81', 269. Tweede blad.
7'" Jaargang.
Zaterdag 20 Maart 1909.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonderlijke nummert 0.05.
t\: Com an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen.
Advortentiönmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
'a morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. lntercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f
Elke regel meer - 0.10,
Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cents by vooruitbetaling
Qroote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, b\j abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kameroverzicht.
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer, in welker zitting van.
gasteren hec nieuw benoemde lid voor Lim
burg jhr. mr. Van der Maesen de Som-
breff werd beëedigd en zitting nam, zal
Maandagavond opnieuw bijeenkomen.
Vereenigde Vergadering van de beide
Kamers der Staten-Generaal.
op Vrijdag 19 Maart 1909.
De vergadering wordt te l£ ure des na
middags geopend.
De heer Schim melpenninck
v. d. O y e, voorzitter van de Eerste Ka
mer, bekleedt den voorzittersstoel.
De V oorzit, ter deelt mede, dat is
ingekomen een afschrift van het Koninklijk
Besluit van 15 Maart 1909, no. 76, waarbij
de leden der heide Kamers van de Staten-
Generaal worden uitgenoodigd zich op he
den in de vergaderzaal van de Tweede Ka
mer der Staten Generaal te vereenigen en
waarbij bepaald is dat door de Ministers van
Binnenlandsche Zaken en van Justitie in
deze openbare vereenigde vergadering der
Staten-Generaal zullen worden ingebracht
een ontwerp van wet tot voorziening in het
regentschap in geval van troonopvolging
tijdens de minderjarigheid van den Troon
opvolger, en een ontwerp van wet tot re
geling van de voogdij over den minderja
rigen Koning.
De Voorzitter benoemt eene com
missie ten einde de heereu Ministers in- en
uitgeleide te doen.
Tot leden dier commissie worden benoemd
de heeren Van der Does de Willebois (Eer
ste Kamer), Roessingh (Tweede Kamer),
Jhr. van Asch van Wijclc (id.), Staal (Eer
ste Kamer), jhr. van Nispen tot Sevenaer
(Tweede Kamer) en Dolk (id.)
De heeren Ministers van Binnenlandsche
Zaken en van Justitie worden door de com
missie de zaal binnengeleid.
De heer Heemskerk, Minister van
Binnenlandsche Zaken, houdt daarop de
volgende rede:
Mijne Heeren 1
De Koningin heeft mijn ambtgenoot en
mij de vereerende taak opgedragen in deze
Vereenigde Vergadering der Staten Gene
raal in te brengen een wetsontwerp tot voor
ziening in het Regentschap voor het geval
der minderjarigheid van den Troonopvol
ger op het tijdstip Zijner komst tot den
Troon, en een wetsontwerp tot regeling der
Voogdij over den minderjarigen Koning.
Nu met hoopvolle verwachting de ge
boorte wordt tegemoet gezien van een
Troonopvolger, uit Harer Majesteits huwe
lijk met Zijne Koninklijke Hoogheid den
Prins der Nederlanden gesproten, mag het
oogenblik om deze door de Grondwet ge-
eischte voorzieningen te treffen, geacht
worden te zijn gekomen.
Het is onze wensch en onze bede, dat
Harer Majesteit's Troonopvolger uit dien
echt gesproten, op meerderjarigen leeftijd
na lange jaren tot den Troon geroepen mo
ge worde, maar hoe innig die wensch en
die bede mogen zijn, zij ontslaan de Regee
ring niet van den plicht, om te voorzien
in het mogelijke geval, dat de Troonsbe
stijging van dien opvolger reeds gedurende
zijne minderjarigheid zou moeten plaats
hebben. Bij de voorziening in het Regent
schap behoorde naar het oordeel der Re
geering allereerst getuigenis te worden af
gelegd van nationale dankbaarheid jegens
Hare Majesteit de Koningin-Moeder, die
tijdens de minderjarigheid van de Koningin
het Koninklijke gezag heeft waargenomen,
en den Troon heeft bevestigd. Daarom wordt
voorgesteld in de eerste plaats aan Hare
Majesteit de Koningin-Moeder het Regent
schap op te dragen.
