Bericht aan de Abonnés. Zaterdag 2 Januari 1909. „DE KONINGIN BUITENLAND. FEUILLETON, Oom Kees. N*. I§9. Eerste Elad. jH»re>tnK< AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschynt dAgelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgons by de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepaliagen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Xone circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Naar aanleiding van meermalen uit gesproken wenschen, om de Dame3- Abonnés in de gelegenheid te stellen een goed en goedkoop?Modeblad te be zorgen, berichten de Uitgevers van dit Blad dat zij daarin geslaagd zijn en kunnen zij, tc beginnen met j3DU<iri 1909 een geheel nieuw Modetijdschrift san- bieden onder den titel van DER NIODEBLAOEN". Wat dit fraai uitgevoerd Blad beoogt, wordt 'aan de Abonnés door middel van een prospectus bekend gémaakt, terwijl bet voor belangstellenden steeds aan ons Bureau, verkrijgbaar zal zijn. Het is ons plan [voor de Abonnés de gelegenheid open te stellen, op dit M0Ö8- Alhum in te teekenen tegen den lagen prijs van 60ets. per 3'maanden, en tevens maandelijks, bij de verschijning, een bon in de Courant "af te drukken, waarop liet_ den Abonnés ook mogelijk zal zijn zich enkele Nummers aan te schaffen, die buiten Abonnement voor den'prijs van[221/* Cts. kunnen afgehaald worden. Abonnés buiten de stad kunnen [zich het AlbUIQ bij 3-maandelijkscb-abonnement ais druk werk per post laten toezenden; tegen ver hoogden prijs van 21/s GtS. per Nummer voor de verzending. Frankrijk. P a r ij s, 1 Jan. De officieele ontvangst op het Elysée had met de gebruikelijke plechtigheden plaats, zonder eenig incident. De Italiaansche gezant wer in verband met den nationalen rouw, in oijzondere audiëntie ontvangen door den president der Re publiek. De Spaansche gezant gaf in zijne toespraak als deken van het diplomatieke corps, uiting aan de algemeene smart, gewekt door de ramp in Italié. Hij drukte er zijn vreugde over uit, dat de vrede, ondanks de moeilijk heden in 1908 gerezen, niet verstoord is. De diplomatie, aldus ging hij voort, is er in geslaagd de gevaren, zoo al niet op te heffen, dan toch te verminderen, in deze geholpen door dewrees om inde geschiedenis de verant woordelijkheid te moeten dragen en door den algemeenen afkeer van gewelddadige oplos singen. Spr. prees de wijsheid van Frank rijk, dat «iet eene andere machtige natie een schoon voorbeeld gaf door de regeling van een internationaal geschil langs gerech telijken weg. President Fallières sloot zich in zijn ont- woord aan bij de smart, door de ramp in Ita lië teweeg gebracht, terwijl hij zijn dank uitsprak voor den vleienden lof, die ge bracht was aan het gematigde en verzoenings gezinde diplomatieke beleid van Frankrijk tot bezwering van gevaarlijke gebeurtenissen en tot handhaving van dm wereldvrede. P a r ij s, 3 1 Dec. Een zekere Bene- detti, afkomstig uit Corsica, heeft eenige revolverschoten gelost op de binnenplaats van het ministerie van binnenlandsche za ken, niet ver van de vensters van het bureau van den minister-president. Er werd nie mand gewond. Blijkens de aanvankelijk ver kregen inlichtingen, is deze persoon nöch een krankzinnige, noch een anarchisthij schijnt alleen door deze wijze van doen zijn o n t e vi' eden hei d kenbaar to hebben willen maken, omdat aan de door hem ingediende rekesten door het departement van binnen landsche zaken geen gevolg werd gegeven. De man heeft niet in de lucht geschoten, maar in de richting van het kabinet van minister Clemenceau. Twee ruiten zijn door kogels doorboord. Engeland. Londen, 31 Dec. De inkomsten