M°. 34». T"* Jnarjganjg. Dinsdag 23 Februari 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post- 1.00. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zonen Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF 6 C°. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f O.B Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cent» bjj voeruitbetaM&f. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrjjf bestaan zeer voordoelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. Oostenrijk en Servië. De gespannen verhouding tusschen Oos tenrijk en Servië is en blijft een bron van verontrustende geruchten Gezaghebbende organen doen mee aan het verspreiden van die geruchten. Zoo heeft de Neue .Frede Presse in het laatst der vorige week bericht, dat de in Servië bestaande gisting de' mo narchie Oostenrijk-Hongarije voor de nood zakelijkheid plaatst om klaarheid te brengen in de verhouding tot ServiëOver de plan nen, die men te Weenen heeft met Servië, berichtte het blad Oostenrijk-Hongarije wenscht er volledige zekerheid over te krij gen, of Servië oorlogszuchtige plannen heeft oi niet. Wanneer het eerste het geval mocht zijn, dan zou men hier aan eene spoedige beslissing met de wapenen de voorkeur ge ven boven den tegenwoordigen toestand van den gewapenden vrede, die groote geldmidde len vastlegt en waarvan de duur niet vooraf ka"n worden bepaald. Servië heeft daarom kans binnen korten tijd voor een „het een of het ander" gesteld te worden. Men zal waarschijnlijk tot de Servische regeering de vraag richten, welke plannen zij nastreeft met de toerustingen, en van haar antwoord zullen de verdere besluiten van Oostenrijk- Hongarije afhangen. Bij de ondervinding, die men met Servië heeft opgedaan, kan men zich niet tevreden stellen met eene eenvoudige verklaring, dat er vreedzame be doelingen bestaan men moet. daden verlan gen, die dat bewijzen, in de eerste plaats, dat de toerustingen terstond gestaakt wor den. Maar dat zou alleen niet voldoende zijn, maai- Servië zou waarborgen moeten geven, waardoor wordt verhinderd, dat het in de toekomst naar goedvinden de rust van Europa kan verstoren^" Een later bericht hield in, dat de geruch ten, die gewaagden van oen ultimatum, dat voor de deur zou staan, niet met de werke lijkheid overeenkomen. „Er is geen twijfel aan, dat Servië zich uitdagend gedraagt en eene dreigende liouding aanneemt, en even eens is liet zeker, dat de Oostenrijksch-Hon- gaarsche monarchie niet met gevouwen han den dit kan blijven aankijken. Van een ulti matum is echter voor 't oogenblik geen sprake, omdat de monarchie het voornemen heeft hare vreedzame bedoelingen tot de uiterste grens van de mogelijkheid te doen blijken." Dat klinkt iets minder dreigend dan het vorige bericht, maar duidt toch aan, dat de spanning aanhoudt. Al verklaard men in Weenen, dat men den eersten stap tot den aanval niet wil doen, men acht tocht uitda gingen van Servische zijde mogelijk en men meent, dat, als die voorkomen, Oostenrijk niet in gebreke kan blijven er op te antwoor den. Onder die omstandigheden is de vraag op gekomen of de tijd niet gekomen is voor denden om bemiddelend op te treden. Van verschillende zijden wordt dit denkbeeld ge opperd. In Londen wijst de Daily News, als het beste middel om uit de tegenwoordige moeielijkheid te geraken, op de bemidde ling van twee bevriende, geheel buiten den strijd staande staten, zooals b.v. Du its oh- land en Frankrijk. Uit eene modedeeling in de Temps kan men opmaken, dat in dien zin reeds pogingen worden aangewend. Te Parijs heeft minister Pichon in de laatste dagen verschillende gesprekken met de ge - zanten van Duitschland, Engeland, Italië en Rusland gehad om van gedachten te wis selen over de mogelijkheid tot het geven van collectieven raad met het oog op de regeling van het