861. Eerste Blad. 7"* Jttarvang. Zaterdag 13 Maart 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: P«r 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonderlijke nummers0.05. Deze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. AdvertentiSnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer voordcelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene ciroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Aan hendie met 1 A.pril a. s. op dit blad int eekenen, worden de nummers die ge durende de maand Maart nog zullen verschijnenkoste loos toegezonden. Politiek Overzicht. Oostenrijk en Servië. Met- de bekendmaking van de tusschen de Russische en Servische regeeringen ge wisselde nota's is zeker nog niet het uitzicht geopend, dat het Oostenrijksch-Serviscbe conflict binnen kort uit den weg zal zijn geruimd. Ruslands houding in zijne nota is die van een vaderlijken vriend, die een on- gehoorzamen knaap zijne feilen onder het oog brengt. Het waarschuwt de Servische regeering, dat zij de sympathie van de mo gendheden niet zal kunnen bewaren, als zij volhardt bij eischen, die tot een gewa pend conflict met Oostenrijk-Hongarije kunnen leiden. Het drukt de hoop uit, dat- Servië zijne belofte trouw zal blijven om de raadgevingen van de mogendheden op te volgen, en voegt daaraan uitdrukkelijk nog den raad toe, dat de Servische regee- riing onder de bestaande omstandigheden openhartig aan de mogendheden zal verkla ren, dat zij niet volhardt bij hare gebieds- eischen en aan de beslissing van de mogend heden alles overlaat wat op de oplossing van de hangende kwestièn betrekking heeft. Op dezen raad gaat de Servische ï-egee- ring slechts ten halve in. Zij verklaart niet, dat zij haren eisch van gebieds- compensatie laat vallen. Alleen zegt zij, dat zij van Oostqnrijk-Hongarije geen compen- satiën verlangt, van welken aard ook, om dat naar hare meening de Bosnische kwestie eene Europeesche kwestie is, die. aan de beslissing van alle onderteekenaars van het verdrag van Berlijn onderworpen is. In den zin van dat standpunt .laat Servië, op de wijsheid en rechtvaardigheid van de mo gendheden vertrouwende, zonder voorbe houd aan hen als het bevoegde gerechtshof zijne zaak over. Servië verlangt dus niets van Oostenrijk, maar wel verlangt het iets van de mogend heden. De Vossische Ztg. merkt naar aan leiding daarvan op: Servië bedoelt niet zich den grond van zijn buurman toe te eigenenvoorloopig zou het zich misschien er mee tevreden stellen, als goede menso'hen het behulpzaam wfLden zijn het recht van- bezifc van dezen buurman op dien grond in twijfel te trekken. De Bosnische kwestie moet open gehouden wordenzij moet voor eene Europeesche conferentie gebracht worden. Dat is het doel van de Servische nota. In Europa bestaat over 't algemeen geen nei ging aan dezen wensch gevolg te geven niettemin is echter de verdenking niet af te wijzen, dat men in Rusland op dit punt één van zin is met Servië en dat men daar hoopt ook andere staten op datzelfde stand punt te brengen. Uitdrukkelijk beveelt de Russische nota, die aan de Servische vooraf ging, den Serven aan, dat zij alles wat op de oplossing van de open staande vragen" betrekking heeft, aan het besluit van de groote mogendheden overlaten." Welke zijn deze open vragen? Rusland noemt ze niet; door dit verzuim is aan alle dubbelzinnig heden volledige speelruimte gelaten. De poli tieke vragen, die op Bosnië betrekking heb ben, zijn naar de meening van Oostenrijk- Hongarije niet meer open, maar gesloten; economische voordeelen daarentegen, zooals b.v. gunstige tol- en spoorwegtarieven, maatregelen tot vergemakkelijking van in voer en doorvoer, aanleg van spoorwegen, kunnen den Serven alleen hunne buren, niet de mogendheden bieden. De conferentie als „bevoegd gerechtshof", die Servië en waar schijnlijk ook Rusland wenschen te zien bij eenkomen, is en blijft voor Oostenrijk on aannemelijk. De eenige conferentie, die mo gelijk ware, zou zijn eene, waarin enkel de handteekeningen voor voldongen feiten wa ren te geven, dus eene conferentie, die even goed als door diplomaten door gevolmach tigde loopjongens zou kunnen worden bijge woond. Eene andere conferentie is en blijft ondenkbaar. „Servië zegt in de nota niet, wat het plan heeft te doen, als het „bevoegde gerechts hof", zooals is te voorzien, niet tot stand komt. Er is echter nog eene tweede, veel gewichtiger leemte in de nota aanwezig. In het- Russische stuk werd Servië verzocht geene militaire maatregelen aan de grens te nemen. Het Servische antwoord verklaart nu wel is waar, dat Servië geen plan heeft een oorlog met de naburige monarchie uit te lokken, maar bewaart over de toerustin gen het stilzwijgen. Servië staakt niet alleen zijne toerustingen niet, zooals uit tal van berichten 'blijkt, maar zet ze integendeel ijve rig voort. Oostenrijk-Hongarije wordt daar door aan zijne grens voor en na verontrust en is genoodzaakt kostbare militaire voor zorgsmaatregelen te nemen. Reeds om deze reden is de tegenwoordige toestand onhoud baar. De Servische nota kan alleen be schouwd worden als eene poging van de Ser ven om diplomatiek terrein te winnen. Eene verzachting van de Servisch-Oostenrijkscbe betrekkingen heeft zij niet gebracht. Het is mogelijk, dat de verzachting nog komt, maar waarschijnlijk is het, dat zij niet komt-." Duitschland. De Sckwabische Herkur neemt een beslist afwijzend standpunt in ten aanzien van het compromis, waartoe de commissie van den Rijksdag voorloopig gekomen is, ten aan zien van het voor de directe belastingen ge reserveerde deel der hervorming van de rijks financiënzij houdt vast aan de rijks successiebelasting. Hetzelfde standpunt ne men ook de regeeringen van Beieren. Baden en Saksen in Frankrijk. P a r ij s, 12 Maart. De vergadering van den ministerraad van morgen zal er over beslissen of de harmonie tusschen de minis ters van marine en van financiën zal worden gehandhaafd, dan wel eene partieele crisis zal uitbreken. Er schijnt echter in den loop van den avond eenige ontspanning te zijn ge komen in den toestand. P a r ij s, 1 2 M a a r t. Aan het einde van de interpellatiën over de begrenzing van de w i jnb o u wc am p agne werd met 412 stemmen tegen 92 overgegaan tot de eenvoudige orde van den dag, zooals de minister van land bouw had gevraagd. P a r ij s, 1 2 M a a r t. Na eene verga dering, die heden namiddag was gehouden door ambulante postkommiezen van de lijn ParisLyonMéditerranée tot bespreking van eenige eischen, door hen gesteld, gin gen de deelnemers manifesteeren voor het hoofdkantoor der posterijen. De onder staatssecretaris van de posterijen en de pre fect van politie kwamen tusschen beide, maar werden uitgejouwd. De betoogers drongen de bureau's binnen, waarna de po litie optrad en een aantal personen in hech tenis nam, in 't geheel 40 man. Het werk wordt op normale wijze verricht-, Dreyfus heeft zijn proces tegen Libre Parole en Action Fran$aise, welke bladen hij wegens smaad om 120,000 frank schade vergoeding had aangesproken, voor den bur gerlijken rechter verloren. De rechtbank ver klaarde zich onbevoegd. 