S#, 335. Tweede blad.
7de Jaargang.
Dinsdag 16 Februari 1909.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1 .OO.
Idem franco per post- 1.50-
Afzonderlijke nummert
LV i C'ouran verschijn dagelijks bohalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen 9nz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens l>y de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel moer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Buitengewoon congres der S. D. A. P.
De schouwburgzaal te Deventer waai'
j het buitengewone Congres der S. D. A. P.
j' gehouden is, liep tegen Zaterdagmiddag één
I uur stampvol. Ook de galerij was dicht be-
zet. De geheele sociaal-democratische- Kamer-
I fractie was aanwezig. Tegen half twee klop
te de voorzitter van het Partijbestuur W. IT.
Vliegen en hield hij zijne openingsrede waar
aan het volgende is ontleend
Spreker zegt, dat voor de eerste maal de
verhouding in de partij een buitengewoon
congres noodig maakte. Veel, sinds 14 jaren
van het bestaan der S. D. A. P. verloopen,
I stemt niet prettig. Maar herinnert spreker
zich de isolatie der partij in het begin en
den grooten toeloop van thans in vergelij
king tot het eerste congres, ook in Deventer
gehouden dan bewijst dit den groei, wat tot
verheugenis stemt en voor de toekomst vol
beloften is.
Spreker komt dan dadelijk tot de redenen,
die tot dit buitengewone congres hebben ge-
leid. Vooral de strijd als gevolg van de werk
loosheid-interpellatie in de Tweede Kamer
deed de bom barsten. Met werk der Kamer-
j leden, van Troelstra voornamelijk, werd
I scherp door ,,De Tribune" aangevallen en
het werk der propagandisten onmogelijk ge-
maakt.
Herinnerend aan het optreden van het
Partijbestuur tegen de di'ie „Tribune"-re-
I dacteuren en de door dezen afgelegde ver
klaring, wees spreker op de moeilijkheid, die
ook in den boezem van het Partijbestuur
ontstond door het heengaan van Schaper en
Helsdingen als Partij-oestuursleden. Met-
het oog op de noodzakelijkheid om het
Paaschcongres aan de verkiezingen te wij
den, schreef het Partijbestuur eindelijk een
referendum uit, om aldus juiten de verkie
zing van Partijbestuurders om, een uitspraak
j te krijgen ten opzichte van een buitenge-
woon congres, welks uitspraak ons thans
hier samenbrengt.
Voortgaande, memoreerde spreker de con
ferentie van 31 Januari met vertegenwoor
digers van beide stroomingen, waarbij hij
het niet-uitnoodigen der „Tribune"-redactie
verdedigt. Resultaat was het voorstel van
het Partijbestuur.
Spreker betreurt, dat de besluiten van dit
congres bemoeilijkt worden door de houding
i van een groep partijgenooten, d-e reeds bij
voorbaat verzekerd en uitgeschreeuwd hebben
zich niet aan de besluiten te zullen onder
werpen. Op onze houding mag dit geen in-
vloed oefenen. Wat ook gebeure, één ding
,ta vastde partij moet als een éénheid
aar huis. Een grootere of kleinere eenheid,
maar als éénheid (Applaus). Daarvoor is het
congres bijeen en de besluiten zullen moeten
waken tegen herhaling van wat nu gebeurd
Is. „De Tijd" kwam Vrijdag met een plaat-
je, dat de S. D. A. P. als een bouwvallige
hut vol scheuren voorstelde. Wel, deze hee-
ren betoogen altijd als wij oude woningen
vol scheuren willen afkeuren, dat de men
schen daarin wel 80 en 100 jaar kunnen
worden. (Gelach).
Ten slotte betoogt de voorzitter, dat niet
de schim, maar de geest van Marx bij ons
behoort te zijn, wanneer wij straks onzer
zijn leuze „Proletariërs" aller landen veree-
nigt u!'' naar huis zullen gaan tot nieuwen
itrijd." Hij verklaart met een woord van
welkom het congres voor geopend.
