38°. 305.
7"' Jaargang,
Dinsdag 27 April 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
OORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Daze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
'8 morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f 0.50.
Elko regel meer -0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bodryf bestaan zeer voordeelige bepalingen Ut
het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eeae
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
brengt. teT voldoening aan de aanschrijving van
don Commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht, dato 21 Aprjl 1909, 4e afdeeling, no.
1730/12-55, ter kennis van belanghebbenden, dat
in do gemeente Jutphaas een geval' ran miltvuur
is voorgekomen.
Amersfoort, den 26. April 1909.
De Burgemeester voornoemd
WCIJTIER8.
Politiek Overzicht.
De revolutie in Turkije.
De vermeestering van Konstantinopel
door het Jong-Turksche leger is, uit mili
tair oogpunt beschouwd, een uitsteken-d
stuk werk geweest. Daarvan getuigen de
huldebetuigingen, die de militaire attache's
van Duitschland en van Oostenrijk-Honga
rije aan de leiders van de operatiën van ver
leden Zaterdag hebben gebracht. In een te
Berlijn ontvangen telegram wordt gezegd
De bestorming van de door de muiters be
zette kazernes door het Macedonische leger
heeft algemeene bewondering gewekt. Aan
onvoorwaardelijke tucht en heldenmoed
paarden zich voorbeeldige voorbereiding en
uitvoering. Bij de aanvallers zoowel als bij
de misleide muiters, die vijf uren lang in
hunne kazernes een scherp artillerievuur
verdroegen voordat zij zich overgaven, kwam
de oud-Turksche dapperheid schitterend aan
den dag. De groote takt van de officieren
en het stréven van de manschappen om de
bevolking te ontzien, verdienen te worden
vermeld. De treurige aanleiding daargela
ten, moet men deze operatie als een uitste
kend, militair stuk werk beschouwen.
De groote vraag isWat zal er van den
sultan worden? Dit is ook de vraag, die het
moeielijkst is te 'beantwoorden. Men weet
niet of de sultan het verzet heeft bevolen of
wel zich er tegen heeft verklaard. Wat hier
van intusschen zij, de stemming van de man
nen van Saloniki is zeer ongunstig jegens
hem. In de diplomatieke kringen te Berlijn
houdt men 't voor zeer waarschijnlijk, dat
hij zal worden afgezet. Die vraag wordt in
een Berlijnsch blad door een lid van het
Jong-Turksche comité behandeld. Zijne
woorden geven de in die kringen heerschen-
de stemming weerhij schrijft
,,Men kan voor den persoon van dezen
sultan zich niet meer inhouden; hij zal tot
verantwoording geroepen worden. Ik be
grijp, dat gij in Europa door de sedert ver
leden Dinsdag uit het kamp van het derde
korps gekomen berichten in verwarring zijt
gebracht. Terwijl op dien dag de afzetting
van Abdul Hamid had moeten geschieden,
hoordet gij plotseling van onderhandelingen,
en nog Vrijdag kon de padisja in de oude
heerlijkheid het selaimlik bijwonen. Maar
de zaken zijn veel begrijpelijker dan gij ver
moedt. Het is volkomen juist, wanneer de
chef van den generalen staf Schefket Pacha
verklaarde ,,Wij zijn niet gekomen om den
sultan af te zetten". H'et is ook volstrekt
niet zoo onverklaarbaar, als de nationale
vergadering den sultan hare verknochtheid
verzekerde, en ook is er niets tegenstrij
digs in, als de voorzitter van de Kamer
Acbmed Riza verklaarde, dat aan den per
soon van den sultan niet zal worden ge
raakt, zoolang hij de grondwetniet heeft
geschonden.
Wat de verklaring van den opperbevel
hebber betreft, die is zoo op te vatten, dat
het leger slechts het werktuig van de na
tie is en de natie wordt vertegenwoordigd
door de nationale vergadering; derhalve
heeft niet het leger, maar de nationale ver
gadering met den sultan te maken.De natio
nale vergadering kan ook den padisja een
adres van verknochtheid zenden, want hij is
immers nog de sultan. En de voorzitter kan
niet anders spreken dan hij heeft gedaan,
dat namelijk de persoon van den sultan bui
ten spel blijft, wanneer hij de grondwet niet
geschonden heeft. Maar het is er juist om
te doen, dit bewijs te leveren. De voorzit
ter heeft in denzelfden ademtocht verklaard,
dat men nu er aan zou beginnen, de schul
digen uit te vinden en te bestraffen. Dat
is nu de groote vraag, de vraag van het
oogenblik om de schuldigen zonder aanzien
van hunne positie en van hun persoon op
ie sporen en tot verantwoording te roepen.
