M*. Maandag 15 Februari 1909. BUITENLAND. FEUILLETON, De Motorboot. 7"' J»argan)tt MHERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Daze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur '8 morgens by de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester der gemeente Amersfoort, brengt», ter voldoening aan de aanschrijving van den Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht d.d. 9 Februari 1909, 4e afdeeling, no. 519/378 ter kennis van belanghebbenden, dat in de gemeente Vinkeveen een geval van miltvuur is voorgekomen. .Amersfoort, den 13. Februari 1909. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Politiek Overzicht. Waarschuwingen legen Servië. De Servische minister van oorlog, gene raal Zivkowitsch, heeft zijn ontslag ge vraagd, omdat hij bij zijne ambtgenooten en ook bij de skoepschtina niet de gewenschte bereidwilligheid vindt om aan de behoeften van het leger, zooals hij zich die voorstelt, te voldoen. Als reden van plan tot zijn aftreden heeft hij in een interview genoemde de wei gering om hem een nieuw crediet van 33i millioen dinars voor krijgstoerustingen toe te staan. Zijn aftreden zou een harde slag zijn voor de oorlogspartij. Generaal Zivko witsch heeft nooit verheeld, dat hij belust, was op oorlog voeren. Meermalen gaf hij te kennen, dat hij in den kortsten tijd het leger geheel gereed zou maken voor den oorlog en dan een commando op zich nemen. De Vossische Ztg. doet over deze zaak eenige mededeelingen, waaruit is af te lei den, dat het minder ontevredenheid met zijn politiek beleid is geweest, die aanleiding heeft gegeven, dat de oppositie het hoofd tegen hem opstak, dan wel zijne pogingen om orde te brengen in het departement van oorlog en tegen misbruiken en diefstallen met kracht op te treden. Men wilde hem geen geld meer toestaan, omdat men hem zijn krachtig optreden tegen de beunhazen uit de kringen van officieren en afgevaar digden kwalijk nam. Maar toch is, dit daargelaten, het feit, dat generaal Zivko witsch geen nieuw oorlogscrediet kan krijgen, niet onverblijdend, naar de mee ning van de Vossische Ztg. Servië heeft in de laatste maanden reeds vele millioenen voor militaire doeleinden zinneloos uitgege ven. In plaats van spoorwegen, straten, bruggen te bouwen of het geld op andere wijze voor cultuurbehoeften vruchtdragend te besteden, hebben de afgevaardigden der skoepschtina en de met hen in zaken onder één hoed spelende officieren aankoopen ge daan voor oorlogstoerustingen. Deze aan schaffingen zulle.in de depots onbruikbaar worden en verroesten, of wel men zal het daartoe brengen, dat de dingen ten slotte de buit van Oostenrijk-Hongarije worden. Want zooveel moet de meest verblinde staatsman in Servië heden reeds zien, dat er in geheel Europa geen staat is, die gezind zou zijn om de Oostenrijkers moeielijkheden in den weg te leggen, als zij het besluit ne men zich tegen de Servische uitdagingen te verweren. De Serven roepen over verraad; Rusland heeft hen verraden, Engeland heeft hen verraden, en wie weet wie hen verder nog moet hebben verraden. Kijkt men scher per toe, dan beliegen en bedriegen zij alleen zich zelf. Zij zijn steeds politieke hazard spelers geweest. Zij zetten alles wat zij heb ben op ééne kaart en verliezen altijd." Aanleiding tot deze philippica tegen Serv'ë vindt de Vossische Ztg. in berichten, die aanduiden, dat de lankmoedigheid, die Oostenrijk-Hongarije tot dusver tegen Ser vië heeft getoond, vrijwel tot aan de grens is- gekomen. De Pester Lloyd verklaart, dat het zeker is, dat het - Oostenrijk-Hon garije op den duur niet kan passen de uit dagende houding van Servië te dulden. De Oostenrijkscii-Hongaarsche regeering zal er op uit zijn zoo spoedig mogelijk klaar heid te brengen in den