Zaterdag 3 April 1909.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
|N°. 52SÜ. 'f weede itlad.
7"' Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
lJ« r 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Mom franco per post- 1.50
Al/ot.J« rlijko nummer: - 0.05.
L ('ouian verschijn dadelijks belialv op Zon- en Feest-
dagen.
Advcrtontiën mededoelingonenz.Relieve men vóór 11 uur
•s morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtsclieslrsat 1. Intereomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f 0.50.
Elke regel meer 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen £5 cents bij vooruitbetaling
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeeligo bepalingen tot
het herhaald adverteoren in dit Blad, by. abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kameroverzicht.
Tw«ttd« Kamer.
Vergadering van Vrijdag 2 April.
Geopend 11£ ure.
Goedgekeurd wordt o. a. de verhooging
van de begrooting van uitgaven van Ne
derl.-Indië voor 1909 (subsidie Brusselsclie
tentoonstelling.
DeMinistervanKoloniën ver
zekert, dat ook door de Reg. zooveel moge
lijk de Zondagsrust znl worden bevorderd.
Overleg zal worden gepleegd om de Nederl.
afdeeling op de Brusselsclie tentoonstelling
Zondags te doen sluiten.
Het wetsontwerp wordt goedgekeurd.
Motor belasting.
Heffing van pei-soneele belasting wegens
motorrijtuigen.
De Minister van Financiën
vindt de vooi'gestelde belasting volstrekt
niet te hoog. Het geldt hier een belasting
van de „mannen van sta vast" van de pri
ma, prima belastingschuldigen. De Minister
ontkent dat een tweede handsch auto minder
onderhoud kost dan een nieuwe en her
haalt wat hij daaromtrent in de Tweede Ka
mer heeft gezegd. Nergens in het buiten
land wordt onderscheid gemaakt tusschen
eerste en tweede handsch auto's. Bovendien,
hoe constat-eert men den ouderdom van een
auto? Dit zou nog alleen gaan voor auto
mobielen, die om het zoo maar eens te zeg
gen, hier te lande het levenslicht aanschouw
den. Daarenboven kan men een oude auto
zeer gemakkelijk een verjongingskuur laten
endergaan. Taxatie naar de waarde is al
zeer moeielijk. Dat ondervindt men bij ie
taxatie van het meubilair. De Minister ont
kent dat de handel door deze belasting ge
drukt zal worden. Kleine auto's worden niet
zwaarder belast dan één paardgroote niet
zwaarder dan twee paaiden. Men moet ook
niet voorbij zien, dat het hier een overle-
vingsbelasting geldt. Belasting naar paarde-
kracht zou een ontzettenden last en een kwel
lende controle geven. Daarna verdedigt de
Minister op dezelfde gronden als in de
Tweede Kamer de aangenomen formule voor
berekening van de paardekrachten. Die for
mule is billijk en geen enkele regeering zal
die zoo maar eens eventjes gaan verande-
ren, want daarmede zou de gelxeele classifi
catie, in de wet opgenomen, in de war wor-
den gestuurd. Het beroep blijft, voor zoo
ver de wetstoepassing betreft, volkomen on
gerept. Er zijn zooveel mogelijk maatrege
len genomen om te voorkomen dait iemand
frauduleus als automobielverhuurder op
treedt. Dit is nu juist een zaak, waarop de
raden van beroep hun best eens kunnen doen.
De eer Van der F e 1 t z betoogt dat
van oxxdsher belastingheffing een daad van
wetgeving is. Belastingheffing bij algemee-
nen maatregel van bestuur is, gelijk spr.
met citaten tracht aan te toonen in strijd
met ons staatsrecht. Art. 174 Grondwet
wil de burgers vrijwaren voor willekeur.
Zij mogen niet afhankelijk zijn van de in
zichten eener wisselende richting. Hetgeen
hier wordt voorgesteld (de vaststelling van
het aantal paardekrachten bij formule) acht
spr. in strijd met de Grondwet.
