861. Eerste Blad.
7"* Jttarvang.
Zaterdag 13 Maart 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
P«r 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
AdvertentiSnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordcelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
ciroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Aan hendie met 1 A.pril
a. s. op dit blad int eekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Maart nog
zullen verschijnenkoste
loos toegezonden.
Politiek Overzicht.
Oostenrijk en Servië.
Met- de bekendmaking van de tusschen
de Russische en Servische regeeringen ge
wisselde nota's is zeker nog niet het uitzicht
geopend, dat het Oostenrijksch-Serviscbe
conflict binnen kort uit den weg zal zijn
geruimd. Ruslands houding in zijne nota is
die van een vaderlijken vriend, die een on-
gehoorzamen knaap zijne feilen onder het
oog brengt. Het waarschuwt de Servische
regeering, dat zij de sympathie van de mo
gendheden niet zal kunnen bewaren, als
zij volhardt bij eischen, die tot een gewa
pend conflict met Oostenrijk-Hongarije
kunnen leiden. Het drukt de hoop uit, dat-
Servië zijne belofte trouw zal blijven om
de raadgevingen van de mogendheden op
te volgen, en voegt daaraan uitdrukkelijk
nog den raad toe, dat de Servische regee-
riing onder de bestaande omstandigheden
openhartig aan de mogendheden zal verkla
ren, dat zij niet volhardt bij hare gebieds-
eischen en aan de beslissing van de mogend
heden alles overlaat wat op de oplossing van
de hangende kwestièn betrekking heeft.
Op dezen raad gaat de Servische ï-egee-
ring slechts ten halve in. Zij verklaart
niet, dat zij haren eisch van gebieds-
compensatie laat vallen. Alleen zegt zij, dat
zij van Oostqnrijk-Hongarije geen compen-
satiën verlangt, van welken aard ook, om
dat naar hare meening de Bosnische kwestie
eene Europeesche kwestie is, die. aan de
beslissing van alle onderteekenaars van het
verdrag van Berlijn onderworpen is. In den
zin van dat standpunt .laat Servië, op de
wijsheid en rechtvaardigheid van de mo
gendheden vertrouwende, zonder voorbe
houd aan hen als het bevoegde gerechtshof
zijne zaak over.
Servië verlangt dus niets van Oostenrijk,
maar wel verlangt het iets van de mogend
heden. De Vossische Ztg. merkt naar aan
leiding daarvan op: Servië bedoelt niet
zich den grond van zijn buurman toe te
eigenenvoorloopig zou het zich misschien
er mee tevreden stellen, als goede menso'hen
het behulpzaam wfLden zijn het recht van-
bezifc van dezen buurman op dien grond in
twijfel te trekken. De Bosnische kwestie moet
open gehouden wordenzij moet voor eene
Europeesche conferentie gebracht worden.
Dat is het doel van de Servische nota. In
Europa bestaat over 't algemeen geen nei
ging aan dezen wensch gevolg te geven
niettemin is echter de verdenking niet af
te wijzen, dat men in Rusland op dit punt
één van zin is met Servië en dat men daar
hoopt ook andere staten op datzelfde stand
punt te brengen. Uitdrukkelijk beveelt de
Russische nota, die aan de Servische vooraf
ging, den Serven aan, dat zij alles wat op
de oplossing van de open staande vragen"
betrekking heeft, aan het besluit van de
groote mogendheden overlaten." Welke zijn
deze open vragen? Rusland noemt ze niet;
door dit verzuim is aan alle dubbelzinnig
heden volledige speelruimte gelaten. De poli
tieke vragen, die op Bosnië betrekking heb
ben, zijn naar de meening van Oostenrijk-
Hongarije niet meer open, maar gesloten;
economische voordeelen daarentegen, zooals
b.v. gunstige tol- en spoorwegtarieven,
maatregelen tot vergemakkelijking van in
voer en doorvoer, aanleg van spoorwegen,
kunnen den Serven alleen hunne buren, niet
de mogendheden bieden. De conferentie als
„bevoegd gerechtshof", die Servië en waar
schijnlijk ook Rusland wenschen te zien bij
eenkomen, is en blijft voor Oostenrijk on
aannemelijk. De eenige conferentie, die mo
gelijk ware, zou zijn eene, waarin enkel de
handteekeningen voor voldongen feiten wa
ren te geven, dus eene conferentie, die even
goed als door diplomaten door gevolmach
tigde loopjongens zou kunnen worden bijge
woond. Eene andere conferentie is en blijft
ondenkbaar.
