Zaterdag 17 April 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. 7a' JnargAiig. ABONNEMENTSPRIJS: PRIJS DDR ADVÏRTENTIÏN: Daz© Courant r«rs«hijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelinge* enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Beoie circulairebevattend© de voorwaarde», w©rdt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester eui Wethouders der ge meente Amersfoort, Gelet op artikel 31 der Kieswet, Brengen ter openbare kennis, dat de veratoek- sohrift-en tot verbetering van d'e Kiezerslijst- JOOD1910 ingekomen, op d'e secretarie del- ge meente voor een ieder ter izage liggen en- in afschrift tegen betaling der kosten1 verkrijgbaar gesteld. Amersfoort, den 16. April 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris. De Burgemeester. .T. G. STEN EERT KROESE. WUJTIERS. Burgemeester en Wethouders wan Amersfoort brengen ter kenlnis, dat bij ben is ingekomen oen adires d.d'. 14 April 1909, van- Tlieod'orus Sminlc, wonende aOlhier, houdende verzoek om vergunning voor den verkoop van- sterken drank in bet klein, voor gebruik ter plaatse van ver koop, bedoeld- in artikel 1, 2e lid, letter a der 'Drankwet, voor de beneden-localitei-t van- bet perceel, staande aan d'e Groenmarkt -no. 5 al hier dat binnen twee weken na dleze bekendmaking een ied'er schriftelijke bezwaren tegen: het vor- ieenen der vergunning kan inbrengen. Amersfoort, den 16. April 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STEN EERT KROESE. WUJTIERS. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Amersfoort brengen ter algemeen© kennis, dat bij bun' 'besluit van bedien, ingevolge -art. 8 der Hinderwet, aan L. H. Riezebos, wonende al hier, vergunning is verleent# tot- de oprichting eener smederij, in- bet -perceel Beesten-markt wijk C mo. 4, kadastraal Gemeente Amersfoort, sectie E, no. 1446, ouder voorwaarde-. 1de vloer van de smederij wondt geheel van steen- 2. ter breedte van minstens 1 meter rondom- de ijzeren vangka-p, wordt d'e balklaag bekleed met ijzeren platen; 3. Do schoorsteen lx>ven de smidse wordt op getrokken tot eene hoogte van -minstens 2.00 Meter boven de nok van de bokappinig boven- de smederij. Amersfoort, d!eii*16. April 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, 3. G. STEN EERT KROESE. WUJTIERS. Politiek Overzicht. De contra-revolutie iu Turkije. In Konstantinopel héerscht nu weer rust of die echter van duur zal zijn, is moeielijk te zeggen. In Juli 1908 is van de provincie de beweging uitgegaan, die d© absolute macht van den sultan ten va.l bracht. Nu is in de hoofdstad de tegenbeweging uitge voerd, die toen achterwege bleef. Maar de Jong-Turken, die in Konstantinopel zijn overrompeld, kondigen aan, dat zij zullen trachten met steun van de hun trouw ge bleven troepen weder in 't bezit van d;e macht te komen. De officieren van Saloniki willen aan heb hoofd van hunne- troepen naar Konstant"' nop el trekken, om daar weder te strijden om de macht, zooals in Juli van verleden jaar. De militaire re volutie zal door eene andere militaire I-evo lutie verpletterd worden. En het blijft niet bij d'e aankondigingenkele bataillons zijn reeds vertrokkenanderen zullen volgen. Of dat wat zal uitwerken, hangt natuur lijk in de eerste plaats af van d'e vraag, of deze troepen trouw zullen blijven. Of daarop zoo vast te rekenen is als wordt be weerd, is onzeker na het gedrag van de jagers van Saloniki bij den opstand in Stamboel. Men moet afwachten hoe de za ken zich verder zullen ontwikkelen. Mis schien zullen er weer nieuwe verrassingen komen. Dat is blijkbaar ook de meening van de Berhjnsche Kreuz-Ztg., die schrijft: ,,Het wil ons voorkomen, dat er weinig op den vrede te vertrouwen is. In een Land, waar het binnen een jaar twee maal in een handomzwaai. met zeer gering machtsver toon, aan politieke klieken is gelukt aan de regeering haar wil op te