Ware het niet plicht geweest ook in deze
met de historie te rekenen, met vol ver
trouwen zou de Regeering hebben voorge
steld, aanstonds Zijne Koninklijke Hoog
heid den Prins der Nederlanden tot het Re
gentschap te roepen.
Mocht eenmaal Hare Majesteit de Konin
gin-Moeder tijdens de minderjarigheid van
den Koning ons ontvallen, dan zou er niet
aan kunnen worden getwijfeld, of de Prins
der Nederlanden, de Vader van den minder
jarigen Vorst, zou tot waarneming van het
Koninklijk gezag zijn geroepen.
De voorgestelde regeling zou dan ook niet
volledig zijn, wanneer niet tevens voorzien
werd, gelijk de Grondwet toelaat in de op
volging in het Regentschap, waarvoor in het
U voorgedragen wetsontwerp, Zijne Konink
lijke Hoogheid wordt aangewezen.
Tot de Voogdij van den minderjarigen Ko
-ning mag de Vader als geroepen worden be
schouwd. In het desbetreffend wetsvoorstel
wordt dan ook Zijne Koninklijke Hoogheid
de Prins der Nederlanden voorgedragen als
Voogd.
Met het oog zoowel op heit Regentschap
als op de Voogdij, konden eenige voorzie
ningen voor het geval Zijne Koninklijke
Hoogheid te eeniger tijd de Regeering in
een vreemden staat, als Souverein of als
Regent mocht aanvaarden, niet worden ge
mist.
De aanvaarding zoude zulke gewichtige ge
volgen kunnen hebben, dat voor dat geval
eene nadere beslissing van den Wetgever
noodzakelijk moet worden geacht. Vermoe
delijk zou men er grooten prijs op stellen
Zijne Koninklijke Hoogheid zoo lang moge
lijk voor het Regentschap hier te lande en
voor de Voogdij over den minderjarigen Ko
ning te behouden, maar men zal eerst, als
het hier gesteld geval zich voordoet, met het
oog op de omstandigheden, zooals zij dan
zullen zijn, volledig kunnen beoordeelen, of
het zonder bezwaar kan geschieden.
Ten aanzien der Voogdij was nog voorzie
ning in enkele andere gevallen noodig, die
in het wetsvoorstel wordt getroffen.
Bij het wetsontwerp op de Voogdij is ove
rigens nagenoeg geheel gevolgd de regeling,
zooaLs zij voor de Voogdij van Hare Majes
teit de Koningin, tijdens Hare minderjarig
heid, na uitvoerige schriftelijke gedachten-
wisseling, is tot stand gebracht bij de wet
van 14 September 1888 (Staatsblad no. 150).
Slechts enkele aanvullingen en wijzigingen
zijn wenschelijk voorgekomen.
In de zitting van 11 September 1888 is
in de vereenigde vergadering der Staten-
Generaal een reglement van orde voor hare
vergadering vastgesteld, hetwelk U in staat
stelt aanstonds tot het onderzoek van deze
wetsvoorstellen over te gaan.
De regeering zal zich verheugen, als zij
dt. instemming van uwe vergadering mag
verwerven
De omstandigheden, waaronder deze wets
ontwerpen worden ingediend, veroorloven
ons de blijde hoop te koesteren, dat het
Koninklijke huis opnieuw zal opbloeien, dat
Hare Majesteit de Koningin en Zijne Ko
ninklijke Hoogheid de Prins der Nederlan
den een huiselijk geluk zullen mogen sma
ken, waarin het Nederlandsclie volk zal
deelen, e:i dat eenmaal Hare Majesteit den
Troon zal mogen overlaten aan Hare na
komelingen, door afstamming geroepen om
de tradiitiën van het Huis van Oranje voort
te zetten.