De Minister antwoordt, dat waar
de grondslagen en wijze van heffing in de
wet zijn opgenomen, het geheele betoog
van den heer Van der Feltz very alt. Van
willekeur is hier geen sprake. Daarvoor be
staat niet het minste gevaar. Dat de auto-
mobielclub deze geheele wet verkeerd acht
is duidelijk. Het zijn pleiters in eigen
zaak. Alle adviezen van belanghebben
den acht de Minister niet betrouwbaar.
Het wetsontwerp wordt daarna zonder
stemming aangenomen.
Verbetering van de Waal.
Verhooging van Hoofdstxik IX der
Staatsbegrooting voor 1909 ter verbetering
van de rivier de Waal.
De heer Van den Biesen behoort
tot die leden die in het V. V. bezwaren
geopperd hebben tegen het belemmeren van
toegangswegen en het aanleggen van dam
men en kribben waardoor bedrijven zul'*»
worden geschaad.
"Uitvoerig betoogt spr. dat oude herkom-
sten en gebruiken rechten scheppen, welke
de regeering niet mag aantasten. Door al
die jaren gebruik hebben de steenbakkers
en anderen rechten gekregen die de regee
ring zoo maar niet met eqp penneHreek
kan vernietigen. De rechten van oeverbe
woners zijn precies gelijk aaai die van e*n
aangrenzend eigenaar wonende aan een
grooten landweg. Spr. wil eens een voor
beeld stellen. Laat ons nu eens gaan kijken
tusschen Rotterdam en Dordt met de tal
rijke werven en fabrieken gelegen aan de
Maas. Stel je voor, dat de staat daar nou
eens dammen en kribben ging leggen voor
die havens of werveax, zoodat geen scbip in
of uit kon vanen, geen schip van stapel zou
kunnen looue®. Dat gaat immers niet en
gaat allerminst zonder schadevergoeding te
geven. Die daar nog wat meer van wil
weten leze Dalloz maar eens.
De heer Ha velaar betwist niet dat
de oeverbewoners rechten hebben, maar
vraagtwat wordt er aan die rechten te
kort gedaan. Geen enkel recht wordt door
deze wet gekrenkt of aangerand.
Tegen het groote plan heeft Spr., afge
scheiden van het financieel gedeelte, techni
sche bezwaren en als lid van de Tweede Ka
mer zou hij daarvoor niet gestemd hebben.
Door de verhooging der kribben heeft de
minister een gedeelte van Spr.'s bezwaren
weggenomen en uit volle overtuiging zal hii
dan ook zijn stem aan dit ontwerp geven,
dat eene goede normaliseering der rivier zal
geven
De Minister van Waterstaa*
heeft met genoegen de instemming van den
bij uitstek deskundigen vox-igen spreker ge
hoord. Waar er blijkens bet verslag nog
voorstanders van het groote plan zijn zet de
minister uiteen, dat met het kleine plan het
beoogde doel kan worden bereikt.
Met belangstelling heeft de minister ken
nis genomen van de door den heer Van den
Biesen aangehaalde citaten van Fransche
rechtskundigen en hij zal niet verzuimen ze
nog eens na te lozen. Maar, gelijk de heer
Havelaar reeds opmerkte, er worden hier
geen rechten aangerandde steenfabrikan
ten worden in hun bedrijf niet belemmerd
nu de grond dammen worden vervangen door
hoogere dammen. Maar bovendien de steen-
fabrikanten hebben slechts vergunning om
de uitvaartgeulen op diepte te houden en die
vergunning kan de regeeriug elk oogenblik
intrekken. Doch de regeering wil de steen
fabrikanten niet belemmeren. Integendeel,
zij wil samenwerking in plaats willekeur.
Dat heeft zij reeds bewezen door de dammen
verder uit elkaar te leggen en hooger te ma
ken, waarmede de steenf abri kanten zeer
ingenomen zijn. De regeering denkt er niet
aan om de oeverbewoners af te sluiten. De
steenfabrikanten worden beter door de nor-
maliseering, want zij komen nu dadelijk in
dieper water en kunnen hun vaargeulen
daarmede in overeenstemming brengen.