dringen, schij nen ons de politieke omstandigheden de partijen als 't ware aan t sporen, zich langs revolutionairen weg1 in het bezit van de re- geeringsmacht te stellen. In Konstantinopel hebben wel is waar de Jong-Turken het veld moeten*ruimen. In Saloniki echter, van waar de Jong-Turksche zegetocht drie kwart jaren geleden begon, stroomen zij samen en rusten zich toe tot een tegenstoot. Daaraan valt niet te twijfelen. Maar evenmin kan men er over in twijfel zijn, dat dc nieuwe regeering evenmin over d-e noodige beslist heid en het vereischte gezag als over de voldoende machtmiddelen beschikt om de daar smeulende revolutionaire vonk reeds bij het ontstaan uit te trappen. Wij vree zen, dat men aan de zaak haren loop zal laten, en de pas gesloten godsvrede zal niet van langen duur zijn. Slechts eene ijzeren hand kan hier verandering brengen, die zonder verschooning de onvoorwaardelijke autoriteit v.a.n het staatsgezag herstelt. Zal Tewfik Paeha zijn opgewassen tegen de zware taak, die de sultan hem in zijn nood heeft opgedragen?" Eene gewichtige rol speelt in deze crisis de scheriatwet. De onmiddellijke oorzaak van de contra-revolutie in Konstantinopel is de door de geestelijkheid aangewakkerde beweging geweest tot volledige handhaving van de islamietisch-e godsdienstige wet. Wat men daaronder moet verstaan, wordt in de Neue Fi-eie Pres se door prof. Leopold Pe- kotsch, die aan de inrichting voor Ooster- sch-o talen te Weenen het Turksch doceert, aldus uiteengezet ,,De Scheriatwet is afkomstig uit den be gintijd van den islam, het eerste tijd-perk der ontwikkeling, en is niet een wetboek met een bepaald aantal artikelen, maar eene zeel- omvangrijke verzameling van voorschriften van allerlei aard, historische overleveringen die niet altijd duidelijk zijn en eene wijde speelruimte laten voor de uitlegging, ja ten deele direct eene zaak van interpretatie vor men en zeker ook, daar het ontstaan zich over een lange tijdsruimte uitstrekt, tegen strijdigheden zullen bevatten. De traditie speelt daarbij overigens ook hare gewichtige rol en is wellicht zelfs sterker dan het ge schreven woord. Op de Scheriatwet berust o.a het geheele Turksche familierecht, zij regelt het huwelijk en de erfopvolging, maar bevat geen© burgerrechtelijke bepalingen, al moest in den vroegeren tijd -de Scheriat wet in gevallen van geschil met hare uit leggingen alle leemten vullen. „Eéne zaak kan men, ondanks den hier gescfiefsten aard van de Scheriatwet, met alle stelligheid uitsprekenEr is geen plaats, waaruit zou zijn af te leiden, dat Turkije geen constitutioneele staat mag zijn. Dit ge wichtige feit wordt ook daardoor bevestigd, dat de sjeik-ul-islam uitdrukkelijk heeft ver klaard, dat de grondwet met den koran ver- eenigbaar is. Ja, als men de oorspronkelijke toestanden in aanmerking neemt, dan kan men zelfs zeggen, dat de grondslagen be paald republikeinsche trekken dragen. De „dsjani", overeenkomende met het heden- daagsche begrip van de moskee, was ten tijde van Mahomed en onder zijne onmid dellijke opvolgers eenvoudig eene vergader plaats, waar de geloovigen, de leden van de gemeente, eenmaal per week, des Vrijdags, bijeenkwamen om bestuurs- en politieke za ken te bespreken. Wanneer niettemin de geestelijkheid tegen de grondwet is, dan zijn de oorzaken hiervoor niet van godsdien- stigen aard, maar op een ander gebied te zoeken." DuiUchland. Het Centrum schijnt nu de conservatie ven bijdraaien, ook van zins te zijn zijne houding te herzien. In een vergadering, die Woensdag te Keulen is gehouden heeft de afgevaardigde Trimborn het standpunt van het centrum ten aanzien van de her vorming der rijks financiën als volgt om schreven Er kan een toestand intreden, die het voor het centrum noodig maakt een volkomen lijdelijke of negatieve houding aan te nemen. Voorloopig zal het Centrum echter aan de hervorming meewerken. Het