81', 269. Tweede blad. 7'" Jaargang. Zaterdag 20 Maart 1909. BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonderlijke nummert 0.05. t\: Com an verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advortentiönmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 'a morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. lntercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regels f Elke regel meer - 0.10, Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cents by vooruitbetaling Qroote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, b\j abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kameroverzicht. Eerste Kamer. De Eerste Kamer, in welker zitting van. gasteren hec nieuw benoemde lid voor Lim burg jhr. mr. Van der Maesen de Som- breff werd beëedigd en zitting nam, zal Maandagavond opnieuw bijeenkomen. Vereenigde Vergadering van de beide Kamers der Staten-Generaal. op Vrijdag 19 Maart 1909. De vergadering wordt te l£ ure des na middags geopend. De heer Schim melpenninck v. d. O y e, voorzitter van de Eerste Ka mer, bekleedt den voorzittersstoel. De V oorzit, ter deelt mede, dat is ingekomen een afschrift van het Koninklijk Besluit van 15 Maart 1909, no. 76, waarbij de leden der heide Kamers van de Staten- Generaal worden uitgenoodigd zich op he den in de vergaderzaal van de Tweede Ka mer der Staten Generaal te vereenigen en waarbij bepaald is dat door de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Justitie in deze openbare vereenigde vergadering der Staten-Generaal zullen worden ingebracht een ontwerp van wet tot voorziening in het regentschap in geval van troonopvolging tijdens de minderjarigheid van den Troon opvolger, en een ontwerp van wet tot re geling van de voogdij over den minderja rigen Koning. De Voorzitter benoemt eene com missie ten einde de heereu Ministers in- en uitgeleide te doen. Tot leden dier commissie worden benoemd de heeren Van der Does de Willebois (Eer ste Kamer), Roessingh (Tweede Kamer), Jhr. van Asch van Wijclc (id.), Staal (Eer ste Kamer), jhr. van Nispen tot Sevenaer (Tweede Kamer) en Dolk (id.) De heeren Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Justitie worden door de com missie de zaal binnengeleid. De heer Heemskerk, Minister van Binnenlandsche Zaken, houdt daarop de volgende rede: Mijne Heeren 1 De Koningin heeft mijn ambtgenoot en mij de vereerende taak opgedragen in deze Vereenigde Vergadering der Staten Gene raal in te brengen een wetsontwerp tot voor ziening in het Regentschap voor het geval der minderjarigheid van den Troonopvol ger op het tijdstip Zijner komst tot den Troon, en een wetsontwerp tot regeling der Voogdij over den minderjarigen Koning. Nu met hoopvolle verwachting de ge boorte wordt tegemoet gezien van een Troonopvolger, uit Harer Majesteits huwe lijk met Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden gesproten, mag het oogenblik om deze door de Grondwet ge- eischte voorzieningen te treffen, geacht worden te zijn gekomen. Het is onze wensch en onze bede, dat Harer Majesteit's Troonopvolger uit dien echt gesproten, op meerderjarigen leeftijd na lange jaren tot den Troon geroepen mo ge worde, maar hoe innig die wensch en die bede mogen zijn, zij ontslaan de Regee ring niet van den plicht, om te voorzien in het mogelijke geval, dat de Troonsbe stijging van dien opvolger reeds gedurende zijne minderjarigheid zou moeten plaats hebben. Bij de voorziening in het Regent schap behoorde naar het oordeel der Re geering allereerst getuigenis te worden af gelegd van nationale dankbaarheid jegens Hare Majesteit de Koningin-Moeder, die tijdens de minderjarigheid van de Koningin het Koninklijke gezag heeft waargenomen, en den Troon heeft bevestigd. Daarom wordt voorgesteld in de eerste plaats aan Hare Majesteit de Koningin-Moeder het Regent schap op te dragen. Ware het niet plicht geweest ook