s°. 330. Vrijdags 12 Februari 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. 7"r J <uir grans AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonderlijke nummers0.05. Raze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiën, mededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bg de Uitgevers in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel moer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen tot het herhaald advevteeren in dit Blad, by abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. BEKEND M A Tv I N G. De CVyrtinussaris der Koningin in de provincie Utrecht, Gezien bet besluit van Heeren Gedeputeerde Stateii der provintie Utrecht', d.d. 2 Februari lt?09, 4e Afdeeling, no. 266; Gelet op-art. .11 der Jachtwet; Brerigfc bij deze ter kennis van belanghebben den lo.' dat de vissoheiij in de binnenwateren, waaronder ook worden verstaan rivieren, door sluizen afgesloten, binnen de provincie Utrecht wordt gesloten van Zaterdag 6 Maart aanstaan de met zonsondergang, tot en met 29 Mei daar aanvolgende, met uitzondering a. vari de visscherij door middel van paling- fuiken, aaikorven en aaldobbers, zoomede van die met het schepnet of de gebbe, om kleine vi9ohjes te vangen tot aas voor de aaldobbers; b. van de visscherij op spiering met het krui,9- not, welke geoorloofd blijft tot en met den 17. April aanstaande, doch slechts zal mogen wor den uitgeoefend van des middags 12 tot des avonds 10 ure: te Utrecht buiten de Weerdbar- nèro tussohen de Groote Sluis en de Roode brug te Amersfoort van de Koppelpoort tot aan het gebouw, genaamd „do Spijker", en te Vreeswijk tusschon de groote sluizen 2o. dat, bij de wederopening der visscherij in de provincie Utrecht, het uitdrukkelijk verboden is den schóbloozen en den gedeeltelijk gesohub- den ed el k ar per te. vangen, vervoeren of verkoo- pen, welke eene mindere lengte heeft dan 45 centimeter, gemeten van af de punt van den snuit.tot aan het uiteinde van den staart; 3o. dat de jacht op eenden in de provincie Utrecht voor dit jaar zal worden gesloten op Zaterdag 6 Maart e. k., met zonsondergang, na welken tijd ook liét kooien niet meer zal mogen worden uitgeoefend, terwijl de kooieenden op gesloten of gehokt moeten zijn tot 1 Mei aan staande; 4o. dat de jacht op ander waterwild in de pro vincie Utrecht zal worden gesloten op Zaterdag 10 April 1909, mét zonsondergang 5o. dat de jacht op houtsnippen in de provin cie'Utrecht zal wordeïh gesloten op Zaterdag 27 Februari 1909, met zonsondergang 6o. dat het weispel van k war telen met steek garen of vliegnet zal mogen worden uitgeoefend van 1 Mei e. k. tot en met 28 Juni daaraanvol gende, met zonsondergang. Utrecht, den 4. Februari 1909. De Commissaris der Koningin voornoemd, F D. SCHIMMELPENNINCK. Politiek Overzicht. De ontbinding; der Italiaansche Kamer. De Italiaansche Kamer van afgevaardig den is ontbonden. Wettelijk eindigde het mandaat van deze Kamer den lleoi Novem ber van dit jaar, maar de regeering heeft het niet geraden geacht dit einde af te wach ten, en zoo is bij koninklijk besluit de Ka mer nu reeds ontbonden en bepaald, dat de verkiezingen voor de nieuwe Kamer in de volgende maand zullen plaats hebben, de stemming op 7 Maart, de herstemming op 14 Maart. Dit besluit gaat vergezeld van eene me morie van toelichting, die door alle minis ters ondeirteekend is, en waarin d& redenen zijn aangegeven, die hebben gegolden voor het besluit tot vervroegde ontbinding. Zeer klemmend lijken deze redenen niet. Er wórdt gewaagd van noodzakelijkheid om den duur van het verkiezingstij dperk niet uitermate te verlengenvoorts van de nood zakelijkheid om partij te trekken van den diepen indruk, die is teweeggebracht door de ramp van Messina en Reggio en die bij het Italiaansche volk de edelste gevoelens van solidariteit heeft opgewekt en den voor rang heeft verzekerd aan de groote alge- meene belangen van het-land boven kleine plaatselijke belangen. Eindelijk