Woensdag 3 Februari 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. S°. »81. 7a' Jaarxang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijksbehalve op Zon- en Feest dagen. Advertentittnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTBNTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 «enta bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tet het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Xeae oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester va.ii Amersfoort, brengt ter algemeene kenms, dat de staat no. 75 der grond belasting van 1 Februari 1909 tot ein met 2 Maart 1909 ter inzage is nedergelegcl ter Secretarie der gemeente. Amersfoort, 1 Februari 1909. De Burgemeester voornoemd', WUIJTÏtHRS. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt, ter voldoening aa-ni de aanschrijving van <len. Commissaris der Koningin in. de provincie Utrecht, d.d. 25 Januari 1909, -ie afdeeling, no. 307/232, ter kennis van belanghebbenden, dat ini de gemeente Maarn een .geval van schurft bij schapen is voorgekomen Amersfoort den 2. Februari 1909. De Burgemeester voornoemd WUIJTIERS. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van bet publiek, dat een door E. J. van Ommen ingediend' verzoek, met- bijlagen, om vergunning tot 'liet oprichten, van. eene gasmotor van 2.5 P.K., dienende tot het in, beweging brengen van. eene vleeschhaikmiaoliine, in.het perceel alhier gelegen aam de Arnih. straat mo. 19, bij het kadaster bekend onder sectie E, no. 1790, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Dinlsdag, den. 16. Februari aan staande, des voormiiddags te half elf uren ge legenheid ten Raadhui ze wordlt. gegeven, om., ten. overstaan, van het Gemeentebestuur of van een; of meer zijner leden, lieewaren tegen het op richten van de inrichting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor liet Gemeente bestuur of één of meer zijner lieden zijn versohe nen, teneinde hunne bezwaren mbndl&l'ing toe te lichten. Amersfoort, den 2. Februari 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Do Secretaris,» De Burgemeester JGSTENFERT KR0ESE. W UI JTIERS Politiek Overzicht Italië en «Ie driebond. De ontstemming, die in Italië tegen Oos tenrijk heerscht en die door het gebeurde in de Italiaansche universiteitskwestie weder nieuw voedsel heeft ontvangen, doet zijn in vloed ook gelden op de verhouding tusschen de leden van den driebond. De verhouding van bondgenootschap, "waarin Oostenrijk- Hongarije en Italië als leden van den drie bond tot elkaar staan, doet steeds denken aan een mariage de raison. Zij worden bij elkaar gehouden door overwegingen van po litiek en van belang, maar het hart is bij deze betrekking niet in het spel. Het is dat nimmer geweest, maar op dit oogenblik ze ker minder dan ooit. In de Nuova Antologia, een van de ge zaghebbende maandschriften in Italië, wordt het wetsontwerp tot vestiging van eene Ita liaansche faculteit voor rechtswetenschap in Weenen, in verband met den driebond be sproken. De schrijver, waarschijnlijk de di recteur Maggiorino Ferrares zelf, verklaart, dat hij schrijft met bitterheid in het hart, want sedert jaren heeft de Antologia loyaal de opréchte bemoeiingen van den minister president Giolitti en den minister van bui tenlandsche zaken Tittoni ondersteund, die er naar streefden hartelijke en innige vriend schap tot stand te brengen tusschen de re geeringen en volken van Italië en Oosten rijk-Hongarije. De groote meerderheid van Italië heeft niet geaarzeld deze politiek goed te keurenin Weenen schijnt men echter deze nieuwe stemming niet te hebben opge merkt, want anders zou men haar niet zoo luchthartig hebben vernietigd. Inderdaad is zij met één slag ineengezakt tengevolge van de inlijving van Bosnië en Herzegowina en