M°. SOS.
7"' Jaargang.
Donderdag 21 Januari 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post1.50.
Affconderiyke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
AdvertentiSnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
'a morgens l»ö de Uitgevers in te zenden.
Uilgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 rogels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eentfi bQ vooruitbetaling.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Bene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van. Amersfoort
Overwegende, dat de vervaardiging van com
post en andere mc«Tsoorten bi) den gemeente-
reinigmgsrfienst ernstige bezwaren ondervindt
door de vermengiDg van thet huisafval met sin
tels, gruis en andere bestanddeelen, afkomstig
uit kachels, fornuizen en andere stookinrichtin
gen
Overwegende, d'at zuliks eischt in het vervolg
to vorderen, dat ten opzichte van hot door den
gemeentereinigingsdïenst afgehaald huisvuil, ge
noemde bestanddeelen afgezonderd' worden ge
houden van het overige huisvuil;
Noodigen de ingezetenen uit, met ingang van
1 Februari 1909 het voor den reinigingsdienst
bestemde afval overeenkomstig bovenstaande
splitsingin. verschillende bakken of emmers
voor dien vuilniswagen beschikbaar te houden.
Amersfoort, 14 Januari 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secretaris, De Burgemeester,
J.G. STENFKRT KROESE. WUIJTIERS.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving van
den Commissaris der Koningin in de provincio
Utrecht, d.d. 18 Januari 1909, 4e afdeeling, no.
192/150, ter kennis van belanghebbenden., dat
in do gemeente Rijsemburg een geval van schurft
bij schapen ia voorgekomen.
Amersfoort, den 20. Januari 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Politiek Overzicht.
De Franschen In Marokko.
Dat de zaken in Marokko het acute sta
dium voorbij zijn, bewijst het kalme verloop
van de in de Fransche Kamer gevoerde
debatten over het regeeringsbeleid in Marok
ko. In het laatst van December had men
dit debat reeds verwacht, maar toen was er
geen tijd voor. Als bien toen een tijd van
spanning had beleefd, dan zou er wel tijd
voor gevonden zijn. Reeds dat is dus een
bewijs, dat men nu in eene periode van
kalmte verkeert, en ook de gevoerde debatten
dragen daarvan het kenmerk.
Er zijn in de Kamer voorstanders van
drieërlei politiekde politiek van verove
ring, de politiek van spoedige ontruiming
en de politiek van laisser faire, als men het
zoo noemen mag, die intusschen teekenen
vertoont van sympathie met de uitbreiding
van den Franschen invloed en bereid is fei
ten, die kunnen worden verricht zonder in
Europa beweging te doen ontstaan, te aan
vaarden. De eerste politiek had in de Kamer
haren woordvoerder in Delafosse, een lid
van de rechterzijde. De politiek van ont
ruiming werd verdedigd door den welbe-
spraakten socialistische» leider Jaurès, en
het doel van zijne interpellatie was de regee
ring te bewegen, dat zij kleur zou bekennen
hoe de opvatting was, die zij heeft van de
in de derde plaats genoemde politiek, die
door haar wordt voorgestaan. Hij verlang
de van de regeering, dat zij openbaarheid
zou geven aan een rapport, dat is opgesteld
door generaal Lyautey, dat handelt over
eene geleidelijke verovering van het Marok-
kaansche gebied. Hoewel dat rapport geheim
heette te zijn, was de interpellant tamelijk
goed op de hoogte van zijn inhoudhij wist
er van te vertellen, dat generaal Lyautey
het aanleggen van drie evenwijdige versterk
te liniën voorstelde, gedeeltelijk aan de Al-
gerijnsche, gedeeltelijk aan de Marokkaan-
sche zijde van de grens, die de Fransche
voorposten een goed eind nader zouden
brengen bij Fez, de hoofdstad van Marokko.
De regeering ontkende de juistheid van
de door Jaurès aan het rapport ontleende
bijzonderheden De interpellant scheen ech
ter tamelijk zeker van zijne zaak. ,,Gij zegt,
dat mijne mededeelingen onjuist zijndat
kunt gij alleen bewijzen, door het. rapport
te publiceeren", voegde hij den minister van
buitenlandsche zaken toe. Maar de regee
ring was en bleef doof aan dat oorminister
Pichon verklaarde, dat het rapport niet zou
worden gepubliceerd, zoolang hij het minis
terambt bekleedde. De minister-president
mengde zich in dit debat met de opmerking,
dat de rapporten, die de regeering van hare
agenten kreeg, dikwijls tegenstrijdig waren
de regeering moest ze overwegen alvorens te
beslissen, en met die beslissing had de
Kamer te maken, niet met de stukken, die
de regeering had gebruikt om zich een oor
deel te vormen.
