W\ 169.
Donderdag 10 December 1908.
BUITENLAND.
7'^jHHrxaiiK.
OORTSCH DAGBL
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afeonderlyke nummers0.05.
Deze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingon enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens bq de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
lltrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bq abonnement. Eene
ciroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
INSCHRIJVl NG VUvtt DE
NATIONALE M I L I T I E.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Amersfoort
Gelet op art. 17 der Militiewet 1901 (Staats
blad no. 212, van 1901);
Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat,
ter inschrijving voor de Nationale Militie van
jongelingeni, die iiu het jaar 1890 geboren zijn,
voor deze Gemeente zal worden zitting gehou
den
op Maandag, den 4en Januari 1909, voor hen
wier geslachtsnaam begint met de letters A tot
en met G
op Dinsdag, den. 5en Januari 1909, voor hen
wier geslachtsnaam begint met de letters H tot
en met Q, en
op Woensdag, den 6en Januari 1909, voor hen
wier geslachtsnaam begint met de letters R tot
en met Z.
telkens van des voonniddags 10 tot des mid
dags 12 uur. en van 2 tot 4 uur namiddags, en
dat de bepalingen, vastgesteld bij Hoofdstuk II
der voormelde wet, ten opzichte van de inschrij
ving voor de militie, luiden:
Art. 13. Voor de militie wordt ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlan
der, die binnen het ltijk, in het Duitsehe it,:
of in het Koningrijk België verblijf houdt;
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander,
wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk,
in het Dr.'tsche Rijk of in het Koningrijk België
woonplaats heeft;
3o. ieder meerderjarig man ijk Nederlan
der, die binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk
of in het Kon'ngrijk België woonplaats heeft
4o. ieder mannelijk ingezetene n!- -Nederlan
der, zoo hy op den lsten Januari vrn het jaar
het 19de levensjaar was ingetreden en niet ver
keert in een der bij art. 15 omschreven geval
len.
Ingezetene is, voor de toepassing van het be
paalde hierboven onder 4o.
A. de binnen het Rijk vei blijf houdende min
derjarige niet-Nederlander
a. wiens vader, moeder of voogd binnen het
Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de
voorafgaande achttien maanden in het Rijk of
de koloniën of bezittingen des Rijks in andere
werelddeelen gehad heeft
b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn
of haar overlijden in het hierboven onder a. om
schreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd
niet in dat geval of al is deze buiten 's lands
gevestigd
c. die door zijn \ader, moeder of voogd ver
laten is, of die ouderloos is of in wettel ijken
zin geen vader of moeder heeft en van wieu niet
bekend is dat hij een voogd heeft, indien hij ge
durende de voorafgaande achttien maanden in
het Ryk \erblijf gehouden heeft;
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die
binnen het Rijk woonplaats heeft e haar ge
durende de voorafgaande achttien maanden ia
het Rijk of de Koloniën of bezittingen des Rijks
in andere v erelddeeleu gehad heelt.
Voor minderjarig wordt voor de toepassing
van het bepaalde hierboven onder A. gehouden
hij, die minderjarig is in den zin der Nederland-
landsche wet. Voor meerderjarig wordt voor de
toepassing van het bepaalde hiéiiwven onder B.
gehouden hij, (ie meerderjarig is in den zin
van voormelde wet.
Art. 14. De inschrijving geschiedt:
lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin
snede, lo.
zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn
vader, moeder i f voogd aldaar woonplaats heeft,
in de gemeente der woonplaats van vader, moe
der of voogd
zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn
vader, moeder of voogd elders dan binnenliet
Ryk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hij
verblijf hou-lfc;
zoo hy door zijn vader, moeder ^f voogd ver
laten is, ouderloos is, of iu wettel'jken zin geen
vader of moeder heeft en het niet bekend is dat
hij een voogd heeft, in de gemeente, -aar hij
verblijf houdt;
zoo hij in het Duitsehe Rijk verblijf houdt, in
de gemeente Amsterdam;
zoo hij in het Koningrijk België verblijf houdt,
in de gemeente Rotterdam
2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin
snede 2o.
zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats
heeft binnen het Rijk, in de gemeente der woon
plaats van vader, moeder of voogd
is de woonplaats van vader, moeder of voogd
in het Duitsehe Rijk, in de gemeente Amster
dam
is zij in het Koningrijk België, in de gemeente
Rotterdam
3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin
snede 3o.
zoo hy woonplaats heeft binnen het Rijk, in
de gemeente zijner woonplaats
ZoO hy woonplaats heeft iu het Duitsehe Rijk,
in de gemeente Amsterdam
zoo hij woonplaats heeft in het Koningrijk
België, in de gemeente Rotterdam
4o. A. van hem bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 4o., indien hij minderjarig is:
zoo hij verkeert in het geval, in de tweede
zinsnede van dat artikel onder A. a. omschre
ven, in de gemeente, waa- zijn vader, moeder
of voogd woonplaats heeft;
zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede
onder A. b. omschreven, in de gemeente, waar
zijn voogd - oonplaats heeftis de woonplaats
van dezen buiten 's lands, dan. geschiedt de in
schrijving in de gemeente, waar de minderja
rige verblijf houdt;
zoo hij verkeert in een der gevallen, in even-
bedoelde zinsnede onder A. c. omschreven, in
de gemeente, waar hij verblijf houdt;
B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin
snede 4o., indien hij meerderjarig is:
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van in
schrijving aangewezen gemeente i- die, waar
het verblijf of de woonplaats gevestigd is of was
op den len Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin de in te sohrijven persoon het 18de
levensjaar volbrachttenzij het iemand geldt
wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotter
dam moet geschieden wegens verblijf of woon
plaats onderscheidenlijk in het Duitsehe Rijk
of in het Koningrijk België.
Art. 15. Voor de militie wordt niet inge
schreven
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die be
wijst te behooren tot een Staat, waar de Neder
landers niet van den verplichten krijgsdienst
zijn onderworpen of waar ten aanzien van' den
dienstplicht het beginsel van wederkeerigheid
is aangenomen
2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittin-
fen des Rijks in andere werelddeelen verblijf to
ouden of woonplaats te hebben, al heeft zijn
vader, moeder, voogd of mrator woonplaats
binnen het Rijk.
Art. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te
worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe
bij Burgemeester en Wethouders der gemeente,
waar volgens art. 14 de inschrijving moet ge
schieden, aan te geven tusschen den lsten en
den 31sten Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin hy het 18de Dvensjaar volbracht.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die
zich ter inschryving moet aange\en, alsmede iu
een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede
omschreven, rust de verplichting tot het doen
der aangifte;
indiien het een minderjarige betreftop zijn
ader, moeder of voogd
indien het een meerderjarige betreft die on
der curateele gesteld is, op zijn curator. De
verplichting van vader, moeder of voogd geldt
evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk, in
het Duitsehe Rijk of in het Koningrij1- België
woonplaats heeft.
Behoudens de uitzonderingen bij de volgende
zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen
der aangifte uitsluitend op den in te schrijven
minderjarige
indien zijn, vader, moeder of voogd niet- bin
nen het ltyk, in '*et Duitsehe Rijk of in het
Koningrijk België woonplaats heeft
indien zijn vader of moeder of beiden de
ouderlijke macht missen
indien hij door zijn vader, moeder of voogd
erlaten is; of
indien hij ouderloos is of in wettelijken zin
jeen vader of moeder heeft en hot niet bekeud
is dat hij een voogd heeft.
Hij, die door de bestuurders, in art. 22 /er-
meld, ter inschrijving moet worden opgegeven
of die in dienst is bij de zeemacht, i'e marine-
reserve en het corps mariniers hieronder begre
pen, bij het leger hier te lande of bij de kolo
niale troepen, is tot het doen \an de aangifte
niet verplicht.
