Hf*. 211. Tweede blad. 7d< Jaargang. Zaterdag 23 Januari 1909. BINNENLAND. AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummer? 0.05. t\: j Ooujun verschyn dagelijks behalv op Zon- en Feest- tingon. Advertentiönmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50, Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Sterkt* van het leger. Blijkens tie nieuw versahenen naam- en ranglijst, der officieren van het Nederlanidsohe leger en van dat in. NederJandsoh-Oost-Indië alsmede van de Landmacht in West-Indie, telt ons leger tie volgende officieren Z. K. H. de Prins, Luitenant-Generaal a la suite van de Landmacht en van het Leger in Ned.-Indië. Wapen der Infanterie h. t. J. 2 luitenant- generaals, 6 generaal-majoors, 13 kolonels, 41 luitenant-kolonels, 37 majoors, 318 kapiteins, 463 eerste-ludtenants, 190 tweede-luitenant®, 7 reserve-kapiteins, 126 reserve eerste-luitenants, 69 reserve tweede-luitenant®, 175 militie tweede- luitenants. Hiervan waren op non-activiteit2 majoors, 8 kapiteins, 16 eerste-luitenants, en gedetacheerd bij het leger in Ned.-Indië 4 kapiteins, 16 eerste- luitenants, en by de iandnvaciht in \Vesfc-Indiië 2 kapiteins en 8 eerste-luitenants, en bij de Ko loniale Reserve 1 eer ste-lui tenant Wapen der Cavalerie h. t. 1.3 generaal-ma- joors, 3 kolonels, 4 luitenant-kolonels, 7 majoors, 35 ritmeesters, 58 eerste-luitenants, 15 tweede- luitenants, 5 reserve-ritmeesters, 15 reserve-le- luitenants, 11 reserve-2e-luitenaaits. Daarvan waren op non-activiteit2 majoors, 5 ritmeesters, 3 le-lui tenants, en gedetacheerd bij het leger in Ned.-Indië: 2 ritmeesters en 1 le-lui tenant. "Wapen der Artillerie h. t. 1. 2 luitenant-gene raals, 4 generaal-majoors, 12 kolonels, 18 luite nant-kolonels, 15 majoors, 136 kapiteins, 204 le-lui tenants, 49 2e-luitenants, 8 reserve-officie ren, 16 le-luitenants, 6 2e-luitenants, 13 mili tie le-luitenants en 9 militie 2e-luitenants Voorts 1 lui tenant-kolonel-magazijnmeester 4 majoors idem, 7 kapiteins idem, 6 le-1/uiten.amts idem, en, 1 2e-Juitenant idem. Daarvan waren op non-activdteit1 generaal- majoor, 1 kolonel, 1 luitenant-kolonel, 2 kapi teins, 5 le-lui tenants, en gedetacheerd bij liet leger in Ned.-Indië 3 le-luitenants. Wapen der Genie h. t. 1. 3 generaal-majoors, 2 kolonels, 7 lui tenant ^kolonels, 9 majoors, 34 kapiteins, 35 le-luitenants, 16 2e-hiitenants, 3 reserve-kapiteins, 3e reserve-le-luitenants, en 10 idem 2e-luitenants. Daarvan waren op non-aotdvitedt: 1 kapitein en 1 le-lui tenant en gedetacheerd bij het leger in Ned.-Indië 3 le-luitenants. Wapen der Kon. Maréchaussee: 2 luit .-kolo nels, 2 majoors, 13 kapiteins en 2 luitenants, waarvan op non-activiteit 1 kapitein. Militaire Administratie Intendanten1 generaal-majoor-hoofdinten dant, 1 kolonel, 4 luit.-kolonels, 4 majoors, 11 kapiteins. Kwartiermeesters: 4 luit .-kolonels, 6 majoors, 35 kapiteins, 55 le-luitenants, en 11 overcom pleet, 23 2e-lniten«nts, Daarvan waren op non-activiteit1 kapt.- kwartiiermeester en 1 le-luit.-kwartdermeester, en gedetacheerd by de landmacht in West-Indië 1 luit .-kwartiermeester en bij de Kol. Reserve 1 kapt.-kwartiermeester en 1 le-luit.-kwartier meester. Geneeskundige dienst der landmacht1 gene- raal-majoor, 3 kolonels, 9 luit.-kolonels, 8 ma joors, 56 kapiteins, 43 le-luitenants, 9 reserve- officieren van gezondheid le klasse en 53 idem 2e klasse. Militaire Apothekers: 1 luit.-kolonel, 1 majoor, 16 kapiteins, 4 le-luitenants en 2 reserve-mili taire apothekers 2e klasse. Paardenartsen1 luit.