de houding van de regeering te Weenen in de vraag van de Italiaansche universiteit. Bij 't nagaan van deze laatste kwestie in bijzonderheden verklaart de Antologia, dat de Oostenrijkers dezelfde fout hebben be gaan als de Italiaansche irredentisten, door uit eene taal- en cultuürkwestie eene politieke kwestie te maken. Voor Italië zou de Itali aansche universiteit in Triest een onderpand van de nieuwe betere betrekkingen tusschen de beide staten geweest zijn. In het vertrou wen op de vervulling van de Italiaansche wenschen, heeft Giolitti in de Kamer ver klaard, dat er geen tweespalt tusschen Ita lië en Oostenrijk-Hongarije kan zijn, die niet is bij te leggen, en yi hetzelfde vertrou wen heeft de Kamer den 4. December met groote meerderheid hare insteaaming betuigd met de buitenlandsche politiek van Tittoni. Nu heeft Oostenrijk-Hongarije eene uitmun tende gelegenheid verzuimd om een stap vooruit te doen en de harten te winnen van de Italianen, die zijne onderdanen of zijne bondgenooten zijn. Dit nieuwe pijnlijke incident kan niet zonder duurzamen invloed op de openbare stemming en op de buitenlandsche politiek van Italië blijven. Het ernstigste deel van het land begint zich af te vragen, waartoe toch de driebond dient. Uit de gedragingen van Oostenrijk-Hongarije is duidelijk op te maken, dat het geen waarde hecht aan het blijven van Italië in den driehond. Wanneer Duitschland daarop evenmin prijs stelt, dan behoeft het niet langs den omweg over Wee nen op eene zoo harde wijze dit aan de Ita lianen te laten weten, maar kan het dit be leefd zeggen, zooals aan goede vrienden be taamt dan zal Italië even beleefd het ver standshuwelijk ontbinden, dat op weg was eene verbintenis der harten te worden, toen dit zoo plotseling gestoord werd. Het arti kel betreurt dan, dat Duitschland zoo on verschillig gebleven is tegenover de betrek kingen van Italië tot Oostenrijk-Hongarije, en eindigt met de woorden: ,,In Berlijn be hoorde men zich te overtuigen, dat er op dit oogenblik niets van meer dringenden aard te doen is. dan de staten van den driebond te rug'te brengen tot de harmonie en het we- derzijdsche vertrouwen, waartoe Italië se dert verscheidene jaren eerlijk zijn best heeft gedaan." Naar aanleiding van de slotopmerking van de Nuova Antologia, merkt de Köln. Ztg. op, dat die haar voorkomt op eene dwaling te berusten. Zij zegt: „Er is het Duitsche rijk zeer veel aan gelegen, dat tusschen de' driebondstaten volle harmonie heerscht, en wij hebben het met leedwezen gezien, dat juist in eene vraag, waaraan wij geen levensbelang kunnen toekennen, tusschen Italië en Oostenrijk-Hongarije eene zoo diep gaande ontstemming is ontstaan. Maar juist wegens de opvatting, dat men hier te doen heeft met eene binnenlandsdhe vraag van de beide staten, heeft Duitschland gemeend zich in deze binnenlandsche vraag niet te moeten mengen. Wij leven met Oostenrijk- Hongarije immers ook in eene uitnemende bon dsver houding, zonder dat wij intusschen i zouden kunnen zeggen, dat alles wat men in de binnenlandsche Oostenrijksche poli tiek doet, aan onze wenschen en ons gevoel beantwoordt. Wij zijn misschien nog veel meer dan Italië in ons gevoel door de ge beurtenissen in het Czechische Bohemen ge troffen wij zien met groot leedwezen de manifestatiën tegen het germanisme in Bo hemen en in Hongarije, waar men zelfs in het verzoek om eene Duitsdhe bijzondere school in Pest te mog' i oprichten, al-duit sche propaganda ziet; wij hebben echter steeds de zakelijkheid boven onze hartsbe- roeringen gesteld en ons niet gemengd in de inwendige geschillen in de familie van onzen oostelijken bondgenoot, omdat ook wij voor ons aanspraak maken cp het recht om onze binnenlandsche aangelegenheden naar onze eigen weloverwogen meening te regelen. On