Weet gij wie Achmed Riza is? Dat is de
man, die twintig jaren i~ng dag aan. dag in
zijn in Parijs en Brussel uitgegeven blad
de verschrikkelijkste ranklachten tegen
Abdul Iiamid heeft afgedrukt, die hem bijna
dagelijks bewees, dat hij misdrijven had be
gaan, waarop de doodstraf stond. Deze
voorzitter zou alles moeten logenstraffen wat
hij in twintig jaren heeft gezegd en ge
schreven, wanneer hij op het tijdstip waar
op het onderzoek ook den sultan als schul
dige heeft opgespoord, ook maar een oogen
blik er aan kon denken, dezen man op den
troon te handhaven. De rechtbank wordt
ingericht, waarvoor Abdul Hamid ter ver
antwoording zal worden geroepen. Mogelijk,
dat de nationale vergadering voor het uiter
ste terugdeinst en dezen man bet leven
schenkt, maar dan niet uit bezorgdheid voor
eene poging tot redding van de groote mo
gendheden, want als wij Abdul Hamid voor
het gerecht brengen, dan zullen wij eene
akte van beschuldiging opstellen, van wei-
kor bijzonderheden de beschaafde wereld zoo
zal rillen, dat geen regoering ook maar de
geringste poging zal doen om voor dezen
man op te komen. Wij zullen bewijzen, dat
hij milliarden heeft gestolen, d-t hij nog
thans bovendien do rijkste mijnwerken, de
schoonste straten in de rrootste steden, de
beste gronden in het uitgestrekte rijk zijn
eigendom noemt, terwijl de Turksche natie
tengevolgo van den aanhoudenden financiee-
len nood tot eene bespotting van de wereld
afdaalde. Wij kunnen ongeveer narekenen,
dat 80,000 menschen door hem hun loven,
hunne vrijheid, hunne have en goed, het
geluk van hunne gezinnen hebben verloren
En wanneer bij het laatste oproer 260 offi
cieren door hunne soldaten vermoord kon
den worden, dan behoeven wij naar den
schuldige niet lang te zoeken, want de
schuldige kan slechts de man zijn, die aan
dé muitende soldaten pardon geschonken
had, zonder hen voor te schrijven, nu zich
naar orde en tucht te gedragen. Elk af
zonderlijk feit reeds is oldoende om elk
woord van verdediging te doen verstommen,
en, als de nationale vergadering den dood
van Abdul Hamid mocLu verlangen, hem
ook aan den beul over te leveren.''
Eene stemming zooals uit dit artikel
spreekt, voorspelt den sultan weinig goeds.
De sleutel voor de actie die tegen den sultan
in voorbereiding schijnt te zijn, ligt in de
reeds kort maar toen niet geheel juist ver
melde dépêche van M&hmoed Schefket aan
den grootvizier. Daarin werd gezegd, dat de
geruchten, als zou het Macedonische leger
zijn gekomen om den sultan te onttronen,
onjuist en door agitators uitgestrooid zijn
Maar wanneer incidenten werden verwekt,
terwijl de soldaten hun plicht doen, dan zou
de verantwoordelijkheid op de schuldigen
vallen. Daar men de voorbereiding van den
Zaterdag geleverden tegenstand aan den
sultan toeschrijft, zou dit kunnen worden
aangewend om hem als schuldige te beschou
wen en tot verantwoording te roepen.
Duitschland.
Malta, 26 Apr' 1. De Duits olie
Keizer wordt hier op 9 Mei met de Holien-
zollern verwacht. Waarschijnlijk zal hij
twee of drie dagen luer blijven.
Weenen, 2 6 April. Op uitnoodi-
ging van Keizer Frans Jozef zal Keizer
Wilhelm op zijne terugreis van Korfu hier
stil blijven.