-kolonel, 3 majoors, 13 kapiteins, 11 le-luitenants. Militair Onderwijs: 1 generaal-majoor (in specteur) en onderscheidene officieren-leer aren, enz. Nederl.-Ind. Leger. 1 luitenant-generaal, commandant der land macht. Wapen der Infanterie2 generaal-majoors, 6 kolonels, 19 luit.-kolonels, 33 majoors, 230 kapi teins, 431 le-lui tenants, 178 2e-luitenants, 84 onder-luitenants Wapen der Cavalerie1 luit.-kolonel, 2 ma joors, 9 ritmeesters, '19 le-luitenants en 9 2e- luitenants. Wapen dei- Artillerie3 generaal-majoors, 5 luit .-kolonels, 9 majoors, 44 kapiteins, 64 le-lui tenants, 29 2e-ludtenanbs, 1 kapitein-magazijn meester, 8 le-luitenants idem en 2 2e-luitenants idem. Wapen der Genie1 kolonel, 3 luit.-kolonels, 7 majoors, 20 kapiteins, 18 le-luitenants, 11 2e-luitenants, 4 kapt.-magazijnmeesters, 5 le- luitenants idem. Militaire Administratie Intendanten1 kolonel, 2 luit.-kolonels, 5 ma joors, 18 kapiteins. Kwartiermeesters2 majoors, 2G kapiteins, 54 le-luitenants, 27 2e-luitenants, 1 kapt.-maga zijnmeester, 7 le-luitenants idem en 5 2e-luite- nants idem. Geneeskundige dienst1 generaal-majoor, 2 kolonels, 9 luit .-kolonels, 13 majoors, 83 kapi tein®, 70 le-luitenants en 15 tijdelijke officieren van gezondheid 2e klasse. Militaire Apothekers1 luit.-kolonel, 1 ma joor, 14 kapiteins, 18 le-luitenants en 6 onder luitenants. Militaire Paarden-Artsen1 majoor, 3 kapi teins en 7 le-luitenants. Korps Maréchaussee te voet in Atjeh en On- derhoorigheden 3 kapiteins, 14 luitenants en 1 onder-luitenant Inlandsdhe Officieren2 generaals-majoors, 1 kolonel, 4 luit.-kolonels, 8 majoors, 9 kapiteins en voorts nog een aantal officieren van versohil- lende rangen bij korpsen, niet rechtstreeks tot (het leger beboerende. Met verlof in Europa: 2 kapiteins van den generalen staf, 1 luit.-kolonel, 6 majoors, 36 kapiteins, 40 le-luitenants, allen van de Infan terie 1 le-luitenant der Cavaleriele generaal- majoor, 1 luit.-kolonel, 1 majoor, 13 kapiteins en 4 le-luitenants, rllen der Artillerie4 kapi teins der Genie, 3 kapiteins-intendanten, 2 kapt.-kwartier mees tors, 4 le-luit .-kwartiermees ters, 1 2e-luit .-kwartiermeester en 1 2e~Tuit,- j magazijnmeester, 1 dirig. off. van gezondheid, 16 off. van gez. le kl. 1 idem 2e kl., 2 apothe- kers le kl., 1 idem 2e kJ., 1 paarden-arts le kl., J 1 idem 2e kl. Landmacht in Weet-Indië Suriname: 1 kapitein, 5 le-luitenants, 1 luit.- I kwartiermeester, 1 off. van gezondheid le kl., j 4 idem 2e kl., 2 apothekers 2e kl., 1 kapt.-kwar- tiermeester. Curacao: 1 kapitein, 5 le-luitenants, 1 off. v. gezondheid le kl., 1 idem 2e kl.. 1 apotheker 2e klasse Herhalingsoefeningen in 1 9 0 9. De verlofgangers der militie j van de volgende lichtingen en korpsen zul- len in 1909 voor herhalingsoefeningen in wevkelijken dienst komen tegen den daar toe door den minister van Oorlog te bepa len tijd en voor het aantal dagen hieronder genoemd Lichting 1902de regimenten infanterie 11 dagende compagnieën hospitaalsolda ten 11 dagenhet korps pontonniers 11 da gen de regimenten vesting-artillerie 13 da gen het korps pantserfort-artillerie 13 da gen het regiment genietroepen, met uit zondering van de vesging-telegrafisten die hebben voldaan aan het bepaalde in den eersten volzin van art. 6 van het sedert in getrokken Koninklijk besluit van 20 Febru ari 1884 no. 13, 11 dagen. Lichting 1903het korps torpedisten 12 Lichting 1904de regimenten infanterie 20 dagende compagnieën hospitaalsolda ten 26 dagende regimenten veld-artillerie, met