De dagorde wordt vastgesteld. Het con
gres moot te vijf uur Zondagmiddag eindigen.
Het partijbestuur heeft op dit congres
uitgenoodigd de „Tribune"-redacteuren en
de partij genooten Van der Goes en mevrouw
Roland Holst. Beide iaatsten waren geen af
gevaardigden, moesten echter present zijn.
De voorzitter pent de algemeene
beschouwingen over de „Tribune"-quaestie
en over de ingediende voorstellen. Hij zelf
leidt deze in met een bespreking van het
volgende voorstel van het partijbestuur.
a. De partij geve een weekblad uit onder
redactie van de partij genooten Roland Holst
en Wibaut.
Dit weekblad zal als bijblad worden ver
bonden aan „Het Volk".
De redacteuren oefenen hun functie uit in
geregeld overleg met de redactie van „Het
Volk" en zij hebben daarto teneinde met
„Het Volk" een goed geheel te vormen, ook
recht van medespreken inzake den inhoud
van het dagblad.
b. Het Congres spreke als zijn besliste
meening uit, dat het bovenstaande besluit tot
pevolg behoort te hebben de opheffing van
de „Tribune".
c. Indien de partij genooten, die de „Tri
bune" uitgeven, niet tot die opheffing be
reid zijn, spreke het Congres ais zijn mee
ning uit, dat deze partij genooten van het
lidmaatschap der partij vervallen moeten
worden verklaard.
De heer Vliegen, nu sprekende na
mens het partijbestuur, zal geen requisitoir
houden tegen de „Tribune"-redactie. De
vraag van vrijheid tot schrijven en spreken
is hier niet aan de orde. D:t recht, de meest
onbeperkte vrijheid, wenscht de S. D. A. P.
te handhaven. Maar het optreden der „Tri
bun )"-groep schept verhoudingen in de
partij, die gevaarlijk en noodlottig kunnen
zijn. De partij is door de „Tribune" vergif
tigd en van alle zijden oefende men drang
op het partijbes&uur om er een eind aan te
maken.
Het verschil dat tusschen beide stroomin
gen bestaat, behoeft echter niet tot uiteen
gaan tV leiden, omdat beider sreven steeds
meer zich op hetzelfde doel richt. Voor sa
menwerking moet dus ook een grondslag ge
vonden kunnen worden.
Het Marxisme hebben wij nooit uitgewor
pen, nooit afgewezen. Alleen wordt wijziging
der theorie op sommige punten wel eens
noodzakelijk gevonden door de gewijzigde
omstandigheden van het praetischu leven. En
dan bestaan er geschillen in opvatting aan
gaande de resultaten van 1 hervormingen,
den parlementairen arbeid en de vakbewe
ging.
Zijn rede vervolgende, betoogt de heer
Vliegen dat de eenige klacht der Marxisten
is dat hun geen gelegenheid van meening,
van gedachte-uiting wordt gegeven. Vandaar
punt A van het partijbestuur, hetwelk nader
wordt verdedigd. Het moet een orgaan wor
den tot vrije meeningsuiting voor elke rich
ting. Niet een orgaan als de „Tribune",
dat voortdurend op de partij gonooten hakt
en de partij aftakelt. Met zulke redacteuren
zou ook niet samen te werktn vallen.
Het geheele partijbestuur is van meening
dat dit nieuwe weekblad de opheffing der
„Tribune" ten gevolge behoort te hebben.
En als die „Tribune" niet opgeheven kan
worden met behoud der „Tribune"-redac-
teuren, dan zal het besluit moeten genomen
worden, met verlies der Tribune"-men-
schen, volgens punt C. (Applaus).