Het rapport-Lyautey is verder achter de
schermen gebleven. Maar natuurlijk heeft de
regeering antwoord gegeven op de vragen,
die haar gedaan werden over haar politiek
beleid. Dat antwoord schijnt voor de inter-
pell anten nogal bevredigend te zijn uitgeval
len aan het einde van het debat constateer
de Jaurès, dat de regeering de verbintenis
had aangegaan, bij de geheele organisatie
van oostelijk Marokko niets te doen zonder
de voorafgaande goedkeuring van het parle
ment en de toestemming van den sultan zelf.
Hij nam daarvan akte onder opmerking,
dat dit inderdaad het werk van vreedzame
penetratie is. Is hiei'mee nu alle dubbelzin
nigheid weggenomen? De Frankf. Ztg. laat
zich daarover aldus uit
,,De minister heeft zeer welwillend en
verzoéulijk, schijnbaar ook zeer openhartig
en duidelijk gesproken. Hij heeft eerst de
oude verzekeringen en beloften herhaald.
Wij streven nie.t naar veroveinngen en naar
protectoraat; wij hebben de verdragen tot
dusver in acht genomen en zullen dat blij
ven doenwij voeren geen dubbele politiek
en geen politiek van onbezonnenheidwij
hebben reeds de helft van onze troepen te
ruggetrokken en de overigen zullen geleide
lijk volgen. Deze verklaringen van den mi
nister sohijnen duidelijk en klinken loyaal.
Maar nu komen de reserves. De minister
verklaarde namelijk verderWij zijn niet
voor eene politiek van non-interventie, om
dat wij de bemoeiing van anderen niet willen
toelatenFrankrijk kan niet toezien, dat de
Marokkaansche anarchie overgaat op zijne
Noord-Afrikaansche bezittingen; Frankrijk
kan geen politiek van prijsgave voerende
gezant Regnault heeft de instructie gekre
gen, onze bijzondere belangen bij Moeley
Haf id voor te staan en alles te vermijden
wat in strijd is met onze bedoelingen en ver
klaringen hij moet inzonderheid de vraag
van de ons toekomende schadeloosstelling en
van de ontruiming van het Chaujagebied re
gelen. Wat zeggen deze verklaringen? Zij
zeggen kort en bondigWij komen in Ma
rokko tusschen beide, opdat geen andere
staat dit zal doendaar men echter nooit
kan weten of niet een andere staat zich met
Marokko zou willen bemoeien, zullen wij
waarschijnlijk altijd in Marokko blijven.
Wij moeten ons tegen de Marokkaansche
anarchie beschermendaar echter deze anar
chie waarschijnlijk nog langer zal aanhou
den, is ook de duur der noodzakelijkheid van
onze bescherming niet te bepalen. Eindelijk
onze gezant heeft de bijzondere belangen van
Fiankrijk voor te staan; onze verhouding
tot Moeley Hafid regelt zich naar de wijze
waarop hij zich gedraagt tegenover deze bij
zondere belangen. Hieruit kan men conclu-
deeren, dat de Fransche regeering niet afziet
van hare bijzondere plannen mot, Marokko,
maar dat zij het gepast oordeelt die plannen
in allerlei reserves en voorwaarden te hul
len."
Zooals in de Fransche Kamer gebruikelijk
is, is dit interpellatiedebat geëindigd met de
aanneming van eene motie. Die houdt de
klinkende fraze in, dat de Kamer vertrouwt,
dat de regeering in Marokko de politiek van
medewerking en beschaving volgt, die haar
hare iraditién, hare belangen, hare overeen
komsten en hare daden voorschrijven. Deze
motie werd aangenomen met 380 tegen 98
stemmen, nadat er aan voorafgegaan was een
votum, waarbij met 463 tegen 86 stemmen
de prioriteit geweigerd was aan eene motd&-
Jaurës, die de onmiddellijke ontruiming van
Marokko en de regeling van alle hangende
verschilpunten door arbitrage verlangde. En
daarop volgde het besluit, waarbij de supple-
toire credieten, die tot een bedrag van
25,118,530 frs. waren gevraagd, voor de
militaire operatiëu in Marokko worden toe
gestaan.