in deze met de historie te rekenen, met vol ver trouwen zou de Regeering hebben voorge steld, aanstonds Zijne Koninklijke Hoog heid den Prins der Nederlanden tot het Re gentschap te roepen. Mocht eenmaal Hare Majesteit de Konin gin-Moeder tijdens de minderjarigheid van den Koning ons ontvallen, dan zou er niet aan kunnen worden getwijfeld, of de Prins der Nederlanden, de Vader van den minder jarigen Vorst, zou tot waarneming van het Koninklijk gezag zijn geroepen. De voorgestelde regeling zou dan ook niet volledig zijn, wanneer niet tevens voorzien werd, gelijk de Grondwet toelaat in de op volging in het Regentschap, waarvoor in het U voorgedragen wetsontwerp, Zijne Konink lijke Hoogheid wordt aangewezen. Tot de Voogdij van den minderjarigen Ko -ning mag de Vader als geroepen worden be schouwd. In het desbetreffend wetsvoorstel wordt dan ook Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden voorgedragen als Voogd. Met het oog zoowel op heit Regentschap als op de Voogdij, konden eenige voorzie ningen voor het geval Zijne Koninklijke Hoogheid te eeniger tijd de Regeering in een vreemden staat, als Souverein of als Regent mocht aanvaarden, niet worden ge mist. De aanvaarding zoude zulke gewichtige ge volgen kunnen hebben, dat voor dat geval eene nadere beslissing van den Wetgever noodzakelijk moet worden geacht. Vermoe delijk zou men er grooten prijs op stellen Zijne Koninklijke Hoogheid zoo lang moge lijk voor het Regentschap hier te lande en voor de Voogdij over den minderjarigen Ko ning te behouden, maar men zal eerst, als het hier gesteld geval zich voordoet, met het oog op de omstandigheden, zooals zij dan zullen zijn, volledig kunnen beoordeelen, of het zonder bezwaar kan geschieden. Ten aanzien der Voogdij was nog voorzie ning in enkele andere gevallen noodig, die in het wetsvoorstel wordt getroffen. Bij het wetsontwerp op de Voogdij is ove rigens nagenoeg geheel gevolgd de regeling, zooaLs zij voor de Voogdij van Hare Majes teit de Koningin, tijdens Hare minderjarig heid, na uitvoerige schriftelijke gedachten- wisseling, is tot stand gebracht bij de wet van 14 September 1888 (Staatsblad no. 150). Slechts enkele aanvullingen en wijzigingen zijn wenschelijk voorgekomen. In de zitting van 11 September 1888 is in de vereenigde vergadering der Staten- Generaal een reglement van orde voor hare vergadering vastgesteld, hetwelk U in staat stelt aanstonds tot het onderzoek van deze wetsvoorstellen over te gaan. De regeering zal zich verheugen, als zij dt. instemming van uwe vergadering mag verwerven De omstandigheden, waaronder deze wets ontwerpen worden ingediend, veroorloven ons de blijde hoop te koesteren, dat het Koninklijke huis opnieuw zal opbloeien, dat Hare Majesteit de Koningin en Zijne Ko ninklijke Hoogheid de Prins der Nederlan den een huiselijk geluk zullen mogen sma ken, waarin het Nederlandsclie volk zal deelen, e:i dat eenmaal Hare Majesteit den Troon zal mogen overlaten aan Hare na komelingen, door afstamming geroepen om de tradiitiën van het Huis van Oranje voort te zetten. Maar wij mogen ons niet verheugen dan met nuchteren ernst, en daarom moesten deze wetsontwerpen worden' ingediend, zij ■het dan ook met de hoop, dat zij, tot wet verheven, nimmer zullen behoeven in wer king te treden. Moge het God behagen Hare Majesteit en Haar Huis en het Nederlandsche Volk in en do.r de gebeurtenis, welke aanstaan de is, te zegenen en met blijdschap te ver vullen. Wij hebben de ees ter voldoening aan Harer Majesteit's opdracht een wetsontwerp to* voorziening in hot Regentschap en een we+sontwerp tot regeling der voogdij over den minderjarigen Koning voor het geval dat een troonopvolger, gesproten uit den echt van Hare Majesteit de Koningin met Zijne Koninglijke Hoogheid den Prins der Nederlanden bij zijne komt tot den Troon minderjarig mocht zijn, met de daarbij be- hoorende Memoriën