Het wetsontwerp wordt daarna zonder
stemming aangenomen en scheidt de Kamer
tot nadere bijeenroeping.
Berichten.
Kon. MilitaireAcademie.
De minister van Marine, waarnemend mi
nister van oorlog;
heeft goedgevonden te benoemen in de
commissie, door welke in dit jaar het exa
men voor toela-.ng tot de Kon Mil. Acade
mie te Breda zal worden afgenomen
lo. tot lid en voorzitter, den luit.-kol -
van den staf der art. H. Kemper, eerste-
ofFcier bij de Kon. Mil. Academie;
2o. tot leden den hoogleernar N. C. Gro
tendorst, hoofd van onderwijs bij de Kon.
Mil Academiede heeren A. Buytendijk
en C. Altena, hoofden van onderwijs bij
de Cadettenschoolden le luit. van den
staf der infanterie S Heimei, de le luits.
van den staf der artillerie T. J. Marx, E.
Wijtema en JP Enklaar, alsmede de hee
ren C. van Aller, H F. J. M. Thijs en
dr. C van Eijk, allen leer aar bij de Kon.
Mil. Academie de le luits. van den staf der
infanterie M. L. de Boer, J. A Hxiisken en
A II. P. Blaauw, alsmede de heeren P.
M. de Wolf, C. van Buy sen, H. de Noo en
JCock, alleen leeraar bij de Cadetten
school den kapitein E. J. Beuvery, van het
8e x-eg. inf. de le luitenants F. H. Heu-
velink, van het 6e, A C. Breebaart, van
et 6e, P. H: J. van der Heem, van het
4de, D. Ritman, van het 5de, en J. H.
Lamour, van het 5e reg. inf., alsmede den
le dit. O. H G. Gelderman, van het reg.
grenadiers en jagers; den heer H C. van
Cappelle, leeraar aan de gemeentelijke hoo
gere btirgerschool met 5-jarigen cursus te
Nijmegenden heer dr. H. C. Bijl, leeraar
aan de dei*de gemeentelijke hoogere bur
gerschool met 5-jarigen cursus te Amster
dam; den heer J. de Jong Az., leeraar aan
de gemeentelijke hoogere burgerschool met
5-j. cursus te Breda; den heer mr. dr. J.
A. Eigeman, leeraar bij de Hoogere Krijgs
schoolden heer dr. A. J. Botermans,
leeraar aan de Rijks- hoogere burgerschool
met 5-j. cursus te Zwolle; den heer H.
Beckering Vinckers, leeraar aan de gemeen
telijke hoogere burgerschool met 5-j. cur
sus te Zaltbommelden heer A. van Dis
sel, leeraar aan de gemeentelijke hoogesre
burgerschool met vijfjarigen cursus te
Deventer; den heer J. L. G. Belonje, leer
aar aan de Rijks hoogere burgerschool met
vijfjarigen cursus te Alkmaar; den heer W.
de Vries, leeraar aan de gemeentelijke hoo
gere burgerschool met 5-j. cursus te Kam-
pen
3o. tot secretaris den le luit. van den
staf der infanterie F. W. Santman, werk
zaam bij de Kon. Mil. Academie.
De onder 2o. vermelde leden der commis
sie zullen in de volgorde, waarin zij aldaar
zijn genoemd, resp. examineeren in gonio-
en trigonometrie; mechanica; Hoog-Duit
se he taal en letterkunde meetkunde meet
kunde beschrijvende meetkundecosmo-
grafie; mechanica; cosmografie; scheikun
de gonio- en trigonometriebeschrijvende
meetkunde; staatsinrichting; reken- en stel
kunde natuurkundeFransche taal en let
terkunde handteekenenstaathuishoud
kundereken- en stelkunde; aardrijkskun
de aardrijkskundegeschiedenisFran
sche taal en letterkundegeschiedenisna
tuurkunde; scheikunde; staatsinrichting;
staathuishoudkundeNederl. taal en letter
kunde; Nederl. taal en letterkunde; Hoog-
duitsche taal en letterkunde; Engelse he
taal en letterkundeEngelsche taal en let
terkundeterwijl bet onderzoek naar de
bedrevenheid in het rechtlijnig teekenen zal
plaats hebben door den le luitenant J. A.
