Zaterdag 17 April 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
7a' JnargAiig.
ABONNEMENTSPRIJS:
PRIJS DDR ADVÏRTENTIÏN:
Daz© Courant r«rs«hijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelinge* enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Beoie
circulairebevattend© de voorwaarde», w©rdt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester eui Wethouders der ge
meente Amersfoort,
Gelet op artikel 31 der Kieswet,
Brengen ter openbare kennis, dat de veratoek-
sohrift-en tot verbetering van d'e Kiezerslijst-
JOOD1910 ingekomen, op d'e secretarie del- ge
meente voor een ieder ter izage liggen en- in
afschrift tegen betaling der kosten1 verkrijgbaar
gesteld.
Amersfoort, den 16. April 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris. De Burgemeester.
.T. G. STEN EERT KROESE. WUJTIERS.
Burgemeester en Wethouders wan Amersfoort
brengen ter kenlnis, dat bij ben is ingekomen
oen adires d.d'. 14 April 1909, van- Tlieod'orus
Sminlc, wonende aOlhier, houdende verzoek om
vergunning voor den verkoop van- sterken drank
in bet klein, voor gebruik ter plaatse van ver
koop, bedoeld- in artikel 1, 2e lid, letter a der
'Drankwet, voor de beneden-localitei-t van- bet
perceel, staande aan d'e Groenmarkt -no. 5 al
hier
dat binnen twee weken na dleze bekendmaking
een ied'er schriftelijke bezwaren tegen: het vor-
ieenen der vergunning kan inbrengen.
Amersfoort, den 16. April 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STEN EERT KROESE. WUJTIERS.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Amersfoort brengen ter algemeen© kennis, dat
bij bun' 'besluit van bedien, ingevolge -art. 8 der
Hinderwet, aan L. H. Riezebos, wonende al
hier, vergunning is verleent# tot- de oprichting
eener smederij, in- bet -perceel Beesten-markt
wijk C mo. 4, kadastraal Gemeente Amersfoort,
sectie E, no. 1446, ouder voorwaarde-.
1de vloer van de smederij wondt geheel van
steen-
2. ter breedte van minstens 1 meter rondom-
de ijzeren vangka-p, wordt d'e balklaag bekleed
met ijzeren platen;
3. Do schoorsteen lx>ven de smidse wordt op
getrokken tot eene hoogte van -minstens 2.00
Meter boven de nok van de bokappinig boven- de
smederij.
Amersfoort, d!eii*16. April 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
3. G. STEN EERT KROESE. WUJTIERS.
Politiek Overzicht.
De contra-revolutie iu Turkije.
In Konstantinopel héerscht nu weer rust
of die echter van duur zal zijn, is moeielijk
te zeggen. In Juli 1908 is van de provincie
de beweging uitgegaan, die d© absolute
macht van den sultan ten va.l bracht. Nu
is in de hoofdstad de tegenbeweging uitge
voerd, die toen achterwege bleef. Maar de
Jong-Turken, die in Konstantinopel zijn
overrompeld, kondigen aan, dat zij zullen
trachten met steun van de hun trouw ge
bleven troepen weder in 't bezit van
d;e macht te komen. De officieren van
Saloniki willen aan heb hoofd van hunne-
troepen naar Konstant"' nop el trekken, om
daar weder te strijden om de macht, zooals
in Juli van verleden jaar. De militaire re
volutie zal door eene andere militaire I-evo
lutie verpletterd worden. En het blijft niet
bij d'e aankondigingenkele bataillons zijn
reeds vertrokkenanderen zullen volgen.
