5". 89T. 7"* Jaargang. Maandag 19 April 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. CH DAGBLAD. 1.50. 0.05. ABONNEMENTSPRIJS: P®r 8 maanden voor Amersfoort Idem franco per post Afzonderlijke nummers Dezs Courant versehijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest- dagen. AdvertentiSnmededeelingon enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens by de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.50. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Ut het herhaald adverteeren m dit Blad, by abonnement. Ewr.e circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aauvraag toegezonden. Politiek Overzicht. ÜvjZL DeljTttrkscb-BuIgaarsche ifondci'liaiKlcliiigeii. Toen het eerste bericht kwam van de in Konstantinopel uitgebroken contra-revolu tie, werd uit Sofia te verstaan gegeven, dat men alles in 't wérk zou stellen om de nieuwe Turksche regeering te dwingen tot erkenning van de onafhankelijkheid van Bulgarije; als het noodig was, zou men er niet tegen opzien de pas ingetrokken mobi lisatie-orders op nieuw uit te vaardigen. Sedert is daarvan niets meer vernomen cle Bulgaarsche regeering heeft laten verkon digen, dat zij eene correcte en vreedzame houding tegenover Turkije in acht zal ne men, zoolang de daar heerschende beweging hare veiligheid niet in gevaar brengt. Dat zal wel te danken zijn aan den kalmeeren den invloed, die achter de schermen zich doet gelden. Men tracht te verhoeden, dat door overijlde stappen storend wordt inge werkt op de onderhandelingen, die tusschen de gemachtigden van de Turksche en Bul gaarsche regeeringen gaande zijn. Dat is ge lukt de onderhandelingen namen goeden voortgang, gaandeweg verminderden de ge schilpunten, en de volledige overeenstem ming is nu verkregen. De stand van zaken op het oogenblik van het uitbreken der Turksche contra-revolu tie wordt door de Neue Freie Presse aldus geschetst Bulgarije en Turkije waren het eens ge worden over de door lord Grey voorgestelde formule, die in de hoofdpunten overeen stemde met het indertijd door Rusland ge dane voorstel. In hoofdzaak strekte deze formule, dat de Turksche oorlogsschadever- goed iirg aan Rusland in de eerstvolgende veertig jaren kwijtgescholden en met de be talingen, die Bulgarije aan Turkije heeft te doen, gecompenseerd zou worden. De kwijt schelding van deze veertig annuiten komt, tegen 5A pet. gekapitaliseerd, overeen met eene kapitaalswaarde van 125 miilioen francs. Turkije heeft het recht, ook voor de verdere 34 jaren eene kapitaliseering van de resteerënde toekomstige termijnen te ver krijgen en dit bedrag eventueel in contant geld aan Rusland uit te keeren. Uit de kwijtgescholden Turksche schadevergoeding zullen de betalingen van Bulgarije aan Turkije gekweten worden. Deze betalingen zijn in de eerste plaats de aflossing van de Oost-Rumelische schat ting met 40 miilioen frs. Verder de vergoe ding voor de door Bulgarije met geweld in bezit genomen gedeelten spoorweg in Oost- Rumelië. Voor dit laatste doel moet eene som van 42 miilioen frs. dienen, die echter zoowel voor de aflossing van het aan de Orientspoorweg-maatschappij geconcedeerde recht van exploitatie als tot vergoeding aan de Porte voor het eigendomsrecht van den spoorweg besteed worden. Bovendien moet de Bulgaarsche regeering een zeker quotum uitkeeren voor de aflossing van het rollend materieel, de magazijn voorraden, den inventaris en voor de van den dag der inbezitneming tot aan de definitieve over eenstemming aan de maatschappij onttrok ken inkomsten. Hei bedrag van 42 mii lioen francs dient dus zoowel tot schade loosstelling van de maatschappij als van Turkije en moeten tusschen beiden worden verdeeld. In welke verhouding dit.moet ge schieden, is onzeker; de betaling zal echter niet eerder geschieden dan als de overeen stemming tusschen de Porte en de maat schappij verkregen is. Verschil bestaat eindelijk nog over de aflossing