1°. 3»7.
7"* Jnarganft.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD
1.50.
0.05.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf §-®®-
Idem franco per post
Afzonderlijke nummers
Deze Courant rersohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertestiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens bg de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.00.
Ëlke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eenta bjj vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eene
oirculairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
Overwegende,, dat de vervaardiging van com
post en andere mestsoorten 'bij den gemeente
reinigingsdienst ernstige bezwaren, ondervindt
door de vermenging van het huisafval niet sin
tels, gruis en andere bestanddeelen. afkomstig
uit kachels, fornuizen cn andere stookinrichtin-
gen
Overwegende, dat zulks eiselrt in het vervolg
te vorderen, dat ten opzichte van 'het door den
gemeentereinigingsdieiist afgehaald huisvuil, ge
noemde bestanddeelen afgezonderd worden ge
houden van het overige huisvuil
Xoodrigen de ingezetenen uit, met ingang van
1 Februari 1909 het voor den reinigingsdienst
bestemde afval overeenkomstig Ijovenstaande
splitsing, in verschillende bakken of emmers
voor den. vuilniswagen, beschikbaar te houden.
Amersfoort, 14 Januari 1909.
Burgemeester eni Wethouders voornoemdj
De Secretaris. De Burgemeester.
J. G. STENFEUT KROESE. WUIJTIERS
Politiek Overzicht
l>e oude en nieuwe president der
Vereenigde Staten.
De laatste weken van de ambtsvervulling
van president Roosevelt zijn niet van de
aangenaamsten. Er heerscht een heftige
strijd tusschen den president en het congres.
En die strijd wordt niet weinig verbitterd
door het persoonlijke element, dat daarin
op den voorgrond treedt.
Theodoor Roosevelt is nooit gewoon ge
weest in den strijd de personen van zijne te
genstanders te sparen. In de campagne, die
aan de verkiezing van den nieuwen presi
dent vooraf ging, heeft hij met alle prece
denten van de Amerikaansche eonstitutio-
neele prakt.j i. gebroken. In strijd met de
theorie, dat de president, zoolang hij ver
blijf houdt in hei>^Vitte Huis, ophoudt par
tijman te zijn, was hij het, die zijn opvolger
aanwees en dezen in liet heetst van den strijd
steunde in eene reeks, van aanvallen tegen
den tegen-candiiaat Bryan, versterkt door
beschuldigingen van corruptie tegen diens
handlangers. Later bond hij een strijd aan
tegen eenigen van de voornaamste dagblad
directeuren, die hij openlijk uitmaakte voor
leugenaars. En de kroon heeft hij op dit
werk gezet, door tegen beide huizen van
het congres een strijd te beginnen, die de
beide hoogste organen van het staatsgezag
op voet van oorlog tegenover elkaar brengt.
Dat is, zooals bekend is, begonnen met de
boodschap, die de president aan het congres
heeft gezonden, toen het voor de laatste ge
wone zitting onder zijn bestuur bijeenkwam.
Het congres heeft den post in de begrooting
voor den geheimen dienst van het bondsbe-
stuur besnoeid en in verband daarmee den
wensch uitgedrukt, dat de ambtenaren van
dien dienst nog slechts in het departement
van financiën werkzaam zouden worden ge
steld. De president heeft zijne ergernis over
dit besluit gelucht, door in de boodschap
deze zinsnede op .te nemen: „Het hoofd
motief voor dit besluit was, dat de afge
vaardigden zelf niet door de agenten der
geheime politie wenschten te worden nage
gaan. Dat is wel niet dikwijls gebeurd, maar
hot is waar dat wij aan deze agenten voor
een deel de ontmaskering van een senator en
een afgevaardigde bij den landzwendel in
Oregon te danken hebben."
De beide huizen van het congres hebben
hierop vuur gevat. Het huis van vertegen
woordigers heeft een votum van afkeuring
uitgebracht en een besluit genomen, waarbij
een onderzoek wordt verlangd naar de han
delingen van den geheimen dienstde Se
naat heeft aan eene commissie van drie zij
nor leden een onderzoek van de zaak opge
dragen, In de weken, die nog moeten verloo-
pen tot dat 't mandaat van president Roose
velt eindigt, zal deze strijd zeker nog veel
onheilig vuur doen opgaan, dat niet kan
strekken tot verhooging van het aanzien der
beide strijdende partijen.
Terwijl de oude president gewikkeld is in
een strijd, die, hoe hij ook moge eindigen,
in ieder geval zijn roem niet zal verhoogen,
bereidt de nieuwe president zich voor op de
taak, die hij met Maart zal aanvaarden.
