Vrijdag 4 December 1908.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
CINDERELLA.
S°. 162.
7de JnurgHiiK.
FOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentilnmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens d$ de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, werdt ep aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht.
De staat van beleg in Praag.
De staat van beleg is afgekondigd in
Praag, de hoofdstad van Bohemen, en de
timringende districten. Dat het daartoe zou
komen, was te verwachten, want het is vol
dingend gebleken, dat tot handhaving van
het gezag buitengewone middelen moesten
korden aangewend. Eigenlijk had er reeds
veel eerder toe moeten zijn overgegaan,
jua&r men heeft tot het uiterste gewacht.
De minister-president van Oostenrijk n
eigen persoon heeft verklaard, dat de regee-
J'ing tegenover de gebeurtenissen in Praag
tot aan de uiterste grens van het geduld
is gegaan. Gewichtige redenen hadden haar
(daartoe geleid. Zij had gehoopt, dat* met
net oog op de buitenlandsche politiek en op
het feest van den Keizer zich invloeden zou-
Iden doen gelden om de gemoederen tot rust
ite brengen. Maar die hoop is niet vervuld,
ien met een bezwaard gemoed heeft men er
toe moeten besluiten om op den dag van
's Keizers diamanten jubileum in Praag de
zorg voor de handhaving van het gezag in
handen van de militaire overheid te leggeD.
Terwijl elders de bevolking vreedzaam de
straten vulde, onder den indruk van de
historische beteekenis van dezen geheel eeni-
gen dag, stond Praag onder militaire bewa
king om de menschen van de straat te hou
den.
De onmiddellijke aanleiding tot de toonee-
len van wanorde, die men weken achtereen
in Praag heeft gehad, is geweest de gewoonte
van de Duitsche studenten om Zondags
voormiddags op den Graben, een der hoofd
straten waar het Duitsche casino en verschil
lende andere Duitsche instellingen gelegen
zijn, heen en weer te wandelen. Daaraan
hebben de Czechen aanstoot genomen. De
Frankf. Ztg. schrijft naar aanleiding daar
van ,,Men kan over de doelmatigheid van
dezen „Sonntagsbumrael" van meening ver
schillen. Wij kunnen er niet de uitoefening
van een heilig mensclienrecht in zien, dat
een Duitsch student zich op Zondag voor
middag in de hoofdstraat van de stad aan
zijne tijdgenooten in den glans van studenti
koze heerlijkheid vertoont. De opheffing van
dezen ,,Bummel" zouden wij ook niet be
schouwen als eene gebeurtenis, waardoor de
wereld uit hare voegen zou worden gerukt.
Maar de gewoonte wordt in Praag, evenals
in andere Duitsche universiteiten, sedert
tientallen van jaren in acht genomen, en
men is ook in Praag eerst begonnen haar als
eene uitdaging te beschouwen, sedert de
Czechische strijdlust tot op het kookpunt ge
stegen is. Sedert dien tijd wordt steeds drin
gender verlangd, dat aan de Duitsche stu
denten hun Bummel op den Graben verboden
wordt. Wat aan ieder wandelaar is toege
staan, om op straat op en neer te gaan, dat
moet hun worden verboden, omdat de
Czechische gevoeligheid zich stoot aan Duit
sche studentenmutsen, en daar het verbod
achterwege blijft, vliegen er steenen en wor
den niet alleen de Duitsche studenten, maar
de Duitschers in het algemeen beschimpt,
geslagen en in de groot geworpen".
Daarbij is het natuurliil- niet gebleven.
Als de booze geesten eenmaal zijn wakker
geroepen, dan raakt men ze niet zoo spoedig
weer kwijt. In de Neue Fieie Presse wordt
het volgende beeld geschetst van 't geen is
voorgevallen aan den vooravond van den
jubileumsdag
„Na deze lange, bange weken van opwin
ding hadden de Duitschers in Praag weer
een schrikkelijken dag door te staan. Van
den vroegen morgen tot in de uren van den
nacht waren hunne pijnigers op de been, en
welk een staatsgevaarlijk karakter de bewe
ging heeft aangenomen, ziet men uit de be
richten over de beleediging van de zwart-
gele (de Oostenrijksche) vlaggen en over de
gevochten, die zich tusschen de Czechische
studenten en de politie, tus3chen de oproer
lingen en de dragonders hebben afgespeeld.