Oostenrijksch-Servische geschU. Er werd bijgevoegd, dat de gebeurtenissen se dert verder zijn gegaau en dat het kan zijn, dat, als een gemeenschappelijk optreden mogelijk werd geacht, het een meer alge meen karakter zou hebben. In verband met deze conferentiën wordt aan de Neue Freie Presse uit Parijs be richt, dat Rusland in deze kwestie eene houding inneemt, die zich niet geheel dekt met de politiek van de andere groote mo gendheden. Ook buiten de vraag der erken ning van den Koning van Bulgarije schijnt Rusland in de Balkan politiek eene houding aan te nemen, die niet geheel conform is met de politiek van de andere mogendhe den. Het schijnt, dat tengevolge van deze houding van liet Russische kabinet de bijna reeds prijsgegeven gedachte aan de confe rentie weer op den voorgrond is getreden Men wil namelijk slechts een zoodanigen stap in Servië ondernemen, die een zoo al gemeen mogelijk karakter heeft en dus de ondersteuning van alle onderteekenaars van hot Berlijnsche verdrag zou vinden. De ver tegenwoordigers van Engeland, Frankrijk en Italië te Berlijn zijn voornemens een stap te ondernemen, die zou bedoelen te onderzoeken of het mogelijk is eene gemeen schappelijke vriendschappelijke actie van de kabinetten van Parijs, Londen, Rome en Berlijn te ondernemen tot bijlegging van de Oostersche moeielijkheden. Opmerkelijk is aan dit bericht inzonderheid het feit, dat althans in dit geval de overeenstemming tusschen Rusland en de andere kabinetten in het tegenwoordige oogenblik ontbreekt. Overigens spelen ook in de ministerieele crisis, waarin Servië zich nu bevindt, de buitenlandsche betrekkingen eene groote, zoo niet de grootste rol. De Neue Freie Presse schrijft het aan den invloed, dien de oude leider der radicalen Pasitsch achter de schermen heeft uitgeoefend, toe, dat het kabinet-Velimirowitsch zijn onislag heeft moeten nemen. Zij beschouwt ook dezen staatsman als meester van den toestond en ziet daarin een gunstig teeken voor den vrede, omdat „men weet, dat Pasitsch de eenige onder de radicale staatslieden is, wien het in werkelijkheid ernstig om het behoud van den vrede te doen is, en dat hij, al moge hij overigens nog zoo onbe trouwbaar zijn, genoog gezag onder zijne partijgenooten bezit om, als het er toe mocht komen, openlijk te erkennen, dat Servië zich in geen oorlog met Oostenrijk-Hon- garije mag inlaten. In werkelijkheid vreest men in Servië den oorlog, ondanks alle pocherijen En omdat men weet, dat Pa sitsch in staat zal zijn den oorlog op het gegeven tijdstip te beletten, wendt de op merkzaamheid van het publiek zich tot hem. Pasitsch is dus de meester van den toestand In zooverre hebben de gebeurtenissen der laatste dagen in de hoofdstad van Servië ook voor het buitenland eene grootere be teekenis." Frankrijk. P a r ij s 2 2 F e b r. De ministers van buitenlandsche zaken, handel en landbouw zullen morgen in de betrokken Kamercom missie de besluiten van de regeering betref fende de herziening van het tarief van invoer rechten mededeelen. P a v ij s, 2 2 F eb r. Men voorziet vrij ernstige moeielijkheden tusschen de com missie voor het tarief van invoerrechten en de regeering. De regeering is besloten met kracht een vrij groot aantal voorstellen van de commissie te bestrijden, met name betref fende de rechten op oliehoudende zaden, oliën, zijden weefsels, andere textiele goe deren, staal en gietijzer, die Frankzijk zou den blootstellen aan ernstige represailles van de zijde >an Engeland, de Vereenigde Staten en Zwuserland. De vei-sohillen tus schen de commissie en de regeering zijn zeer scherpde regeering heeft besloten voor de Kamer de kwestie van vertrouwen te stellen op verscheidene punten. l)e minister van financiën Caillaux heeft zijn rapport over de voorstellen van den minister van marine tot reorganisatie van de vloot hij den