Voor hem of haar, die tot het doen der aan
gifte verplicht is, kan de aangifte geschieden
door een ander daartoe schriftelijk gemachtigd.
De volmacht blijft onder Burge.aeester en Wet
houders berusten.
De wijze, waarop van de gedane aangifte moet
blijken, wordt door Ons bepaald.
Art. 18. Voor do militie wordt ook ingeschre
ven of wordt opnieuw ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander,
die na den lsten Januari van het jaar, volgende
op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht,
en vóór het intreden van et 21ste levensjaar
zijn verblijf binnen het Rijk, in hot Duitsehe
Ryk of in het Koningrijk België gevestigd heeft
2o. ieder minderjarig mannelij!. Nederlander,
wiens vader, moeder of voogd na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin
de minderjarige het 18de levensjaar volbracht,
en vóór het intreden van diens 21ste levensjaar
zijne of hare woonplaats binnen het Ryk, in het
Duitsehe Rijk of in het Koningrijk België ge
vestigd heeft;
3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den
lsten Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór
het intreden van het 21ste levensjaar Nederlan
der of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij
in een der hierboven onder lo. omschreven ge
vallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd
verkeert in een der gevallen, hierboven onder
2o. omschreven
4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlan
der, die na den lsten Januari van hei jaar, vol
gende op dat, waarin hij het 18de levensjaar
volbracht, en vóór het intreden van het 21ste
levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in
het Duitsehe Rijk of in het Koningryk België
gevestigd of er woonplaats verkregen heeft
5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den
lsten Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en
vóór het intreden van het 21ste levensjaar Ne
derlander of opnieuw Nederlander is geworden,
zoo hij in een der hierboven onder 4o. omschre
ven gevallen verkeert;
6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na
den lsten Januari van het jaar, rolgende op
dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht,
en vóór het intreden van het 21ste levensjaar
ingezetene of opnieuw ingezetene is geworden in
den zin der tweede zinsnede van art. 13.
Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat
artikel en art. 15.
Ten aanzien van de gemeente, wa r de in
schrijving of de inschryving opnieuw moet ge
schieden en van de verplichting tot het doen
van aangifte ter inschryving of ter inschrijving
opnieuw gelden de eerste zinsnede van art. 14
en de laatste vijf zinsneden van art. 16.
De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving
opnieuw van hem, die volgens de eerste zin
snede van dit artikel moet worden ingeschreven,
geschiedt innen dertig dagen na het verkrijgen,
of werd hij reeds vroeger ingeschreven doch van
het register afgevoerd, na het terug erlangen
van het Nederlanderschap of van het ingezeten
schap, of na de vestiging van verblijf of de ves
tiging of het verkrijgen van woonplaats binnen
het Ryk, in het Duitsehe Rijk of in het Koning
rijk België.
De inschryving geschiedt in hot register be
treffende de lichting van het jaar, waartoe de
in de eerste zinsnede van dit artikel bedoelde
persoon volgens zijnen leeftijd behoort.
Art. 22. Behoudens de bepalingen in art. 16
zenden bestuurders van krankzinnigen-, doof
stommen- en blinden gestichten, alsmede die dor
koloniën van weldadigheid, van gevangenissen,
van Rijksinrichtingen en van Rijksopvoedingsge
stichten jaarlijks vóór den lOden Januari e
opgave van de daarin opgenomen mannelijke
personen, die op den lsten Januari hun 19de
jaar zijn ingetreden, aan Onzen Commissaris in
de Provincie, in welke de inschrijving van die
personen voor de nvililie moet plaats hebben.
Deze opgave is ingericht in den door Ons te
bepalen vorm.
Art. 166. Met boete van ten minste vijftig
cent en. ten hoogste honderd gulden wordt ge
straft de overtreding van de artt. 16, 18 en 22.