Of dat wat zal uitwerken, hangt natuur
lijk in de eerste plaats af van d'e vraag,
of deze troepen trouw zullen blijven. Of
daarop zoo vast te rekenen is als wordt be
weerd, is onzeker na het gedrag van de
jagers van Saloniki bij den opstand in
Stamboel. Men moet afwachten hoe de za
ken zich verder zullen ontwikkelen. Mis
schien zullen er weer nieuwe verrassingen
komen. Dat is blijkbaar ook de meening
van de Berhjnsche Kreuz-Ztg., die schrijft:
,,Het wil ons voorkomen, dat er weinig
op den vrede te vertrouwen is. In een Land,
waar het binnen een jaar twee maal in een
handomzwaai. met zeer gering machtsver
toon, aan politieke klieken is gelukt aan
de regeering haar wil op te dringen, schij
nen ons de politieke omstandigheden de
partijen als 't ware aan t sporen, zich langs
revolutionairen weg1 in het bezit van de re-
geeringsmacht te stellen. In Konstantinopel
hebben wel is waar de Jong-Turken het veld
moeten*ruimen. In Saloniki echter, van
waar de Jong-Turksche zegetocht drie kwart
jaren geleden begon, stroomen zij samen en
rusten zich toe tot een tegenstoot. Daaraan
valt niet te twijfelen. Maar evenmin kan
men er over in twijfel zijn, dat dc nieuwe
regeering evenmin over d-e noodige beslist
heid en het vereischte gezag als over de
voldoende machtmiddelen beschikt om de
daar smeulende revolutionaire vonk reeds
bij het ontstaan uit te trappen. Wij vree
zen, dat men aan de zaak haren loop zal
laten, en de pas gesloten godsvrede zal niet
van langen duur zijn. Slechts eene ijzeren
hand kan hier verandering brengen, die
zonder verschooning de onvoorwaardelijke
autoriteit v.a.n het staatsgezag herstelt. Zal
Tewfik Paeha zijn opgewassen tegen de
zware taak, die de sultan hem in zijn nood
heeft opgedragen?"
Eene gewichtige rol speelt in deze crisis
de scheriatwet. De onmiddellijke oorzaak
van de contra-revolutie in Konstantinopel
is de door de geestelijkheid aangewakkerde
beweging geweest tot volledige handhaving
van de islamietisch-e godsdienstige wet. Wat
men daaronder moet verstaan, wordt in de
Neue Fi-eie Pres se door prof. Leopold Pe-
kotsch, die aan de inrichting voor Ooster-
sch-o talen te Weenen het Turksch doceert,
aldus uiteengezet
,,De Scheriatwet is afkomstig uit den be
gintijd van den islam, het eerste tijd-perk
der ontwikkeling, en is niet een wetboek met
een bepaald aantal artikelen, maar eene zeel-
omvangrijke verzameling van voorschriften
van allerlei aard, historische overleveringen
die niet altijd duidelijk zijn en eene wijde
speelruimte laten voor de uitlegging, ja ten
deele direct eene zaak van interpretatie vor
men en zeker ook, daar het ontstaan zich
over een lange tijdsruimte uitstrekt, tegen
strijdigheden zullen bevatten. De traditie
speelt daarbij overigens ook hare gewichtige
rol en is wellicht zelfs sterker dan het ge
schreven woord. Op de Scheriatwet berust
o.a het geheele Turksche familierecht, zij
regelt het huwelijk en de erfopvolging, maar
bevat geen© burgerrechtelijke bepalingen,
al moest in den vroegeren tijd -de Scheriat
wet in gevallen van geschil met hare uit
leggingen alle leemten vullen.
„Eéne zaak kan men, ondanks den hier
gescfiefsten aard van de Scheriatwet, met alle
stelligheid uitsprekenEr is geen plaats,
waaruit zou zijn af te leiden, dat Turkije
geen constitutioneele staat mag zijn. Dit ge
wichtige feit wordt ook daardoor bevestigd,
dat de sjeik-ul-islam uitdrukkelijk heeft ver
klaard, dat de grondwet met den koran ver-
eenigbaar is. Ja, als men de oorspronkelijke
toestanden in aanmerking neemt, dan kan
men zelfs zeggen, dat de grondslagen be
paald republikeinsche trekken dragen. De
„dsjani", overeenkomende met het heden-
daagsche begrip van de moskee, was ten
tijde van Mahomed en onder zijne onmid
dellijke opvolgers eenvoudig eene vergader
plaats, waar de geloovigen, de leden van de
gemeente, eenmaal per week, des Vrijdags,
bijeenkwamen om bestuurs- en politieke za
ken te bespreken. Wanneer niettemin de
geestelijkheid tegen de grondwet is, dan zijn
de oorzaken hiervoor niet van godsdien-
stigen aard, maar op een ander gebied te
zoeken."
