M*.
Maandag 15 Februari 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON,
De Motorboot.
7"' J»argan)tt
MHERSFOORTSGH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per S maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Daze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
'8 morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort,
brengt», ter voldoening aan de aanschrijving van
den Commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht d.d. 9 Februari 1909, 4e afdeeling,
no. 519/378 ter kennis van belanghebbenden,
dat in de gemeente Vinkeveen een geval van
miltvuur is voorgekomen.
.Amersfoort, den 13. Februari 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Politiek Overzicht.
Waarschuwingen legen Servië.
De Servische minister van oorlog, gene
raal Zivkowitsch, heeft zijn ontslag ge
vraagd, omdat hij bij zijne ambtgenooten en
ook bij de skoepschtina niet de gewenschte
bereidwilligheid vindt om aan de behoeften
van het leger, zooals hij zich die voorstelt, te
voldoen. Als reden van plan tot zijn aftreden
heeft hij in een interview genoemde de wei
gering om hem een nieuw crediet van 33i
millioen dinars voor krijgstoerustingen toe
te staan. Zijn aftreden zou een harde slag
zijn voor de oorlogspartij. Generaal Zivko
witsch heeft nooit verheeld, dat hij belust,
was op oorlog voeren. Meermalen gaf hij te
kennen, dat hij in den kortsten tijd het leger
geheel gereed zou maken voor den oorlog en
dan een commando op zich nemen.
De Vossische Ztg. doet over deze zaak
eenige mededeelingen, waaruit is af te lei
den, dat het minder ontevredenheid met zijn
politiek beleid is geweest, die aanleiding
heeft gegeven, dat de oppositie het hoofd
tegen hem opstak, dan wel zijne pogingen
om orde te brengen in het departement van
oorlog en tegen misbruiken en diefstallen
met kracht op te treden. Men wilde hem
geen geld meer toestaan, omdat men hem
zijn krachtig optreden tegen de beunhazen
uit de kringen van officieren en afgevaar
digden kwalijk nam. Maar toch is, dit
daargelaten, het feit, dat generaal Zivko
witsch geen nieuw oorlogscrediet kan
krijgen, niet onverblijdend, naar de mee
ning van de Vossische Ztg. Servië heeft in
de laatste maanden reeds vele millioenen
voor militaire doeleinden zinneloos uitgege
ven. In plaats van spoorwegen, straten,
bruggen te bouwen of het geld op andere
wijze voor cultuurbehoeften vruchtdragend
te besteden, hebben de afgevaardigden der
skoepschtina en de met hen in zaken onder
één hoed spelende officieren aankoopen ge
daan voor oorlogstoerustingen. Deze aan
schaffingen zulle.in de depots onbruikbaar
worden en verroesten, of wel men zal het
daartoe brengen, dat de dingen ten slotte
de buit van Oostenrijk-Hongarije worden.
Want zooveel moet de meest verblinde
staatsman in Servië heden reeds zien, dat er
in geheel Europa geen staat is, die gezind
zou zijn om de Oostenrijkers moeielijkheden
in den weg te leggen, als zij het besluit ne
men zich tegen de Servische uitdagingen te
verweren. De Serven roepen over verraad;
Rusland heeft hen verraden, Engeland heeft
hen verraden, en wie weet wie hen verder
nog moet hebben verraden. Kijkt men scher
per toe, dan beliegen en bedriegen zij alleen
zich zelf. Zij zijn steeds politieke hazard
spelers geweest. Zij zetten alles wat zij heb
ben op ééne kaart en verliezen altijd."
Aanleiding tot deze philippica tegen
Serv'ë vindt de Vossische Ztg. in berichten,
die aanduiden, dat de lankmoedigheid, die
Oostenrijk-Hongarije tot dusver tegen Ser
vië heeft getoond, vrijwel tot aan de grens
is- gekomen. De Pester Lloyd verklaart,
dat het zeker is, dat het - Oostenrijk-Hon
garije op den duur niet kan passen de uit
dagende houding van Servië te dulden. De
Oostenrijkscii-Hongaarsche regeering zal
er op uit zijn zoo spoedig mogelijk klaar
heid te brengen in den toestand, en het is
volstrekt niet uitgesloten, dat Oostenrijk-
Hongarije, als de oorlogszuchtige taal van
de Serven nog verder onbeteugeld zich zou
doen hooren, in Belgrado een ernstig pro
test zal doen hooren en, zoo noodig, eene
demonstratie zal houden.