van den rijksdienst, gedurende de laatste drie maanden, wijzen eene vermindering aan van 610,821 p. st. De invoerrechten hebben 947,000, de accijnzen 550,000 minder opge-. bracht. In de negen maanden, eindigende met 21 December, was de totale vermindering 5.029,503 p. st. De invoerrechten brachten 3,061,000, de accijnzen 1,170,000 minder op. Oostenrijk-Hongarije. Uit Budapest wordt aan de Vossische Ztg. bericht, dat de positie van den gemeenschap- pelijken minister van oorlog Schönaich daar als geschokt wordt beschouwd. Sedert maan den reeds onderhandelt Schönaich met de Hongaarsche regeering, onder uitdrukke lijke toestemming van den Keizer en met diens medeweten van dezen over de mili taire kwestie; de beslissing hield de Keizer zich echter voor later voor. Toen nu voor eenige.dagen door eene mededeeling van den minister van oorlog bekend werd, dat deze geweigerd was als contra-prestatie voor de goedkeuring van het verhoogde militie-con tingent en de vermeerdering van de munitie, alsmede voor andere wijzigingen in de le- gerwet aan de Hongaren zekere concessiën te doen ten aanzien van hunne nationale militaire eischen, begaf de troonsopvolger aartshertog Frans Ferdinand, die toen voor particuliere zaken in Italië vertoefde, zich in allerijl naar Weenen terug en verklaarde, dat hij zich met alle macht tegen deze con cessiën zou verzetten, al moest dat den mi nister van oorlog zijn ambt kosten. Het grootste gedeelte van de generaliteit viel den troonsopvolger bij, zoodat minister Schönaich nagenoeg alleen staat. Het optreden van den troonsopvolger is niet gericht tegen de Hongaarsche nationale eischen, waartegen hij volstrekt niet gekant is, voor zoover zij de eenheid van het leger niet in 'gevaar dreigen te brengen. Hij wil echter niet deze concessiën doen als contra prestatie voor de verhooging van het troe pen-contingent, omdat de tegenwoordige Hongaarsche regeering in den zin van de verbintenis, die zij aanging met de Kroon, toen zij aan de regeering kwam, toch reeds hiertoe verplicht is als de noodzakelijkheid daarvan intreedt, hetgeen met het oog op de crisis in het Oosten nu zonder twijfel het geval is. Het bestuur van de gemeenschappelijke bank van Oostenrijk-Hongarije heeft bij de beide regeeringen te Weenen en te Buda pest het verzoek ingediend tot verlenging van de met het einde van het jaar 1910 af- loopende concessie. De onderhandelingen over de vernieuwing van de concessie en over de voorwaarden, waaronder die vernieuwing zal geschieden, zullen een geruimen tijd in beslag nemen, omdat in het streven van de Hongaarsche politiek tot uitbreiding van Hongarije's zelfstandigheid tegenover Oos tenrijk de bank een voornaam punt uitmaakt. Budapest, 31 Dec. Hedenochtend om 6 uur begon een gedeeltelijke staking voor den tijd van 24 uren om te protestee ren tegen de kiesrechthervorming van den minister graaf Andrassy. De algemeene staking van de socialistische arbeiders is niet doorgegaanvan de 10,000 arbeiders staakten er slechts 4000. Alleen de letter zetters zijn algemeen in staking. De bladen komen daardoor niet uit. De orde werd niet verstoord. Servië. Belgrado, 31 Dec. De minister vi_i oorlog, generaal Stepanowitsch, heeft ontslag genomen. Rutland. Petersburg, 1 Jan. Het lid van den Rijksraad, luitenant-generaal Trepow, is benoemd tot gouverneur-generaal van Kiew, Podolië en Volhynië. De Balkancrisis. Over den internationalen toestand wordt aan de Vossische Ztg. uit Weenen bericht, dat daarop steeds een ongunstige invloed wordt uitgeoefend door de stremming in de onderhandelingen met Turkije. Ter wille van de waarheid moet worden geconsta teerd, dat