DuiUchland.
Het Centrum schijnt nu de conservatie
ven bijdraaien, ook van zins te zijn zijne
houding te herzien. In een vergadering,
die Woensdag te Keulen is gehouden heeft
de afgevaardigde Trimborn het standpunt
van het centrum ten aanzien van de her
vorming der rijks financiën als volgt om
schreven Er kan een toestand intreden,
die het voor het centrum noodig maakt een
volkomen lijdelijke of negatieve houding
aan te nemen. Voorloopig zal het Centrum
echter aan de hervorming meewerken. Het
zou geen penning aan indirecte belastingen
toestaan, vooraleer niet ten minste tot een
belasting op het bezit van ten minste 100
millioen mark was bes-loten, en het zou aan
een belasting op erfdeelen boven de nala
tenschapsbelasting de voorkeur geven.
België.
Brussel, 16 April. De interparle
mentaire Unie, hedenmiddag vergaderd in
de zaal van den Senaat, besloot Brussel te
kiezen als zetel in plaats van Den Haag.
Deze beslissing werd voorloopig genomen.
De interparlementaire raad benoemde tot
permanent secretaris Lange, secretaris van
het Nobelcomité te Chnstiania. De benoe
ming geschiedde op hot verzoek der Engel-
sche groep, Belgie, Duitschland, Engeland,
Frankrijk, Holland, Zweden, Oostenrijk-
Hongarije, Roemenië, op de vergadering
door een twintigtal afgevaardigden vertegen
woordigd. Lange zal te Brussel verblijf
houden. In den loop der zitting trok Estour-
nelles de Constant zijn voorstel in dat tot-
strekking had dat de interparlementaire
Unie een stap in den Balkan zou doen om
den wede te bevorderen.
England.
Londen, 16 A p r i 1. De Koningin
van Engeland en de Keizerin-moeder van
Rusland zijn heden morgen om tien uur
van hier vertrokken naar Parijs om zich bij
den Koning te voegen.
Italië.
Een nieuwen noodkreet uit Messina heeft
d-e Gazzetta di Messina e delle Cal-abrie
gehoort in een open brief aan den Koning,
die het blad afdrukt ter begroeting van het
Koningspaar bij haar bezoek in de vorige
week. De brief luidt:
Sire! Het volk van Messina wendt zich
tot u met dezelfde vevtwijfeling, als schip
breukelingen voelen, die in gevaar zijn door
de golven van de oceaan verslonden te wor
den. De schrijver van deze regelen kent
niet de taal der vleiers, maar des te beter
de edele en oprechte uitingen van den
volksziel. W uscht Uwe Majesteit te we
ten wat het volk van Messina van zijn Ko
ning verwacht, hoor danMessina was in
de eerste dagen van de ramp een prooi van
de anarchie. De schrik verdoofde de over
levenden en de verdooving van deze over
levenden verlamde allen, die kwamen op
de plek van de ellende. Messina was in den
tijd van den belegeringstoestand als in een
dwangbuis. De dictatuur sloot niet de oude,
neen. zij opende nieuwe wonden. Onder het
voorwendsel het eigendom van do dooden
te beschermen, liet men de onder de puin-
hoopen levenden sterven, liet men de ge
redden aan honger en koude te gronde gaan.