DuitschlancL
Het rapport van de commissie van de
Eerste Kamer in het koninkrijk Baksen over
de daar aanhangige kiesrechtherziening is
verschenen en komt heden in behandeling.
Volgens de voorstellen, welker aanneming
wordt aanbevolen, zal de stemming geheim
en direct zijn. Ieder kiezer heeft één stem,
maar wie aan zekere voorwaarde van bezit
en van boschaving voldoet, kan op grond
daarvan een tweede en een derde stem uit
brengen. Kiezers, die het vijftigste levens
jaar hebben voltooid, hebben op grond
daarvan het recht nog eene stem uit te
brengen. Maar de vier stemmen in 't ge
heel mag geen kiezer uitbrengen.
Frankrijlb
De Rappel schrijft over de credietaan-
vragen die door den minister van marine
Picard worden overwogen en die op 800
millioen frs. geschat worden, dat de mi
nister voor geen enkele van deze aanvragen
de toestemming van de Kamer zal krijgen,
zoolang hij niet het onweerlegbare bewijs
heeft geleverd, dat het wanbeheer in het
marinebcstuur heeft opgehouden en de le
veranciers voor de marine schoone handen
hebben.
P a r ij s, 2 0 "J a n. Er hebben weder
standjes tusschen studenten plaats gehad bij
een college van prof. Thalamas. Ongeveer
120 personen werden in hechtenis genomen,
waaronder Biétry, de afgevaardigde van
Brest.
Van de betoogers bleken verscheidenen
revolvers hij zich te hebben.
Italië.
Londen, 20 Jan. De „Evening
News" bericht, dat de hertog der Abruzzen
heden vertrokken is uit Londen, waar hij
sinds Zaterdag had vertoefd in het Carlton-
hotel en uitrustmgsartikelen had ingekocht
voor een expeditie naar de Himalaya. Het
blad voegt hieraan toe, dat er reden is om
aan te nemen, dat het telegram uit Rome,
meldende dat de hertog heeft besloten af
stand te doen van zijne titels en privileges
om met miss Êlkins te kunnen trouwen, juist
is, maar eenigszins voorbarig.
Hongarije.
Budapest, 20 Jan. De minister
president Wekerle zeide in zijn antwoord
op de interpellatie in de Kamer over de
mijnrampen te Domany en te Ajka, dat een
streng onderzoek is gelast. Intusschen staat
het vast, dat er geen enkele maatregel van
voorzorg verwaarloosd is. Te Domany werd
de ramp veroorzaakt door gasontsnappingen.
Te Ajka was de lamp van een opzichter
oorzaak van den brand tengevolge van een
gebrek aan den ventilator. De gezinnen van
de slachtoffers zijn erkend overeenkomstig
do wet op de verzekering tegen ongevallen.
De Kamer nam akte van de verklaringen
van den minister.
Er wordt ten stelligste verklaard in be
voegde kringen, dat het gerucht van het
ontslag van verscheidene ministers of van
eene kabinetscrisis van grond ontbloot is.
Servië.
Belgrado, 20 Jan. De Koning wei
gerde het Kabinet te ontslaan. Het ministe
rie zal een motie van goedkeuring aan de
skoepschtina vragen. Indien deze zulks wei
gert zal de ontbinding worden uitgesproken.
De Balkancrisis.
Over den inhoud van het TurkschOos-
tenrijksche accoord wordt door de Times het
volgende bericht:
In het eerste artikel staat, dat de Oos-
tenrijksch-Hongaansche regeering hare rech
ten en privilegiën op het sandzjak Nowiba-
zar prijsgeeft.
Het tweede handelt over het nationali-
teitsvraagstuk. Het bepaalt o.a. dat het
aan de muzelmansche Bosniërs in de drie
jaren, volgende op de bekrachtiging van de
overeenkomst, vrij zal staan uit het land
naar Turksch gebied te verhuizen. De goe
deren van die Bosniërs moeten geëerbiedigd
worden en, naar hun verlangen beheerd
worden.