Frankrijk.
Nice, 25 April. President Fallières
verzocht in zijn dronk op het diner ad
miraal Boadvesmontes den Koning van
Spanje te bedanken voor zijne minzame ge-
dacfite om een oorlogsschip te zenden tot-
zijne begroeting. Het verheugde hem in
dit gracieuse toeken van oplettendheid ook
een nieuw bewijs te zien van de bestendige
vriendschap, die Frankrijk en Spanje ver
bindt.
Aan den Koning van Italië seinde presi
dent Fallières, dat hij volle de waarde
voelde van het bewijs van vriendschap, dat
geleverd is door de overhandiging van den
keten van de Aununziata-orde.
Op het gala-diner te Villefranche bracht
de president een dronk uit, waarin hij zei-
de: Door aan Uwe Hoogheid de zending
op te dragen mij te komen begroeten, legde
de Koning getuigenis pf van zijne vriend
schappelijke gevoelens. Ik verzoek u hem
mijne levendige dankbaarheid uit te druk
ken voor deze groote beleefdheid. De pre
sident nam zijn glas op ter eere van den
Koning en de Koningin van Italië, wier
nobelen moed de gansche wereld onlangs
gelegenheid had in smartelijke omstandig
heden te bewonderen; hij dronk verder op
den hertog van Genua, de Italiaansehe ma
rine en het groote land, dat door betrekkin
gen van vertrouwen m vriendschap met
Frankrijk vereenigd wordt.
De hertog van Genua betuigde dank voor
de zoo vriendschappelijke gevoelens, die
president Fallières had uitgedrukt ten aan
zien van Italië, den Aoning en de Ko
ningin. Hij nam zijn glas op ter eere van
president"Fallières en dronk op de dappere
Fransche marine en op den voorspoed van
Frankrijk.
Villefranche, 26 April. Bij
het dejeuner aan boord van de „Vittorio
Emmanuele" bracht de hertog van Genua
een drenk uit, waarin hij dank betuigde aan
den president voor zijn bezoek en aan de
Fransche marine voor hare hooggewaardeer
de hulp bij de jongste ramp op Sicilië.
De president antwoordde „Toen Frank
rijk de ongelukkige slachtoffers op Sicilië
te hulp kwam tijdens de zware ramp, die
hen heeft geteisterd, vervulde het slechts
den plicht, die op alle beschaafde landen
rust."
Nice, 26 April. President Fal
lières heeft aan den Koning van Italië een
telegram gezonden, waarin hij hem dank
zegt voor hot zenden van het eskader en
daaraan toevoegt, dat de regeering der
republiek daarin een nieuw bewijs ziet van
de vriendschappelijke gevoelens jegens
Frankrijk. Een dergelijk telegram werd ook
gezonden aan den Koning van Spanje.
De Koning der Belgen bracht aan presi
dent Fallières een bezoek.
Nice, 26 April. De Koning van
Italië heeft aan president Fallières een to-
l"gram gezonden, om hem hartelijk te dan
ken voor de minzame ontvangst, die den
hertog van Genua en de officieren van het
eïkader is bereid, en voor de wenschen, die
hij heeft uitgedrukt voor het geluk van de
koninklijke familie.
President Fallières heeft op zijne reis
naar het zuidwestelijke grensdepartement
van Frankrijk te Nice het monument ont
huld, dat daar is opgericht voor Gambetta.
Blijkens het inschrift op het voetstuk is dit
monument, op initiatief van het Gambetta-
genootschap, door de stad Nice opgericht,
om „den grooten vaderlander te eeren, die
do nationale verdediging verzekerde en nooit
wanhoopte aan het vaderland.''
Engeland.
Londen, 2 6 A p r i 1. In derde lezing
is de „Indian Councils Bill" aangenomen.
Spanje.
Madrid, 2 6 A p r i 1. De zitting van
de Kanier was heden gewijd aan de zaak
van den marine-auditeur Macias. De minis-
1.-.1 -president nam eenige malen het wo?rd
om te antwoorden, maar bepaalde zich tot
herhaling van 't geen hij gelegenheid had
gehad in de laatste dagen te zeggen over e
tegen Macias te volgen procedure en over
de middelen, die ter beschikking van de
Kamer zijn, om kennis te nemen van de
stukken betreffende de toewijzing van den
bouw der schepen voor de oorlogsvloot.