De heer Helsdingen, een min
derheid in het partijbestuur vertegenwoor
digende, achtte de uifgifte van een Marxis
tisch weekblad door geen enkele omstandig
heid gerechtvaardigd. Dat de tribune uit
den band is geslagen is geen reden om de
Marxisten te beloonen voor hun ondeugd
met de uitgifte van een weekblad op kosten
der partij. Het ware al te mooi! De Marxis
ten hebben gelegenheid genoeg voor pro
paganda en critiek. Willen zij zich onder
controle der partij stellen, dat is hun zaak
liet ging spr. niet aan. Hij wilde alleen op
merken, dat Het Volk steeds voor de Marxis
ten opengestaan heeft, zoo goed als voor
revisionisten, christen-socialisten enz. In-
tusschen kon spr. wel begrijpen, dat er
partij genooten waren die dit bemiddelings
voorstel toejuichen. Doch als reeds zoovele
malen zal ook thans de poging om vrede te
stich'en falen. Tot dusver gaven de con
gressen reeds jarenlang het beeld van mis
lukte vredesconferentie te aanschouwen. Al
dat handjesgeven, al die apothëozes betee-
kenden niets en zullen ook nu niets betee-
kenen. De Tribune heeft reeds verklaard te
zullen blijven, tal van leden en een aantal
afdeelingen o.a. Den Haag zullen
heengaan, als de drie redacteurs worden
geroyeerd. Verzoening is dus een illusie.
Men bepale zich louter tot royeeren der drie
Marxistische redacteuren van de Tribune.
Aan de Marxisten die dan de partij verla
ten willen, riep spr. toe: Ga met God of
met wien je wil. (Applaus.)
De heer M e n d e 1 s (Utrecht), mede lid
van het partijbestuur, verklaarde van mee
ning te zijn, dat het buitengewone congres
niet noodig is geweest (gelach) en dat de
partij niet mag overgaan tot het royeeren
der Tribune-redacteuren. Het besluit om
dit, te doen, indien de Tribune niet werd
opgeheven, werd dan ook slechts met de
kleinst mogelijke meerderheid in het be
stuur genomen. Niet als een gunst tegen
over de Marxisten, maar om een Verstandi-
gung in de partij te bewerkstelligen is het
plan ontworpen om een Marxistisch week
blad uit te geven. In het belang der partij,
der tactiek is het voorstel gedaan. Doch
wil men de samenwerking der verschillende
tendenzen en richtingen, dan moet men die
nieuwe aera niet verbinden met het uit
werpen van drie partijgenooten. Voor pres
sie noch persoonlijke consideraties bezwijke
men, doch men geve ook niet toe aan de
gevaarlijke zucht om te zeggen Het moet
nu maar eens uit zijn. Denkt men, dat er
geen nieuwe conflicten zullen geboren wor
den De organisatorische eenheid zal er niet
door worden verkregen en hersteld. Men
kan iemand niet royeeren om hetgeen hij
nog schrijven zal. (Hilariteit). Royement op
grond van wat ze gedaan hebben ware mo
gelijk, maar deze zaak is niet aan de orde.
Het royement wordt gesteld als straf op
het handhaven van het blad alleen omdat
het partijbestuur voorstelt een ander Marxis
tisch blad uit te geven.
Stemmen Neen, neen
De heer Mendels: Had men, indien
de Tribune ware opgeheven, zonder de uit
gifte van een nieuw blad amnestie geschon
ken voor de. zonden van het verleden?
Stemmen: Zeker! (Applaus.)
De heer Mendels zet verder uiteen
dat noch in Frankrijk, noch in Italië de
schrijvers die heftig te keer gingen tegen
de partijleiding ooit zijn geroyeerd op grond
hunner geschriften. Zij zijn zelf vrijwillig
gegaan, gelijk hier de parlementairen uit
den ouden Bond. Nooit zijn zij er uitgezet,
oirtdat zij hun blad niet ophieven. De toe
stand in de partij zal er niet beter op wor
den, men stoot uit. wat samenhoort. Als men
zoo heftig optreedt tegen de uiterste lin
kerzijde, dan moot men even kordaat optre
den tegen de uiterste rechterzijde in de
partij, die ook wel eens onderhanden mag
genomen worden, gelijk Bebel deed te Halle
met Vollmar. Dit geschiedt echter tc weinig.