Voorts wordt bekend gemaakt, dat van elk,
die moet worden ingeschreven, de overlegging
van een uittreksel uit het gehoor te-register kan
worden gevorderddat die uittreksels voor hen,
die in deze Gemeente in het jaar 1890 zijn ge
boren, bij de inschrijving zullen voorhanden zijn
en dat zij, die in een andere Gemeente zijn
geboren, zich gedurende (len loop dezer maand,
dagelijks (Zon- en feestdagen uitgezonderd) van
des morgens 10 tot 12 des middags kunnen
vervoegen ter Gemeen te-secretarie, ten einde
zoodanig uittreksel door tusohenkomst van den
Burgemeester te doen aanvragen.
Wordende de belanghebenden verder, ter be
vordering van orde, verzocht om dë bovenbe
doelde tijdsbepalingen nauwkeurig in- acht te
nemen., alsmede om bij aangifte mede te bren
gen een duidelijke opgave van. de woonplaats,
met aanduiding van wijk en huisnummer.
De eerste maal afgekondigd te Amersfoort
den lOen December 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J G. STENFEUT KROESE. WUIJTIERS:
Kostelooze Inenting.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op artikel 18 der wet van 4 December
1872 (Staatsblad no. lil);
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze in
enting wordt gegeven op den eersten en twee
den Maandag van- de maanden Januari, April,
Juli en October, telkens des namiddags te drie
ure, in de daartoe bestemde localiteiten van het
voormalig schoolgebouw wijk A. Koestraat no. 9.
Gedaan te Amersfoort, den 8 Deceem-ber 1908.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STENTERT KROESE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht.
I>e ltaliaansch»Russische entente.
Van de Italiaansch-Russische entente,
waarover thans zoo veel gesproken wordt,
heeft minister Tittoni m de volgende woor
den in de Italiaansche Kamer gewag ge
maakt „Wat Rusland betreft, heb ik mij
er op toegelegd onze wederzij dsche betrek
kingen te verbeteren. En thans bestaan de
stroomingen van antipathie niet meer, die
men vroeger constateerde. Do toenadering
tusschen Rusland en Italië is oortaan een
voldongen feit, waarvan het ge ,'icht zich in
de toekoms* meer en meer zal openbaren.
Over den aard van de thans tusschen Italië
en Rusland bestaande erhouding deelt de
•rrespondent van de Temps te Rome dit
mede
,,Ik meen te weten, dat er tusschen Rus
land en Italië geen eigenlijk geiegd verdrag
bestaat, noch zelfs eene schriftelijke over
eenkomst. Maar er zijn eene reeks monde
linge afspraken geweest, die geleid hebben
tot eene zeer duidelijke toena "ering op con-
creten grondslag.
Het accoord is begonnen mei de komst
van Moerawjew in Italië. Er u eerst een
handelsverdrag gesloten tusschen de beide
natiën. Daarna zijn de Russische zeelieden
te Napels en te Rome gekomen, waar hun
eene zeer beteekenisvollfc o t vangst werd
bereid. Behalve de receptiën in het Quirinaal
en aan de Consulta, was er oen diplomatiek
diner in het Russische gezantschapsgebouw
en nog een in de Fransche ainlassade, dat
werd bijgewoond door den raaf van Turijn.
Eindelijk bleek bij de ontmoeting te Desio
verleden zomer, tusschen de ministers Is-
wolski en Tittoni, uit de commentaren in de
Italiaansche pers van alle partijen hoe klaar
blijkelijk de verstandhouding was tusschen
de beide regeeringen en d.- beide natiën.
Volgens hetgeen ik heb kunnei opvangen,
hebben Rusland en Italië in loop van
de gedachlenwisseling te Oes; over het Bal
kan-vraagstuk elkaar wederkeerig beloofd
hunne belangen in het iSalkangebied te zul
len steunen, welke ook de galeurtenissen
mogen zijn die zullen kernen.''