Maar wij mogen ons niet verheugen dan
met nuchteren ernst, en daarom moesten
deze wetsontwerpen worden' ingediend, zij
■het dan ook met de hoop, dat zij, tot wet
verheven, nimmer zullen behoeven in wer
king te treden.
Moge het God behagen Hare Majesteit
en Haar Huis en het Nederlandsche Volk
in en do.r de gebeurtenis, welke aanstaan
de is, te zegenen en met blijdschap te ver
vullen.
Wij hebben de ees ter voldoening aan
Harer Majesteit's opdracht een wetsontwerp
to* voorziening in hot Regentschap en een
we+sontwerp tot regeling der voogdij over
den minderjarigen Koning voor het geval
dat een troonopvolger, gesproten uit den
echt van Hare Majesteit de Koningin met
Zijne Koninglijke Hoogheid den Prins der
Nederlanden bij zijne komt tot den Troon
minderjarig mocht zijn, met de daarbij be-
hoorende Memoriën van Toelichting aan
IJ over te leggen.
De Voorzitter zegt namens de ver
gadering de Regeering dank voor het over
breng van de wetsontwerpen betrekkelijk
het regentschap en de voogdij.
Nadat de ministers van binnenlandsche
zaken en van justitie door de Commissie uit
geleide zijn gedaan gaat de vergadering over
tot het trekken der afdeelingen. De leden
begeven zich daarna naai- de sectiekamers,
tot het kiezen van voorzitters, onder-voor
zitters en een lid voor de rommissie voor
verzoekschriften.
De Voorzitter verzoekt de 6 en 7
sectie zich te begeven naar het gebouw der
Eerste Kamer en aan de te benoemen voor
zitters om zich ten 3 ure te vereenigen in
de kamer van den voorzitter der Tweede
Kamer, ten einde de agenda voor de werk
zaamheden vast te stellen.
De vergadering wordt daarna gesloten.
De afdeelingen van de vereenigde ver
gadering van de Staten-Generaal hebben be
noemd tot voorzitters de heeren De Savornin
Lobman, Loeff, Rahusen, De Beaufort,
ltöell, Havelaar en Van de Velde; tot onder
voorzitter de heeren Kist, 't Hooft, Van
Vlijmen, Van Karnebeek, Vermeulen, Van
Bylandt, Van den Biesen tot leden van de
commissie voor de verzoekschriften de hee
ren Van Vel sen, Bos, Pollema, Tydeman,
Van Citters, Ruys de Beerenbrouck en Van
Idsinga.
De afdeelingen zullen Dinsdag 23 dezer,
te half twee, vergaderen.
Berichten.
Regentschap en voogdij.
Gisterenavond zijn in druk uitgekomen
de 'wee wetsontwerpen betreffende regent
schap en voogdij.
In artikel 1 van het ontwerp betreffende
het regent-schap wordt bepaald, dat, voor
het geval der minderjarigheid van den
troonopvolger op het tijdstip zijner komst
tot den troon, Hare Majesteit de Koningin-
Moeder tot regentes wordt benoemd ge
durende die minderjarigheid. Bij Hare ont
stentenis wordt tot regent van het Konink
rijk gedurende die minderjarigheid benoemd
Z. K. H. de Prins.
Mocht tijdens die minderjarigheid de Ko-
ning:n-Moeder, nadat Hare waarneming van
het koninklijk gezag is aangevangen, over
lijden, van het- regentschap afstand doen of
buiten staat geraken het regentschap waar
te nemen, dan zal Zij in dat regentschap
worden opgevolgd door den Prins.
Mocht de Prins, alvorens Zijne waarne
ming van het koninklijk gezag is aange
vangen, de regeoring in een vreemden staat
als souverein of als regent aanvaarden, dan
zal Zijne benoeming tot regent van hét-
kon'nkrijk slechts van kracht zijn, indien
zij is gehandhaafd bij eene nadere wet.