Huisken, en dat naar de bedrevenheid in
het exerceeren uit de Soldatenschool voor
de adspiranten, die zich aan dat onderzoek
wenschen te onderwerpen, door het lid der
commissie, den le luit. O. H. O. Gelder-
man, zal worden ingesteld.
Voorts zijn door den minister, in de be
doelde commissie benoemda. tot plaats
vervangend lid en voorzitter, de kapitein
van den staf der infanterie L F. T. Vogel,
hoofd van onderwijs bij de Kon. Militaire
Academieb. tot plaatsvervangend secre
taris, de le luit van den staf der infante
rie C. M. Donck, werkzaam bij de Kon
Militaire Academie. Stet.
örootemanoe i v r e s. In een
gedeelte der provincie Utrechten Gelderland
worden dit jaar door de 2e en 4e divisie
groote manoeuvres gehouden van 15 tol 22
September; tot en met 18 September on
der leiding der divisie-commandanten, daar
na onder leiding van den commandant van
het veldleger.
Aan deze oefeningen wordt, behalve door
de in vredestijd onder het bevel van de di
visie-commandanten gestelde staven en troe
pen, deelgenomen van 15 tot en met 22
September door1 compagnie wielrijders,
1 infanterie-mitrailleur-afdeeiing1 bereden
mitrailleur-af deeling2 compagnieën veld-
pioniers2 detachementen tel egraai-af dee
ling 1 bespannen afdeeling houwitsers1
detachement Koloniale Reserve, de noodige
treinen en hulpdiensten. Van 16 tot en niet
22 September 1 divisie Ponton-afdeeling op
oorlogssterkte en van 18 tot en met 22 Sep
tember het hoofdkwartiei vxn het veldleger
op beperkte oorlogssterkte, een detachement
telegraaf-afdeelingden varenden trein van
het korps pontonniers en op twee nader
te bepalen dagen door een voor zooveel
mogelijk op oorlogsvoet gebrachte sectie
verbandplaats-afdeeliug.
Oefeningen in 190 9. Tot
het houden van schietoefen «gen wordt dit
jaar de legerplaats bij Harskamp betrokken
Van 14 t. ïu. 19 Juni door de eex-ste helft
der regimenten huzaren; va.i 21 t. m 26
Juni door de tweede helft van ieder der
regimenten huzaren; van 28 Juni t. m. 10
JuLi door de koloniale reserve; van 12 t. m.
21 Juli door het 2e en 6e reg. infanterie;
van 22 t. m. 31 Juli door het 3e en 10e
reg. infanterie; van 3 t, m. 12 Augcstus
door het 5e reg. infanterie het le en 2e
bataljon van het 8e en le en 2e bataljon
van het 11e reg infanterie; van 13 t. m.
21 Augustus door het regiment grenadiers
en jagers en het 4e regiment infanterie;
van 23 Augustus t. m. 2 Sep'ember door het
7e en 9e regiment infanterie, terwijl het le
bataljon van het le reg. infanterie van 6
t. m. 17 Juli schietoefeningen houdt in het
kamp bij Witten.
Schietoefeningen der
Bereden artillerie
Voor het houden van schietoefenin
gen wordt dit jaar de legerplaats bij Old»-
broek betrokken van 15 tot en niet 26 Juni
door het 4e reg. veld art. van 29 Juni
tot en met 10 Juli door het le reg. ve'd
art. van 10 tot en met 21 Augustus door
het 3e reg veld art. van 28 April tot en
met 12 Juni door de oefenings-batterij en
gedurende een nader te bepalen tijd xk
door het 2e reg. veld art..
Het korps rijdende artillerie houdt
schietoefeningen op de Doelerheide.
Bataljons- en regiments-
oefeningen. Deze oefeningen worden
dit jaar gehouden
In de legerplaats bij Bijen: van 3 t/m.