zou geen penning aan indirecte belastingen toestaan, vooraleer niet ten minste tot een belasting op het bezit van ten minste 100 millioen mark was bes-loten, en het zou aan een belasting op erfdeelen boven de nala tenschapsbelasting de voorkeur geven. België. Brussel, 16 April. De interparle mentaire Unie, hedenmiddag vergaderd in de zaal van den Senaat, besloot Brussel te kiezen als zetel in plaats van Den Haag. Deze beslissing werd voorloopig genomen. De interparlementaire raad benoemde tot permanent secretaris Lange, secretaris van het Nobelcomité te Chnstiania. De benoe ming geschiedde op hot verzoek der Engel- sche groep, Belgie, Duitschland, Engeland, Frankrijk, Holland, Zweden, Oostenrijk- Hongarije, Roemenië, op de vergadering door een twintigtal afgevaardigden vertegen woordigd. Lange zal te Brussel verblijf houden. In den loop der zitting trok Estour- nelles de Constant zijn voorstel in dat tot- strekking had dat de interparlementaire Unie een stap in den Balkan zou doen om den wede te bevorderen. England. Londen, 16 A p r i 1. De Koningin van Engeland en de Keizerin-moeder van Rusland zijn heden morgen om tien uur van hier vertrokken naar Parijs om zich bij den Koning te voegen. Italië. Een nieuwen noodkreet uit Messina heeft d-e Gazzetta di Messina e delle Cal-abrie gehoort in een open brief aan den Koning, die het blad afdrukt ter begroeting van het Koningspaar bij haar bezoek in de vorige week. De brief luidt: Sire! Het volk van Messina wendt zich tot u met dezelfde vevtwijfeling, als schip breukelingen voelen, die in gevaar zijn door de golven van de oceaan verslonden te wor den. De schrijver van deze regelen kent niet de taal der vleiers, maar des te beter de edele en oprechte uitingen van den volksziel. W uscht Uwe Majesteit te we ten wat het volk van Messina van zijn Ko ning verwacht, hoor danMessina was in de eerste dagen van de ramp een prooi van de anarchie. De schrik verdoofde de over levenden en de verdooving van deze over levenden verlamde allen, die kwamen op de plek van de ellende. Messina was in den tijd van den belegeringstoestand als in een dwangbuis. De dictatuur sloot niet de oude, neen. zij opende nieuwe wonden. Onder het voorwendsel het eigendom van do dooden te beschermen, liet men de onder de puin- hoopen levenden sterven, liet men de ge redden aan honger en koude te gronde gaan. Na den belegeringstoestand verviel Messina in eene nog ergere anarchie, in die van de gieren, die na een bloeddgen veldslag op het slagveld plegen neer te strijken; zij dron gen zich dicht opeen om het aas van de rijko winst te verteeren door aanbesteden werken enz. Heden, Sire, is Messina, de door de wreedheid van de natuur verwoeste stad, ook de slechtst bestuurde stad door de dwaasheid van de menschen. En verneem nu, Sire, wat Messina, dat u v-oor de tweede maal als trooster be zoekt, van u verlangt en afsmeekt: 1. Man nen van verstand en hart, die het goede betrachten en met liefde en verstand kunnen besturen. 2. Vlugge aanbouw en gelegenhe den tot onderdak, maar voor beschaafde menschen, niet voor wilden in holbewoners. 3 Snelle uitwerking en bekendmaking van het plan van bebouwing der nieuwe stad, opdat zij, die goeden wil en geld hebben, of die door den nood worden gedrongen, wo ningen, werkplaatsen, restaurants, fabrie ken kunnen bouwen. 4. Z-orgvuldige wette lijke bepalingen, met bekwamen spoed ge reed gemaakt, die de reorganisatie van de financiën van stad en provincie en de goe de regeling van den verkeersdienst moge lijk maken. 5. Spoedige heropening van de scholen, maar in definitieve, niet voorloopige lokalen. 