Woensdag 31 Maart 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. m°. ar». 7"' DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per S maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest dagen. Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens by de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling. Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnoment. Eene oirculairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt, ter voldoening aan de aanschrijving van, den Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, d.d. 27 Maart 1009. 4e afdeel Lng no 1229/896 ter kennis van belanghebbende»', dat in de gemeente Woudenberg een geval van miltvuur is voorgekomen. Amersfoort, don 30. Maart 1909. De Burgemeester voornoemd. WUIJTIERS. Politiek Overzicht. De abdicatie van den Servischen Kroonprins. De vrijwillige abdicatie van Kroonprins George van Servië, die als een coup de theatre gekomen is, heeft hoofdzakelijk de aandacht getrokken in verband met den bui- tenlandschen toestand. Prins George was het hoofd van de oorlogspartijzijn heengaan op dit oogenblik kan dus worden aange merkt als een gunstig teeken voor het be houd van den vrede. Maar dat is niet het eenige gezichtspunt, waaruit deze daad moet worden beschouwd. Ook voor den binnen- landschen toestand van Servië is zij van ge wicht. Daarop wijst de correspondent van de Neue Freie Presse te Belgrado, die schrijft „De abdicatie van den kroonprins is ten gevolge van de groote gevaren, die zij en de wijze van hare afdoening voor Servië in het algemeen en voor de toch al op zwakke voeten staande dynastie-Karageorgewitsch in 't bijzonder in zich bergt, "an zeer groot gewicht. Niet alleen de Koning, maar alle met kroonprins George in aanraking komen de personen, vooral echter zijn broeder prins Alexande^, moeten alles hebben aangewend om hem te bewegen de verklaring, dat hij afstand doet van zijn recht op de troonsop volging, in te trekken." Waarin die gevaren bestaan, wordt met een enkel woord aangeduid door een corres pondent van de Vossische Ztg., die, voor dat de abdicatie een voldongen feit gewor den was, schreef„Wanneer Kroonprins Geórge bij zijn besluit blijft, dan ontstaan er groote moeielijkheden van rechtskundigen aard. In de eerste plaats zou de grondwet gewijzigd moeten worden, en met dit doel zou de geheele kwestie voor eene groote so- branje gebracht moeten worden. Het opwer pen van de geheele kwestie bergt inzonder heid bij de thans in Servië heerschende ver warring ernstige gevaren voor de dynastie in zich. Dit zouden natuurlijk zoowel de Koning als alle andere verantwoordelijke factoren willen vermijden." Dit is niet gelukt. Prins George heeft zijn besluit doorgezet; hij is nu van kroon prins ambteloos burger gewerden. Zal daar mee zijne rol uitgespeeld zijn? Volgens de Vossische Ztg. is er gegronde reden om daaraan te twijfelen. Dit blad bespeurt in prins George dezelfde eigenschappen, die in dertijd de heerschers uit de dynastie-Obre- nowitscli kenmerkten en waaraan zij zijn te gronde gegaan. Milan en Alexander heb ben, omdat zij niet in staat waren zich te beheerschen, zonde op zonde tegen den staat, het volk en de dynastie gestapeld. George Karageorgewitsch volgt hen op dezen weg. Alles wat hij tot dusver heeft begaan, ge tuigt daarvan". Dat het prins George met zijn besluit geheel ernst zon zijn, daarin heeft de Vossische Ztg. blijkbaar slechts een gering vertrouwen; zij schrijft: „De Servische troonsopvolger staat in èen „onherroepelijk besluit" al zijne rechten en voorrechten af en doet „voor altijd" afstand van den troon. De geest van den overleden Milan komt op. Het zijn bijna dezelfde woor den, die Milan gebruikte, toen hij alles van zich afschudde wat hem met Servië ver bond, zelfs het Servische staatsburgerschap Weinige