„Servië zegt in de nota niet, wat het plan
heeft te doen, als het „bevoegde gerechts
hof", zooals is te voorzien, niet tot stand
komt. Er is echter nog eene tweede, veel
gewichtiger leemte in de nota aanwezig. In
het- Russische stuk werd Servië verzocht
geene militaire maatregelen aan de grens te
nemen. Het Servische antwoord verklaart
nu wel is waar, dat Servië geen plan heeft
een oorlog met de naburige monarchie uit
te lokken, maar bewaart over de toerustin
gen het stilzwijgen. Servië staakt niet alleen
zijne toerustingen niet, zooals uit tal van
berichten 'blijkt, maar zet ze integendeel ijve
rig voort. Oostenrijk-Hongarije wordt daar
door aan zijne grens voor en na verontrust
en is genoodzaakt kostbare militaire voor
zorgsmaatregelen te nemen. Reeds om deze
reden is de tegenwoordige toestand onhoud
baar. De Servische nota kan alleen be
schouwd worden als eene poging van de Ser
ven om diplomatiek terrein te winnen. Eene
verzachting van de Servisch-Oostenrijkscbe
betrekkingen heeft zij niet gebracht. Het is
mogelijk, dat de verzachting nog komt, maar
waarschijnlijk is het, dat zij niet komt-."
Duitschland.
De Sckwabische Herkur neemt een beslist
afwijzend standpunt in ten aanzien van het
compromis, waartoe de commissie van den
Rijksdag voorloopig gekomen is, ten aan
zien van het voor de directe belastingen ge
reserveerde deel der hervorming van de
rijks financiënzij houdt vast aan de rijks
successiebelasting. Hetzelfde standpunt ne
men ook de regeeringen van Beieren. Baden
en Saksen in
Frankrijk.
P a r ij s, 12 Maart. De vergadering
van den ministerraad van morgen zal er over
beslissen of de harmonie tusschen de minis
ters van marine en van financiën zal worden
gehandhaafd, dan wel eene partieele crisis
zal uitbreken. Er schijnt echter in den loop
van den avond eenige ontspanning te zijn ge
komen in den toestand.
P a r ij s, 1 2 M a a r t. Aan het einde van
de interpellatiën over de begrenzing van de
w i jnb o u wc am p agne werd met 412 stemmen
tegen 92 overgegaan tot de eenvoudige orde
van den dag, zooals de minister van land
bouw had gevraagd.
P a r ij s, 1 2 M a a r t. Na eene verga
dering, die heden namiddag was gehouden
door ambulante postkommiezen van de lijn
ParisLyonMéditerranée tot bespreking
van eenige eischen, door hen gesteld, gin
gen de deelnemers manifesteeren voor het
hoofdkantoor der posterijen. De onder
staatssecretaris van de posterijen en de pre
fect van politie kwamen tusschen beide,
maar werden uitgejouwd. De betoogers
drongen de bureau's binnen, waarna de po
litie optrad en een aantal personen in hech
tenis nam, in 't geheel 40 man. Het werk
wordt op normale wijze verricht-,
Dreyfus heeft zijn proces tegen Libre
Parole en Action Fran$aise, welke bladen
hij wegens smaad om 120,000 frank schade
vergoeding had aangesproken, voor den bur
gerlijken rechter verloren. De rechtbank ver
klaarde zich onbevoegd.
0 r a n, 12 Maart. Kadur-Pal en
zijne voornaamste medeplichtigen, die door
den krijgsraad tot dwangarbeid zijn veroor
deeld, hebben zich niet in cassatie voorzien.
Zestien andere deserteurs van het vreemden
legioen, die tot twee jaren gevangenisstraf
werden veroordeeld, hebben de voorziening
in cassatie onderteekend.
Engeland.
Londen, 12 Maart. De marine-
begroofling voor het jaar 1909/1910 be
draagt 35,142,700 p. st.. tegenover
32,319,500 p. st. in 1908/1909.
Voor aanbouw van nieuwe schepen wordt
gevraagd 8,885,194 p. st., tegen 7,545,202
p. st. in het vorige dienstjaar.
