Bericht aan de Abonnés.
Zaterdag 2 Januari 1909.
„DE KONINGIN
BUITENLAND.
FEUILLETON,
Oom Kees.
N*. I§9. Eerste Elad.
jH»re>tnK<
AMERSFOORTSGH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Deze Courant verschynt dAgelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgons by de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepaliagen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Xone
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Naar aanleiding van meermalen uit
gesproken wenschen, om de Dame3-
Abonnés in de gelegenheid te stellen
een goed en goedkoop?Modeblad te be
zorgen, berichten de Uitgevers van dit
Blad dat zij daarin geslaagd zijn en
kunnen zij, tc beginnen met j3DU<iri 1909
een geheel nieuw Modetijdschrift san-
bieden onder den titel van
DER NIODEBLAOEN".
Wat dit fraai uitgevoerd Blad beoogt,
wordt 'aan de Abonnés door middel van
een prospectus bekend gémaakt, terwijl
bet voor belangstellenden steeds aan ons
Bureau, verkrijgbaar zal zijn.
Het is ons plan [voor de Abonnés de
gelegenheid open te stellen, op dit M0Ö8-
Alhum in te teekenen tegen den lagen
prijs van 60ets. per 3'maanden, en
tevens maandelijks, bij de verschijning, een
bon in de Courant "af te drukken, waarop
liet_ den Abonnés ook mogelijk zal zijn
zich enkele Nummers aan te schaffen, die
buiten Abonnement voor den'prijs van[221/*
Cts. kunnen afgehaald worden. Abonnés
buiten de stad kunnen [zich het AlbUIQ
bij 3-maandelijkscb-abonnement ais druk
werk per post laten toezenden; tegen ver
hoogden prijs van 21/s GtS. per Nummer
voor de verzending.
Frankrijk.
P a r ij s, 1 Jan. De officieele ontvangst
op het Elysée had met de gebruikelijke
plechtigheden plaats, zonder eenig incident.
De Italiaansche gezant wer in verband met
den nationalen rouw, in oijzondere audiëntie
ontvangen door den president der Re
publiek.
De Spaansche gezant gaf in zijne toespraak
als deken van het diplomatieke corps, uiting
aan de algemeene smart, gewekt door de
ramp in Italié. Hij drukte er zijn vreugde
over uit, dat de vrede, ondanks de moeilijk
heden in 1908 gerezen, niet verstoord is.
De diplomatie, aldus ging hij voort, is er in
geslaagd de gevaren, zoo al niet op te heffen,
dan toch te verminderen, in deze geholpen
door dewrees om inde geschiedenis de verant
woordelijkheid te moeten dragen en door den
algemeenen afkeer van gewelddadige oplos
singen. Spr. prees de wijsheid van Frank
rijk, dat «iet eene andere machtige natie
een schoon voorbeeld gaf door de regeling
van een internationaal geschil langs gerech
telijken weg.
President Fallières sloot zich in zijn ont-
woord aan bij de smart, door de ramp in Ita
lië teweeg gebracht, terwijl hij zijn dank
uitsprak voor den vleienden lof, die ge
bracht was aan het gematigde en verzoenings
gezinde diplomatieke beleid van Frankrijk
tot bezwering van gevaarlijke gebeurtenissen
en tot handhaving van dm wereldvrede.
P a r ij s, 3 1 Dec. Een zekere Bene-
detti, afkomstig uit Corsica, heeft eenige
revolverschoten gelost op de binnenplaats
van het ministerie van binnenlandsche za
ken, niet ver van de vensters van het bureau
van den minister-president. Er werd nie
mand gewond. Blijkens de aanvankelijk ver
kregen inlichtingen, is deze persoon nöch
een krankzinnige, noch een anarchisthij
schijnt alleen door deze wijze van doen zijn
o n t e vi' eden hei d kenbaar to hebben willen
maken, omdat aan de door hem ingediende
rekesten door het departement van binnen
landsche zaken geen gevolg werd gegeven.
De man heeft niet in de lucht geschoten,
maar in de richting van het kabinet van
minister Clemenceau. Twee ruiten zijn door
kogels doorboord.
Engeland.
Londen, 31 Dec. De inkomsten van
den rijksdienst, gedurende de laatste drie
maanden, wijzen eene vermindering aan van
610,821 p. st. De invoerrechten hebben
947,000, de accijnzen 550,000 minder opge-.
bracht.