niet baron Aehrentlial het strui kelblok van eene geldelijke schadevergoe ding aan Turkije is, maar de Hongaarsche regeering. Er hebben te Weenen reeds be sprekingen met groepen financiers plaats gehad en er was reeds een plan uitgewerkt. Dat is op het laatste oogenblik mislukt ten gevolge van verzet van Hongaarsche zijde. Dit verzet heeft verschillende oorzaken, in de eerste plaats den werkelijk slechten toestand van de Hongaarsche financiën en dan ook de omstandigheid, dat juist als de monarchie zich in moeielijkheid bevindt, er het meeste te verkrijgen is voor de vervul ling van de nationale wenschen van Hon garije. Baron Aehrenthal heeft zich mis schien reeds te zeer aan de leiding van den Hongaarschen minister-president Wekerle toevertrouwd om tegenover hem nog zelf standigheid te hebben. Van diplomatieke zijde wordt te Weenen bevestigd, dat de Engelsche gezant aldaar ook opkomt voor eene geldelijke schade vergoeding aan Turkije. Er wordt nog al tijd voor eene optimistische beoordeeling van den algemeenen toestand gewaar schuwd. Het doel, waarnaar de belangen aan den Balkan streven, is zeer ingewik keld. Haast geen enkele staat gaat geheel met de anderen samen. Geheel eendrachtig en daarmee voor den vrede beslissend, zijn slechts Oostenrijk-Hongarije en het Duit- sche rijk. Londen, 1 Jan. Reuter verneemt, dat Engeland en Rusland aan Oostenrijk-Hon garije kennis hebben gegeven, dat zij aanne men de Oostenrijksche voorstellen betreffen de de voorafgaande beraadslagingen over de vraagstukken, die in behandeling moeten worden genomen op de Europeescke confe rentie. Aan de Oostenrijksch-Servische grens ko men nu en dan incidenten voor als uitvloei sel van de heerschende spanning. Zoo is te Selenice, in het district Zwornike, eene aan den Bosnischen oever van de Drina patrouil- leerende Oostenrijksch-Hongaarsche gendar- merie-afdeeling uit eene hinderlaag bescho ten. Een wachtmeester werd gewond. De gendarmes gaven hierop vuur en schoten de beide Serven dood. Bij Temer Kubin werd een korporaal van het 33e infanterie-regi- ment, die aan den Hongaarschen Donau- oever stond, doodgeschoten; zijn borst was door drie geweerkogels doorboord. De da ders ontkwamen in het nachtelijk duister aan den Servischen oever. Uit Weenen wordt aan de Vossische Ztg. bericht, dat de volle verantwoordelijkheid voor deze incidenten de Sprvische regeering treft, die in de aan Bosnië en Oud-Servische districten in de laatste zes weken 100,000 geweren heeft uitgedeeld. Sedert dezen nood- lottigen maatregel heerscht in Servië, in zonderheid in de districten Prokuplje, Uchitza en -Podringi, een anarchistischen toestand. Niemand is daar meer zijn leven zekerniemand waagt zich meer alleen op den weg. Daarbij komt, dat uit de gevange nissen alle moordenaars en roovers, die zich verbonden hebben tegen Oostenrijk-Honga- rijop te trekken, ontslagen worden. Als zulke incidenten zich herhalen, dan zal Oos tenrijk-Hongarije hoogst waarschijnlijk aan dringen op de ontwapening van de burger lijke bevolking in Servië. Turkije. Konstantinopel, 31 Dec. Op het feestmaal in Merassin Kiosk zat rechts van den Sultan, die er opgewekt uitzag, de grootvizier Kiamil Pacha en links de voor zitter Ahmed Riza. Aan het eind van het feestmaal zeide Djevac, de eerste secretaris van den Sultan, namens Z. M. ,,Ik acht mij in hooge mate gelukkig u allen hier bijeen te zien. Ik reken er op, dat gij u an uw plicht zult kwijten voor het welzijn des lands. Hij, die de grondwet zou aantasten, zou geen grooteren vijand hebben dan mij, den Sultan-Khalif." De afgevaardigden juichten den Sultan toe, die weende. De Sultan