Men wachte de natuurlijke ontwikkeling
der dingen af on spare der partij een daad
dio haar slechts schade kan doen.
De heer Fortuy n uit Amsterdam ver
klaarde, dat zijn afdeeling zich geen illusiën
heeft gemaakt omtrent den afloop van dit
congres. Hij vreesde het royement der drie
Tribune-redacteuren, dat hij een ramp voor
de partij noemde, niet voor de personen.
Men kan niet bewijzen, dat deze partijge
nooten het program der partij hebben ver
loochend, de partij hebben geschaad. En
daarom staat de zaak dergenen die het
royement willen, hopeloos. Men moet zich
aan de statuten houden. Royement geldt
alleen voor partijgenooten die zich misdra
gen, die bijv. deelnemen aan een Oranje
dwaasheid of de Koningin hulde brengen.
Royement zou alleen mogen toegepast wor
den op het partijbestuur, dat de vrijheid
van het woord aan banden wil leggen, de
critiek vreezende.
Geroep: JuistI Juist 1
De heer F o r t u ij n, onder interrupties
'voortgaande, riep uit, dat elke partij oppo
sitie moet kunnen velenze is toch niet
van kraak-porcelein
Waarom wil men de Tribune wel ophef
fen en niet de Blijde Wereld, wier lectuur
voor spr. een nachtmerrie is (Gelach) en
niet De Nieuwe Tijd, die meer academisch
is en niet door de arbeiders wordt gelezen?
Men zegt, dat de Tribune de voormannen
beieedigt. Wie zijn de voormannen? De
ploegbazen? Allen zijn voormannen in de
partij. (Algemeen gelach). Of de Kamerfrac
tie zich verlamd gevoelt, gaat de partij niet
aan. De vrijheid van critiek gaat boven al
les! Wie Marxistisch deïikt laat zijn tactiek
daardoor natuurlijk beheerschen. Men make
den menschen niet wijs dat er geen verschil
is tusschen de Revisionistische en de Marxis
tische taktiek. Dat is boerenbedrog. Maar
beide groepen hebben elkander wel eetns
onhebbelijk behandeld. Daartegen moet men
wederzijds kunnen. De Triune-redacteuren
mogen dus niet worden geroyeerd.
De heer Du ys (Zaandam) wenschte er
nadruk op te leggen, dat de Tribune-quaes-
tie geheel staat buiten de Marxistische
vraagstukken, die een gansch andere schei
dingslijn zouden geven dan dit vraagstuk.
De Tribune-redacteuren moeten geroyeerd
worden op grond hunner daden. Hij wenscht
dc partij ernstig te waarschuwen tegen de
verzoeningsgezinde geesten als Mendels, die
steeds van twee wallen willen eten even
als de vrijzinnig-democraten en die altijd
het Congres trachten te paaien. Neen, er
moet een einde komen aan de tweedracht.
Toen Mendels sprak was de jurist aan het
woord.
De heer Mendels: En nu de officier
van justitie. (Gelach.)
De heer D u y s beschouwt de uitgifte van
een* Marxistische blad door de partij als
een gunstbetoon aan de Marxisten, die
niets gedaan hebben dan beschuldigd en ge
scholden. Maar blijft dan de Tribune, dan
moeten de redacteuren worden geroyeerd,
evenals de Duitsche partij gedaan heeft te
Erfurt, toen in Duitschland precies was ge
schreven als hier in de Tribune. Ze wer
den in Duitschland geroyeerd, al smeerden
ze hem eerst zelf. Liebknecht zeide partij
gaat mij boven Marx.