van Toelichting aan IJ over te leggen. De Voorzitter zegt namens de ver gadering de Regeering dank voor het over breng van de wetsontwerpen betrekkelijk het regentschap en de voogdij. Nadat de ministers van binnenlandsche zaken en van justitie door de Commissie uit geleide zijn gedaan gaat de vergadering over tot het trekken der afdeelingen. De leden begeven zich daarna naai- de sectiekamers, tot het kiezen van voorzitters, onder-voor zitters en een lid voor de rommissie voor verzoekschriften. De Voorzitter verzoekt de 6 en 7 sectie zich te begeven naar het gebouw der Eerste Kamer en aan de te benoemen voor zitters om zich ten 3 ure te vereenigen in de kamer van den voorzitter der Tweede Kamer, ten einde de agenda voor de werk zaamheden vast te stellen. De vergadering wordt daarna gesloten. De afdeelingen van de vereenigde ver gadering van de Staten-Generaal hebben be noemd tot voorzitters de heeren De Savornin Lobman, Loeff, Rahusen, De Beaufort, ltöell, Havelaar en Van de Velde; tot onder voorzitter de heeren Kist, 't Hooft, Van Vlijmen, Van Karnebeek, Vermeulen, Van Bylandt, Van den Biesen tot leden van de commissie voor de verzoekschriften de hee ren Van Vel sen, Bos, Pollema, Tydeman, Van Citters, Ruys de Beerenbrouck en Van Idsinga. De afdeelingen zullen Dinsdag 23 dezer, te half twee, vergaderen. Berichten. Regentschap en voogdij. Gisterenavond zijn in druk uitgekomen de 'wee wetsontwerpen betreffende regent schap en voogdij. In artikel 1 van het ontwerp betreffende het regent-schap wordt bepaald, dat, voor het geval der minderjarigheid van den troonopvolger op het tijdstip zijner komst tot den troon, Hare Majesteit de Koningin- Moeder tot regentes wordt benoemd ge durende die minderjarigheid. Bij Hare ont stentenis wordt tot regent van het Konink rijk gedurende die minderjarigheid benoemd Z. K. H. de Prins. Mocht tijdens die minderjarigheid de Ko- ning:n-Moeder, nadat Hare waarneming van het koninklijk gezag is aangevangen, over lijden, van het- regentschap afstand doen of buiten staat geraken het regentschap waar te nemen, dan zal Zij in dat regentschap worden opgevolgd door den Prins. Mocht de Prins, alvorens Zijne waarne ming van het koninklijk gezag is aange vangen, de regeoring in een vreemden staat als souverein of als regent aanvaarden, dan zal Zijne benoeming tot regent van hét- kon'nkrijk slechts van kracht zijn, indien zij is gehandhaafd bij eene nadere wet. Mocht de Prins de regeering van een vreemden staat als souverein of als regent aanvaarden, nadat Zijne waarneming van het koninklijk gezag is aangevangen, dan zal dit regentschap van het koninkrijk van rechtswege eindigen drie maanden nadat de regeering in dien vreemden staat als souve rein of regent door den Prins zal zijn aan vaard, tenzij de Prins binnen dien termijn in het regentschap van het koninkrijk zal zijn bevestigd door een wet. In artikel 2 wordt bepaald, dat de waar neming van het koninklijk gezag door de regentes of den regent aanvangt op hetzelf de oogenblik, dat def minderjarige koning tot den troon komt. Bij opvolging in het regentschap vangt, behoudens als de Prins de regeering van een vreemden staat als souverein of als regent aanvaard heeft, de waarneming van het Ko ninklijk gezag aan op hetzelfde oogenblik, dat de regente is overleden of van het re gentschap heeft afstand gedaan of op den dag der afkondiging van het besluit in art. 40 of art. 44 der grondwet omschreven. De toelichting tot dit wetsontwerp sluit zich aan bij de rede door minister Heems kerk in de vereenigde vergadering gehou den Het ontwerp omtrent de voogdij wijst den Prins aan tot voogd voor het geval der min derjarigheid van den troonopvolger. Mocht de Prins voor den aanvang zijner voogdij de regeering in een vreemden staat als souverein of als regent aanvaarden, dan zal zijne benoeming tot voogd slechts van kracht zijn, indien