ministerraad ingediend. Hij erkent de noodzakelijkheid van nieuwe uit gaven voor de vloot, maar wil slechts de helft van de door Picard verlangde credieten toe staan. Minister Picard zal Donderdag ont- woordenhij schijnt met gezind te zijn, in eene vermindering van de credieten toe te stemmen. De France militaire bericht, dat volgens de pas verschenen officieele cijfers, de krijgs raden in het jaar 1907 10,899 aanklachten hebben behandeld, waarvan 3689 gevallen weigeringen om onder de wapenen te komen en gevallep vari* desertie betroffen. Het blad is van meeuing, dat dit cijfer, inzonderheid na de invoering van den tweejarigen dienst tijd, een treurig bewijs levert voor het ge mis van militairen geest bij de Fransche jeugd. Engeland. Londen, 2 2 F e b r. Bij de voortzet ting dei- behandeling van het adres van ant woord op de troonrede diende de liberaal Ponsonby een amendement in, waarin werd aangedrongen op de indiening, in deze zit ting, van een wetsontwerp tegen het Heeren huis op den door wijlen Campbell Banner- man in het jaar 1907 aangegeven grondslag. De eerste minister Asquith herhaalde de vroeger afgelegde verklaringen betreffende het Hoogerhuis. Deze zaak is van overwe gend gewjcht, maar als de door Ponsonby aanbevolen weg werd ingeslagen, dan zou dat leiden tot onmiddellijke stremming van het werk in deze zitting en daartegen bestaan onoverkomelijke bezwaren. De regeering is niet van zins aan het Hoogerhuis het recht af ie staan om den. tijd voor de ontbinding voor te schrijven, en er staan zaken op de agenda, die om de eer van de partij en in liet belang van het land niet onaangevat of half afgedaan kunnen blijven. Hij somde verschillende wetsontwerpen op, die de regeer ing op baar program heeft staan, en zeide, dat dit werk was van het hoogste belang, dat de onmiddellijke aan dacht van het Huis eisohte. Maar de regee ring was niet van plan den genoemden maat regel op te geven of uit te stellen. Bij de eerste gunstige gelegenheid, die met de op het parlement rustende verplichtingen ver- eenighaar is, zal de zaak voor het land wor den gebracht. Door een kort uitstel zal niets verloren worden. Tweede telegram. Het amende- ment-Ponsonby \- verworpen met 225 tegen 42 stemmen. Over de vraag of het in dit jaar zal komen j tot de ontbinding van net lagerhuis en tot algemeene verkiezingen voor een nieuw par- lement, blijft steeds onzekerheid heerschen. Voor hen, die dit verwachten en hopen, klinkt als eene teleurstelling een woord, j dat de minister Burns sprak in het debat- over het voorstel van de arbeiderspartij om in het adres van antwoord op de troonrede eene zinsuedo op te nomen ten behoeve van j eene betere zorg voor de werkloozen. Hij zeide namelijk: „Wanneer wij, zooals het geval zal zijn, nog drie jaren langer aan het bewind zullen zijn, dan zullen wij nog veel meer voor de werkloozen doen. Deze mede- deeling wekte veel belangstellingaller blik ken richtten zich op den eersten minister, die toestemmend glimlachte alsof de open hartige woorden van zijn ambtgenoot hem naar den zin waren. Portugal. P a r ij s, 2 2 F e b r. Een dépêche uit Lissabon maakt melding van een botsing tusschen de civitle garde en bandieten uit het Spaansche vlek Sobrarde. Vijf bandie ten werden gedood en vijf gevangen ge nomen Oosten rijk-HongariJa. Uit- Serajewo wordt- aan de Vossische Ztg. bericht, dat de Bosnische landsregeering, om plaats te krijgen voor de inkwartiering van de troepentransporten, die binnen kort op I hunne bestemming zullen komen, de sluiting van alle scholen in Bosnië en Herzegowina heeft gelast. Bij de behandeling van het wetsontwerp tot vaststelling van het militiecontingent in den Hongaarschen i*ijksdag heeft de minis ter van landsverdediging, generaal Jekel- falussy, eene verklaring afgelegd, 'die door sommige bladen wordt