verminderd ons warm gevoel voor Italië, zouden wij toch ons gedrag tegenover Oos tenrijk-Hongarije aan Italië ter navolging willen aanbevelen. Wij wenschen oprecht, dat Italië en Oostenrijk-Hongarije zich met elkaar zullen verstaan en gelooven, dat dit bij wederzijds -b^n goeden wil niet al te zwaar zou vallen." Dultachland. De Koln. Ztg. spreekt officieus het be richt tegen, dat de rijksregeering gezind zou zijn in dt vraag der successiebelasting haar standpunt te wijzigen. Zij handhaaft haar voorstel betreffende die belasting. Mochc deze in het kader van de bij den rijksdag aanhangige hervorming der rijks financiën niet worden aangenomen, dan zal het aan de partijen, die haar verwerpen, worden overgelaten daarvoor eene vergoe ding te vinden. Zij zullen ook de verant woordelijkheid er voor hebben te dragen, als het dan niet gelukt de scheiding tus schen de financiën van het rijk en van de bondsstaten tot stand te brengen of de nieu we lasten te verdeelen op eene wijze, die de sterkere schouders treft, maar tevens het kapitaal ontziet. Met ingang van 1 Maart zullen alle bui tenlandsche arbeiders in Pruisen, voordat zij een dienstbetrekking aanvaarden, zich moe ten voorzien van binnenlandsche legitimatie- kaarten, die aan bepaaldelijk daarvoor aan gewezen grenskantoren worden uitgereikt zoowel aan hen, die pas aankomen als aan hen, die reeds sedert eenigei. tijd in het land wonen. Deze maatregel hee v ten doel voor de overheid een beter toezicht op de vreem delingen, vooral op 't vlottend gedeelte mo gelijk te maken en het den arbeiders gemak kelijker te maken het bewijs te leveren, dat zij de vroegere dienstbetrekking niet op on wettige wijze hebben verlaten. Verleden jaar was de bepaling reeds in gevoerd voor arbeiders vit Rusland en Oos tenrijk-Hongarije, thans is z«j uitgebreid tot' de arbeiders uit alle overige landen. België. Brussel, 2 F e b r. In de Kamer een afgevaardigde beantwoordende, welke vroeg of de minister kennis droeg van geruchten van oorlog, welke de patriottische angsten der regeering zouden rechtvaardigen, ver klaarde de minister van buitenlandsche za ken, dat de verplichting om de verdediging des lands te waarborgen en de neutraliteit te handhaven ingeval van conflicten, een permanent karakter heeft. De gebeurtenis sen, welke zich op het oogenblik voordoen, zijn opportuun". Zekere maatregelen zei- de de minister zijn Voldoende bekend en zoo vaak .door de pers van alle landen naar waarde .geschat, dat ik het onnoodig acht ze hier nader aan te duiden". hubjpi P a r ij s, 2 F e b r. De hertog van Mouchy, oom van prins Murat, is plotse ling overleden. Engeland. Londen, 2 F e b r. De Koning ont ving heden middag de gemachtigden van de internationale conferentie in tegenwoordig heid van den minister van buitenlandsche zaken Sir Edward Grey in Buckingham Palace. De Koning sprak de gedelegeerden kort, maar hartelijk toe. Londen, 2 Febr. Ten behoeve van de houders van schuldbrieven van het Crystal Palace is tijdelijk een curator be noemd. Dien raadsman heeft medegedeeld, clat de maatschappij hoopte een plan van reoi'gunisatie vast te stellen, in welk geval de obligatiehouders ten volle betaald zul len worden. Spanje. Madrid, 2 Febr. De ministerraad heeft het onderzoek ten einde gebracht van de voorstellen, cie zijn gedaan betreffende de toewijzing van de plannen tot het bouwen van eene nieuwe vloot. Er is eene beslissing genomen met algemeene stemmen; die zal echter eerst bekend worden door de open- baarmakjng van het besluit, hetgeen spoedig zal plaats hebben. Ooitanrijk-Hongarij*. De ministerraad heeft in een paar lang- durige zittingen de taalwebten, welker in diening heden in den rijksraad wordt ver wacht, behandeld en ongewijzigd goedge keurd. De beide landsman-ministers, de Duitscber