Bericht aan de Aboonds. ar. tos. 7" Jaargang. Vrijdag 8 Januari 1909. „DE KONINGIN der MODEBLADEN". BUITENLAND. FEUILLETON. Oom Kees. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.90. Afzonderlijke nummers - 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest dagen. Advertentiönmededeelingon enz.gelieve men vóór 11 uur morgens kg de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f O.SO. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot bet herhaald adverteeren m dit Blad, bq abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Naar aanleiding van meermalen uit gesproken wenschen, om de Dames- Abonnéa in de gelegenheid te stellen een goed en goedkoop Modeblad te be zorgen, berichten de Uitgevers van dit Blad dat zij daarin geslaagd zijn en kunnen zij, te beginnen met JailUari 1909 een geheel nieuw Modetijdschrift aan bieden onder den titel van Wat dit fraai uitgevoerd Blad beoogt, wordt aan de A bonnés door middel van een prospectus bekend gemaakt, terwijl het voor belangstellenden steeds aan ons Bureau verkrijgbaar zal zijn. Het is ons plan voor de Abonnés de gelegenheid open te stollen, op dit Mod6- Aibum in te teekenen tegen den lagen prijs van 60 Cts. per 3 maanden, en tevens maandelijks, bij de verschijning, een bon in de Courant af te drukken, waarop het den Abonnés ook mogelijk zal zijn zich enkele Nummers aan te schaffen, die buiten Abonnement voor den'prijs van 221/2 CtS. kunnen afgehaald worden. Abonnés buiten de stad kunnen zich het Album bij 3-maandelUksch-abonnement als druk werk per post laten toezenden; tegen ver hoogden prijs van 2Va CtS. per Nummer voor de verzending. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien art ikel 41 dier gemeeratewét), Brengt ter kennis van de ingezetenen;, diat de Raadl dezer gemeente zal vergaderen) op Dins dag, deun 12. Jainiua/ri aanstaande, dies namiddags te 1£ ure. Amersfoort, den 7. Januari 1909. De Burgemeester voornoemd', WUIJTIERS. OPROEPING IN WERKELIJK EN DIENST. De Burgemeester der gemeente Amersfoort, Gelezen) eene. massive vaai den lieer Commis saris der Koningin in dfc provincie Utrecht, d.d. 4 Januari 1909, 4e Afdeeling, no. 8/6, daarbij verzoekende om dén verlofganger dér Nationale Militie, der lichting 1906: WILLEM BAKKENE6, op grond' van art. 131 der Militietvet 1901, negens ndet-naleving van art. 130 dier wet, voor dén tijd van zes wéken) ondier dte wapenen; op te Brengt ter kennis van genoemden- verlofgan ger, dat op den dlag vaan opkomst onder dé wapenen liet aam/ hem verleend, verlof wondt ingetrokken en dat bij zioh, voorzien van zijn zakboekje, verlofpas en al <Le in zijn bezit zijnde voorwerpen van kleeding en uitrusting, op den 25sfcen Januari 1909, dés middags vóót vier uren, behoort aan te melden bij het 5e Regiment In fanterie, in garnizoen te Amersfoort; dlat hij zich in geen geval zal kunnen beroepen op het niet-oautvangen eener bijzondere oproe ping, maar dat deze kennisgeving, welke uit sluitend' dient als rechtsgeldig bewijs dat de op roeping behoorlijk is geschied, hem bij niét-ver- schijwing ter opkomst- ondér de wapenen, in verzuim stelt. Amersfoort, 7 Januari 1909. De Burgemeester voornoemd', WUIJTIERS. Burgemeester en. Wethouders der gemeente Amersfoort brengen tei algemeene kermis, dlat •bij hun besluit van heden, ingevolge artikel 8 dier Hinderwet, aan K. W. Jaeger, en zijne .rechtverkrijgenden, alhier, vergunning is ver leend tot uitbreidimg van zijne chemische was- seherij met a. eene machinekamer, tevens ketelhuis, waarin geplaatst wordlt een liggende stoomketel van- 5.6 atmosfeer, dienende tot verwarming van een stoomtrouimel en een stoomsirijkplan'k b. eene stoommachine van 8 P.K. in gemelde machinekamer, dienende tot het in beweging brengen van 2 waschtioxninels, een oentrufuge eu een stoompomp c. een locaal voor chemische wosscherij, waarin genoemde