M°. SOS. 7"' Jaargang. Donderdag 21 Januari 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post1.50. Affconderiyke nummers0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. AdvertentiSnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 'a morgens l»ö de Uitgevers in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 rogels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eentfi bQ vooruitbetaling. Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Bene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van. Amersfoort Overwegende, dat de vervaardiging van com post en andere mc«Tsoorten bi) den gemeente- reinigmgsrfienst ernstige bezwaren ondervindt door de vermengiDg van thet huisafval met sin tels, gruis en andere bestanddeelen, afkomstig uit kachels, fornuizen en andere stookinrichtin gen Overwegende, d'at zuliks eischt in het vervolg to vorderen, dat ten opzichte van hot door den gemeentereinigingsdïenst afgehaald huisvuil, ge noemde bestanddeelen afgezonderd' worden ge houden van het overige huisvuil; Noodigen de ingezetenen uit, met ingang van 1 Februari 1909 het voor den reinigingsdienst bestemde afval overeenkomstig bovenstaande splitsingin. verschillende bakken of emmers voor dien vuilniswagen beschikbaar te houden. Amersfoort, 14 Januari 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Secretaris, De Burgemeester, J.G. STENFKRT KROESE. WUIJTIERS. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt, ter voldoening aan de aanschrijving van den Commissaris der Koningin in de provincio Utrecht, d.d. 18 Januari 1909, 4e afdeeling, no. 192/150, ter kennis van belanghebbenden., dat in do gemeente Rijsemburg een geval van schurft bij schapen ia voorgekomen. Amersfoort, den 20. Januari 1909. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Politiek Overzicht. De Franschen In Marokko. Dat de zaken in Marokko het acute sta dium voorbij zijn, bewijst het kalme verloop van de in de Fransche Kamer gevoerde debatten over het regeeringsbeleid in Marok ko. In het laatst van December had men dit debat reeds verwacht, maar toen was er geen tijd voor. Als bien toen een tijd van spanning had beleefd, dan zou er wel tijd voor gevonden zijn. Reeds dat is dus een bewijs, dat men nu in eene periode van kalmte verkeert, en ook de gevoerde debatten dragen daarvan het kenmerk. Er zijn in de Kamer voorstanders van drieërlei politiekde politiek van verove ring, de politiek van spoedige ontruiming en de politiek van laisser faire, als men het zoo noemen mag, die intusschen teekenen vertoont van sympathie met de uitbreiding van den Franschen invloed en bereid is fei ten, die kunnen worden verricht zonder in Europa beweging te doen ontstaan, te aan vaarden. De eerste politiek had in de Kamer haren woordvoerder in Delafosse, een lid van de rechterzijde. De politiek van ont ruiming werd verdedigd door den welbe- spraakten socialistische» leider Jaurès, en het doel van zijne interpellatie was de regee ring te bewegen, dat zij kleur zou bekennen hoe de opvatting was, die zij heeft van de in de derde plaats genoemde politiek, die door haar wordt voorgestaan. Hij verlang de van de regeering, dat zij openbaarheid zou geven aan een rapport, dat is opgesteld door generaal Lyautey, dat handelt over eene geleidelijke verovering van het Marok- kaansche gebied. Hoewel dat rapport geheim heette te zijn, was de interpellant tamelijk goed op de hoogte van zijn inhoudhij wist er van te vertellen, dat generaal Lyautey het aanleggen van drie evenwijdige versterk te liniën voorstelde, gedeeltelijk aan de Al- gerijnsche, gedeeltelijk aan de Marokkaan- sche zijde van de grens, die de Fransche voorposten een goed eind nader zouden brengen bij Fez, de