Schreiner en de Czech Zaczek, gaven echter hunne toestemming niet; bij de met hunne inzichten strijdige punten wer den hunne bezwaren geformuleerd en in een protokol vermeld, dat met de wetsontwerpen den Keizer ter beslissing werd toegezonden. Naar aanleiding van een door de Duit sche kolonie te Budapest tot den minister van ooi-log gex-icht verzoek om toestemming tot oprichting van eene bijzondere school voor hare leden, heeft de Hongaarsche schoolvereeniging besloten den minister een krachtig protest te zenden tegen de stich ting van ,,een brandpunt van al-duitsche beweging" in de hoofdstad van Hongarije. De vereeniging verklaart, dat Hongarije wel de trouwe bondgenoot van Duitschland kan zijn en een goede markt voor den afzet van Duitsche nxjverheidspx-oducten, maar dat het niet kan toelaten eene uitbreiding van de al-duitsche beweging, die reeds in de weste lijke en zuidelijke provinciën van het ko ninkrijk heerscht. Rusland. Petersburg, 2 Feb r. De doema behandelde heden, in verband met de door Azew gespeelde rol als verklikker, eenige interpellatiën betreffende de organisatie en de uitvoering van terroristische daden door agenten der regeering. De sprekers van de oppositie beschuldigden de regeering, dat zij verantwoordelijk was voor de vex-moording van grootvorst Sergius, minister Plehwe en andere personen. De toebereidselen tot deze moorden waren bekend aan Ratchowsky, het hoofd van de Russische geheime politie te Parijs. De meerderheid van de doema stelde de interpellatiën in handen van eene commissie, met opdracht binnen tien dagen een uitvoe rig rapport in te dienen. BulgarjjC. Uit Sofia wordt aan de Vossische Ztg. bericht, dat de uitbetaling van een groot deel der ambtenaarstraktementen door de Bulgaarsche regeering tot een later tijdstip is verschoven De Balkancrisis. Konstantinopel, 2 Febr. Het protocol van de Oostenrijksch-Turksche overeenkomst is hier aangekomen. Konstantinopel, 2 Febr. Ba ron Testa, de Duitscher die door Turkije en Oostenrijk is aangewezen als scheidsrechter betreffende de eigendommen van de inge lijfde px-ovincien, waarvoor Oostenrijk eene schadevergoeding van millioen Turksche ponden zal betalen, heeft zijne beslissing bekend, gemaakt, volgens welke die eigen dommen heli oor en aan den Turkschen staat en niet aan de ingelijfde gewesten. Konstantinopel, 2 Febr. Daar de Porte aan de mogendheden eene nota heeft gezonden, waarin de wil tot handha ving van den vx-ede» is uitgedrukt, heeft men 't plan van een gezamenlijken stap van de mogendheden bij de Porte betreffende de ondei-handelingen met Bulgarije laten varen. Konstantinopel, 2 Febr. Het Russische gezantschap deelde heden aaix de Porte het voox-stel mede tot regeling van de financieele moeielijkheden tusschen Turkije en Bulgarije. De ministex-raad nam het voor stel in overweging; het schijnt gunstig te zijn ontvangen. Tweede telegram. De eerste in druk, die in de regeeringskringen is opge wekt door het Rusische voorstel tot rege ling van de Bulgaarsche schadevergoeding, is een van ontsteltenis. Men vreest zeer Bul garije weer geheel te zieu komen onder den Russischen invloed, en men vreest ook, dat het aanbod zal leiden tot het ontslag van Kiaixiil Pacha, die het vertrouwen van de Kamer geniet en zich gereed maakte zijn kabinet te reconstrueeren, door krachtige en werkzame medewerkers te nemen om eene hervormingspolitiek te volgen. Wanneer Kiamil Pacha zijn ontslag neemt, dan is het waai'schijnlijk, dat de gewezen grootvizier Said Pacha hem opvolgt. Sofia, 2 Febr. De gemeenschappe lijke stap van de mogendheden, die was aan gekondigd, heeft heden niet plaats gehad. Het is waarschijnlijk, dat men er geheel en al van af zal zien naar aanleiding van het nieuwe voorstel van Rusland, waaromtrent de Russische agent te