Deze mededeelingen van het gezagheb
bende blad uit Budapest vinden steun
in het bericht van de Neue Freie Presse,
dat men in de diplomatieke kringen te
Weenen aanneemt, dat er in de Servische
zaak tegen het voorjaar eene beslissing
moet komen. Alles hangt van Servië zelf
af. Oostenrijk-Hongarije zal alle uitdagin
gen met woorden obk verder ignoreeren;
dat wordt- als uitgemaakt beschouwdhet
zal eerst dan tot de daad overgaan, als
Servië van woorden tot daden komt. In de
Europeesche staatskanselarijen, inzonder
heid in Petersburg, weet m'en zeer goed,
dat Oostenrijk-Hongarije, als het genood
zaakt mocht zijn de wapenen tegen Servië
op te. vatten, zijne overwinning in geen ge
val to 6 vergrooting van zijn landbezit zou
gebruiken. Wanneer Oostenrijk-Hongarije,
door Servië door de daad geprovoceerd,
tot handelen móest overgaan, dan zou het
vooraf eene verklaring in dien zin uit eigen
beweging afleggen, en het wordt als zeker
beschouwd, dat Rusland in vol vertrouwen
daaroj zich zal onthouden van elke be
moeiing. Ook zonder dat is het den Serven
reeds bekend, dat zij in een oorlog tegen
Oostenrijk-Hongarije van geen zijde hulp
hebben te hopen. Men geeft echter nog niet
alle hoop op, dat de Servische staatslieden
nog ter elfder ure tot bezinning zullen
komen."
Duitschland.
Over de vraag, waar de secretaris van het
Duitsche gezantschap in Chili, Beckert, die
onder zulke afgrijselijke omstandigheden den
moord op den bediende van dat gezantschap
heeft gepleegd, zal moeten terechtstaan,
deelt de Köln. Ztg. mede, dat het aan geen
twijfel onderhevig is, dat hij zich voor een
Duitsche rechtbank zal moeten verantwoor
den. Beslissend is hierbij niet de omstandig
heid. dat het misdrijf binnen de muren van
'het gezantschapsgebouw is gepleegd, maar
alleen het feit, dat het door een officieel lid
van het gezantsohapspersoneel is bedreven.
Zulk een persoon is, naar de volkenrechte
lijke theorie en praktijk, aan de juri&ductio
van den staat, waarbij het gezantschap is ge
accrediteerd, onttrokken. De in leekenkring
veelvuldig verspreide meening, dat de grond,
waarop een gezantschapsgebouw staat, straf
rechtelijk is te beschouwen als grond van den
staat, die het gezantschap heeft uitgezonden,
vindt wel is waar eene historische recht
vaardiging hierin, dat in de middeneeuwen
en dat- later nog aan de gezantschappen het
veel misbruikte asylrecht- toekwam, maar
vindt geen bevestiging meer in de thans al
gemeen geldende beginselen van volkenrecht,
volgens welke strafbare handelingen, begaan
door niet buiten de jurisductie van den
staat, waarbij het gezantschap geaccredi
teerd is, gestelde personen, naftr de wetten
van dat land moeten worden beoordeeld.
De Vossische Zeitung deelt omtrent Bec
kert mede, dat hij is iemand tusschen de 35
en 40, afkomstig uit Wurtemherg, een man
van twaalf ambachten en dertien ongeluk
ken. Na op een landbouwschool te zijn ge
weest, verhuisde hij naar Ohili, waar hij
ging boeren, maar dat gaf niets. Een krui
denierszaak lukte evenmin. Toen werd hij
schoolmeester, vervolgens kassier, maar het
.omgaan met geld maakte hem zenuwachtig.
Vervolgens trad hij bij de Duitsche kanse
larij in dienst. Hij is getrouwd met pen
Ohileensche.
Frankrijk.
P a r ij s, 1 3 F e b r. In een ministerraad,
die heden in het Elysée gehouden werd,
zijn de voorstellen van minister Picard in
studie genomen om het marine-materieel in
goeden toestand te brengen. De financieel©
inspecteurs, die zijn belast met het bestu-
deeren van het financieele gedeelte van het
plan, zijn met hunnen arbeid gereeddit zal
aangevuld worden door de opmerkingen van
minister Picard en vervolgens onderworpen
aan den minister van financiën Caillaux, die
Dinsdag een schriftelijk rapport aan den mi
nisterraad zal uitbrengen. Vervolgens zal de
ministerraad beslissen over de voorstellen
van de ministers Picard en Caillaux.