hoofdstad van Marokko. De regeering ontkende de juistheid van de door Jaurès aan het rapport ontleende bijzonderheden De interpellant scheen ech ter tamelijk zeker van zijne zaak. ,,Gij zegt, dat mijne mededeelingen onjuist zijndat kunt gij alleen bewijzen, door het. rapport te publiceeren", voegde hij den minister van buitenlandsche zaken toe. Maar de regee ring was en bleef doof aan dat oorminister Pichon verklaarde, dat het rapport niet zou worden gepubliceerd, zoolang hij het minis terambt bekleedde. De minister-president mengde zich in dit debat met de opmerking, dat de rapporten, die de regeering van hare agenten kreeg, dikwijls tegenstrijdig waren de regeering moest ze overwegen alvorens te beslissen, en met die beslissing had de Kamer te maken, niet met de stukken, die de regeering had gebruikt om zich een oor deel te vormen. Het rapport-Lyautey is verder achter de schermen gebleven. Maar natuurlijk heeft de regeering antwoord gegeven op de vragen, die haar gedaan werden over haar politiek beleid. Dat antwoord schijnt voor de inter- pell anten nogal bevredigend te zijn uitgeval len aan het einde van het debat constateer de Jaurès, dat de regeering de verbintenis had aangegaan, bij de geheele organisatie van oostelijk Marokko niets te doen zonder de voorafgaande goedkeuring van het parle ment en de toestemming van den sultan zelf. Hij nam daarvan akte onder opmerking, dat dit inderdaad het werk van vreedzame penetratie is. Is hiei'mee nu alle dubbelzin nigheid weggenomen? De Frankf. Ztg. laat zich daarover aldus uit ,,De minister heeft zeer welwillend en verzoéulijk, schijnbaar ook zeer openhartig en duidelijk gesproken. Hij heeft eerst de oude verzekeringen en beloften herhaald. Wij streven nie.t naar veroveinngen en naar protectoraat; wij hebben de verdragen tot dusver in acht genomen en zullen dat blij ven doenwij voeren geen dubbele politiek en geen politiek van onbezonnenheidwij hebben reeds de helft van onze troepen te ruggetrokken en de overigen zullen geleide lijk volgen. Deze verklaringen van den mi nister sohijnen duidelijk en klinken loyaal. Maar nu komen de reserves. De minister verklaarde namelijk verderWij zijn niet voor eene politiek van non-interventie, om dat wij de bemoeiing van anderen niet willen toelatenFrankrijk kan niet toezien, dat de Marokkaansche anarchie overgaat op zijne Noord-Afrikaansche bezittingen; Frankrijk kan geen politiek van prijsgave voerende gezant Regnault heeft de instructie gekre gen, onze bijzondere belangen bij Moeley Haf id voor te staan en alles te vermijden wat in strijd is met onze bedoelingen en ver klaringen hij moet inzonderheid de vraag van de ons toekomende schadeloosstelling en van de ontruiming van het Chaujagebied re gelen. Wat zeggen deze verklaringen? Zij zeggen kort en bondigWij komen in Ma rokko tusschen beide, opdat geen andere staat dit zal doendaar men echter nooit kan weten of niet een andere staat zich met Marokko zou willen bemoeien, zullen wij waarschijnlijk altijd in Marokko blijven. Wij moeten ons tegen de Marokkaansche anarchie beschermendaar echter deze anar chie waarschijnlijk nog langer zal aanhou den, is ook de duur der noodzakelijkheid van onze bescherming niet te bepalen. Eindelijk onze gezant heeft de bijzondere belangen van Fiankrijk voor te staan; onze verhouding tot Moeley Hafid regelt zich naar de wijze waarop hij zich gedraagt tegenover deze bij zondere belangen. Hieruit kan men conclu- deeren, dat de Fransche regeering niet afziet van hare bijzondere plannen mot, Marokko, maar dat zij het gepast oordeelt die plannen in allerlei reserves en voorwaarden te hul len." Zooals in de Fransche Kamer gebruikelijk is, is dit interpellatiedebat geëindigd met