In de negen maanden, eindigende met 21
December, was de totale vermindering
5.029,503 p. st. De invoerrechten brachten
3,061,000, de accijnzen 1,170,000 minder op.
Oostenrijk-Hongarije.
Uit Budapest wordt aan de Vossische Ztg.
bericht, dat de positie van den gemeenschap-
pelijken minister van oorlog Schönaich daar
als geschokt wordt beschouwd. Sedert maan
den reeds onderhandelt Schönaich met de
Hongaarsche regeering, onder uitdrukke
lijke toestemming van den Keizer en met
diens medeweten van dezen over de mili
taire kwestie; de beslissing hield de Keizer
zich echter voor later voor. Toen nu voor
eenige.dagen door eene mededeeling van den
minister van oorlog bekend werd, dat deze
geweigerd was als contra-prestatie voor de
goedkeuring van het verhoogde militie-con
tingent en de vermeerdering van de munitie,
alsmede voor andere wijzigingen in de le-
gerwet aan de Hongaren zekere concessiën
te doen ten aanzien van hunne nationale
militaire eischen, begaf de troonsopvolger
aartshertog Frans Ferdinand, die toen voor
particuliere zaken in Italië vertoefde, zich
in allerijl naar Weenen terug en verklaarde,
dat hij zich met alle macht tegen deze con
cessiën zou verzetten, al moest dat den mi
nister van oorlog zijn ambt kosten. Het
grootste gedeelte van de generaliteit viel
den troonsopvolger bij, zoodat minister
Schönaich nagenoeg alleen staat.
Het optreden van den troonsopvolger is
niet gericht tegen de Hongaarsche nationale
eischen, waartegen hij volstrekt niet gekant
is, voor zoover zij de eenheid van het leger
niet in 'gevaar dreigen te brengen. Hij wil
echter niet deze concessiën doen als contra
prestatie voor de verhooging van het troe
pen-contingent, omdat de tegenwoordige
Hongaarsche regeering in den zin van de
verbintenis, die zij aanging met de Kroon,
toen zij aan de regeering kwam, toch reeds
hiertoe verplicht is als de noodzakelijkheid
daarvan intreedt, hetgeen met het oog op
de crisis in het Oosten nu zonder twijfel
het geval is.
Het bestuur van de gemeenschappelijke
bank van Oostenrijk-Hongarije heeft bij de
beide regeeringen te Weenen en te Buda
pest het verzoek ingediend tot verlenging
van de met het einde van het jaar 1910 af-
loopende concessie. De onderhandelingen
over de vernieuwing van de concessie en over
de voorwaarden, waaronder die vernieuwing
zal geschieden, zullen een geruimen tijd in
beslag nemen, omdat in het streven van de
Hongaarsche politiek tot uitbreiding van
Hongarije's zelfstandigheid tegenover Oos
tenrijk de bank een voornaam punt uitmaakt.
Budapest, 31 Dec. Hedenochtend
om 6 uur begon een gedeeltelijke staking
voor den tijd van 24 uren om te protestee
ren tegen de kiesrechthervorming van den
minister graaf Andrassy. De algemeene
staking van de socialistische arbeiders is
niet doorgegaanvan de 10,000 arbeiders
staakten er slechts 4000. Alleen de letter
zetters zijn algemeen in staking. De bladen
komen daardoor niet uit. De orde werd
niet verstoord.
Servië.
Belgrado, 31 Dec. De minister
vi_i oorlog, generaal Stepanowitsch, heeft
ontslag genomen.
Rutland.
Petersburg, 1 Jan. Het lid van
den Rijksraad, luitenant-generaal Trepow, is
benoemd tot gouverneur-generaal van Kiew,
Podolië en Volhynië.
De Balkancrisis.
Over den internationalen toestand wordt
aan de Vossische Ztg. uit Weenen bericht,
dat daarop steeds een ongunstige invloed
wordt uitgeoefend door de stremming in de
onderhandelingen met Turkije. Ter wille
van de waarheid moet worden geconsta
teerd, dat niet baron Aehrentlial het strui
kelblok van eene geldelijke schadevergoe
ding aan Turkije is, maar de Hongaarsche
regeering. Er hebben te Weenen reeds be
sprekingen met groepen financiers plaats
gehad en er was reeds een plan uitgewerkt.