Sofia x-eeds instruc- tiëix heeft ontvangen. Deze diplomaat zal in ovei'leg treden met de vertegenwoordigers der andere mogendheden. Men zegt, dat het nieuwe voorstel zeker gunstig zal worden ontvangen door de Bulgaarsche regeering. Sofia, 2 Febr. Ofschoon zij reeds doelloos geworden is, is de eerste collectieve nota van de gx-oote mogendheden betreffende de beperking van de bewapeningen en het komen tot ovei*eenstemming met Turkije he denavond overhandigd. De op Russisch initiatief ondernomen stap waarin aan de Porte wordt geraden de kwes tie der grensverbetering uit de onderhande- Naar het Engelsch 17 VAN C. N. EN W. M. WILLIAMSON. HOOFDSTUK VI. Wij betraden eene tuinkamer, welker wan den beschilderd waren jnet bloemen, vol Ja- pansche meubels en zijden voorwerpenen in die tuinkamer bevond zich Robert's moe der, die langzaam op ons toekwam, om ons te ontvangen. Ja, zij is veel te gezet, om eene vreemde linge een bezoek (te brengenveel te gezet voor een motorboot. Ik zag in een oogwenk, wiaai'om mijn neef het etensuur van booger gewicht had geacht dan de grootste geschiedkundige gebeurtenis sen, die Neerland gemaakt hadden tot wat het is. Zoo zijn kin vierkant genoeg is, en zijne grijze oogen doordringend genoeg zijn, om zijne moeder te verzoenen met het uit- noodigen van onbekende gas en, hare eigen persoonlijkheid is iheerschzuchtig genoeg, om te vorderen, dat men 'hare huishoudelijke schikkingen eerbiedigt. Er was zelfs een reus als Robert toe noo- dig, om zich niet door haar te laten over- heersohen en wat mijzelf 'betrof, ofschoon zij mooi zachtgrijs haar heeft en hare wangen bloosden, als die van een kind, toen zij glim lachte en mij in mooi Engelsch verzocht haar Nicht Cornelia" te noemen, gevoelde ik maar al te goed, dat zoo zij beweerde dal zwart wit was, ik het aanstonds met haar eens zou wezen. De tuinkamer was door glazen deuren van een salon daarachter gescheiden. Zij waren dicht getrokken, omdat de Hollanders (ik begin reeds te leeren) gaarne een scherpe lijn trekken tusschen het huis en de open lucht; en ik kon door de ruiten een levens groot portret zien van een opgeroximden, kleinen bruinen heer, zonder twijfel nicht Camelia's overleden echtgenoot. In dat ge val moest Robert zijn lengte een mooi blond uiterlijk aan zijne moeder dankeai. Zij was zoo omvangrijk in hare zwarte foulard ja pon met witte moesjes, dat ik mij in het be gin alleen rekenschap gaf van haar bijzijn. Heit was eerst toen hare klankrijke stem voorstelde: „Freule M-enela van der Windt en uwe beide nichtjes, Lisbetüi en Lilli", diat ik het bijzijn van die anderen ontdekte. Ik wendde mij het eerst naar de verloofde en zag een donker, mager, bijziend meisje, met een brilletje, dat haar neus dichtknijpt en een knorrig gezicht. Zij keek Phil en mij doordringend aan, als om ons te bestudee- ren en maakte geen gebaar ons de hand te ï-eAken. Lisbeth en Lilli daarentegen, twee allerliefste wit en rose schepseltjes van vijf tien en zestien jiaar, strekten aanstonds de va.n kuiltjes voorziene vingers uit. Nicht Cornelia vroeg ons wat wij wel van Holland zeiden, en zonder ons antwoord af te wachten, droeg zij hare dochtei-s op ons naai- onze kamiers te brengen, aangezien er nog slechts even tijd was ons voor het mid dagmaal van het stof der reis te ontdoen. Ik was bang voor nicht Cornelia en voelde nxij gedrukt in het bijzijn van freule Mene la maar toch kon ik de gedachte niet van mij afzetten, dat wij zeer gelukkig waren het inwendige van een Hollandsch „Home" te zien en besloot van die gelegenheid zooveel mogelijk partij te trekken, daar zij niet spoedig zou terugkeeren. Ik had het nooit- mogelijk geeacht, dat een huis van binnen zoo kon blinken. Alles blinkt. Verwacht bijvoorbeeld iemand, niet in Holland geboren, van de muren, dat zij spiegels zullen zijn? En toch', toen ik de vrij steile trappen van de vilLa Van Buren op ging, zag ik elk mijner bewegingen, tot zelfs die mijner oogleden weerkaatst in eene op pervlakte van glimmend geboend notenhout. „Welk een prachtig ilvoutl" riep i'k uiit. ,,'t Is niet echt. 