zelf zeide nog „Het is mij onmogelijk uit te drukken hoe gelukkig ik ben u te zien." Ahmed Rizza betuigde dank voor des Sultans woorden en gaf de verzekering, dat de Kamer zal arbeiden voor de welvaart en de grootheid des rijks. Slechts drie Armenische afgevaardigden woonden het feestmaal niet bij. Konstantinopel, 1 Jan. De Ka mer heeft de beraadslaging over de interpel latie Betreffende de regeeringspolitiek, met inbegrip van de Kretakwestie, bepaald op 11 Januari. De Kamer is tot dien datum uiteengegaan. In de Turksche kringen wordt de misluk te poging van een soldaat om in te breken in het paleis van prins Reschad Effendi, waarvan reeds werd bericht, nog druk be sproken. Reschad Effendi is de broeder van den sultan en erfgenaam van den troon. De grootvizier doet alsof hij aan de zaak weinig beteekenis hecht. Een minister zinspeelde tegenover een vertegenwoordiger van de Daily Chroniek op het bekende „Cherchez la femme". Volgens zijn voorstelling had de soldaat met eene dienstmaagd uit de huis houding van den prins eene liefdesbetrek king. Hij had door het venster in hare ka mer trachten te komen. Toevallig bevond de prins zich daar, en zoo is het gerucht van een aanslag op het leven van den prins in de wereld gekomen. Dit gerucht wordt ge voed door de liberale partij, die het comité „Union et Progrcs" de schuld geeft den prins uit den weg te willen ruimen, opdat prins Joesjoef Izzeddin, de zoon van den overleden sultan Abdul Aziz troonsopvolger zou kunnen worden. De correspondent van de Daily Chronicle houdt dit voor laster, al is het waar. dat prins Reschad de candidaat is van de liberale unionnis'ische partij, ter wijl prins Joesjoef Izzeddin als trooncandi- daat door het genoemde comité wordt onder steund. Van belang is dit geval, alleen omdat het de verdeeldheid illustreert, die bestaat tus- schen de liberalen en het comité. Perziê» Uit Petersburg bericht de Times, dat ko lonel Ljachow, op persoonlijk verzoek van den Sjah aan den Czaar, in Teheran zal blijven, omdat Mohamed ALi zijn leven niet veilig acht zonder Ljachow. De kolonel zal echter ontslag nemen uit den Russischen dienst. Daarmee wordt toegegeven, dat Lja chow Russisch officier was, toen hij de Per zisch; reactie-campagne bestuurde. Britsch-Indië. In tegenwoordigheid van 2000 afgevaar digden en bezoekers werd te Madras den 28en December een Indisch nationaal con gres geopend. Dit is het eerste Indische congres, dat bijeen komt na de bekendma king door de regeering van hare hervor mingsplannen. De Bengalis waren naar ver houding vertegenwoordigd. De sprekers, die bij d; opening van het congres het woord voerden, drukten hun dank uit voor het werk van minister Morley, die naar de meening van den voorzitter van het con gres, dr. Behari Ghose, van den beginne af er naar heeft gestreefd de Indiërs te ver staan. De voorzitter verklaarde, dat de En gelsche regeeringskunst zich door lord Mor ley in hare volle grootheid heeft getoond en dat de moe iel ij ke vraag om orde met vooruitgang te vereenigen, met succes is op gelost. Indië zal nu eene constitutioneele regeering hebben in plaats van de autocra tische regeering van thans. Alles hangt er nu van af, dat Indië zich het vertrouwen van de Engelsche regeering waardig toont. In een eenstemmig genomen besluit werd voldoening uitgesproken over de voorgestel de hervormingen en werden de onlangs voor gekomen euveldaden gebrandmerkt. Terwijl het Indische congres op deze wijze lord Morley's hervormingen begroet, wordt uit Lahore bericht, dat de mohamme- daansche pers zich zeer boos uitlaat over deze hervormingen, waarin zij eene bevoor rechting van de