Aan de Kóln. Ztg. wordt daarover uit
Washington geschreven
,,Hoe meer het tijdperk Roosevelt zijn
einde nadert., des te meer treedt de toekom
stige president op den voorgrond. Daarbij
nemen de Amerikanen tot hunne verbazing
waar, dat iemand zich de opvolger van
zijn voorganger kan noemen, diens politiek
kan omhelzen en toch geheel zelfstandig
zijn weg kan gaan. Taft gaat met groote
omzichtigheid en zelfstandigheid te werk in
de eerste plaats bij de samenstelling van
zijn kabinet, waarin behalve de secretaris
van landbouw Wilson en misschien de se
cretaris van oorlog geen lid van Roosevelts
kabinet zal zitten. Zooals oekend is, heeft
hij het gewichtige ambt van staatssecretaris
opgedragen aan den senator van Pennsyl-
vanie Philander Chase Knox, die reeds on
der Mac Kinley in het kabinet heeft ge
zeten en voor oen der schi ..nderste koppen
van de republiek doorgaat. Met hem en zijn
vertrouweling Frank H Hitchcock, die den
verkiezingsstrijd voor hem gewonnen heeft,
zal Taft in het nieuwe jaar zijn kabinet vol
tooien en ook de diplomatieke posten van
het buitenland bezetten, waarbij alleen in
Berlijn geen verwisseling schijnt te zullen
plaats hebben.
Met groote zelfstandigheid pakt de toe
komstige president de gewichtigste zakelij
ke kwestie van de naaste toekomst, de herzie
ning van het tarief van invoerrechten, aan.
Hoewel persoonlijk geen deskundige, heeft
hij in talrijke in het openbaar afgelegde ver
klaringen er geen twijfel over laten bestaan,
dat hij een eerlijke en grondige" tariefs
herziening wenscht, zoodat de ernstige aan
hangers van eene vermindering van het
Dingley-tarief zich wel om hem als leider
uden kunnen scharen. Ongelukkig zijn
die aanhangers onder de republikeinsche
leden van het huis en den senaat dun ge
zaaid en. is het verlangen van de natie naar
eene tariefsherziening zoo weinig duidelijk
hoorbaar, dat Taft bijna als een roepende
in den woestijn kan worden aangemerkt. In
ieder geval doet het buitenland goed zich
er op voor te bereiden, dat de minimum
prijzen van het toekomstige tarief niet be
langrijk lager zullen zijn dan de eenheids
tarieven van het tegenwoordige tarief.
Eindelijk moet nog gewezen worden op de
beslistheid, waarmee de toekomstige presi
dent eene andere gewichtige taak van zijne
regeering, den aanleg van het Panamaka-
naal, aanpakt. Terwijl Roosevelt in zulke
krasse bewoordingen als men zelfs van hem
nog niet heeft gehoord, van leer trekt tegen
de bewering, dat er bij den aankoop van
het kanaal knoeierijen in geldzaken zijn
voorgekomen, waarin ook bloedverwanten
van Taft en Roosevelt zijn betrokken
eene bewering waarvoor tot dusver zelfs de
schijn van een bewijs niet is geleverd zal
Taft de bedenkingen, die in den laatsten
tijd tegen de technische uitvoering van het
kanaal zijn vernomen, aangrijpen om op
nieuw een grondig technisch onderzoek van
het geheele werk in te stellen. Hij zal in
't laatst van Januari met zes ingenieurs
eene reis naar het Kanaalgebied onderne
men. Men zal zich herinneren, dat indertijd
eene commissie van deskundigen de kanaal
plannen heeft onderzocht en dat de meer
derheid van die commissie voorstelde een
kanaal zonder sluizen te bouwen. Roosevelt
besliste echter voor het voorstel van de min
derheid tot het aanleggen van een sluizen-
kanaal, dat goedkooper zou zijn en minder
tijd zou vorderen voor de uitvoering. Het
zou bitter voor hem zijn, ls hij aan bet
einde van zijne regeering dit plan als mis
lukt gekenschetst moest zien met het voor
uitzicht, dat zijn opvolger het door hem ver
worpen plan ler hand zal nemen.*'"
Dultschland.