wordt ge zegd, dait het voor het parlement onmogelijk zou zijn de behandeling van de begroeting vóór de Paaschvacantie ten einde te bren gen. Wanneer de kiezers in Maart worden opgeroepen, dan zal de Kamer zich vóór Paschen kunnen constitueeren en is er daar na tijd in overvloed tot eene regelmatige be handeling van de begrooting. Overtuigend voor de noodzakelijkheid om de ontbinding juist op dit oogenblik uit te spreken, zijn deze redenen nu juist niet. Het ontbreekt ook niet aan stemmen, die het ont- bmdingsbesluit kenschetsen als een handi- gen zet. Zoo wordt aan de Frankf. Ztg. uit Romé géschreven „Giolitti heeft weer eens vlug gewerkt. Eene week geleden scheen de positie van hot kabinet in gevaar gebracht. De twist met Oostenrijk, de klachten over bet Italiaansch hulpbetoon in het gebied dei- aardbevingen, de aanvallen van de franco phile pérs op den driebond hadden binnen- landsche toestanden in 't leven geroepen, die schenen te leiden tot eene partieele, ja tot eene totale crisis van het kabinet. In ieder geval moest het ministerie het zeer beden kelijk vinden, de Kamer, zooals was bepaald, den 16en Februari te laten bijeenkomen. Onaangename debatten, die een nog onaan genamer echo in het buitenland ten gevolge zouden hebben gehad, waren bezwaarlijk te vermijden, als de afgevaardigden bijeen wa ren. Toen bakte Giolitti den Gordiaanschen knoop door. Hij bewoog den Koning tot afkondiging van eene amnestie voor poli tieke en perszondaren en ontnam daardoor aan de socialisten een wapen in den ver kiezingsstrijd. Daarna won hij de radicalen, door hunne grootste autoriteit, den voorzit ter van de Kamer Marcora, tegelijk met den voorzitter van den Senaat met de hoogste orde te laten begiftigen, die beiden tot „ne ven van den Koning" maakt. Eindelijk hief hij den staat van beleg in het door de aard beving geteisterd gebied op, hetgeen veel kri tiek tot zwijgen brengt, en lokte daarna de ontbinding van de Kamer uit." De. verkiezingscampagne, die nu voor de deur staat, heeft althans deze verdienste, dat zij kort zal duren. Slechts eene maand is daarvoor bestemd. Eene zaak, die in dezen strijd eene groote rol zal vervullen, is die van het buitenlandsch beleid. Het Journal des Débats schrijft daarover„Ora le verhinderen, dat de heer Tittoni zou vallen op eene interpellatie over de buitenlandsche politiek, heeft de heer Giolitti den levensdraad van de Kamer on tijdig afgesneden. Over de rol van Italië in den driebond en over zijne houding tegen over de drievoudige entente zullen de dag bladen eindelooze beschouwingen houden en de candidaten zullen op hunne beurt posi tie nemen, op het netelige gebied van de bui tenlandsche staatkunde. Het zal belangwek kend zijn die beschouwingen na te gaan en te trachten er het werkelijke gevoelen van het Italiaansche volk uit op te diepen over de buitenlandsche politiek, die het door zijne regeerders gevolgd zou willen zienmaar het is niet zeker, dat dit vraagstuk geheel de stemming van de kiezers bepaalt. Het kiesstelsel is in Italië hetzelfde als ih Frank rijk. Men stemt in districten, die ieder één afgevaardigde kiezen.'De Italiaansche'kiezer kan zich moeielijk losmaker- van de zuiver plaatselijke belangendie staan zelfs bij hem op de eerste plaats. Zijne voornaamste izorg, wanneer bij zich naar de stembus be geeft, is zich in den persoon van zijn afge vaardigde een handigen makelaar te ver zekeren, die in staat is hem die groote en kleine weldaden te verschaffen, waarmee de ministeriën in alle landen slechts de trouwe vrienden begunstigen Duitschl&nd. B e r 1 ij ii, 11 Feb". Het Engelsche Koningspaar bezichtigde heden middag in gezelschap van het Duitsehe Keizerpaar de koninklijke stallen. Daarna begaf zich de Koning met gevolg en eeredienst naar de kazerne van het eerste regiment garde-dra gonders dat zijn naam draagt, om daar het déjeuner te gebruiken. B e r 1 ij n, 11 F e b r. Over het bezoek van Koning Eduard aan de garde-dragon ders is nog