W\ 169. Donderdag 10 December 1908. BUITENLAND. 7'^jHHrxaiiK. OORTSCH DAGBL ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afeonderlyke nummers0.05. Deze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingon enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens bq de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. lltrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bq abonnement. Eene ciroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. INSCHRIJVl NG VUvtt DE NATIONALE M I L I T I E. Burgemeester en Wethouders der gemeente Amersfoort Gelet op art. 17 der Militiewet 1901 (Staats blad no. 212, van 1901); Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat, ter inschrijving voor de Nationale Militie van jongelingeni, die iiu het jaar 1890 geboren zijn, voor deze Gemeente zal worden zitting gehou den op Maandag, den 4en Januari 1909, voor hen wier geslachtsnaam begint met de letters A tot en met G op Dinsdag, den. 5en Januari 1909, voor hen wier geslachtsnaam begint met de letters H tot en met Q, en op Woensdag, den 6en Januari 1909, voor hen wier geslachtsnaam begint met de letters R tot en met Z. telkens van des voonniddags 10 tot des mid dags 12 uur. en van 2 tot 4 uur namiddags, en dat de bepalingen, vastgesteld bij Hoofdstuk II der voormelde wet, ten opzichte van de inschrij ving voor de militie, luiden: Art. 13. Voor de militie wordt ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlan der, die binnen het ltijk, in het Duitsehe it,: of in het Koningrijk België verblijf houdt; 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Dr.'tsche Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft; 3o. ieder meerderjarig man ijk Nederlan der, die binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het Kon'ngrijk België woonplaats heeft 4o. ieder mannelijk ingezetene n!- -Nederlan der, zoo hy op den lsten Januari vrn het jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet ver keert in een der bij art. 15 omschreven geval len. Ingezetene is, voor de toepassing van het be paalde hierboven onder 4o. A. de binnen het Rijk vei blijf houdende min derjarige niet-Nederlander a. wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of haar overlijden in het hierboven onder a. om schreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval of al is deze buiten 's lands gevestigd c. die door zijn \ader, moeder of voogd ver laten is, of die ouderloos is of in wettel ijken zin geen vader of moeder heeft en van wieu niet bekend is dat hij een voogd heeft, indien hij ge durende de voorafgaande achttien maanden in het Ryk \erblijf gehouden heeft; B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rijk woonplaats heeft e haar ge durende de voorafgaande achttien maanden ia het Rijk of de Koloniën of bezittingen des Rijks in andere v erelddeeleu gehad heelt. Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder A. gehouden hij, die minderjarig is in den zin der Nederland- landsche wet. Voor meerderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hiéiiwven onder B. gehouden hij, (ie meerderjarig is in den zin van voormelde wet. Art. 14. De inschrijving geschiedt: lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede, lo. zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder i f voogd aldaar woonplaats heeft, in de gemeente der woonplaats van vader, moe der of voogd zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd elders dan binnenliet Ryk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hij verblijf hou-lfc; zoo hy door zijn vader, moeder ^f voogd ver laten is, ouderloos is, of iu wettel'jken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft, in de gemeente, -aar hij verblijf houdt; zoo hij in het Duitsehe Rijk verblijf houdt, in de gemeente Amsterdam; zoo hij in het Koningrijk België verblijf houdt, in de gemeente Rotterdam 2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede 2o. zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente der woon plaats van vader, moeder of voogd is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het Duitsehe Rijk, in de gemeente Amster dam is zij in het