uitzondering van de treinafdeelingen 27 dagenhet korps pontonniers 26 dagen de regimenten vesting-artillerie 19 dagen het korps pantserfort-artillerie 19 dagen hek regiment genietroepen, met uitzondering van de miliciens-telegrafisten 26 dagen. Lichting 1905het korps torpedisten 19 dagen; de miliciens-telegrafisten 20 dagen. Lichting 1906de regimenten infanterie 26 dagend& compagnieën hospitaalsolda ten 26 dagende regimenten huzaren 20 dagende regimenten veld-artillerie, met uitzondering van de trein-afdeelingen, 27 dagen; het korps rijdende-artillerie 27 da gen het korps pontonniers 26 dagende regimenten vesting-artillerie 26 dagenhet korps pantserfort-artillerie 26 dagenhet regiment genietroepen, met uitzondering van de miliciens-telegrafisten, 26 dagen. Lichting 1907 het korps torpedisten 19 dagen; de miliciens-telegrafisten 20 dagen. Het Defensi e-v raagstuk. Bij de firma C. L. van Langenhuysen, te Amsterdam, is verschenen het „Rapport omtrent het Defensie-vraagstuk, uitgebracht aan den Alg. Bond van R.-K. Kiesvereeni- gingen in Nederland, door de heeren jhr. G. A. A. Alting von Geusau, H. C. A. de Block, jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, 7. B. Vesters cn jhr. E. J. M. Wittert". Het rapport vermeldt de volgende conclu sies 10. De commissie meent, dat liet niet wenschelijk is, om reeds thans, nu de mili tie- en landweerwetten nog niet volledig hunne werking hebben doen gevoelen, over te gaan tot een geheel ander stolsel van le- gerhervorming. Met betrekking tot sub. L van de opdracht gestelde punten geeft zij als hare meening te kennen a. dat er geenerlei aanleidingbestaat om den eersten oefentijd voor ongeoefenden te verkorten. b. dat de miliitiewet 1901 zich ten on rechte tevreden stelt met een verkorte, dus onvoldoende oefening van een groot deel der lichting (bijna 30 pCt.) c. dat aan oefening ter verkrijging van militaire bekwaamheid buiten da kazerne zoowel voor het leger als voor het individu vele bezwaren zijn verbonden, terwijl daaren tegen slechts gering resultaat te verwachten is. d. dat verhooging van contingent om eene hoogere leger sterkte te bereiken, niet noodig is, dat verhooging van contingent om met behoud der totale sterkte, te geraken tot verkorting van diensttijd, wel duurd/- uitkomt, maar toch aanbeveling verdient, omdat dan kan worden volstaan met één herhalingsoefening minder. e. dat verhooging van getal en duur der herhalingsoefeningen niet gewenscht is, om dat herhalingsoefeningen veel zwaarder op de bevolking drukken, dan een iets langere eerste oefentijd. Ter beantwoording van de sub 2o. der op dracht gestelde vragen, meent de commissie niet beter te kunnen doen, dan hieronder zoo beknopt mogelijk de verschillende con- clusiën weer te geven, waartoe zij, op grond der in het rapport in den breede ontwikkel de motieven kwam. I. Een uniforme eerste-oefentijd van 8i maand voor alle ingelijfden bij de onbereden wapens; behoudens het onder II gestelde. 11. Eene regeling van het volksonder wijs in de gymnastiek op zoodanigen grond slag, dat eene lichamelijke geoefendheid worde verkregen, die recht geeft op ten hoogste 2 maanden afslag van eerste-oefen tijd. III. Afschaffing van het instituut der 4-maanders (met voorbehoud van een dei- leden) IV. Afschaffing van het voorbereidend militair onderricht In dén wapenhandel. V. Verhooging van het jaarlijksch mili tiecontingent met 4700 man. VI. Verkorting van den diensttijd bij het leger tot 6 en bij de landweer tot 5 jaren. VII. Vermindering