jaren later was hij er weer boven op. Het is wel is waar kwestieus of de dynastie-Karageorgewitsch zich nog lang op den troon zal kunnen handhavenals dat echter gebeurt, dan heeft de tegenwoordige troonsafstand van George slechts eene zeel- geringe beteekenis. Er kan altijd een oogen blik komen, waarop George „als Serviër en soldaat" plotseling weer de noodzakelijkheid erkent om het „onwrikbare besluit" der her roeping van zijne abdicatie te nemen. Door den afstand is niets anders gebeurd, dan dat de chaos in Servië nu en voor de toekomst vermeerderd werd". Onder opmerking, dat prins Alexander, de nieuwe kroonprins, een ziekelijke jonge man is, die behoefte heeft aan een veelvul dig verblijf in een zuidelijk klimaat, besluit de Vossische Ztg. met te zeggen, dat er in allen vorm eene dynastieke crisis aanwezig is. „Welke gevolgen zij voor de binnen- landsche toestanden van Servië zal hebben, is nog niet te voorzien. Slechts zoo «veel kan men lieden wel reeds zeggen,dat zij niet bevorderlijk is voor de handhaving van de rust in het land. Servië gaat moeielijke tij den tegemoet, tijden waarin de vraag ter beantwoording staat: te zijn of niet te zijn? De buitenlandsche crisis heeft het land reeds economisch, financieel en moreel ont zettend benadeeld. Zelfs al verloopt zij zon der gewapende botsing met de naburige monarchie, dan is er weinig hoop op gezond worden. Zoo harde slagen in onafgebroken reeks als Servië uit eigen schuld ondergaat, zou zelfs een staat, die vaster in elkaar zit, moeielijk kunnen verdragen". Uit dit uiterst pessimistisch klinkende slotwoord mag in ieder geval worden afge leid, dat de toestand in Servië hoogst onze ker is. Over de wijze waarop het bedauken van prins George en het optreden van zijn jongeren broeder als kroonprins is opgeno men, stemmen de berichten overeen, dat de bevolking te Belgrado er stomp en onver schillig onder was. De zaak werd niet eens druk besproken. De pers liet zich over het geheel zeer voorzichtig uit; alleen de or ganen van de uiterste radicale richting, de Zwono en de Dnwni List, voerden eene on gehoord kwetsende taal tegen prins George en tegen de dynastie. Het laatstgenoemde blad is zeer tevreden over de daad van den prins, want- die zou wel een goede aanvoer der van eene rooversbende kunnen zijn, maar is geheel onbekwaam als heerscher van een constitutioneelen staat. De Zwono zegt over de aanvankelijke weigering van prins Alexander: „Deze weigering verandert niets aan de zaakals 't hem niet naar den zin is, clan kan hij gaan. Servië en zijn volk be staan niet ter wille van de dynastie en hare leden, maar omgekeerd". Duitschland. B e r 1 ij n, 3 0 Maart. In het vervolg van de behandeling der begrooting van de .Rijkskanselarij zeide vorst Bülow in eene rede over de hervorming der rijksfinanciën, naar aanleiding van wat de socialist David j gezegd had over eene camarilla, die aan het Hof zou bestaan, dat hij met de grootste be slistheid tegen dat praatje op moest komen. Aan hot Keizerlijk Hof bestaat geen cama rilla, en als er eene mocht bestaan, dan zou zij nog geen invloed hebben; daarvoor is de Keizer een veel te rechtschapen en open hartig en ook een verstandig man. Frankrijk. P a r ij s, 3 0 Maart. De Kamer be handelde een aanvulUngsKiediet voor de posterijen. De afgevaardigde Steeg kritiseerde de in richting van den dienst der posterijen in de provincie en hij verweet dej onderstaatsse cretaris Simyan het departement Saone en Loire, dat hij vertegenwoordigde, bovenmate te hebben begunstigd. De heer Simyan trad in uitvoerige be schouwingen tot weerlegging van de kritiek op zijn beleid. Hij voerde o. a. aan, dat de staking in het bouwbedrijf de afwerking van het hoofdkantoor van de telefonie had ver traagd. Tot rechtvaardiging der aankoopen van materieel in het buitenland, wees