Van de universiteit werd de /w: rt-gele vlag
afgescheurd, om daarna met voeten getre
den en op ploertige wijze behandeld te wor
den. Van het raadhuis weid de zwart-gele
vlag afgenomen, opdat deze kleur niet de
ergernis van de oproerlingen zou verwek
ken, en van den DuitSiiicn landsschouw-
burg werd zij door de Terroristen naar be
neden gehaald, om dezelfde behandeling te
ondergaan als de bij de Czechische univer
siteit buit gemaakte vlag Politie-agenten,
die tegen de Czechische studenten optraden,
werden op den grond geworpen en geworgd,
en een klein deel van de voor de Duit
schers bestemde steenen wer.l tegen de wacht
gebruikt.
„Toen de tierende menig' des avonds de
hoofdstraten van Praag vulde en hare ge
welddadigheden tegen Duitsch sprekende
voorbijgangers voortzette, maakte zich einde
lijk van de verantwoordelijke autoriteiten de
angst meester, dat politie en gendarmerie te
gen de overmacht niet opgewassen waren en
werd er kavallerie gerekwireerd. De dragon
ders werden met steenen gebombardeerd, en
waar de meegebrachte voorraad niet voldoen
de was, werd 't plaveisel opgebroken. Ook uit
de ramen werd met steenen naar de troepen
gegooid en de dragonders moesten zich met
den blanken sabel verded'gen tegen de op
roerlingen, die beproefden hen van de paar
den te halen. En toen de ontruiming van
den Graben en van het Wenzelplein einde
lijk gelukte, werd in de zijstraten de politie
in gevechten gewikkeld, waarbij door de op
roerlingen geschoten werd."
Den indruk van deze tooneelen naar bui
ten geeft de Nordd. Allg. Zeitung weer in
de woorden„Bijzonder pijnlijk doet het
feit aan, dat in de laatste gebeurtenissen in
Praag achter den nationalen strijd van de
Czechen tegen de Duitschers duidelijk revo
lutionaire stroomingen kenbaar worden, die
zich tegen den staat zelf richten". Nu is de
zorg voor orde en rust opgedragen aan het
militaire gezag. Het was daarvoor hoog tijd
reeds greep de beweging verder om zich
heen en was overgeslagen naar Brünn, de
hoofdstad van Moravië. Maar wel moet de
rassenhaat in Oostenrijk hoog gestegen zijn,
wanneer zelfs op den jubileumdag van den
Keizer geweld moest worden aangewend om
den strijd binnen de perkei te houden.
Duitsch land.
Berlijn, 3 Dec. Bij het voortgezette
uebat over de voorstellen betreffende de mi-
nisterieele verantwoordelijkheid, werd van
verschillende zijden het voorstel om den
Rijksdag mede te laten beslissen over eene
oorlogsverklaring onaannemelijk verklaard,
met het oog op de mogelijkheid, dat er mis
schien eens een sociaal-democratische meer
derheid kon komen.
De vrijzinnige Naumann bracht de ach
terlijkheid tan het Duitsche parlementaris
me terug tot het ontbreken van een groot-
sche traditie, zooals de volksvertegenwoordi
gingen van Frankrijk en Engeland die be
zitten.
Singer (socialist) beval het voorstel aan
om den Rijksdag medezeggingsschap te ge
ven bij een oorlogsverklaring, als waarborg
dat de monarch het volk niet eigenmachtig
in moeielijkheden kan brengen. Hij spoorde
verder de vergadering aan om hare toestem
ming tot hervorming van de rijksfinanciën
afhankelijk te stellen van de grondwettelijke
waarborgen, daar anders de geheele aktie
weder niets dan eene comedie zou zijn.
De woordvoerder der conservatieven ver
klaarde, dat millioenen Duitschers de her
innering aan den tijd van den ouden Keizer
en Bismarck niet zouden willen ruilen tegen
dc traditie van de macht der Engelsche en
Fransche parlementen. (Toejuichingen
rechts, ironisch hoera-geroep bij het Cen
trum).
De verschillende voorstellen zijn verzon
den naar de commissie voor het reglement
van orde, welker ledental tot 28 is uitge
breid.
Frankrijk en Duitschland.
De Fransche regeering heeft den heer
Louis Renault, rechtsgeleerd raadsman van
he^ ministerie van buitenlandsche zaken, en
Sir Edward Fry aangewezen om haar te ver
tegenwoordigen in het scheidsgerecht, dat
zal beslissen in het incident van de deser
teurs van Casablanca. De Duitsche regee
ring heeft harerzijds aangewezen den heer
Kriege, die met den heer Renault zich reeds
te Berlijn had bezig gehouden met de juri
dische zijde van het incident. De naam van
den vreemden scheidsrechter, die door
Duitschland gekozen is, is nog niet bekend.