wasohtrommels enn centrifuge wordén geplaatst d. eene inrichting, dienendé tot het bewaren) van benzine tot een maximum van 175 Liter, hi het perceel, alinea- gelegen Kampstraat no. 94, kadast-i aal gemeente Amersfoort, sectie E, no. 4081, onder voorwaard©: 1. de nieuw te bouwen schoorsteen van steen en plaatijzer, wordt opget rokken tot eene lioogte van minstens 14 Meter boven den beganen grond em wordt voorzien van een vonken vanger 2. de stoomketel wordt geplaatst in eene ruim te, welke rondém is ingesloten dbor muren ter dikte van. ten- minste 22 c.M., zullende de be vloering daarin van steen en dé zoldering daar boven van steen en ijzer samengesteld worden-, terwijl dé deur, uit dé fabriek toegang gevende tot het ketelhuis. va,n ijzer gemaakt of met plaatijzer beslagen wordt; 3. liet wasoh- en ander vuil' water uit de fabriek wondt opgevangen in een voldoend aan tal' waterdichte putten eni door middel van', waterdicht in elkaar gewerkte dubbel verglaasde ijzeraarden buizen, wijd binnenwerks 15 c.M. afgevoerd naar een filter, groot ongeveer 2 M3. en van daar naar de Beek 4. dé in sub 3 genoemde filter wordt door ver ticale wanden iu vier even groote af deelingen verdeeld), waarvan er minsteus 2 steeds geheel gevuld zijn met cokes of grove puin. tot het vor men van' zoogenaamd!? filtreer bedden het wiasch- enl andere vuilte water, uit dte fabriek afkomstig, wordt zoodanig door <le filter geleidi, <lat hét ten allten tijde dbor den geheelen inhoud dér beidte, reeds genoemde filtreer bedden gaatde filter verkeert steedte in goeden; staat van onder houd. zoodat hare geregelde werking immer verzekerd is, een en ander ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders 5. de te bewaren hoeveelheid benzine, tot een maximum van 175 Liter, wordt bewaard, in) een) onontplofbaar fust, welk fust in eem, maan- het oordeel vani Burgemeester en Wethouders, vol doende geventileerd stcenen gebouwtje met plaatijzeren afdekking en deur, steeds geplaatst is; 6. in liet in sub 5 genoemde gebouwtje, als mede in die lokalen der inrichting waar benzine voor het reinigen van goederen, wordt gebruikt of waar met benzine gereinigde stoffen worden gedroogd, wordlt nimmer gerookt of is nimmer vuur of kunstlicht aanwezig. Amersfoort, 5 Januari 1900. Burgemeester en. Wethouders van Amersfoort, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STEN F BRT KROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht. Jozef Reinaoh over de Balkancriais. De bekende Fransche afgevaardigde Jozef Reinach is van eene reis in het Oosten terug gekeerd. Hij heeft vertoefd in Konstantino- pel, Sofia en Belgrado en is te Weenen door baron Aehrsnthal, den voor de buitenland- sohe politiek van Oostenrijk-Hongarije ver antwoordelijken staatsman, ontvangen. Op het laatste station van zijn3 reis, Weenen, heeft hij aan een medewerker van de Neue Freie Presse zijne indrukken medegedeeld, die, als afkomstig van een onpartijdigen waarnemer, zeer de aandacht verdienen. Hij heeft zich aldus uitgelaten ,,Ik had geen zending van mijne regee ring, ook geen financieele ending, zooals is verteld. Ik verbond veeleer het nuttige met het aangenamena ingespannen arbeid had ik ontspanning noodi; en meende niets beters te kunnen doen, dar. nat..* Konstan- tinopel op te breken, om van nabij toe te kijken hoe het nieuwe stels 1 werkt. Daarbij besteedde ik de korte vacantie, die mij ge gund was, om op de ten jreis in Sofia en i.v Belgrado stil te houden. Overal kwam ik met de leidende personen samenik heb zoowel den Koning van Bulgarije als den Koning van Servie mijne opwachting gemaakt. In Konstantinopel ree ik den besten indruk van het parlement en ik hoop, dat de zaken zich daar goed zullen ontwikkelen. Ik. bewoog mij in het Turksche parlement ongeveer zoo als in de w-'.ndelgangen van het Palais Bourbon. Ik oi lerhield mij met 30 a 