de aanneming van eene motie. Die houdt de klinkende fraze in, dat de Kamer vertrouwt, dat de regeering in Marokko de politiek van medewerking en beschaving volgt, die haar hare iraditién, hare belangen, hare overeen komsten en hare daden voorschrijven. Deze motie werd aangenomen met 380 tegen 98 stemmen, nadat er aan voorafgegaan was een votum, waarbij met 463 tegen 86 stemmen de prioriteit geweigerd was aan eene motd&- Jaurës, die de onmiddellijke ontruiming van Marokko en de regeling van alle hangende verschilpunten door arbitrage verlangde. En daarop volgde het besluit, waarbij de supple- toire credieten, die tot een bedrag van 25,118,530 frs. waren gevraagd, voor de militaire operatiëu in Marokko worden toe gestaan. DuitschlancL Het rapport van de commissie van de Eerste Kamer in het koninkrijk Baksen over de daar aanhangige kiesrechtherziening is verschenen en komt heden in behandeling. Volgens de voorstellen, welker aanneming wordt aanbevolen, zal de stemming geheim en direct zijn. Ieder kiezer heeft één stem, maar wie aan zekere voorwaarde van bezit en van boschaving voldoet, kan op grond daarvan een tweede en een derde stem uit brengen. Kiezers, die het vijftigste levens jaar hebben voltooid, hebben op grond daarvan het recht nog eene stem uit te brengen. Maar de vier stemmen in 't ge heel mag geen kiezer uitbrengen. Frankrijlb De Rappel schrijft over de credietaan- vragen die door den minister van marine Picard worden overwogen en die op 800 millioen frs. geschat worden, dat de mi nister voor geen enkele van deze aanvragen de toestemming van de Kamer zal krijgen, zoolang hij niet het onweerlegbare bewijs heeft geleverd, dat het wanbeheer in het marinebcstuur heeft opgehouden en de le veranciers voor de marine schoone handen hebben. P a r ij s, 2 0 "J a n. Er hebben weder standjes tusschen studenten plaats gehad bij een college van prof. Thalamas. Ongeveer 120 personen werden in hechtenis genomen, waaronder Biétry, de afgevaardigde van Brest. Van de betoogers bleken verscheidenen revolvers hij zich te hebben. Italië. Londen, 20 Jan. De „Evening News" bericht, dat de hertog der Abruzzen heden vertrokken is uit Londen, waar hij sinds Zaterdag had vertoefd in het Carlton- hotel en uitrustmgsartikelen had ingekocht voor een expeditie naar de Himalaya. Het blad voegt hieraan toe, dat er reden is om aan te nemen, dat het telegram uit Rome, meldende dat de hertog heeft besloten af stand te doen van zijne titels en privileges om met miss Êlkins te kunnen trouwen, juist is, maar eenigszins voorbarig. Hongarije. Budapest, 20 Jan. De minister president Wekerle zeide in zijn antwoord op de interpellatie in de Kamer over de mijnrampen te Domany en te Ajka, dat een streng onderzoek is gelast. Intusschen staat het vast, dat er geen enkele maatregel van voorzorg verwaarloosd is. Te Domany werd de ramp veroorzaakt door gasontsnappingen. Te Ajka was de lamp van een opzichter oorzaak van den brand tengevolge van een gebrek aan den ventilator. De gezinnen van de slachtoffers zijn erkend overeenkomstig do wet op de verzekering tegen ongevallen. De Kamer nam akte van de verklaringen van den minister. Er wordt ten stelligste verklaard in be voegde kringen, dat het gerucht van het ontslag van verscheidene ministers of van eene kabinetscrisis van grond ontbloot is. Servië. Belgrado, 20 Jan. De Koning wei gerde het Kabinet te ontslaan. Het ministe rie zal een motie van goedkeuring aan de skoepschtina vragen. Indien deze zulks wei gert zal de ontbinding worden uitgesproken. De Balkancrisis. Over den inhoud van het TurkschOos- tenrijksche accoord wordt door de Times het volgende bericht: In het eerste artikel staat, dat de Oos- tenrijksch-Hongaansche regeering