BINNENLAND. Moge het rijk allen voorspoed deelachtig worden. De Allerhoogste schenke ons alle succes." De verklaring van den sultan, dat hij het rij* overeenkomstig de grondwet geregeerd wil zien, lokte langdurige toejuichingen en kreten „Leve de sultan 1" uit. Nog uit verschillende Europeesche hoofdsteden zijn aan het Turksche par lement begroetingen gezonden bij zijn eerste optredenzoo uit Parijs, uit Rome en uit Athene. In Sofia brachten de hoofden van "de vreemde missiën den Turkschen com missaris hunne gelukwenschen eene depu tatie van het bureau van de sobranje en een vertegenwoordiger van den minister van bui- tcnlandsche zaken deden dit eveneens. De Servische skocpschtina zond een telegram van gelukwensching, waarin wordt gezegd „Als vertegenwoordigers van hot Servische volk, dat de constitutioneele en parlemen taire vrijheden als den voornaamsten waar borg van zijne sterkte en ontwikkeling be schouwt, verheugen wij ons oprecht over de opening van het Turksche parlement, dit kostbare bezit dat onze heldhaftige buren en vrienden, waarmee vij zoovele gemeen schappelijke belangen hebben, hebben ver worven. Van harte eene gelukkige beves tiging van de nieuwe staatsorde in het Turk- sche rijk wenschende, hopen wij, dat in het genot van de burgerlijke vrijheden de beide naburige natiën aansporing on kracht zul len vinden om mot waardigheid te kunnen bewaren wat onze voorvaderen als gemeen schappelijk goed hebben nagelaten." Het aantal der door den sultan benoemde senatoren bepaalt zich tot 42, terwijl de grondwet hot maximum-aantal leden van den Senaat op 80 heeft bopaald. De benoemden zijn oude ambtenaren en generaals, die bijna allen onder het oude stelsel eene rol hebben gespeeld. Konstantinopel, 18 Dec. De sultan heeft den grootvizier zijue erkente lijkheid uitgedrukt voor de hem betoonde hulde en den secretaris van den Yildiz- kiosk zijne voldoening over de orde, die heeft geheerscht bij de openingsplechtigheid van de zitting en over de houding van de bevolking. De dag van gisteren is als een feestdag gevierd in het geheele rijk, zonder dat eenig incident wordt gemeld. Constantinopel, 18 Decem ber. Abdurrhaman Bey is benoemd tot minister van onderwijs ter vervanging van» Tapti Bey, die benoemd is tot gezant te Rome. De commandant van het derde legerkorps te Saloniki heeft bekend gemaakt, dat alle vreemde gendarmerie-officieren weldra Ma- oedonië zullen verlaten en dat hunne aan spraken op schadeloosstelling met de gezan ten te Konstant'nopel zullen worden gere geld. Vereenlgde Staten. Do benoemde president Taft heeft in eene rede op een feestmaal van de Ohio-maat- schappij verklaard, dat hij geen schijnher- ziening van het tarief zou duldenhij gaf te kennen, dat hij eventueel zijn veto daar tegen zou uitbrengen. Hij verlangt eene verandering van Sherman's anti-trustwet, zoodat de rechtmatige belangen beter be schermd worden, de onrechtmatige scherper vervolgd. Augusta (Georgia), 1 8 D e c. De benoemde president Taft heeft in het door he.samen te stellen kabinet den gewezen attorney-general Philander Knox tot staats secretaris benoemd. Chili. Santiago deChi-i, 18 Dec. l)e .ministers van financiën en buitenlandsche zaken hebben ontslag genomen. Allerlei. Le Mans, 18 Dec. Wilbur Wright heeft heden morgen met zijn luchtschip 99 Kilometers afgelegd in 1 uur 53 minuten 59 seconden. vMaagh, die wegens den moord in deu trein Trier-Coblenz was aangehouden, heeft bekend den handelsreiziger Regel inderdaad te hebben vermoord. Do Staatscourant van Zaterdag 19 December bevat o. m. de volgende Kon. besluiten benoemd tot leeraar R. H. B. S. te Den Helder C. Boorsma, thans leeraar aan de gemeentelijke H. B. S. te Briello, on C. R. de Boor, thans tijdelijk leeraar aan oone H. B. S. on onderwijzer aan oen openbare lagere school te Amsterdam. is H. J. B. Bersma, surnumerair dor di recte