opgevat als eene aan kondiging, dat rekening gehouden wordt met de mogelijkheid van een oorlog. In ant woord op eene .vraag betreffende de man schappen van de vloot, die, ofschoon zij hun ne vier jaren dienst met December jl. had den volbracht, toch nog onder de wapenen gehouden werden, zeide de minister: „Vol gens de beschikkingen, die zijn genomen, zullen deze manschappen nog in dienst blij ven tot aan het einde van het loopende jaar, ook als er tot- dien tijd geen oorlog uit breekt. Breekt de oorlog uit-, dan zullen zij moeten dienen tot het einde van den veld tocht." Servië. P a r ij s, 23 Febr. Uit Belgrado wordt aan de Petite RépuBlique bericht: De reis van den Koning van Servie naar Italië is uitgesteld op raad van den Koning van Ita lië, die van oordeel is dat dit bezoek op het huidige tijdstip niet wenschelijk is, evenmin als dat van kroonprins George. Belgrado, 23 Febr. Men bericht, dat het nieuwe kabinet Novakowitech als voorzitter zou hebben en zou zijn samen gesteld uit oud- en jong-radicalen. Uit Semlin wordt aan een te Weenen ge vestigd correspondentiebureau bericht, dat de Koning van het te vormen ministerie bij voorbaat eene bindende toezegging wil verkrijgen, dat dit terstond na het aanvaar den van zijne ambtsfunctiën door middel van een aan de groote mogendheden te zen den nota er opheldering over zaJ geven, dat de verlangde militaire credieten niet voor een oorlogsdoel dienen, maar enkel d« sedert een tiental jaren zeer verwaarloosde j uitrusting van het Servische leger moeten I verzekeren. Daarmee wordt het doel be- oogd, zonder eenige aanvalsneiging het even- I wicht tegenover dè naburige stoten vaii Ser- j vië te verkrijgen. Koning Peter hoopt, dat eene dergelijke verklaring in staat zal zijn geruststelling te verschaffen over de ware J bedoeling van de Servische regeering en in- i zonderheid elk conflict met de regeering van Oostenrijk-Hongarije te voorkomen. BuIgarU*. Petersburg. 22 Febr. Het Pe- tersburgsche Telegraafagent-schap bericht: Heden begaf koning Ferdinand zich naar Zarskoje Selo. Hij werd aan het station <yit- vangen door den Czaar en grootvorst Michael Alexandrowitsch. Van het station begaven de vorsten zich naar het Alexandra-paleis. Par ij s, 22 Febr. Uit Sofia wordt aan de Temps bericht, dat de pers en de politieke kringen blijven volhouden, dat Bul garije als koninkrijk erkend is door Rusland, Frankrijk en Engeland. De betrokken ge zantschappen spreken dit tegen. Regeeringspersonen zijn van meening, dat Ferdinand eenigen tijd te Petersburg zal blijven. Par ij s, 22 Febr. De Temps bericht uit Konstantinopel, dat alle gezanten giste ren aan de Porte eene nota overhandigden, •waarin aan Turkije de verzekering wordt ge geven, dat hunne regeeringen de onafhanke lijkheid van Bulgarije en het- koningschap van Ferdinand niet zullen erkennen, zoolang Turkije daarin niet toestemt. P a r ij s 2 2 Febr. Onder uitdrukke lijk voorbehoud deelt de Liberté telegram men mede uit Rome, berichtende dat Italië Bulgarije als koninkrijk heeft erkend. De Balkancrltfs. Weenen, 2 2 F e b r. De Oostenrijksch- Servische toestand geeft wederom aanleiding tot ongerustheid. Er wordt thans bericht, dat Rusland verlangt, dat vertoogen zullen worden gehouden door de onderteekenaarj van het Berlijnsche verdrag met alleen te Belgrado maar ook te Weenen. Er wordt bijgevoegd, dat Duitschland weigert hieraan mee te doen. Tweede telegram. Aan de beurs wordt officieel te kennen gegeven, dat de geruchten, volgens welke den oorlog met Servië onvermijdelijk en eene besliste zaak is, allen feitenlijken grondslag missen, of schoon de toestond onmiskenbaar ernstig is, zijn er toch geene maatregelen van de re geering aanwezig, die eene aanwijzing zou den zijn, dat Oostenrijk-Hongarije wil af wijken van zijne tot dusver gevolgde vreed zame politiek. Weenen, 