0 r a n, 12 Maart. Kadur-Pal en zijne voornaamste medeplichtigen, die door den krijgsraad tot dwangarbeid zijn veroor deeld, hebben zich niet in cassatie voorzien. Zestien andere deserteurs van het vreemden legioen, die tot twee jaren gevangenisstraf werden veroordeeld, hebben de voorziening in cassatie onderteekend. Engeland. Londen, 12 Maart. De marine- begroofling voor het jaar 1909/1910 be draagt 35,142,700 p. st.. tegenover 32,319,500 p. st. in 1908/1909. Voor aanbouw van nieuwe schepen wordt gevraagd 8,885,194 p. st., tegen 7,545,202 p. st. in het vorige dienstjaar. Er wordt gerekend op het op stapel zet ter. van 4 Dreadnoughts, 6 beschermde kruisers, 20 torpedovernielers en een aan tal onderzeesche booten, die een half mil- lioen zullen kosten Met den bouw van de twee Dreadnoughts zal begonnen worden in Juli in plaats van op het einde des jaars, met den bouw van de twee anderen in November, zooals ge woonlijk De minister van marine Mc Kenna ver klaarde, dat het noodig zou kunnen zijn, dat in den loop des jaars toebereidselen worden gemaakt voor den bouw van nog vier groote pantserschepen. Daarom vroeg hij machtiging van het parlement om tij dig maatregelen te nemen, waardoor het mogelijk zou zijn den bouw te beginnen op 1 April 1910, zoodat de schepen in Maart 1912 gereed zouden kunnen zijn. Het wetsontwerp op het Indische bestuur zal waarschijnlijk tot een conflict leiden tusschen het hoogerhuis en het lagerhuis. Bij d i behandeling van de artikelen van het wetsontwerp in het hoogerhuis, stelde mi nister Morley voor de bepalingen te her stellen, die betrekking hebben op de in stelling van bestuursraden in de provinciën, tot bijstand van de luitenant-gouverneurs. Hij legde daarbij een telegram over van den onderkoning lord Minto, die namens de In dische regeering den wensch naar instelling van deze raden uitdrukte. De vergadering handhaafde echter haar besluit tot verwer ping. Nu kan worden verwacht, dat het lagerhuis deze bepalingen weer zal opnemen in het wetsontwerp, en dan zullen de lords vcor de keuze staan om öf toe te geven of de gevolgen van het niet tot stand komen van deze wet te dragen. Londen, 12 Maart. Overleden zijn Arnold Forster, lid van het Lagerhuis, en Croydon, staatssecretaris van oorlog onder het kabinet Balfour in 1903. Italië. Rome, 12 Maart. Minister-president Giolitti heeft met den Koning eene bespre king gevoerd over de troonrede, waarmee de zitting van de nieuwe Kamer zal worden go- open d. De troonrede zal eene zinsnede be vatten, om eene ernstige militaire voorberei ding aan te bevelen. Verder zal er een ex posé van de buitenlandsche politiek in voor komen. Oostenrijk. Weenen, 12 Maart. Het huis van afgevaardigden behandelde heden een voor stel tot dringend-verklaring der behande ling van een voorstel van de Czechische ra dicalen over de gerechtelijke instructie, die tegen leden van de nationaal-sociale partij in Bohemen geopend is. De minister van binnenlandsche zaken verklaarde, dat de regeering zich volstrekt niet van verklikkers heelt bediend. De in structie, die geopend is, steunt op ze^r be treurenswaardige gebeurtenissen, die 'open lijk werden bedreven, hetgeen de overheid dwong de verantwoordelijkheid vast te stel len voor feiten, strekkende om de veilig heid van het land in gevaar te brengen op een tijdstip waarop, met het oog op den buitenland'schen toestand, de toestand in het binnenland rustig moet zijn. De regee ring is overtuigd van de vaderlandsliefde en de loyauteit van het Czeohische volk, en daar zekere gebeurtenissen van zoodanigen aard zijn, dat zij den goeden naam van die natie kunnen compromibteeren, stelt zij er te meer prijs op de schul'diigen voor den burgerlijken rechter te brengen. De minister wordt aan het einde van zijne rede geluk gewenscht. De Czechische radicalen, die herhaalde malen door luid ruchtige protesten de rede van den minis ter hadden onderbroken, liepen, nadat de rede was geëindigd, in dreigende houding op de ministerbank toe. Hun toeleg werd verhinderd door eene compacte massa van de Duitsche en christelij k-sociale afgevaar digden, hetgeen ondier de afgevaardigden eene langdurige beroering doet ontstaan. De Kamer verwierp het voorstel tot drin- gendverklaring der