zij is gehandhaafd bij een nadere wet. Verder wordt bepaald, dat de vader-voogd ter zijde wordt gestaan door een raad van voogdij, welke raad zijn zetel heeft te 's Gravenhage. Volgens de toelichting hield de wet van 1888 geene bepaling in omtrent de plaats, waai- de raad van voogdij gevestigd was. Thans wordt voor deze voogdij die leemte aangevuld. Leden van dien raad van voogdij zijn vier door de Kroon, den Raad van State gehoord, aan te wijzen Nederlanders, en voorts de vice-president en het eerst be noemde lid van den Raad van State, de voorzitter van de Algemeene Rekenkamer, de president van en de procureur-gen er aal bij den Hoogen Raad der Nederlanden. De voogdijraad benoemt uit zijn midden een voorzitter en een secretaris. Nog wordt bepaald, dat indien de Vader- voogd tot een volgend huwelijk overgaat. Hij de voogdij verliest, tenzij Hij daarin vóór de voltrekking van dat huwelijk worde bevestigd door eene wet. Indien de Vader-Voogd mocht verliezen het Nederlanderschap, in eenigen vreemden staat de regeering als souverein of als re gent mocht aanvaarden, of Zijn Vast en voortdurend verblijf buiten het Rijk in Europa mocht vestigen, dan zal hij de voog dij verliezen, van rechtswege drie maanden nadat zich een dier gevallen zal hebben voorgedaan, tenzij Hij binnen dien termijn in die voogdij zal zijn bevestigd door een wet. Het voogdijrontwerp is, behoudens enkele punten, (zooals de aanwijzing van 's Gra venhage als zetel van den voogdijraad) ge heel gelijk aan de wet van 14 September 1888, ter voorziening in de voogdij over H. M. de Koningin. Ten overvloede wordt aangeteekend, dat het recht, den Koning in art. 27 der Grond wet gewaarborgd tot inrichting naar zijn goedvinden van Zijn Huis, door den Voogd en niet door den Regent, wordt uitgeoefend. Ten slotte voorziet een artikel in den twijfel, welke art. 16 der wet van 1888 liet omtrent den in1, ud der jaarrekening, en wordt die twijfel opgelost door de bepaling, waarbij opneming in de jaarrekening wordt voorgeschreven, ook van de ontvangsten en uitgaven tot het vruchtgenot van den Va der-Voogd behoorend. En verder zijn nog enkele andere bepalingen omtrent die jaar rekening gestipuleerd. De plechtige aanbieding van de wetsont werpen betrekkelijk het Regentschap en Voogdij had in en buiten de vergaderzaal op het Binnenhof veel belangstelling gewekt bij het publiek. In de zaal der Tweede Ka mer presideerde baron Schimmelpenninck v. d. Oye, de voorzitter der Eerste Kamer. De griffiers en commiezen-griffiers waren, evenals de leden der commissie van ont vangst en uitgeleide, in staatsiekleeding. j Ook de beide ministers in groot galacos- tuum. De tribunes waren aan beide zijden dicht bezet; in de diplomatenloge waren ook eenige dignitarissen. Al de aanwezige leden hoorden de rede van den minister staande aan; ook de aanwezige socialisten. Vóór het Koninklijk Paleis in het Noord,- einde hadden zich hedenmiddag een paar honderd menschen verzameld, om getuige te zijn van het vertrek van de ministers van Binnenlandsche Zaken en van Justitie van liet Paleis naar het gebouw der Tweede Ka mer ter aanbieding aan de Staten-Generaal van de wetsontwerpen betrekkelijk het re gentschap en de voogdij. Op het voorplein van het Paleis was een piket huzaren onder bevel van een wacht meester opgesteld, die, toen de beide minis ters in de met twee paarden bespannen gala koets plaats namen, met de voor het Paleis geposteerde schildwachten de wapens presen teerden. Langs Noordeinde, Plaats, Gevangen poort en Buitenhof ging de stoet naar het Binnenhof, waar onder leiding van den com missaris Dietz de noodige politiemaatregelen waren genomen en oen detachement van het regiment grenadiers en jagers voor het ge bouw der Kamer was opgesteld. Terwijl de ministers het hofrijtuig verlieten en het ge bouw binnentraden, presenteerden de mili tairen opnieuw de