Koningrijk België, in de gemeente Rotterdam 3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede 3o. zoo hy woonplaats heeft binnen het Rijk, in de gemeente zijner woonplaats ZoO hy woonplaats heeft iu het Duitsehe Rijk, in de gemeente Amsterdam zoo hij woonplaats heeft in het Koningrijk België, in de gemeente Rotterdam 4o. A. van hem bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o., indien hij minderjarig is: zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zinsnede van dat artikel onder A. a. omschre ven, in de gemeente, waa- zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft; zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder A. b. omschreven, in de gemeente, waar zijn voogd - oonplaats heeftis de woonplaats van dezen buiten 's lands, dan. geschiedt de in schrijving in de gemeente, waar de minderja rige verblijf houdt; zoo hij verkeert in een der gevallen, in even- bedoelde zinsnede onder A. c. omschreven, in de gemeente, waar hij verblijf houdt; B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede 4o., indien hij meerderjarig is: in de gemeente, waar hij woonplaats heeft. De in de vorige zinsnede als plaats van in schrijving aangewezen gemeente i- die, waar het verblijf of de woonplaats gevestigd is of was op den len Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de in te sohrijven persoon het 18de levensjaar volbrachttenzij het iemand geldt wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotter dam moet geschieden wegens verblijf of woon plaats onderscheidenlijk in het Duitsehe Rijk of in het Koningrijk België. Art. 15. Voor de militie wordt niet inge schreven lo. de ingezetene niet-Nederlander, die be wijst te behooren tot een Staat, waar de Neder landers niet van den verplichten krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van' den dienstplicht het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen 2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittin- fen des Rijks in andere werelddeelen verblijf to ouden of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of mrator woonplaats binnen het Rijk. Art. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar volgens art. 14 de inschrijving moet ge schieden, aan te geven tusschen den lsten en den 31sten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hy het 18de Dvensjaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschryving moet aange\en, alsmede iu een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust de verplichting tot het doen der aangifte; indiien het een minderjarige betreftop zijn ader, moeder of voogd indien het een meerderjarige betreft die on der curateele gesteld is, op zijn curator. De verplichting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het Koningrij1- België woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen bij de volgende zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uitsluitend op den in te schrijven minderjarige indien zijn, vader, moeder of voogd niet- bin nen het ltyk, in '*et Duitsehe Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft indien zijn vader of moeder of beiden de ouderlijke macht missen indien hij door zijn vader, moeder of voogd erlaten is; of indien hij ouderloos is of in wettelijken zin jeen vader of moeder heeft en hot niet bekeud is dat hij een voogd heeft. Hij, die door de bestuurders, in art. 22 /er- meld, ter inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst is bij de zeemacht, i'e marine- reserve en het corps mariniers hieronder begre pen, bij het leger hier te lande of bij de kolo niale troepen, is tot het doen \an de aangifte niet verplicht. Voor hem of haar, die tot het doen der aan gifte verplicht is, kan de aangifte geschieden door een ander daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht blijft onder Burge.aeester en Wet houders berusten. De wijze, waarop van de gedane aangifte moet blijken, wordt door Ons bepaald. Art. 18. Voor do militie wordt ook ingeschre ven of wordt opnieuw ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van et 21ste levensjaar zijn verblijf binnen het Rijk, in hot Duitsehe Ryk of in het Koningrijk België