Hindoes tegenover de mo hammedanen ziet. Er wordt geklaagd, dat •lord Morley de mohammedaansche belangen door zijn hervormingsplan heeft benadeeld, en dat het eenige wait men kan hopen is, dat dit plan nog niet zijne definitieve ge daante heeft gekregen. Zaandam sc li e Schetsen 1 DOOR ANTON SMIT. Zijt ge dertig, veertig jaar geleden wel eens geweest in Zaandam, stadje, toen van hout 1), van groen hout en van geel hout, zoodat; het den bezoeker met recht groen en geel voor de oogen werd? Hebt ge daar de honderden molens 2) de omstreken van het stadje zien malen? Hebt gij die van naderbij bekeken? Hebt ge Luilak 3) mee gevierd en Sinter Maarten 4)? Hebt ge op de Zaan gespelevaard? Hebt ge gewandeld door Westzij en Oostzij, langs de „paden" 5), over het Rustenburg, langs Hoogendijk en Zuiddijk? Hebt ge er wel eens kermis ge vierd? Hebt ge een bedevaart gericht naar het huisje van Pieterbaas, den Czaar aller Russen? Zoo ja, laat ik dan voor eenige oogenblik- ken uw herinneraar, zoo neen, uw gids zijn. Ik heb te Zaandam gewoond van 1858 tot 1) Nog voor een groot deel zoo. 2) Bijna alle verdwenentegenwoordig bijna uits'uitend stoomhoutzaagmolens. 3) Naar ik -meen, nog bestaande. 4) Naar ik meen, nog bestaande. 5) Een „pad" is een zijstraat, aan den eenen kant huizen ,aan den anderen kant een sloot. 1876, dus durf ik zelfs te concurreeren met Paardehaar. Paardehaar, moet ge weten, was indertijd de z'el der wegwijzershet zou mij zelfs niet verwonderen, als zijn collega's hem na eeuwen als hun mythischen patroon vereer den. Ik zie hem nog voor mij. Zijn eene been sleepte een weinig a la Mephisto, zijn haar hing hem sluik langs het voorhoofd, zijn neus was wat opgetrokken en gerimpeld van wege het voortdurende speuren naar de vreemde „loi", zijn eene arm slingerde hem steeds langs het lijf, een verschijnsel, dat ik verklaarde door de voortdurende neiging om iets aan te wijzen, ook al viel er niets te zien. Ge hadt hem moeten 'hooren, dan hadt ge zijn schilderachtig Fransch, zijn nauwkeuri ge beschrijvingen, zijn voorkomendheid in alle opzichten bewonderd. Zoo stond er b.v. in de Westzijde, een lange straat, die van de Voorzaan tot aan het dorp de Koog voortloopt, een ziens- waardige villa van een rijken houtkooper. Ongelukkig werd ze geflankeerd door twee paden. Daar nu de paden bebouwd zijn met een voudige huisjes, nu en dan voor- of achter over neigende, nu eens binnen, dan weer buiten de lijn springende, allen van hout, van hout uit het groene woud gerukt en als ter vergoeding met een groen waas overto- gen, moet het voor iederen vreemdeling een •opvallend iets zijn te midden van dat alles een rijke villa te ziien. Ik geloof dan ook, dat het pikante contrast den meesten in druk maakte. Met een grijns van genoegen sloeg Paardehaar zijn verwonderde vreem de „loi" gade, wanneer zij aan dat punt ge komen waren, en nooit vergat hij, nauw keurig als hij was, de volgende, den bewo ners der villa betreffende details er bij te voegen: „Riches hommes, point d'enfants, deux chiens." Dreigde de voet des vreemde- lings in aanraking te komen met iets, dat zijn e'gen roem verkondigde, zoo klonk het, attent als hij altijd was: „N'escaliez pas dans cette espérance, monsieur I Het zijn een paar staaltjes. Waar zou ik blijven, zoo ik u den man in zijn volle groot heid voor oogen wilde stellen? Wat mij ech ter bizonder in hem trof, en dat moet er nog uit, was, dat hij «iet alleen tijdens zijn le ven, maar ook na zijn dood nog een weldoe ner der menschheid wilde zijn; hij had n.l. zijn lijk reeds bij voorbaat aan de snijkamer verkocht en genoot wellicht, onder menigen voor die koopsom