belastingen, invoerrechten en accijnzen in de directie Zwolle, met ingang van 1 Ja nuari 1909, benoemd tot commies ter directie derzelfde middelen aldaar is C. W. van Stapele, verificateur der in voerrechten en accijnzen te Arnhem voor den tijd van één jaar belast met.de waarneming der belastingen, invoerrechten en accijnzen te Gendringen, en is benoemd tot ohtvanger der directe belastingen en accijnzen ve Hardenberg F. Hamilton of Silverton Hill, surnumerair der directe belastingen, invoerrechten en accijn zen in dc directie Amsterdam zijn met ingang van 1 Jan. 1909 voor den tijd van drie jaren in de commissie voor het Muntwezen benoemd tot lid en voorzitter de heer dr. E. Cohen, hoogloeraar bij do faculteit der wis- en na tuurkunde aan de Rijksuniversiteit te Utreoht tot lid do heer jhr. mr. J. H. van Reo- nen, lid der Algomeone Rekenkamer to 's Gravenhago tot lid on secretaris de heer dr. P. van Romburgh, hoogleoraar in de chemie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. benoemd tot burgemeester van Raams- donk F M. A. J. ridder de van der Schueren bevorderd tot luitenant ter zee 2e klasse de adelborsten le klasse H. A. Crommelin en J A. V. Swenker op verzoek eervol ontslagen de gepens. officier van administratie 2e klasse J v. d. Hurk als kassier van het Weduwen- en Wee- zenfonds van de officieren der zeemacht en als zoodanig benoemd de eervol ontslagen luitenant ter zee 2e klasse H. v. d. Slooten. De particuliere heeren en de militaire officieren, die aan de Koningin audiëntie ter dankbetuiging of voorstelling hebben aange vraagd, zullen daartoe a s. Woensdag 23 de zer namens H. M. door Z K. H. den Prins ten paleize worden ontvangen. De audiëntie van den minister van justitie zal op Maandag 21 en 28 December a. s. niet plaats hebben. Nederland en Venezuela. Blijkens een jongste opgaaf van sa menstelling van het gezan:encorps te Cara cas zijn do diplomatieke betrekkingen met Venezuela afgebroken, behalve door Neder land, bovendien door d« Vereenigde Sta ten van Noord-Amerika en den staat Colum bia en zijn tusschen Frankrijk en Vene zuela alle betrekkingen opgeheven. Het ministerie van Buitenlandsohe Za ken .had tot gistermiddag nog geen bevesti ging ontvangen van de berichten, volgens welke onze marine een derde Venezuelaansch schip genomen en Venezuela aan Nederland den oorlog verklaard zou hebben. Het Haagsche Correspondentiebureau meldt Aan het departement vl.. Buitenlandsche Zaken staat de meening vast dat de afkon diging van den staat van beleg <n Venezuela, waarvan het bericht uit Caracas naar alle deelen der wereld is overgeseind, en waarbij de woorden „State of War" gebruikt zijn, de aanleiding is geweest tot de misvatting dat Venezuela aan Nederland den oorlog had verklaard. Aan de zinspeling van Castro, in een ge sprek te Berlijn, op de mogelijkheid der zen ding van vertrouwde agenten naar Neder land, eene uitlating welke nagenoeg onopge merkt is voorbijgegaan, ..ordt hier nog al waarde gehecht, le meer daar op het voor stel der Vonezolaansche Regeering, gedaan in hare tweede, begin November ontvangen nota aan het Nederlandsche gouvernement om onzerzijds een diplomatiek persoon naar Caracas af te vaardigen, et is ingegaan. De Parijsche Herald vult het bericht uit Washington, betreffende de zoogenaamde oorlogsverklaring van Venezuela nog in dier voege aan, dat do Amerikaansche regeering de tijding ontving van Paxton Hibben, secretaris der legatie te Bogota, Columbia. I)eze seinde aldus een telegram over, dat door den minister van Buitenlandsche Zaken uit Caracas was ontvangen. Het zeide „dat met het oog op de blokkade en inbeslagne ming van een Venezolaansch schip, de regee ring van Venezuela, na buitengewone be voegdheden voor verdediging te hebben aan vaard, een toestand van oorlog afkondigde", (declared a state of war). De vergissing blijkt dus óók te wijten