hij op het feit, dat de Fransche leveranciers te hooge prijzen vragen. Op het personeel had hij niet bezuinigd. Ook kwam hij op tegen het verwijt, dat hij zijn district zou hebben begunstigd. Hij besloot zijne rede aldus: „Ik ben overtuigd, dat ik ten volle mijn plicht heb vervuld en aï het mogelijke heb gedaan om de belangen van den Staat te behartigen." Het geheele krediet-ontwerp werd aan genomen met 410 tegen 67 stemmen. De behandeling van het wetsontwerp op de hervorming der urlitaire rechtspraak werd daarna hervat. In den loop van het debat roerde de rapporteur Labori de Droyfuszaak aan. Hij zeide dat de vraag niet was of Dreyfus al of niet schuldig was, maar of hij alle waarborgen van eene goede rechtsbedeeling had gehad, waarop hij recht had. De mecledeeling van geheime stukken was een aanslag geweest op het recht. „De amnestie heb ik altijd als eer schandaal be schouwd." Zwitserland. In den nationalen raad heeft de afgevaar digde Walter uit Luzern voorgesteld eene bondswet te maken tot regeling van het --e- heele automobielenverkeer. De bondsraad verklaarde zich bereid, de zaak ter hand te nemen, maar daaraan zal eene wijziging van tie bondsconstitutie vooraf moeten gaan. England* Melbourne, 30 Maart. De eerste mi nisters van New-South-Wales en Victorie hebben besloten de rijks vloot van Dread nought aan te bieden als geschenk van deze staten van Australië. Portugal. Lissabon, 30 Maart. In de Ka mer der pairs verliep heden de zitting nor maal. De groepen der oppositie waren af wezig. De Kamer keurde het adres van antwoord op de troonrede goed. In de wandelgangen van de Kamer zegt men, dat de voorzitter van den ministerraad den Koning het ontslag van het kabinet is gaan aanbieden. Tweede telegram. De minister president is heden avond den Koning gaan uitleggen hoe de toestand is. Het schijnt, dat het optreden waarschijnlijk is van een kabinet, dat met de tegenwoordige Kamer kan regeeren. 31 Maart. De Koning heeft het ont slag van het kabinet aangenomen en Beirao belast met de samenstelling van een nieuw kabinet. Hongarije. Budapest, 30 Maart. In ant woord op eene interpellatie zeide minister president Wekerle, dat de Servische verkla ring duidelijk moet aangeven, dat de inlij ving van Bosnië in geen enkel opzicht de rechten van Servië raakt, dat zijn verzet zal opgeven en zijne staatkunde wijzigen, door daaraan een richting te geven, dio vriendschappelijke betrekkingen en goede nabuurschap mogelijk maakt. „Onze politiek was nooit gericht tegen Servië's onschendbaarheid, onafhankelijk heid en vreedzame ontwikkeling. Servië zal moeten demobiliseeren en zijn leger moeten terugbrengen op den voet van het voorjaar van 1908het moet de vrijwil ligers ontwapenen en de vorming van on geregelde korpsen beletten. De economische toestand zal uitsluitend worden geregeld tusschen Servië en ons. Er zijn onderhandelingen aangeknoopt over eene voorloopige regeling op den grondslag van reeipociteit. Een verdrag zal vermoe delijk later worden gesloten op de clausule van de meest begunstigde natie." Het protocol over de overeenkomst met Turkije zal binnenkort bij de Kamer inko men. De bepalingen, die de souvereiniteit van Montenegro beperken, opgenomen in art. 29 van het Verdrag van Berlijn, zullen, voor zoover dit mogelijk is, worden inge trokken. Onze bondgenoot heeft tegenover ons de grootste toewijding en opofferingsgezind heid betoond. Wij hebben te meer reden om trouw te blijven aan het verbond met Duitschland, omdat dit niet alleen een hoe der van onze belangen, maar ook een bol werk voor den vrede in Europa is. Rusland. Londen, 31 Maart. De Times be richt uit Petersburg van gisteren, dat de geruchten betreffende het aftreden van den minister van buitenlandsche zaken Iswolsky, die afkomstig zijn uit Duitschgezinde krin gen, ongegrond