1°. 3»7. 7"* Jnarganft. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. AMERSFOORTSGH DAGBLAD 1.50. 0.05. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf §-®®- Idem franco per post Afzonderlijke nummers Deze Courant rersohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertestiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens bg de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.00. Ëlke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eenta bjj vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eene oirculairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort Overwegende,, dat de vervaardiging van com post en andere mestsoorten 'bij den gemeente reinigingsdienst ernstige bezwaren, ondervindt door de vermenging van het huisafval niet sin tels, gruis en andere bestanddeelen. afkomstig uit kachels, fornuizen cn andere stookinrichtin- gen Overwegende, dat zulks eiselrt in het vervolg te vorderen, dat ten opzichte van 'het door den gemeentereinigingsdieiist afgehaald huisvuil, ge noemde bestanddeelen afgezonderd worden ge houden van het overige huisvuil Xoodrigen de ingezetenen uit, met ingang van 1 Februari 1909 het voor den reinigingsdienst bestemde afval overeenkomstig Ijovenstaande splitsing, in verschillende bakken of emmers voor den. vuilniswagen, beschikbaar te houden. Amersfoort, 14 Januari 1909. Burgemeester eni Wethouders voornoemdj De Secretaris. De Burgemeester. J. G. STENFEUT KROESE. WUIJTIERS Politiek Overzicht l>e oude en nieuwe president der Vereenigde Staten. De laatste weken van de ambtsvervulling van president Roosevelt zijn niet van de aangenaamsten. Er heerscht een heftige strijd tusschen den president en het congres. En die strijd wordt niet weinig verbitterd door het persoonlijke element, dat daarin op den voorgrond treedt. Theodoor Roosevelt is nooit gewoon ge weest in den strijd de personen van zijne te genstanders te sparen. In de campagne, die aan de verkiezing van den nieuwen presi dent vooraf ging, heeft hij met alle prece denten van de Amerikaansche eonstitutio- neele prakt.j i. gebroken. In strijd met de theorie, dat de president, zoolang hij ver blijf houdt in hei>^Vitte Huis, ophoudt par tijman te zijn, was hij het, die zijn opvolger aanwees en dezen in liet heetst van den strijd steunde in eene reeks, van aanvallen tegen den tegen-candiiaat Bryan, versterkt door beschuldigingen van corruptie tegen diens handlangers. Later bond hij een strijd aan tegen eenigen van de voornaamste dagblad directeuren, die hij openlijk uitmaakte voor leugenaars. En de kroon heeft hij op dit werk gezet, door tegen beide huizen van het congres een strijd te beginnen, die de beide hoogste organen van het staatsgezag op voet van oorlog tegenover elkaar brengt. Dat is, zooals bekend is, begonnen met de boodschap, die de president aan het congres heeft gezonden, toen het voor de laatste ge wone zitting onder zijn bestuur bijeenkwam. Het congres heeft den post in de begrooting voor den geheimen dienst van het bondsbe- stuur besnoeid en in verband daarmee den wensch uitgedrukt, dat de ambtenaren van dien dienst nog slechts in het departement van financiën werkzaam zouden worden ge steld. De president heeft zijne ergernis over dit besluit gelucht, door in de boodschap deze zinsnede op .te nemen: „Het hoofd motief voor dit besluit was, dat de afge vaardigden zelf niet door de agenten der geheime politie wenschten te worden nage gaan. Dat is wel niet dikwijls gebeurd, maar hot is waar dat wij aan deze agenten voor een deel de ontmaskering van een senator en een afgevaardigde bij den landzwendel in Oregon te danken hebben." De beide huizen van het congres hebben hierop vuur gevat. Het huis van vertegen woordigers heeft een votum van afkeuring uitgebracht en een besluit genomen, waarbij een onderzoek wordt verlangd naar de han delingen van den