Artikel 3 verzekert vrijheid van gods
dienst. De muzelmannen in Bosnië zullen
in alle rechten en voorrechten, die de ove
rige bewoners bezitten, deelen. In de mos
keeën zal de naam van den Khalif bij het
Vrijdagsche gebed uitgesproken worden. De
betrekkingen tusschen de muzelmannen en
hun godsdienstige hoofden zijn volkomen
vrij, en deze hoofden blijven onder het ge
zag van den Sjeih-ul-Islam, die de fix-mans
betreffende de benoeming van de voornaam
ste oelema's (priesters) zal uitvaardigen.
Artikel 4 bepaalt, dat de Oostenrijksch-
Hongaarsche regeering binnen veertien da
gen na de bekrachtiging van het protokol
aan de Turksche regeering een som van
T. 2.500.000 in goud voor de verschil
lende Turksche domeinen en staatseigen
dommen in Bosnië en Herzegowina zal be
talen.
In artikel 5 verbindt de Oostenrijksch-
Hongaarsche regeering zich tot het sluiten
van een handelsverdrag met de Turksche
regeering, onder nader te bepalen voor
waarden. Middelerwijl vindt Oostenrijk
goed, dat van 1 Maart af de inkomende
rechten voor in Turkije ingevoerde goede
ren met 11 tot 15 pCt. van de waarde ver
hoogd worden en dat in Turkije een mono
polie ingesteld of de indirecte belasting ver
hoogd wordt voor petroleum, cigarettenpa-
pier, lucifers, spiritus en speelkaarten.
Artikel 6 betreft de afschaffing van de
Oostenrijksche postkantoren in het Otto-
maansche rijk.
In art. 7 belooft Oostenrijk aan de Turk
sche regeering zijn steun op de bijeen te
roepen conferentie.
De twee laatste artikelen, 8 en 9, zijn
nog niet openbaar gemaakt, maar men ge
looft, dat het eene bepaalt, dat Oostenrijk-
Hongarije van het protectoraat over de ka
tholieke Albaneezen afstand doet en het
andore over verschillende formaliteiten
handelt.
Montenegro.
De geruchten over de abdicatie van vorst
Nicolaas van Montenegro schijnen uit te
gaan van de partij van den tweeden zoon,
prins Mirko, die den ouderen prins Danilo,
omdat zijne vrouw eene Duitsche is, van de
troonsopvolging zou willen uitsluiten. Juist
deze beweging kan echter vorst Nicolaas,
met wdens aard het prijsgeven van de heer
schappij trouwens niet zou overeenkomen,
des te meer van al zulke plannen terug
honden.
Zoo wordt uit Belgrado aan de Neue
Freie Presse bericht. Het Regeeringsblad te
Cettinje schrijft over den gezondheidstoe
stand van den vorst, dat hij van het najaar
tot heden eenige malen onwel was en voelde,
dat zijne gezondheid niet zeer vast meer was.
,,De krachtige lichaamsgesteldheid van den
vorst en zijne wilskracht hebben veel door
gestaan, maar zijn gezondheidstoestand is
niettemin niet geheel normaal. De afkondi
ging van de inlijving van Bosnië en Herze-
gowina bracht een toestand van beslissende
beteekenis voor Montenegro en voor het ge
heele Servendomde vorst weet dit en voelt
het met iedere zenuw Hij wenschte nog de
frischheid van de jeugd en de jeugdige
krachten 'e bezitten, om zich geheel te kun
nen wijden aan het vaderland en aan de
natie. Maar hij is niet jong meer en moet
zijne krachten ontzien om zich op de been te
houden. Daarom is het noodig, dat de trou
we Montenegrijnen zich van alles onthouden
wat de zorgen en den arbeid van den vorst
in deze dagen van beslissend gewicht nog
zou vermeerderen."
Turkije.
Londen, 21 Jan. De Telegraph be
richt uit Konstantinopel van den 20.Men
is zeer ongerust over de gezondheid van den
sultan, die niet in staat is geweest bezoe
kers te ontvangen na het selamlik van verle
den Vrijdag. Gisteren werden inderhaast
dokters naar het paleis ontboden.
De minister van binnenlandsche zaken
Hilmi Pacha heeft aan de gouverneurs van
de Macedonische vilajets strenge instruc
tie» gegeven, die de handhaving en het aan
zien der autoriteiten en de uitvoering
van de maatregelen der overhead ten doel
hebben. Alle onwettige politieke vereeni-
gingen moeten ontbonden worden, zelfs on
der toepassing van geweld. De door de re
geering benoemde ambtenaren moeten er
kend wordeix en van de politie-axnbtenaren,
die hun plicht verzuimeu, moet aangifte ge
daan worden.