wapens. Op het Binnenhof waren een vrij groot aantal menschen getuige van de komst der ministers. Kamerverkiezingen. Door de Centrale Anri-revolutionaire Kiesvereeniging in het district Hoorn is met "jemeene stemmen, voorloop?g candidaat ge steld voor het lidmaatschap der Tweede Ka mer aldaar de heer H. Ch. Vegtel, lid van de Staten van Zuid-Holland en. van den gemeenteraad van 's Gravenhage, tevens can didaat der rechitsche partijen in de districten Brielle en Ziorikzee. De heer K. Reijne heeft aan den voor- z'iter dei* Centrale Vrijzinnige Kiesvereeni ging in het district Kampen bericht, dat hij voor eene hernieuwde candidatuur voor het district Kampen niet in aanmerking wenscht te komen. De anti-revolutionaire kiesvereeniging Ne derland en Oranje besloot in de eerstvol gende centrale vergadering te Enkhuizen als lid van de Tweede Kamer voor het district Enkhuizen aan te bevelen de heeren prof. Noordzij, N. Oosterbaan en prof. Rutgers. De anti-revolutionaire kiesvereeniging te Opperdoes koos de heeren prof. Rutgers en N. Oosterbaan. De centrale liberale kiesvereeniging in het district Brielle, vergaderd te Spijkenisse, heeft den heer A. Roodhuyzen candidaat gesteld voor de Tweede Kamer. Het bestuur van de afdeeling Amster dam der Koninklijke Nederlandsche Weer- baarheidsvereeniging verzoekt er op te wil len wijzen, dat in het bekende Oranje boekje, dat in den laatsten tijd van uit het leger op de gymnasia en middelbare scholen verspreidt wordt en waarin inlichtingen wor den gegeven omtrent de instelling van het reservekader, niet zijn opgenomen, de laat ste ministerieele besluiten, volgens welke kaderleden van het korps Kon. Ned. Weer- baarheids-Vereeniging, spoedigst na hun in dienst treden ook als reservist, proeven van bekwaamheid kunnen aflegde" voor den rang welken zij bij dat korps bekleeden en daarna c.q. onmiddellijk in dien rang bij het leger kunnen worden aangesteld. Leden der propaganda-commissie bereid tot het geven van inlichtingen zijn: G. M. de Jonge, Koninginneweg 172, en W. H. Wellensiek, Omval C 51. Nederlandsche Vereeni- ging voor Gemeentebelangen. Voor het 23 Juni a.s. door bovengenoemde vereeniging te houden jubileum (25 jaar ge leden, dat voor het eerst werd afgenomen het examen voor gemeente-secretaris en amb tenaar ter secretarie), heeft zich, tot voor bereiding der feestelijkheden, de volgende commissie gevormduit de provincie Gro ningen G. de Vries, burgemeester van 01- dehove; Friesland: J. Kardux, hoofdcom mies provinciale griffie te Leeuwarden Drente: H. A. Aalfs, burgemeester van Vries; OverijselG. Kuit, secretaris van Deventer; Gelderland: W. Overmars, bur gemeester van Ewijk; Utrecht: D. Kooi man, secretaris van Maarssen en Maarsse- veen; Noord-Holland: J. W. A. C. van Loenen, secretaris van Beverwijk; Zuid- Holland: M. J, Mijs, burgemeester van MiddelharnisZeeland: jhr. S. O. de Ca- sembroot, ambtenaar provinciale griffie, Middelburg; Noord-BrabantG. R. C. M. Raupp, burgemeester van TilburgLim burg H. Nouwen, secretaris van Venlo. Landhuishoudkundig Congres. Op het 61e Nederlandsoh Land'huishoudikundig Congres, dat van 1 tot 4 Juni 1909 te Hoorn gehouden zal worden zullen «de navolgende vraagpunten aan de orde worden gesteld 1. Aan het einde van zijn werk ,,Agrar- verfassung und Landwirtschaft in den Nie- derlanden" 1906, schrijft dr. I. Frost: ,,So kommt es dasz die Niederlandische Landwirtschaft, nach auszen bin ei® star- kes gesundes Glied der Niederlandische Volkswirtschaft, im inneren Kern zu krdnikeln heginnt, und 'dasz darum, Weil sie in den Stadten keine ebenbiirtige Vorwartsentwick'lung des Handels und der Industrie findet." Wat te denken van deze conclusie en van de motieven, welk® tot deze conclusie voerden? In te leiden door den heer K. Cz. de Boer, te Assendelft. 