geheimen dienstde Se naat heeft aan eene commissie van drie zij nor leden een onderzoek van de zaak opge dragen, In de weken, die nog moeten verloo- pen tot dat 't mandaat van president Roose velt eindigt, zal deze strijd zeker nog veel onheilig vuur doen opgaan, dat niet kan strekken tot verhooging van het aanzien der beide strijdende partijen. Terwijl de oude president gewikkeld is in een strijd, die, hoe hij ook moge eindigen, in ieder geval zijn roem niet zal verhoogen, bereidt de nieuwe president zich voor op de taak, die hij met Maart zal aanvaarden. Aan de Kóln. Ztg. wordt daarover uit Washington geschreven ,,Hoe meer het tijdperk Roosevelt zijn einde nadert., des te meer treedt de toekom stige president op den voorgrond. Daarbij nemen de Amerikanen tot hunne verbazing waar, dat iemand zich de opvolger van zijn voorganger kan noemen, diens politiek kan omhelzen en toch geheel zelfstandig zijn weg kan gaan. Taft gaat met groote omzichtigheid en zelfstandigheid te werk in de eerste plaats bij de samenstelling van zijn kabinet, waarin behalve de secretaris van landbouw Wilson en misschien de se cretaris van oorlog geen lid van Roosevelts kabinet zal zitten. Zooals oekend is, heeft hij het gewichtige ambt van staatssecretaris opgedragen aan den senator van Pennsyl- vanie Philander Chase Knox, die reeds on der Mac Kinley in het kabinet heeft ge zeten en voor oen der schi ..nderste koppen van de republiek doorgaat. Met hem en zijn vertrouweling Frank H Hitchcock, die den verkiezingsstrijd voor hem gewonnen heeft, zal Taft in het nieuwe jaar zijn kabinet vol tooien en ook de diplomatieke posten van het buitenland bezetten, waarbij alleen in Berlijn geen verwisseling schijnt te zullen plaats hebben. Met groote zelfstandigheid pakt de toe komstige president de gewichtigste zakelij ke kwestie van de naaste toekomst, de herzie ning van het tarief van invoerrechten, aan. Hoewel persoonlijk geen deskundige, heeft hij in talrijke in het openbaar afgelegde ver klaringen er geen twijfel over laten bestaan, dat hij een eerlijke en grondige" tariefs herziening wenscht, zoodat de ernstige aan hangers van eene vermindering van het Dingley-tarief zich wel om hem als leider uden kunnen scharen. Ongelukkig zijn die aanhangers onder de republikeinsche leden van het huis en den senaat dun ge zaaid en. is het verlangen van de natie naar eene tariefsherziening zoo weinig duidelijk hoorbaar, dat Taft bijna als een roepende in den woestijn kan worden aangemerkt. In ieder geval doet het buitenland goed zich er op voor te bereiden, dat de minimum prijzen van het toekomstige tarief niet be langrijk lager zullen zijn dan de eenheids tarieven van het tegenwoordige tarief. Eindelijk moet nog gewezen worden op de beslistheid, waarmee de toekomstige presi dent eene andere gewichtige taak van zijne regeering, den aanleg van het Panamaka- naal, aanpakt. Terwijl Roosevelt in zulke krasse bewoordingen als men zelfs van hem nog niet heeft gehoord, van leer trekt tegen de bewering, dat er bij den aankoop van het kanaal knoeierijen in geldzaken zijn voorgekomen, waarin ook bloedverwanten van Taft en Roosevelt zijn betrokken eene bewering waarvoor tot dusver zelfs de schijn van een bewijs niet is geleverd zal Taft de bedenkingen, die in den laatsten tijd tegen de technische uitvoering van het kanaal zijn vernomen, aangrijpen om op nieuw een grondig technisch onderzoek van het geheele werk in te stellen. Hij zal in 't laatst van Januari met zes ingenieurs eene reis naar het Kanaalgebied onderne men. Men zal zich herinneren, dat indertijd eene commissie van deskundigen de kanaal plannen heeft onderzocht en dat de meer derheid van die commissie voorstelde een kanaal zonder sluizen te bouwen. Roosevelt besliste echter voor het voorstel van de min derheid tot het aanleggen van een sluizen- kanaal, dat goedkooper zou zijn en minder tijd zou vorderen voor de uitvoering. Het zou bitter voor hem zijn, ls hij aan bet einde van zijne regeering dit plan als mis lukt gekenschetst moest zien met het voor uitzicht, dat zijn opvolger het door hem ver worpen plan ler hand zal nemen.