluk is plichtgetrouwe dienaren te vinden, dan kan ik wel zeggenMij is dit geluk in ruime mate ten deel gevallen. Het is de historische roem van het Oostenrijk- sche ambtenaarskorps, dat het ten allen tijde niet alleen den staat trouw en zijn vorst per soonlijk verknocht, maar ook degelijk, plichtbewust en werkzaam is. Dit waarde volle legaat zijt gij geroepen, onverminderd, ja vermeerderd over te dragen. ,,ln de handen van de openbare ambtena ren is wel en wee van de staatsburgers ge legd. De staatsburger schenkt hun vertrou wen. De maatschappij kent hun- eene eere positie toe. Slechts hij zal een goed ambte naar zijn, die de zwaarte voelt van de ver plichtingen, die uit dit vertrouwen voort vloeien. Uitgangs- en eindpunt van uw wer ken moet de wet en niets dan de wet zijn. Hoe krachtiger het partij leven wordt, des te steviger moet gij u op de partijlooze wet telijkheid steunengij zult daarin den bes ten steun, gij zult daarvoor waardeering en dankbaarheid vinden. „Mijne volken hebben een groot aantal gemeenschappelijke belangen, die slechts door een gemeenschappelijk ambtenaars korps kunnen worden behartigd. Aan de zo nen van ieder van mijne volken staat op ge lijke wijze ,de toegang tot den openbaren dienst open. Mijn ambtenaarskorps moet en zal zonen van alle natiën omvatten, die zonder den stam te vergeten waartoe zij be lmoren, toch steeds indachtig blijven, dat zij de gemeenschappelijke belangen van al len dienen en dat liet ambt( nooit partij mag zijn. Niet het nationale gevoel, maar wel de nationale strijd moet uit het ambt verbannen blijven." Gesproken bij deze gelegenheid en in deze omgeving, krijgen deze woorden de beteekenis van een politiek testament, dat de Keizer op zijn diamanten jubileum zijne ambtenaren op liet hart heeft gebonden. Duttachbuid. B e r 1 ij u 1 Dec. Volgens de Nordd. Allg. Ztg. s'uit de begrooting van het rijk voor het jaar 1909 in ontvangst en uitgaaf met een scm van 2,865,409,018 Mk. De gewone begrooting van inkomsten en uit gaven bedraagt 2,630,369,278 Mk., de bui tengewone 235,039,745 Mk.de blijvende uitgaven bedragen 2,232,525,038 Mk„ waar van 676,176,679 Mk. voor het leger, 144,043,804 Mk voor de marine, 171,487,300 Mk. voor de staatsschuld, 573,144,796 Mk voor rijksposterijen en -telegraphfe. De uit gaven voor een jaar van de gewone begroo ting bedragen 397,844,235 Mk., waarvan 98,704,832 Mk. voor het rijksleger en 157,437,851 Mk. voor de marine. Ten aanzien van de ontvangsten van de ge wone begrooting dient vooral de aandacht gevestigd op de opbrengsten uit rechten, be lastingen enz. tenbedrage van 1,203,277,980 Mk„ dus 54.653,790 Mk. minder dan in het vorige jaar, uit rijksposterijen en -telegra- phie 672,447,600 Mk., uit de „M&trikular- beitrage" 426,889,153 Mk De uitgaven van de buitengewone begroo- ting bedragen voor het rijksleger 4,171,620 Mk., voor de marine 109,924,045 Mk. De geheele rijksschuld bedroeg op 1 Nov. 1908, behalve de in omloop zijnde geen ren te gevende schatkistbiljetten, 4,253,500,000 Mark. België. Brussel, 1 Dec. De Kamer zette heden zonder incidenten de behandeling van liet militaire vraagstuk voort. De van den minister-president verwachte verklaring s uitgesteld tot morgen. Italift. Parijs, 1 Dec. Uit Rome wordt aan de Temps bericht, dat de Paus lijdt aan ontsteking der slijmvliezen van de keel en aan jichtaanvallen. Gisteren kon hij op staan, maar er is hem volstrekte rust vQor- geschreven. De geneesheeren hebben hoop op een spoedig herstel. Rome, 1 Dec. De toestand van den Paus is heden morgen bevredigender