zijn. Petersburg, 3 0 M a a r t. De rijks- doema nam heden de begrooting van het departement van marine aan, maar schrapte daarvan 3,400,000 roebels, die ben behoeve van den scheepsbouw waren aangevraagd. Rumenië. De Rumeensche Senaat heeft aan de be woners van de Dobroedsja de politieke rech ten verleend, die de bewoners van de andere provincies van het land genieten. De Dobroedsja werd bij Rumenië gevoegd ir. het jaar 1878 toen dit rijk bij het verdrag van Berlijn als onafhankelijke staat werf erkend. De bevolking van de streek, die than? politiek meerderjarig is verklaard, bestaut uit Turkomannen, Tartaren, Rumenië. Grieken, Armeniërs en Joden. Servië. Weenen, 30 Maart. Over de dy nastieke crisis in Belgrado wordt bericht, dat de diplomatieke kringen die als zeer ernstig beschouwen. Men meent te weten, dat n:et alleen Koning Peter afstand zal deen van den troon, maar dat de troon van Servië verloren is voor het huis Karageor gewitsch. Dat zou eene kwestie zijn'van misschien twee of drie maanden. De buiten landsche hoven moeten reeds dé gebeurlijk heid van eene dynastieke crisis voorzien hebben en zouden tot overeenstemming ge komen zijn omtrent de aan Servië voor te stellen trooncandidaten. Van de candida- tenlijst zouden uitgesloten zijn alle prinsen van groote staten. Men spreekt van twee candidaten, van wie de eene een Deensche prins, de andere een Zweedsche prins is. Do Balkancrliis. Belgrado, 30 Maart. De Engel- sche, Fransche, Russische, Duitsche en Italia&nsche gezanten hebben heden in het departement van buitenlandsche zaken de door de mogendheden overeengekomen for mule voor den door Servië aan Oostenrijk te zenden verklaring aangeboden. Belgrado, 30 Maart. Volgens eene officieuse mededeeling heeft de Oosten- rijksch-Hongaarsche gezant gisteren uit naam van Oostenrijk-Hongarije een modus vivendi voorgesteld op het gebied der han delspolitiek. Deze schikking berust op het beginsel van den meest begunstigden staat, maar zou aan Servië geen enkel voordeel toestaan tenge volge van den korten termijn, waarover men nog beschikt voor de hervatting der onder handelingen. Naar alle waarschijnlijkheid zullen Oos tenrijk en Servië op 1 April niet meer door eenig verdrag gebonden zijn. Belgrado, 30 Maart. Do^Turk- sclie gezant deelde aan minister Nowako- witscli mede, dat Turkije de opvatting der mogendheden omtrent de inlijving van Bos nië indeelt. De gezant van Engeland, vergezeld van do gezanten van Duitschland, Frankrijk, Rusland en Italië, stelde aaa Nowakowitsch een memorandum ter hand omtrent de ver klaring, die Servië tegenover Oostenrijk zal moeten afleggen. Tweede telegram. Officieus wordt bericht, dat het memorandum, door don Britschen gezant in tegenwoordigheid van do gezanten der andere groote mogendheden overhandigd, door de Servische regeering is aangenomen, dio morgen door haren gezant te Weenen aan do Oostcnrijksche regeering eene nota zal laten overhandigen, welke strekt om uitvoering te geven aan den raad, in het memorandum vervat. Derde telegram. Minister Milo- wanowi&scli zal nog lieden in den Servischen ministerraad de ontwerp nota, door de ver tegenwoordigers der mogendheden ingediend, ter tafel brengen. Vierde telegram. De minister raad heeft heden namiddag besloten terstond aan de eischen van de groote mogendheden te voldoen. De gezant van Servië te Wee nen heeft bericht ontvangen, dat de regee ring morgen de Skoepsclitina in kennis zal stellen met haar besluit-. Daarna zal den go- zant worden opgedragen aan de Oostenrijk- sche regeering de Servische verklaring ter hand te stellen. Weenen, 31 Maart. Gewagende van de houding der Fransche en Engelsche pers, zegt het Fremdenblatt„Wij zijn overtuigd, dat wij onze middelen van ver dediging moeten handhaven minstens in den toestand waarin zij nu zijn." Naar