Mocht de Prins de regeering van een
vreemden staat als souverein of als regent
aanvaarden, nadat Zijne waarneming van
het koninklijk gezag is aangevangen, dan
zal dit regentschap van het koninkrijk van
rechtswege eindigen drie maanden nadat de
regeering in dien vreemden staat als souve
rein of regent door den Prins zal zijn aan
vaard, tenzij de Prins binnen dien termijn
in het regentschap van het koninkrijk zal
zijn bevestigd door een wet.
In artikel 2 wordt bepaald, dat de waar
neming van het koninklijk gezag door de
regentes of den regent aanvangt op hetzelf
de oogenblik, dat def minderjarige koning
tot den troon komt.
Bij opvolging in het regentschap vangt,
behoudens als de Prins de regeering van een
vreemden staat als souverein of als regent
aanvaard heeft, de waarneming van het Ko
ninklijk gezag aan op hetzelfde oogenblik,
dat de regente is overleden of van het re
gentschap heeft afstand gedaan of op den
dag der afkondiging van het besluit in art.
40 of art. 44 der grondwet omschreven.
De toelichting tot dit wetsontwerp sluit
zich aan bij de rede door minister Heems
kerk in de vereenigde vergadering gehou
den
Het ontwerp omtrent de voogdij wijst den
Prins aan tot voogd voor het geval der min
derjarigheid van den troonopvolger. Mocht
de Prins voor den aanvang zijner voogdij
de regeering in een vreemden staat als
souverein of als regent aanvaarden, dan zal
zijne benoeming tot voogd slechts van kracht
zijn, indien zij is gehandhaafd bij een nadere
wet.
Verder wordt bepaald, dat de vader-voogd
ter zijde wordt gestaan door een raad van
voogdij, welke raad zijn zetel heeft te
's Gravenhage.
Volgens de toelichting hield de wet van
1888 geene bepaling in omtrent de plaats,
waai- de raad van voogdij gevestigd was.
Thans wordt voor deze voogdij die leemte
aangevuld.
Leden van dien raad van voogdij zijn
vier door de Kroon, den Raad van State
gehoord, aan te wijzen Nederlanders, en
voorts de vice-president en het eerst be
noemde lid van den Raad van State, de
voorzitter van de Algemeene Rekenkamer,
de president van en de procureur-gen er aal
bij den Hoogen Raad der Nederlanden.
De voogdijraad benoemt uit zijn midden
een voorzitter en een secretaris.
Nog wordt bepaald, dat indien de Vader-
voogd tot een volgend huwelijk overgaat.
Hij de voogdij verliest, tenzij Hij daarin
vóór de voltrekking van dat huwelijk worde
bevestigd door eene wet.
Indien de Vader-Voogd mocht verliezen
het Nederlanderschap, in eenigen vreemden
staat de regeering als souverein of als re
gent mocht aanvaarden, of Zijn Vast en
voortdurend verblijf buiten het Rijk in
Europa mocht vestigen, dan zal hij de voog
dij verliezen, van rechtswege drie maanden
nadat zich een dier gevallen zal hebben
voorgedaan, tenzij Hij binnen dien termijn
in die voogdij zal zijn bevestigd door een
wet.
Het voogdijrontwerp is, behoudens enkele
punten, (zooals de aanwijzing van 's Gra
venhage als zetel van den voogdijraad) ge
heel gelijk aan de wet van 14 September
1888, ter voorziening in de voogdij over
H. M. de Koningin.
Ten overvloede wordt aangeteekend, dat
het recht, den Koning in art. 27 der Grond
wet gewaarborgd tot inrichting naar zijn
goedvinden van Zijn Huis, door den Voogd
en niet door den Regent, wordt uitgeoefend.