De vijfde scheidsrechter, die in gemeen over
leg door de beide regeeringen is aangewezen,
is van Zweedsche nationaliteit.
BelgiS.
Brussel, 3 Dec De Kamer zette
de behandeling voort van het militaire vraag
stuk. Lorand (radicaal) erweet de regee
ring, dat zij slechts aan verkiezingspolitiek
doet, zonder te letten op de hoogste belangen
van het land. Hij vroeg inzonderheid, of de
regeering va.i buitenlandsche zijde een wenk
gekregen had omtrent de noodzakelijkheid
van verbetering der weermacht, zooals dit
met Nederland het geval is geweest; hij
eindigde zijne rede met een betoog ten gun
ste van verkorting van den diensttijd.
Beernaert achtte het stelsel van vrijwilli
gers noodzakelijk voor de kadervorming in
het legerhij betreurde ichter, dat het aan
tal vrijwilligers onvoldoende is, en voegde
daaraan toe, dat hij sindj vele jaren een
overtuigd voorstander van den persoonlijken
dienstplicht is geweest, „ik dacht reeds in
1887", zoo zeide hij, „dat de persoonlijke
dienstplicht ten laatste noodzakelijk zou blij
ken en ik geloof, dat wij thans zoo ver zijn
gekomen. Ik ben bereid mijne stem daarvoor
uit te brengen".
Beernaert zal morgen zijr rede vervolgen.
Voordat Beernaert aan het woord was ge
komen, hadden Janson en Neujean een mo
tie ingediend, in hoofdzaak inhoudende
„De Kamer, overtuigd, dat de indiening van
een wetsvoorstel, berustende op de beginse
len, door den minister van oorlog aangege
ven, zal leiden tot eene oplossing, die in
staat is de onafhankelijkheid van het land
te verzekeren, gaat over tot de orde van den
dag."
Engeland.
L-o nden, 3 December. Bij de be
handeling der artikelen van de nieuwe on
derwijswet is eene moeielijkheid on staan ten
aanzien van de financieele oepalingcn. Angli-
kanen en Katholieken vragen een hooger
subsidie voor hunne scholen, dan de non
conformisten willen toestaan.
Er worden thans onderhandelingen ge
voerd, om het in duigen vallen van het com
promis te voorkomen. Inmiddels is de ver
dere besprekirg uitgesteld, totdat de schik
king verkregen zal zijn, die minister Asquith,
volgens zijne verklaring, hoopt tot stand te
brengen
Bij eene verkiezing voor het lagerhuis in
Midden-Essex werd gekozen de unionist
Pertyman met 6152 stemmen, tegen 3587
op den liberaal Dence. Bij de laatste alge-
meene verkiezingen was de meerderheid van
den unionist 455 stemmen.
Italië.
Rome, 3 Dec. De Paus is volkomen
hersteld.
Bij de toelichting in de door hem in de
Kamer voorgestelde motie, die strekt om in
het belang van den wereldvrede de buiten
landsche politiek der regeering goed te keu
ren en daarmee trouw te blijven aan den
driebond, zeide de afgevaardigde Fusinato,
dat het noodig is, dat Italië geen uitbrei
ding van gebied in den Balkan nastreeft.
Hij geloofde niet, dat de laatste gebeurte
nissen in den Balkan het evenwicht aan de
Adriatische Zee ten nadeele van Italië had
den verstoord. Oostenrijk heeft geen plan
tot de Aegeïsche Zee door te dringen.
Barzilai zei in zijn antwoord dat Fusinato
de inlijving van Bosnië warmer had verde
digd dan Aehrenthal het voor de delegatie
heeft gedaan. Volgens Barzilai hebben de
mogendheden op het Berlijnsche congres er
niet aan gedacht, Bosnië voorgoed aan Oos
tenrijk te schenken, maar hebben zij het
eenvoudig de uitvoering van een politieken
maatregel opgedragen. Hij zeide verder,
dat Robilant, de vroegere minister van
buitenlandsche zaken, in het drievoudige-
verbondsverdrag een bepaling had willen
opnemen, waarbij Oostenrijk zich verbond
voor elke gebiedsuitbreiding Italië schade
loos te stellen. In de briefwisseling over
dit punt is, als schadeloosstelling voor de
inlijving van xiosnië en Herzegowina, Tren-
tino genoemd. Barzilai keurde het af, dat
men van regeeringswege liet verkondigen,
dat de inlijving van Bosnië op het schier
eiland van den Balkan niets was veranderd
De spreker geloofde niet, dat de politiek
van het drievoudige verbond Italië nog
langer ten voordeel kan wezen en drong er
bij de reegeering op aan, andere internatio
nale verbindingen voor te bereiden.