P a r ij s, 13 Febr. De royalist s die
afgevaardigde Delahaye heeft bij het par
ket eene klacht ingediend tegen onbekend
wegens moord op president Faure, om te
verkrijgen, dat eene instructie wordt ge
opend om te beletten, dat den 16en dezer
de verjaring intreedt.
Engeland.
Londen, 13 Febr. Koning Eduard
is te 5 uur 50 min. namiddags te Londen
aangekomen.
Officieel wordt medegedeeld, dat de ko
ning buitengewoon voldaan is over zijn be
zoek te Berlijn. De terugreis 'heeft hem niet
vermoeid en zijn gezondheidstoestand is be
paald beter, dan toen hij naar Duitschland
vertrok.
Londen, 13 Febr. Graaf Grosvenor,
de zoon en erfgenaam va^n den hertog van
Westminster, die een blindedarm-operatie
had ondergaan, is heden gestorven, vier ja
ren oud.
Londen, 15 Febr. Officieel wordt-
bericht, dat admiraal Beresford den 24en
Maart het bevel over de Kanaalvloot zal
neerleggen. De voornaamste schepen van de
Kanaalvloot zullen dan de tweede divisie van
de hoofdvloot vormen, terwijl schepen met
een kern van bemanning de derde en vierde
divisiën zullen vormen, met het hoofdkwar
tier te Sheerness. Dit bevestigt de mede-
deeling van de Daily Mail van 12 dezer,
dat de schepen in de Britsche wateren, in
;t geheel 150 stuks, zullen worden geplaatst
onder één opperbevelhebber, namelijk admi
raal May.
De Daily News verneemt, da' er nog niets
voor goed bepaald is omtrent het program
ma van den vlootbouw. De beslissing is uit
gesteld tot na het bezoek van den Koning
aan Duitschlanfl. Men gelooft, dat de voor
standers van spaarzaamheid in het kabinet
volstrekt niet jzijn teruggekomen van hun
plan om niet meer dan vier Dreadnoughts
in het volgende jaar op stapel te zetten.
Spanje.
Madrid, 13 Febr. De Kamer heeft
het wetsontwerp betreffende de gemeente
lijke en provinciale besturen aangenomen.
Dit wetsontwerp, waarvan de behandeling
bijna een jaar heeft geduurd, is vervat in
een geest van decentralisatie; het staat aan
de provinciale en de gemeenteraden een
soort beperkte autonomie toe, inzonderheid
voor onderwijs, openbare werken en armen
zorg.
Portugal.
Lissabon, 1 3 F e b r. El Dia meldt,
dat het gerucht van een huwelijk van Ko
ning Manuel met eene dochter van den
hertog van Edinburg zich schijnt te be
vestigen.
Oostenrijk.
Eenige dagen geleden werd, zooals onder
de telegrammen is bericht, door de Oosten-
rijksche autoriteiten een Italiaansc'h zeil
schip in beslag genomen, juist toen het de
haven van Antivari wilde binnenzeilen.
Van Oostenrijksc'he zijde wordt beweerd,
dat het schip oorlogscontrabande bevatte,
terwijl de Montenegrijnen volhouden, dat het
slechts spoor weg™ aterieel geladen had. Ho©
de Oosten rijksche autoriteiten kunnen spre
ken van oorlogscontrabande, terwijl er fei
telijk geen oorlogstoestand bestaat, is niet
recht duidelijk.
Maar naast Montenegro is ook Italië in
deze quaestie betrokken, want het schip
voerde de Italiaansehe vlag. In officieel©
Italiaansohe kringen echter, zoo deelt de
Ilomeinsohe berichtgever van de Temps me
de, houdt men zich ten opzichte van het ge
beurde zeer gereserveerd, wel wetende dat de
quaestie tot groote moeilijkheden aanleiding
kan geven. De zaak is thans in onderzoek
en binnen eenige dagen zal wel blijken, of
de Oostenrijksche autoriteiten al of niet
hunne bevoegdheid te buiten zijn gegaan.
ServHL
Belgrado, 1 3 F o b r. Gemachtigden
van de beide radicale partijen zijn tot eene
schikking gekomen, waardoor het denkbeeld
om een votum van wantrouwen uit te bren
gen tegen den minister van landbouw, is
prijs gegeven. Er zal slechts van beide zij
den een parlementair onderzoek verlangd
worden. Men drukt den wensch uit, clat in
de meest mogelijke mate rekening zal worden
gehouden met de aanvragen aan den minis
ter van oorlog, die voor goed heeft besloten,
dat hij deel zal blijven uitmaken van het
kabinet.