voor de Turksche domeinen in Bul garije. In de te Petersburg overeengeko men regeling is bepaald, dat voor de domei nen een bedrag van 43 millioenen frs. moet worden besteed Bulgarije heeft echter dit recht van Turkije bestreden en verklaard, dat het in 't geheel niet behoeft te betalen voor de aflossing van domeinen, omdat Turksche domeinen in Bulgarije niet heb ben bestaanhet wil alleen voor de aflos sing van de vuurtorens een bedrag van 180,330 frs. en voor kleinere schulden 205.000 frs. betalen. In 't geheel was dus omtrent een bedrag van 82 miilioen overeenstemming verkregen. Daarentegen moest die nog verkregen wor den ten aanzien van de rest van 43 miilioen frs Verder moet nog eene oplossing gevon den worden voor de verhouding tot de Orientspoorwegen. Bulgarije heeft de in Oost-Rumelië gelegen gedeelten spoorweg met geweld in bezit genomen, den weg, het rollende materieel en cle inkomsten in be slag genomen, maar aan de maatschappij geen schadevergoeding hoegenaamd uitge keerd. De spoorwegmaatschappij heeft zich gehouden aan het standpunt, dat de Bul gaarsche regeering tegenover haar aanspra kelijk moet worden gesteld voor de wegne ming van haar bezit, terwijl Bulgarije heeft verklaard, dat het met de Porte over alle punten overleg heeft gepleegd e» dus met de maatschappij niet wil onderhandelen. Tegen dit laatste standpunt heeft de maatschappij geprotesteerd en er op gewezen, dat ij hare vordering op Bulgarije onder geene omstandigheden zal prijs geven. Eigenlijke onderhandelingen hebben in den laatsten lijd niet plaats gohad, maar wel hebben de regeeringen van de staten, waaruit het bij de Orientspoorwegen geïnteresseerde ka pitaal afkomstig is, pogingen aangewend om op Bulgarije een druk uit te oefenen, ten einde het te bewegen in de eischen van de maatschappij te treden. Zij kunnen zich daarbij van een wapen bedienen, waarmee tegenover Bulgarije wel iets is uit te rich ten; er moet namelijk een wenk gegeven zijn, dat op eene erkenning van het ko ninkrijk Bulgarije door Oostenrijk-Hongarije cn Duitschiand niet kan worden gerekend, zoolang niet de eischen van de Orientspoor wegen bevredigd zijn. Duitschiand. Potsdam, 17 April. De kroon prins is heden avond naar Bukarest vertrok ken. Frankrijk. Minister-president Clemenceau heeft aan de verschillende prefecten een schrijven gericht, waarin hij verzoekt, dat hem op gaven zullen worden gedaan omtrent de „camelots du roy" in de verschillende de partementen en tevens dat de prefecten op hen voortdurend toezicht zullen houden. De minister wijst er op, dat deze came lots feitelijk optreden als anarchisten en dat zij zich dan ook zeer terecht witte anar chisten noemen. Zij schijnen in den staat van opgewondenheid, waarin zij vaak ver- keeren, in staat tot de ergste gewelddadig heden en daarom acht de minister het wen- schelijk, dat zij op dezelfde wijze als de anarchisten worden behandeld. De commissie van de Fransche Kamer, die tot taak heeft den toestand van de ma rine te onderzoeken, heeft in Toulon, waar heen zij zich allei eerst begeven heeft, wei nig stichtelijke dingen gevonden. Het is dadelijk gebleken, dat alles wat in de pers daarover bericht werd, op waarheid berust, en da* ook admiraal Germinet, die daar voor gestraft werd, de waarheid heeft g°: zegd. Nu heeft ook de algemeene rappor teur van de begrootingscommissie, de heer Doumer, zich naar Toulon begeven om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de bevindingen der commissie. Hij had aan de commissie ook eene boodschap van den minister van marine te brengen, namelijk 's ministers leedwezen uit te drukken, dat ©r leden van de commissie waren, die ter stond van hunne bevindingen mededeeling deden aan vertegenwoordigers van de pers. De commissie besloot daarop, hare ontdek kingen vooreerst voor zich te houden n.aar het besluit heeft niet veel uitgewerkt, want men kan nu uitvoerig in de bladen lezen wat de