K o n s I a n t i n o p e 1 2 0 J a n. De
Kamer heeft in handen van den groot-vizier
gesteld een telegram van de notabelen van
het dorp Houndra aan de Turksch-Perzische
grens, waarin de bescherming van Turkije
wordt ingeroepen tegen de Perzische revo-
lutionnairen.
In de wandelgangen van de Kamer weid
Wij vroegen Robert naar allerlei dingen
on hij antwoordde en nadat wij hem zeer
hadden aangemoedigd, deed ook hij ons vra
gen, daarbij telkens Phyllis aanziende. Ein
delijk kwamen wij tot de wetenschap, dat hij
een moeder en twee zusters bezat, die den
zomer in een villa te 'Scheveningen door
brachten. Daarop volgde eene korte stilte,
welke Phil op teekenende wijze verbrak door
te zeggen, dat zij zooveel van Scheveningen
had gehoord. Het moest eene mooie plaats
zijn en zij was opgegroeid met een uit Sche
veningen afkomstigen beker. Als zij zoet was
als kind, mocht zij cr mede spelen.
,,Ik zou denken dat gij altijd zoet zijt,"
sprak neef Robert. Phyllis bloosde en daar
op kreeg ook hij een kleur onder zijn bruin
vel. „Mijne aanstaande woont ook te Sche
veningen," vervolgde hij, zonder dat dit op
iets sloeg, als misschien op zijn kleur.
„Een Hollandsch meisje?" vroeg ik.
„Oja."
,,Zij is zeker heel mooi en allerliefst."
„Dat zou ik slecht kunnen beoordeelen.
Wij zijn aan elkander gewend. Wij hebben
reeds als kinderen samen gespeeld. Ik ga
eiken Zaterdag tot Maandag naar Scheve
ningen, als daar mijne familie is."
„O! zeide Phil.
„01" zeide ik.
Er volgde eene pauze. Dan: „Het was
heel vriendelijk van u ons zoo spoedig op te
zoeken nadat ik u schreef."
„Het was mijn plicht en ook een genoe
gen," voegde hij er na rijper nadenken bij.
„Gij moet mij uw plannen eens mededee-
len."
Wij deden dit en, neef Robert keurde ze
niet goed. „Dal zal dunkt mij niet gaan,"
sprak hij vastberaden.
„Ik vind, dat 'het wel gaan moet," ant
woordde ik, niet minder heslist, maar met
een glimlach.
Phil maakte het voor mij goed, terwijl zij
waarschuwend mijne hand drukte.
„Wij zijn heel gelukkig samen geweest,
Nell en ik," verklaarde zij, „maar wij had
den niet veel afwisseling. Dit is ons eerste
uitstapje en wij zullen onder de hoede van
Lady Mac Nairne staan."
„Ja, maar zij is de tante van een u on
bekend jongmensch."
„Genieën zijn nooit onbekenden en hij is
een genie," zeide ik. „U kunt u niet voor
stellen hoezeer zijn schilderij in den Salon
geroemd werd."
„Maar zijn knrakier. Wat weet u daar
van?"
„Het karakter zijner tante komt er het
meest op aan en op de Mac Nairnes valt
niets aan te merken."
Ik had dien naam van morgen voor het
eerst gehoord maar er zijn dingen, die men
van de wieg af schijnt te hebben geweten
en ik was in een stemming, om met mijn
leven voor Lady Mac Nairne in te staan.
„Het zal beter zijn dat gij mijn moeder
eens spreekt."
„Het zou heel lief van haar zijn, als zij
ons kwam opzoeken."
„Ik geloof niet dat zij dit doen kan. Zij
is nog al zwaar, en zij verlaat niet gemak
kelijk Scheveningen, als zij daar eenmaal
•is; maar indien zij u een briefje schrijft,
om u en Miss Rivers daar te noodigen, zult
u gaan, niet waar?"