van de herhalings oefeningen bij de onbereden wapens van 12 weken in 3 perioden, tot 7 weken in 2 perio den, dus afschaffing van de 3e herhalings oefening. VIII. Aanwezigheid van een blijvend gedeelte, bestaande uit een ten allen tijde onder de wapenen zijnd voldoend getal ge oefende manschappen. IX. De wenschelijkheid op ruime schaal ontheffing te verleenen aan oeconomisch zwakken Vergoeding aan verzoe ningsraden. Naar de N. R. Ct. meldt, is bij koninklijk besluit van 4 dezer een regeling getroffen, betreffende het toeken nen van vergoeding aan voorzitters, leden en secretarissen van verzoeningsraden, benoemd door Kamers van Arbeid, voor het bijwonen van vergaderingen en voor andere verrich tingen buiten de gemeente, waar de zetel der Kamer, die den raad benoemde, is gevestigd. De vergoeding bedraagt anderhalfmaal het bedrag, waarop bedoelde personen recht zouden hebben, indien de raad vergaderd had binnen de gemeente waar de K. v. A. gevestigd is, ongerekend de vergoeding voor reiskosten. Het besluit regelt verder de vereffening dezer vergoeding. Tegen den handel in vrouwen en meisjes. De minis ter van justitie heeft tot de procureur-ge neraal bij de gerechtshoven een aanschrij ving gericht omtrent de uitvoering van het op 18 Mei 1904 te Parijs tusschen verschil lende Staten onderteekend tractaat tot be strijding van den zoogenaamden handel in vrouwen en meisjes. De uitvoering van het tractaat vordert nog meer dan de instelling van het Rijks bureau te Amsterdam ;ook de verschillen de politieorganen zullen hunne medewer king hebben te verleenen, ten einde aan het tractaat eene zoodanige werking te verze- deren, dat de uitkomsten daarvan geheel aan de gestelde verwachtingen beantwoor den. Aangezien de regeeringen bij art. 6 van het contract zich verbonden hebben om bin nen de wettelijke grenzen en voor zoover dit mogelijk blijkt, toezicht te doen hou den op de bureelen en agentschappen, die zich bezig houden met' het bezorgen van betrekkingen in het buitenland aan vrou wen en meisjes, acht de min. het gewenscht dat de politie nauwgezet lette op de gedra gingen van de daarvoor in aanmerking ko mende plaatsbureaux en agentschappen, evenwel niet alleen met het oog op het be zorgen van betrekkingen in het buitenland, doch ook met het oog op die werkzaam heid, welke zich tot Nederland zelf be perkt. De leiding van de terugzending van vreemde vrouwen en meisjes naar haar va derland, voor zoover de verplichtingen daartoe aan iederen contracteerenden staat is opgelegd, zal berusten bij den directeur van het Rijksbureau, met wien de betrok ken politieautoriteiten zich derhalve voor dat doel in verbinding hebben te stellen, zoo mógelijk zal die directeur beliooren te worden geraadpleegd omtrent de wijze waarop vreemde vrouwen en meisjes in af wachting van hare terugleiding zullen kun nen worden verzorgd Eindelijk wordt de aandacht er op geves tigd dat het tractaat geen inbreuk maakt op de bijzóndere tractaten die tusschen de contracteerende regeeringen mochten be staan Doch al wordt op de 3 vroegere tractaten geen inbreuk gemaakt door de te Parijs gesloten „regeling", geeft dit laatste trac taat niettemin uitbreiding aan de réeds vroeger getroffen regelingen. Ten slotte spreekt de min. het vertrou wen uit, dat ook de ambtenaren van het Openbare Ministerie op verzoek van den directeur van het Rijksbureau zoo mogelijk alle inlichtingen, die in verband met de uitvoering van het tractaat noodig kunnen zijn, zullen willen verstrekken. Opvoeding in het