gekochten borrel, het be moedigend en hoopvol voortuitzicht van zelfs nog na zijn dood tot heil der menschheid te zullen strekken. Doch laat ik met mijn rondleiding begin nen. Het was eens op een schoonen Meiochtend dn het jaar 1869, dat ik veel vroeger wak ker werd dan -gewoonlijk. Ik stond op en opende het raam. De zon scheen zoo vroolijk en de zoete Meigeuren waren zoo lekker, dat ik den lust niet kon weerstaan naar oom Kees toe e kuieren en hem op zijn morgen- bezoek aan zijn molen „de Wildeman" te vergezellen. In een wip had ik mij aangekleed en een oogenblik later deed ik, op weg naar Ooms huis, de stille Westzijde van het klapperend geluid van mijn klompen weerklinkenik droeg ze anders alleen, als 't heel koud was, of als er sneeuw lag, maar ik had ze nu aan gedaan, om als een echte houtzager naast Oom voort! te stappen. Ik heb al meer van de Westzijde gespro ken tot recht begrip diene, dat de gemeen te Zaandam voornamelijk bestaat uit twee lange straten, door de Achterzaan van el kaar gescheiden en Westzijde en Oostzijde geheeten. Deze beide straten worden met el kaar verbonden door den Dam, die slechts aan één zijde bebouwd, aan de andere zijde een vrij uitzicht geeft op de Voorzaan. Toen Keizer Napoleon in October van het jaar 1811 een bezoek aan Zaandam bracht, liet het Czaar Peterhuisje Z. M. vrij koel (Maria Louise, die hem vergezelde, barstte zelfs, daar zij geheel iets anders had ver wacht, in een luiden schaterlach uit), doch 't gezicht op de Achterzaan, van „de Groote sluis" uit, ontlokte den Keizer een „sans pa- reil" en, naar men mij vertelde, had de be wondering van hot schoone uitzicht hem aan leiding gegeven de beide gemeenten tot één geheel te vereenigen vóór het jaar 1811 na melijk waren Westzaandam, tegenwoordig Westzijde, en Oostzaandam, tegenwoordig Oostzijde, twee afzonderlijke gemeenten. Doch genoeg. Ik liep naar mijn oom en op mijn doode gemak, want ik vond de West zijde dien morgen bizonder mooi. Ik kroop over 't trottoir, telkens over de ijzeren hek jes leunend, die tallooze tuintjes voor de huizen van den weg scheiddenmet wellust snoof ik de geuren van bloemen en planten op en vermeide ik mij in den aanblik van al die levendige en bonte fleuren en het getjilp van de vogels in de iepenboomen, die langs de eene zijde van de straat een lange rij vormen tot aan de Koog toe. Ik was nog in die jaren, waarin het epicurisme de hand nog niet gereikt heeft aan de aesthetica, want anders! Nergens zag men een zoo ster ke verloochening van alle symmetrie als in een Zaandamsche straat 6) Ziehier een stukEen heerenhuis met een tuintje er voor, dan een stal, die aohteruit springtdaarop treedt een kruidenierswin kel eenige meters voorwaarts, een heerenhuis treedt nog meer naar voren, volgt een tuin tje, in de diepte een huis. Boem I Daar be perkt de volgende woning het zoo even breede trottoir tot een smal paadje; volgt een spuitenhuis, geflankeerd door een aan plakbord een kleine gaping, door een steeg veroorzaakt, en drie huizen, die een rechte lijn vormen, welke rechte lijn echter eens klaps wordt gebroken door een achteruit springende trotsche heerenhuizinge, gevolgd door een nederige houten kluisdan een bleekveld, op welks achtergrond een scheer derswinkel, op zij een slachterij Knip het overige naar hetzelfde model en gij hebt de Westzijde voor u. 7) En tochZe maakt een prettigen, gezolli- gen indrukze is als een leelijke, slecht ge bouwde vrouw met een goedhartig, innemend uiterlijk. 6) Dit is nog zoo. 7) De Oostzijde zag en ziet er evenzoo uit, alleen de huizenlijn is regelmatiger. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1