11 September door het regiment grenadiers
en jagers; van 13 t/ra 22 September door
het 2e regiment infanterie.
In de legerplaats bij Zeist: van 20 t/m.
September door het 4e regiment infante
rie van 6 t/m. 14 September door het le
regiment infanterie;
In de legrplaats bij Laren van 20 t/m.
2d September door het 30e regiment "infan
terievan 6 t/m. 14 September doo rhet 9o
regiment infanterie.
In de legerplaats bij Harskamp: van 6
t/m. 14 September door liet 7e regiment
infanterie.
In de omstreken van Arnhem van 6 t/m.
14 September door het 8e reg. infanterie.
In de omstreken van Ede van 6 t/m. 14
September door het 11e reg. infanterie.
In de omstreken van Bergen op Zoom
van 7 t/m. 16 September door het 3e regi
ment infanterie.
In de omstreken van Breda van 7 t/m.
16 September door het 6e reg. infanterie.
In de oim treken van Amersfoort vau 6
t/m. 14 September door het 5e regiment in
fanterie;
Opleiding voor militie-offi
cier. Voo rhen, die als loteling bij de Infan
terie en bij de Vesting-Artillerie worden inge
lijfd, bestaat do gelegenheid om te worden opge
leid tot militie-officier.
Aan de voorwaarden voor die opleiding wordt
hei volgende ontleend
Alvorens tot de opleiding bij de- infanterie te
kunnen worden toegelaten, moet men eene vrij
willige verbintenis sluiten als adspirant-militie-
officier. Gedurende den tijd dat die verbintenis
loopt, ritsten op don adspirant geene verplichtin
gen, voortvloeiende uit de omstandigheid, dat
hij bij do militie is ingelijfd.
Om tot eene verinnen» als ad spirant-mildtie-
officier te kunnen worden toegelaten, moet men:
a. lichamelijk geschikt zijn bevonden voor den
krijgsdienst der militie,
b. met gunstige» uitslag een examen hebben
afgelegd, volgens het programma voor het toe
latingsexamen tot het reservekader bij hot wapen
der infanterie (de vereisobte wetenschappelijke
kennis komt overeen met het einddiploma van
de 3de klasse van eene Hoogere Burgerschool,
Gymnasium of daarmede oveienstemmemde in
richting van onderwijs. Het bezit vau een dezer
diploma's geeft vrijstelling van het examen; bij
liet niet bezitten van ecu «lezer diploma's kan
«loer den Minister van Oorlog vrijstelling van
alle of enkele vakken worden verleend).
Lóópt, volgens de thans nog gekiende rege
ling, het opleidingstijdperk van 1 Maart1
Maart, volgens m voorbereiding zijnde herzie
ningen, welke, naar vertrouwd wordt, vóór 1
Ootolier 1909 tot stand zullen zijn gekomen, zal
dit tijdperk voortaan loopen van 1 October tot
ongeveer einde September d. a. v., zoodat die
opleiding niet over twee Academie (burgerstu
die)-jaren,, dool) slechts over één Aeademie-(stu-
diej-jaar zal loepen.
Voorts zal do opleiding meer gecentraliseerd
plaats hebben dan thans, en wel in de eend©
Naar hét Eng/lach
67 van
C. N. BN W. M. WILLIAMSON.
Maar dit was nog niet alles wat zij te we
ten was gekomen. Zij wist ook al, dat Volen-
dam he« eerst beroemd was geworden doo.-
een schilder, Clausen geheeten, die hier bij
toeval kwam en xvegging om het aan al zijne
vrienden te vertellen. Zij wist hoe men het
Hotel Spaander had opgericht om de schil
ders -te gerieven, en hoe het jaar op jaar
moest worden vergroot, en alles, wat men
haar verteld bad, had zij in haar notitie
boekje opgeschreven, dat zij aan de chate
laine hangen heeft. Het lijkt me zoo vreemd
voor eene Schotsche dame en nog wel iemand
van haar rang. zoo gretig alle bijzonderhe
den op reis te verzamelen, dat zij die in
een notitie-boekje Krabbelt. Maar vele din
gen van die Lady Mac Nairne zijn dwaas
Dien morgen straalde de zon met ver
schroeien den gloed maar er was gedurende
den nacht wind komen opzetten en golven
zagen wit van sClxuimDe donkere lijn der
zee strekte zich ongelijk langs den horizon
uit en men zag geen enkele visschersboot.