Huis gezin. Op uitnoodiging van het hoofd bureau van het derde Internationaal congres voor opvoeding in het Huisgezin, te Brussel in 1910, onder bescherming der Belgische regeering heeft zich deze week een Neder- landsch comité gevormd, bestaande uit: mej. G. A. A. Bouricius, Den Haag, voor zitster; mej. B. Gunning, Amsterdam, se cretaresse; den heer J. H. F. Ritter, Utrecht, penningmeestermr. J. H Aben- danon, oud-dar. van het Dep. v. Onderwijs in N.I., Den Haag; mej. E. Baelde, Rot terdam; jkvr. E. Boddaert, dir. van een Tehuis v. Schoolgaande Kinderen, Amster dam; den heer A. J. da Costa, secr. van Voogdijraad II en secr. van den Centraal- bond van Chr. Phil. Inrichtingen, Amster dam; mevr. 0 Ewings, Brussel; mr. J. A. van Hamel, secr. van Voogdijraad I, Am sterdam; dr. 0. C. van der Heide, kinder arts, Arnhem; dr. L. Heldring, voorz. v. h. Doorgangshuis „Hoenderloo", Amster dam den heer J. H. A. A. Kalff, Bloemen - daalmej. H. P Lefébure, secr. van „Pro Juveutute" en lid van het Alg. Collego van Bijstand en Advies voor het Rijks Tucht- en Opvoedingswezen, Amsterdamden heer L. van Lier, onderwijzer in spreken, Den Haag; den heer J. C. Max, Amsterdam; den heer G. Polvliet, Egmond-Binnenprof. dr. J. van Rees, Amsterdamden heer I. D. Ros, Den Haag; mevr. M. E. H. Sand- bergGeisweit van der Netten, Assen; dfn heer G. Scheltema, kinderarts, Gronin gen;-den heer A. J. Schreuder, dir. van het med, paed. instituut „Klein Warns- born" bij Arnhem; den lieer J. R. Snoeck Henkemans, Den Haag; den heer K. Toe- kema, dir. der ver. „Onze Tuin", Haarlem; den heer Kl. de Vries Szn., Amsterdam; den heer M. van Wijhe Ezn., dir. van het Doorgangshuis „Hoenderloo" bij Apel doorn; den heer'J. A. van Zutphen, Am sterdam. Als orgaan van het Nationaal Comité heeft zich beschikbaar gesteld het veertien- daagsch blad voor ouders en opvoeders „Het Kind",' onder redactie van dr. J. H. Gunning en den heer J. H. F. Ritter. Het Congres zal gehouden -worden te Brus sel in Aug. 1910, ten tijde der tentoon stelling. Voor het lidmaatschap, dat 5 bedraagt, kan men zich aanmelden bij de secretares-.e, mej. C. Gunning, 86 Van Eeghenstraat, Am sterdam, of bij den penningmeester, den heer J. H. F. Ritter, 19 Tolsteegsingel O. Z„ Utrecht, met overmaking van het be drag. Het hoofdbestuur der Maatschappij van Nijverheid heeft de departementen uit- genoodigd het den 3en Mei 1905 bij de Tweede Kamer ingediende ontwerp tot rege ling van een Octrooirecht voor uitvindin gen, waarvan het voorloopig verslag versche nen is 29 Juni 1908, in hun vergaderingen aan de orde te stellen en daarover advies uit te brengen vóór 1 Mei e. k. Een leid draad voor de besprekingen is afgedrukt in het Tijdschrift der Maatschappij, Januari aflevering. „Rein leven". De Rein-Leven- beweging hield haar jaarvergadering op Zondag 17 Januari j.l. in bet Electr. spoor station te Rotterdam. Volgens mededeeling van den secretaris bedroeg 't aantal leden op 1 Januari van dit jaar 352, 't aantal do nateurs 30't aantal groepen bleef vrijwel stationair. Tot leden der Centrale Commis sie werden verkozen ds A. Klaver, Rem. pred. te Oude Wetering, mevr. A. M. van den Steen van OmmerenHallo te Den Haag en C. J. van Beemen Jr., te Amster dam. Evenals te voren zal van de sprekers, die in en voor de beweging optreden, onder schrijving der beginselverklaring worden gevraagd. O.a. werd de volgende motie aan genomen „De alg. vergadering der R. L.