6. Wegruiming van de puinhoopen, met productief maken van het overvloedige materiaal, dat op zich zelf een niet onbe langrijke rijkdom uitmaakt. Sire I Dat is het wat Messina voor heden wenscht, dat is het wat het met de machtige hulp van U. M. hoopt te krijgen. Maar de verwachtingen van het volk van Messina zullen ijdel, de hulp van uw edelmoetig hart onvoldoende en nul zijn, als niet Messina datgene zal hebben, wat het in de eerste plaats verlangt, namelijk eerlijke, deskun dige, energieke en werkzame mannen, die geen andere eerzucht hebben dan die, zich de dankbaarheid van het volk te verwerven, en naar geen andere eerepalm, geen anderen roem streven dan d-ien, welke den goeden naam verleent. Oostenrijk-Hongarije. Het statuut over het bestuur van de za ken betreffende den eeredienst, de stichtin gen en de scholen der mohammedanen in Bosnië en Herzegowina, dat door den Kei zer bekrachtigd is, is liet resultaat van jarenlange onderhandelingen, die tusschen de Bosnische landsregeering -en de vertegen woordigers van de mohammedaansche bevol king gevoerd werden. Het statuut rust op het beginsel van het slechts -door de alge- meene landswetten en het- recht van toe zicht- der regeering beperkte zelfbestuur. Servië. Belgrado, 17 April. Het bericht omtrent een leoning van 150 millioen wordt gelogenstraft. De Balkancrieie. Sofia, 17 April. In welingelichte kringen wordt gezegd, dat Bulgarije bij het nieuwe Turksche ministerie de spoedige er kenning van zijn onafhankelijkheid heeft geëischt. Sofia, 16 April. Gisteren en lieden wonnen verscheidene vertegenwoordigers van de gvoote mogendheden bij den minis ter-president inlichtingen in over de hou ding, die Bulgarije zou aannemen met het oog op de gebeurtenissen in Turkije. Zij ontvingen volkomen geruststellende verze keringen. Sommige -bladen vallen de regee ring hevig aan, omdat zij gevoelloos staat tegenover de gebeurtenissen in Turkije in plaats van het juiste oogenblik om het aan te vallen, te gebruiken. Volgens de diplomatieke kringen zijn de westersche mogendheden ijverig bezig om de regeling van de Turksch-Bulgaarsche ge schillen te bespoedigen en het koninkrijk Bulgarije te erkennen. Tweede telegram. Minister-pre sident Malinow heeft de -mogendheden uit drukkelijk verzekerd, dat Bulgarije eene correcte en vreedzame houding in acht zal ntmen tegenover Turkije, zoo lang de re volutionaire beweging zijne veiligheid* niet in gevaar brengt. Men onderstelt, dat som mige mogendheden aan den Porte de raad hebben gegeven het sluiten van de overeen komst met Bulgarije te verhaasten, ten ein de te komen t-ot de erkenning van Bulga- rije's onafhankelijkheid. Konstantinopel, 16 April. De Turksch-Bulgaarsche onderhandelingen zijn nog niet geëindigd ten gevolge van de moeielijkheid betreffende de vakoefs. De Russische gezant Sinowjew heeft den groot vizier aangemaand, dat hij tot eene spoe dige regeling moet zien te komen. Tweede telegram. De Turksch Bulgaarsche onderhandelingen zijn gekomen op het doode punt. Er is overeenstemming verkregen omtrent alle kwestiën, behalve over de bijzondere Turksche rechten op sommige vakoef-goederen. De Bulgaarsche gemachtigde verklaarde, dat Turkije onhan delbaar is, maar dat ook Bulgarije niet zou toegeven. Konstantinopel, 16 April. De minister van buitenlandsch© za'ken verklaar de, dat de 'kwestie van de vakoefs nagenoeg beslist is. De Turkscli-Bulgaarsche overleg gingen zullen lieden avond of morgen vroeg geëindigd zijn. Over de houding van Bulgarije verklaart het Bulgaarsche telegraafagentscliap, dat de gebeurtenissen in Konstantinopel wel de regeering met groot© bezorgdheid ver vullen, maar de geruchten van eene mobi lisatie of een agressief optreden van Bul garije eiken grond missen. Dat beteekent, dat de ministerraad, die zich met de zaak heeft bezig gehouden, heeft besloten voor loopig niets te ondernemen. De officieuse Wreme zegt over de gebeur tenissen te Konstantinopel, dat het te vree- zen is, dat de nieuwe nationalistisch-isla mietische strooming al het door het nieuwe stelsel bereikte, wat de inwendige verster king van Turkije en de regeling van de in ternationale