te vermelden Aan het dejeuner bedankte de commandant, majoor v. Bae- rensprung, den Koning voor zijn aanwezig heid en verzocht hij de gasten driemaal „.Hoera 1" voor den Koning te roepen. De Koning antwoordde in de Duitsehe taal, dat het hem genoegen deed weder bij zijn schoon regiment te zijn, dat zich ten allen tijde in oorlog zoowel als in vrede zoo roemrijk had onderscheiden en dat, daarvan was hij over tuigd, zijn opperbevelhebber steeds tot eer zou strekken. Hij verklaarde er vooral trotsch op te zijn, dat hij dit regiment van zijne moeder had overgenomen en hoopte, dat ook zijne opvolgers chefs van het regi ment zouden zijn. Daarna dronk hij op de gezondheid van den Keizer. Tegen het einde van den maaitijd stond de Koning nogmaals op en bracht hij een dronk uit op het officierscorps. Na tafel liet de Koning zich met het corps officieren op de veranda fotografeeren. Van de kazerne van het eerste garde dragondersregiment begaf de Koning zich naar het Kaiser Friedriohmuseum, waar la ter ook de Koningin, de Keizerin en de Keizer kwamen. Geheimraad Bode leidde de vorstelijke per sonen rond en vestigde hunne aandacht op de voornaamste stukken der verzamelingen. De Koning en de Koningin spraken hunne bewondering uit over "e bijzonder schoone inrichting der zalen en de wijze waarop de kunstwerken waren uitgestald. Hedenavond te 7 uur is er een familie- diner bij den Kroonprins en de Kroonprinses, waaraan de Keizer en de Keizerin, de Ko ning en de Koningin van Engeland en an dere personen deelnemen. Koning Eduard heeftv aan de heeren, die den eeredienst bij hem vervulden, ridderor den verleendgeneraal-adjudant Löwenfeld en kolonel Bitter kregen kostbare geschen ken. Des avonds had eene gala-opera-voorstel- ling plaats in het kostbaar versierde konink lijke opera-gebouw. Er werden opgevoerd gedeelten van de historische pantomime Sar- danapal. Het huis was gevuld met genoo- digde gasten, de vorstelijke personen met hunne gemalinnen, het corps diplomatique, de ridder van den Zwarten adel aai-, de hoogste burgerlijke en militaire ambtenaren. Om half negen verschenen H.H. M.M. in de groote hofloge. De Koning in Duitsehe admiraalsuniform geleidde de Keizerin, de Keizer in de uniform van een Engelsch dra gen der-reginient de Koningin. H.H. M.M. bcgen driemaal voor het gezelschap. Voor aan in de loge namen plaats de Keizerin aan de linkerhand van de Koningin, aan' wier rechterhand de Keizer zat. Naast de Keizerin zat Koning Eduard, aan wiens an dere zijde de kroonprinses zat. Dé kroon prins en de andere prinsen en prinsessen van het keizerlijke huis namen ook in de hof- loge plaats. In de pauze verlieten H.H. M.M. de loge niet. Na de voorstelling hielden H.H. M.M. cercle in den foyer. Uit Berlijn wordt aan de Frankf. Ztg, bericht, dat de tusschen den Keizer en den Koning van Engeland gewisselde feestdron ken algemeen zeer gunstig zijn opgenomen wegens den vreedzamen en vriendschappe- lijken toon, waarop zij gesteld zijn en om dat zij zich van overdrijvingen onthouden. „Toen de Koning in het Berlijnsche raad huis met luide stem verklaarde, dat het zijn innigste wensch was de betrekkingen tus$ schen de beide landen op den besten voet te bewaren, hadden allen den aangenamen in druk, dat dit geen fraze, maar ernstig ge meend was. Men kan ook niet geloo ven, dat deze vriendelijke oude heer mét het schrandere gezicht en de minzame, on-* gedwongen manieren, die in de Pruisische generaalsuniform in een Duitsch, dat hij als zijne moedertaal spreekt, met de ver tegenwoordigers van de rijkshoofdstad om gaat, een monarch is, die vijandige plan nen met zich ronddraagt. Het dikwijls aan gehaalde en ook in deze dagen bij de ver siering van een aantal huizen als welkomst groet aangewende „.Bloed is dikker dan water" heeft wel als politieke factor voor di- betrekkingen der natiën weinig te betee- kenen, maar dat deze Koning van Engeland wfzijn aard betreft dichter bij ons staat dat hij toch zoo iets