Dat is op het laatste oogenblik mislukt ten
gevolge van verzet van Hongaarsche zijde.
Dit verzet heeft verschillende oorzaken,
in de eerste plaats den werkelijk slechten
toestand van de Hongaarsche financiën en
dan ook de omstandigheid, dat juist als de
monarchie zich in moeielijkheid bevindt, er
het meeste te verkrijgen is voor de vervul
ling van de nationale wenschen van Hon
garije. Baron Aehrenthal heeft zich mis
schien reeds te zeer aan de leiding van den
Hongaarschen minister-president Wekerle
toevertrouwd om tegenover hem nog zelf
standigheid te hebben.
Van diplomatieke zijde wordt te Weenen
bevestigd, dat de Engelsche gezant aldaar
ook opkomt voor eene geldelijke schade
vergoeding aan Turkije. Er wordt nog al
tijd voor eene optimistische beoordeeling
van den algemeenen toestand gewaar
schuwd. Het doel, waarnaar de belangen
aan den Balkan streven, is zeer ingewik
keld. Haast geen enkele staat gaat geheel
met de anderen samen. Geheel eendrachtig
en daarmee voor den vrede beslissend, zijn
slechts Oostenrijk-Hongarije en het Duit-
sche rijk.
Londen, 1 Jan. Reuter verneemt, dat
Engeland en Rusland aan Oostenrijk-Hon
garije kennis hebben gegeven, dat zij aanne
men de Oostenrijksche voorstellen betreffen
de de voorafgaande beraadslagingen over de
vraagstukken, die in behandeling moeten
worden genomen op de Europeescke confe
rentie.
Aan de Oostenrijksch-Servische grens ko
men nu en dan incidenten voor als uitvloei
sel van de heerschende spanning. Zoo is te
Selenice, in het district Zwornike, eene aan
den Bosnischen oever van de Drina patrouil-
leerende Oostenrijksch-Hongaarsche gendar-
merie-afdeeling uit eene hinderlaag bescho
ten. Een wachtmeester werd gewond. De
gendarmes gaven hierop vuur en schoten de
beide Serven dood. Bij Temer Kubin werd
een korporaal van het 33e infanterie-regi-
ment, die aan den Hongaarschen Donau-
oever stond, doodgeschoten; zijn borst was
door drie geweerkogels doorboord. De da
ders ontkwamen in het nachtelijk duister
aan den Servischen oever.
Uit Weenen wordt aan de Vossische Ztg.
bericht, dat de volle verantwoordelijkheid
voor deze incidenten de Sprvische regeering
treft, die in de aan Bosnië en Oud-Servische
districten in de laatste zes weken 100,000
geweren heeft uitgedeeld. Sedert dezen nood-
lottigen maatregel heerscht in Servië, in
zonderheid in de districten Prokuplje,
Uchitza en -Podringi, een anarchistischen
toestand. Niemand is daar meer zijn leven
zekerniemand waagt zich meer alleen op
den weg. Daarbij komt, dat uit de gevange
nissen alle moordenaars en roovers, die zich
verbonden hebben tegen Oostenrijk-Honga-
rijop te trekken, ontslagen worden. Als
zulke incidenten zich herhalen, dan zal Oos
tenrijk-Hongarije hoogst waarschijnlijk aan
dringen op de ontwapening van de burger
lijke bevolking in Servië.
Turkije.
Konstantinopel, 31 Dec. Op
het feestmaal in Merassin Kiosk zat rechts
van den Sultan, die er opgewekt uitzag, de
grootvizier Kiamil Pacha en links de voor
zitter Ahmed Riza. Aan het eind van het
feestmaal zeide Djevac, de eerste secretaris
van den Sultan, namens Z. M.
,,Ik acht mij in hooge mate gelukkig u
allen hier bijeen te zien. Ik reken er op,
dat gij u an uw plicht zult kwijten voor
het welzijn des lands. Hij, die de grondwet
zou aantasten, zou geen grooteren vijand
hebben dan mij, den Sultan-Khalif."
De afgevaardigden juichten den Sultan
toe, die weende.
De Sultan zelf zeide nog
„Het is mij onmogelijk uit te drukken
hoe gelukkig ik ben u te zien."