hare rech ten en privilegiën op het sandzjak Nowiba- zar prijsgeeft. Het tweede handelt over het nationali- teitsvraagstuk. Het bepaalt o.a. dat het aan de muzelmansche Bosniërs in de drie jaren, volgende op de bekrachtiging van de overeenkomst, vrij zal staan uit het land naar Turksch gebied te verhuizen. De goe deren van die Bosniërs moeten geëerbiedigd worden en, naar hun verlangen beheerd worden. Artikel 3 verzekert vrijheid van gods dienst. De muzelmannen in Bosnië zullen in alle rechten en voorrechten, die de ove rige bewoners bezitten, deelen. In de mos keeën zal de naam van den Khalif bij het Vrijdagsche gebed uitgesproken worden. De betrekkingen tusschen de muzelmannen en hun godsdienstige hoofden zijn volkomen vrij, en deze hoofden blijven onder het ge zag van den Sjeih-ul-Islam, die de fix-mans betreffende de benoeming van de voornaam ste oelema's (priesters) zal uitvaardigen. Artikel 4 bepaalt, dat de Oostenrijksch- Hongaarsche regeering binnen veertien da gen na de bekrachtiging van het protokol aan de Turksche regeering een som van T. 2.500.000 in goud voor de verschil lende Turksche domeinen en staatseigen dommen in Bosnië en Herzegowina zal be talen. In artikel 5 verbindt de Oostenrijksch- Hongaarsche regeering zich tot het sluiten van een handelsverdrag met de Turksche regeering, onder nader te bepalen voor waarden. Middelerwijl vindt Oostenrijk goed, dat van 1 Maart af de inkomende rechten voor in Turkije ingevoerde goede ren met 11 tot 15 pCt. van de waarde ver hoogd worden en dat in Turkije een mono polie ingesteld of de indirecte belasting ver hoogd wordt voor petroleum, cigarettenpa- pier, lucifers, spiritus en speelkaarten. Artikel 6 betreft de afschaffing van de Oostenrijksche postkantoren in het Otto- maansche rijk. In art. 7 belooft Oostenrijk aan de Turk sche regeering zijn steun op de bijeen te roepen conferentie. De twee laatste artikelen, 8 en 9, zijn nog niet openbaar gemaakt, maar men ge looft, dat het eene bepaalt, dat Oostenrijk- Hongarije van het protectoraat over de ka tholieke Albaneezen afstand doet en het andore over verschillende formaliteiten handelt. Montenegro. De geruchten over de abdicatie van vorst Nicolaas van Montenegro schijnen uit te gaan van de partij van den tweeden zoon, prins Mirko, die den ouderen prins Danilo, omdat zijne vrouw eene Duitsche is, van de troonsopvolging zou willen uitsluiten. Juist deze beweging kan echter vorst Nicolaas, met wdens aard het prijsgeven van de heer schappij trouwens niet zou overeenkomen, des te meer van al zulke plannen terug honden. Zoo wordt uit Belgrado aan de Neue Freie Presse bericht. Het Regeeringsblad te Cettinje schrijft over den gezondheidstoe stand van den vorst, dat hij van het najaar tot heden eenige malen onwel was en voelde, dat zijne gezondheid niet zeer vast meer was. ,,De krachtige lichaamsgesteldheid van den vorst en zijne wilskracht hebben veel door gestaan, maar zijn gezondheidstoestand is niettemin niet geheel normaal. De afkondi ging van de inlijving van Bosnië en Herze- gowina bracht een toestand van beslissende beteekenis voor Montenegro en voor het ge heele Servendomde vorst weet dit en voelt het met iedere zenuw Hij wenschte nog de frischheid van de jeugd en de jeugdige krachten 'e bezitten, om zich geheel te kun nen wijden aan het vaderland en aan de natie. Maar hij is niet jong meer en moet zijne krachten ontzien om zich op de been te houden. Daarom is het noodig, dat de trou we Montenegrijnen zich van alles onthouden wat de zorgen en den arbeid van den vorst in deze dagen van beslissend gewicht nog zou vermeerderen." Turkije. Londen, 21 Jan. De Telegraph be richt uit Konstantinopel van den 20.Men is zeer ongerust over