Bulgarije.
Sofia, 13 Febr. De zitting van de
sobranje is gesloten.
Turkije.
Konstantinopel, 13 Febr.
Hassan Fehrni, de voorzitter van den raad
van state, heeft heden zijn ontslag geno
men. Men zegt, dat de minister van finan
ciën heden zijn ontslag zal nemen.
Het tweede legerkorps seinde aan den mi
nister van oorlog: „Wij hebben gezworen
den minister van oorlog en de grondwet te
beschermen en te verdedigen. Wij zullen
onzen eed houden. Wij wensöhen u geluk
met uwe benoeming."
Eene officiexele mededeeling van het
Jong-Turksche comité Eendracht en voor
uitgang" spreekt uitdrukkelijk tegen, dat
het pogingen doet om den sultan te onttro
nen en het ontslag te bewerken van de mi
nisters van oorlog en marine. Het comité
heeft zich verbonden het leven en het ï'echt
van den sultan te behoeden zoolang hij
trouw zal zijn aan de grondwet.
De grootvizier Kiamil Pacha besloot het
antwoord op de interpellatiën over de kabi
netsveranderingen van Maandag tot Woens
dag uit te stellen.
Er is een bataillon naar Cesarea gezonden
om het uit Konstantinopel te verwijderen.
Men gelooft, dat dit bataillon iets op zijn
kei*fstok heeft.
Constant nope 1, 13 Febr.
Er gaat een hardnekkig gerucht in de wan
delgangen der Kamer, dat een verande
ring in het grootvizieraat heden zou
plaats hebben. Hussein Hiimi zou het pre
sidentschap verkrijgen, benevens d'e afdee
ling binnenlandsche zakenRifaat, bui-
tenlandsche zaken; Ali Rizu marine; Na-
zim zou oorlog behouden.
Konstantinopel, 13 Fe b r.
Men verzekert, dat Hilmi-pacha en Rifat
pacha in den ministerraad, die volgde op
de veranderingen in het ministerie, inlich
tingen vroegen omtrent het ontslag van
Riza pacha en Arif pacha. De grootvizier
Kiamil pacha antwoordde, dat hij hen om
redenen van staat had ontslagen. Toen hem
daarop allerlei dringende vragen werden ge
steld, voegde hij aan het tevoren gezegde
toe,,Ik heb de bewijzen in handen, dat
Riza pacha en Arif pacha met het comité
een complot op touw hadden gezet om sul-
ton Abdul Hamid te onttronen". Kiamil
pacha liet daarop den ministerraad copieën
zien van telegrammen, waaruu het bestaan
van het complot bleek.
In de wandelgangen der Kamer riepen
aanhangers van het comité uit: „Wij heb
ben geen vertrouwen in Kiamil. Wij weten,
dat Nazim pacha een generaal is van
groote verdienste, die de grondwet van har
te is toegedaan. Wanneer Kiamil het recht
heeft ministers te ontslaan als dat hem goed
dunkt, dan hebben wij niet de minste ze
kerheid, dat Nazim over acht dagen nog
minister zal zijn."
Konstantinopel, 13 Febr.
De indruk, die door de verwisseling van
de ministers van oorlog en marine is teweeg
gebracht op leger en vloot, is nog niet met
juistheid te bepalen. De gemoederen schij
nen zeer opgewonden te zijn. Gisteren was
er eene vergadering. Officieren en diploma
ten, die heden met Kiamil Pacha spraken,
constateeren eenstemmig, dat Kiamil zeer
kalm is over den toestand en met vertrouwen
het antwoord tegemoet ziet, dat hij Woens
dag zal geven over de verandering in het
ministerie. Kiamil wil niet spreken over do
geruchten, die loopen over een compromis.
De wacht in Yildiz is versterkt.
Konstantinopel, 13 Febr.
In de Kamer werd een brief van Kiamil pa
cha voorgelezen, die de mededeeling inhield,
dat hij heden niet zou verschijnenWoens
dag zou hij zijne verklaringen geven.
Er werd dadelijk hevig geprotesteerd.
Men riep: Wij willen niet wachten, Kiamil
moet onmiddellijk komen, wij zullen bijeen
blijven tot morgenochtend; wij zullen zoo
lang blijven tot Kiamil komt.
De afgevaardigde Ismael hield eene hef
tige rede tegen Kiamil, die zeer werd toe
gejuicht.