2. Is het wenschedijk, wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de organi satie van ons lager landbouwonderwijs? In to leiden door den heer P. van Hoek, te 's Gravenhage. 3. Wordt in ons land de wetenschappe lijke zijde van de zuivelbereiding voldoen de onderzocht? In te leiden namens den F. N. Z. door den heer O. Reitsma, te Leeuwarden. 4. Is het niet wenschelijk, dat belang hebbenden bij den handel in Nederland sche producten van zuivelbereiding, land en tuinbouw hunne medewerking verleenen voor het tot stand komen van eene kleine Nederlandsche afdeeling op de Grocers' Exhibitions", die iedei- jaar in verschil lende steden van Engeland gehouden wor den? In te leiden door do Nelder lands oh e Kamer van Koophandel te Londen. 5. Op welke wijze kan de ,,Unjer" op weiland onschadelijk gemaakt worden? In te leiden door den heer H. J'b. Avis, te Mid woud. 6. De rege eri ng sbemoei in gen met den landbouw hebben tot nog toe bijna uitslui tend ten doel de productie te bevorderen. Hoewel moet worden toegegeven dait het uitoefenen van invloed op de verdeeling der producten van dein landbouw veel moei lijker is, kan toch de tijd niet meer verre zijn, dat ook in deze richting moeit worden ingegrepen. Wat is in dit opzicht in do naaste toekomst te doen? In 'te leiden door den heer A. Rauwerda te Leeuwarden. 7. Zijn wij met onze maatregelen tot verbetering der runldveeteelt (Fok-, Süie- renvereenigingen, premie-eering, enz.) op den goeden weg om een zekeren en blij- veaden vooruitgang te verkrijgen? In te leidem door den heer T. J. Swierstra, te Arnhem. 8. Is gedeeltelijke afsluiting en droog making der Zuiderzee, zooals die in het in gediende wetsontwerp is voorgesteld, wen schelijk? In te leiden door den lieer V. J. F. de Blocq van Kuffeler, te Hoorn. DeN eptuneJjine. Naar de Tel. verneemt, is de Neptune Line, dienst Rot terdamBaltimore, overgegaan aan de Hol landAmerika-lijn, die daarmede zes stoom schepen overneemt van de firma Furneas, Withy en Co., Ltd., welke tot dusver die vaart onderhield. In den dienst komt geen verandering. Rijksopsporing van delf stoffen. Uit Helenaveen meldt men aan de ,,N. R. Ct." De proefboringen in de Peel door de rijksopsporing van delfstoffen bereikten te Baarlo een diepte van pl. m. 1250 M.ver moedelijk zal daar voortgegaan worden tot 1400 M. De boring te Kessel is op lxo7 M. ge staakt en verplaatst naar Hoest-America, waar de werkzaamheden binnenkort zullen aanvangen. Op het oogenblik wordt met een boorto ren van den heer J. de Boer en Co. uit Leeuwarden voor rekening van de rijksop sporing, een proefgat in Reek bij Grave ge maakt, om to onderzoeken of soms lagen van aanmerkelijken ouderdom op niet to groote diepte aanwezig zijn. Voorloopig gaat die boring niet dieper dan tot 200 M. Er zijn reeds op zeer ge ringe diepte eenige merkwaardige schelpen- banken doorboord. Een meevaller. Zestien jaar geleden verloor iemand bij het ploegen van een stuk land onder Schore zijn zilveren horlogo, gesloten in een. koperen least. De vorige week is dit horloge door een land bouwer van Kruiningen, die hetzelfde stuk land omploegde, in vrij goeden toestand te ruggevonden. Alleen de wijzers en liet bout je van den beugel waren verteerd. Het hor loge is door den vinder aan den eigenaar teruggegeven. Ongevallenverzekering voor het tuinbouwbedrijf. Drie en vijftig van de 54 patroons der aan wezige leden van de Loosduinsche Groenten- veiling gaven zich Dinsdagavond op, om lid te worden van de onderlinge Ongevallenver zekering voor hot Tuinbouwbedrijf. De heer P. Teunissen uit Amsterdam zette deze zaak welke door het centraal bestuur van den Ne<l. Tuinbouwraod wordt op touw gezet, uiteen met bovenvermeld gevolg. De bedoe ling is natuurlijk een regeling tot stand te brengen dio door de regeering kan erkend worden, doch op vrijwat goedkooperen j grondslag, dan wanneer de zaak van de re geering uitgaat.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1