40 leden van het parlement in de Fran sche taal, die de meeaten zeer vloeiend spre ken. Het zelfde kan ik van den grootvizier Kiamil Pacha, en de ministers Tewfik en Hilmi Pacha zeggen, en ook de andere mi nisters spreken Fransch. De houding van het parlement is waardig. De menscheq ge dragen zich uitmuntendz j hooren kalm toe en zouden aan de oude parlementen van Europa als voorbeeld kunnen dienen. Overal in Turkije vond k eene zeer ster ke behoefte naar vreda. ALe le dende man nen gaven nnj te kennen, dat zij zoowel met Oostenrijk-Hongarije a s ook met Bulgarije een vreedzaam accoord zouden willen tref fen, en wel zoo spoedig mogelijk. De eenen meenden, dat men eerst Oostenrijk-Hon garije, de anderen, dat uip eerst met Bul garije eene schikking .noes zien te vinden. De meesten waren van meening, dat eerst de zaken met Oostenrijk-Hongarije moesten worden bijgelegd. Ik heb den stelligen in druk gekregen, dat niemand van Oostenrijk- Hongarije vergt op het voldongen feit terug te komen. Maar aan Jen anderen kant stelt men prijs op behoorlijke geldelijke schade vergoeding, en ik geloof, da het Turksche standpunt om '"bok door Oostenrijk-Honga rije te worden schadeloos gesteld, een recht vaardig standpunt is. Een van de meest belangwekkende per sonen in Konstantinopel schijnt mij de sjeik-ul-islam te zijn. Met hem onderhield ik nnj door een tolk. Ik kreeg den indruk, dat de omwenteling niet zoo glad van stapel zou zijn geloopen, als niet de sjeik-ul-islam in de Jong-Turksche plannen was ingewijd en daaraan steun had verleend. Het is eene on juiste meening, alsof men in Turkije te doen heeft gehad met een Turksch 1789, alsof het slechts eene liberale revolutie is geweest. Neen, het was een vaderlandslievende en godsdienstige revolutie. Voor den Turk is vaderland en godsdienst identiek. En zoo heeft men zich ook in naam van den gods dienst aaneengesloten om het vaderland voor vreemde inbreuken te redden, inzonderheid ook de dreigende verbrokkeling van Euro- peesch Turkije te verijdelen. Voor de inlijving van Bosnië en de uit roeping van de onafhankelijkheid van Bul garije kon nog het oude stelsel verantwoor delijk gesteld 'worden Wanneer de Jong- Turken thans niet in staat waren, tegenover Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije de recht matige wenschen van Turkije te doen gelden, dan zou men enkel en alleen de Jong-Tur- ken daarvoor verantwoordelijk stellen, en hun prestige zou daaronder zeer moeten lij den. Ik druk er op, dat Turkije den vrede wil. Maar aan den anderen kant heb ik mij er van kunnen overtuigen, dat in de laatste drie maanden zeer veel voor de uitrusting van het leger is geschied. Ook Turkije is zoo ver om te zeggen Wanneer gij" den vrede wilt, bereid u dan voor tot den oorlog. In Sofia had ik gelegenheid, mijne oude kennismaking met den tegenwoordigen Koning van Bulgarije te vernieuwen. Mijne gesprekken met hem versterkten mij op nieuw in de overtuiging, dat Koning Ferdi nand een schrander man is en dat hij ten volle weet wat hij wil. Hij verstaat zijne zen ding, en ook hij wil niets dan den vrede. Ik ben met vele besturende personen in Sofia bijeengekomen, en mijn indruk isde Bul garen zijn een krachtig element; zij zijn de Pieraonteezen van den Balkan. Ik had ook gelegenheid eene manoeuvre van eenige uren van de artillerie bij te wonen, en ik kan slechts zeggen, dat ik daar uitmuntende verrichtingen heb gezien. In Belgrado heb ik Koning Peter gezien en een avond met den minister van buiten- landsche zaken Milovanowitsch doorge- br t. Mijn indruk was, 'dat ook de Ser- ven niet aan een oorlog denken. Met Milo vanowitsch was ik in gezelschap op den avond, nadat hij zijne rede had gehouden. Thaus, nu ik de rede gelezen heb, heeft zij mij eigenlijk wel wat verrast. Het'is in ieder geval een parlementair, geen diplomatiek stuk werk. Aan alle