De afgevaardigde Loutfu, die Kiamil
trachtte te verdedigen, werd door luide pro
testen in zijne rede gestoord.
De Kamer besloot Kiamil te verzoeken
terstond te komen om ophelderingen te ge
ven.
Konstantinopel, 13 Febr.
De zitting van de Kamer was zeer woelig.
Naar het Engelsch
26 VAN
O. N. EN W. M. WILLIAMSON.
,,Waar ik heenga, gaat Tibe mede," her
nam de dame. „Zijn naam is Tiberius;
maar dat is wat lang om uit te spreken, als
hij wat uitvoert, dat ik niet hebben wil. Hij
zal met ons ontbijten als een echte gentle
man. O 1 hij heeft meer van een bloem dan
van een hond. Tibe, kom onmiddellijk
hier I"
De bloem was voor imijn prieel blijven
stilstaan, om te zien of mijn maal hem be
viel en aan de wijze waarop hij zijn voor-
uits'ekende zwarte onderlip van een paar
dreigende slagtanden wegkruLde, kon ik be-
inerkeu dat poph mijn omelet, noch ik ge
nade in zijne oógen vonden. Misschien las
hij den «spotlust in de mijne, toch was er wel
iets waars in die vergelijking met een bloem
al bedoelde zijne bloemen-liefhebbende
pieesteresse er misschien iets anders mee.
Maar wat hij ook van mij denken mocht,
men moest hem bij zijn halsband uit mijne
nabijheid wegsleuren en later zag ik zijn
bloeddorstigen blik door liet traliewerk op
pij gevestigd.
Tante Fay gleed tusschen de bank en de
tafel i 'oor en zette zich neder met het gelaat
naar mijn kant gekeerd en toen haar neef
zijne vorige plaats weer innam, kon ik haar j
over zijn schouder zoo nu en dan zien.
Zij was bezig haar voile los te maken.
Heiaasalle hoop, die hare slanke, jeugdige
gestaRe had doen oprijzen, werd teleurge
steld. Haar dik geplakt grijs haar was strak
over 'de slapen, wangen en ©oren gekamd en
een groote blauwe bril verhinderde mij hare
oogen te zien.
„Ik begon te vreezen dat er eene vergis
sing moest hebben plaats gehad niet het tele
gram, dat ik u zond, nadat gij mij geschre
ven hadt u niet aan uw adres te bezoeken,"
begon neef Roland haastig, na een oogen-
blik stilte, dat op het neerlaten der voile
was gevolgd. „Ik seinde uBuitenoord,
derde prieel links, komende van den hoofd
ingang. Kwarr over twaalven. Elke koetsier
kent* de plaats." Kwam dat bericht goed
over?"
„Ja," antwoordde tante Fay, „maar ik
lijd een weinig aan de*oogen. Van daar dat
ik bleef staan bij dat andere prieel. Ik kom
wat laat. Die lieve Tibe liep weg juist op
het oogenblik, dat ik een huurrijtuig aan
riep dus moe^t i'k hem eerst uit het ge
drang redden. Waar hij zich ook vertioqnt,
krijgt'hij dadelijk een menigte om zich heen.
De lieden bewonderen hem om het zeerst.
Ga liggen, mijn engel! Je moet je pooten
niet op tafel van een vreemden heer leggen,
als je uitgenoodigd wordt. Hij heeft honger
dat arme lam."
,,1'k hoop dat gij ook goeden ep'tlust
hebt," sprak de neef beleefdmaar zijne
stem klonk gedwongen. Ik vroeg mij af of
hij teleurgesteld was in zijne tante, of "\vel
dat de Bloem hem al te zeer ergerde. Waar
is de kellnerwij zullen onder het ontbijt
de zaken bepraten. Er is een reusachtige
'keus voor een lunch echt Hollandscïi.
Waarschijnlijk zoudt gij verkiezen
„Laat mij eens zien: „Pot-age d'Artois;
Canetons de LuxembourgSoles aux fines
herbesPonimes natureFricandeau de
veauHaricots princess©Poulet roti
Compote; Hoinard frais; Salade panaché©;
Crème au chocolat, Fromage; Fruits." Hm!
Hmvreemd samengesteld, dunkt u niet?
Maar Tibe en ik hebben op gemeubileerde
kamers gewoond envrij onregelmatig
gegeten. Ik denk wel dat wij met ons beiden
dat menu aan zouden kunnen."
Neef Ronald bestelde het en weer zwegen
heiden. Hij trommelde op de tafel, geloof ik.