commissie gezamenlijk met den lieer Doumer gevonden heeft. De werkzaamheden van de commissie zijn, voor zoover zij Toulon betreffen ge ëindigd. Tn de pers is natuurlijk, nu de aanwezigheid van gebreken en verkeerdhe den officieel is vastgesteld, de aandrang versterkt van grondige hervormingen uit te voeren, en de rogeering zal zich er niet aan kunnen onttrekken aan dezen aandrang gehoor te schenken. Italië. Rome, 18 April. Heden had met groote plechtigheid de zaligspreking van Jeanne d'Arc plaats. Spanje. Madrid, 17 April. De Kamer heeft hot wetsontwerp op de amnestie aan genomen. Portugal. L i s s a b o n, 1 6 April. In de Ka nier van afgevaardigden verklaarde de mi nister-president, dat de regeering de grond slagen van de overeenkomst tusschen Mo zambique en Transvaal nog niet kent. De stukken zullen aan de Kamers worden voor gelegd. Deze verklaring verwekte hevige protesten van de minderheidde zitting moest worden geschorst. Rusland. De Petersburgsche correspondent van de Daily Telegraph heeft van gezaghebbende zijde vernomen, dat Iswolski ontslag heeft gevraagd uit zijn ambt van minister van buitenlandse he zaken en dit reeds verkre gen. De oud-minister Goremykin wordt zijn opvolger, maar zal eerst in dienst tre den, nadat hij de kuur die hij nu te Wies- baden ondergaat, zal hebben beëindigd. Is wolski zal benoemd worden tot lid van den Senaat. Servië. Belgrado, 16 April. De Ser vische regeering heeft tegen 15 April 191C opgezegd de overeenkomst met Oostenrijk- Hongarije betreffende vragen van scheep vaart, successie, voogdij, rechtsbijstand, uitlevering van consulaire vertegenwoordi ging. Zij heeft zich bereid verklaard on derhandelingen aan te knoopen betreffende eene nieuwe overeenkomst. De Balkancrisis. Tot Zaterdag hadden alleen Duitschiand en Italië te Weenen nota's ingezonden, waar bij de inlijving van Bosnië wordt erkend. Men verwacht echter de Engelsche nota ter stond nadat Sir Edward Grey, die met ver lof is, op zijn post zal zijn teruggekeerd. Wat de Fransche nota betreft, die zal, naar wordt verwacht, tegelijk met de Russische nota overhandigd worden. Volgens de Pester Lloyd is Rusland er over ontstemd, dat de geschillen tusschen Montenegro en Oostenrijk-Hongarije door de bemoeiing van Italië en niet door die van Rusland zijn bijgelegd. Dat is oorzaak van de vertraging, waaraan echter geen bij- zondore beteekenis wordt gehecht. P a r ij s, 17 April. Aan het Turk sche gezantschap is bericht ontvangen, dat overeenstemming verkregen is over alle ge schilpunten met Bulgarije. Konstantinopel, 18 April. Er is overeenstemming gekregen in de Turksch-Bulgaarsche onderhandelingen het protokol zal morgen onderteekend worden. De regeling van de aanspraken op de vakoefgoederen is aangehouden tót na een onderzoek, dat eene bijzondere commissie in Bulgarije zal instellen. Met de ouderteekening van het protokol erkent cle Porte de onafhankelijkheid van Bulgarije. Sofia, 18 April. De beweging neemt toe onder de bevolking, vooral onder de officieren, ten gunste van een tusschen beide komen van Bulgarije in Turkije. Ko ning Ferdinand ontving gisteren den Russi- schen diplomatieken agent in eene audiën tie, die verscheidene uren duurde. De berichten over het vervallen van de tucht in het Turksche leger en over den gewaponden opstand van de Jong-Turken maken in Bulgarije op de bevolking den levendigste» indruk. Uit Sofia wordt aan de Frnnkf. Ztg. geschreven Nooit sedert de verklaring van de onafhankelijkheid heeft men zoo vele stemmen ui. de meest verschil lende kampen ten gunste van een gewapend optreden van Bulgarije in Turkije gehoord. De regeering zelve gaat op deze stemming voorloopig niet in, omdat zij de erkenning van de onafhankelijkheid binnen zeer kort schijnt te verwachten. Men heeft zoowel voor de regeling van de vakoefkwestio als voor de beveiliging der belangen van de Orientspoorwegmaatschappij voor alle par tijen aannemelijke