Na den belegeringstoestand verviel Messina
in eene nog ergere anarchie, in die van de
gieren, die na een bloeddgen veldslag op het
slagveld plegen neer te strijken; zij dron
gen zich dicht opeen om het aas van de
rijko winst te verteeren door aanbesteden
werken enz. Heden, Sire, is Messina, de
door de wreedheid van de natuur verwoeste
stad, ook de slechtst bestuurde stad
door de dwaasheid van de menschen.
En verneem nu, Sire, wat Messina, dat
u v-oor de tweede maal als trooster be
zoekt, van u verlangt en afsmeekt: 1. Man
nen van verstand en hart, die het goede
betrachten en met liefde en verstand kunnen
besturen. 2. Vlugge aanbouw en gelegenhe
den tot onderdak, maar voor beschaafde
menschen, niet voor wilden in holbewoners.
3 Snelle uitwerking en bekendmaking van
het plan van bebouwing der nieuwe stad,
opdat zij, die goeden wil en geld hebben, of
die door den nood worden gedrongen, wo
ningen, werkplaatsen, restaurants, fabrie
ken kunnen bouwen. 4. Z-orgvuldige wette
lijke bepalingen, met bekwamen spoed ge
reed gemaakt, die de reorganisatie van de
financiën van stad en provincie en de goe
de regeling van den verkeersdienst moge
lijk maken. 5. Spoedige heropening van de
scholen, maar in definitieve, niet voorloopige
lokalen. 6. Wegruiming van de puinhoopen,
met productief maken van het overvloedige
materiaal, dat op zich zelf een niet onbe
langrijke rijkdom uitmaakt.
Sire I Dat is het wat Messina voor heden
wenscht, dat is het wat het met de machtige
hulp van U. M. hoopt te krijgen. Maar de
verwachtingen van het volk van Messina
zullen ijdel, de hulp van uw edelmoetig hart
onvoldoende en nul zijn, als niet Messina
datgene zal hebben, wat het in de eerste
plaats verlangt, namelijk eerlijke, deskun
dige, energieke en werkzame mannen, die
geen andere eerzucht hebben dan die, zich
de dankbaarheid van het volk te verwerven,
en naar geen andere eerepalm, geen anderen
roem streven dan d-ien, welke den goeden
naam verleent.
Oostenrijk-Hongarije.
Het statuut over het bestuur van de za
ken betreffende den eeredienst, de stichtin
gen en de scholen der mohammedanen in
Bosnië en Herzegowina, dat door den Kei
zer bekrachtigd is, is liet resultaat van
jarenlange onderhandelingen, die tusschen
de Bosnische landsregeering -en de vertegen
woordigers van de mohammedaansche bevol
king gevoerd werden. Het statuut rust op
het beginsel van het slechts -door de alge-
meene landswetten en het- recht van toe
zicht- der regeering beperkte zelfbestuur.
Servië.
Belgrado, 17 April. Het bericht
omtrent een leoning van 150 millioen wordt
gelogenstraft.
De Balkancrieie.
Sofia, 17 April. In welingelichte
kringen wordt gezegd, dat Bulgarije bij het
nieuwe Turksche ministerie de spoedige er
kenning van zijn onafhankelijkheid heeft
geëischt.
Sofia, 16 April. Gisteren en lieden
wonnen verscheidene vertegenwoordigers
van de gvoote mogendheden bij den minis
ter-president inlichtingen in over de hou
ding, die Bulgarije zou aannemen met het
oog op de gebeurtenissen in Turkije. Zij
ontvingen volkomen geruststellende verze
keringen. Sommige -bladen vallen de regee
ring hevig aan, omdat zij gevoelloos staat
tegenover de gebeurtenissen in Turkije in
plaats van het juiste oogenblik om het aan
te vallen, te gebruiken.
Volgens de diplomatieke kringen zijn de
westersche mogendheden ijverig bezig om
de regeling van de Turksch-Bulgaarsche ge
schillen te bespoedigen en het koninkrijk
Bulgarije te erkennen.