gevestigd heeft 2o. ieder minderjarig mannelij!. Nederlander, wiens vader, moeder of voogd na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van diens 21ste levensjaar zijne of hare woonplaats binnen het Ryk, in het Duitsehe Rijk of in het Koningrijk België ge vestigd heeft; 3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar Nederlan der of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder lo. omschreven ge vallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeert in een der gevallen, hierboven onder 2o. omschreven 4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlan der, die na den lsten Januari van hei jaar, vol gende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het Koningryk België gevestigd of er woonplaats verkregen heeft 5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar Ne derlander of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 4o. omschre ven gevallen verkeert; 6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, rolgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar ingezetene of opnieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede zinsnede van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat artikel en art. 15. Ten aanzien van de gemeente, wa r de in schrijving of de inschryving opnieuw moet ge schieden en van de verplichting tot het doen van aangifte ter inschryving of ter inschrijving opnieuw gelden de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving opnieuw van hem, die volgens de eerste zin snede van dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt innen dertig dagen na het verkrijgen, of werd hij reeds vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd, na het terug erlangen van het Nederlanderschap of van het ingezeten schap, of na de vestiging van verblijf of de ves tiging of het verkrijgen van woonplaats binnen het Ryk, in het Duitsehe Rijk of in het Koning rijk België. De inschryving geschiedt in hot register be treffende de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zinsnede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijnen leeftijd behoort. Art. 22. Behoudens de bepalingen in art. 16 zenden bestuurders van krankzinnigen-, doof stommen- en blinden gestichten, alsmede die dor koloniën van weldadigheid, van gevangenissen, van Rijksinrichtingen en van Rijksopvoedingsge stichten jaarlijks vóór den lOden Januari e opgave van de daarin opgenomen mannelijke personen, die op den lsten Januari hun 19de jaar zijn ingetreden, aan Onzen Commissaris in de Provincie, in welke de inschrijving van die personen voor de nvililie moet plaats hebben. Deze opgave is ingericht in den door Ons te bepalen vorm. Art. 166. Met boete van ten minste vijftig cent en. ten hoogste honderd gulden wordt ge straft de overtreding van de artt. 16, 18 en 22. Voorts wordt bekend gemaakt, dat van elk, die moet worden ingeschreven, de overlegging van een uittreksel uit het gehoor te-register kan worden gevorderddat die uittreksels voor hen, die in deze Gemeente in het jaar 1890 zijn ge boren, bij de inschrijving zullen voorhanden zijn en dat zij, die in een andere Gemeente zijn geboren, zich gedurende (len loop dezer maand, dagelijks (Zon- en feestdagen uitgezonderd) van des morgens 10 tot 12 des middags kunnen vervoegen ter Gemeen te-secretarie, ten einde zoodanig uittreksel door tusohenkomst van den Burgemeester te doen aanvragen. Wordende de belanghebenden verder, ter be vordering van orde, verzocht om dë bovenbe doelde tijdsbepalingen nauwkeurig in- acht te nemen., alsmede om bij aangifte mede te bren gen een duidelijke opgave van. de woonplaats, met aanduiding van wijk en huisnummer. De eerste maal afgekondigd te Amersfoort den lOen December 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J G. STENFEUT KROESE. WUIJTIERS: Kostelooze Inenting. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op artikel 18 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad no. lil); brengen ter kennis van belanghebbenden, dat voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze in enting wordt gegeven op den eersten en twee den Maandag van- de maanden Januari, April, Juli en October, telkens des namiddags te drie ure, in de daartoe bestemde localiteiten van het voormalig schoolgebouw wijk A. Koestraat no. 9. Gedaan te Amersfoort, den 8 Deceem-ber 1908. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STENTERT KROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht. I>e ltaliaansch»Russische entente. Van de Italiaansch-Russische entente, waarover thans zoo veel gesproken wordt, heeft minister Tittoni m de volgende woor den in de Italiaansche Kamer gewag ge maakt „Wat Rusland betreft, heb ik mij er op toegelegd onze wederzij dsche betrek kingen te verbeteren. En thans bestaan de stroomingen van antipathie niet meer, die men vroeger constateerde. Do toenadering tusschen Rusland en Italië is oortaan een voldongen feit, waarvan het ge ,'icht zich in de toekoms* meer en meer zal openbaren. Over den aard van de thans tusschen Italië en Rusland bestaande erhouding deelt de •rrespondent van de Temps te Rome dit mede ,,Ik meen te weten, dat er tusschen Rus land en Italië geen eigenlijk geiegd verdrag bestaat, noch zelfs eene schriftelijke over eenkomst. Maar er zijn eene reeks monde linge afspraken geweest, die geleid hebben tot eene zeer duidelijke toena "ering op con- creten grondslag. Het accoord is begonnen mei de komst van Moerawjew in Italië. Er u eerst een handelsverdrag gesloten tusschen de beide natiën. Daarna zijn de Russische zeelieden te Napels en te Rome gekomen, waar hun eene zeer beteekenisvollfc o t vangst werd bereid. Behalve de receptiën in het Quirinaal en aan de Consulta, was er oen diplomatiek diner in het Russische gezantschapsgebouw en nog een in de Fransche ainlassade, dat werd bijgewoond door den raaf van Turijn. Eindelijk bleek bij de ontmoeting te Desio verleden zomer, tusschen de ministers Is- wolski en Tittoni, uit de commentaren in de Italiaansche pers van alle partijen hoe klaar blijkelijk de verstandhouding was tusschen de beide regeeringen en d.- beide natiën. Volgens hetgeen ik heb kunnei opvangen, hebben Rusland en Italië in loop van de gedachlenwisseling te Oes; over het Bal kan-vraagstuk elkaar wederkeerig beloofd hunne belangen in het iSalkangebied te zul len steunen, welke ook de galeurtenissen mogen zijn die zullen kernen.'' De Neue Freie Presse schrijft, dat Rus land en Italië bovenal moeten zijn overeen gekomen, dat geen van .'.e be ue staten de hand zal leenen tot eene .vijziging in den toestand aan den Balkan, zonder den ander daarvan op de hoogte e stellen. „Wat de conferentie betreft, hierover heeft Tittoni zich met opvullende reserve uitge laten. Ofschoon uit zijne rede een sterk ver trouwen op de vrede spreekt, geeft zij toch volstrekt geen aanleiding om aan de spoe dige verwezenlijking van de conferentie te gelooven. De conferentie schijnt veeleer iets meer op den achtergrond gekomen te zijn, omdat het Russische en het Oostenrijksche standpunt betreffende de discussie al of niet van de annexatie op de conferentie nog belangrijk verschillen. Het schijnt zeker, dat Oostenrijk-Hongarije niet van zins is zijn standpunt prijs te geven, dat over de annexatie van Bosnië op de conferentie niet mag worden gesproken. „In diplomatieke kringen houdt men 't nog altijd voor beter, dat de conferentie wordt uitgesteld of zelfs in 't geheel niet plaats heeft, dan dat de mogendheden aan de conferentietafel gaan zitten zonder de zekerheid, dat de conferentie ongestoord zal erloopen. „Derhalve zal ook na Tittoni's rede de verdere arbeid in deze richting moeten ge schieden, dat Rusland en Oostenrijk-Hon garije zich met elkaar verstaan, al is 't ook niet vandaag of morgen. Maar ook tusschen Oostenrijk-Hongarije en Turkije moet de weg geëffend worden. Wel is waar schijnt Oostenrijk-Hongarije vast besloten, wat de vraag betreft der overneming van het op Bosnië komende deel dei* Turksche staats schuld, onverzettelijk te blijven. De vraag der overneming van de staatsschuld door Oostenrijk-Hongarije zou eene reeks van kwestiën aan 't rollen kunnen brengen, die de diplomatie, om den toestand niet te ver warren, uit den weg moet gaan. Door het toegeven van Oostenrijk-Hongarije op dit punt zou ook