*'" Dultschland. B e 1* 1 ij n, 19 Jan. In het huis van afgevaardigden van den Pruisisehen landdag besprak vorst Bülow zijne verhouding tot den monarch. Hij verklaarde, dat li.j 't als plicht beschouwde, dat de rijkskanselier den drager van den kroon dekt. Toen het artikel van de Daily Telegraph verscheen, heeft hij niet geaarzeld de schuld op zich te nemen. Als hij de verantwoordelijkheid voor de door den Keizer geuite woorden niet meer kon dragen, dan zou hij verrocken van zijn ambt ontheven to worden. Vorst Biilow deed verder de noodzakelijk heid uitkomen om tot de oude Pruisische spaarzaamheid terug te koeren. Over de reis van het Engelsche Konings paar naar Berlijn wordt bericht, dat het vertrek is Bepaald op 8 Februari en de aan komst te Berlijn op 9 Februari. De terug reis zal den 12en begonnen worden, opdat het Koningspaar tijdig te Londen terug zal zijn voor de plechtige opening der zitting van het parlement. De Westminster Gazette schrijft naar aan leiding van de in de Nordd. Alg. Zeitung uitgedrukte hoop, dat het bezoek van het Engelsche Koningspaar de ontwikkeling van den wederzij dschen goeden wil in Duitsch- land en Engeland ten gevolge zal hebben „Wij beantwoorden van harte deze opvat ting en kunnen aan onze Duitsche tijdge- nooten verzekeren dat het Engelsche volk evenzeer bereid is als het Duitsche om aan den wederkeerigen argwaan een ein de te maken. Wij koesteren niet den wensch, Duitschland geïsoleerd te zien. Wij Jiebben zonder eenigen wrok ge zien, dat d© banden tusschen Duitsch land en Oostenrijk tot wederkeerig voor deel van de beide landen en dus ook het voordeel van den Europeeschen vre de, in het algemeen sterker werden. Dit is het goede resultaat, dat de jongste crisis teweeggebracht heeft, en wij hopen, dat het van ouurzamen versterkenden invloed op de zaken van Midden-Europa zal zijn." Bij het bezoek van Koning Eduard te Cronberg in den vorigen zomer, is door de beide monarchen de vraag der vermindering en de toerustingen voor de vloot besproken, zonder dat daaruit een praktisch resultaat is voortgevloeid. Uit Berlijn wordt aan de Weser Zeitung bericht, dat do vraag of bij het aanstaande bezoek in Februari te Berlijn deze kwestie weer ter sprake zal komen, hier van afhangt of de Koning of zijn politieke raadsman Sir Charles Wardinge dit thema aanroeren. Mêt de mogelijkheid daarvan wordt in de Berlijnsche politieke kringen gerekend. Zeker is het echter, dat van Dtii.sche zijde daarop geen ander antwoord zal worden gegeven, dan wat de rijkskanse lier indertijd voor den DuitSchen rijksdag heeft geformuleerd Frankrijk. Par ij s, 19 Jan. In het voortgezette debat over de inkomstenbelasting, werd door Olivier een amendement voorgesteld, om in het geval van onjuiste aangifte van den be lastingschuldige, den bewijslast te 'leggen op de overheid. Minister Caillaux bestreed dit amendement met nadruk en stelde de quaestie van vertrouwen. Met 348 tegen 198 stemmen werd beslo ten het amendement-Olivier niet in behan deling te nemen. Vier afgevaardigden hebben bij de Fran- sche Kamer een voorstel ingediend om te verbieden, dat als een doodvonnis is geveld, portretten van de veroordeelden of teeken'n- gen, die betrekking hebben op de voltrek king van het vonnis, in de dagbladen mogen worden afgedrukt. Dit voorstel is gedaan naar aanleiding van de afbeeldingen van de laatste executie te Bethune, die door de pers zijn verspreid. Het Journal Official heeft goed nieuws voor de Franschen, die zich verontrusten over den achteruitgang der bevolking. Uit de voor het eerste halfjaar van 1908 gegeven cijfers blijkt, dat, in tegenstelling