aan een verkeerde opvatting van het woord declared als „ver klaarde" in plaats van „afkondiging". De Times-correspondent te Washington verneemt uit particuliere bron, dat de revo lutionaire bewoging in Venezuela toeneemt. „Is dat zoo", seint hij, „dan nemen de zaken een loop, die zeer bevredigend is voor deze regeering. Toen de kastijding door de Neder landers begon, vreesde men hier alleen, dat deze president Castro's macht zou versterken. Thans wordt officieus te kennen gegeven, dat zoo een nieuwe regeering gevestigd mqcht worden, het voor haar niet moeilijk zal val len erkenning te vorkrijgen van de Ver. Sta ten." Ook de berichtgever van de Daily Tele graph te Washington verklaart, dat men al daar algemeen hot er voor houdt, dat er binnen eenige dagen een crisis zal uitbreken in Venezuela en dat de tegenwoordige be toogingen tegen Castro en zijn aanhang zul len overgaan in een revolutie tegen do tegen woordige regeering te Caracas Mocht zoo'n revolutie uitbreken, dan is het meer dan waarschijnlijk, dat de revolutionnairen het land binnen eenige dagen zullen hebben schoongeveegd en de regeering van Castro omverwerpen Gedurende de laatste jaren immers was het alleen te danken aan den machtigen in vloed van Castro, dat er geen burgeroorlog is uitgebroken, maar nu deze feitelijk uit het land is gevlucht, is zijn val, volgens de ambtenaren van het departement van bui tenlandsche zaken, nog slechts een quaestie van een paar dagen. En evenals de berichtgever van de Daily Chronicle verklaart ook deze correspondent, dat er na een omwenteling geen bezwaar voor de Vereenigde Staten zal bestaan van hervatting der d'plomatieke betrekkingen in overweging te nemen. Wanneer dan de nieuwe regeering bewijzen heeft gegeven van hare stabiliteit en zij in staat geacht zal worden hare internationale verplichtin gen na te komen, zal de quaestie der erken ning ter hand worden genomen door den staatssecretaris van buitenlandsche zaken. Men denkt zelfs, dat Noord-Amerika een der eerste mogendheden zal zijn, die den even- tueelen nieuwen stand van zaken zal erken nen. Het „Berl. Tagobl." voortbordurende op de „oorlogsverklaring", k"n zich niet goed voorstellen, hoe deze „oo:log" gevoerd zou worden. Het blad schrijft: „Holland denkt er niet aan, troopen te landen en heeft ook aan de Ver. Staten uit drukkelijk beloofd dat n:et te doen. Uit hun kustforten zullen Je Venezolanen de nazaten van De ftuyter ook niot kunnen overwinnen, doch voor Krijgvooring ter zee ontbreken hun de schepen. Zij kunnen ook bezwaarlijk een vijandige exped'tie tegen Curasao, laat staan tegen Holland op zijn Indische koloniën ondernemen. De Holland- sche koopvaardijschepen worden door de thans voor Venezuela vertoevende eigen oor logsschepen voldoende beschermd. De oorlog zou dus slechts kunnen bestaan. in onder handelingen over den vrede. Nu moet afge wacht worden of deze vrede door 'de regee ring van Castro, tegen wien alleen Holland maatregelen genomen heeft, of aoor de oppo sitiepartij deze wordt in Venezuela altijd revolutionairen genoemd gesloten wordt." De „Independence Beige' schrijft naar aanleiding van het optreden onzer oorlogs schepen op de Venezolaans-he kust „Het zijn geen eigenlijk gezegde daden van vijandschap, want er is geen oorlogstoestand. Da Nederlandsche regeering overgegaan tot dwangmaatregelen, eie geacht worden den vrede niet te verbreken. Het internatio nale recht rangschikt daaronder gelijk be kend is, retorsie, repressaille-maatregelen, het embargo en de vreedzame blokkade. In de huidigo fase van het Nederlandsch- Venezuelaansche geschil is men toe aan de repressailles, d. z. daden waarmede nu eens de onderdanen van een anderen Staat dan weer die andere Staat zelf getroffen wordt. Zoo is van het laatste een voorbeeld- uit de hedendaagsche geschiedenis het- zenden van oorlogsschepen in territoriale