Er wordt gerekend op het op stapel zet
ter. van 4 Dreadnoughts, 6 beschermde
kruisers, 20 torpedovernielers en een aan
tal onderzeesche booten, die een half mil-
lioen zullen kosten
Met den bouw van de twee Dreadnoughts
zal begonnen worden in Juli in plaats van
op het einde des jaars, met den bouw van
de twee anderen in November, zooals ge
woonlijk
De minister van marine Mc Kenna ver
klaarde, dat het noodig zou kunnen zijn,
dat in den loop des jaars toebereidselen
worden gemaakt voor den bouw van nog
vier groote pantserschepen. Daarom vroeg
hij machtiging van het parlement om tij
dig maatregelen te nemen, waardoor het
mogelijk zou zijn den bouw te beginnen op
1 April 1910, zoodat de schepen in Maart
1912 gereed zouden kunnen zijn.
Het wetsontwerp op het Indische bestuur
zal waarschijnlijk tot een conflict leiden
tusschen het hoogerhuis en het lagerhuis.
Bij d i behandeling van de artikelen van het
wetsontwerp in het hoogerhuis, stelde mi
nister Morley voor de bepalingen te her
stellen, die betrekking hebben op de in
stelling van bestuursraden in de provinciën,
tot bijstand van de luitenant-gouverneurs.
Hij legde daarbij een telegram over van den
onderkoning lord Minto, die namens de In
dische regeering den wensch naar instelling
van deze raden uitdrukte. De vergadering
handhaafde echter haar besluit tot verwer
ping. Nu kan worden verwacht, dat het
lagerhuis deze bepalingen weer zal opnemen
in het wetsontwerp, en dan zullen de lords
vcor de keuze staan om öf toe te geven of de
gevolgen van het niet tot stand komen van
deze wet te dragen.
Londen, 12 Maart. Overleden zijn
Arnold Forster, lid van het Lagerhuis, en
Croydon, staatssecretaris van oorlog onder
het kabinet Balfour in 1903.
Italië.
Rome, 12 Maart. Minister-president
Giolitti heeft met den Koning eene bespre
king gevoerd over de troonrede, waarmee de
zitting van de nieuwe Kamer zal worden go-
open d. De troonrede zal eene zinsnede be
vatten, om eene ernstige militaire voorberei
ding aan te bevelen. Verder zal er een ex
posé van de buitenlandsche politiek in voor
komen.
Oostenrijk.
Weenen, 12 Maart. Het huis van
afgevaardigden behandelde heden een voor
stel tot dringend-verklaring der behande
ling van een voorstel van de Czechische ra
dicalen over de gerechtelijke instructie, die
tegen leden van de nationaal-sociale partij
in Bohemen geopend is.
De minister van binnenlandsche zaken
verklaarde, dat de regeering zich volstrekt
niet van verklikkers heelt bediend. De in
structie, die geopend is, steunt op ze^r be
treurenswaardige gebeurtenissen, die 'open
lijk werden bedreven, hetgeen de overheid
dwong de verantwoordelijkheid vast te stel
len voor feiten, strekkende om de veilig
heid van het land in gevaar te brengen op
een tijdstip waarop, met het oog op den
buitenland'schen toestand, de toestand in
het binnenland rustig moet zijn. De regee
ring is overtuigd van de vaderlandsliefde
en de loyauteit van het Czeohische volk, en
daar zekere gebeurtenissen van zoodanigen
aard zijn, dat zij den goeden naam van die
natie kunnen compromibteeren, stelt zij er
te meer prijs op de schul'diigen voor den
burgerlijken rechter te brengen.
De minister wordt aan het einde van
zijne rede geluk gewenscht. De Czechische
radicalen, die herhaalde malen door luid
ruchtige protesten de rede van den minis
ter hadden onderbroken, liepen, nadat de
rede was geëindigd, in dreigende houding
op de ministerbank toe. Hun toeleg werd
verhinderd door eene compacte massa van
de Duitsche en christelij k-sociale afgevaar
digden, hetgeen ondier de afgevaardigden
eene langdurige beroering doet ontstaan.
De Kamer verwierp het voorstel tot drin-
gendverklaring der behandeling en ging
daarna over tot de eerste lezing van het
wetsontwerp tot vaststelling van het militie
contingent.
De volgende zitting is Maandag.
Rusland.
De Russische minister-president Stolypin,
van wien wij hebben bericht, dat hij eene
flau-.. te kreeg tengevolge van influenza, is
nu veel verbeterd. Hij moet nog het bed
houden, maar gevaar is er niet.