met het eerste halfjaar van 1907, toen het aantal sterfgevallen dat der geboorten met 55,000 overtrof, het cijfer der geboorten 11,000 hooger was dan dat der sterfgevallen. Groot is de verhooging van het bevolkings cijfer dus nog niet, maar men is in Frankrijk in dit opzicht niet verwend. Engeland* Londen, 20 Jan. De Standard be richt, dat de Engelsche regeering per tele graaf haren gezant te Caracas last gegeven heeft om bij de regeering van den nieuwen president aan te dringen op de opheffing van de 30 pet. differentieele surtaxe, die gelegd is op de invoeren in Venezuela uit de En gelsche West-Indische koloniën. Deze sur taxe treft inzonderheid Trinidadzij is se dert 1882 van kracht geweest. Reuter verneemt, dat het werk van de conferentie voor zeeoorlogsrecht te Londen goed voldoet. Men is al met twee belang rijke vraagstukken, die van de blokkade en van oorlogscontrabande, een heel eind op geschoten. In de blokkade-kwestie zijn al leen nog maar enkele punten van weinig belang te regelen, waarover de afgevaardig den het vrijwel algemeen eens zijn. Men denkt, dat de conferentie pas in de eerste of tweede week van Februari met haar werk klaar zal zijn. Oostenrijk. Te Praag heeft verleden Zondag de stu denten-,, hummel" weder aanleiding gegeven tot straatrumoer. De politie, door de gem- darmerie versterkt, had alle moeite om de orde te handhaven en moest ten slotte over gaan tot ontruiming van den Graben en af sluiting van het verkeer aldaar. Ditmaal was er nog eene aanleiding te meer voor de Czechische bevolking om tegen de Duitschers op te treden, omdat de 500e gedenkdag gevierd werd van de uitvaardi ging van het Kuttenbergsohe besluit, waar door destijds de Duitsche professoren en stu denten te Praag genoopt werden tot een uittocht in massa uit Praag naar Leipzig. Men ziet, de strijd tusschen Duitschers en Czeohen in Bohemen heeft eene lange ge schiedenis. Voor die gelegenheid vertoefde eene deputatie van Fransche studenten in Praag, aan wie de Czechen zich in hunne nationale glorie wilden vertoonen. In eene feestelijke vergadering, die tot her denking van dit historische feit plaats had in het raadhuis te Praag, maakte de burgemees ter Gros eene. vergelijking tusschen den toen- maligen toestand en dien van heden, waarin hij aanleiding vond om de Czechische natie aan te sporen voor hare rechten te strijden. De Balkancrisis. W e e n e n, 19 Jan. Volgens de Zeit zal Servie dezer dagen aan de mogendheden eene nota zenden om zijne houding in de kwestie der inlijving van Bosnië uiteen te zetten en te vragen, dat zijne economische ontwikkeling zal worden gewaarborgd door eene schadeloosstelling van gebied. Over het protokol van het Turksch-Oos- tenrijksche accoord, dat nu gereed is en ver leden Maandag naar Weenen gezonden is, wordt bericht, dat het steunt op den grond slag der aanneming door Turkije van de 2h niillioen Turksche ponden als schadevergoe ding voor de domeingoederen in Bosnië en van de andere economische voordeelen, waaronder de verhooging der douanerechten met 4 pet., te rekenen van 1 Maart a.s. De opheffing van de Oostenrijksche post kantoren in verschillende provinciesteden zal dadelijk geschiedenhet kantoor te Kon- stantinopel zal gesloten worden, wanneer de andere mogendheden in de sluiting van hunne kantoren zullen hebben toegestemd. Aan de Vossische Ztg. wordt bericht, dat Turkije uitdrukkelijk den nieuwen staats- rechtelijken toestand van Bosnië en Herze- gowina erkent. De pogingen om achterdeu ren open te houden voor latere inmenging in de Bosnische aangelegenheden, werden afgewezen. Het protokol bevat nog eenige voordeelen ten behoeve van Turkije, behalve de reeds vermelde, maar daarvan kan eerst gespro ken worden, wanneer de toestemming uit "Weenen verkregen is. Zoodra dit is geschied, zal het onderworpen worden aan het Turk sche parlement Door 13 