Tweede telegram. Minister-pre
sident Malinow heeft de -mogendheden uit
drukkelijk verzekerd, dat Bulgarije eene
correcte en vreedzame houding in acht zal
ntmen tegenover Turkije, zoo lang de re
volutionaire beweging zijne veiligheid* niet
in gevaar brengt. Men onderstelt, dat som
mige mogendheden aan den Porte de raad
hebben gegeven het sluiten van de overeen
komst met Bulgarije te verhaasten, ten ein
de te komen t-ot de erkenning van Bulga-
rije's onafhankelijkheid.
Konstantinopel, 16 April.
De Turksch-Bulgaarsche onderhandelingen
zijn nog niet geëindigd ten gevolge van de
moeielijkheid betreffende de vakoefs. De
Russische gezant Sinowjew heeft den groot
vizier aangemaand, dat hij tot eene spoe
dige regeling moet zien te komen.
Tweede telegram. De Turksch
Bulgaarsche onderhandelingen zijn gekomen
op het doode punt. Er is overeenstemming
verkregen omtrent alle kwestiën, behalve
over de bijzondere Turksche rechten op
sommige vakoef-goederen. De Bulgaarsche
gemachtigde verklaarde, dat Turkije onhan
delbaar is, maar dat ook Bulgarije niet zou
toegeven.
Konstantinopel, 16 April. De
minister van buitenlandsch© za'ken verklaar
de, dat de 'kwestie van de vakoefs nagenoeg
beslist is. De Turkscli-Bulgaarsche overleg
gingen zullen lieden avond of morgen vroeg
geëindigd zijn.
Over de houding van Bulgarije verklaart
het Bulgaarsche telegraafagentscliap, dat
de gebeurtenissen in Konstantinopel wel
de regeering met groot© bezorgdheid ver
vullen, maar de geruchten van eene mobi
lisatie of een agressief optreden van Bul
garije eiken grond missen. Dat beteekent,
dat de ministerraad, die zich met de zaak
heeft bezig gehouden, heeft besloten voor
loopig niets te ondernemen.
De officieuse Wreme zegt over de gebeur
tenissen te Konstantinopel, dat het te vree-
zen is, dat de nieuwe nationalistisch-isla
mietische strooming al het door het nieuwe
stelsel bereikte, wat de inwendige verster
king van Turkije en de regeling van de in
ternationale geschillen betreft, weder zal
vernielen. Mogelijk kan ook de bijna ver
kregen Turksch-Bulgaarsche overeenstem
ming door de nieuwe omwenteling verijdeld
Nnér het Ekgtlsch
77 TAN
f. N. EN IV. M. TOLLIAMftON.
Nell zeide niets meer, al haalde zij ook de
schouders op; maar de uitdrukking harer
oogen voorspelde mij niets goeds.
Wij gingen thans naar de kermis, die vol
gens Lady Mac Nairn© en mijnheer Starr
veel van eene Fransche kermis heeft, maar
ik vond het alleraardigst. Er waren str'aten
van kramen, kleine en groote, en erg opge
sierd', waarin -d'e menschen iai het cost-uum
hunner provincies allerlei dingen verkochten.