formules gevonden. Wolff's bureau spreekt, op grond van inlichtingen van bevoegde zijde, het bericht tegen, dat Bulgarije een ultimatum aan Turkije lreeft gesteld met een vierdaagschen termijn. De Bulgaarsche regeering heeft aan de Porte eene schriftelijke uitnoodiging doen toekomen om het koninkrijk Bulgarije te erkennen, onafhankelijk van de regeling van alle geschillen, maar een termijn wordt daar in niet gesteld. Er wordt op gewezen, dat de regeering bij een verder uitstel van de zaak do openbare meening van Bulgarije niet buiten rekening zou kunnen, laten en beslissende stappen zou moeten ondernemen. Turkijt. B e r 1 ij n 17 April. Het op het oogenblik zich in de Aegaëische zee be vindende stationsschip Lovely ontving be vel onmiddellijk naar Mersiua te vertrek ken. Constat! tinopel 17 April. Volgens de nieuwsbladen bedraagt het aan tal gewonden tengevolge van verdwaalde kogels tijdens het vuren Dinsdag en Woens dag op de samenzweerders, 514, het aan tal dooden 17. Het aantal opzettelijk ge- doode officieren is nog onbekend. Volgens consulaire inlichtingen wordt het aantal gc- dooden te Adana op verscheidene honderden geschat; vele menschen zijn dakloos. Ma joor Doughtwilie, Britsch vice-consul te Mersina, die naar Adana vertrok, is aan den arm gewond, terwijl hij trachtende was staking der vijandelijkheden te verkrijgen. Drie honderd met geweren gewapende mos lems vertrokken uit Adana naar Tarsus. De gemeenschap met Tartus is sinds ver broken. Weenen, 17 April. Volgens oen telegram uit Konstantinopel marcheeren 200,000 man troepen, welke aan de Jong- Turken getrouw gebleven zijn, op Konstan tinopel aan. Konstantinopel. De Turquie meldt dat sinds Dinsdag 7 personen zijn go- dood en 514 gewond. De grootvizier en de ministers verklaar den hedenmorgen dat er geen enkele reden tot ongerustheid bestaat omtrent de nadering van troepen en mogelijke botsingen. Malta, 17 April. Het Engelsche eskader ontving bevel om zich gereed te houden ten einde binnen 12 uur te kunnen vertrekken. Konstantinopel. Volgens tele grammen uit Saloniki aan de Jeni Gazet» en de Ikdam zijn do troepen vrijwillig te ruggekeerd; kalmte begint er te heerschen. Te Alexandrette zijn de Christenen door de Muzelmannen aangevallen. Aan de kust van Payaz zijn 2 Christendorpen in brand gestoken. Konstantinopel. Ernstige troe belen worden voorzien te Beyroet en Erze- roem. Zulks verwekt groote opwinding. Konstantinopel, 17 April. Een bijvoegsel van het Regeeringsblad be vat een rondschrijven, g- richt aan de vila- jets van Saloniki, Monastir, Uskub, Adriano- pel en Janina, in antwoord op de van daar ontvangen protest-telegrammen en waarin alle verontrustende berchten worden tegen gesproken. Allen, de su'tan daaronder be grepen, zwoeren voor de grondwet te wa ken en haar tot het einde toe te verdedigen. De grondwet is volstrekt niet geschonden en dat zal ook niet gebeuren. Gisteren zei de de sultan bij de eedsaflegging van de mi nisters Ik heb altijd gewenscht, dat de grondwet zou worden toegepast. Tot heden is cle grondwet bevestig"! door den Senaat en cle Kamerhet doel van ons allen is het welzijn van den staat. Ik ben er zeker van, dat alle pogingen strekken om dat doel te bereiken. God verleent ons succes. Weenen, 17 A p i 1. Het Neue Ta- geblatt bovat een interview van Kiamil Pa cha. Hij gelooft niet aan reactie. De sultan is voorstander van. het parlementarisme en. gaf blijk van politieko wijsheid, door hem niet tot grootvizier te benoemen, want men heeft een man noodig, die tot geen enkele partij behoort. Het is onmogelijk iets be paalds over den toestand te zeggen. Konstantinopel, 17 April. De Jong-Turken marcheeren naar Konstan tinopel. Twee militaire treinen, bevattende 1600 man, kwamen heden morgen te Naar het Engelsch 78 VAN C. N. KN W. M. WILLIAMSON. De volle maan kwam juist op, toen wij de kermis bereiktenmaar haar glans ging ge heel verloren onder de