Bulgarije in zijne positie te genover Turkije zeer verzwakt worden. Het zou dan onvermijdelijk zijn, dat ook Bul garije gehouden was een aandeel in de Turksche staatsschuld te betalen. En daar deze som zeer groot is en nooit door Bul garije zou kunnen worden betaald, zou dit tot een conflict tusschen Bulgarije en Tur kije leiden. Overigens zou ook Oostenrijk- Hongarije aan Turkije eene rekening kun nen presenteeren, in de eerste'plaats van de in het sandjak Novibazar, maar misschien ook van de in Bosnië gedane uitgaven, en het is zeer de vraag, of dan niet Turkije aan de debetzijde zou komen te staan. Daarom wordt het als zeker beschouwd, dat Oostenrijk-Hongarije, hoe bereid overi gens ook tot concessiën aan Turkije, op dit punt niet zal toegeven. Er is dus nog veel te regelen voordat eene conferentie tot stand komt, en daarom heeft Tittoni er de voor keur aan gegeven over de conferentie een volstrekt zwijgen in acht te nemen." Duitschland. B e r 1 ij n, 9 D e c. Op het einde van de zitting van den Rijksdag verklaarde heden staatssecretaris Dernburg, naar aan leiding van een art:kel in de Standard, waarin werd medegedeeld, dat hij aan de eerste-ministers van de Kaapkolonie en de Transvaal een aanbod zou hebben gedaan tot afstand in pacht van de Walvisch-baai en daarvoor een concessie voor een spoor weg door Zuid-West-Afrika beloofd, dat zulk een aanbod nooit, in geenerlei vorm, was gedaan. Nooit had hij, zooals de Standard had beweerd, invloed had trachten uit te oefenen op leden van het Bondcongres ten gunste van dit plan. Het artikel van de Standard was een brutaal verzinsel, slechts geschikt om wantrouwen en tweedracht tus schen het Duitsehe en het Engelsche volk te Berlijnsche bladen berichten, dat dezer dagen bij vorst Philip Eulenburg in Lie- benberg een den zieke geheel verrassend gerechtelijk geneeskundig onderzoek pla'ats gehad. Het resultaat was, dat de mogelijk heid eener nieuwe behandeling van het pro ces in afzienbaren tijd uitgesloten schijnt. Frankrijk. P a r ij s 9 Dec. In het aigemeene rapport van den Senaat over de begrooting wordt geconstateerd, dat de begrooting, die door de Kamer is aangenomen, loopt over een bedrag van 2,989,333,059 fres., met de aauvullingskredieten te zamen meer dan 4 milliard fres. Het nadeelig saldo bedraagt 37,974.881 fres., te dekken door een lee ning op korten termijn tot een bedrag van 38 millioen fres. Het langdurige debat in de Kamer over de vraag of de doodstaf zou worden afgeschaft of gehandhaafd, is eindelijk in laatstgemel- den zin beslist. De regeering had een wets ontwerp ingediend om de doodstaf af te schaffen en haar te vervangen door levens lange tuchthuisstraf met eenzame opslui ting. De commissie van de Kamer had aan vankelijk hiermee ingestemd, maar onder den indruk van eenige sensatiewekkende misdrijven, die in het laatste jaar zijn voor gekomen, was zij van standpunt veranderd en had zij een tegenontwerp ingediend, dat in art. 7 van het strafwetboek de doodstraf handhaafde en de lijst der straffen aanvulde door invoering van de levenslange tucht huisstraf met eenzame opsluiting. De radi cale tegenstanders van de doodstraf tracht ten door obstructie de beslissing nog uitge steld te krijgen, maar dat mislukte. Even min slaagde eene niet steun van de regee ring beproefde poging om de invoering van de levenslange tuchthuisstraf met eenzame opsluiting alleen te doen aannemen, ten ein de zoo te beletten, dat de uitdrukkelijke be krachtiging der doodstraf, zooals de com missie wilde, werd verkregen. Den aanhan gers van de doodstraf kwam het juist op de uitdrukkelijke bekrachtiging van de dood straf door het parlement aan, omdat in de laatste jaren de toepassing van deze straf in onbruik was geraakt, doordat de president der republiek als stelregel had aangenomen aan de ter dood veroordeelden gratie te ver- leenen. Zij verijdelden das al deze pogingen en stelden de Kamer voor de beslissing of de doodstraf al of niet zou worden gehand haafd. De commissie had voor de stemming over het eerste artikel van het door haar inge diende wetsontwerp de openbare stemming op de tribune met oproeping van de namen