Alle lagen veilig en wel in de haven, mot
hunne vroolijke wimpels even zichtbaar bo-
ven de puntige daken der huizenen wij
hadden een opwekkend en gezellig ontbijt
op het bal conwel was het niet koud, maar
toch fladderden de tafellakens en servetten
i in den wind, als de groote witte vleugels van
j verschrikte zwanen. Mijnheer Van Bredero-
j de had ons beloofd, dat wij noordwaarts,
I langs de kust zouden varen, om twee andere
doode steden der Zuiderzee, Hoorn en Enk-
I huizen, te zien en daarna het water over te
steken naar Stavoren. Maar thans weigerde
j Ixij ons dien weg uit te voeren. De mannexi
mochten gaan, indien zij dat verkozen en
j groot gevaar bestond er ook niet, maar hij
kon niet toelaten, dat vrouwen zich in ruw
I weder op de Lorelei 'waagden."
I „Maar het zou niet op de Lorelei zijn,"
wierp tante Fay in het midden „de Lorelei
bestaat niet meer."
Nell werd rood en ik verbleekte. Het was
iets ontzettends haar zoo rustig te hooren
spreken over het verloren gaan onzer kleine
boot, waaraan wij zoo gehecht waren,
i „Bestaat zij niet meer?" stamelde ik „Is
zij verdwenen?"
i „Alleen onder een verflaag," sprak mijn-
lieer Starr haastig: „gij herinnert u, dat
Miss Van Buren mij verlof gaf mijne tante
plezier te doen, om de boot in Mascotte te
herdoopen. Lady Mac Nairne vreesde een
slecht voorteeken in den naam Lorelei te
zien. Daarom deed ik dat van morgen vroeg.
toen er nog niet veel menschen op waren,
om mij te begluren."
„Dat was ik weer vergeten," antwoordde
Nell„maar als z.j nu oen Mascotte gewor
den is, dan is dat een teeken. dat zii ons
veilig de zee kan over voeren. Ik zie slecht»
miniatuur-golfjes.''
„Dat zoudt gij niet zeggen, als gij u n
hun midden, aan boord van een motorboot
bevondt," zeide Van Brederode.
„Ik ben bereid het er op te wagen," gaf
Nell 'en antwoord.
„Maar ik niet u dat toe te staan," spra<
hij met. een allerliefsten glimlach.
Dit viel echter niet den smaak van Nell.
Zij kwam in eens weer in opstand en zeida
kortaf
„Het is mijn boot."
„Maai ik ben de kapitein der boot en de
kapitein moet op eigen oordeel afgaan. Alle
scherts ter zijde.
„Ik scherts niet. Zoo de mannen gaan
kunnen, waarom dan ook niet de vrouwen?
Wij zijn niet bang. Het zou heel aardig
zijn."
„Niet voor de nxannen, als zij aan vrou
wen te denken hadden Ziet gij, de boot is
topzwaar, door het bovenbouwsel des ka
juit en het zou niet onmogelijk wezen, dat
zij bij zware zee omsloeg. Buitendien Kon
den ruwe golven zeer goed de kajuitvenste. s
inslaan en, indien zij op die wijze water
begon in te nemen, waren wij verloren,
want daartegen zou geen pompen helpen
Verlangt gij nog altijd naar het tochtje.
Miss Van Buren?"
„Ja," hield Nell vol; „omdat ik niet
geloof, dat dei-gelijke dingen gebeuren.
„Ik evenmin, of ik zou er uwe boot niet
aan wagen. Maar de mogelijkheid bestaat."