B e 1* 1 ij n, 19 Jan. In het huis van
afgevaardigden van den Pruisisehen landdag
besprak vorst Bülow zijne verhouding tot
den monarch. Hij verklaarde, dat li.j 't als
plicht beschouwde, dat de rijkskanselier den
drager van den kroon dekt. Toen het artikel
van de Daily Telegraph verscheen, heeft hij
niet geaarzeld de schuld op zich te nemen.
Als hij de verantwoordelijkheid voor de door
den Keizer geuite woorden niet meer kon
dragen, dan zou hij verrocken van zijn
ambt ontheven to worden.
Vorst Biilow deed verder de noodzakelijk
heid uitkomen om tot de oude Pruisische
spaarzaamheid terug te koeren.
Over de reis van het Engelsche Konings
paar naar Berlijn wordt bericht, dat het
vertrek is Bepaald op 8 Februari en de aan
komst te Berlijn op 9 Februari. De terug
reis zal den 12en begonnen worden, opdat
het Koningspaar tijdig te Londen terug zal
zijn voor de plechtige opening der zitting
van het parlement.
De Westminster Gazette schrijft naar aan
leiding van de in de Nordd. Alg. Zeitung
uitgedrukte hoop, dat het bezoek van het
Engelsche Koningspaar de ontwikkeling van
den wederzij dschen goeden wil in Duitsch-
land en Engeland ten gevolge zal hebben
„Wij beantwoorden van harte deze opvat
ting en kunnen aan onze Duitsche tijdge-
nooten verzekeren dat het Engelsche volk
evenzeer bereid is als het Duitsche om
aan den wederkeerigen argwaan een ein
de te maken. Wij koesteren niet den
wensch, Duitschland geïsoleerd te zien.
Wij Jiebben zonder eenigen wrok ge
zien, dat d© banden tusschen Duitsch
land en Oostenrijk tot wederkeerig voor
deel van de beide landen en dus ook
het voordeel van den Europeeschen vre
de, in het algemeen sterker werden. Dit
is het goede resultaat, dat de jongste crisis
teweeggebracht heeft, en wij hopen, dat het
van ouurzamen versterkenden invloed op de
zaken van Midden-Europa zal zijn."
Bij het bezoek van Koning Eduard te
Cronberg in den vorigen zomer, is door de
beide monarchen de vraag der vermindering
en de toerustingen voor de vloot besproken,
zonder dat daaruit een praktisch resultaat
is voortgevloeid. Uit Berlijn wordt aan de
Weser Zeitung bericht, dat do vraag of bij
het aanstaande bezoek in Februari te Berlijn
deze kwestie weer ter sprake zal komen, hier
van afhangt of de Koning of zijn politieke
raadsman Sir Charles Wardinge dit thema
aanroeren. Mêt de mogelijkheid daarvan
wordt in de Berlijnsche politieke kringen
gerekend. Zeker is het echter, dat van
Dtii.sche zijde daarop geen ander antwoord
zal worden gegeven, dan wat de rijkskanse
lier indertijd voor den DuitSchen rijksdag
heeft geformuleerd
Frankrijk.
Par ij s, 19 Jan. In het voortgezette
debat over de inkomstenbelasting, werd door
Olivier een amendement voorgesteld, om in
het geval van onjuiste aangifte van den be
lastingschuldige, den bewijslast te 'leggen
op de overheid. Minister Caillaux bestreed
dit amendement met nadruk en stelde de
quaestie van vertrouwen.
Met 348 tegen 198 stemmen werd beslo
ten het amendement-Olivier niet in behan
deling te nemen.
Vier afgevaardigden hebben bij de Fran-
sche Kamer een voorstel ingediend om te
verbieden, dat als een doodvonnis is geveld,
portretten van de veroordeelden of teeken'n-
gen, die betrekking hebben op de voltrek
king van het vonnis, in de dagbladen mogen
worden afgedrukt. Dit voorstel is gedaan
naar aanleiding van de afbeeldingen van de
laatste executie te Bethune, die door de pers
zijn verspreid.
Het Journal Official heeft goed nieuws
voor de Franschen, die zich verontrusten
over den achteruitgang der bevolking. Uit
de voor het eerste halfjaar van 1908 gegeven
cijfers blijkt, dat, in tegenstelling met het
eerste halfjaar van 1907, toen het aantal
sterfgevallen dat der geboorten met 55,000
overtrof, het cijfer der geboorten 11,000
hooger was dan dat der sterfgevallen.
Groot is de verhooging van het bevolkings
cijfer dus nog niet, maar men is in Frankrijk
in dit opzicht niet verwend.