Rome, 3 Dec. De Kamer hervatte
heden de beraadslaging over de motie-Fusi-
nato.
Santini zeide, dat Italië zich niet had moe
ten verzetten tegen de inlijving van Bosnië
en Herzegowina. Hij gelooft niet, dat de
gebeurtenissen in het Balkangehied aan Ita
lië nadeel hebben berokkend. Het prijsge
ven van het sandjak Novibazar neemt elk
gevaar van eventueele verwikkelingen voor
Italië weg. Spr. verdedigt de politiek van
Tittoni
Fortis verklaart, dat men Oostenrijk moet
vragen zijne houding tegenover Italië te ver
anderen. De eenige staat, waarmee een oor
log voor Italië te vreezen is, is Oostenrijk,
onze bondgenoot, wiens bewapening tegen
Italië is gericht. Als Oostenrijk zijne hou
ding niet wijzigt, moet de regeering aan het
land nieuwe offers vragen om de militaire
krachten van het land op de hoogte te bren
gen van den toestand.
Deze woorden verwekten eene groote
geestdrift. Alle afgevaardigden omringen den
afgevaardigde en wenschen hem geluk. De
minister-president staat op om Fortis de
hand te drukken. Men brengt aan Fortis
eene warme ovatieer wordt geroepenLeve
ItaliëLeve het vaderlandHet incident
wordt druk besprokener heerscht groote
beweging.
Voortgaande, verklaart Fortis zich bereid
db buitenlandsche politiek van de Italiaan-
sche regeering te steunen, maar niet de B.al-
kan-politiek van Oostenrijk. De inlijving
van Bosnië en Herzegowina is eene schen
ding van het Berlijnsche verdrag. Er zal
eene Europeesche conferentie bijeenkomen.
Italië zal daaraan kunnen deelnemen met
volledige vrijheid van oordeel. Intusschen
moet men, ondanks alles, trouw blijven aan
de zaak van den driebond, hoewel die trouw
ieder en dag moeielijker gemaakt wordt voor
Italië.
Barzilai drukt aan Fortis de erkentelijk
heid van de Kamer uit voor zijne vader
landslievende woorden.
Fradeletto betreurt het overdreven opti
misme van Tittoni en verklaart, dat de door
Oostenrijk gegeven compensatiën hersen
schimmig zijn. Tegenover de bewapening
van Oostenrijk zou Italië zich moeten voor
bereiden, door zich te verzekeren van ste
vige vriendschapsbetrekkingen aan den Bal
kan en door Engeland en Rusland te steu
nen. Hij eindigt met te zeggen, dat de
hoogste belangen van den staat moeten ge
steld worden boven de persoonlij ice sym
pathie voor Tittoni.
Chamirri constateert, dat de toestand, die
door het Berlijnsche verdrag voor Italië is
teweeg gebracht, noodlottig is. Hij meent,
dat men niet uit den driebond moet gaan en
de staten moet volgen, die het voldongen feit
erkennen. Spr. drukt den wensch uit naar
eene betere behandeling van de Italiaansche
burgers in Oostenrijk.
Mirabelli (republikein) licht eene motie
toe, die verlangt, dat elke diplomatieke
actie van de regeering geregeld zal worden
onderworpen aan het oordeel van de wetge
vende macht in Italië. Wanneer Oostenrijk
het verdrag heeft geschonden, dan moet het
de richting veranderen, waarnaar zijne bui
tenlandsche politiek streeft.
Minister Tittoni bestrijdt de motie-Mira
belli, want het parlement bezit de middelen
om zijn wil te doen zegevieren door uitoefe
ning van het recht van interpellatie, door
de behandeling van de begrooting en door
zijn vertrouwen in de regeering uit te druk
ken.
De vergadering werd hierna gesloten.
Tweede t e 1 e g r a m. De tegenstan
ders van Tittoni leggen de rede van Fortis
uit als eene verloochening van de politiek
van den minister van buitenlandsche zaken.
De vrienden van Tittoni beweren, dat giste
ren eene conferentie heeft plaats gehad tus
schen Giolitti en Fortis.