verblindende verlieh- tiug dei- kramen en draaimolens met al hun klatergoud. Het was overal stampvol; in de buitenkoffiehuizen geen plaatsje onbezet en in elk 'hunner speelde een orkest een ander deuntje. Iedereen lachte, schreeuwde en zong. De lieden hadden alle Hollandsche stijfheid afgeworpen en zelfs mannen en vrouwen van leeftijd vermaakten zich als kinderen. Er waren tal van andere meisjes met Frie- sche kappen op. die daar rondliepen, maar niemand keek haar in het bijzonder aan, terwijl iedereen ons aangaapte. Ik zeide dit aan Nellmaar zij liet zich daardoor niet uit. het veld slaan en verklaarde lachend dat als een complimentje op te nemen. Het was waarlijk heel aardigwij durfden niet koopen, om niet te verraden, dat wij vreemdelingen warenmaar wij zwierven van de eene rij kramen naar de andere, ble ven voor de vroolijkste spellen stil staan en gingen eene tent binnen, waar een Japanner stuipen kreeg, om de menigte te vermaken maar zijne 6tuipcn waren interessanter op het doek dan binnen in de heete, stikvolle, tent en ecnige jonge soldaten staarden ons zóó aan, dat wij blij waren veilig buiten te zijn. Daarnaast stond het prachtigste caroussel, dat ik van mijn leven zag. Het was behan gen met rood fluweel en schitterde van kris tallen slingers. Op de tonen van het Wien Neerlands bloed renden olifanten, giraf fen, leeuwen, tijgers, mooie zwanen en Se dan-stoelen in een cirkel rond. ,,Ik heb mijn leven lang verlangd eens in oen draaimolen te zitten," zeide Nell, ,,en dat nooit kunnen doen. Nu zijn wij in de gelegenheid. Daar komen een Spaansche stier en een Noordpoolbeev vrij. Vooruit!" Zij greep mijne hand en voordat ik goed begrepen had wat er gebeurde, zaten'wij op de beide monsters. Nauwelijks was dit geschiedof vijf jonge soldaten, die ons al sedert een oogenblik in het oog hadden gekregen, sprongen op an dere dieren en toen wij rond begonnen te draaien, riepen zij ons toe en wuifden alsof zij ons kenden. Wat zij zeiden kon ik niet verstaan, maar de omstanders lachten er om en begonnen eveneens Nell toe te roepen. Dat werd zoo ellendig, dat ik moeite had •mijne tranen te bedwingen. O I dat ik slechts weg had kunnen loopeu en mij verbergen Maar i'k moest mij blijven vastklampen aan nnjn beest en ro'erloos zitten, tot het den draaimolen gelieven zou stal te staan. Onder het ronddraaien ontmoette mijn wanhopige blik cle verbaasde oogen van iemand, dien ik kende. Het was Sir Alexan der Mac Nairn© en het ergste was nog, dat ik duidelijk izag, dat ook hij ons, in weerwil van onze vermomming herkende. Mijn rib op den stiter werd mij nu tot zulk een folte ring, dat, zoo iemand plotseling op mij toe gesprongen ware en mij gezegd had, dat, zoo ik bij het Leger des Heils dienst wilde nemen, ik aanstonds uit deze positie gered werd, ik ,,ja, ja!" gegild zou hebben. Eindelijk en ten laatste vertraagden de monsters hun gang en, nóg voordat zij stil stonden, lieten Nell en ik ons naar omlaag glijden. Dit maakte de zaak echter nog erger want zoolang wij ronddraaiden, kon ten min ste niemand ons al te dicht naderen maar nu snelden de onbeschaamde soldaten ons achterna cn hadden zij ons in een oogwenk omsingeld. Wat daarop volgde, staat mij nog slechts verward voor den geest, zoo vreese- lijk was het. Ik voelde een arm om mijn middel en een warmen ademtocht tegen mijn wang ik zag de ruwe menigte lachen zag hoe Nell met vlammende oogen een man om •cle ooren gaf. Ik zag ook Sir Alexander en zonder mij langer te bedenken, riep ik uit ,,0, Sir Alexander Mac Nairne, ik bid u, kom ons te hulp!" Onmiddellijk begon hij om zich heen te slaan om zich een weg tot ons te banen. Enkele lieden lachten om hem maar anderen werden boos over de stompen, die hij uit deelde. Het lachen maakte hem verwoed en al spoedig had hij -zich van alle lastige klan ten bevrijd, 'behalve van de soldaten. Deze lieten zich .niet zoo gauw uit het veld slaan, zelfs niet d'oor zulk