Hier laten de Marxisten <le propaganda
in den steek. Een heftig requisitoir tegen
de Marxisten volgde hier. Zoo riep Spr. uit,
dat Gorter liever gaat tennissen en voet
ballen met de Hilversumsche bourgeoisie.
Een oorverdoovend lawaai was van deze
uitlating liet gevolg; men floot en siste;
„gij liegt" werd er geroepen. „Vuil, vuil",
riep een ander.
De heer Duys schreeuwt voort boven het
gejoel uit, dat hij geen vertrouwen had in
<ie Tribune-menschen met hun destructieve
tactiek. In personen als Van der Goes, Ro
land Holst en Wibaut had hij meer vertrou
wen Het Congres mooht niet uiteengaan
zonder dezen eischDe Tribune weg of do
redacteuren geroyeerd 1 (Daverende toe
juichingen).
De heer Mendels protesteerde heftig
tegen deze rede, noemde haar een zeldzaam
vuil gedoe.
De heer Van der Waarden, Am
sterdam, verklaarde zich tegen royement en
trachtte aan te toonen, dat Het Volk wel
degelijk Marxistische critiek heeft geweerd,
omdat er menschen zijn die van nijd op
springen als er gecritiseerd wordt.
De heeren Troelstra en Anker
smit ontkenden dit ten stelligste.
De heer Van der Waarden criti-
seerde echter ook het geschrijf der Tribune,
i i 't bijzonder ten aanzien van mr. Troel
stra's rede bij het werkloosdebat in de
Kamer. Een prachtig brok propaganda zat
in die rede. Doch de bladen mag men niet
aan banden leggen, de vrijheid van critiek
iu propaganda blijve gehandhaafd.
Hartstochtelijke protesten van mr. Troel
stra die, bleek van woede, uitroept, dat de
Tribune de Kamerfractie het wel bewust
streven naar een democratisch bloc met de
bourgeoisie heeft verweten en haar beschul
digd heeft van oneerlijkheid.
De heer Van der Waarden noem
de zulk geschrijf ook een schande, doch
meende niettemin dat men daarom de vrij
heid der critiek niet mocht smoren. (Hoon
gelach).
Hij geloofde echter, dat de Tribune-redac-
tio wel het offer zou willen brengen om het
blad op te heffen, indien het congres een
ernstig beroep op haar deed. (Geroep
Nooit, nooit!)
Nadat de Voorzitter verzocht had
om niet zoo'n gerucht te maken in de zaal,
kreeg mevr. Roosje Vo s-S tel het
woord, die kalm betoogde, dat zij de Marxis-
tiesche richting gekozen had op grond van
ervaring en in Hot Volk afkeurde het klein
zielig gedoe tegenover de Marxisten, terwijl
zij ook op de Kamerfractie veel aan te mer
ken had, al wilde zij erkennen, dat haar
taak moeilijk is.
Na vele uitweidingen over niet ter zake
dienende dingen betoogde spreekster, dat de
Tribune-menschen de slagen opvangen voor
d? Marxistische school, nu de meerderheid
in de partij revisionistisch is. Het weten
schappelijk socialisme wordt alleen door de
Tribune gepropageerd. (Geroep: Och, kom!)
Het royeeren der Tribune-redacteuren ware
een groote fout. Een Marxistisch bijblad
bij Het Volk ware des noods te acceptee-
Naar hel Engelsch
27 VAN
C. N. EN W. M. WILLIAMSON.
Beid io 'hadden zich Weder nedergezet.
Men braoh't hun schoone 'borden en een an
der gerecht en daarna hernam de dame
„Het zal misschien ingebeeld klinken,
maar ik ben van oordeel, dat gij van geluk
moogt spreken mij te hebben gekregen. Al
ben ik ook geen Schotsche, of geen mooie
vrouw, ik ben toch iemand van beschaving."
„O? natuuriijk."
„Hoe waren de anderen, die op uw ad
vertentie antwoordden?"