De rede van Tittoni zal morgen in vader
landslievende termen vervat zijn. Tittoni
bleef op zijne plaats, terwijl de andere mi
nisters Fortis gelukwenschten.
DOOR
78 [6. R. CROCKETT.
Uit het Sehotsoh vertaald
DOOR
J. 1». WESSELINK-VAN R03SUM.
Hierna ging Carus op den eikenhouten
stoel naast het bakbord zitten, en praatte
opgeruimd, kruimels van Megsy's koeken
wegkapende, totdat zij dreigde hem met de
taarterol te zullen straffen, als hij nog
meer stukken wegnam en de symetrie van
haar koeken bedierf.
Terwijl Hester door de helder gescfirobde
keuken ging, omgord door een wit boeze
laar, het bekoorlijkste, bevalligste stuk
van huisvrouwelijk coquetterie, dat Carus
ooit gezien had, ontmoetten hun oogen el
kaar- voortdurend en spraken een taal, al
leen voor hen verstaanbaar. En op Hester's
wang kwam en verbleekte de blos daarmee
in overeenstemming. Het was alles heel won
derlijk voor den jongen man, die liefde
nooit te voren gekend had en kracht genoeg
bezeten had zichzelf niet te verspillen aan
hetgeen er een namaaksel van was, zich
plotseling de eerste en dadelijk alles te we
ten in een liefhebbend ineisjeshart. De een
voudige eigenaardigheden van het huis, het
opheffen van gewone lasten, bedankt door
een snel afgewend oog, half toevallige aan
rakingen van eikaars handen, terwijl zij de
j boordevolle kan met water van de wel droe-
gen, onder aan den tuinheg, het licht in het
j oog van zijn geliefde schijnende en weer ver-
i duisterend in gouden schitteringen, evenals
de zon schitterde op den deinenden, kistallen
bodem van den emmer, dit alles teekende
zich in zijn geheugen met de onovertroffen
helderheid van een eerste liefdesaandoening.
Hoe vroolijk zetten zij zich bij het mid
dagmaal, Megsy bedrijvig in de weer om
hen te bedienen. Geregeld dekte Hester voor
haar, maar even geregeld nam Megsy haai'
bord op en ging er mede naar de venster
bank, zeggende„het past een arme, oude
vrouw als ik niet, mij neer te zetten met een
zoon van lord Darrocli en de laatste van het
geslacht der oude Stirlings van Arioland
ik mag niet te veel weten, maar ik weet be
ter hoe hoort."
Maar tusschen deze drie, zoo verdeeld
door het aangeboren gevoel van stand der
oude vrouw uit Galloway, wisselden gesprek
en scherts zich vroolijk. Zij lachten over al
les, of als er niets te laohen viel dan lach
ten ze daarover. Anders kwam tweemaal in
de week en bracht haar voorraad dikwijls
een vischmaal van forellen en soms een ge
kookte ham. Revvie kwam als hij kon of
schoon Carus en hij elkaar tot nu toe nog
niet hadden ontmoet. ±,n telkens als hij
kwam, droeg hij een dozijn eieren in een
zakdoek of zes potten jam in een mondje, uit
Megsy's eigen provisiekast.
In den middag gingen Hester en Carus
weer naar de heidevlakte, nadat zij eerst
Megsy hadden geholpen met het omwasschen
der schalen, voor welk doel Carus een boe
zelaar van Hester omkreeg. Onder gelach
en bestraffing werd liet werk gedaan. Opge
trokken wenkbrauwen fronsden over dom
heid en roode lippen glimlachten over eer
lijke toewijding. Met een geheel niéuw genot
vond Carus zich bezig stapels borden in da
muurkasten te bergen, d:e als zij geopend
werden een heerlijken geur van gerstekoeken
en honig verspreidden. Hij kon nauwelijks
gelooven, dat hij dezelfde man was, die een
week geleden lusteloos en treurig met een
wetboek had rond gedoold onder de denne-
boomen van de Knockdon aanplanting.
Daarna gingen zij met blijde verwachting
in hun oogen naar buiten. De lucht was hel-
der, de heide groener (nog niet rood) de vo
gels vroolijk luidruchtig terwijl zij in breed©
kringen boven hun hoofden zweefden,
aan alle zijden liefde en vereeniging en vroo
lijk weder.
Megsy zag hen wat peinzend na. Soms ver
gezeld" zij hen naar het kleine hekje; door
hetwelk zij uit Anders zorgvuldig verzorgd©
tuintje op de omliggende heide kwamen. Zij
namen afscheid van haar alsof zij op het
punt stonden de zeven zeeen over te steken
(niet dat het hen veel zou hebben kunnen
schelen indien het 't geval was geweest, als
zij maar samen waren. Zoo uitnemend zelf
zuchtig is jonge liefde).