wateren, het in beslag nemen en innen van douane-gel den, het opbrengen van oorlogsschepen, het bombardement, het vernielen van forten en arsenalen en het met geweld Dezetten van zekere gedeelten van net g'ondgebied als pand. De vraag of men door die repressailles geen gevaar loopt vanzelf -n den oor'ogstoe- stand te geraken, is niet onbelangrijk. Immers ook hier komen vaak land- en zeemacht in actie. Echter verdient het opmerking, dat in de laatste 25 jaar verschillende mogendheden tot die repressaille-maatregelen bun toevlucht namen en dat men daaruit heeft kunnen zien, dat dergelijke maatregelen minder wroed zijn dan een oorlog, terwijl zij tot hetzelfde re sultaat leiden, erkenning door den „schul digen" staat van zijn ongelijk en van zijn onrechtmatig gedragen. Overigens kan men er op voorbereid zijn dat de Nederlandsche regeering binnenkort tot een vreedzame blokkade overgaat, als tenminste Venezuela niet de politiek van president Castro verloochent Het is ook niet onnoodig er hier nog op te wijzen, dat ingeval van geschil met Zuid- Amerikaansche Staten, de bovengenoemde middelen bovendien het voordeel hebben de Monroe-leer intact te laten, welke immers elke intervéntie eener Europeesche mogend heid in Amerikaansche aangelegenheden af wijst, m. a. w. de regeering te Washington zou machtigen zich te verzetten tegen een oorlog welke eenige Europeesche mogendheid aan een of anderen Amerikaan schen staat zou verklaren. Aan de Daily Chronicle wordt uit Washington geseind, dat de Nederlandsche legatie aldaar geen bericht heeft ontvangen omtrent- de oorlogsverklaring en dat de le den van het Venezolaansche gezantschap weigeren eenige inlichtingen te dezer zake te geven. Aan het ministerie van buitenlandsche zaken daar ter stede is ook geen bevestiging van de oorlogsverklaring ontvangen, maar men acht het zeer waarschijnlijk, dat het bericht daaromtrent juist is, ofschoon men het er voor houdt, dat de vijandelijkheden voorloopig nog niet geopend zullen worden. Venezuela is n.l. niet bij machte repre saille-maatregelen te nemen en de verhou ding tusschen de regeering en de bevolking is ook al niet van de beste. Men acht liet te Washington waarschijn lijk, dat de N-derlandsche regeering zich zal beperken tot een blokkade van de kust, meer in het bijzonder van de havens La Guaira en Puerto Gabello en dat de drie aanwezige oorlogsschepen intussclien zullen voortgaan met inbeslagneming van de schepen van de Venezolaansche regeering. Zoolang er alleen quaestie is van een blokkade zal de Amerikaansche regeering niet tusschenbeide treden. Men gelooft hier dat Venezuela zoo goed als rijp is voor een revolutie en ten over vloede zijn na het vertrek van den president zich revolutionaire leiders in verschillende provincies beginnen te vertoonen. Volgens de berichten wint de meening, dat Castro Venezuela aan zijn lot heeft over gelaten, hoe langer hoe meer veld en het revolutionaire tracht die meening nog meer ingang te verschaffen. Twee bewegingen zijn er gaande, de eene Gomez te bewegen de teugels van het be wind in handen te nemen en een andere, wier doel is de geheele tegenwoordige regee ring omver te werpen. Uit het werk „Heere und Flotten aller Staaten der Erde" van T. (major a. D.) 1907, dat in militaire kringen een goeden naam heeft, wordt door de „N. R. Ct". het volgende over het leger van Venezuela overgenomen Plannen tot invoering van den algemee- nen dienstplicht zijn tot nu toe niet tot uit voering gekomen, de recruteering voor het leger is volstrekt willekeurig. Het land is in 5 militaire districten verdeeld. In 24 plaatsen zijn commandanten. Troepen9 bataljons infanterie (elk 6 compagniën van 60 man, 1 bataljon artil lerie, 1 eskadron cavalerie, 2 compagniën marine-infantcrie. Vredessterkte 4000 man, vervolgens 11,765 officieren-tit., in oorlogstijd komen daarbij 100,000 man militie. De