Engeland*
Londen, 20 Jan. De Standard be
richt, dat de Engelsche regeering per tele
graaf haren gezant te Caracas last gegeven
heeft om bij de regeering van den nieuwen
president aan te dringen op de opheffing van
de 30 pet. differentieele surtaxe, die gelegd
is op de invoeren in Venezuela uit de En
gelsche West-Indische koloniën. Deze sur
taxe treft inzonderheid Trinidadzij is se
dert 1882 van kracht geweest.
Reuter verneemt, dat het werk van de
conferentie voor zeeoorlogsrecht te Londen
goed voldoet. Men is al met twee belang
rijke vraagstukken, die van de blokkade en
van oorlogscontrabande, een heel eind op
geschoten. In de blokkade-kwestie zijn al
leen nog maar enkele punten van weinig
belang te regelen, waarover de afgevaardig
den het vrijwel algemeen eens zijn. Men
denkt, dat de conferentie pas in de eerste of
tweede week van Februari met haar werk
klaar zal zijn.
Oostenrijk.
Te Praag heeft verleden Zondag de stu
denten-,, hummel" weder aanleiding gegeven
tot straatrumoer. De politie, door de gem-
darmerie versterkt, had alle moeite om de
orde te handhaven en moest ten slotte over
gaan tot ontruiming van den Graben en af
sluiting van het verkeer aldaar.
Ditmaal was er nog eene aanleiding te
meer voor de Czechische bevolking om tegen
de Duitschers op te treden, omdat de 500e
gedenkdag gevierd werd van de uitvaardi
ging van het Kuttenbergsohe besluit, waar
door destijds de Duitsche professoren en stu
denten te Praag genoopt werden tot een
uittocht in massa uit Praag naar Leipzig.
Men ziet, de strijd tusschen Duitschers en
Czeohen in Bohemen heeft eene lange ge
schiedenis. Voor die gelegenheid vertoefde
eene deputatie van Fransche studenten in
Praag, aan wie de Czechen zich in hunne
nationale glorie wilden vertoonen.
In eene feestelijke vergadering, die tot her
denking van dit historische feit plaats had in
het raadhuis te Praag, maakte de burgemees
ter Gros eene. vergelijking tusschen den toen-
maligen toestand en dien van heden, waarin
hij aanleiding vond om de Czechische natie
aan te sporen voor hare rechten te strijden.
De Balkancrisis.
W e e n e n, 19 Jan. Volgens de Zeit
zal Servie dezer dagen aan de mogendheden
eene nota zenden om zijne houding in de
kwestie der inlijving van Bosnië uiteen te
zetten en te vragen, dat zijne economische
ontwikkeling zal worden gewaarborgd door
eene schadeloosstelling van gebied.
Over het protokol van het Turksch-Oos-
tenrijksche accoord, dat nu gereed is en ver
leden Maandag naar Weenen gezonden is,
wordt bericht, dat het steunt op den grond
slag der aanneming door Turkije van de 2h
niillioen Turksche ponden als schadevergoe
ding voor de domeingoederen in Bosnië en
van de andere economische voordeelen,
waaronder de verhooging der douanerechten
met 4 pet., te rekenen van 1 Maart a.s.
De opheffing van de Oostenrijksche post
kantoren in verschillende provinciesteden zal
dadelijk geschiedenhet kantoor te Kon-
stantinopel zal gesloten worden, wanneer de
andere mogendheden in de sluiting van hunne
kantoren zullen hebben toegestemd.
Aan de Vossische Ztg. wordt bericht, dat
Turkije uitdrukkelijk den nieuwen staats-
rechtelijken toestand van Bosnië en Herze-
gowina erkent. De pogingen om achterdeu
ren open te houden voor latere inmenging
in de Bosnische aangelegenheden, werden
afgewezen.
Het protokol bevat nog eenige voordeelen
ten behoeve van Turkije, behalve de reeds
vermelde, maar daarvan kan eerst gespro
ken worden, wanneer de toestemming uit
"Weenen verkregen is. Zoodra dit is geschied,
zal het onderworpen worden aan het Turk
sche parlement Door 13 afgevaardigden
was eene interpellatie ingediend over de
Bosnische kwestie. De voor die interpellatie
gevraagde urgentverklaring werd geweigerd;
de behandeling zal plaats hebben wanneer
het kabinet het protokql over het accoord
met Oastenrijk-Hong^rije bij de Kamer in
dient.
Serajewo, 19 Jan. Het bericht
van de Slavische bladen, dat eene patrouille,
die de Montenegrijnsche grens was overge
gaan, door Montenegrijnsche troepen is aan
gevallen, waarbij vier soldaten ernstig ge
wond zijn, is van grond ontbloot. Langs de
geheele grens heerscht rust.