De Neue Freie Presse schrijft, dat Rus
land en Italië bovenal moeten zijn overeen
gekomen, dat geen van .'.e be ue staten de
hand zal leenen tot eene .vijziging in den
toestand aan den Balkan, zonder den ander
daarvan op de hoogte e stellen.
„Wat de conferentie betreft, hierover heeft
Tittoni zich met opvullende reserve uitge
laten. Ofschoon uit zijne rede een sterk ver
trouwen op de vrede spreekt, geeft zij toch
volstrekt geen aanleiding om aan de spoe
dige verwezenlijking van de conferentie te
gelooven. De conferentie schijnt veeleer iets
meer op den achtergrond gekomen te zijn,
omdat het Russische en het Oostenrijksche
standpunt betreffende de discussie al of
niet van de annexatie op de conferentie nog
belangrijk verschillen. Het schijnt zeker,
dat Oostenrijk-Hongarije niet van zins is
zijn standpunt prijs te geven, dat over de
annexatie van Bosnië op de conferentie niet
mag worden gesproken.
„In diplomatieke kringen houdt men 't
nog altijd voor beter, dat de conferentie
wordt uitgesteld of zelfs in 't geheel niet
plaats heeft, dan dat de mogendheden aan
de conferentietafel gaan zitten zonder de
zekerheid, dat de conferentie ongestoord zal
erloopen.
„Derhalve zal ook na Tittoni's rede de
verdere arbeid in deze richting moeten ge
schieden, dat Rusland en Oostenrijk-Hon
garije zich met elkaar verstaan, al is 't ook
niet vandaag of morgen. Maar ook tusschen
Oostenrijk-Hongarije en Turkije moet de
weg geëffend worden. Wel is waar schijnt
Oostenrijk-Hongarije vast besloten, wat de
vraag betreft der overneming van het op
Bosnië komende deel dei* Turksche staats
schuld, onverzettelijk te blijven. De vraag
der overneming van de staatsschuld door
Oostenrijk-Hongarije zou eene reeks van
kwestiën aan 't rollen kunnen brengen, die
de diplomatie, om den toestand niet te ver
warren, uit den weg moet gaan. Door het
toegeven van Oostenrijk-Hongarije op dit
punt zou ook Bulgarije in zijne positie te
genover Turkije zeer verzwakt worden. Het
zou dan onvermijdelijk zijn, dat ook Bul
garije gehouden was een aandeel in de
Turksche staatsschuld te betalen. En daar
deze som zeer groot is en nooit door Bul
garije zou kunnen worden betaald, zou dit
tot een conflict tusschen Bulgarije en Tur
kije leiden. Overigens zou ook Oostenrijk-
Hongarije aan Turkije eene rekening kun
nen presenteeren, in de eerste'plaats van de
in het sandjak Novibazar, maar misschien
ook van de in Bosnië gedane uitgaven, en
het is zeer de vraag, of dan niet Turkije aan
de debetzijde zou komen te staan.
Daarom wordt het als zeker beschouwd,
dat Oostenrijk-Hongarije, hoe bereid overi
gens ook tot concessiën aan Turkije, op dit
punt niet zal toegeven. Er is dus nog veel
te regelen voordat eene conferentie tot stand
komt, en daarom heeft Tittoni er de voor
keur aan gegeven over de conferentie een
volstrekt zwijgen in acht te nemen."
Duitschland.
B e r 1 ij n, 9 D e c. Op het einde van
de zitting van den Rijksdag verklaarde
heden staatssecretaris Dernburg, naar aan
leiding van een art:kel in de Standard,
waarin werd medegedeeld, dat hij aan de
eerste-ministers van de Kaapkolonie en de
Transvaal een aanbod zou hebben gedaan
tot afstand in pacht van de Walvisch-baai
en daarvoor een concessie voor een spoor
weg door Zuid-West-Afrika beloofd, dat zulk
een aanbod nooit, in geenerlei vorm, was
gedaan. Nooit had hij, zooals de Standard
had beweerd, invloed had trachten uit te
oefenen op leden van het Bondcongres ten
gunste van dit plan. Het artikel van de
Standard was een brutaal verzinsel, slechts
geschikt om wantrouwen en tweedracht tus
schen het Duitsehe en het Engelsche volk te
Berlijnsche bladen berichten, dat dezer
dagen bij vorst Philip Eulenburg in Lie-
benberg een den zieke geheel verrassend
gerechtelijk geneeskundig onderzoek pla'ats
gehad. Het resultaat was, dat de mogelijk
heid eener nieuwe behandeling van het pro
ces in afzienbaren tijd uitgesloten schijnt.