toestand, en het is volstrekt niet uitgesloten, dat Oostenrijk- Hongarije, als de oorlogszuchtige taal van de Serven nog verder onbeteugeld zich zou doen hooren, in Belgrado een ernstig pro test zal doen hooren en, zoo noodig, eene demonstratie zal houden. Deze mededeelingen van het gezagheb bende blad uit Budapest vinden steun in het bericht van de Neue Freie Presse, dat men in de diplomatieke kringen te Weenen aanneemt, dat er in de Servische zaak tegen het voorjaar eene beslissing moet komen. Alles hangt van Servië zelf af. Oostenrijk-Hongarije zal alle uitdagin gen met woorden obk verder ignoreeren; dat wordt- als uitgemaakt beschouwdhet zal eerst dan tot de daad overgaan, als Servië van woorden tot daden komt. In de Europeesche staatskanselarijen, inzonder heid in Petersburg, weet m'en zeer goed, dat Oostenrijk-Hongarije, als het genood zaakt mocht zijn de wapenen tegen Servië op te. vatten, zijne overwinning in geen ge val to 6 vergrooting van zijn landbezit zou gebruiken. Wanneer Oostenrijk-Hongarije, door Servië door de daad geprovoceerd, tot handelen móest overgaan, dan zou het vooraf eene verklaring in dien zin uit eigen beweging afleggen, en het wordt als zeker beschouwd, dat Rusland in vol vertrouwen daaroj zich zal onthouden van elke be moeiing. Ook zonder dat is het den Serven reeds bekend, dat zij in een oorlog tegen Oostenrijk-Hongarije van geen zijde hulp hebben te hopen. Men geeft echter nog niet alle hoop op, dat de Servische staatslieden nog ter elfder ure tot bezinning zullen komen." Duitschland. Over de vraag, waar de secretaris van het Duitsche gezantschap in Chili, Beckert, die onder zulke afgrijselijke omstandigheden den moord op den bediende van dat gezantschap heeft gepleegd, zal moeten terechtstaan, deelt de Köln. Ztg. mede, dat het aan geen twijfel onderhevig is, dat hij zich voor een Duitsche rechtbank zal moeten verantwoor den. Beslissend is hierbij niet de omstandig heid. dat het misdrijf binnen de muren van 'het gezantschapsgebouw is gepleegd, maar alleen het feit, dat het door een officieel lid van het gezantsohapspersoneel is bedreven. Zulk een persoon is, naar de volkenrechte lijke theorie en praktijk, aan de juri&ductio van den staat, waarbij het gezantschap is ge accrediteerd, onttrokken. De in leekenkring veelvuldig verspreide meening, dat de grond, waarop een gezantschapsgebouw staat, straf rechtelijk is te beschouwen als grond van den staat, die het gezantschap heeft uitgezonden, vindt wel is waar eene historische recht vaardiging hierin, dat in de middeneeuwen en dat- later nog aan de gezantschappen het veel misbruikte asylrecht- toekwam, maar vindt geen bevestiging meer in de thans al gemeen geldende beginselen van volkenrecht, volgens welke strafbare handelingen, begaan door niet buiten de jurisductie van den staat, waarbij het gezantschap geaccredi teerd is, gestelde personen, naftr de wetten van dat land moeten worden beoordeeld. De Vossische Zeitung deelt omtrent Bec kert mede, dat hij is iemand tusschen de 35 en 40, afkomstig uit Wurtemherg, een man van twaalf ambachten en dertien ongeluk ken. Na op een landbouwschool te zijn ge weest, verhuisde hij naar Ohili, waar hij ging boeren, maar dat gaf niets. Een krui denierszaak lukte evenmin. Toen werd hij schoolmeester, vervolgens kassier, maar het .omgaan met geld maakte hem zenuwachtig. Vervolgens trad hij bij de Duitsche kanse larij in dienst. Hij is getrouwd met pen Ohileensche. Frankrijk. P a r ij s, 1 3 F e b r. In een ministerraad, die heden in het Elysée gehouden werd, zijn de voorstellen van minister Picard in studie genomen om het marine-materieel in goeden toestand te brengen. De financieel© inspecteurs, die zijn belast met het bestu- deeren van het financieele gedeelte