Ten slotte voorziet een artikel in den
twijfel, welke art. 16 der wet van 1888 liet
omtrent den in1, ud der jaarrekening, en
wordt die twijfel opgelost door de bepaling,
waarbij opneming in de jaarrekening wordt
voorgeschreven, ook van de ontvangsten en
uitgaven tot het vruchtgenot van den Va
der-Voogd behoorend. En verder zijn nog
enkele andere bepalingen omtrent die jaar
rekening gestipuleerd.
De plechtige aanbieding van de wetsont
werpen betrekkelijk het Regentschap en
Voogdij had in en buiten de vergaderzaal
op het Binnenhof veel belangstelling gewekt
bij het publiek. In de zaal der Tweede Ka
mer presideerde baron Schimmelpenninck
v. d. Oye, de voorzitter der Eerste Kamer.
De griffiers en commiezen-griffiers waren,
evenals de leden der commissie van ont
vangst en uitgeleide, in staatsiekleeding. j
Ook de beide ministers in groot galacos-
tuum. De tribunes waren aan beide zijden
dicht bezet; in de diplomatenloge waren
ook eenige dignitarissen. Al de aanwezige
leden hoorden de rede van den minister
staande aan; ook de aanwezige socialisten.
Vóór het Koninklijk Paleis in het Noord,-
einde hadden zich hedenmiddag een paar
honderd menschen verzameld, om getuige te
zijn van het vertrek van de ministers van
Binnenlandsche Zaken en van Justitie van
liet Paleis naar het gebouw der Tweede Ka
mer ter aanbieding aan de Staten-Generaal
van de wetsontwerpen betrekkelijk het re
gentschap en de voogdij.
Op het voorplein van het Paleis was een
piket huzaren onder bevel van een wacht
meester opgesteld, die, toen de beide minis
ters in de met twee paarden bespannen gala
koets plaats namen, met de voor het Paleis
geposteerde schildwachten de wapens presen
teerden.
Langs Noordeinde, Plaats, Gevangen
poort en Buitenhof ging de stoet naar het
Binnenhof, waar onder leiding van den com
missaris Dietz de noodige politiemaatregelen
waren genomen en oen detachement van het
regiment grenadiers en jagers voor het ge
bouw der Kamer was opgesteld. Terwijl de
ministers het hofrijtuig verlieten en het ge
bouw binnentraden, presenteerden de mili
tairen opnieuw de wapens.
Op het Binnenhof waren een vrij groot
aantal menschen getuige van de komst der
ministers.
Kamerverkiezingen.
Door de Centrale Anri-revolutionaire
Kiesvereeniging in het district Hoorn is met
"jemeene stemmen, voorloop?g candidaat ge
steld voor het lidmaatschap der Tweede Ka
mer aldaar de heer H. Ch. Vegtel, lid van
de Staten van Zuid-Holland en. van den
gemeenteraad van 's Gravenhage, tevens can
didaat der rechitsche partijen in de districten
Brielle en Ziorikzee.
De heer K. Reijne heeft aan den voor-
z'iter dei* Centrale Vrijzinnige Kiesvereeni
ging in het district Kampen bericht, dat hij
voor eene hernieuwde candidatuur voor het
district Kampen niet in aanmerking wenscht
te komen.
De anti-revolutionaire kiesvereeniging Ne
derland en Oranje besloot in de eerstvol
gende centrale vergadering te Enkhuizen als
lid van de Tweede Kamer voor het district
Enkhuizen aan te bevelen de heeren prof.
Noordzij, N. Oosterbaan en prof. Rutgers.
De anti-revolutionaire kiesvereeniging te
Opperdoes koos de heeren prof. Rutgers en
N. Oosterbaan.
De centrale liberale kiesvereeniging in het
district Brielle, vergaderd te Spijkenisse,
heeft den heer A. Roodhuyzen candidaat
gesteld voor de Tweede Kamer.