zijden, inzonderheid echter bij de toongevende factoren en bij de naast be langhebbenden, bij Turkije, bij Oostenrijk- Hongarije en Bulgarije, beBtaat eene stérke gezindheid om den vrede te handhaven Men roept de reserve onder de wapenen, maar men mobiliseert nergens. Maar niettemin zeg ik, dat de toestand voor mij iets veront rustends heeft. Het verontrustende is, dat de zaken niet goed in beweging zijn te bren gen. De winter is een uitstekende bondgenoot van den vrede. De tegenwoordige toestand moet echter zeer veel ten goede verkeeren om geruststellend te worden. Opdat de hori zont zal ophelderen, moet de schikking tus- schen Turkije eenerzijds en Oostenrijk-Hon garije en Bulgarije anderzijds zoo spoedig mogelijk tot stand komen en daarmee een element van onrust ter zijde gesteld wor den". Dultschland. De Süddeutsche Reichs-Korrespondenz, welker Berlijnsche vertegenwoordiger in be trekking staat met het departement van bui- tenlandsche zaken, bevat de volgende offi- cieuse mededeeling uit Berlijn Engelsche bladen hebben zich tijdens de jaarwiseling bijzonder ijverig bezig gehou den met Keizer Wilhelm en, daar het godrag van den monarch geen stof biedt voor sen satie-telegrammen, neemt men zijne toe vlucht tot verzinsels. Zoo heet het in een Londensch blad, dat de Keizer met den rijkskanselier eene rede heeft opgesteld, die op nieuwjaar voor de commandeerende gene raals is gehouden. In waarheid heeft echter de Keizer in 't geheel geen politieke nieuw jaarstoespraak gehouden. Verder maakt oen Engelsch dagbladschrijver zich ongerust over de verhouding tusschen den Keizer en den rijkskanselier met de zeer politieke toelich ting, dat vorst Bülow met Kerstmis niets gekregen beeft. Deze onzekerheid kan wegge nomen wordende monarch heeft zijn kanse lier een portret geschonken. Praatjes over oene minder goede verstandhouding tusschen de Kroon en den leider van de buitenland- sche politiek zijn op zekere plaatsen weder zeer in trek. Reëel is daaraan slechts de wensch, dat er eene ontstemming moge be staan. Deze wensch is wijd verspreid. Nu eens stort de National Review haar hart uit tegen den kanselierdan weer wordt in de Figaro een voor niet-ingewijden onverstaan baar geschreeuw aangeheven. Op het zinrijke vangbalspel tusschen rijksduitsche partij organen en eenige Oostenrijksche bladen heeft de Nordd. Allg. Zeitung verleden Zon dag opmerkzaam gemaakt. De oorsprong van deze intriges is evenmin in het duister ge huld als net doeleen kanseliersverande ring in 't leven te roepen. Ftankrqk» Volgens de Matin is de minister van ma rine bezig met het opmaken van een inven taris voor de gelneele oorlogsvloot,'die een nauwkeurig beeld zal leveren van do zee macht van Frankrijk en als grondslag zal dienen voor de te verwachten debatten over de reorganisatie van de marine. Tot vast stelling van het hervormingsprogramma zal binnen kort de hooge marine raad bijeenge roepen worden. De Matin merkt hierbij op, dat het Fransche volk zeker voor geen of fer zal terugschrikken om de verdere ont wikkeling van zijn zeemacht te verzeke ren, zoodra het de noodige waarborgen er voor bezit, dat de gelden nuttig besteed worden. Het verschil van meening, dat in den boe zem van het Fransche ministerie bestond over de voltrekking van de doodstxaf, is door president Fallières beëindigd door de verkla ring, dat hij met net oog op den door de Kamer beslist kenbaar gemaakton wil zijn stelregel om ter dood veroordeelde misdadi gers in ieder geval te begenadigen, niet lan ger kon vplhouden, maar zich voortaan aan de adviezen van de commissie van gratie in bet departement van justitie zou moeten hou den. Tengevolge van deze verklaring zijn binnen kort eenige terechtstellingen in Frankrijk te veiwachten. Het verzet tegen de toepassing van de doodstraf kwarfi van de zijde van deai mi nister-president Clemenceau, terwijl de mi