De correspondent van de Daily News te
Petersburg bericht, dat aan het algemeen
heerschende gevoel van ergernis en walging
over de meedogenlooze strengheid, waarmee
doodvonnissen worden geveld en uitgevoerd,
eenigszins zal worden tegemoet gekomen.
Tengevolge van de vertoogen, die de voor
zitter van de doema Chomjakow hierover tot-
den Czaar heeft gericht, is een bevel uitge
vaardigd, dat de krijgsraden de doodstraf
alleen bij ernstige misdrijven moeten uit
spreken en dat, als het eenigszins mogelijk
is, de zaken door de burgerlijke rechters
moeten worden behandeld.
Bij de behandeling van de begrooting in
de rijksdoema heeft het centrum zich bij de
linkerz.jde aangesloten in de protesten tegen
den chronischeu staat van beleg in vele stre
ken, die zoowel het volk als het bestuur
demoraliseeren. Er werd op aangedrongen,
dat de vrijheidsbeginselen, krachtens welke
de doema is bijeengeroepen, zouden worden
uitgevoerd.
De Balkancritit.
Weenen, 12 Maart. In bevoegde
kringen verklaart men, dat Oostenrijk vol
hardt bij zijn verlangen, dat er een rec'ht-
streeksch antwoord zal worden gegeven aan
Weenen op den te Belgrado door den gezant
Forgach gedanen stap.
Servië moet van zijne politieke aanspra
ken afzien; de bereidverklaring om in on
derhandeling te treden over economische
zaken zou niet voldoende zijn. Mocht het
antwoord niet binnen 2 a 3 weken inkomen,
dan zou Oostenrijk een nieuwen stap doen.
Als conditio sine qua non stelt Oostenrijk
dat een rechtstreeksch antwoord aan Weenen
wordt gegeven.
P a r ij s, 12 Maart. Uit Weenen
wordt aan de Temps bericht: Het antwoord
van Servië op den door graaf Forgach geda
nen stap zal waarschijnlijk Dinsdag te Wee
nen aankomen.
Belgrado, 12 Maart. De Oosten-
rijksche nota is in handen gesteld van de
ministers van handel en van financiën, die
een concept-antwoord zullen opstellen.
Daarna zal de ministerraad de definitieve
redactie vaststellen. Men gelooft, dat het
antwoord op zijn vroegst in de volgende
week zal worden ingediend. Volgons inlich-
tingon, geput uit regeeringskringen, zal hot
antwoord uiteenzetten, dat de Servisohe re
geering niet in staat is de kwestie van de
inlijving van Bosnië, als zijnde een Euro
peesche kwestie, te vermengen met de vraag
van het handelsverdrag.
Sommige bladen drukken de hoop uit,
dat Oostenrijk, door het jongst behaalde
succes meegesleept, zal beproeven Servië
nog meer te vernederen en daardoor eene
wanhoopsdaad van het Servische volk zal
uitlokken, dat de regeering zou wegjagen
en een beroep zou doen op de wapenen.
Bij de skoepschtina is oen aanvrage in
gediend van een aanvullingscrediet van
5,400,000 dinars voor legerbehoeften.
Uit Konstantinopel wordt bericht, dat in
wel ingelichte kringen, die met de Porte in
betrekking staan, ten aanzien van de confe
rentie-kwestie werd verklaard, dat Turkije
geheel op het standpunt staat van Duitsch
land en Oostenrijk-Hongarije, dat eene con
ferentie slechts tot taak kan hebben, kehnis
te nemen van reeds gesloten overeenkom
sten.
Konstantinopel, 12 Maart.
De vergunning, die gegeven is tot doorvoer
van oorlogsmatorieel, is slechts gedeeltelijk
en voorwaardelijk en zal voor iedere lading
vernieuwd moeten worden.
Griekenland.