afgevaardigden was eene interpellatie ingediend over de Bosnische kwestie. De voor die interpellatie gevraagde urgentverklaring werd geweigerd; de behandeling zal plaats hebben wanneer het kabinet het protokql over het accoord met Oastenrijk-Hong^rije bij de Kamer in dient. Serajewo, 19 Jan. Het bericht van de Slavische bladen, dat eene patrouille, die de Montenegrijnsche grens was overge gaan, door Montenegrijnsche troepen is aan gevallen, waarbij vier soldaten ernstig ge wond zijn, is van grond ontbloot. Langs de geheele grens heerscht rust. Turkije. Kons tan tinopel, 19 Jan. De minister van justitie heeft zijn ontslag aan geboden. Het is nog niet aangenomen. Naar het Engelsch 9 VAN C. N. en W. M. WILLIAMSON. Phil en ik begonnen te lachen en mijn heer Starr volgde ons voorbeeld. Daarna spreekt het van zelf dat wij niet onvermurw baar konden blijven. Trouwens, dat- ver langden wij niet. Ik bemerkte zeer goed dat, zelfs voor Phil, het vooruitzicht op een kruistocht je in gezelschap van onzen nieu wen vriend en onder het geleide zijner-tan te, Lady Mac Nairne, eene aantrekkelijk heid bezat, welke eene dergelijke reis met hare stiefzuster alleen -had gemist. „Nu onder de gegeven omstandigheden zouden wij al heel onvriendelijk zijn „neen" te zeggen," verklaarde ik. „Ik wensch uwe edelmoedigheid geen dwang op te -leggen," hernam mijnheer Starr. „Zoo gij liever eerst uwe familie raadpleegt en door haar naar mij wilt laten informeeren Ik lachte opnieuw. „Ik ken u beter dan hen,'' zeide ik, „want ik heb ze nog nooit gezien. Uwe Schotsche tante alleen reeds zou ons een waarborg zijn, indien wij er een behoefden. Eene Schotsche "tante, dat klinkt zoo heel betrouwenswaardig. Maar misschien kunnen mijne bloedverwanten ons op eene andere wijze van dienst zijn. daar ze altijd te Rotterdam hebben gewoond. Zij zouden zelfs een kapitein voor ons kunnen vinden, zoo gij daarin niet slaaigt. In elk geval zal ik van uit ons hotel aan ;het hoofd der fami lie schrijven en mij zelve voorstellen als de langverloren nicht." „Mag ik vragen in welk hotel gij lo geert?" vroeg mijnheer Starr. Ik zride hem dat en het bleek dat ook hij daar vertoefd bad tot hedenmorgen, toen hij zijn bagage naar de Lorelei had overge bracht, .met bet plan aan boord te logeeren tot hij met- haar zou afvaren. Hij besloot thans zijn goed weer naar liet hotel te laten brengen, tot de komst zijner tante, waarna hij zich op -de trekschuit inrichten zou. Wat den sluwen ouden Paasma betreft, onze nieuwe vriend bood aan zoowel onze zaak als de zijne niet hem te vereffenen. „Zoo dra hij onEdekl, dat wij hem desnoods zul len vervolgen, wat hij volkomen verdient, zal hij weer Engelsch kennen, of wel ik zal hem daartoe dwingen," sprak de jonge man op zulk een blijmoedigen, vertrouwenden toon, dat ik hem onze „Gelukster" doopte. HOOFDSTUK IV. „Hoe grappig zal het- zijn, als ik familie blijk te hebben. die niets dan Hollandsch spreektzeide ik, nadat ik een bode met mijn brief gezonden had naar het in een adresboek gevonden adres van Robert van Buren Maar een half uur later ontving ik het antwoord in even goed Engelsch als het mijne. Robert van Buren zou het genoegen hebben onverwijld een bezoek aan zijne nicht te brengen. Toen ik dit bericht ont ving was het één uur en eindigden wij ons •tweede ontbijt in het hotel, in gezelschap van mijnheer Starr, die reeds aan zijne tan te geseind had, dat zij ons zou chaperon- neeren. Ik las den brief voor en Phil en ik kwamen tot de slotsom dat het oud klonk. „Moeder sprak eens of tweemaal van va- der's neef Robert van Burendus veron derstel ik dat zij van één leeftijd waren," zeide ik; „ik hoop maar dat hij geen mon ster zal zijn." „Ik hoop dat hij u niet zal verbieden met mijne tante en mij -mee te gaan,*' wierp mijnheer Starr in het midden „het is een stiif soort schrift." „Mij kan hij niet stijf maken," verzeker