dan gisteren. Niettemin zal- hij. eenige dagen het bed houden. Rome, 1 Dec. Om half vier begon de Kamer met de behandeling der interpellatiën. De voorzitter las eene motie-Fusinato voor, waarin vertrouwen wordt uitgedrukt in de buitenlandsche politiek der regeering, onder luidruchtig protest van de uiterste linker zijde. De afgevaardigden Felico Chiesa en Troyes wilden Fusinato beletten te spreken. Met groote moeite en nadat hij herhaalde lijk in de rede was gevallen, bracht de spre ker zijne rede ten einde. Barzilai critiseerde scherp de staatkunde van minister Tittoni. Morgen voortzetting der beraadslagingen. Oostenrijk-Hongarije. Weenen, 1 December. De stad prijkt in eene schitterende illuminatie. Alle steden van de monarchie zijn in feestdos. Te Weenen was eene reusachtige menschen- menigte op de been. Het reddingsgenoot schap moest onder de illuminatie zijne dien sten verleenen aan 108 personen, die won den hadden bekomen22 zijn ernstig, 86 lichter gekwetst. De Keizer heeft aan baron Aehrenthal het grootkruis van de orde van St.-Stefanus ver leend. In sommige kringen van het Hongaarsche parlement wordt eene beweging voorbereid tegen den minister van buitenlandsohe za ken baron Aehrenthal. Het lid van de volks partij Bel a Rakovsky heeft het voornemen aangekondigd, de buitenlandsche politiek van de monarchie ter sprake te brengen. Hij wil inzonderheid ter sprake brengen de af wijkingen tusschen de voorstellingen van Aehrenthal en van ïswolsky; hij wil verder wijzen op de nadeelen van de boycotbewe ging in Turkije en vragen, waarom tot dus ver noch de Czaar, noch de Kon'ng van Italië geantwoord hebben op den. brief van den Keizer. Weenen, 1 Dec. Alle bladen vragen, dat maatregelen van de uiterste strengheid zullen worden genomen om een einde te ma ken aan de ernstige ^manifestation te Praag. Er is sprake van de afkondiging van den staat van beleg. De straat-ooneelen in Praag houden aan en zijn een» ergernir in de oogen van velen. Voornamelijk de studenten van de Duitsche inrichtingen van hooger onderwijs te Praag zijn aan de aanrandingen van het gepeupel blootgesteld, maar ook anderen lijden daar onder. Een aantal gevallen worden bericht, waarin peisonen (niet-studenten), die Duitsch spraken of als Duitschers herkend werden, uit de tram verjaagd en verhindèrd werden in vigilantes toevlucht te nemen. Eenige afgevaardigden worden met name genoemd, die voor de oogen van de politie, ja van de politie-president, de menigte te gen de Duitschers ophitsten. In de Duitsche pers wordt de aandacht gevestigd op de anti-dynastieke en anti-Oostenrijksche mani festatiën van de betoogers, zooals het zingen van het volkslied met ondergeschoven tekst, het door den modder halen van Oostenrijk- ;che vlaggen, het bewerpen van het Radetz- ky-rnonument met steenen en rotte appelen, het inwerpen van ruiten in het stadhouder lijke gebouw, her. hoerageroep voor Servië en Engeland en de kreten tegen Oostenrijk. In Reiclienberg, een der aanzienlijkste steden van Duitsch Rohemen, is op "het marktplein eene door duizenden bijgewoon de vergadering gehouden, waarin een aantal sprekers, met den burgemeester voorop, pro testeerden tegen de gewelddadigheden, waar aan in Praag de Duitsche studenten zijn blootgesteld van de zijde van het Czechische gepeupel. De sprekers wezen er op, dat deze stroattoonee!en op de plek, waar de oudste Duitsche universiteit gevestigd is, tot een Eurcpeesch schandaal geworden zijn. De vergadering nam een besluit aan, waarbij de regeering wordt aangespoord de herha ling van de