Nell gedroeg zich zoo kalm, d:at zij klaar
blijkelijk Jonkheer Van Brederode's vermoe
dens logenstrafte, als hij de mijne gedeeld
haden toen zij voorstelde een massa lek
kers en goedkoop speelgoed te lcoopen om uit
te deolen aan de kinderen der beurtschip
pers, die wij op de kanalen tegenkwamen,
was hij haar gaarne ter wille. Wij kozen al
lerlei speelgoed en lekkers uit, waarmede wij
dagenlang voor Sinterklaas konden spelen,
en spraken Hollandsc'h met de menschen die
het verkochten, en die soms om onze uit
drukkingen moesten lachen. Toen bracht
Jonkheer Van Brederode ons naar de fat
soenlijke spellende reuzenstier, zoo groot
als zestien alled'aagsche ossenhet kleinste
paardje der wereld, een fabelachtig dier, met
zijn. mïnia'tuur-voorpootje allerlei sommetjes
in het «and uitrekendede dikke dame, die
uit haar humeur was, omdat zij het zoo
warm hadde mooie Circassische, die de
menschen in een heet theater lokte, versierd
met klatergoud als êen Kerstboom en ver
licht met hbnderde gekleurde glaasjes. Er
waren ook nog andere kijkspellen, maar die
waren volgens mijnheer Van Brederode niet
voor dames geschikt, en hij dreef ons snel
voorbij tentjes met geschilderde doeken van
driehoofdige menschen of meisjes bij het mid
del afgesnedendie Nell juist zoo gaarne ge
zien had. Hij wilde ons ook niet in de draai
molens laten gaan, en teen wij in het hotel
terugkwamen, belast en beladen met poppen,
tollen, bonte houten paardjes, blokkendoö-
zen en pakjes nougat met chenille aapjes
versierd kookte zij van verkropten wrevel.
Wij waren al laat voor de table d'hote eu
moesten ons uog kleedenmaar Nell die
de 'kamer met mij deelde, omdat het hotel
overvol was zeide, dat zij nog even een
slippertje moest maken, om iets te koopen,
dat zij alleen wilde uitzbekeuzij was bin
nen een paar minuten terug, zeide zij.
Ik was al klaar, toen zij haastig binnen
kwamen met twee groote pakken in haar
hand. Zij wilde niet zeggen wat het was,
daar zij zich nog in allerijl moest kleeden
(ten minste dit gaf zij voor) maar beloofde
mij, d'at ik iets heel interessants zou zien,
als ik na den eten bij' haar op de kamer wil
de komen en ik mocht niemand zeggen,
dat zij nog even uit was geweest.
De table d'hote duurde 'bijzonder lang,
daar het zoo druk was, dat den knechts het
hoofd omliepen daarna zaten wij met ons
drieën dames, met Jonkheer Van Brederode
en mijnheer Starr in den tuin achter het
huis, terwijl de he er en' hun sigaartje rook
ten. Nell was zoo geduldig, dat ik bijna
dacht, d'at zij de pakken boven heelemaal
vergeten was. Maar toen eindelijk Lady Mac
Nairne de klok tien uur hoorde slaan, ver
klaarde zij dat zij nog iets te Bchrijven haid,
alvorens naar ibeld te gaan.
,,Ik denk, dat u nog een kijkje van de
kermis gaat nemen," zeide zij tot d'e twee
ridders
,,Ik heb dozijnen van zulke kermissen ge
zien en heeft men er één gezien, dan heb
je ze tegenwoordig alle geizi'en. Maar als de
Zeeman gaan wil, dan zal ik hem volgaarne
vergezellen," antwoordde Jonkheer Van Bre
derode.
,,Ik geloof, dat ik er vanmiddag genoeg
van gezien heb," zeide Starr. ,,In elk geval
denk ik nog een paar cigaretten te rooken
en de dames mochten mij wel gezelschap blij
ven houden, want ik heb nog honderd din
gen te zeggen."
Lady Mac Nairne en Nell waren echter
reeds opgestaan en lieten zich niet bepraten
wij wenschten elkander goeden nacht en Nell
en ik zochten onze kamer op. Drie minuten
later maakte zij de pakken open.
„Onder de laaiste brieven, die mij uit
Londen werden toegezonden, was een groo-
i ter chéque dan ik verwacht had van de
j „Huisvriend", zeide zij; „ik heb een ca
deautje gekocht voor jou en voor mij.'
Zoo sprekende haalde zij uit het ééne pak
twee glinsterende Friesche kappen, die veel
hadden van mooie gouden 'hoofdijzers. En
uit het andere pak kwamen twee zwarte
shawls, zooals ik vele meisjes te Leeuwarden
had zien dragen.