22 Febr. Het gerucht J ;>t, dat Oostenrijk zijne toerustingen vcortzet om gereed te zijn als Servië een oorlog mocht uitlokken. Er is nog geen en kele stop van de mogendheden gedaan te Weenen of te Belgrado. Weenen, 22 Febr. De hervatting der anti-Oostenrijksche manifestaties te Bel grado wordt met kalmte onder de oogen gezien. Een wederopleving der nationale gevoelens in Montenegro wordt voorzien. Londen, 22 Febr. De gedachten- wisseling tusschen de onderteekenaren van het verdrag van Berlijn betreffende de Oos tenrijksch-Servische betrekkingen hebben nog niet tot eene positieve oplossing geleid. Naar hel En geleek 83 VAN C. N. BN W. M. WILLIAMSON. Beneden hoorde ik Starr Miss Van Buren aansporen op dek te komen. „Bekommer u er niet om, dat alles nog niét op zijne plaats ligt," zeide 'hij, „dat kan later geschieden. Gij moet thans vaarwel zeggen aan Rotter dam. Wie weet wat er met ons allen gebeurd zal zijn, voordat wij terugkomen." „Het zou niet aan mij liggen, indien twee onzer dan nietfwaren verloofd,'' dacht ik hoopvol, toen de oogen van Miss Van Buren, uit de diepte opstijgende als starren boven een donkeren horizon, de mijne ontmoetten. Er lag geen uitdrukking in, alsof zij mij herkende. Schijnbaar geheel en al vergeten hebbende, dat zij mijne onbeduidende trek ken ooit op land of zee had aanschouwd, kwam zij lachend naar boven, op den vriend- schappelijksten voet met Starr. De stoel, welke als voor haar aangewezen leeg stond, was vlak bij het stuurwiel en ik hoopte, dat zij hem zou kiezen. Maar lie ver dan zich aldus te laten vangen, stapte zij over Tibe heen en duwde hare stiefzus ter-een weinig achlteruit met-een „Vergeef mij, lieve." De schilder gun'de mij geen blik; maar zijne stem had een klank, die verried, dat er eene guitige uitdrukking in zijne oogen moest liggen, toen hij zeide: „Tante Fay, Miss Van Buren en Miss Rivers, ik moet u een vriend voorstellen van wien ik u sprak onzen kapitein Jonkheer Van Brederode." Miss Rivers glimlachte allerliefst met- een mooi blosje van ongekunstelde verrassing, zooal-s ik gaarne op een ander en nog schoo ner gelaat zou hebben gezien. „Hij merk waardig!" riep zij uit, „'dat gij een vriend' van mijnheer Starr moest wezen Ik geloof, dat wij elkander -te voren reeds bijna hebben ontmoet; nietwaar Keil?" „Werkelijk?" vroeg Miss Van Buren on schuldig „Ik ben eeuigszins bijziende en 'bezit zulk een ellendig geheugen voor ge zichten. Tenzij iemand mij bijzonder opvalt, moet men mij gewoonlijk tweemaal voorge steld worden, voordat een gelaat mij bij blijft." „O! maar Nell," protesteerde Miss Rivers, „je weet toch zeker nog wel, dat wij mijn heer Van Brederode met je neef in het Delftsche Museum zagen e-n daarna heb je hem „De kleeren van iemand maken zulk een verschil uit," merkte Miss Van Buren op. „O! ik dacht- niet zoozeer aan je avontuur in zee, als toen Jonkheer Van Brederode op het coucours meereed." „Ik vrees, dat ik naar de paarden keek," verklaarde haar stiefzuster. Indien Robert aanwezig ware geweest, zou hij waarschijnlijk lust gevoeld hebben zijn nichtje om de ooren te geven; dat ver langen rees niet bij mij op, ofschoon de mijne tintelden. Ik zou liever Robert een pak slaag hebben toegediend; want ik zag in, dat met de beste bedoelingen der wereld (en goede bedoelingen zijn zulke gevaarlijke wapenen), mijn al te trouwe vriend er in geslaagd was mij onverdragelijk te doen schijnen. Misschien had hij haar wel den indruk gegeven, dat ik er op gepocht had haar binnen een zeker tijdsverloop te zul len ontmoeten „Wat- is een jonkheer?" vroeg de zooge naamde Lady Mac Nairne aan Starr. „Ik weet het niet precies,'' erkende hij. „Niet? Maar lieve neef, 'hoe kun je daar omtrent onkundig zijn, als je een oud vriend hebt, die een jonkheer is?" (Lag er niet een weinig ondeugd in deze vraag