de ik, „zekere verre neven tellen niet mede, tenzij zij nuttig kunnen zijn.' „Er is een heer in ide eetkamer, die u wenscht te spiéken, Miss," kondigde de knecht, die Engelsch sprak aan, mij een visitekaartje op een presenteerblad aanbie dend Het kaarte zag er uitheemsch uit en ik voelde er volstrekt geen familiezwak voor, voornamelijk daar het „Van" met een kloine „v" begon. „Kom mede om mij te helpen, Phil", smeekte ik, met weemoedigen blik naar het verleidelijke stuk Hollandsche kaas kijken de, dat ik uit beleefdheid geen tijd had te eten. Het is een ware beproeving een nieuwen bloedverwant te ontmoeten, zelfs al maakt men zichzelf wijs, zich niet -te zullen be kommeren, om wa't hij van u denken zal. Ik zorgde er voor achter Phil te loopen, zoodat' zij het eerst de leeszaal binnenging, wat mij de gelegenheid schonk over "haar sch'oudev heen te kijken en mij te verbeel den, dat men ons naar een verkeeixle kamer gezonden had. Er bevond z'ch een man in het vertrek, maar hij kon geen man geweest zijn in de dagen toen moeder over „vader's neef" sprak Alleen zijn uitdrukking was oud en kon'die van een honderdjarige zijn geweest. Al het overige kon nooit meer dan acht en twintig jaren tellen en hij was bij zonder knap. Indien hij mocht blijken een neef te zijn, behoefde ik mij niet over hem te schamen. Hij zag er uit als een groote, mooie cavalerie-officier, met den neerhan genden knevel, die hoóikleurig was in te genstelling met een bruin gelaat en twee van de ernstigste grijze oogen, die ik ooit gezien heb, behalve bij een heel klein kind. „Is u Miss Van Buren?" vroeg de reus heel ernstig aan Phil, terwijl hij haar een groote, bruine hand toestak. „Neen," antwoordde Phil, zijne hand niet onder eer» valschen schijn willende aan nemen. De hand zonk neder en het fraaie gelaal betrok, indien ten minste iets zoo plechtigs nog somberder kan worden „Ik vraag u om verschooning," zeide beider eigenaai die met een Schotschen tongval Engelsch sprak, „ik heb mij vergist." Ik lachte hardop. „Ik ben Helena van Buren," zeide ik. En ik reikte hem de hand. Zij verdween in de zijne en ofschoon ik slechts één ring draag, had ik het kunnen uitgillen. Maar zijne uitdrukking was niet vleiend. Er zijn lieden die mijn genre boven dat van Pliil verkiezen ik kon echter zien dat hij. niet tot hun genre behoorde. Ik voelde dat hij mij voor „geblanket" hield, wat onbillijk was, aangezien ik het niet hel pen kan dat mijn gelaatskleur zeer wit en zeer rose is, dat mijne oogen en wimpers vrij donker zijn en ik kastanjebruin haar heb. Ik heb daar zelf niets aan veranderd; toch geloof ik dat de mooie reus mij daar van verdacht en het betreurde dat Phil niet Miss Van Buren was. „Is u de zoon van mijn neef Robert van Buren?" vroeg ik. ,,Ik ben de eenige nog levende Robert van Buren," gaf hij ten antwoord. Ik had zoo gaarne gezegd, dat er waar schijnlijk nog heel wat anderen over den aardbodem verspreid waren, zonder dat wij ze kenden maar ik waagde het niet onder die oogen ik durfde het bepaald niet. In plaats daarvan verklaarde ik zonder meer hoezeer het mij speet te vernemen dat zijn vader dood was. „Hij stierf reeds vele jaren geleden. Wij kwamen dien slag te boven," antwoordde hij en ik lachte bijna opnieuw; maar die engel van een Phil zag hem vol deelneming aan. Al spoedig maakten wij het ons gezelliger. Phil en ik namen naast elkander plaats op de sofa en neef Robert op een stoel, die mij de grootste angsten aanjoeg door voortdu rend te kraken en er te klein uit te zien voor zijn gewicht. Phil en ik hielden elkaar bij de hand, zoo als meisjes gewoonlijk doen, als zij rich niet geheel en al op haar gemak gevoelen en wij begonnen allen te praten op de bespottelijke wijze van pas weergevonden betrekkingen, of lieden, die elkander in lang niet hebben gezien. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1