infanterie is met het Mausergeweer gewapend, waarvan 34,000 stuks voorhan den zijn, zoomede 9000 Remingtongeweren en andere modellen. Er zijn 40 Krupp-ka- nonnen aanwezig. Er is eene artillerie-academie en 1 mu ziekkorps. Reuter seint uit Brussel De Indépendance acht Castro's regeering tot elke dwaasheid in staat, doch de ge dachte aan een oorlogsverklaring doet on willekeurig glimlachen immers men vraagt zich af hoe hij in de practijk vijandelijkhe den zou kunnen openen. Aan oen brief uit Willemstad d.d. 29 November aan het N. v. d. D. is nog het volgende ontleend Wat voor invloed heeft de intrekking van het verbod van uitvoer van wapenen op den gang van zaken gehad? Voor zoover men weet zijn er nog geen verzoeken bij het koloniale bestuur inge komen tot het opslaan van wapenen, slechts nieuwsgierigen hebben misschien navraag gedaan naar de voorwaarden van opslag en uitvoer. Het is ook niot te verwachten, dat in de eerste dagen een bepaald voorstel der omwentelingsgezinden zal komende be richten uit New-York met de laatste mail ontvangen luiden nfet gunstig voor de be- "weging tegen Castro. De ontevredenen zijn het nog niet eens, hoe zij den buit zullen verdeelen en hebben zich nog niet onder worpen aan een algemeenen leider, en zoo lang dit duurt kan men geen goeden uitslag verwachten. Riera op Curasao, Rolando in New-York, Hernandez in Engeland, Ma- tos in Parijs, allen loerende op de kans om zich van het bewind meester te maken, kun nen onmogelijk den sterken tegenstander be kampen en zullen nooit aan de middelen ko men om hun doel te bereiken. De Curagaosche correspondent van De Tijd schrijft d.d. 24 November: Het status quo blijft gehandhaafd. Er is dus op politiek gebied geen meldenswaardig nieuws. Dat generaal Castro op last zijner geneeslieeren in Europa eene operatie zou moeten ondergaan, klinkt niet onwaarschijn lijk. 't Zou voor hem eene schoone gelegen heid zijn, om aan de netelige Hollandsche quaestie te ontkomen, zonder te buigen. Want tot dit laatste is hij allerminst ge neigd. Maar de zaak door zijn vice-presi dent Juan Vicente Gomez laten opknappen en daarna naar Venezuela terugkeeren of in Parijs rustig en blijmoedig de millioentjes genieten, die hij in 9 jaar ten getale van 120 bij elkaar gekregen heeft, 't zou eene politiek zijn den gelukzoeker uit de Andés volkomen waardig. Van uitvoer van wapenen of van het ge bruik maken van ons koloniaal terrein voor revolutionaire doeleinden hoort of ziet men nog weinig. Voor het organiseeren eener revolutie is bovenal geld noodig en, naar men algemeen gelooft, ontbreekt die „ze nuw des oorlogs" bij de leiders der opposi tie zoo goed als geheel en al. Zij hebben zich gewend tot de groote kapitalisten van de „Bermudez Asfalt Company" en „Ori noco Navigation Company" enz. te New- York, welke door Castro van hunne rech ten beroofd zijn; doch door eenige vage toezeggingen van minister Root te Washing ton geleid of misleid, schijnen zij weinig genegen, kapitaal te steken in eene altijd onzekere revolutie. Als de regeering der Ver. Staten zelf dan maar eens een hand uit de mouw wilde stekenmaar daar zijn nog weinig teekenen die het voorspellen. Er zijn op 't oogenblik zoovele en gewich tiger vragen op te lossen Volgens den Berlijnschen correspondent van de N. Y. Herald heeft president Castro gezegd, dat de vaartuigen, die Nederlan ders hadden opgebracht, niet meer dan een soort pleizierjachten waren, en dat wat ze dan waard mogen wezen spoedig betaald zou wezen door een boycot op Nederlandsche wa ren in Venezuela. Castro houdt zich groot 1 President Castro. De Berlijnsche correspondent van den Matin meldt, dat Castro Woensdagavond een vertegenwoordiger heeft ontvangen van een Berlijnsch dagbladagentschap, die hem dringend verzocht eenige ophelderingen te geven betreffende het geschil, tusschen Venezuela en Nederland bestaande. De