Ahmed Rizza betuigde dank voor des
Sultans woorden en gaf de verzekering, dat
de Kamer zal arbeiden voor de welvaart en
de grootheid des rijks.
Slechts drie Armenische afgevaardigden
woonden het feestmaal niet bij.
Konstantinopel, 1 Jan. De Ka
mer heeft de beraadslaging over de interpel
latie Betreffende de regeeringspolitiek, met
inbegrip van de Kretakwestie, bepaald op
11 Januari. De Kamer is tot dien datum
uiteengegaan.
In de Turksche kringen wordt de misluk
te poging van een soldaat om in te breken
in het paleis van prins Reschad Effendi,
waarvan reeds werd bericht, nog druk be
sproken. Reschad Effendi is de broeder van
den sultan en erfgenaam van den troon. De
grootvizier doet alsof hij aan de zaak weinig
beteekenis hecht. Een minister zinspeelde
tegenover een vertegenwoordiger van de
Daily Chroniek op het bekende „Cherchez
la femme". Volgens zijn voorstelling had de
soldaat met eene dienstmaagd uit de huis
houding van den prins eene liefdesbetrek
king. Hij had door het venster in hare ka
mer trachten te komen. Toevallig bevond de
prins zich daar, en zoo is het gerucht van
een aanslag op het leven van den prins in
de wereld gekomen. Dit gerucht wordt ge
voed door de liberale partij, die het comité
„Union et Progrcs" de schuld geeft den
prins uit den weg te willen ruimen, opdat
prins Joesjoef Izzeddin, de zoon van den
overleden sultan Abdul Aziz troonsopvolger
zou kunnen worden. De correspondent van
de Daily Chronicle houdt dit voor laster, al
is het waar. dat prins Reschad de candidaat
is van de liberale unionnis'ische partij, ter
wijl prins Joesjoef Izzeddin als trooncandi-
daat door het genoemde comité wordt onder
steund.
Van belang is dit geval, alleen omdat het
de verdeeldheid illustreert, die bestaat tus-
schen de liberalen en het comité.
Perziê»
Uit Petersburg bericht de Times, dat ko
lonel Ljachow, op persoonlijk verzoek van
den Sjah aan den Czaar, in Teheran zal
blijven, omdat Mohamed ALi zijn leven niet
veilig acht zonder Ljachow. De kolonel zal
echter ontslag nemen uit den Russischen
dienst. Daarmee wordt toegegeven, dat Lja
chow Russisch officier was, toen hij de Per
zisch; reactie-campagne bestuurde.
Britsch-Indië.
In tegenwoordigheid van 2000 afgevaar
digden en bezoekers werd te Madras den
28en December een Indisch nationaal con
gres geopend. Dit is het eerste Indische
congres, dat bijeen komt na de bekendma
king door de regeering van hare hervor
mingsplannen. De Bengalis waren naar ver
houding vertegenwoordigd. De sprekers, die
bij d; opening van het congres het woord
voerden, drukten hun dank uit voor het
werk van minister Morley, die naar de
meening van den voorzitter van het con
gres, dr. Behari Ghose, van den beginne af
er naar heeft gestreefd de Indiërs te ver
staan. De voorzitter verklaarde, dat de En
gelsche regeeringskunst zich door lord Mor
ley in hare volle grootheid heeft getoond
en dat de moe iel ij ke vraag om orde met
vooruitgang te vereenigen, met succes is op
gelost. Indië zal nu eene constitutioneele
regeering hebben in plaats van de autocra
tische regeering van thans. Alles hangt er
nu van af, dat Indië zich het vertrouwen
van de Engelsche regeering waardig toont.
In een eenstemmig genomen besluit werd
voldoening uitgesproken over de voorgestel
de hervormingen en werden de onlangs voor
gekomen euveldaden gebrandmerkt.
Terwijl het Indische congres op deze
wijze lord Morley's hervormingen begroet,
wordt uit Lahore bericht, dat de mohamme-
daansche pers zich zeer boos uitlaat over
deze hervormingen, waarin zij eene bevoor
rechting van de Hindoes tegenover de mo
hammedanen ziet. Er wordt geklaagd, dat
•lord Morley de mohammedaansche belangen
door zijn hervormingsplan heeft benadeeld,
en dat het eenige wait men kan hopen is,
dat dit plan nog niet zijne definitieve ge
daante heeft gekregen.