„Zonder uitzondering Hollamdsche, die
gebroken Engelsch spraken. Neen toch, ik
vergis mij, er was ook één Duitsche bij
maar deze droeg een reformtoilet, daJt van
achteren aan een bult deed denken. Gij
J zoudt toegevend voor mij zijn, zoo gij wist,
wat ik doorgemaakt heb sedert eergisteren,
itoen ik, na een hartstochtelijke smeekbede
aan mijne tante in Schotland te hebben
overgeseind, tot de ontdekking kwam, dat
I zij van huis was en geen adres had achter-
gelaten. Ik 'heb een vreeselijken tijd door
leefd. Mijne zenuwen zijn er van in de war."
„Dan doet gij beter weer op rust te ko
men door mij aan te nemen. Eéne tante in
de hand is beter dan tien tantes in de
lucht."
„Een goede tante zou allee waard zijn...
Neen, ik bedoel... O! ik weet niet wat ik
bedoelmaar het spreekt van zelf, dat ik
niets liever doe dan u te bespreken."
„Neen, gij bedoelt, dat gij gelooft niets
beters te kunnen krijgen. Ha, ha! Dat ben
ik met u eensmaar Tibe en ik kwamen
hier niet, om met ons te laten spelen. Gij
verschaft ons een zeer goed maal, doch ik
moet aan zijne toekomst en de mijne den
ken. Ik erken te zoeken naar een post als
gezelschapsdame van eene door Nederland
reizende dame. Gij zijt echter niet dé eenige
persoon, die annonces plaatst. Zoo gij do
kolommen van liet Nieuws van den Dag hadt
nagekeken, hadt gij er de mijne in kunnen
zien. Ook ik heb antwoorden gekregen, en ik
weet niet, of ik er wel zoo bijzonder op ge
steld ben, voor tante te spelen. Het doet
iemand zoo oud schijnen. Ik kwam u eigen
lijk zeggen, dat, tenzij gij mij onmiddellijk
eene betrekking hebt aan te bieden
„O! dat kan ik. Ik smeek u van dit
oogenblilk af mijne tante te zijn."
„Tibe moet mij vergezellen en het heel
goed hébben."
„Ja, ja, extra-goed zelfs."
„Eiken morgen een pint warme melk; een
■half pond goed rundvleesch of kip met
groenten om twaalf uurtwee versche
eieren om
„Zeker. Hij zal slechts te kiezen hebben.
Hij schijnt zeer goed te waten wat hij wil."
„Mij dunkt dat is geen onderwerp voor
scherts. Die eendvogel stond vlak bij den
rand der tafel. Wij doen be'er de zaken te
bespreken. Uw brief beloofde honderd gul
den per week aan eene geschikte tante en
dat gedurende minstens twee maanden.
Welnu, dat is niet genoeg. Ik zou min
stens 'driehonderd dollars bij vooruitbeta
ling willen 'hebben bovendien en dat om
uwentwil."
Om m ij ne ntwi 1
„Ziet gij dan niet in, dat ik, om u eer
aan te doen als uwe bloedverwante, eene
menigte mooie zaken moet hebben? Schot
sche blouses en, zoo dan al geen Schotsche
muts, dan -toch een cair gormbroche. Ik
zag er gisteren eene, die een prachtstuk
was en slechts tweehonderd gulden kostte
Eene tante van u kan niet zonder een goede
uitrusting een boottocht door Holland on
dernemen."
„Ik heb het toilet bewonderd, dait u
draagt. Het zit uitstekend."
„Dank u," maar het is bijna een eeuw
oud en het eenige, dat mij overblijft. Wat
mijn hoed en schoeisel betreft... maar Tibe
en ik hebben in den Iaatsten tijd onver
dienden tegenspoed gehad."
„Dat spijt mij zeer. Natuurlijk zult gij
driehonderd 'dollars hebben, om mede te
beginnen."
„Het is waar ook, ben ik voortaan me
vrouw of Miss?"
„Dat zult u zelf het beste weten."