president verklaarde, dat hij, aange zien hij in de Duitsche hoofdstad vertoefde als gewoon particulier persoon, niet over politiek kon spreken. Hij voegde hieraan toe, dat de Venezolaansche zaakgelastigde echter in zijn plaats te spreken is. Deze deelde mede, dat de berichten over vernieling van eigendommen, toebehoorende aan president Castro en zijn schoonzoon, volkomen ongegrond waren en de wereld werden ingestuurd door de vijanden van Castro, om hem op deze wijze in de oogen van Europa te disqualificeeren. In den Berliner Lokalanzeiger komt het volgende vermakelijke verhaal voor over de wijze, waarop president Castro in Berlijn optreedt President Castro regeert feitelijk in het Esplanade-hotel aan de Bellevuestrasse, re geert er woordelijk. Van den gevel van het hotel wappert een meterlange vlagde roode en gele strepen met den kring van sterren in het midden en het wapen rechtsboven in den hoek schitteren in de verte, ten bewijze dat Castro hier voorloopig zijn tent heeft opgeslagen. In het hotel bewoont hij met zijn gevolg de geheele eerste étage, en men kan er een aangenaam kwartiertje doorbren gen, door op te merken, hoe hier geregeerd wordt. Twee heeren komen binnende eene spreekt Engelsch, de ander antwoordt in het Fransch. Buitenlandsche correspondenten, journalisten. Zij willen den gang ingaan. Daar staan twee kamerschutten, zóó ge plaatst, dat slechts één persoon te gelijk er door kan. En in die ruimte staat een mar tiaal uitziende persoonlijkheid. Een hand wordt opgeheven, een stem be veelt „Halt! Deze corridor is verboden I" Er ontstaat een gesprek. De vreemdeling, in gebroken Duitsch „Pardon, wolle Zie biete meine Carte de visite „Ja, maar u mag er niet door!" De vreemdelingen zetten zich op stoelen aan den ingang en wachten. De beroemde negerin komt voorbij, ern stig, rechts noch links kijkend. Een paar heeren, van dezelfde huidskleur, volgen. Een consul komt: W achtmeester" „Het spijt mij, de president slaapt nog". „Kan ik dan den gezant spreken?" „Een oogenblik. Juist is de hofkleermaker bij hem". De consul gaat bij de anderen zitten. Een photograaf, een juwelier, een man met stalen van zijden stoffen completeeren het gezelschap. Een Venezolaansche bedien de komt voorbijhij is in rok en spreekt Fransch. „Senor Presidente kan vandaag niet ont vangen". Teleurgesteld staan de bezoekers op. De gezant draagt een hofuniform, zwaar van goud. De consul houdt hem aan. Een jour nalist ook. „Is het waar, dat in Venezuela de revo lutie is uitgebroken?" „Ik mag daarop niet antwoorden". Weg is hij. Een andere diplomatieke per soonlijkheid komt. „Is het waar „Geen quaestie van, wij hebben er geen telegrammen over ontvangen 1" „Heeft de president den keizer een audiën tie gevraagd?" „Onzin, geen woord van waar!" „Wat heeft prof. Israel gezegd over het onderzoek van den president?" „Niets. Het is nog niet afgeloopen. Hij komt vanmiddag terug". „Dank u". De heeren buigen voor elkaar. De verte genwoordiger eener bekende juweliersfirma komt er bij „Pardon, maar ik ben hier ontboden". „Zoo; nu wacht dan maar". De rij wordt steeds langer. De gérant van het hotel komt ook. In de kamers van deu president moeten nieuwe bloemen worden geplaatst. Heele manden vol worden aan gesleept. Maar de hand tusschn de kamer schutten wenkt afwerend ..Halt, geen toegang 1" „Maar wachtmeester, ik ben de gérau'. van het hotel En zoo gaat het maar steeds voort. Maar den president krijgt niemand te zien. De Parijsche editie van de „N.