gebeurtenissen op den 'Graben te Praag onmogelijk te maken en de Duitsche studenten hunne vrijheid van bewegihg en hunne persoonlijke veiligheid te waarbor gen. In Graz hcbbeD een aantal Zuid-Slavische studenten voor het universiteitsgebouw be toogingen gehouden voor de oprichting van eene Zuid-Slavische universiteit te Laibach, waarbij het zeer rumoerig toeging. Duitsche studenten weigerden hun den toegang tot de universiteit en drongen hen op straat. In Triest hebben Italiaansche studenten in een schouwburg eene vergadering voor eene Ita liaansche universiteit 'gehouden. Stemming over eene motie van sterk gepeperden in houd werd door den vertegenwoordiger van het gezag niet toegelaten. Na de vergade ring trokken de deelnemers, versterkt door eene menigte van 8000 mensclien, door de hoofdstratenzij beproefden eene bestor ming van hel gebouw der Duitsche school, die door de politie werd afgeslagen. Des avonds herhaalden zich de straatbetoogin- gendaarbij werden op twee politie-agenten zonder ernstige reden zeven revolverschoten gelost. Petersburg, 1 Dec. De officieuse Rossija komt, naar aanleiding van een in het Neue Pester Journal opgenomen artikel van een Oosten rij ksche diplomaat op de ge schiedenis van het ontstaan van het verdrag van Reichstadt van de in 1877 in dat ver drag gebrachte veranderingen. Die veran deringen zijn niet geschied ten gunste van Rusland en van de Slaven. Het blad ge waagt daarbij van eene geheime overeen komst met Oostenrijk-Hongarije van 1877 en van de politieke overeenkomst, die kort voor de uitbarsting van den Russisch-Turk- schen oorlog onderteekend is. De daarin ver vatte bepalingen over gebiedsvergrooting kregen later op het Berlijnsche congres van Rusland den vorm van eene definitieve in lijving, terwijl voor Oostenrijk de inlijving van Bosnië en Herzegowina in eene bezet ting veranderd werd met het recht om in liet sandjak Novibazar garnizoenen te hou den. Al deze feiten zijn bekend. Met be trekking tot de in het Neue Pester Journal vermelde afzonderlijke Oostenrijksch-Russi- sche overeenkomst hebben feitelijk den 23en Juli vorst Gortschakew en graaf Andrassy eene geheime verklaring onderteekend. Deze overeenkomst kan echter volstrekt niet van invloed zijn op de tegenwoordige stelling van Rusland nopens de vraag der annexatie of het algemeen Europeesch karakter van de vraag wijzigen, Dit karakter van de kwes tie is ook op de Londensche conferentie van 1871 door de vertegenwoordigers der mo gendheden erkend. Daarom kan de rechts positie van Bosnië en Herzegowina, als zijn de op het Berlijnsche congres op grond van eene algemeene Europeesthe overeenstem ming officieel bepaald, wettelijk slechts door eene nieuwe algemeen Europeesche overeen komst gewijzigd worden. De Balkancriais. Over het van Londen uit verspreide ge rucht, dat Italië en Rusland eene geheime vcreenkomst over het Balkanvraagstuk hebben gesloten, schrijft de Petit Parisien, dat de beide staten énkel van meening heb ben gewisseld over het doel en het even- tueele programma van de conferentie. Het is niet twijfelachtig, dat Rusland en Italië er gelijkelijk belang bij hebben, voor Servië en Montenegro op te komen. Maar dat er een bepaald verdrag gesloten is, zonder dat Rus land den Franschen bondgenoot daarvan in kennis heeft gesteld, komt niet geloofwaar dig voor. Turkije en Bulgarije. Over de lurksch-Bulgaarsche onderhande lingen wordt uit Konstantinopel aan de Köln. Ztg. geschreven: Het verst is men gekomen in de kwestie der schadevergoeding voor den in beslag ge nomen spoorweg. Men