Zaandam sc li e Schetsen
1 DOOR
ANTON SMIT.
Zijt ge dertig, veertig jaar geleden wel
eens geweest in Zaandam, stadje, toen van
hout 1), van groen hout en van geel hout,
zoodat; het den bezoeker met recht groen en
geel voor de oogen werd? Hebt ge daar de
honderden molens 2) de omstreken van
het stadje zien malen? Hebt gij die van
naderbij bekeken? Hebt ge Luilak 3) mee
gevierd en Sinter Maarten 4)? Hebt ge op
de Zaan gespelevaard? Hebt ge gewandeld
door Westzij en Oostzij, langs de „paden" 5),
over het Rustenburg, langs Hoogendijk en
Zuiddijk? Hebt ge er wel eens kermis ge
vierd? Hebt ge een bedevaart gericht naar
het huisje van Pieterbaas, den Czaar aller
Russen?
Zoo ja, laat ik dan voor eenige oogenblik-
ken uw herinneraar, zoo neen, uw gids zijn.
Ik heb te Zaandam gewoond van 1858 tot
1) Nog voor een groot deel zoo.
2) Bijna alle verdwenentegenwoordig
bijna uits'uitend stoomhoutzaagmolens.
3) Naar ik -meen, nog bestaande.
4) Naar ik meen, nog bestaande.
5) Een „pad" is een zijstraat, aan den
eenen kant huizen ,aan den anderen kant
een sloot.
1876, dus durf ik zelfs te concurreeren met
Paardehaar.
Paardehaar, moet ge weten, was indertijd
de z'el der wegwijzershet zou mij zelfs
niet verwonderen, als zijn collega's hem na
eeuwen als hun mythischen patroon vereer
den.
Ik zie hem nog voor mij. Zijn eene been
sleepte een weinig a la Mephisto, zijn haar
hing hem sluik langs het voorhoofd, zijn
neus was wat opgetrokken en gerimpeld van
wege het voortdurende speuren naar de
vreemde „loi", zijn eene arm slingerde hem
steeds langs het lijf, een verschijnsel, dat ik
verklaarde door de voortdurende neiging om
iets aan te wijzen, ook al viel er niets te
zien.
Ge hadt hem moeten 'hooren, dan hadt ge
zijn schilderachtig Fransch, zijn nauwkeuri
ge beschrijvingen, zijn voorkomendheid in
alle opzichten bewonderd.
Zoo stond er b.v. in de Westzijde, een
lange straat, die van de Voorzaan tot aan
het dorp de Koog voortloopt, een ziens-
waardige villa van een rijken houtkooper.
Ongelukkig werd ze geflankeerd door twee
paden.
Daar nu de paden bebouwd zijn met een
voudige huisjes, nu en dan voor- of achter
over neigende, nu eens binnen, dan weer
buiten de lijn springende, allen van hout,
van hout uit het groene woud gerukt en als
ter vergoeding met een groen waas overto-
gen, moet het voor iederen vreemdeling een
•opvallend iets zijn te midden van dat alles
een rijke villa te ziien. Ik geloof dan ook,
dat het pikante contrast den meesten in
druk maakte. Met een grijns van genoegen
sloeg Paardehaar zijn verwonderde vreem
de „loi" gade, wanneer zij aan dat punt ge
komen waren, en nooit vergat hij, nauw
keurig als hij was, de volgende, den bewo
ners der villa betreffende details er bij te
voegen: „Riches hommes, point d'enfants,
deux chiens." Dreigde de voet des vreemde-
lings in aanraking te komen met iets, dat
zijn e'gen roem verkondigde, zoo klonk het,
attent als hij altijd was: „N'escaliez pas
dans cette espérance, monsieur I
Het zijn een paar staaltjes. Waar zou ik
blijven, zoo ik u den man in zijn volle groot
heid voor oogen wilde stellen? Wat mij ech
ter bizonder in hem trof, en dat moet er nog
uit, was, dat hij «iet alleen tijdens zijn le
ven, maar ook na zijn dood nog een weldoe
ner der menschheid wilde zijn; hij had n.l.
zijn lijk reeds bij voorbaat aan de snijkamer
verkocht en genoot wellicht, onder menigen
voor die koopsom gekochten borrel, het be
moedigend en hoopvol voortuitzicht van zelfs
nog na zijn dood tot heil der menschheid te
zullen strekken.