verborgen?) „Ja, ziet u, van het oogenblik af, waar op ik hem leerde kennen, heb ik altijd aan hem gedacht als aan Alb," verklaarde Starr haastig. „Alb. is een soortlieve lingsnaam." „Dat beteekent zeker iets. vriendelijks in het Hollandsch," zeide Miss Rivers op haar lieve, zachte wijze, die zoo duidelijk te kennen gaf, dat zij gaarne ieder om haar heen gelukkig zou maken; „maar ik meen mijnheer Van Buren te hebben hooren zeg gen, dat jonkheer gelijk stond met onzen titel baron. Is het niet, mijnheer?" „Zoo ongeveer." gaf ik ten antwoord. „Dat vvo.ord gij moet het mij verge ven blijft in de keel zitten als een korstje brood," zeide tonte Fay. „Gij kunt hem allen „Alb" noemen," verzekerde Starr. „"Waarom ons niet 'e vergenoegen met „kapitein"?" vroeg Miss Van Buren, met kalme onbeschaamdheid naar mijne mooie zeemanspet kijkende. „Wij zullen hem waarschijnlijk nooit aan wal kennen waar om zouden wij het ons dan lastig maken met Hollandsche namen en titels? Hij kwam aan boord om onze kapitein te zijn dus stel ik voor aan hem to denken en hem toe te spreken onder den naam van „kapi tein"?" Starr boog zich voorover oim Tibe te stree- len en schudde over liet geheele lichaam. „Ha, ha, ha! Ik 'heb nog nooit zulk een grappigen staart gezien I" riep 'hij schater lachend. Maar niemand anders lachte en Miss Ri vers wierp hare stiefzuster een verwijtenden, vragen-den blik toe Hare violetkleurige oogen vroegen duidelijk: „Maar, kindlief, wat bezielt je, om zoo onbeleefd tegen een armen, onschuldigen vreemdeling te zijn?" Ik had gaarne dezelfde vraag gedaan; maar ik zeide niets en vergenoegde mij het stuurwiel rond te draaien met liet gelaat van dien molenaar, die langzaam maar heel fijn maalt èn een kouden maar vastbesloten glim lach te laten zien die mijne vijandin moest verwittigen: ,,0! zoker, gij zult mij aan wal kennen en mij liefhebben aan waldus deed* gij maar beter u te schikken in wat u on vermijdelij k wariht. Zij ving mijne uitdrukking op en wat meer zegt, ik ben overtuigd 'dat- zij 'haar verstond. Natuurlijk verfoeide zij mij daarom nog slechts te meermaar wat beteekent een steentje meer achter de poort der weerstand- biedende citadel gerold, of een vat min of meor kokende olie om op de hoofden der belegeraars uit te gieten? Als zij onwankel baar zijn in hun besluit 'haar in te nemen, komt alles in bet eind tooh op hetzelfde neer. Gelukkig voor de stemming der anderen, is de schoone Vijandin niet iemand om te pruilen. Wel is^waar sprak zij mij niet uit eigen beweging toemaar na eens en voor altijd te kennen gegeven te hebben wat zij j van den straf vaardigen indringer dacht, ver- moeide zij haar arm hoofd niet met het toe- j brengen van verdere kastijding. Inplaata daarvan, gaf zij zidh met hart en ziel over aan hare onverdeelde vreugde -voor het eerst een boottocht te maken. Zij genoot er zooda nig van, dat, zoo zij een poesje ware ge weest, ik geloof, dat zij er van aan 'het spin nen zou zijn gegaan. „Mijn boot! Mijn boot!" herhaalde zij, nadruk op -die woorden leggende. „O! zou men weten dat- het mijn boot is? Ik wildie, dat dit mogelijk ware! Ik zou willen, dat zij j zich aan mij leerde hechten. Ik weet dat zij leeft, dat haar hart klopt. Wat Tibe voor Lady Mac Nairne is, zal de Lorelei voor mij wezen, wij hébben nooit geleefd tot hiertoe, wel, Phil? En bon je niet blij dat wij kwa men? Wie weet, wat er hierna van ons wor- 1 den zal, want wij kunnen stellig nooit weer huiswaarts keeren, en liet leven hervatten van voorheen." 1 ..Dat zult gij ook niet. Daarvoor zal ik I zorgen," dacht ikmaar ditmaal keek zij zelfs niet nnar de klep van mijn pet. Hare van kinderlijk geluk stralende oogen bestu deerden elke nieuwe uiting van het rivier leven, dat 'haastig aan ons voorbijgleed. W»rdt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1