Turkije.
Kons tan tinopel, 19 Jan. De
minister van justitie heeft zijn ontslag aan
geboden. Het is nog niet aangenomen.
Naar het Engelsch
9 VAN
C. N. en W. M. WILLIAMSON.
Phil en ik begonnen te lachen en mijn
heer Starr volgde ons voorbeeld. Daarna
spreekt het van zelf dat wij niet onvermurw
baar konden blijven. Trouwens, dat- ver
langden wij niet. Ik bemerkte zeer goed dat,
zelfs voor Phil, het vooruitzicht op een
kruistocht je in gezelschap van onzen nieu
wen vriend en onder het geleide zijner-tan
te, Lady Mac Nairne, eene aantrekkelijk
heid bezat, welke eene dergelijke reis met
hare stiefzuster alleen -had gemist.
„Nu onder de gegeven omstandigheden
zouden wij al heel onvriendelijk zijn „neen"
te zeggen," verklaarde ik.
„Ik wensch uwe edelmoedigheid geen
dwang op te -leggen," hernam mijnheer
Starr. „Zoo gij liever eerst uwe familie
raadpleegt en door haar naar mij wilt laten
informeeren
Ik lachte opnieuw. „Ik ken u beter dan
hen,'' zeide ik, „want ik heb ze nog nooit
gezien. Uwe Schotsche tante alleen reeds
zou ons een waarborg zijn, indien wij er een
behoefden. Eene Schotsche "tante, dat klinkt
zoo heel betrouwenswaardig. Maar misschien
kunnen mijne bloedverwanten ons op eene
andere wijze van dienst zijn. daar ze altijd
te Rotterdam hebben gewoond. Zij zouden
zelfs een kapitein voor ons kunnen vinden,
zoo gij daarin niet slaaigt. In elk geval zal
ik van uit ons hotel aan ;het hoofd der fami
lie schrijven en mij zelve voorstellen als de
langverloren nicht."
„Mag ik vragen in welk hotel gij lo
geert?" vroeg mijnheer Starr.
Ik zride hem dat en het bleek dat ook
hij daar vertoefd bad tot hedenmorgen, toen
hij zijn bagage naar de Lorelei had overge
bracht, .met bet plan aan boord te logeeren
tot hij met- haar zou afvaren. Hij besloot
thans zijn goed weer naar liet hotel te laten
brengen, tot de komst zijner tante, waarna
hij zich op -de trekschuit inrichten zou. Wat
den sluwen ouden Paasma betreft, onze
nieuwe vriend bood aan zoowel onze zaak
als de zijne niet hem te vereffenen. „Zoo
dra hij onEdekl, dat wij hem desnoods zul
len vervolgen, wat hij volkomen verdient,
zal hij weer Engelsch kennen, of wel ik zal
hem daartoe dwingen," sprak de jonge man
op zulk een blijmoedigen, vertrouwenden
toon, dat ik hem onze „Gelukster" doopte.
HOOFDSTUK IV.
„Hoe grappig zal het- zijn, als ik familie
blijk te hebben. die niets dan Hollandsch
spreektzeide ik, nadat ik een bode met
mijn brief gezonden had naar het in een
adresboek gevonden adres van Robert van
Buren
Maar een half uur later ontving ik het
antwoord in even goed Engelsch als het
mijne. Robert van Buren zou het genoegen
hebben onverwijld een bezoek aan zijne
nicht te brengen. Toen ik dit bericht ont
ving was het één uur en eindigden wij ons
•tweede ontbijt in het hotel, in gezelschap
van mijnheer Starr, die reeds aan zijne tan
te geseind had, dat zij ons zou chaperon-
neeren. Ik las den brief voor en Phil en ik
kwamen tot de slotsom dat het oud klonk.
„Moeder sprak eens of tweemaal van va-
der's neef Robert van Burendus veron
derstel ik dat zij van één leeftijd waren,"
zeide ik; „ik hoop maar dat hij geen mon
ster zal zijn."
„Ik hoop dat hij u niet zal verbieden met
mijne tante en mij -mee te gaan,*' wierp
mijnheer Starr in het midden „het is een
stiif soort schrift."
„Mij kan hij niet stijf maken," verzeker
de ik, „zekere verre neven tellen niet mede,
tenzij zij nuttig kunnen zijn.'