,,ïk denk er niet aan zoo iets te doen.
verklaarde Lady Mac Nairne „en ik ben
overtuigd, dat Phyllis dat evenmin zou
doen zonder hare chaperonne."
„Neen,' antwoordde ik en dat beslis', e
gelukkig de zaak, want Nell kou er niet
aan denken alleen te gaan nxet de heeivi.
„In elk geval is het aangenamer van hier
naar Hoorn en Enkhuizen te rijden, ging
de Jonkheer voort, „en de eenige reden bij
kalm weder om met de boot te gaan, zou
geweest zijn, dat gij nu eenmaal gekomen
rijt om per motor-boot Holland te zien, e i
aan uwe beginselen trouw wildot blijven. De
kust is vlak en laag en ge zouclt niets goz-e-i
hebben, dan een streep land, dat van -ver
bet water, niets belangwekkends heeft, Ier-
wijl in mijn auto...
„Maar u heeft uw auto hier niet,
bracht- Nell hiertegen in.
„Binnen een paar minuten zal ze hier
zijn Ik héb ze al het laatste uur venvacht.
Ik docht wel, dat alles niet vau een 'eiea
dakje zou gaan, en mijn chauffeur had or
der zich gereed te houden, voor een tele
gram. Gisterenavond, «zoodra ik zag dat te
wind opstak, heb ik henx in Amsterdam ge
seind, waar hij wachtte, om bij het kri-j t-ix
vau den dag te vertrekken.'
„Je bent toch eenig," zeide mijnheer Van
Buren, en ik maakte hem ook een compli
mentje. nxaar Nell zeide geen woord.
Een paar minuten later hoorden wij het
geraas van een auto en het gegons van op
gewonden stemmen Wij 'hadden juist gedaan
met ontbijten wij begaven ons dus haastig
van het. balcon aan de achterzijde van het
huis, door de groote schilderijenkamer «aai
de voordeur, on daar stond de auto van
Jonkheer Van Brederode (op den dijk, die
de eenige weg is) met den krauigen kleinen
chauffeur, glimlachende en aanslaande voor
zijn heer, te midden van eeix zwerm jongens
en meisjes.
Eindelijk was het besloten, dat alleen
Jonkheer Van Brederode en Hendrik (met
Toon in de trekschuit) de proef zou nenxexx
van de zeewaardigheid der boot. Dit was des
Jonkheer's voorstel. Hij gaf er de voorkeur
aan, zeide hij, hoe minder menschen er wa
ren op de Lorelei alias de Mascotte
hoe beter, en' mijnheer Van Buren moest
ons vergezellen, om alles van de plaatsen te
vertellen.
Ik geloof, dat al de heeren lust in het
avontuur hadden, maar zii konden toch niet
zeggen, dat zii liever niet van onze partij
waren, en Lady Mac Nairne smeekte haar
neef letterlijk, om toch in de auto te komen
Zij zeide echter niet. dat zij bang was dat
hem een ongeluk nxocïit overkomen. Als re
den gaf zij op, dat zij zonder hem geen zorg
voor Tibe in de auto kon tfragen Ik was
echter overtuigd, dat zii rich bezorgd maak
te. Ofschoon het mij, ter wille zijner familie,
plezier deed, dat de heer Vn/n Buren veilig
was, (zoo veilig als men in een auto zijn
kan) vond ik het toch treurig, dat Jonkheer
Van Brederode alleen en zonder zijne vrien
den het gevaar zou trotseeren.
Lady Mac Nairne dacht alleen maar aan
haar neef. Ik wenschte hem te toonen, dat
er ten minste iemand zich bekommerde om
wat er van hem worden zou, en verzocht
toen, Hendrik alleen voor de boot te laten
zorgen „Wij zullen ons zoo ongerust over
u maken," zeide ik. „dat het onzen gcheelen
rit bederven zal." Ik meende, dat Nell mij,
evennis Lady Mac Nairne, daarin steunen
zou, ook al ware het slechts uit beleefdheid
maar zij uitte geen woord En toch was zij
bleek en zag zij er uit alsof zii hoofdpijn
had.
Wordt crrvolfd.