de gezondheid van den sultan, die niet in staat is geweest bezoe kers te ontvangen na het selamlik van verle den Vrijdag. Gisteren werden inderhaast dokters naar het paleis ontboden. De minister van binnenlandsche zaken Hilmi Pacha heeft aan de gouverneurs van de Macedonische vilajets strenge instruc tie» gegeven, die de handhaving en het aan zien der autoriteiten en de uitvoering van de maatregelen der overhead ten doel hebben. Alle onwettige politieke vereeni- gingen moeten ontbonden worden, zelfs on der toepassing van geweld. De door de re geering benoemde ambtenaren moeten er kend wordeix en van de politie-axnbtenaren, die hun plicht verzuimeu, moet aangifte ge daan worden. K o n s I a n t i n o p e 1 2 0 J a n. De Kamer heeft in handen van den groot-vizier gesteld een telegram van de notabelen van het dorp Houndra aan de Turksch-Perzische grens, waarin de bescherming van Turkije wordt ingeroepen tegen de Perzische revo- lutionnairen. In de wandelgangen van de Kamer weid Wij vroegen Robert naar allerlei dingen on hij antwoordde en nadat wij hem zeer hadden aangemoedigd, deed ook hij ons vra gen, daarbij telkens Phyllis aanziende. Ein delijk kwamen wij tot de wetenschap, dat hij een moeder en twee zusters bezat, die den zomer in een villa te 'Scheveningen door brachten. Daarop volgde eene korte stilte, welke Phil op teekenende wijze verbrak door te zeggen, dat zij zooveel van Scheveningen had gehoord. Het moest eene mooie plaats zijn en zij was opgegroeid met een uit Sche veningen afkomstigen beker. Als zij zoet was als kind, mocht zij cr mede spelen. ,,Ik zou denken dat gij altijd zoet zijt," sprak neef Robert. Phyllis bloosde en daar op kreeg ook hij een kleur onder zijn bruin vel. „Mijne aanstaande woont ook te Sche veningen," vervolgde hij, zonder dat dit op iets sloeg, als misschien op zijn kleur. „Een Hollandsch meisje?" vroeg ik. „Oja." ,,Zij is zeker heel mooi en allerliefst." „Dat zou ik slecht kunnen beoordeelen. Wij zijn aan elkander gewend. Wij hebben reeds als kinderen samen gespeeld. Ik ga eiken Zaterdag tot Maandag naar Scheve ningen, als daar mijne familie is." „O! zeide Phil. „01" zeide ik. Er volgde eene pauze. Dan: „Het was heel vriendelijk van u ons zoo spoedig op te zoeken nadat ik u schreef." „Het was mijn plicht en ook een genoe gen," voegde hij er na rijper nadenken bij. „Gij moet mij uw plannen eens mededee- len." Wij deden dit en, neef Robert keurde ze niet goed. „Dal zal dunkt mij niet gaan," sprak hij vastberaden. „Ik vind, dat 'het wel gaan moet," ant woordde ik, niet minder heslist, maar met een glimlach. Phil maakte het voor mij goed, terwijl zij waarschuwend mijne hand drukte. „Wij zijn heel gelukkig samen geweest, Nell en ik," verklaarde zij, „maar wij had den niet veel afwisseling. Dit is ons eerste uitstapje en wij zullen onder de hoede van Lady Mac Nairne staan." „Ja, maar zij is de tante van een u on bekend jongmensch." „Genieën zijn nooit onbekenden en hij is een genie," zeide ik. „U kunt u niet voor stellen hoezeer zijn schilderij in den Salon geroemd werd." „Maar zijn knrakier. Wat weet u daar van?" „Het karakter zijner tante komt er het meest op aan en op de Mac Nairnes valt niets aan te merken." Ik had dien naam van morgen voor het eerst gehoord maar er zijn dingen, die men van de wieg af schijnt te hebben geweten en ik was in een stemming, om met mijn leven voor Lady Mac Nairne in te staan. „Het zal beter zijn dat gij mijn moeder eens spreekt." „Het zou heel lief van haar zijn, als zij ons kwam opzoeken." „Ik geloof niet dat zij dit doen kan. Zij is nog al zwaar, en zij verlaat niet gemak kelijk Scheveningen, als zij daar eenmaal •is; maar indien zij u een briefje schrijft, om u en Miss