behandeling en ging daarna over tot de eerste lezing van het wetsontwerp tot vaststelling van het militie contingent. De volgende zitting is Maandag. Rusland. De Russische minister-president Stolypin, van wien wij hebben bericht, dat hij eene flau-.. te kreeg tengevolge van influenza, is nu veel verbeterd. Hij moet nog het bed houden, maar gevaar is er niet. De correspondent van de Daily News te Petersburg bericht, dat aan het algemeen heerschende gevoel van ergernis en walging over de meedogenlooze strengheid, waarmee doodvonnissen worden geveld en uitgevoerd, eenigszins zal worden tegemoet gekomen. Tengevolge van de vertoogen, die de voor zitter van de doema Chomjakow hierover tot- den Czaar heeft gericht, is een bevel uitge vaardigd, dat de krijgsraden de doodstraf alleen bij ernstige misdrijven moeten uit spreken en dat, als het eenigszins mogelijk is, de zaken door de burgerlijke rechters moeten worden behandeld. Bij de behandeling van de begrooting in de rijksdoema heeft het centrum zich bij de linkerz.jde aangesloten in de protesten tegen den chronischeu staat van beleg in vele stre ken, die zoowel het volk als het bestuur demoraliseeren. Er werd op aangedrongen, dat de vrijheidsbeginselen, krachtens welke de doema is bijeengeroepen, zouden worden uitgevoerd. De Balkancritit. Weenen, 12 Maart. In bevoegde kringen verklaart men, dat Oostenrijk vol hardt bij zijn verlangen, dat er een rec'ht- streeksch antwoord zal worden gegeven aan Weenen op den te Belgrado door den gezant Forgach gedanen stap. Servië moet van zijne politieke aanspra ken afzien; de bereidverklaring om in on derhandeling te treden over economische zaken zou niet voldoende zijn. Mocht het antwoord niet binnen 2 a 3 weken inkomen, dan zou Oostenrijk een nieuwen stap doen. Als conditio sine qua non stelt Oostenrijk dat een rechtstreeksch antwoord aan Weenen wordt gegeven. P a r ij s, 12 Maart. Uit Weenen wordt aan de Temps bericht: Het antwoord van Servië op den door graaf Forgach geda nen stap zal waarschijnlijk Dinsdag te Wee nen aankomen. Belgrado, 12 Maart. De Oosten- rijksche nota is in handen gesteld van de ministers van handel en van financiën, die een concept-antwoord zullen opstellen. Daarna zal de ministerraad de definitieve redactie vaststellen. Men gelooft, dat het antwoord op zijn vroegst in de volgende week zal worden ingediend. Volgons inlich- tingon, geput uit regeeringskringen, zal hot antwoord uiteenzetten, dat de Servisohe re geering niet in staat is de kwestie van de inlijving van Bosnië, als zijnde een Euro peesche kwestie, te vermengen met de vraag van het handelsverdrag. Sommige bladen drukken de hoop uit, dat Oostenrijk, door het jongst behaalde succes meegesleept, zal beproeven Servië nog meer te vernederen en daardoor eene wanhoopsdaad van het Servische volk zal uitlokken, dat de regeering zou wegjagen en een beroep zou doen op de wapenen. Bij de skoepschtina is oen aanvrage in gediend van een aanvullingscrediet van 5,400,000 dinars voor legerbehoeften. Uit Konstantinopel wordt bericht, dat in wel ingelichte kringen, die met de Porte in betrekking staan, ten aanzien van de confe rentie-kwestie werd verklaard, dat Turkije geheel op het standpunt staat van Duitsch land en Oostenrijk-Hongarije, dat eene con ferentie slechts tot taak kan hebben, kehnis te nemen van reeds gesloten overeenkom sten. Konstantinopel, 12 Maart. De vergunning, die gegeven is tot doorvoer van oorlogsmatorieel, is slechts gedeeltelijk en voorwaardelijk en zal voor iedere lading vernieuwd moeten worden. Griekenland. Uit Athene wordt aan de Voss. Ztg. be richt, dat het met de Grieksche financiën cr op het oogenblik treurig uitziet. Als zeker kan worden aangenomen, dat het dienstjaar 1908 zal sluiten met eeu nadeelig saldo van meer dan 10 