als een oom is, c is een indruk, dien men uit vele waar nemingen van deze dagen krijgt, en dat is tei. slotte bij de rol, die Eduard VII toch ook voor den loop van de politiek van zijn groot rijk speelt, wel van eenige beteeken is/' Frankrijk. P a r ij s, 11 F e b r. De Senaat nam het wetsontwerp aan tot goedkeuring der Haagsche overeenkomst van 17' Juli 1905 betreffende de civiele procedure in het in ternationale privaatrecht. P a r ij s, 11 F e b r. Bij de beraadsla ging van het amnestie-ontwerp antwoor dende op de aanvallen van Dellahaye, pro testeerde Briand met verontwaardiging daartegen, zijn rechtschapenheid bepleiten de. Hij zal een eerlijk man blijven, Briand beriep zich op een vroegere redevoering over de algemeene staking en zeide, dat hij het gebruik van vreedzame en wettige middelen heeft aanbevolen, maar het geval onder de oogen heeft gezien, waarin de burger- het recht hebben door de macht der wetten hunne geschonden rechten geëerbiedigd te zien. Het is eveneens een valsche bewering zeide Briand dat ik aan het hoofd cler regeering strikken span. In den namiddag werd het debat voortgeze" P a r ij s, 11 Febr. In het vervolg van het debat over hel amnestievoorstel zet mi nister-president Clemenceau de redenen uiteen, die de regeering tot het verleenen van amnestie hebben geleid. Hij zeide, dat geen regeering aan de anti-milita risten, die blijven volharden bij hunne leer. I kwijtschelding van straf kon verleenen. Hij I zou zich verzetten tegen de uitbreiding j van de amnestie tot onvaderlandslievende daden en tegen het weder in diensfenemen van de ontslagen ambtenaren, want het verlee nen van amnestie aan ambtenaren, die hun veldtocht blijven voortzetten en de regee ring naai- hunne hand willen zetten, zou een anti-gouvernementeele en anti-parlemen taire daad zijn. „Wanneer gij dit toelaat, dan zoudt gij nog wel ministers vanden, maar er zou geen regeering meer zijn." Na een korte repliek van Sembat, die de ontslagen ambtenaren verdédigt, wordt hét amendemen-Sembat verworpen. De regeering aanvaardt, in beginsel een amendement-Jaurès, dat van de amnestie hen uitzondert, die vóór de afkondiging van de wet revisie van het tegen hen gewezen vonnis hebben gevraagd. Dit amendement- wordt voorloopig opgeschort. Jules Delahaye stelt voor aan, de wet eene bepaling toe te voegen tot het verleenen van amnestie aan hen, die rebellie hebben gepleegd tegen magistraten en dienaren van de openbare macht. Dit amendement wordt verworpen met 368 tegen 105 stemmen. Engeland. Londen, 12 Febr. De Daily Mail heeft vernomen, dat de regeëring dje door den eersten minister Asquith 'op 12 Novem ber afgelegde verzekering zal bevestigen. Het blad zegt, dat het vlootprogramma van het aanstaande dienstjaar in zich sluit het o pstapcl zetten van vijf verbeterde Dread noughts, mogelijk ook nog een zesde. Het programma zal eene onmiddellijke vermeer dering van uitgaaf van 2 a 4 millioen p. st. meebrengen. Vice-admi-raal May zul opperbevelhebber zijn van de Noordzeevloot en als zoodanig gezag uitoefenen over de Kanaal- en reser- vevloot. Denemarken. Kopenhagen, 12 Febr. Het co mité voor de feesten, die heden gevierd worden, zonden den Deenschen gezant te 's Gravenhage het volgende telegramUit naam der burgers van Kopenhagen, die de heldhaftige verdediging hunner stad op .11 Februari 1659 herdenken en doordrongen van dankbare herinnering voor de diensten, bij die gelegenheid door Nederland bewe zen, verzoeken w._ u aan de Nederlandsche regeering uitdrukking té geven aan die dankbare herinnering en aan onze groote sympatnie voor Nederland en voor het Ne derlandsche volk. (De hulp, die hier herdacht wordt, werd verleend door eene Nederlandsche vloot, die Denemarken b. stand verleende in een oor log tegen Zweden, waarin het niét algeheele verovering bedreigd werd.) Tweede telegram. Naar aanlei ding van den 250. verjaardag vau de terug geslagen Zweedsche bestorming van Kopen hagen, was de stad heden algemeen