„Met genoegen," gaf ik ten antwoord,
„als het niet te ver is. Ziet u, Lady Mac
Nairne kan al spoedig komen en als zij er
eenmaal is
„Ik zal beginnen met mijn moeder op te
zoeken en haar brief meebrengen. Ik rijd er
heen met de automobiel van mijn vriend
Rudolf van Brederode en als u gelezen heeft
wat zij u schrijft, zult u mij beiden in de
auto naar Scheveningen vergezellen en daar
tot morgen of langer blijven."
„O! wij kunnen er niet aan denken don
nacht over te blijven!" riep ik uit. „Wij
blijven hier tot1"
„Het is niet goed, dat gij hier blijft. Ik
ga thansmag ik verzoeken uw goed in te
pakken, om gereed te zijn bij mijn terug
komst?"
„Wij hebben nog niet uitgepakt," zeide
ik, „maar het gaat waarlijk niet. In de
eerste plaats, zou het uwe moeder ongelegen
kunnen komen."
Neef Robert zette een strak gezicht. „Ge
legen of ongelegen, zij zal u verwachten."
Tk kon den uitroep niet weerhouden
„Wat zijt gij Hollanders toch voor men-
schen
Hij scheen verbaasd. „Wij zijn precies
als anderen."
„Mij dunkt dat u nog juist zijt als
eeuwen geleden, toen gij voor het eerst be
gonnen zijt te doen wat gij verkoost en ik
veronderstel dat gij dit sedert steeds gedaan
hebt."
Neef Robert glimlachte. „Het kan zijn
dat wij gaarne onzen zin volgen," gaf hij
toe. „En nu ga ik de automobiel bestellen."
Hij keek op zijn ouderwetsch, gouden hor
loge. „Over vijf kwartier zal ik te Scheve
ningen zijn. Vijftien minuten daar zijn vol
doende. Weer vijf kwartier voor de terug
komst. Ik kom u om vier uur afhalen."
„Gij rekent geen tijd voor eenig defect
aan de auto."
„Ik denk niet dat zij defect zal worden.
Het is een Hollandsche automobiel."
„En zij dient een Hollandschen meester!
Oneen, dan zal zij u zeker niet in den
steek laten."
Hij staarde mij aan, zonder te begrijpen
maar hij trok niet aan zijn knevel, zooals
een Engelschroan doet, als hij zich afvraagt
of men een loopje met 'hem neem't. Hij
drukte ons ernstig de hand en hoog nog een
maal aan de deur. Daarop verdween hij en
zagen wij in, dat zoo hij niet om vier uur
met dien brief zijner moeder terug was, dat
alleen te danken zou zijn aan liet feit, dat
z'j of de motor nog Hollandscher zou
blijken te zijn dan hij.
Toen hij weg was begaven Phil en ik ons
naar den tuin, met het eenig doel, verze
kerden wij elkander, een kop koffie te drin
ken en toen wij mijnheer Starr zagen zitten
met een leegen kop en eene cigarette, rie
pen wij beiden uit: „O! is u bier?" alsof
wij hoogst verbaasd waren.
Hij had neef Robert in het voorbijgaan
gezien en zeide welk een pracht-mensch hij
was een echte Zeekoningmaar toen wij
dat erkenden, scheen hij teleurgesteld. „O!
mijn profetenblikI" mompelde hij. „De neef
zal u door zijne moeder willen laten verge
zellen en dan wordt mijne arme tante over
bodig."
„Zijne moeder is te gezet voor de boot,"
verzekerde ik hem in vertrouwen. Mijnheer
Starr was gerustgesteld, maar zijn gelaat
werd weer bewolkt toen hij vernam, dat
Phil en ik don nacht bij mijn familie zou
den overblijven.
„Zij zullen u nog aan mij ontnemen... ik
meen aan mijne tante," zeide hij.
Ik schudde het hoofd. „Neen. ik zie, dai
het moeielijk is den Hollanders het hoofd
te bieden als zij u iets w'llen laten doen;
maar als zij u iets niet willen laten doen,
dan wordt het te erg. Uw trots komt u dan
te hulp en men verweert zich, als moest het
leven er van afhangen. Wij zullen u belo
ven mede te gaan, ter wille van uwe tante
niet waar, Phil?"
„Ja, ter wille van uwe 'ante," herbaal
de zij.
„Dan kunnen wij op u rekenen mijn
tante en ik?"
„Op ons en op de Lorele'."
Wordt i «rvtlgd.
Naar het Engeïsch
10 VAN
C. N. EN W. M. WILLIAMSON.