van het plan, zijn met hunnen arbeid gereeddit zal aangevuld worden door de opmerkingen van minister Picard en vervolgens onderworpen aan den minister van financiën Caillaux, die Dinsdag een schriftelijk rapport aan den mi nisterraad zal uitbrengen. Vervolgens zal de ministerraad beslissen over de voorstellen van de ministers Picard en Caillaux. P a r ij s, 13 Febr. De royalist s die afgevaardigde Delahaye heeft bij het par ket eene klacht ingediend tegen onbekend wegens moord op president Faure, om te verkrijgen, dat eene instructie wordt ge opend om te beletten, dat den 16en dezer de verjaring intreedt. Engeland. Londen, 13 Febr. Koning Eduard is te 5 uur 50 min. namiddags te Londen aangekomen. Officieel wordt medegedeeld, dat de ko ning buitengewoon voldaan is over zijn be zoek te Berlijn. De terugreis 'heeft hem niet vermoeid en zijn gezondheidstoestand is be paald beter, dan toen hij naar Duitschland vertrok. Londen, 13 Febr. Graaf Grosvenor, de zoon en erfgenaam va^n den hertog van Westminster, die een blindedarm-operatie had ondergaan, is heden gestorven, vier ja ren oud. Londen, 15 Febr. Officieel wordt- bericht, dat admiraal Beresford den 24en Maart het bevel over de Kanaalvloot zal neerleggen. De voornaamste schepen van de Kanaalvloot zullen dan de tweede divisie van de hoofdvloot vormen, terwijl schepen met een kern van bemanning de derde en vierde divisiën zullen vormen, met het hoofdkwar tier te Sheerness. Dit bevestigt de mede- deeling van de Daily Mail van 12 dezer, dat de schepen in de Britsche wateren, in ;t geheel 150 stuks, zullen worden geplaatst onder één opperbevelhebber, namelijk admi raal May. De Daily News verneemt, da' er nog niets voor goed bepaald is omtrent het program ma van den vlootbouw. De beslissing is uit gesteld tot na het bezoek van den Koning aan Duitschlanfl. Men gelooft, dat de voor standers van spaarzaamheid in het kabinet volstrekt niet jzijn teruggekomen van hun plan om niet meer dan vier Dreadnoughts in het volgende jaar op stapel te zetten. Spanje. Madrid, 13 Febr. De Kamer heeft het wetsontwerp betreffende de gemeente lijke en provinciale besturen aangenomen. Dit wetsontwerp, waarvan de behandeling bijna een jaar heeft geduurd, is vervat in een geest van decentralisatie; het staat aan de provinciale en de gemeenteraden een soort beperkte autonomie toe, inzonderheid voor onderwijs, openbare werken en armen zorg. Portugal. Lissabon, 1 3 F e b r. El Dia meldt, dat het gerucht van een huwelijk van Ko ning Manuel met eene dochter van den hertog van Edinburg zich schijnt te be vestigen. Oostenrijk. Eenige dagen geleden werd, zooals onder de telegrammen is bericht, door de Oosten- rijksche autoriteiten een Italiaansc'h zeil schip in beslag genomen, juist toen het de haven van Antivari wilde binnenzeilen. Van Oostenrijksc'he zijde wordt beweerd, dat het schip oorlogscontrabande bevatte, terwijl de Montenegrijnen volhouden, dat het slechts spoor weg™ aterieel geladen had. Ho© de Oosten rijksche autoriteiten kunnen spre ken van oorlogscontrabande, terwijl er fei telijk geen oorlogstoestand bestaat, is niet recht duidelijk. Maar naast Montenegro is ook Italië in deze quaestie betrokken, want het schip voerde de Italiaansehe vlag. In officieel© Italiaansohe kringen echter, zoo deelt de Ilomeinsohe berichtgever van de Temps me de, houdt men zich ten opzichte van het ge beurde zeer gereserveerd, wel wetende dat de quaestie tot groote moeilijkheden aanleiding kan geven. De zaak is thans in onderzoek en binnen eenige dagen zal wel blijken, of de Oostenrijksche autoriteiten al of niet hunne bevoegdheid te buiten zijn gegaan. ServHL Belgrado, 1 3 F o b r. Gemachtigden van de beide radicale partijen zijn tot eene schikking gekomen, waardoor het