het En gels ch VAN C. N. EN W. M. WILLIAMSON. Men heeft mij steeds geleerd, dat het on beleefd was 'briefkaarten ie serhijven, tenzij het prentbriefkaarten waren voor albums be stemd, eu daar mijnheer Van Buren wel alle gezichten van Nederland van buiten zal ken nen, voelde ik mij verplicht hem brieven te zenden. Eerst dacht ik maar een paar regeltjes te krabbelenmaar Holland is zoo betooverend dat ik er niet over uitgepraat was, en mijn heer Van Buren scheen er dankbaar voor te zijn, omdat het zijn geboorteland is, en de plaatsen, waarvan hij het meeste houdt, zijn ook toevallig mijn lievelingsplekjes. Op die wijze schreven wij elkander bijna iederen dag ellenlange brieven, want hij wenschte mij te zeggen, dat ik tooh vóóral niet ver geten moest dit en dat te zien en zus en zoo te doen, en ik moest natuurlijk antwoorden, dat ik het gezien of gedaan had, en het zoo mooi vond als hij verwachtte. Indien iets ons tochtje nog aangenamer had kunnen maken, dan ware het 't gezel schap van den heer Van Buren geweest; maar natuurlijk was dit onmogelijk, daar hij een man van zaken is, en Freule Menela van der Windt zou natuuurlijk niet goed vinden, dal hij zorg voor zijn nichtje droeg, als hij zoo ver ging haar, louter ter wille van Nell, eenigen tijd te verlaten. Intus- schen zijn z'n brieven en de ge'daehtenwis- seling met hem een waar genot voor mij gewees1, en ik had Nell hierin zoo gaarne laten deelen daar wij anders alles samen deelen als ik niet bang was geweest, dat zij er om gelachen had. En daar is haar neef te goed voor, ik heb hem daarvoor be hoed, door de correspondentie voor mij te houden. Ik wilde niet naar Holland gaan, daar het zulk een vreeselijk avontuur voor Nell Ieu mij scheen Engeland te verlaten en te gaan rondzwerven in een motor-booten i zoo vreeselijk verkwistend al het geld te verteren, dat de arme kapitein Noble ons naliet, alleen om er een paar weken plezier van te hebben. Maar, liet moest zoo zijn,. en er is iets in Holland, dat mij meer aan trekt, dan ik dacht dat eenig land doen j kon, Engeland natuurlijk uitgezonderd. Ik had het lief, van het oogenblik af, dat wij aan land staptenmaar als men veel houdt van iemand op een vreemde plaats, dan houdt men ook meer van die plaats zelf. Ik vind Holland het volmaakste landje, dat men zich kan voorstellen Als men er in is, dai. heeft men een gevoel, alsof men in de heelt wereld is, omdat men in de kern der wereld schijnt te zijnen als men het oog laat dwalen over de eindelooze vlakten, dan schijnen onze oogen het einde aller din gen te aanschouwen. I En dan, alles wat men in Holland ziet, I is zoo karakteristiek, de zonsopgangen en de zonsondergangen niet uitgezonderd. Niets wat men in Holland vindt, zou ergens el ders op zijn plaats zijn; maar misschien kan men niet eens zeggen, dat Holland op dt aarde is. Nu ik „het lage land" (zooals Jonkheer Van Brederode het vaak noemt) ken, dunkt mij, dat als ik uit Engeland ge schaakt werd, in een ballon gezet en hier ergens neerdaalde, zelfs in een stad, die ik nooit gezien had, en die zonder grachten was, ik dadelijk zou zeggen, zoodra ik mijn oogen opende, en weer mijn adem herkreeg „Wel, ik ben in het dierbare, kleine Hol land." Ik zou hier gaarne in den winter zijn. Mijnheer Van Buren zegt, dat, zoo wij dan over willen komen, hij mij zal leeren schaat senrijden en, volgens mijnheer Van Brede rode, is hij een kampioen op het ija» Maar mijnheer Van Buren vertelde mij hetzelfde van Jonkheer Van Bredero'de. Zij zijn in tieme vrienden. En van mijnheer Van Brederode gespro ken, weet ik in den laatsten tijd niet meer wat ik van hem denken moet. Ik dacht in het eerst, dat hij van Nell hield en aan boord van de Lorelei was gekomen, om haar beter te leeren kennen. Ofschoon zij mij daar nooit over sprak, geloof ik dat zij denzelfden