Doch laat ik met mijn rondleiding begin
nen.
Het was eens op een schoonen Meiochtend
dn het jaar 1869, dat ik veel vroeger wak
ker werd dan -gewoonlijk. Ik stond op en
opende het raam. De zon scheen zoo vroolijk
en de zoete Meigeuren waren zoo lekker, dat
ik den lust niet kon weerstaan naar oom
Kees toe e kuieren en hem op zijn morgen-
bezoek aan zijn molen „de Wildeman" te
vergezellen.
In een wip had ik mij aangekleed en een
oogenblik later deed ik, op weg naar Ooms
huis, de stille Westzijde van het klapperend
geluid van mijn klompen weerklinkenik
droeg ze anders alleen, als 't heel koud was,
of als er sneeuw lag, maar ik had ze nu aan
gedaan, om als een echte houtzager naast
Oom voort! te stappen.
Ik heb al meer van de Westzijde gespro
ken tot recht begrip diene, dat de gemeen
te Zaandam voornamelijk bestaat uit twee
lange straten, door de Achterzaan van el
kaar gescheiden en Westzijde en Oostzijde
geheeten. Deze beide straten worden met el
kaar verbonden door den Dam, die slechts
aan één zijde bebouwd, aan de andere zijde
een vrij uitzicht geeft op de Voorzaan.
Toen Keizer Napoleon in October van het
jaar 1811 een bezoek aan Zaandam bracht,
liet het Czaar Peterhuisje Z. M. vrij koel
(Maria Louise, die hem vergezelde, barstte
zelfs, daar zij geheel iets anders had ver
wacht, in een luiden schaterlach uit), doch
't gezicht op de Achterzaan, van „de Groote
sluis" uit, ontlokte den Keizer een „sans pa-
reil" en, naar men mij vertelde, had de be
wondering van hot schoone uitzicht hem aan
leiding gegeven de beide gemeenten tot één
geheel te vereenigen vóór het jaar 1811 na
melijk waren Westzaandam, tegenwoordig
Westzijde, en Oostzaandam, tegenwoordig
Oostzijde, twee afzonderlijke gemeenten.
Doch genoeg. Ik liep naar mijn oom en op
mijn doode gemak, want ik vond de West
zijde dien morgen bizonder mooi. Ik kroop
over 't trottoir, telkens over de ijzeren hek
jes leunend, die tallooze tuintjes voor de
huizen van den weg scheiddenmet wellust
snoof ik de geuren van bloemen en planten
op en vermeide ik mij in den aanblik van al
die levendige en bonte fleuren en het getjilp
van de vogels in de iepenboomen, die langs
de eene zijde van de straat een lange rij
vormen tot aan de Koog toe. Ik was nog in
die jaren, waarin het epicurisme de hand
nog niet gereikt heeft aan de aesthetica,
want anders! Nergens zag men een zoo ster
ke verloochening van alle symmetrie als in
een Zaandamsche straat 6)
Ziehier een stukEen heerenhuis met een
tuintje er voor, dan een stal, die aohteruit
springtdaarop treedt een kruidenierswin
kel eenige meters voorwaarts, een heerenhuis
treedt nog meer naar voren, volgt een tuin
tje, in de diepte een huis. Boem I Daar be
perkt de volgende woning het zoo even
breede trottoir tot een smal paadje; volgt
een spuitenhuis, geflankeerd door een aan
plakbord een kleine gaping, door een steeg
veroorzaakt, en drie huizen, die een rechte
lijn vormen, welke rechte lijn echter eens
klaps wordt gebroken door een achteruit
springende trotsche heerenhuizinge, gevolgd
door een nederige houten kluisdan een
bleekveld, op welks achtergrond een scheer
derswinkel, op zij een slachterij
Knip het overige naar hetzelfde model
en gij hebt de Westzijde voor u. 7)
En tochZe maakt een prettigen, gezolli-
gen indrukze is als een leelijke, slecht ge
bouwde vrouw met een goedhartig, innemend
uiterlijk.
6) Dit is nog zoo.
7) De Oostzijde zag en ziet er evenzoo uit,
alleen de huizenlijn is regelmatiger.
Wordt vervolgd.