Frankrijk.
P a r ij s 9 Dec. In het aigemeene
rapport van den Senaat over de begrooting
wordt geconstateerd, dat de begrooting, die
door de Kamer is aangenomen, loopt over
een bedrag van 2,989,333,059 fres., met de
aauvullingskredieten te zamen meer dan 4
milliard fres. Het nadeelig saldo bedraagt
37,974.881 fres., te dekken door een lee
ning op korten termijn tot een bedrag van
38 millioen fres.
Het langdurige debat in de Kamer over de
vraag of de doodstaf zou worden afgeschaft
of gehandhaafd, is eindelijk in laatstgemel-
den zin beslist. De regeering had een wets
ontwerp ingediend om de doodstaf af te
schaffen en haar te vervangen door levens
lange tuchthuisstraf met eenzame opslui
ting. De commissie van de Kamer had aan
vankelijk hiermee ingestemd, maar onder
den indruk van eenige sensatiewekkende
misdrijven, die in het laatste jaar zijn voor
gekomen, was zij van standpunt veranderd
en had zij een tegenontwerp ingediend, dat
in art. 7 van het strafwetboek de doodstraf
handhaafde en de lijst der straffen aanvulde
door invoering van de levenslange tucht
huisstraf met eenzame opsluiting. De radi
cale tegenstanders van de doodstraf tracht
ten door obstructie de beslissing nog uitge
steld te krijgen, maar dat mislukte. Even
min slaagde eene niet steun van de regee
ring beproefde poging om de invoering van
de levenslange tuchthuisstraf met eenzame
opsluiting alleen te doen aannemen, ten ein
de zoo te beletten, dat de uitdrukkelijke be
krachtiging der doodstraf, zooals de com
missie wilde, werd verkregen. Den aanhan
gers van de doodstraf kwam het juist op de
uitdrukkelijke bekrachtiging van de dood
straf door het parlement aan, omdat in de
laatste jaren de toepassing van deze straf in
onbruik was geraakt, doordat de president
der republiek als stelregel had aangenomen
aan de ter dood veroordeelden gratie te ver-
leenen. Zij verijdelden das al deze pogingen
en stelden de Kamer voor de beslissing of
de doodstraf al of niet zou worden gehand
haafd.
De commissie had voor de stemming over
het eerste artikel van het door haar inge
diende wetsontwerp de openbare stemming
op de tribune met oproeping van de namen
gevraagd.
Daarop kwam zij echter terug, zoodat de
stemming op de gewone wijze plaats had.
De aanneming van het artikel geschiedde
met 330 tegen 221 stemmende doodstraf
is dus behouden. Minister Briand had van
deze beslissing geen portefeuillekwestie ge
maakt; hij behoeft dus niet af te treden.
De begrootingscommissie heeft eenige
wetsontwerpen tot het verleenen van supple-
toire credieten behandeld, waaronder een,
dat betrekking heeft op de zaken in Marok
ko. Zij beslopt de Kamer aan te bevelen het
toestaan van een crediet van 25,118,000 frs.
tot dekking van buitengewone uitgaven in
den loop van 1908. \\'anneer men daarbij
voegt het bedrag van 16 millioen, voor het
zelfde doel toegestaan tot dekking van uit
gaven in 1907, dan komt men tot een totaal
bedrag van 41 millioen voor de kosten van
den veldtocht, die ondernomen is tengevolge
van de- incidenten van Casablanca.