een reus als de Sc'hot- sche edelman en Nell en ik zouden al die el lende van een gevecht hebben bijgewoond, dat nog wel door ons ontstaan was, indien niet geheel onverwachts Rudolf van Brede- rode ton tooneele ware verschenen. Hij moet achter mij zijn opgedoken, want ik had heni niet zien aankomen en juist wil de ik door een uitroep mijne vreugde be ken nen geven hem te zien, toen hij ons haastig toefluisterde: ..Neemt den schijn aan mij niet te kennen!" Daarop begon hij op gebie denden toon tot de jonge soldaten te spre ken en hij zag er daarbij zoo streng en schrikwekkend uit, dat het geen wonder was, dat zij ontsteld van Nell en mij terugweken. Op het oogenblik dat Van Brederode zich vertoond had, was Sir Alexander druk bezig geweest met drie soldaatjesmaar toen deze met hunne makkers op de vlucht gingen en onze nieuwe vriend zi<Jh naar ons omwendde, hoorde ik hem tot mijne verbazing uitroe pen: Rudolf van Bredere/del" Hij uitte dien naam bijna op woedenden toon. Zijn mooi gelaat werd vuurrood en zijne blauwe oogen flikkerden van toorn. Ik kan onmogelijk mijne verwondering beschrij ven want Nell noch ik hadden vermoed, dat zij elkander kenden en ik schrikte waar lijk te zien dat Sir Alexander op onzen kapi tein toesprong als wilde hij hem een slag toebi,iengen Van Brederode stond hein roerloos aan te staren, in weerwil van zijn dreigend opgehe ven arm maar voordat deze kon neerdalen werd die hand gegrepen door mijnheer Starr, die haar op de krachtigste wijze begon te schudden. Voordat de Schot begreep, wat er eigenlijk gebeurde, had' deze hem omgetrok ken met den rug naar ons toe en hoorde ik de vriendelijke stem van den schilder uit roepen ,,Hoe maakt u het? Welk eene verrassing 1 Waar is uw vrouw?" Waar mijne vrouw is? Dat is juist wat ik wilde vragen aan Van Bre Sir Alexander begon zijn hand uit die van Starr los te wringen maar voordat ik het slot van zijn volzin kon opvangen, trok Van Brederode Nell en mij in allerijl buiten het gezicht der andóren. ,,I<omt mede; gij moet zoo gauw mogelijk uit dit gedrang," sprak hij, maar niet op den verwijtenden toon, welken ik gevreesd had dat hij zou aannemen hij het ontdekken onzer dwaasheid. Nell en ik brandden van nieuwsgierig heid doch geen van beiden durfden wij iets vragen. Daartoe waren wij te verlegen na onze nederlaag. Het motief scheen heel ge heimzinnig, maar ik kon niet nalaten mij te verbeelden, dat het ter wille van Sir Alexan der Mac Nairne was geweest, dat Jonkheer Van Bredreode liever niet had', d'at wij hem herkendontoch begreep ik niet recht waar om. Het was zoo vreemd, dat, toen wij on langs te Amsterdam onze ontmoeting met- Sir Alexander vertellen, Van Brederode niet gezegd had hem te kennen. Zouden zij ge twist hebben, en zoo ja, waarover dan? Het is zoo moeilijk zijne gedachten te belteer- schen, en ik verbaasde mij meer en meor, toen Jonkheer Van Brederode ons niet langs den koristen weg naar ons hotel terugbracht, maar een doolhóf van straten insloeg, als wilde hij het iemand moeilijk maken ons to volgen. Onze kapitein zelf was zoozeer in ge dachten verdiept, dat hij niet eens over ons costuum of onzen dwazon inval sprak, zelfs niet over het hatelijke avontuur, waaruit hij ons gered had wartt dat hij ons gered' had, was boven allen twijfel. Sir Alexander Mac Nairne mét zijne opvliegendheid en zijne onbekendheid' met het Hollandsche karakter zoowel als met de Hollandsche taal en de vrijheid der kermisweek, maakte de zaken erger voor ons, inplaats van beter, toen Jonkheer Van Brederode te hulp snelde cn ons uit onzen benarden toestand redde. Wat er gebeurd zou zijn, ware hij niet ver schenen, daur durf i'k nauwelijks aan te denken, .want. er zou zeker een vechtpartij zijn ontstaan, en Nell en ik zouden ons mis schien thans reeds met den heer Mac Nairne in de handen der politie bevonden hebben. W^rdt -TT volgt

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1