geschillen betreft, weder zal vernielen. Mogelijk kan ook de bijna ver kregen Turksch-Bulgaarsche overeenstem ming door de nieuwe omwenteling verijdeld Nnér het Ekgtlsch 77 TAN f. N. EN IV. M. TOLLIAMftON. Nell zeide niets meer, al haalde zij ook de schouders op; maar de uitdrukking harer oogen voorspelde mij niets goeds. Wij gingen thans naar de kermis, die vol gens Lady Mac Nairn© en mijnheer Starr veel van eene Fransche kermis heeft, maar ik vond het alleraardigst. Er waren str'aten van kramen, kleine en groote, en erg opge sierd', waarin -d'e menschen iai het cost-uum hunner provincies allerlei dingen verkochten. Nell gedroeg zich zoo kalm, d:at zij klaar blijkelijk Jonkheer Van Brederode's vermoe dens logenstrafte, als hij de mijne gedeeld haden toen zij voorstelde een massa lek kers en goedkoop speelgoed te lcoopen om uit te deolen aan de kinderen der beurtschip pers, die wij op de kanalen tegenkwamen, was hij haar gaarne ter wille. Wij kozen al lerlei speelgoed en lekkers uit, waarmede wij dagenlang voor Sinterklaas konden spelen, en spraken Hollandsc'h met de menschen die het verkochten, en die soms om onze uit drukkingen moesten lachen. Toen bracht Jonkheer Van Brederode ons naar de fat soenlijke spellende reuzenstier, zoo groot als zestien alled'aagsche ossenhet kleinste paardje der wereld, een fabelachtig dier, met zijn. mïnia'tuur-voorpootje allerlei sommetjes in het «and uitrekendede dikke dame, die uit haar humeur was, omdat zij het zoo warm hadde mooie Circassische, die de menschen in een heet theater lokte, versierd met klatergoud als êen Kerstboom en ver licht met hbnderde gekleurde glaasjes. Er waren ook nog andere kijkspellen, maar die waren volgens mijnheer Van Brederode niet voor dames geschikt, en hij dreef ons snel voorbij tentjes met geschilderde doeken van driehoofdige menschen of meisjes bij het mid del afgesnedendie Nell juist zoo gaarne ge zien had. Hij wilde ons ook niet in de draai molens laten gaan, en teen wij in het hotel terugkwamen, belast en beladen met poppen, tollen, bonte houten paardjes, blokkendoö- zen en pakjes nougat met chenille aapjes versierd kookte zij van verkropten wrevel. Wij waren al laat voor de table d'hote eu moesten ons uog kleedenmaar Nell die de 'kamer met mij deelde, omdat het hotel overvol was zeide, dat zij nog even een slippertje moest maken, om iets te koopen, dat zij alleen wilde uitzbekeuzij was bin nen een paar minuten terug, zeide zij. Ik was al klaar, toen zij haastig binnen kwamen met twee groote pakken in haar hand. Zij wilde niet zeggen wat het was, daar zij zich nog in allerijl moest kleeden (ten minste dit gaf zij voor) maar beloofde mij, d'at ik iets heel interessants zou zien, als ik na den eten bij' haar op de kamer wil de komen en ik mocht niemand zeggen, dat zij nog even uit was geweest. De table d'hote duurde 'bijzonder lang, daar het zoo druk was, dat den knechts het hoofd omliepen daarna zaten wij met ons drieën dames, met Jonkheer Van Brederode en mijnheer Starr in den tuin achter het huis, terwijl de he er en' hun sigaartje rook ten. Nell was zoo geduldig, dat ik bijna dacht, d'at zij de pakken boven heelemaal vergeten was. Maar toen eindelijk Lady Mac Nairne de klok tien uur hoorde slaan, ver klaarde zij dat zij nog iets te Bchrijven haid, alvorens naar ibeld te gaan. ,,Ik denk, dat u nog een kijkje van de kermis gaat nemen," zeide zij tot d'e twee ridders ,,Ik heb dozijnen van zulke kermissen ge zien en heeft men er één gezien, dan heb je ze tegenwoordig alle geizi'en. Maar als de Zeeman gaan wil, dan zal ik hem volgaarne vergezellen," antwoordde Jonkheer Van Bre derode. ,,Ik geloof, dat ik er vanmiddag genoeg van gezien heb," zeide Starr. ,,In elk geval denk ik nog een paar cigaretten te rooken en de dames mochten mij wel gezelschap blij ven houden, want ik heb nog honderd din gen te zeggen." Lady Mac