nister van justitie Briand, ofschoon even eens een tegenstander van de doodstraf, de opvatting van den president der republiek deelde, dat, nu het parlement de doodstraf uitdrukkelijk gehandhaafd heeft, het uitvoe rend gezag niet de bevoegdheid heeft, op grond van zuiver theoretische overwegingen eene bestaande en door de gerechtshoven toegepaste straf niet te voltrekken. Zaaudamsche Schetsen 4 door ANTON SMIT. ,,Maar het kon toch ook wel eens waaien in je bruidsdagen, Jaap", zei oom met een bedenkelijk gezicht. ,,Nou, uwe weet, Aagt is me lief, maar de petroon zeg ik toch maar, die is me 't al- dernaast. Zie je, al most ik malen, tot ik naar het Stadhois gong, ik zou het doen ook." ,,Neeu, Jaap, je moet niet denken, dat jij alleen meesterknecht kunt zijnga jij in die dagen maar dikwijls met je Aagt uit. Ik zal dat stiekje wel voor je waarnemen, hoorl Nou, jongens, nou maar weer flink aan het werk, met Luilak een dubbel „stik" (portie). Met deze belofte van dubbel epicuristisch genot op den aanstaanden feestmorgen wilde oom heengaan, maar de vijlen kwamen niet in beweging en haar hanteerders keken Jaap ietwat verlegen aan. Jaap deed een paar schreden voorwaarts en schoorvoetend bracht hij er uit: „Neem me niet verkwa- lij'kpetroon, maar ik loof, dat ik uwes mag fullezeteeren, dat we midderhaast de roeden met kroontjes zullen versieren en de vlag op de kap zetten. Ik hoorde guster-avond zeg gen, dat uwes misschien gaat trouwen, en, as dat zoo is" ja, Jaap", zei ooms blij gezicht „dan" h ijstak oom zijn hand toe „Gods beste zegen der op; dat al- leemge leven is niks net aardig." „Dank je, Jaap, dank je Kees, Dirk", klonk het tegen de knechts, die zich ver drongen om den goeden man geluk te wen schen, en onmiddellijk daarop klonk weer 't piepen en krassen der zagende welluidende uiting van liefde voor den patroon, werd on middellijk van een onwelluidende dito voor zijn zaak gevolgd. Oom ik hem achteraan loopt de werf over, de loodsen langs, staat hier en daar stil om zijn „deelen" (planken) eens op te nemen en gaat zijn hulpkantoortje binnen, dat even eenvoudig is als de man zelf. Een lessenaar, een kruk, een paar matten stoelen en een ouderwetsche hangklok met koperen looden, ziedaar het ameublementook hin gen er nog tei versiering een paar oude prenten aan den kalen wit gepleisterden wand een daarvan stelde den eersten hout zaagmolen voor, bijgenaamd „het Juffertje", drijvende op een vlot, opdat hij gemakkelijk naar den wind gezet kon worden. Ik droom de er vaak van, hoe ik met oom, Jaap, Dirk, kortom het geheele personeel al ma lend en zagend een groote, schoone rivier afzakte. Onder genoemde gravure stonden deze versregels Doe men schreef ao 1592, stout, Is dezen molen ,,'t Juffertje" gebouwd, Door Cornelia Corneliaz van Uitgeest, Die de eerste uitvinder is geweest. Aan den anderen kant hing een teekening van den Wildeman. O, dat hulpkantoortje, ons kantoortje, zei ik altijd. Hoe dikwijls heb ik er uren ge- izeten op mijn matten stoel, nu eens ver diept in lectuur, terwijl mijn jeugdige fanta sie zich wiegde op den adem van den wind, dan weer vol bewondering opziende naar het peinzend gelaat en de ijverig pennende hand van mijn oom, of droomerig de beweging volgende van het deinende schip boven de klok of fantaseerende bij den drij venden mo len. Hoe vaak sprong ik verrukt op de kruk, als oom mij vergunde hem te helpen aan zijn berekeningen met duiten en schellingen en stooters. Hoe wel was het daar bij het snor ren/de kacheltje te zitten, des winters, als1 de storm gierde en de regen tegen de ruiten kletterde. Ik zie hem dan nog voor mij dien Wildeman; zijn zaagramen hijgden, zijn wieken stormden elkander achterna, ontdaan van hun zeilen, ontdaan van hun borden, als rammelende riffen, krakend en schuddend zijn twee groote oogen in de kap, het was of hij daaruit blikken wierp