gevraagd. Daarop kwam zij echter terug, zoodat de stemming op de gewone wijze plaats had. De aanneming van het artikel geschiedde met 330 tegen 221 stemmende doodstraf is dus behouden. Minister Briand had van deze beslissing geen portefeuillekwestie ge maakt; hij behoeft dus niet af te treden. De begrootingscommissie heeft eenige wetsontwerpen tot het verleenen van supple- toire credieten behandeld, waaronder een, dat betrekking heeft op de zaken in Marok ko. Zij beslopt de Kamer aan te bevelen het toestaan van een crediet van 25,118,000 frs. tot dekking van buitengewone uitgaven in den loop van 1908. \\'anneer men daarbij voegt het bedrag van 16 millioen, voor het zelfde doel toegestaan tot dekking van uit gaven in 1907, dan komt men tot een totaal bedrag van 41 millioen voor de kosten van den veldtocht, die ondernomen is tengevolge van de- incidenten van Casablanca. P a r ij s 9 Dec. In eene rede op een feestmaal van de „Alliance démocratique rêpublicaine" constateerde de heer Picard, minister van marine, dat twee Elzassers aan het hoofd van de nationale verdediging staan. Het is alsof het noodlot het verleden wil doen herleven in de oogen van het jon gere geslacht, dat daardoor aan het vreese- lijke jaar herinnerd wordt. De minister hoopt een vloot te kunnen scheppen, Frankrijk's macht waardig. Herinnerde aan de jongste internationale incidenten zeide hij, dat Frankrijk een on vergetelijk voorbeeld van vaderlandsliefde had gegeven. De anti-militaristische propa ganda kan niet kiemen in den Gallischen grond. De voorouders uit de dagen van Valmy en Jemappes zouden oprijzen uit hunne graven, waarin zij sedert eene eeuw rusten, om de schuldigen te kastijden, die de wapens willen nederleggen tegenover den vreemdeling, maar om ze ter hand te nemen voor broedermoordende twisten. Engeland. Londen, 9 Dec. De erste minister Asquith heeft eene mededeeling gedaan om trent de nog in deze zitting te behandelen zaken. Hij zeide, dat de regeervng van plan was nog verschillende ontwerpen af te doen, o. a. het ontwerp op den achtungen arbeids dag voor mijnwerkers ea dat op de Londen- sche haven. Als datum, waarop het Huis waarschijnlijk verdaagd zal worden, noemde hij 18 December. Italië. D Agenzia Stefani verklaart ten stelligste, dat het door ©enige bladen verspreide ge lucht, dat de regeering van plan zou zijn to: dekking van de nieuwe buitengewone uit gaven voor leger en vloot eene leening te stuiten, ongegrond is. R o m e, 9 D e c. Het Giornale d'Italia be richt, dat de Oostenrijksche autoriteiten door de gendarmerie eene Italiaansche school hebben laten insluiten, die de Ita liaansche gemeente Baglino voor hare ge- mcentenaren onderhield in de grensplaats Ricco Maccimo. Portugal. Lissabon, 9 Dec. De Koning zal gedurende eenige dagen volstrekte rust moe ten houden en niemand ontvangen. Oostenrijk. Weenen, 9 Dec. Ju de Kamer ver klaarde de niinister-presidtnt Bienerth, te midden van manifestaties in verschillenden geest, dat de regeering de ir Praag genomen maatregelen zal opschorten wanneer de rust zal zijn hersteld. De regeling zal in Januari een wetsontwerp indienen teneinde Italiaan sche rechtsfaculteiten te scheppen. De mi nister-president deed een beroep op de Tsje chen en Duitschers dat deze een wapenstil stand zouden sluiten. De Balkancrisis. Weenen, 9 Dec. Het antwoord van Oostenrijk op de laatste Russische nota is gisteren verzonden. R o m e, 9 D e c. De onderhandelingen over de conferentie worden levendig voort gezet en men behoudt de hoop tot overeen stemming te zullen komen. Turkije. De Jeni Gazetta kondigt aan, dat de ope ning van het parlement in ieder geval den i4en van deze maand zal plaats hebben. De sultan zal de openingszitting bijwonen en is vac plan de vergaderingen om de drie of vier dagen te bezoeken. Konstantinopel, 9 Dec. Volgens een dagbladbericht heeft de grootvizier aan j den Oostenrijkschen ambassadour Pallavicini in een onderhoud medegedeeld, dat wanneer Oostenrijk met de Porte tot overeenstemming j wenscht te geraken het de quaestie van den I boycot ter zijde moest iatcn en in de eerste

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 1