- beweging, enzkennis genomen hebben de van het verslag der algemeene vergade ring (31 Mei 1908) van de Ned. Vereen van Dermatologen, betreffende de daar ge voerde besprekingen omtrent de medicamen teuze prophylaxe tegen venerische besmet ting, spreekt uit moreel en paedagogisch oogpunt haar besliste afkeuring uit over de toepassing en 't aanraden tot gebruik van de bedoelde voorbehoedmiddelen, en gaat over tot de orde van den dag." Voorts werd besloten tot 't samenstellen van een bibliotheek voor de studie van het sexueele vraagstuk, waarvoor als bibliothe caris werd aangewezen Lod. van Mierop, te Soest, redacteur van Levenskracht, 't or gaan van de Beweging. Als plaats voor de volgende vergadering werd Utrecht in overweging gegeven. Vakschool vo r bakkers. Men meldt ons uit 's Gravenhage In een alhier gehouden vergadering, uit geschreven voor bakkerspatroons en bakkers gezellen, ter stichting van een vakschool voor bakkers, tot oprichting waarvan de vakvereeniging „St. Hubrecht" van den Ned. R. K. Volksbond het initiatief had ge nomen, werd wegens afwezigheid van pa troons besloten de bijeenkomst te verdagen. De meeste patroons hier ter stede hadden echter hun sympathie voor de oprichting der vakschool te kennen gegeven, terwijl ter vergadering, waar vertegenwoordigers van „De Hoop", „De Volharding" en „De Arbeid" aanwezig waren, bleek dat deze ver tegenwoordigers van genoemde coöperatieve instellingen bet nut van een vakcursus be aamden Het oudste huis van Am sterdam. De Bouwwereld schrijft „Het oudste huis van Amsterdam wordt Maandag 25 Januari a.s. verkocht. Het is een vroeg 16e eeuwsch huis gelegen in de Bonte Kraaiengang, die ingaat op de Prins Hendrikkade No. 61, 82 tusschen den Zee dijk en de St. Nicolaaskerk. Thans ver keert het huis in een toestand van schrome lijk verval en roept het ons als het ware toe, dat 's werelds grootheid vergankelijk is. Hoe uitgewoond en uitgesloopt het ook is, het bewaart echter toch nog herinnerin gen aan de dagen waarin het de geriefelijk en artistiek ingerichte woning was van een gezeten Amsterdamsch poorter. Bij deze ge legenheid zij nog eens de aandaoht op dit huis gevestigd, eer het misschien binnen kort zijn doodvonnis hoort uitspreken. Getuige de vogelvlucht waarop Cornells Anthoniszoon, Schilder in de Schrijvende handt, „de vermaerde koopstadt van Am- stelredam" afbeeldde gelijk zij zich in 1544 voordeed, was het huis indertijd gelegen on middellijk aan de kade van het Y, de Oude Zijds Houttuinen, anders gezegd de „Oude teertuinen" of wel de „Slijpsteenen". De eerste benamingen spreken voor zich zelf, de laatste is door de spraakmakende ge meente afgeleid van de molensteenen die hier werden opgeslagen. Dit geveltje was nog getuige van Alva's laatsten rit langs den Buitenkant, zooals Witkamp en Van der Waay die in beeld brachten. Later werd de rooilijn ter plaatse gewijzigd en werd er een huis voor gebouwd. In dit huis, waar „de drie bonte kraayen" uithingen ,was van het midden der 17e eeuw tot 1838 gevestigd kerk en pastorij der oud-bisschoppelijke clerezij, die in 1664 het huis geërfd had. In de dagen van rijkdom die met de 17e en 18de eeuw voor Amsterdam aanbraken, werd de physionomie der stad geheel gewij zigd. De oude huizen werden,, op enkele uit zondering na, in de toenmaals „moderne" stijlen herbouwd. Het verborgen huisje in de Kraaijengang staat dan ook vrijwel al leen als specimen van onzen 16de-eeuw- schen woningbouw. Voor de wijze waarop de burgers uit den opkomsttijd der stad wa ren behuisd, is het een zeldzam en authen tiek gegeven." Muntenvondst. Werd er vóór een paar jaar een prae-historische vondst gedaan in het zuidelijk deel der gemeente Voorhout, thans werd in het noordelijk deel een muntverzameling ontdekt in de zanderij van den heer Bertling, te Haarlem. 