„Er is een heer in ide eetkamer, die u
wenscht te spiéken, Miss," kondigde de
knecht, die Engelsch sprak aan, mij een
visitekaartje op een presenteerblad aanbie
dend Het kaarte zag er uitheemsch uit en
ik voelde er volstrekt geen familiezwak
voor, voornamelijk daar het „Van" met een
kloine „v" begon.
„Kom mede om mij te helpen, Phil",
smeekte ik, met weemoedigen blik naar het
verleidelijke stuk Hollandsche kaas kijken
de, dat ik uit beleefdheid geen tijd had te
eten.
Het is een ware beproeving een nieuwen
bloedverwant te ontmoeten, zelfs al maakt
men zichzelf wijs, zich niet -te zullen be
kommeren, om wa't hij van u denken zal.
Ik zorgde er voor achter Phil te loopen,
zoodat' zij het eerst de leeszaal binnenging,
wat mij de gelegenheid schonk over "haar
sch'oudev heen te kijken en mij te verbeel
den, dat men ons naar een verkeeixle kamer
gezonden had. Er bevond z'ch een man in
het vertrek, maar hij kon geen man geweest
zijn in de dagen toen moeder over „vader's
neef" sprak Alleen zijn uitdrukking was
oud en kon'die van een honderdjarige zijn
geweest. Al het overige kon nooit meer dan
acht en twintig jaren tellen en hij was bij
zonder knap. Indien hij mocht blijken een
neef te zijn, behoefde ik mij niet over hem
te schamen. Hij zag er uit als een groote,
mooie cavalerie-officier, met den neerhan
genden knevel, die hoóikleurig was in te
genstelling met een bruin gelaat en twee
van de ernstigste grijze oogen, die ik ooit
gezien heb, behalve bij een heel klein kind.
„Is u Miss Van Buren?" vroeg de reus
heel ernstig aan Phil, terwijl hij haar een
groote, bruine hand toestak.
„Neen," antwoordde Phil, zijne hand
niet onder eer» valschen schijn willende aan
nemen.
De hand zonk neder en het fraaie gelaal
betrok, indien ten minste iets zoo plechtigs
nog somberder kan worden „Ik vraag u
om verschooning," zeide beider eigenaai
die met een Schotschen tongval Engelsch
sprak, „ik heb mij vergist."
Ik lachte hardop. „Ik ben Helena van
Buren," zeide ik. En ik reikte hem de
hand.
Zij verdween in de zijne en ofschoon ik
slechts één ring draag, had ik het kunnen
uitgillen. Maar zijne uitdrukking was niet
vleiend. Er zijn lieden die mijn genre boven
dat van Pliil verkiezen ik kon echter zien
dat hij. niet tot hun genre behoorde. Ik
voelde dat hij mij voor „geblanket" hield,
wat onbillijk was, aangezien ik het niet hel
pen kan dat mijn gelaatskleur zeer wit en
zeer rose is, dat mijne oogen en wimpers
vrij donker zijn en ik kastanjebruin haar
heb. Ik heb daar zelf niets aan veranderd;
toch geloof ik dat de mooie reus mij daar
van verdacht en het betreurde dat Phil niet
Miss Van Buren was.
„Is u de zoon van mijn neef Robert van
Buren?" vroeg ik.
,,Ik ben de eenige nog levende Robert
van Buren," gaf hij ten antwoord.
Ik had zoo gaarne gezegd, dat er waar
schijnlijk nog heel wat anderen over den
aardbodem verspreid waren, zonder dat wij
ze kenden maar ik waagde het niet onder
die oogen ik durfde het bepaald niet. In
plaats daarvan verklaarde ik zonder meer
hoezeer het mij speet te vernemen dat zijn
vader dood was.
„Hij stierf reeds vele jaren geleden. Wij
kwamen dien slag te boven," antwoordde hij
en ik lachte bijna opnieuw; maar die engel
van een Phil zag hem vol deelneming aan.
Al spoedig maakten wij het ons gezelliger.
Phil en ik namen naast elkander plaats op
de sofa en neef Robert op een stoel, die mij
de grootste angsten aanjoeg door voortdu
rend te kraken en er te klein uit te zien
voor zijn gewicht.
Phil en ik hielden elkaar bij de hand, zoo
als meisjes gewoonlijk doen, als zij rich niet
geheel en al op haar gemak gevoelen en wij
begonnen allen te praten op de bespottelijke
wijze van pas weergevonden betrekkingen,
of lieden, die elkander in lang niet hebben
gezien.
Wordt vervolgd.