is het eens geworden over het cijfer van 6560 frs. zuivere winst per Kilometer van het Oost-Rumelische stuk om op grond daarvan het bedrag van het kapitaal op 37 millioen Irs. bepaald, waarbij nog 3 millioen komen als concessie, dat het eigendomsrecht van Turkije op den spoorweg ••OR 76 [B. R. CROCKETT. VU het Seheteoh vertaald MAK J. r. WB5SBLINK-YAN R08SU1I. Evenals een verschrikte vogel verzette Hester zich, noch coquet, noch vertoornd, maar ontzet door het wonderlijke er van. Het was zoo heerlijk, dat het verkeerd moest zijn. Zij was zoo gelukkig, dat het (slecht moest wezen. Tot hiertoe was Hester rustig gelukkig en vlijmend ongelukkig ge weest. Maar dit, hetwelk gebeurd was, wij zigde in een oogenblik de standaards van ;een geheel leven, veranderde de toekomst, maakte het verleden ledig en nietig, dit alles kon toch niet komen van een kus, die gegeven en genomen werd. „Neen, kleine Hester, neen maar van een kus die beantwoord wordt. Niet het geven, zelfs niet het ontvangen, het terug geven dat is het wat in de wijding der liefde het zaligst is. Dat is hetgeen een oude wereld in puin doet vallen en een nieuwe schept. En zij die koud genoeg zijn om over de zaak te redeneeren mogen spotten, maar zij die het weten, weten het. j Zij gingen den heuvel een weinig hooger op. Hester verzette zich niet langer, even min antwoordde Carus. Maar hun handen la gen in eikaars handen. Eindelijk stonden zij stil onder een vooruitstekende rots, waar de groene klimop zich langs strengelde en uit elke spleet te voorschijn kwam. Daar gingen zij, alsof zij het afgesproken haddein zitten. Er was iets krachtigs en zegevierends in de houding van den jongen man. Toch was het smeekend genoeg toen hij sprak „Hester, zeg me, dat je mij liefhebtl" Verlegen sloeg zij haar oogen een ondeel- j baar oogenblik naar hem op. Even snel wer den ze weer afgewend. „O, je hebt het niet noodig, dat ik 't je vertel," zei zij treurig, „je weet het." „Maar ik wil het je hooren zeggen," zei de jonge man, zooals zijn aard was. „Ik heb verkeerd gedaan. Ik heb toegela ten, dat je mij een kus gaaft." Weer een vergissing. „Maar wat kwaad is daarin", riep Carus zoo onstuimig, dat een zwart schaap, dat vlak bij gestaan had met groote sprongen wegholde, het kletterend geluid van losse steenen achterlatende, „indien wij elkaar liefhebben? Ik heb het je gezegd zeg het nu ook aan mij." Zij zag een oogenblik naar hem op, moed vattende. Daarna sprak ze „Ik heb je lief!" Maar nu zelfs was de jongeman nog niet tevreden. Het mag dus vermeld worden, dat, voordat zijn nieuwsgierigheid bevredigd was, llestei Carus moest verzekeren, dat zij hem ever had dan de geheele wereld, liever dan Mcgsy en Rev vie. Want liefde moet heel nauwgezet tevreden worden ges-eld. Daar Carus een hartstochtelijk, maar tegelijk praktisch gemoed had, sprak hij over hun toekomst, terwijl Hester luisterde, en zich zelf trachtte te overreden aan de werkelijk heid der woorden niet te gelooven. Zij moest droomen en zou aanstonds in haar sombere zolderkamer van Empress-Gate of in haar eigen klein bedje in de pastorie ontwaken. Maar daar was toch iets stevigs en vertroos- tends in Carus arm om haar middel, en haar hoofd rustte op de plaats, daar door een al- wijze natuur bereid, voor gelijke gebeurlijk heden die bij tussclienpoozen door alle eeu wen heen geschieden. „Wij zullen heel arm zijn, Hester, sprak Carus, „maar ik weet, dat ik met schrijven genoeg geld zal verdienen om in ons onder houd te voorzien. Trowbridge zei nog on langs, dat het jammer was, dat ik een