148 munten werden een voet diep onder de op pervlakte bijeen gevonden, omringd door een dikken korst ijzerroest in vezels van een linnen doek. De munten dragen jaartallen tusschen het jaar 1000 en 1667. School- en Kerknieuw*. Het Hoofdbestuur van den Bond van N ederl a ndsche Under wijzeis iheeft zóch voor het loopemde jaar geconstitueerd als volgt: ,,F. L. Ossendorp, voorzitter, lid der commissie van be heer over 't Herstellingsoord, gedelegeerde bij de Ondersteuningscommissie en gedelegeerde voor Limburg, J. H. F. van Zadelhott, 2e voorzitter, gedelegeerde voor Zuid-Holland, J. J. Lamers, algemeen secretaris, A. Hart, 2e secretaris, ar chivaris en gedelegeerde bij het Centraal-Bureau voor onder wijsadviezen gedelegeerde voor Noord-Holland, Pli. van der Vos, le penning meester, gedelegeerde voor de gebouwen van het Herstellingsoord, gedelegeerde in het Inter nationaal Bureau van onderwijsvereenigingen en gedelegeerde voor Gelderland, J. van Lingen, 2e penningmeester voor Utrecht, G. Th. Beis huizen, gedelegeerde voor Groningen en Fries land, P. K. Peerlkamp, gedelegeerde voor Zee land en Noord-Brabant, M. van Assen, gedele geerde voor Overijssel en Drente. De heeren E. J. van Dot en H. de Heer wor den herbenoemd Lot leden van het Centraal Bureau voor ondervvijaadviezen Een Vervolgbundel van den Protestantenbond. Aan de liederen- commissie van den N ederla ndschon Protestanten bond bestaande uit de heeren J. A. Bohrin- ger, J. de Vries, W. J. Pekelharing, W. Jesse on H. A. Van Ba kei is de taak opgedragen op den bundel Godsdienstige Liederen van den Protestantenbond een Vervolgbundel samen te stellen. Zij doet nu een beroep op de medewer king van het algemeen on schrijft „Wij zullen, gevolg gevende aan veler wenech, den Psalmbundel nog eens oplettend nagaan, om te zien welke Psalmverzen alsnog kunnen worden opgenomen, zij het ook dat wij waar schijnlijk wel niet zoo gul zullen zijn, als o. a. onze vriend Bakels, blijkens zijn opstel in de Hervorming, ons hebben wil. Immers, indien gemeenten en huisgezinnen de Psalmen in zulk een overvloed wensohen te gebruiken:, zelfs Psalmverzen als I's. 100 vs. 2 niet uiizonderen de, dan is de aangewezen weg deze, dat zij zich eenvoudig den Psalmbundel zel'ven aanschaffen:, die voor een kleinigheid is to verkrijgen. „In de tweede plaats zal de commissie haar best doen, na te gaan, wat er sedert tie samen stelling van den Liederenbundel is gedicht, dat geschikt mag gerekend worden als lied te wor den gezongen. „Maar voor een zeer belangrijk deel van liaar taak moet de commissie gesteund worden door de medewerking van vele belangstellenden. Het kan nooh tie bedoeling zjjn van het hoofdbestuur, •noch de bedoeling van hen, die de vernieuwing van onze Liederen bogeeron,, dat de oommissie als dichter van den bond zal optreden. Zij roept daarom allen op, die öf door aanwijzing van ge schikte liederen, öf door de toezending van door hen vervaardigde liedoren, ons kunnen •bijstaan vooral hen, dóe den tegenwoordigen bundel on voldoende aebteij. Hot ligt tooh in den aard der zaak, dat de leemten het best zullen worden aangevuld door hen, die zo hot diepst gevoelen, en wij willen vertrouwen, dot hier de gave der poëzie niet ontbreekt." (Horv.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1