't Is geschilderd," zeide de aardige Lisbeth. „Heeft u zulke muren niet?" „Nergens," gaf ik ten antwoord. „Hier in Holland iedex-een; we vinden ze zoo mooi!" zeide Lilli ter opheldering. „Welk een werk moet het zijn ze zoo glimmend te houden „Hei wordt maar eens per dag gedaan," zeide Lilli. „Het dienstmeisje doet het als zij klaar is mei de ramien." „Wat... Al de ramen van het .huis? El- ken dag?" „Hoe zouden ze anders s choon zijn?" vroeg Lisbeth verbaasd. Hiertegen viel niets te zeggen van een Hollandsch standpunt, daarom merkte ik (deemoedig op, dat het al den tijd der dienstmaagd in beslag zou ne men. „Daar houden zij van," zeide Lilli. „Maar wij hebben een andere vrouw voor de vloeren, ze klopt de matten en poetst liet koper, het is dus zooveel niet." „De vloeren, de matten en het koper werk ook iederen dag? „Natuurlijk!" antwoordden de meisjes als uit eén mond, alsof ik haar iets gevraagd had van hare baden of tandenschuiers. „Na tuurlijk." Lisbeth opende de deur van een voox-ka- mer op de tweede vex-dieping. „Dit is de logeerkamer," zeide zij, ter wijl zij voorzichtig in het schemerduister voortliep, daar de blinden gesloten waren. „Wij houden ze altoos in den namiddag dicht voor de zon," verklaarde zij. „Ja, anders zou de kamer te warm wor- den, nietwaar?" „Dat kan ons niet schalen, maar het kleed en de gordijnen zouden verkleuren." Zij opende nu de stores, .maar schoof, zorgvul dig de heide ramen weer dicht. „Och, mogen wij ze niet open hebben?" waagde ik te vragen. „De lucht is zoo heer lijk." „Als je wilt," antwoordde mijn nichtje. „Maar het zand zal zoo naar binnen stui ven." „Dan alleen maar van boven." „Van boven? I'k heb nooit -een raam ge zien, dat van boven open ging. Zoo worden ze hier niet gemaakt." „Hoe grappig! Maar er zal wel een reden zijn, waarom een geheele natie voortgaat met ramen te hebben, die niet. van boven opengaan." „Dat kan ik u niet zeggen, wij hebbem ze altoos zoo, het zal du® wel het beste zijn, daarin geene verandering te brengen," zeide Lalli, na even nagedacht te hebben. Zij en Lisbeth rijgen zich niet in, maar haar gelaat is onberispelijk en hare lange haarvlechten zijn blond en glanzend als de meeldraden van de maisplant. Toen de zusjes ons verlaten liadden, was ik er voor alleen ons gelaat en onze handen te wasschen, maar Phil rukte haar blouse af eu werd vuurrood bij hare pogingen om een andere uit onzen koffer op te duiken. „Waarom zouden wij van toilet verande ren?" vi-oeg ik. „Er is geen tijid toe en ze verwachten het nietWij zijn trouwens ï-eeds evengoed gekleed als zij, behalve fx-eule Van der Windt. Zij is heel elegant, om haar lee- lijkheid te vergoeden. „Dat is 'net juist," verklaarde Phil, met groote moeite een witte blouse aantrekkend, die lastig dicht ging als het aaneen schakelen van een puzzle. Ik heb een anti pathie tegen haar opgevat en zij tegen ons.'f „Hoe weet je dat?" „Dat kan ik niet zeggen, miaar ik voel het. En ik wil dat wij beter gekleed zullen zijn dan zij. Komaan, wees lief en verkleed je. Ik zal je haken vastmaken, als je dat bij mij doet. Kom, je moogt het wel doen. Jij hebt er mij uitgehaald." „O, mij wel!" Ik gaf toe en dank zij een bovenmensolve- lijken spoed wai*en wij gereed onze groene e<n rose poppen-slaapkamer te verlaten, toen een Japansche gong eene -verontschuldiging deed klinken voor het feit, dat zij ons tot het middagmaal in plaats van tot de thee noodigde. Wordt ver vol ff a

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1