Uit Athene wordt aan de Voss. Ztg. be
richt, dat het met de Grieksche financiën
cr op het oogenblik treurig uitziet. Als zeker
kan worden aangenomen, dat het dienstjaar
1908 zal sluiten met eeu nadeelig saldo van
meer dan 10 millioen drachmen. Tot dit
ongunstig resultaat hebben allerlei omstan
digheden medegewerkt. De douane-ont
vangsten zijn 2 millioen achteruitgegaan, de
monopolie-artikelen, speciaal petroleum en
zout, brachten eveneens ongeveer 2 millioen
minder op en ook uit de belasting op de olie
en op het staatsaandeel in de krenten trok
de regeering minder dan vroeger. Bovendien
heeft men tengevolge van den in verschil-
Naar hit Engthch
49 VAK
C. N. W. M. WILLIAMSON.
Daarop lcoos i'k voor de verandering na
de oude stad en de haven met hare vreemd
soortige 'huizen, die als dronken lui elkan
der in evenwicht houden, de Heerengracht,
het rijkste en eigenaardigste wat de stad
bezit. Maar de hooge huizen, met hun ge
reserveerd voorkomen en hunne zelfzuchtig
verborgen tuinen, boeiden hunne oogen
niet; zelfs mijne verhalen van de behang
sels, de kant, het oude zilverwerk en bo
venal de Perzische tapijten, die achter die
gesluierde ramen te zien waren, vermoch
ten niet de nieuwsgierigheid der dames op
te wekken. Men mocht Amsterdam hal ve
in aansgewij ze gebouwd hebben met de Hee
rengracht in het midden, en dan willekeu
rig zeggen, dat hoe verder men zich van
dat middelpunt verwijderde, des te lager
men daalde op den maatscliappelijken lad
der. Die onderscheiding mocht goed zijn
voor de .stadsmenschen, wat hen betrof, zij
wilden liever wonen in een zwart en bruin
huis aan de Keizersgracht, met een hijsch-
balk in den gevel en witte kozijnen om de
ramen aan aan die dooie gracht van rijk
dom en mode.
„Zelfs een benedenhuis met een heele
deur voor mij, zooals de meeste Holland-
sche huizen der midden-klasse hebben, zou
aardiger zijn." zeide Nell.
„Ja, ik zou mij zelfs gelukkig kunnen
gevoelen op een „bovenhuis" met mijn
trap en 'gangetje geheel alleen voor mij.
Maar toen ik haar mijn geliefkoosd plek
je van Amsterdam had laten zien, werd zij
zelfs de Keizersgracht en hare schilderach
tige nevengrachten ontrouw.
Om dit plekje te bereiken, keerden wij
plotseling het rumoer van een drukke win
kelstraat den rug toe en bevonden ons. een
oogenblik later in de kalme afzondering van
een klooster.
Het- was of men in de twintigste eeuw een
deur opende, en een trede lager in de zeven
tiende eeuw belandde, om te ontdekken,
dat de Tijd in een tooverslaap verzonken
lag.
Wij zagen een ruime vierkante plaats met
een ouderwetschen tuin in het midden
rondom een reeks van alleraardigste huis
jes, ieder op zichzelf een juweeltje van in
dividualiteit. Er is ook een kerk, een aller
liefst schier vergeten dorpskerkje In die
vierkante ruimte bewoog zich niets, de ven
sters weerkaatsten de lichtstralen, muschjes
huppelden overal op de steenen rond, alsof
die expres voor hen gemaakt waren, en een
mollige poes zat vreedzaam op een der ven
sterbanken te spinnen.
„Ik geloof, dat zij de bewoners dezer
plaats zijn, die, terwijl wij hier zijn, zich
plotseling in vogeltjes veranderd hebben,
maar later weer oude heeren en nette oude
juffrouwen zullen worden," fluisterde Nell;
want het scheen haar eene heiligschennis
de stilte te verstoren.
Meteen ging de deur van een huisje open
en juist zulk een oude juffrouw, als zij be
schreven had, kwam er uit.
„0, zij wist zeker niet, dalt wij er waren.
Nu zal zij den tijd niet hébben, zich in een
vogeltje te veranderen," glimlachte Nell,
„zij zal het inu maar nemen, zooals het is.
Maar kijk, zij is weer in huis gegaan, zeker
om haar man te waarschuwen."
„Zij heeft geen man," zeide ik.
„Hoe weet u dat?" vroeg hei meisje.
„Als zij er één had, mocht zij hier niet
wonen," legde ik haar uit, „want dit is het
Begijnenhof, half armhuis, half nonnen
klooster, dat reeds 'bestaat sedert ons fameus
jaar 1574. Maar wonderlijk toch, is de Ka
pel der Geestelijke Zusters, die dit hof
stichtten, veranderd in eene Engelsche kerk.
Gek niet waar, in liet kleine katholieke dorp
je verborgen voor de groote stadmaar zoo
is het. Is het geen verrukkelijk kalm
plekje?"