grond- bezitlei zou worden, terwijl ik een geboren journalist ben. Ik heb jou sleohts noodig om mij hard te doen werken. Dan is grootmoe der Niddisdale er nog. Zij heeft mij gezegd, dat zij mij zou onterven, indien ik je niet trouwde „Heeft zij dat gezegd?" zei Hester, voor het eerst opziende en glimlachende. „Daar ben ik blij oml" Carus was ook blij, en verspilde eenigen kostbaren tijd om het te bewijzen. „Niet dat ik geheel op haar zou willen rekenen, lieve, oude ziel die zij is," zei Ca rus hartelijk, „maar als ik haar geld krijg indien ze gestorven zal zijn, dan denk ik niet, dat ze ons van honger om zal laten ko men terwijl zij leeft. Bovendien heeft zij je lief, en ik weet zeker, dat 2ij veel van mij houdt „Zij heeft Vic nu reeds zes maanden bij zich zij zal nu meer van haar dan van mij houden!" zei Hester een beetje treurig. „Vic, ja dat zal wel!" riep Carus hart stochtelijk. „Vic is goed, zelfs heel goed, maar zij was nooit neen al werd zij zoo oud als Methusalem. Ik heb een brief ge kregen van Kipford," vervo'gde Carus na denkend. Hij schijnt haar tegenwoordig veel te zienIk zou wel willen weten of dat aan zijn vader bekend is." Hester zat oogeriblikkelijk recht op. Nie mand is zoo scherp van geest in het vinden van een spoor, dan een meisje, gelukkig in de reinheid van haar eigen liefdesgeluk, op dat van oen liefdesgeschiedenis eener vrien din. „Je bedoelt toch niet?" „Neen, zei Carus glimlachend om haar levendig gelaat en stralende oogen. „Maar met dat al i*s het drommels vreemd. Kippie placht het zoo onaangenaam te vinden rond te trekken met een Iroep vrouwen, zooals hij het noemde.' „O, zoo zal je ook spoedig over mij spre ken „Je bent geen troep vrouwen, je bent een vrouw, de eenige." Zoo ging de groote dag over hen voorbij, het blauwe gewelf scheen alleen stil te staan, bleeker en warmer wordende, totdat hun schaduwen, toen zij ten laatste te voor schijn kwamen, precies kleine poelen van indigo waren op de groene rotsen van de hooge Rig van Bennanbrack. „16 het niet verkeerd van je zoo lang bij mij te blijven, verwachten ze je niet te Knockdon, waar je immers op hel oogenblik bent?" „Ja," lachte hij vroolijk en luchthartig (het was alles nu voorbij, de slagboom opge heven, de tweeling lichten schenen vredig ieder aan een kant.) „Ja, James Lammie en zijn vrouw Robina zullen mij verwachten, mijn ontbijt ook. Ik ben vroeg opgestaan en uitgegaan zonder iets te gebruiken „Wat," riep Hester, hem bij den arm grijpende en hem voortrekkende, „je wilt me toch niet vertellen, dat je morgen niets te eten hebt gehadEn dat ik je nu hier hield!" „Beklaag me niet," riep Carus. „Ik dacht er in het geheel niet aan. Ik voel als of ik nooit meer Konger zal hebben Hetgeen bewijst, dat Carus overijld sprak of heel weinig ondervinding had. I „O, kom guuw mêe," riep Hester, mot al I liet moederlijk gevoel, dat schuilt in ieder vrouwenhart, op eens in vollen gloed. „Kom meê en Me^sv zal je vast wat geven, terwijl zij het middagmaal klaar maakt!" In deze praktische stemming liepen zij hand aan hand naar het met riet belegde <lak van Buss o' Bield. Toevallig was Megsy naar de voordeur ge gaan met een melkpannetje in haar hand, I toen zij het vieemde schouwspel zag Hes- j ter en Carus wandelende over de heide, met gebogen hoofd, zonder te letten waar ze hun j voeten zetten, geheel in eikaars gezelschap verdiept. Megsy liet het pannetje met een kletterend geluid op de steentjes vallen en trad naar binnen met een scherpe pijn aan haar hart. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1