millioen drachmen. Tot dit ongunstig resultaat hebben allerlei omstan digheden medegewerkt. De douane-ont vangsten zijn 2 millioen achteruitgegaan, de monopolie-artikelen, speciaal petroleum en zout, brachten eveneens ongeveer 2 millioen minder op en ook uit de belasting op de olie en op het staatsaandeel in de krenten trok de regeering minder dan vroeger. Bovendien heeft men tengevolge van den in verschil- Naar hit Engthch 49 VAK C. N. W. M. WILLIAMSON. Daarop lcoos i'k voor de verandering na de oude stad en de haven met hare vreemd soortige 'huizen, die als dronken lui elkan der in evenwicht houden, de Heerengracht, het rijkste en eigenaardigste wat de stad bezit. Maar de hooge huizen, met hun ge reserveerd voorkomen en hunne zelfzuchtig verborgen tuinen, boeiden hunne oogen niet; zelfs mijne verhalen van de behang sels, de kant, het oude zilverwerk en bo venal de Perzische tapijten, die achter die gesluierde ramen te zien waren, vermoch ten niet de nieuwsgierigheid der dames op te wekken. Men mocht Amsterdam hal ve in aansgewij ze gebouwd hebben met de Hee rengracht in het midden, en dan willekeu rig zeggen, dat hoe verder men zich van dat middelpunt verwijderde, des te lager men daalde op den maatscliappelijken lad der. Die onderscheiding mocht goed zijn voor de .stadsmenschen, wat hen betrof, zij wilden liever wonen in een zwart en bruin huis aan de Keizersgracht, met een hijsch- balk in den gevel en witte kozijnen om de ramen aan aan die dooie gracht van rijk dom en mode. „Zelfs een benedenhuis met een heele deur voor mij, zooals de meeste Holland- sche huizen der midden-klasse hebben, zou aardiger zijn." zeide Nell. „Ja, ik zou mij zelfs gelukkig kunnen gevoelen op een „bovenhuis" met mijn trap en 'gangetje geheel alleen voor mij. Maar toen ik haar mijn geliefkoosd plek je van Amsterdam had laten zien, werd zij zelfs de Keizersgracht en hare schilderach tige nevengrachten ontrouw. Om dit plekje te bereiken, keerden wij plotseling het rumoer van een drukke win kelstraat den rug toe en bevonden ons. een oogenblik later in de kalme afzondering van een klooster. Het- was of men in de twintigste eeuw een deur opende, en een trede lager in de zeven tiende eeuw belandde, om te ontdekken, dat de Tijd in een tooverslaap verzonken lag. Wij zagen een ruime vierkante plaats met een ouderwetschen tuin in het midden rondom een reeks van alleraardigste huis jes, ieder op zichzelf een juweeltje van in dividualiteit. Er is ook een kerk, een aller liefst schier vergeten dorpskerkje In die vierkante ruimte bewoog zich niets, de ven sters weerkaatsten de lichtstralen, muschjes huppelden overal op de steenen rond, alsof die expres voor hen gemaakt waren, en een mollige poes zat vreedzaam op een der ven sterbanken te spinnen. „Ik geloof, dat zij de bewoners dezer plaats zijn, die, terwijl wij hier zijn, zich plotseling in vogeltjes veranderd hebben, maar later weer oude heeren en nette oude juffrouwen zullen worden," fluisterde Nell; want het scheen haar eene heiligschennis de stilte te verstoren. Meteen ging de deur van een huisje open en juist zulk een oude juffrouw, als zij be schreven had, kwam er uit. „0, zij wist zeker niet, dalt wij er waren. Nu zal zij den tijd niet hébben, zich in een vogeltje te veranderen," glimlachte Nell, „zij zal het inu maar nemen, zooals het is. Maar kijk, zij is weer in huis gegaan, zeker om haar man te waarschuwen." „Zij heeft geen man," zeide ik. „Hoe weet u dat?" vroeg hei meisje. „Als zij er één had, mocht zij hier niet wonen," legde ik haar uit, „want dit is het Begijnenhof, half armhuis, half nonnen klooster, dat reeds 'bestaat sedert ons fameus jaar 1574. Maar wonderlijk toch, is de Ka pel der Geestelijke Zusters, die dit hof stichtten, veranderd in eene Engelsche kerk. Gek niet