„O, hoe mooi!" i*iep ik. „Ik 'heb zoo naar
het eene of andere costuum verlangd, sedert
wij te Amsterdam waren, waar ze zoo düur
zijn. Deze kunnen wij naar huis medenemen,
en ze als souvenirs bewairen, wanneer wij
op onze étage aan het werk zijn, alsof er
niets bijzonders met ons gebeurd was."
Nell rilde, maar zeide nu niet, dat wij
nooit weer naar huis zouden gaan, om daar
door eigen arbeid in ons onderhond te voor
zien, zooals bij den aanvang van ons tochtje.
Inplaats daarvan zeid'e-zij
„Van de toekomst weet ik niets, maar van
avond nog zet ik de mijne op."
„Wat, ga je met die hoofdijzers slapen?"
vroeg ik.
Zij lachte. ,,lk denk nog aan geen slaap.
Het is het begin van den avond in de ker-
mis-week. Kijk maar eens, wat ik ga doen."
Zij maakte haar haar los, dat heel lang en
dik is, en nog dikker schijnt, omdat het
golft. Toen vlocht «ij het heel stijf in twee
vlechten en streek en trok en. duwde de
kleine krulletjes van haar voorhoofd weg,
zoo goed als zij kon en zette dan kap op.
Toen sloeg zij den doek om haar schouders,
en daar zij een kort zwart japonnetje aan
had, dat men haast niet zag, was zij in de
oogen van iedereen een mooi Friezinnetje.
Ik zeide het haar en zij aeide„Wil je
ook een Friezinnetje zijn en met mij maar
de kermis gaan, nu het. de moeite waard is
die te zien?"
Ik was doodelijk ontsteld en zeide na
tuurlijk „neen". Ik heb nog nooit ver
kleed iets gedaan en zou dit ook nooit.
„Best," zeide Nell, „dan ga ik alleen."
Ik trachtte haar hiervan af te brengen
maar zij gaf er niet om of zij Jonkheer
Van Brederode ook ergerde.
„Het zou hem goed doen," zeide zij,
„maar bij loopt er geen kans van, niemand
zal mij herkennen, vindt je wel?"
Ik keek haar oplettend aan, en was er
nog zoo heel zeker niet van, ofschoon het
weggestreken haar en de kap haar onge
looflijk veranderden, om nog niet eens te
spreken van den zwarten doek. Het ver
gulde hoofdijzer gaf lieur haar de kleur van
de bladen ©ener bruine beuk en de glans
van het metaal izoo vlak ibij 'haar gelaat,
maakte haar gelaatstint doorschijnend, als
een Kclhtje, dat door een dunne paarlemoe
ren schelp schijnt.
Toen ik bespeurde, dat zij vastbesloten
was, zeide ik, dat ik mee ging, liever dan
haar alleen liet waagstuk te laten onderne
men. Zij lachte echter en zeide, dat er hoe
genaamd niets te wagen viel. Zelfs all had
onze kapitein gelijk, wat vreemdelingen be
treft, zoo konden toch twee meisjes uit de
lagere volksklasse ongehinderd over de ker
mis gaan, als de pret op haar hoogst was;
er zouden er honderden zijn, als wij. En
toen ik voor den spie*gel den kap oppaste,
j kon ik niet nalaten te wenschën, dat mijn-
heer Van Buren mij zoo eens zag, alleen
om hem te amuseeren, natuurlijk.
Wij verkleedden ons nu en slopen toen
de trap af, onze omslagdoeken over de kap
pen trekkendemaar dat was geheel over
bodig, want wij ontmoetten geen sterveling.
Eenmaal buiten het hotel zijnde, lieten wij
de doeken weer zakken en knoopten die van
j achteren vast en Nell zeide, dat het er nu
niet op aan kwam, al ontmoetten wij ook de
heele wereld. Daar wij niet behoefden te
spreken en onze onwetendheid van het Hol-
landsch verraden, kon niets aanduiden,, dat
wij geen Friezinnetjes waren.
j Wordt vervolgd.