„Iü bedoel in de rol van uw tante."
„O, u is noch mevrouw, noch Miss."
„Heusch
„Ik bedoelgij zijt eene getrouwde
vrouw; maar Lady."
„Dat zal duurder uitkomen. Iemand met
een titel moet ook een diamanten ring dra
gen; dat gevoelt gij wel, niet waar?"
„Ja, nu gij er van spreekt.",
„Zoudt gij wenschen dat ik in huis een
mutsje droeg? Een echte Schotsche tante
doet dat."
„Dat klinkt alsof zij een .kamermeisje
was
„Volstrekt niet. Ik ben er zeker van, dat
een echte Schotsche tante een mutsje
draagt."
„Mijne echte Schotsche- tante doet dat
niet. Zij is om en bij de veertig, maar ziet
er uit als iemand van vijf en twintig. Nie
mand zou haar voor mijne tante aanzien."
„Maar gij*" wenscht dat iedereen mij voor
uwe tante zal houden?"
„O! koop een mutsje, zoo gij dat wilt.
„Het moet van eohte kant zijin."
„Koop het."
„En een, om dat, zoo noodig, te ver
vangen."
„Koop dat ook. Koop er een dozijn, zoo
gij dat wenscht."'
„Zeer goed. Gij lieBt immers gezegd dat
mijne betrekking op heden ingaat?"
„Ja, dat wilde ik u juist vertellen. Ik
moet eene tante hebben tegen van avond.
Zij komt uit Schotland, weet u."
„Met baar hond. Dat is gemakkelijk."
„Ik hoop dat de meisjes van honden hou
den."
„Dat zullen zij, als zij lief zijn."
„Zij zijn allerbekoorlijkst; die eene is een
Engelsche, de andere een Amerikaansche
lk aanbid beidenziedaar waarom ilc Zoo
zeer om eene tante verlegen ben. Eene tante
aan ihaar te kunnon voorstellen is mijn hoop
om van baar gezelschap te mogen genieten,
op den boottocht waarvan ik u schreef. Ik
zou zoo iets nooit doen, als ik niet wanhopig
was; maar zelfs in mijn wanhopigen toe-
staneï zou ik er niet toe overgaan, indien ik
niet een behoorlijke tante had kunnen vin
den, eene tante die... die..."
„Zulk een mooien aanbevelingsbrief kon
ver toonen als die, welken ik u van den
Am er i k aan s c hen Consul toezond. Waarlijk,
lieve neef, u moest eene vrouw als Lk be
schouwen als een tusschen de struiken
verwarde ram."
„Ik wil u gaarne op die manier beschou
wen maar de Consul trad niet in bijzon
derheden..."
„Daü was onnoodig."
„Misschien Alles is 'dus geregeld. Ik zal
u vijfhonderd dollars in guldens voortellen.
Koop, wat u goeddunkt, als het slechts bij
eene tante past. Ik zal u aan de zeven-uurs-
trein aan het Beursstation afhalen."
„Begrepen! Ik zal daar zijn niet Tibe en
onze bagage. Maar gij hebt mij uw naam
nog niét gezegd. Ik onderteekende mijn
brief aan u met dén naam Mary Milton
Gij waart echter zoo voorzichtig..."
„Ik 'heet Ronald Starr. Mijn tante is
Laidy Mac Nairlne."
Ik stikte bijna in een kersempit. Reeds
lang bad ik geraden boe hij heettemaar
den naam van Lady Mac Nairne had ik zeer
zeker niet verwacht.
„Om en bij de veertig, maar zij ziet er
uit als iemand van vijf en twintig."
Ja, dat was een zeer juiste beschrijving
van Lady Mac Nairne; maar er had nog
heel wat meer bijgevoegd kunnen worden
door hare bewonderaars, waaronder ik mij,
nog geen jaar geleden, geschaard lhad, een
talrijke schare gasten op een landgoed ioi
Schotland.
Wordt vervolgd