waar, in liet kleine katholieke dorp je verborgen voor de groote stadmaar zoo is het. Is het geen verrukkelijk kalm plekje?" „Bijna nog mooier dan Aalsmeer," mom pelde de chaperonne. „Ik zou wel eens wil len weten of Maar Starr was reeds aan den uitgang, aleer zij nog haren volzin voltooid had. Het Paleis, 'beter geschikt voor een prach tig stadhuis, dan voor een vorstelijk verblijf, was het tweede schrille contrast, dat ik op mijn kleuren-palet had; maar hoe konink lijk ook, was er niets waarin zij veel belang stelden, behalve de Troonzaaldie, zij moes ten dit erkennen, hare wedergade niet had Een .paar schoonsteenmantels zou dë chape ronne ook wel als een geschenk van de Ko ningin willen aannemen, maar wat de vloer- kleeden betrof, die waren allertreurigst en we moesten liever naar buiten gaan, om bruggen te openen en hoeksteenen te leggen, dan binnen te blijven en er naar te kijken. De wijze, waarop ik Amsterdam aan mijne tochtgenooten toonde, had ten doel langzaam tot een groot crescendo-effect op te klimmen en mijn slot-effect was het Rijks-Museum. Wij hadden twee volle dagen in de hoofd stad 'doorgebracht (en den tweeden voorna melijk aan de diamantslijperijen besteed), voordat ik in mijne hoedanigheid van gids daarover sprak. Tante Fay antwoordde daarop, dat zij mu seums verfoeide. Zij bezorgden haar altijd hoofdpijn, eene verkoudheid en brachten haar maag van streek. Dat nam niet weg, dat het Rijks-Museum al deze treurige ge volgen op haar miste. Zoo ongeoefend alls haar verstand blijkbaar is, bezit dit geheim zinnige vrouwtje een ongeloofelijk instinct om te onderscheiden wat waarlijk mooi is. Zonder weifelen, wist zij op zoo onfeilbare wijze de beste Rembrandt's aan te wijzen, dat Starr er geheel door betooverd werd. Ik geloof waarlijk dats na onzen eersten dag in het Museum, dien wij onverdeeld aan de schilderijen wijdden, zij alles van haar neef had kunnen krijgen, wat zij maar verkozen had te vragen. Dan waren daar de Hollandsche kamers en de kamers met de wassenbeelden. Ik sprak van de wassenbeelden niet, vóórdat de da mes moe waren, en toen lachte het haar niet toe, zelfs niet, toen zij hoorden, dat de Ko ningin er wel vijf- of zesmaal geweest was, om ze te bezichtigen. „Misschien heeft H M. nooit die bij Ma dame Tussaud gezien," merkte Miss Rivers op, met hare hooghartige Engelsche manier maar het ttooverwoord werd gesproken, toen ik zeide, dat de wassertbeelden al de co- stuums droegen, die in Holland gedragen worden, en men verzocht mij het gezelschap er onmiddellijk heen te brengen Onmiddellijk kwamen zij onder de gevaar - lijKe betoovering der wassenbeelden-gezich ten, wier koude oogen schijnen te zoggen: ,,'s Nachts leven wij en wandelen rond, zoo als gij nu;" en toen het uur van sluiten daar was, moesten wij 'tarite Fay en do meis jes er melt- geweld van daan halen. „Zullen wij den een of anderen dag men- schen zien, gekleed als deze wassenbeelden?" riep zij uit. ,,U zult ze bij honderden zien antwoord de i'k. Zij zweeg een oogenblik. „Mis Van Bu ren aou gaarne weten of mon een speciaal costuum kan 'koopen, dat men het mooiste vindt." „Als 'het u niet schelen kan, wat gij er voor betaalt," antwoordde ik, maar het er gerde mij, dat de jonge dame zulk een eon voudige viaag niet zelf had gedaan. Dit is niet de eerste maal, dat zij zich van een tus schen persoon bedient, om iets te weten te komen, dat mij alleen bekend ds, en onge twijfeld zullen er zich meer dergelijke ge legenheden voordoen, als ik de dingen hun loop laat. Maar ik ben voornemens daar een stokje voor te stoken Hoe, weet ik zelf nog niet maar de een of andere stap dient ge nomen te worden, als ik iets anders van dit tochtje wil oogsten dan eon regen van snauwen. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1