„Wij konden evengoed tot de zaken over
gaan," zeide eindelijk de dame. „Begint de
rol van tante onmiddellijk?"
„Ik... ja... er is eigenlijk een bezwaar,"
stamelde de jonge man; „ik liet mij onge
lukkigerwijze ontvallen dat mijne tante een
rijzige vrouw was."
„Waarlijk? Gij hadt beter gedaan te wach
ten tot gij ve,nnis met haar hadt gemaakt.
Men heeft zoo maar aanstonds geen keus, als
men eene tante moet vinden. Wat mij be
treft, ik houd meer van kleine vrouwen. Zij
zijn veel' vrouwelijker."
„Ik 'bid u, wees niet boos. Ziet gij, ik
meende het aldusik zeide dat-, toen ik nog
de hoo.p koesterde een echte tante voor mijn
doel gereed te vinden. Daarmede begon de
ellende. Ik deelde onnadenkend haar naam
en van allerlei dingen mede
„Aan de jonge dames, d$e ik tot geleide
verstrekken) moet?"
„Juist- En zoo zij zich mijne beschrijving
herinneren
„Kunt gij zeggen, dat gij op het karakter
uwer tante doeldet, toen gij haar een mooie
rijzige vrouw hebt genoemd."
„Misschien, antwoordde hij, op nog wei
felenden toon, „maar er is nog een ander
bezwaar. Ik vroeg in het Nieuws van den
Dag om eene Schotsche tante."
I'k maakte eene plotselinge beweging,
want er rees eene zonderlinge gedachte bij
mij op. De 'blauwe bril richtte zich op mij
en de vrouw begon te fluisteren, waarop de
man op zijn gewonen toon antwoordde
Geen.nood! Het is een Hollander. Ik hoor
de hem niet den kellenr spreken."
Misschien ihad ik door de klimplanten be-
hooren te roepen: „.Combinatie van Hol-
landsch en Engelsch. Half om halfin
beide talen even goed thuis"maar om ver
schillende redenen hield ik mij stil. Voor
eerst was het gemakkelijker te zwijgen dan
opschudding te veroorzaken en ten tweede,
zoo het daar juist bij mij opgerezen vermoe
den gegrond was, had ik tot plicht de volle
waarheid te ontdekken. Ik ging dus rustig
voort met mijn ontbijt en mijne buren met
het 'hunne. Alleen Tibe herinnerde zich nog
mijne nabijheid.
„Ik heb er niets tegen een Schotsche tan
te te zijn," verklaarde de inschikkelijke
dame.
„Uw tongval zit mij in den weg."
„O! wat dat betreft, ik heb Burns en een
Crookett gekocht en ik sta er voor in, dab
reeds morgen alleen een Sohot zou ontdek
ken, dat ik geen Schotsche van geboorte ben
Gij kunt ook een Fam O'Shanter voor mij
koopen."
„Ik vrees dat zulk een hoofddeksel niet
precies voor ons doel zou passenik meen
bij eene gedistingeerde tante en zoo iemand
is hier volstrekt onmisbaar."
„Durft u mij te verstaan geven, dat ik
geen gedistingeerde tante ben?" Er volgde
een luid geritsel in het prieel. „Kom, Tibe,"
hernam de dame op vastberaden toon, „jij
en ik gaan heen en zullen mijnheer de keus
laten tusschen al de overige bekoorlijke en
gedistingeerde tantes, die zonder twijfel op
zijn hoogst aanlokkelijke advertentie geant
woord hebben."
„In hemelsnaam, loop niet heen!" riep do
man, overeind springende, uit. „Daar, uw
hond heeft den eendvogel weggepakt, maar
dat komt er niet op aan. Niemand anders,
die ook maar eenigszins in aanmerking kon
komen, heeft op de annonce geschreven. Ik
kan u niet missen. Maar, ziet u, ik ver
beeldde mij, te oordeelen' naar uw brief, dat
gij groot en indrukwekkend waart, juist wat
ik noodig had en gij schreeft kort geleden in
Schotland geweest te zijn."
„De tongval was een der weinige zaïken,
die ik niet van daar wènschte over te ne
men," beet de dame hem toe. „Onder de ta
fel, Tibe! Wij zullen dus maar niet heen
gaan en nu je toch eenmaal de eend heb,
mag fe hem ook wel behouden."
„Beste hond!" kermde de ongelukkige
jonge man. Als hij niet, naar ik vreesde,
bezig was geweest samen te spannen tegen
iemand, die ik beschermen wilde, bad ik
hem beklaagd.
Wordt vervol yd