indruk had ontvangen en heel bcos was over iets, dat Freule Menela ons verteld had. Het schijnt dat Van Brederode een weddenschap aanging, iets wat niet juist was en dat Robert van Buren ch&aan zijne aanstaande zeide. Zij had het nooit moeten overbrengen, maar zij deed het eu voegde er bij dat hij zijn hof maakte aan alle vrouwen en zich onweerstaanbaar ge loofde, zoodat zij ons 'beiden 'voor hem waar schuwde. Dit maakte Nell woedend, en zij zeide, dat volgens haar opinie Jonkheer Van Bre derode ai oh gevlei'd moest gevoelen, als wij aardig tegen hem waren, maar wat haar be trof, zij was het niet van plan. Ik was ook een weinig tegen hem voorin genomen, ofschoon ik hem zeer bewonderde, toen ik hem in het Prinsenhof te Delft zag en later op het concours hippique. Mij dunkt Nell behoorde in elk geval hem dankbaar te zijn voor hare redding, toen het paard met het badkoetsje op hol ging de zee in. Ik vertelde mijnheer Van Buren niet wat Freule Menela zeide, want het zou gemeen zijn geweest, als hij lboos op haar was ge- wolfden. Maar om zijnentwil, daar Jonkheer Van Brederode zulk een held is in zijne oogen, besloot ik den Jonkheer niet <te streng te oordeelen, als wij hem ooit weder ont moetten, en hem, zoolang ik kon, het voor deel te geven van mijnen twijfel. Het was eene verrassing, toen wij verna men, dat hij de „vriend" was, die den heer Starr als schipper zou helpen, toen de wer kelijke kapitein, de 'beroepsman er op het allerlaatste oogenblik niet was. Natuurlijk herinnerde ik mij dadelijk de weddenschap die hierin scheen te bestaan, dat hij binnen zekeren tijd aan Nell zou voorgesteld worden en ik vond het wel' een beetje impertinent, deze op die manier te winnen op haar eigen boot. Maar Nell was zoo naar tegen" hem, dat ik 'hem waar lijk 'beklaagde. Hij verdroeg alles als een heilige, en een welopgevoed man en hoe meer ik hem zag, hoe meer ik mij overtuigd hield, dat Menela 'hem belasterd had. Ik tracht altoos mijn humeur te beheer schen, en hoop, dat 't met al te onaange naam is; maar ik weet zeker, dat ik in de plaats van Jonkheer Van Brederode Nell's gedrag niet verdragen had, maar den twee den dag reeds mijn post van kapitein had neergelegd, al had ik ook een geheele partij vón onschuldige personen laten stranden. Inpla&ts van ons aan ons lot over te laten, heeft hij als een Trojaan voor ons gewerkt. Hij is al dien tijd niet alleen onze kapitein geweest, maai* onze gids, wijsgeer en vriemek om nog niet eens te spreken van zijne diensten als chauffeur aan wal en „leveran cier" van motor-wagens, rijtuigen, verras sing-diners, 'bloemen en vruchten aan boord van de Lorelei. Het uitstapje zou tamelijk saai zijn ge weest zonder hem, daar niemand onzer iets van Holland weet, en hij alles. Geen moeite is hem te veel, als hij ons er gelukkig mee kon maken, en ik dacht, dat hij dalt alles deed ter wille van Nell. Hij keek haar soms zoo teeder aan, ter wijl een donkere 'blos zijn gelaat overtoog, oio zij iets bijzonder sarcastisch of bits zeide, dat, al had hij 't verdiend, ik niet kon velen, dat hij zoo behandeld werd, nu hij alles deed om ons genoegen te doen. Ik trachtte dan ook dubbel vriendelijk, jegens mijnheer Van Brederode te zijn, om Nell's houding een beetje goed te maken en ik kon zien, dat 'hij mij daar dankbaar voor was maar den eigen avond, waarop mijnheer Van Buren zich zoo onverwachts bij ons voegde te Vo- leudam, deed Lady Mac Nairne mij vreese lijk ontstellen. Zij zeide op goed gezag te kunnen verklaren, dat -het eene groote ver gissing was te meenen, dat onze kapitein verliefd op Nell was Misschien had hij er zijne redenen voor gehad dien schijn aan te nemen maar het was in waarheid om mij nentwil alleen, dat hij zich aan -boord van de Lorelei bevond. vervolfd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1