met vlaggen versierd. Onder de Deensche vlag gen werden vele Nederlandsche opgemerkt. De dagbladen vierden den dag met herin- neringsartikelen. Velevereenigingen vier den feesten, de regeeringsburean's waren ge sloten. Italtë. Bij het hulpbetoon aan de slachtoffers van de jongste ramp in Zuid-Italië, zijn een aantal van hen op last van. den Paus opgenomen in heb hospitaal Santa Marta, dat gelegen is buiten het gebied van het Vaticaan. Sinds geruimen tijd liepen er geruchten, dat de Paus voornemens was een bezoek aan die verpleegden te btengen, Naar het Engelsch 24 VAN C. N. EN W. M. WILLIAMSON. Ik wist- in het eerst niet welke van beiden de'Engelsche was, mijn meisje met het kastanjebruine 'haar, de donkere amandel- vormige oogën en de schitterende gelaats kleur, of wel de andere met 'brüin haar, oogen als viooltjes en een roomkleurige huid. Maar toen ik mijn meisje 's morgens om half zeven in zee ontmoette, in geen ander gezel schap 'dan dat van een onzinnig, weggeloopen padrd, dat voor eene badkoets gespannen was, zou ik aanstonds geraden hebben, dat zij de Amerikaansche was, ook al had' de tongval harer lieve stém mij dat niet gezegd. Het spijt mij, dat het niet den anderen kant is uitgegaan, ter wille van mijne Engelsche moeder, sedert het mijn lot is geen Hollan der te zijn. Maar ik kan er niets aan doen. Ik heb het meisje gezien, en het maakt voor mij' niet uit, al behoorde zij tot het ras der Roodhuiden Ik wilde het gesprek aanstonds op haar brengen, toen Van Buren op het concous hippique naar mij toekwam maar hij begon mij, op zijn gewone, ernstige manier, te be danken voor het feit, dat ik dien morgen zijn nichtje te hulp gekomen was. Ik zou geen gewag van die kleinigheid gemaakt hébben, I daar zij mogelijk haar avontuur verzwegen had; maar nu zij het toch verteld had, gaf het mij een grondslag om op voort t)e bou- 1 wen. Ik zeide, wat ook de waarheid was, dat ik zoo gaarne 'de jonge dame weer zou zien en verwachtte daarop aanstonds uitgenoodigd te worden hem naar de loge zijner moeder te vergezellen. Tot mijne verbazing echter ge- schiedde dat niet, en Robert's gelaat gaf te j kennen, dal hij daarvoor een bijzondere re- den had. I „Mijn nichtje verdient niet, dat je belang in haar zoudt stellen," verklaarde hij „zij is mooi, ja: en vandaar misschien, dat zij' zoo bedorven is; want zij is ij del en wispel turig. Ik wilde, dat het Miss Rivers was, die ons (bloed in hare aderen had." „Waarschijnlijk is Miss Van Buren niet zoo lief voor Uwe Doorluchtigheid geweest, als je meent dat je toekwam," zeide ik. „Zij heeft zich daartoe zeer zeker niet veel moeite gegeven," gaf hij ten antwoord; „maar daar bekommer ik mij niet om. Het is de houding, die zij tegenover jou aan neemt. Je hebt gehoord, wat zij gisteren te Delft omtrent, het portret van Willem den Zwijger zeide. Maar, omdat ik haar later vroeg of zij niet vond d'at het op je geleek, antwoordde zij: „Volstrekt niet." Zij had het slechts voor de aardigheid gezegd en het was een leelijk portret. Toen ik nu vanmor gen aan het ontbijt hoorde, wat er op het strand gebeurd was, zeide ik haar, dat zij vanmiddag misschien in de gelegenheid zou zijn je te bedanken. En inplaats van dit aan genaam te vinden, verklaarde zij je al ge noeg bedankt te hebben, en dat je, alles be schouwd, geen gevaar had geloopen en het eigenlijk ook niet veel beteekend had. Ik zeg je, Van Bredero'de, dat ik haar om de ooren 'had kunnen geven." Ik moet bekennen, dat de mijne tintelden en dat ik een oogenblik gekrenkt en boos op het meisje was, maar dat ook slechts een oogenblik. Daarop lachte ik hartelijk en op recht, ,,-Je welverdiende loon mij aan haar te wil len opdringen.' zeide ik. „Nu, het is duide lijk, dat zij iets tegen mij heeft gekregen. Dan zal het mijn taak zijn hierin verande- i ring te brengen, want ik koester juist het tegenovergestelde gevoel voor haar. Den een of anderen dag zal ik maken, 'dat zij van mij houdt." „Het verbaast