En Megsy met een ernstigen lach wuifde
hen na en riep haar laatste waarschuwing
„Pas op, dat jelui niet verdwalen."
Ik houd er van wat ïang stil te staan bij
die heerlijke en gouden dagen. Zij gaan zoo
snel voorbij als wij ze eenmaal hebben. De
geschiedenis moge niet zoo snel vorderen,
maar het is altijd geoorloofd wat weg te la
ten. En in het leven van Hester en Carus
was veel smart en duisternis geweest, en
lange jaargetijden waarin de hemel van ko
per en de aarde van ijzer scheen te zijn.
Laat hen dus een poos ronddwalen hand in
hand, gedachten en gewaarwordingen gaande
en komende in deelnemende stroomen, wis
selende tusschen hun harten zonder tele
graafdraden of gesproken woorden.
Zij dwaalden niet ver af van de hut Buss
o' Bield waarin misschien hun veiligheid lag
tegenover vragende herders en Jamie Lam
mie. Zij gingen gewoonlijk regelrecht naar
„hun plaatsje' zooals zij heiden het noem
den, een hoek onder een klip, waar een gra
nietrots hun een schuilplaats en een droge
plek bezorgde, waar de met klimop begroei
de klip een met kussens belegden rug voor
hun harde sofa vormde, en wtLar een klein
stroompje uitloopende op een miniatuur
poeltje een aangenaam geluid van vallend
water verspreidde, en hun gefluisterde lief
de-woorden verdoofde tenzij, hetgeen toch
mogelijk was, de spreknde lippen en het lui
sterende oor heel dicht bij elkaar waren.
„Carus", sprak Hester heel zacht. „Ik
vind, dat je het aan lady Niddisdale moet
gaan vertellen. Zij was heel goed voor mij."
„Liefste, dat zal ik, dat moet ik. Alles
op zijn tijd. Maar nog niet. Wel ik heb je
pas gevonden. Ik heb je nog maar zoo'n kor
ten tijd gehad. Ik Kan je nog niet op
geven
„Maar het is niet mij opgeven, Carus."
Hester's stem werd krachtiger„luister,
beste je zult terugkomen. Je zal heel
gauw moeten terugkomen, want ik kan niet
huiten je!"
„Het zat nooit meer geheel hetzelfde zijn,"
zei Carus.
„Het zal heerlijker worden!'' zei Hester
ook voorspellend.
„Ja, niaar niet 't zelfde! Het kan nooit
meer zijn als de eerste dag. Het lijkt maar
een dag geleden, dat ik je aan den oever van
de beek zag zitten, je haren in den wind
fladderend."
„Dat was heel verkeerd van mij ik
weet niet hoe ik je ooit heb durven aankij
ken I"
„Ik kan mij erger dingen en betere
voorstellen!" zei Carus; .ihaar vertel mij
eens, waar je aan dacht teen je daar zat."
En Hester vertelde het hem natuurlijk en
zij vertelden het elkaar telkens en telkens.
Daarna deed Carus verhalen van reizen en
van de hoogeschool, die a>tijd tot een on-
lijd'g eind kwamen als Hester met een zucht
je zeide: „vertel mij nu van den eersten
keer, dat je wist mij 'ief te hebbenvertel
mij alles, van het begin af, en sla niets
over."
En na een poosje zuchtte Hester weer, en
Carus staakte zij'n verhaal lang genoeg om
te vragen „waarom zucht je, vrouwtje?
En dan antwoordde Hester
„Omdat het zoo gauw voorbij zal zijn."
Als ten laatste de naar het westen nijgen
de, niet rustende zon, naijverig omdat zij
zonder gezelschap het blauwe gewelf langs
moet reizen, hen uit hun schaduwrijk hoekje
jaagt, staat Hester op en zegt: ,we moeten
naar huis gaan Megsy zal op ons wach
ten."
„Een oogenblikje, nog maar een oogen-
blik!" smeekte Carus haar tegenhoudende.
„Schaam je, ondeugd!" antwoordde Hes
ter verwijtend; „je moest je schamen."
Toch aarzelde zij, veraad was binnen de
poorten, en nog een poosje draalden zij, ter
wijl de zon naar den horizon wentelde, roo-
tler en toorniger dan tevoren.
Wordt vervolgd