-Y. He- xald" bevat een schrijven uit Caracas van 28 November, waarin de orrespondent ver haalt, dat Castro honderdduizend dollar had geboden aan een Berlijnschen specialist om dezen te bewegen naar Caracas te komen. De professor had echter geweigerd. Toen de Berlijnsche geneeskundige specia liteit geweigerd had tegen betaling van een som van 100,000 naar Venezuela te ko men, ging Castro over tot de meest verras sende daad in zijn aan verrassingen todh zoo rijk regeeringsleven, hij nam nl„ zonder dat iemand er op verdacht was, passage op het eerste stoomschip, dat naar Europa ver trok. De toebereidselen tot zijn reis, die veertien dagen geduurd hadden, waren zoo geheimzinnig genomen, dat twee dagen voor zijn vertrek nog aan geen der ministers iets omtrent zijn plannen bekend was. Den dag voor zijn vertrek hield hij minis terraad. Dit was sinds den dag, dat hij het ministerie, een jaar geleden, had geïnstal leerd, de eerste maal, dat hij dien raad bij eenriep. Hij deelde den heeren mede, dat hij den volgenden dag naar Europa zou ver trekken, dat de waarnemende president Go mez hen tot zijn terugkomst zou handhaven in hunne ambten en hij maande hen aan niets bijzonders te ondernemen tijdens zijn afwezigheid. De berichtgever verhaalt verder dat na het vertrek van Castro de politie ztch zeer druk maakt met de onderdrukking van de geest drift der studenten, die vice president Go mez wilden overtuigen, dat het zijn plicht was ot_ einde te maken aan de monopolies, door Castro ingesteld en de staatkunde te wijzi gen, die voor de ontwikkeling -v.n het land noodlottig was. Dit bewijst dat de tegenwoordige revolu- tionnaire beweging, dadelijk na Castro's ver trek begonnen, door de intellectueelen is voorbereid. Zondag a.s. zal Castro, volgens een mede- deeling van den Lokal-Anzeiger zich bege ven naar de particuliere kliniek van prof. Israël en daar acht dagen onder observatie blijven. Eerst na afloop van dien tijd zal uitgemaakt worden, of hij zich aan een ope ratie zal moeten onderwerpen. De Kamerzetel van Zaan dam. Het Centrum zegt, dat het bericht omtrent het niet aanvaarden van een nieuwe candidatuur voor de Tweede Kamer door den heer K. Cz. de Boer niet geheel juist is. Het blad schrijft „Niet „drukke bezigheden" zijn de oor zaak, dat de heer De Boer zich niet meer beschikbaar stelt, doch voornamelijk hit- feit, dat hij zich met de beweging voor al gemeen kiesrecht niet vereenigen kan. „Dit werd ons van volkomen betrouwbare zijde verzekerd. „Wij herinneren eraan, dat de heer De Boer behoort tot de Liberale Unie, die zich vóór algemeen kiesrecht uitsprak". Bij de gisteren gehouden herstemming ter verkiezing van een lid van den gemeen teraad in het district Rotterdam I werd ge kozen de heer J. Mulder, liberaal, met Z302 stemmen. De tegencandidaat, de heer G. Voorhoeve, christelijk-historisch, verkreeg 1607 stem men. Gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Ned.-Indië, om te worden benoemd tot onderwijzer 3e kl. bij het Europeesch Lager Onderwijs in Indië K. v. d. Veer. Begrafenis prof. Biester- v e 1 d. Het stoffelijk overschot van dr. P. Biesterveld, laatstelijk hoogleeraar aan de Vrije Universiteit, is gisteren, onder talrijke blijken van belangstelling, op de Oosterbe graafplaats te Amsterdam ter aarde besteld. Het aantal vrienden en volgelingen, hier samengekomen, was buitengewoon groot. Daar waren de meesten der directeuren, cu ratoren en theologische hoogleeraren en vele der overige studenten van de vrije universi teit vele predikanten der gereformeerde kerk van Amsterdam en elders, vertegen woordigers van kerkgenootschappen, ook van de Nederl. herv. kerk enz. Aan het geopend graf werd door niet min der dan 13 personen het woord gevoerd, allen huldigend de groote gaven van hoofd en hart des overledenen. Dr. Geesink namens curatoren en directeuren der Vrije Universi teit sprekende, deed daarbij vooral uitko men wat de overledene geweest was voor den kring der school, ook als docent. Prof. Bavinck herdacht den overledene als mensch en vriendde heer Harrestein deed dit namens de theologische studenten als leermeester en aller vriend. Ds. Klaarhamer, van Utrecht, sprak na-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1908 | | pagina 2