Rivers daar te noodigen, zult u gaan, niet waar?" „Met genoegen," gaf ik ten antwoord, „als het niet te ver is. Ziet u, Lady Mac Nairne kan al spoedig komen en als zij er eenmaal is „Ik zal beginnen met mijn moeder op te zoeken en haar brief meebrengen. Ik rijd er heen met de automobiel van mijn vriend Rudolf van Brederode en als u gelezen heeft wat zij u schrijft, zult u mij beiden in de auto naar Scheveningen vergezellen en daar tot morgen of langer blijven." „O! wij kunnen er niet aan denken don nacht over te blijven!" riep ik uit. „Wij blijven hier tot1" „Het is niet goed, dat gij hier blijft. Ik ga thansmag ik verzoeken uw goed in te pakken, om gereed te zijn bij mijn terug komst?" „Wij hebben nog niet uitgepakt," zeide ik, „maar het gaat waarlijk niet. In de eerste plaats, zou het uwe moeder ongelegen kunnen komen." Neef Robert zette een strak gezicht. „Ge legen of ongelegen, zij zal u verwachten." Tk kon den uitroep niet weerhouden „Wat zijt gij Hollanders toch voor men- schen Hij scheen verbaasd. „Wij zijn precies als anderen." „Mij dunkt dat u nog juist zijt als eeuwen geleden, toen gij voor het eerst be gonnen zijt te doen wat gij verkoost en ik veronderstel dat gij dit sedert steeds gedaan hebt." Neef Robert glimlachte. „Het kan zijn dat wij gaarne onzen zin volgen," gaf hij toe. „En nu ga ik de automobiel bestellen." Hij keek op zijn ouderwetsch, gouden hor loge. „Over vijf kwartier zal ik te Scheve ningen zijn. Vijftien minuten daar zijn vol doende. Weer vijf kwartier voor de terug komst. Ik kom u om vier uur afhalen." „Gij rekent geen tijd voor eenig defect aan de auto." „Ik denk niet dat zij defect zal worden. Het is een Hollandsche automobiel." „En zij dient een Hollandschen meester! Oneen, dan zal zij u zeker niet in den steek laten." Hij staarde mij aan, zonder te begrijpen maar hij trok niet aan zijn knevel, zooals een Engelschroan doet, als hij zich afvraagt of men een loopje met 'hem neem't. Hij drukte ons ernstig de hand en hoog nog een maal aan de deur. Daarop verdween hij en zagen wij in, dat zoo hij niet om vier uur met dien brief zijner moeder terug was, dat alleen te danken zou zijn aan liet feit, dat z'j of de motor nog Hollandscher zou blijken te zijn dan hij. Toen hij weg was begaven Phil en ik ons naar den tuin, met het eenig doel, verze kerden wij elkander, een kop koffie te drin ken en toen wij mijnheer Starr zagen zitten met een leegen kop en eene cigarette, rie pen wij beiden uit: „O! is u bier?" alsof wij hoogst verbaasd waren. Hij had neef Robert in het voorbijgaan gezien en zeide welk een pracht-mensch hij was een echte Zeekoningmaar toen wij dat erkenden, scheen hij teleurgesteld. „O! mijn profetenblikI" mompelde hij. „De neef zal u door zijne moeder willen laten verge zellen en dan wordt mijne arme tante over bodig." „Zijne moeder is te gezet voor de boot," verzekerde ik hem in vertrouwen. Mijnheer Starr was gerustgesteld, maar zijn gelaat werd weer bewolkt toen hij vernam, dat Phil en ik don nacht bij mijn familie zou den overblijven. „Zij zullen u nog aan mij ontnemen... ik meen aan mijne tante," zeide hij. Ik schudde het hoofd. „Neen. ik zie, dai het moeielijk is den Hollanders het hoofd te bieden als zij u iets w'llen laten doen; maar als zij u iets niet willen laten doen, dan wordt het te erg. Uw trots komt u dan te hulp en men verweert zich, als moest het leven er van afhangen. Wij zullen u belo ven mede te gaan, ter wille van uwe tante niet waar, Phil?" „Ja, ter wille van uwe 'ante," herbaal de zij. „Dan kunnen wij op u rekenen mijn tante en ik?" „Op ons en op de Lorele'." Wordt i «rvtlgd. Naar het Engeïsch 10 VAN C. N. EN W. M. WILLIAMSON.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1