op zijn omge ving, op zijn honderd en vijftig broeders daar in het wijde, wijde veld, angstige blik ken, of zij bent misschien in snelheid zouden overtreffen, en nog sneller, ging hij, nog sneller. Gezegende kindsheid, tijd van onbewuste poëziemaar nog gezegender ons verder menschelijk bestaan, als wij die bloemrijke oorden in perspectief beschouwen en ons rijper oordeel, beter dan wij het vroeger ooit vermochten, die poëzie begrijpt en geniet. En de Luilak, die heerlijke Zaterdag ochtend vóór Pinksteren, kwam weer met zijn „korries" en brandnetels, zijn bollen pn krentébroodjes. 's Nachts, al om twee uur, hoorde men de „.korries" (planken op houten wieltjes), één jongen er op en een tiental er voor, door Zaandams straten rollen. En de dienstmeiden! Ze stonden al om vijf uur de straatjes te boenen, hun gezichten ^geblakerd dook niet door de zon nou, dat is er ook ©en in die taid van 't jaar 1 maar door het vurig verlangen, waarmede zij de warme bol len met stroop en de krentebroodjes te ge- moet zagen. Wee den jongen, die te laat was „ope- staan", hij werd met den neus in de brand netels „edouwd". Den ouderen van dagen, die dien ochtend te lang in het land der droomen hadden vertoefd, gaf men een wel is waar fijnen, maar minder gevoeligen steek, men hing hun de brandnetels aan den schelleknop. „Dat zoo'n kerel ook nog op zijn nest lai", de werkelijkheid was immers veel schooner dan een droom 1 Zoo dacht oom Kees er ook over. Hij was voor dag en voor dauw al op, en zijn Aal ook, hoorl en zij gingen ik met hen mee naar nu naar? naar den Wildeman, om de knechts bollen te zien eten. Op weg daarheen, kwamen wij voorbij Jaap's kosthuis. Een hoop jongens stond er voor de deur en hechtte een menigte brandnetels aan den knop. „Jaep is de loie- lak," gilden 'ze, en al dansende en joelende klonk het: Loielak, Slaperige zak, Van morgen niet vroeg opestaen, Je kent wel weer naar bed toe gaen. Nou, 't was Jaap te vergeven. „Hai haid gusteren met zain Aagt aan zen zai een fer- miljepartaitje ehad en de petroon had hem verlof egeven een paar uur later op de mo len te kommen. Er was veel wind dien morgen, zoodat we alles op den molen druk in de weer vonden. De bovenmiddelknecht stond bij de zaagra men en liet over alles een „auchie" gaan, de middelknecht was bezig met den onderdito een tusschen hemel en aarde zwevenden balk op de „sleete leggen, het werktuig, dat hem langzamerhand den grimmigen zaag tanden te gemoet voertdaar hebben de tan den hun prooi beet, de slee stuwt haar steeds verder, de tanden dringen steeds dieper door totdat de balk „ezaagd" is in vieren of vai- ven of zessen, al naar het noodig is. Alles was druk in de weer, tot den kot- jongen toe, die onder in 't „kot", de verza melplaats van het zaagsel, dit in manden schept, om het straks naar de „zaagselhut" te brengengewoonlijk fleurt -hij zijn ver velende „stiek" (betrekking) door allerlei liedjes op, waarmede nu en dan de bewoners van de bovenwereld instemmen. We waren nog geen kwartier op den mo len, of wat. kwam daar aan in de vertel Neen maar, een „mallejan" 14) met pink sterbloemen versierd, Jaap er boven op, en de jongens uit zijn buurt duwden hem voort, al schreeuwende on krijschende Alampie, Palampie, Pinksterblom Kort daarop kwamen de bollen en de krentebroodjes. Oom liet den molen stil staan Wat werd er gegeten 1 Jaap deed ook zijn best. Zijn eetlust werd door de voor afgaande soirée in het minst niet beïnvloed. „Pas maar op, Jaap," riep de kotjongen hem toe, „je wordt nog bol achttien 1" een toespeling op een ambtgenoot, dien het ver orberen van achttien dikke bollen den rand van het graf nabij had gebracht. 14) Een, mallejan is een timmermanswa- gen op twee groote wielen; van achtero is daaraan een lange stok bevestigd, waarmode men hem voortduwt. Slot volgt.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1