denkbeeld om een votum van wantrouwen uit te bren gen tegen den minister van landbouw, is prijs gegeven. Er zal slechts van beide zij den een parlementair onderzoek verlangd worden. Men drukt den wensch uit, clat in de meest mogelijke mate rekening zal worden gehouden met de aanvragen aan den minis ter van oorlog, die voor goed heeft besloten, dat hij deel zal blijven uitmaken van het kabinet. Bulgarije. Sofia, 13 Febr. De zitting van de sobranje is gesloten. Turkije. Konstantinopel, 13 Febr. Hassan Fehrni, de voorzitter van den raad van state, heeft heden zijn ontslag geno men. Men zegt, dat de minister van finan ciën heden zijn ontslag zal nemen. Het tweede legerkorps seinde aan den mi nister van oorlog: „Wij hebben gezworen den minister van oorlog en de grondwet te beschermen en te verdedigen. Wij zullen onzen eed houden. Wij wensöhen u geluk met uwe benoeming." Eene officiexele mededeeling van het Jong-Turksche comité Eendracht en voor uitgang" spreekt uitdrukkelijk tegen, dat het pogingen doet om den sultan te onttro nen en het ontslag te bewerken van de mi nisters van oorlog en marine. Het comité heeft zich verbonden het leven en het ï'echt van den sultan te behoeden zoolang hij trouw zal zijn aan de grondwet. De grootvizier Kiamil Pacha besloot het antwoord op de interpellatiën over de kabi netsveranderingen van Maandag tot Woens dag uit te stellen. Er is een bataillon naar Cesarea gezonden om het uit Konstantinopel te verwijderen. Men gelooft, dat dit bataillon iets op zijn kei*fstok heeft. Constant nope 1, 13 Febr. Er gaat een hardnekkig gerucht in de wan delgangen der Kamer, dat een verande ring in het grootvizieraat heden zou plaats hebben. Hussein Hiimi zou het pre sidentschap verkrijgen, benevens d'e afdee ling binnenlandsche zakenRifaat, bui- tenlandsche zaken; Ali Rizu marine; Na- zim zou oorlog behouden. Konstantinopel, 13 Fe b r. Men verzekert, dat Hilmi-pacha en Rifat pacha in den ministerraad, die volgde op de veranderingen in het ministerie, inlich tingen vroegen omtrent het ontslag van Riza pacha en Arif pacha. De grootvizier Kiamil pacha antwoordde, dat hij hen om redenen van staat had ontslagen. Toen hem daarop allerlei dringende vragen werden ge steld, voegde hij aan het tevoren gezegde toe,,Ik heb de bewijzen in handen, dat Riza pacha en Arif pacha met het comité een complot op touw hadden gezet om sul- ton Abdul Hamid te onttronen". Kiamil pacha liet daarop den ministerraad copieën zien van telegrammen, waaruu het bestaan van het complot bleek. In de wandelgangen der Kamer riepen aanhangers van het comité uit: „Wij heb ben geen vertrouwen in Kiamil. Wij weten, dat Nazim pacha een generaal is van groote verdienste, die de grondwet van har te is toegedaan. Wanneer Kiamil het recht heeft ministers te ontslaan als dat hem goed dunkt, dan hebben wij niet de minste ze kerheid, dat Nazim over acht dagen nog minister zal zijn." Konstantinopel, 13 Febr. De indruk, die door de verwisseling van de ministers van oorlog en marine is teweeg gebracht op leger en vloot, is nog niet met juistheid te bepalen. De gemoederen schij nen zeer opgewonden te zijn. Gisteren was er eene vergadering. Officieren en diploma ten, die heden met Kiamil Pacha spraken, constateeren eenstemmig, dat Kiamil zeer kalm is over den toestand en met vertrouwen het antwoord tegemoet ziet, dat hij Woens dag zal geven over de verandering in het ministerie. Kiamil wil niet spreken over do geruchten, die loopen over een compromis. De wacht in Yildiz is versterkt. Konstantinopel, 13 Febr. In de Kamer werd een brief van Kiamil pa cha voorgelezen, die de mededeeling inhield, dat hij heden niet zou verschijnenWoens dag zou hij zijne verklaringen geven. Er werd dadelijk hevig geprotesteerd. Men riep: Wij willen niet wachten, Kiamil moet onmiddellijk komen, wij zullen bijeen blijven tot morgenochtend; wij zullen zoo lang blijven tot Kiamil komt. De afgevaardigde Ismael hield eene hef tige rede tegen Kiamil, die zeer werd toe gejuicht. De afgevaardigde Loutfu, die Kiamil trachtte te verdedigen, werd door luide pro testen in zijne rede gestoord. De Kamer besloot Kiamil te verzoeken terstond te komen om ophelderingen te ge ven. Konstantinopel, 13 Febr. De zitting van de Kamer was zeer woelig. Naar het Engelsch 26 VAN O. N. EN W. M. WILLIAMSON. ,,Waar ik heenga, gaat Tibe mede," her nam de dame. „Zijn naam is Tiberius; maar dat is wat lang om uit te spreken, als hij wat uitvoert, dat ik niet hebben wil. Hij zal met ons ontbijten als een echte gentle man. O 1 hij heeft meer van een bloem dan van een hond. Tibe, kom onmiddellijk hier I" De bloem was voor imijn prieel blijven stilstaan, om te zien of mijn maal hem be viel en aan de wijze waarop hij zijn voor- uits'ekende zwarte onderlip van een paar dreigende slagtanden wegkruLde, kon ik be- inerkeu dat poph mijn omelet, noch ik ge nade in zijne oógen vonden. Misschien las hij den «spotlust in de mijne, toch was er wel iets waars in die vergelijking met een bloem al bedoelde zijne bloemen-liefhebbende pieesteresse er misschien iets anders mee. Maar wat hij ook van mij denken mocht, men moest hem bij zijn halsband uit mijne nabijheid wegsleuren en later zag ik zijn bloeddorstigen blik door liet traliewerk op pij gevestigd. Tante Fay gleed tusschen de bank en de tafel i 'oor en zette zich neder met het gelaat naar mijn kant gekeerd en toen haar neef zijne vorige plaats weer innam, kon ik haar j over zijn schouder zoo nu en dan zien. Zij was bezig haar voile los te maken. Heiaasalle hoop, die hare slanke, jeugdige gestaRe had doen oprijzen, werd teleurge steld. Haar dik geplakt grijs haar was strak over 'de slapen, wangen en ©oren gekamd en een groote blauwe bril verhinderde mij hare oogen te zien. „Ik begon te vreezen dat er eene vergis sing moest hebben plaats gehad niet het tele gram, dat ik u zond, nadat gij mij geschre ven hadt u niet aan uw adres te bezoeken," begon neef Roland haastig, na een oogen- blik stilte, dat op het neerlaten der voile was gevolgd. „Ik seinde uBuitenoord, derde prieel links, komende van den hoofd ingang. Kwarr over twaalven. Elke koetsier kent* de plaats." Kwam dat bericht goed over?" „Ja," antwoordde tante Fay, „maar ik lijd een weinig aan de*oogen. Van daar dat ik bleef staan bij dat andere prieel. Ik kom wat laat. Die lieve Tibe liep weg juist op het oogenblik, dat ik een huurrijtuig aan riep dus moe^t i'k hem eerst uit het ge drang redden. Waar hij zich ook vertioqnt, krijgt'hij dadelijk een menigte om zich heen. De lieden bewonderen hem om het zeerst. Ga liggen, mijn engel! Je moet je pooten niet op tafel van een vreemden heer leggen, als je uitgenoodigd wordt. Hij heeft honger dat arme lam." ,,1'k hoop dat gij ook goeden ep'tlust hebt," sprak de neef beleefdmaar zijne stem klonk gedwongen. Ik vroeg mij af of hij teleurgesteld was in zijne tante, of "\vel dat de Bloem hem al te zeer ergerde. Waar is de kellnerwij zullen onder het ontbijt de zaken bepraten. Er is een reusachtige 'keus voor een lunch echt Hollandscïi. Waarschijnlijk zoudt gij verkiezen „Laat mij eens zien: „Pot-age d'Artois; Canetons de LuxembourgSoles aux fines herbesPonimes natureFricandeau de veauHaricots princess©Poulet roti Compote; Hoinard frais; Salade panaché©; Crème au chocolat, Fromage; Fruits." Hm! Hmvreemd samengesteld, dunkt u niet? Maar Tibe en ik hebben op gemeubileerde kamers gewoond envrij onregelmatig gegeten. Ik denk wel dat wij met ons beiden dat menu aan zouden kunnen." Neef Ronald bestelde het en weer zwegen