me, dat het je nog der moeite waard afcht aan mijn nichtje te den- ken, na hetgeen ik het mijn plicht achtte je te zeggen," sprak Robert. „Je moest het we ten, omdat het anders vreemd was geweest, i dat ik je niet mede maar onze loge nam. Hét is beter dat jé haar nooit meer ont moet. Zij beeft de islechtste 'hoedanigheid der Van Buren's in de hooge mate, zij is stijfhoofdig als een varken." „Dieve hemel, welk eene vergelijking!" lachte ik „maar ik ook ben koppig als een vai'ken en, trotsch zijnde op mijn Hol- landsch bloed, ben ik 'des te meer op. haar gesteld, wan! zij zou geen Hollandsche moe ten zijn, als zij niet stijfhoofdig was. Ik zeg je, Robert, il: wil je nichtje leeren kennen j niet door jou dat wensch ik thans niet, maar op ee<n andere manier, die zich wel vroeg of laat zal voordoen. „Ik zie niet in !hoe," hernam Robert, „ik hoopte dat mijne moeder haar en Miss Ri- vers, hare stiefzuster, had kunnen o verba- len geruimen tijd hij ons te blijven logeeren en een zeer onverstandig plan op te geven, dat zij door willen zetten. Maar nicht He- len-Nell, zooals Miss Rivers haar noemt is koppig geweest tot zelfs tegenover mijne moeder. Ik ben zeker dat Miss Rivers het in het gehee' niet helpen kanZij is een heel ander meisje." „Mag ik dat onverstandige plan eens hooren?" vroeg ik. „Met plezier. Ik zou zelfs gaarne van je vernemen of je het niet met mij eens bent, dat het een onmogelijk plan is ofschoon, vreemd genoeg, moeder, na met de meisjes te hebben gesproken, heit niet zoo kwaad meer vindt als in het begin. Zij zegt mij, dat zij in elk geval de zaak willen doorzet ten en dat zij zelve niet gelooft dat er iets verkeerds uic voortvloeien zal. Mijn nichtje heeft een motorboot geërfd. Je hebt die ze ker gezien de Lorelei van kolonel Noble, die vroeger dicht bij de Roeiclub dag. Zij en Miss Rivers zijn overgekomen, om een reis je door ide Hollandsche kanalen te maken, ofschoon mijne moeder vernam dat beider geldelijke omstandigheden zulk een kostbare onderneming niet veroorloven." „Flink-» meesjes!" merkte ik op. „O! maar je weet nog niet alles. Zij zul len vergezeld worden .door een jong mensch, een onbekenden Amerikaan, dien zij giste ren voor het eerst hebben gezien." „Bij Jupiter! In welke hoedanigheid] Als chauffeur?" „Volstrekt niet; als een soort betalende gast, voor zoover ik uit haar verhaal kon opmaken." „Dat klinkt vrij zonderling." „Nietwaar» Maar ik mag het niet erger doen voorkomen dan het is» Tür was een misverstand omtrent de boot. De Amerikaan had haar van den bewaarder gehuurd en zij hadden medelijden met zijne teleurstelling Hij heeft een Schotsche tante, eene vrouw van geboorte, die mede zal gaan." „Dat maakt, een groot verschil, niet waar? niet de titel, maar de tante." ..Zeer zeker; althans voor het oog; maar die man kan een avonturier zijn. Hij is, zoo het schijnt, een kunstenaar. Star» ge naamd „Wat! De Starr, wiens schilderij dit jaar zooveel opgang te Parijs maakte?" „Juist; maar al is men eon knap kunste naar, men is daarom nog geen goed mensch. Hij zou zijn hof aan de meisjes kunnen ma ken." „Drommels nog toe, dat is zoo, tante of geen tante. En zij zal hem daar waarschijn- geen ongelijk ge- j lijk in helpen. Ik kan je g ven tegen zulk een plan van je nicht te i zijn." I „O! het is niet zoozeer om haar, dat i is te zeggen, behalve uit beginsel, natuur- I lijk. Maar ik heb al het mogelijke gedaan I en moeder ook. Deze verklaart echter dat zij er niets aan kon veranderen en de beide meisjes verlaten ons morgenochtend. Zij i keeren terug naar Rotterdam, waar zij ver wachten, dat de tante vian Starr aangeko- l nven zal zijn en hopen dat hij een kapitein 1 voor de boot gevonden zal hébben Nicht Helen vroeg mij of ik 'haar geen geschikten man daartoe kon aanbevelen maar al had ik er een gekend, ik zou het haar in geen geval gemakkelijker hebben gemaakt tegen de wenschen harer familie in te handelen" Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1