„Bijna nog mooier dan Aalsmeer," mom
pelde de chaperonne. „Ik zou wel eens wil
len weten of
Maar Starr was reeds aan den uitgang,
aleer zij nog haren volzin voltooid had.
Het Paleis, 'beter geschikt voor een prach
tig stadhuis, dan voor een vorstelijk verblijf,
was het tweede schrille contrast, dat ik op
mijn kleuren-palet had; maar hoe konink
lijk ook, was er niets waarin zij veel belang
stelden, behalve de Troonzaaldie, zij moes
ten dit erkennen, hare wedergade niet had
Een .paar schoonsteenmantels zou dë chape
ronne ook wel als een geschenk van de Ko
ningin willen aannemen, maar wat de vloer-
kleeden betrof, die waren allertreurigst en
we moesten liever naar buiten gaan, om
bruggen te openen en hoeksteenen te leggen,
dan binnen te blijven en er naar te kijken.
De wijze, waarop ik Amsterdam aan mijne
tochtgenooten toonde, had ten doel langzaam
tot een groot crescendo-effect op te klimmen
en mijn slot-effect was het Rijks-Museum.
Wij hadden twee volle dagen in de hoofd
stad 'doorgebracht (en den tweeden voorna
melijk aan de diamantslijperijen besteed),
voordat ik in mijne hoedanigheid van gids
daarover sprak.
Tante Fay antwoordde daarop, dat zij mu
seums verfoeide. Zij bezorgden haar altijd
hoofdpijn, eene verkoudheid en brachten
haar maag van streek. Dat nam niet weg,
dat het Rijks-Museum al deze treurige ge
volgen op haar miste. Zoo ongeoefend alls
haar verstand blijkbaar is, bezit dit geheim
zinnige vrouwtje een ongeloofelijk instinct
om te onderscheiden wat waarlijk mooi is.
Zonder weifelen, wist zij op zoo onfeilbare
wijze de beste Rembrandt's aan te wijzen,
dat Starr er geheel door betooverd werd. Ik
geloof waarlijk dats na onzen eersten dag in
het Museum, dien wij onverdeeld aan de
schilderijen wijdden, zij alles van haar neef
had kunnen krijgen, wat zij maar verkozen
had te vragen.
Dan waren daar de Hollandsche kamers en
de kamers met de wassenbeelden. Ik sprak
van de wassenbeelden niet, vóórdat de da
mes moe waren, en toen lachte het haar niet
toe, zelfs niet, toen zij hoorden, dat de Ko
ningin er wel vijf- of zesmaal geweest was,
om ze te bezichtigen.
„Misschien heeft H M. nooit die bij Ma
dame Tussaud gezien," merkte Miss Rivers
op, met hare hooghartige Engelsche manier
maar het ttooverwoord werd gesproken, toen
ik zeide, dat de wassertbeelden al de co-
stuums droegen, die in Holland gedragen
worden, en men verzocht mij het gezelschap
er onmiddellijk heen te brengen
Onmiddellijk kwamen zij onder de gevaar -
lijKe betoovering der wassenbeelden-gezich
ten, wier koude oogen schijnen te zoggen:
,,'s Nachts leven wij en wandelen rond, zoo
als gij nu;" en toen het uur van sluiten
daar was, moesten wij 'tarite Fay en do meis
jes er melt- geweld van daan halen.
„Zullen wij den een of anderen dag men-
schen zien, gekleed als deze wassenbeelden?"
riep zij uit.
,,U zult ze bij honderden zien antwoord
de i'k.
Zij zweeg een oogenblik. „Mis Van Bu
ren aou gaarne weten of mon een speciaal
costuum kan 'koopen, dat men het mooiste
vindt."
„Als 'het u niet schelen kan, wat gij er
voor betaalt," antwoordde ik, maar het er
gerde mij, dat de jonge dame zulk een eon
voudige viaag niet zelf had gedaan. Dit is
niet de eerste maal, dat zij zich van een tus
schen persoon bedient, om iets te weten te
komen, dat mij alleen bekend ds, en onge
twijfeld zullen er zich meer dergelijke ge
legenheden voordoen, als ik de dingen hun
loop laat. Maar ik ben voornemens daar een
stokje voor te stoken Hoe, weet ik zelf nog
niet maar de een of andere stap dient ge
nomen te worden, als ik iets anders van dit
tochtje wil oogsten dan eon regen van
snauwen.
Wordt vervolgd