Het bestuur van de afdeeling Amster
dam der Koninklijke Nederlandsche Weer-
baarheidsvereeniging verzoekt er op te wil
len wijzen, dat in het bekende Oranje
boekje, dat in den laatsten tijd van uit het
leger op de gymnasia en middelbare scholen
verspreidt wordt en waarin inlichtingen wor
den gegeven omtrent de instelling van het
reservekader, niet zijn opgenomen, de laat
ste ministerieele besluiten, volgens welke
kaderleden van het korps Kon. Ned. Weer-
baarheids-Vereeniging, spoedigst na hun in
dienst treden ook als reservist, proeven
van bekwaamheid kunnen aflegde" voor den
rang welken zij bij dat korps bekleeden en
daarna c.q. onmiddellijk in dien rang bij het
leger kunnen worden aangesteld.
Leden der propaganda-commissie bereid
tot het geven van inlichtingen zijn: G. M.
de Jonge, Koninginneweg 172, en W. H.
Wellensiek, Omval C 51.
Nederlandsche Vereeni-
ging voor Gemeentebelangen.
Voor het 23 Juni a.s. door bovengenoemde
vereeniging te houden jubileum (25 jaar ge
leden, dat voor het eerst werd afgenomen
het examen voor gemeente-secretaris en amb
tenaar ter secretarie), heeft zich, tot voor
bereiding der feestelijkheden, de volgende
commissie gevormduit de provincie Gro
ningen G. de Vries, burgemeester van 01-
dehove; Friesland: J. Kardux, hoofdcom
mies provinciale griffie te Leeuwarden
Drente: H. A. Aalfs, burgemeester van
Vries; OverijselG. Kuit, secretaris van
Deventer; Gelderland: W. Overmars, bur
gemeester van Ewijk; Utrecht: D. Kooi
man, secretaris van Maarssen en Maarsse-
veen; Noord-Holland: J. W. A. C. van
Loenen, secretaris van Beverwijk; Zuid-
Holland: M. J, Mijs, burgemeester van
MiddelharnisZeeland: jhr. S. O. de Ca-
sembroot, ambtenaar provinciale griffie,
Middelburg; Noord-BrabantG. R. C. M.
Raupp, burgemeester van TilburgLim
burg H. Nouwen, secretaris van Venlo.
Landhuishoudkundig
Congres. Op het 61e Nederlandsoh
Land'huishoudikundig Congres, dat van 1
tot 4 Juni 1909 te Hoorn gehouden zal
worden zullen «de navolgende vraagpunten
aan de orde worden gesteld
1. Aan het einde van zijn werk ,,Agrar-
verfassung und Landwirtschaft in den Nie-
derlanden" 1906, schrijft dr. I. Frost:
,,So kommt es dasz die Niederlandische
Landwirtschaft, nach auszen bin ei® star-
kes gesundes Glied der Niederlandische
Volkswirtschaft, im inneren Kern zu
krdnikeln heginnt, und 'dasz darum,
Weil sie in den Stadten keine ebenbiirtige
Vorwartsentwick'lung des Handels und der
Industrie findet." Wat te denken van deze
conclusie en van de motieven, welk® tot
deze conclusie voerden? In te leiden door
den heer K. Cz. de Boer, te Assendelft.
2. Is het wenschedijk, wijzigingen en
verbeteringen aan te brengen in de organi
satie van ons lager landbouwonderwijs? In
to leiden door den heer P. van Hoek, te
's Gravenhage.
3. Wordt in ons land de wetenschappe
lijke zijde van de zuivelbereiding voldoen
de onderzocht? In te leiden namens den
F. N. Z. door den heer O. Reitsma, te
Leeuwarden.
4. Is het niet wenschelijk, dat belang
hebbenden bij den handel in Nederland
sche producten van zuivelbereiding, land
en tuinbouw hunne medewerking verleenen
voor het tot stand komen van eene kleine
Nederlandsche afdeeling op de Grocers'
Exhibitions", die iedei- jaar in verschil
lende steden van Engeland gehouden wor
den? In te leiden door do Nelder lands oh e
Kamer van Koophandel te Londen.