Nairne en Nell waren echter reeds opgestaan en lieten zich niet bepraten wij wenschten elkander goeden nacht en Nell en ik zochten onze kamer op. Drie minuten later maakte zij de pakken open. „Onder de laaiste brieven, die mij uit Londen werden toegezonden, was een groo- i ter chéque dan ik verwacht had van de j „Huisvriend", zeide zij; „ik heb een ca deautje gekocht voor jou en voor mij.' Zoo sprekende haalde zij uit het ééne pak twee glinsterende Friesche kappen, die veel hadden van mooie gouden 'hoofdijzers. En uit het andere pak kwamen twee zwarte shawls, zooals ik vele meisjes te Leeuwarden had zien dragen. „O, hoe mooi!" i*iep ik. „Ik 'heb zoo naar het eene of andere costuum verlangd, sedert wij te Amsterdam waren, waar ze zoo düur zijn. Deze kunnen wij naar huis medenemen, en ze als souvenirs bewairen, wanneer wij op onze étage aan het werk zijn, alsof er niets bijzonders met ons gebeurd was." Nell rilde, maar zeide nu niet, dat wij nooit weer naar huis zouden gaan, om daar door eigen arbeid in ons onderhond te voor zien, zooals bij den aanvang van ons tochtje. Inplaats daarvan zeid'e-zij „Van de toekomst weet ik niets, maar van avond nog zet ik de mijne op." „Wat, ga je met die hoofdijzers slapen?" vroeg ik. Zij lachte. ,,lk denk nog aan geen slaap. Het is het begin van den avond in de ker- mis-week. Kijk maar eens, wat ik ga doen." Zij maakte haar haar los, dat heel lang en dik is, en nog dikker schijnt, omdat het golft. Toen vlocht «ij het heel stijf in twee vlechten en streek en trok en. duwde de kleine krulletjes van haar voorhoofd weg, zoo goed als zij kon en zette dan kap op. Toen sloeg zij den doek om haar schouders, en daar zij een kort zwart japonnetje aan had, dat men haast niet zag, was zij in de oogen van iedereen een mooi Friezinnetje. Ik zeide het haar en zij aeide„Wil je ook een Friezinnetje zijn en met mij maar de kermis gaan, nu het. de moeite waard is die te zien?" Ik was doodelijk ontsteld en zeide na tuurlijk „neen". Ik heb nog nooit ver kleed iets gedaan en zou dit ook nooit. „Best," zeide Nell, „dan ga ik alleen." Ik trachtte haar hiervan af te brengen maar zij gaf er niet om of zij Jonkheer Van Brederode ook ergerde. „Het zou hem goed doen," zeide zij, „maar bij loopt er geen kans van, niemand zal mij herkennen, vindt je wel?" Ik keek haar oplettend aan, en was er nog zoo heel zeker niet van, ofschoon het weggestreken haar en de kap haar onge looflijk veranderden, om nog niet eens te spreken van den zwarten doek. Het ver gulde hoofdijzer gaf lieur haar de kleur van de bladen ©ener bruine beuk en de glans van het metaal izoo vlak ibij 'haar gelaat, maakte haar gelaatstint doorschijnend, als een Kclhtje, dat door een dunne paarlemoe ren schelp schijnt. Toen ik bespeurde, dat zij vastbesloten was, zeide ik, dat ik mee ging, liever dan haar alleen liet waagstuk te laten onderne men. Zij lachte echter en zeide, dat er hoe genaamd niets te wagen viel. Zelfs all had onze kapitein gelijk, wat vreemdelingen be treft, zoo konden toch twee meisjes uit de lagere volksklasse ongehinderd over de ker mis gaan, als de pret op haar hoogst was; er zouden er honderden zijn, als wij. En toen ik voor den spie*gel den kap oppaste, j kon ik niet nalaten te wenschën, dat mijn- heer Van Buren mij zoo eens zag, alleen om hem te amuseeren, natuurlijk. Wij verkleedden ons nu en slopen toen de trap af, onze omslagdoeken over de kap pen trekkendemaar dat was geheel over bodig, want wij ontmoetten geen sterveling. Eenmaal buiten het hotel zijnde, lieten wij de doeken weer zakken en knoopten die van j achteren vast en Nell zeide, dat het er nu niet op aan kwam, al ontmoetten wij ook de heele wereld. Daar wij niet behoefden te spreken en onze onwetendheid van het Hol- landsch verraden, kon niets aanduiden,, dat wij geen Friezinnetjes waren. j Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1