P a r ij s 9 Dec. In eene rede op een
feestmaal van de „Alliance démocratique
rêpublicaine" constateerde de heer Picard,
minister van marine, dat twee Elzassers aan
het hoofd van de nationale verdediging
staan. Het is alsof het noodlot het verleden
wil doen herleven in de oogen van het jon
gere geslacht, dat daardoor aan het vreese-
lijke jaar herinnerd wordt.
De minister hoopt een vloot te kunnen
scheppen, Frankrijk's macht waardig.
Herinnerde aan de jongste internationale
incidenten zeide hij, dat Frankrijk een on
vergetelijk voorbeeld van vaderlandsliefde
had gegeven. De anti-militaristische propa
ganda kan niet kiemen in den Gallischen
grond. De voorouders uit de dagen van
Valmy en Jemappes zouden oprijzen uit
hunne graven, waarin zij sedert eene eeuw
rusten, om de schuldigen te kastijden, die
de wapens willen nederleggen tegenover den
vreemdeling, maar om ze ter hand te nemen
voor broedermoordende twisten.
Engeland.
Londen, 9 Dec. De erste minister
Asquith heeft eene mededeeling gedaan om
trent de nog in deze zitting te behandelen
zaken. Hij zeide, dat de regeervng van plan
was nog verschillende ontwerpen af te doen,
o. a. het ontwerp op den achtungen arbeids
dag voor mijnwerkers ea dat op de Londen-
sche haven. Als datum, waarop het Huis
waarschijnlijk verdaagd zal worden, noemde
hij 18 December.
Italië.
D Agenzia Stefani verklaart ten stelligste,
dat het door ©enige bladen verspreide ge
lucht, dat de regeering van plan zou zijn
to: dekking van de nieuwe buitengewone uit
gaven voor leger en vloot eene leening te
stuiten, ongegrond is.
R o m e, 9 D e c. Het Giornale d'Italia be
richt, dat de Oostenrijksche autoriteiten
door de gendarmerie eene Italiaansche
school hebben laten insluiten, die de Ita
liaansche gemeente Baglino voor hare ge-
mcentenaren onderhield in de grensplaats
Ricco Maccimo.
Portugal.
Lissabon, 9 Dec. De Koning zal
gedurende eenige dagen volstrekte rust moe
ten houden en niemand ontvangen.
Oostenrijk.
Weenen, 9 Dec. Ju de Kamer ver
klaarde de niinister-presidtnt Bienerth, te
midden van manifestaties in verschillenden
geest, dat de regeering de ir Praag genomen
maatregelen zal opschorten wanneer de rust
zal zijn hersteld. De regeling zal in Januari
een wetsontwerp indienen teneinde Italiaan
sche rechtsfaculteiten te scheppen. De mi
nister-president deed een beroep op de Tsje
chen en Duitschers dat deze een wapenstil
stand zouden sluiten.
De Balkancrisis.
Weenen, 9 Dec. Het antwoord van
Oostenrijk op de laatste Russische nota is
gisteren verzonden.
R o m e, 9 D e c. De onderhandelingen
over de conferentie worden levendig voort
gezet en men behoudt de hoop tot overeen
stemming te zullen komen.
Turkije.
De Jeni Gazetta kondigt aan, dat de ope
ning van het parlement in ieder geval den
i4en van deze maand zal plaats hebben. De
sultan zal de openingszitting bijwonen en is
vac plan de vergaderingen om de drie of
vier dagen te bezoeken.
Konstantinopel, 9 Dec. Volgens
een dagbladbericht heeft de grootvizier aan j
den Oostenrijkschen ambassadour Pallavicini
in een onderhoud medegedeeld, dat wanneer
Oostenrijk met de Porte tot overeenstemming j
wenscht te geraken het de quaestie van den I
boycot ter zijde moest iatcn en in de eerste