5. Op welke wijze kan de ,,Unjer" op
weiland onschadelijk gemaakt worden? In
te leiden door den heer H. J'b. Avis, te
Mid woud.
6. De rege eri ng sbemoei in gen met den
landbouw hebben tot nog toe bijna uitslui
tend ten doel de productie te bevorderen.
Hoewel moet worden toegegeven dait het
uitoefenen van invloed op de verdeeling
der producten van dein landbouw veel moei
lijker is, kan toch de tijd niet meer verre
zijn, dat ook in deze richting moeit worden
ingegrepen. Wat is in dit opzicht in do
naaste toekomst te doen? In 'te leiden door
den heer A. Rauwerda te Leeuwarden.
7. Zijn wij met onze maatregelen tot
verbetering der runldveeteelt (Fok-, Süie-
renvereenigingen, premie-eering, enz.) op
den goeden weg om een zekeren en blij-
veaden vooruitgang te verkrijgen? In te
leidem door den heer T. J. Swierstra, te
Arnhem.
8. Is gedeeltelijke afsluiting en droog
making der Zuiderzee, zooals die in het in
gediende wetsontwerp is voorgesteld, wen
schelijk? In te leiden door den lieer V. J.
F. de Blocq van Kuffeler, te Hoorn.
DeN eptuneJjine. Naar de Tel.
verneemt, is de Neptune Line, dienst Rot
terdamBaltimore, overgegaan aan de Hol
landAmerika-lijn, die daarmede zes stoom
schepen overneemt van de firma Furneas,
Withy en Co., Ltd., welke tot dusver die
vaart onderhield. In den dienst komt geen
verandering.
Rijksopsporing van delf
stoffen. Uit Helenaveen meldt men aan
de ,,N. R. Ct."
De proefboringen in de Peel door de
rijksopsporing van delfstoffen bereikten te
Baarlo een diepte van pl. m. 1250 M.ver
moedelijk zal daar voortgegaan worden tot
1400 M.
De boring te Kessel is op lxo7 M. ge
staakt en verplaatst naar Hoest-America,
waar de werkzaamheden binnenkort zullen
aanvangen.
Op het oogenblik wordt met een boorto
ren van den heer J. de Boer en Co. uit
Leeuwarden voor rekening van de rijksop
sporing, een proefgat in Reek bij Grave ge
maakt, om to onderzoeken of soms lagen van
aanmerkelijken ouderdom op niet to groote
diepte aanwezig zijn.
Voorloopig gaat die boring niet dieper
dan tot 200 M. Er zijn reeds op zeer ge
ringe diepte eenige merkwaardige schelpen-
banken doorboord.
Een meevaller. Zestien jaar
geleden verloor iemand bij het ploegen van
een stuk land onder Schore zijn zilveren
horlogo, gesloten in een. koperen least. De
vorige week is dit horloge door een land
bouwer van Kruiningen, die hetzelfde stuk
land omploegde, in vrij goeden toestand te
ruggevonden. Alleen de wijzers en liet bout
je van den beugel waren verteerd. Het hor
loge is door den vinder aan den eigenaar
teruggegeven.
Ongevallenverzekering
voor het tuinbouwbedrijf.
Drie en vijftig van de 54 patroons der aan
wezige leden van de Loosduinsche Groenten-
veiling gaven zich Dinsdagavond op, om lid
te worden van de onderlinge Ongevallenver
zekering voor hot Tuinbouwbedrijf. De heer
P. Teunissen uit Amsterdam zette deze zaak
welke door het centraal bestuur van den
Ne<l. Tuinbouwraod wordt op touw gezet,
uiteen met bovenvermeld gevolg. De bedoe
ling is natuurlijk een regeling tot stand te
brengen dio door de regeering kan erkend
worden, doch op vrijwat goedkooperen
j grondslag, dan wanneer de zaak van de re
geering uitgaat.