heiden. Hij trommelde op de tafel, geloof ik. „Wij konden evengoed tot de zaken over gaan," zeide eindelijk de dame. „Begint de rol van tante onmiddellijk?" „Ik... ja... er is eigenlijk een bezwaar," stamelde de jonge man; „ik liet mij onge lukkigerwijze ontvallen dat mijne tante een rijzige vrouw was." „Waarlijk? Gij hadt beter gedaan te wach ten tot gij ve,nnis met haar hadt gemaakt. Men heeft zoo maar aanstonds geen keus, als men eene tante moet vinden. Wat mij be treft, ik houd meer van kleine vrouwen. Zij zijn veel' vrouwelijker." „Ik 'bid u, wees niet boos. Ziet gij, ik meende het aldusik zeide dat-, toen ik nog de hoo.p koesterde een echte tante voor mijn doel gereed te vinden. Daarmede begon de ellende. Ik deelde onnadenkend haar naam en van allerlei dingen mede „Aan de jonge dames, d$e ik tot geleide verstrekken) moet?" „Juist- En zoo zij zich mijne beschrijving herinneren „Kunt gij zeggen, dat gij op het karakter uwer tante doeldet, toen gij haar een mooie rijzige vrouw hebt genoemd." „Misschien, antwoordde hij, op nog wei felenden toon, „maar er is nog een ander bezwaar. Ik vroeg in het Nieuws van den Dag om eene Schotsche tante." I'k maakte eene plotselinge beweging, want er rees eene zonderlinge gedachte bij mij op. De 'blauwe bril richtte zich op mij en de vrouw begon te fluisteren, waarop de man op zijn gewonen toon antwoordde Geen.nood! Het is een Hollander. Ik hoor de hem niet den kellenr spreken." Misschien ihad ik door de klimplanten be- hooren te roepen: „.Combinatie van Hol- landsch en Engelsch. Half om halfin beide talen even goed thuis"maar om ver schillende redenen hield ik mij stil. Voor eerst was het gemakkelijker te zwijgen dan opschudding te veroorzaken en ten tweede, zoo het daar juist bij mij opgerezen vermoe den gegrond was, had ik tot plicht de volle waarheid te ontdekken. Ik ging dus rustig voort met mijn ontbijt en mijne buren met het 'hunne. Alleen Tibe herinnerde zich nog mijne nabijheid. „Ik heb er niets tegen een Schotsche tan te te zijn," verklaarde de inschikkelijke dame. „Uw tongval zit mij in den weg." „O! wat dat betreft, ik heb Burns en een Crookett gekocht en ik sta er voor in, dab reeds morgen alleen een Sohot zou ontdek ken, dat ik geen Schotsche van geboorte ben Gij kunt ook een Fam O'Shanter voor mij koopen." „Ik vrees dat zulk een hoofddeksel niet precies voor ons doel zou passenik meen bij eene gedistingeerde tante en zoo iemand is hier volstrekt onmisbaar." „Durft u mij te verstaan geven, dat ik geen gedistingeerde tante ben?" Er volgde een luid geritsel in het prieel. „Kom, Tibe," hernam de dame op vastberaden toon, „jij en ik gaan heen en zullen mijnheer de keus laten tusschen al de overige bekoorlijke en gedistingeerde tantes, die zonder twijfel op zijn hoogst aanlokkelijke advertentie geant woord hebben." „In hemelsnaam, loop niet heen!" riep do man, overeind springende, uit. „Daar, uw hond heeft den eendvogel weggepakt, maar dat komt er niet op aan. Niemand anders, die ook maar eenigszins in aanmerking kon komen, heeft op de annonce geschreven. Ik kan u niet missen. Maar, ziet u, ik ver beeldde mij, te oordeelen' naar uw brief, dat gij groot en indrukwekkend waart, juist wat ik noodig had en gij schreeft kort geleden in Schotland geweest te zijn." „De tongval was een der weinige zaïken, die ik niet van daar wènschte over te ne men," beet de dame hem toe. „Onder de ta fel, Tibe! Wij zullen dus maar niet heen gaan en nu je toch eenmaal de eend heb, mag fe hem ook wel behouden." „Beste hond!" kermde de ongelukkige jonge man. Als hij niet, naar ik vreesde, bezig was geweest samen te spannen tegen iemand, die ik beschermen wilde, bad ik hem beklaagd. Wordt vervol yd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1