Oostenrijk-Hongarije,
Weenen, 25 April. Heden avond
werd aan den hof burg een diner gegeven,
waaraan deelnamen de Keizer, de Duitsche
kroonprins met de leden van zijn gevolg,
de aartshertogen en aartshertoginnen, baron
Achrenthal en de ambassadeurs.
Budapest, 26 April. Minister
president Wekerle verklaarde in de Kamer,
dat het kabinet zijn ontslag heeft ingediend,
omdat de onderhandelingen met de Oosten-
rij'ksche regeering tot geen resultaat zullen
leiden en de leden van het kabinet niet tot
overeenstemming konden komen omtrent de
stappen, die nog moeten worden gedaan
in zake het bankvraagstuk. Hij verzocht,
d'at de Kamer hare zittingen zou verda
gen, totdat do toestand zuiverder zal zijn
geworden.
Minister Kossuth protesteerde tegen de
méening, dat de Kossuth-partij hare ener
gie zou hebben verloren hij deed uitkomen,
dat de leiders der partij als mannen hunne
overtuiging hebben verdedigd tegenover het
land en den Vorst.
Bu diapest 26 April. Minister
Kossuth heeft in de club van de onafhanke
lijkheidspartij medegedeeld, dat de Koning
de rechten van Hongarije op eene zelfstan
dige bank erkende, mar.r verklaarde, dat
het onmogelijk was een daartoe strekkend
wetsontwerp te bekrachtigenIn die om
standigheden zal de regeermg ontslag nemeq.
Rusland.
De Petersburgsche Retsch houdt het af
treden van' Stolypin voor slechts eene vraag
van ti 1 De minister van financiën Kokow-
zew zal hem slechts vervangen voor het ge
val, dat zijn opvolger niet terstond na zijn
aftreden mocht worden benoemd. De geruch
ten over Stolypin's aftreden hebben de
Retsch aanleiding gegeven, inlichting to
vragen bij een van de als Stolypin's even-
tueele opvolgers aangewezen bureaucraten.
Deze wees er op, dat Stolypin in den loop
van twee jaren rustigen arbeid met de doe-
i"a geen enkele van de beloften van het
October-manifest heeft vervuld.
Volgens de Wiener Allgemeine Zeitung
heeft do Russische regeering van Bulgarije j
de terugbetaling verlangd van de tot 25 mil-
licen frs. opgeloopen kosten der Russische
bezetting van het Bulgaarsche gebied tij
dens den Russisoh-Turkschen oorlog. Deze
vordering heeft Rusland nooit laten gelden,
zelfs niet in de tijden, toen het met Bulga
rije overhoop lagmen beschouwde haar als
verjaard. Als reden waarom Rusland nu met
deze vordering voor den dag is gekomen,
wordt opgegeven, dat de Russische minister
van financiën zijn ambtgenoot van buiten-
landsche zaken heeft verweten, dat de finan-
cieele regeling tussclien Bulgarije en Tur
kije, die door Rusland's bemiddeling tot
stand is gekomen, den Russischen staat voor
43 millioen heeft benadeeld. Zooveel be
draagt namelijk het verschil tussclien de
waarde van de gekapitaliseerde termijnen
der Turksche oorlogsschadevergoeding, die
zijn kwijtgescholden, en de leening van 82
millioen, die Bulgarije bij Rusland zal slui
ten. De nu aanhangig gemaakte vordering
moet dienen om een deel van dit gat te
stoppen.
Bulgarijë.
Sofia, 26 April. De aanvullingsver
kiezingen voor de sobranje verscliaften aan
de regeering de meerderheid in 28 van de
32 districten.
Weenen, 26 April. Uit Sofia wordt
aan de Politische Korrespondenz bericht,
dat in bevoogde kringen wordt bericht, dat
de Oriontspoorwëgmaatschappij de verwij
zing van hare zaak naar een scheidsgerecht
heeft aangenomen.
Turkije.
Konstantinopel, 26 April.
Daar het onmogelijk bleek overeenstemming
te krijgen tussclien de Porte en de Orient-
spoorwegmaatscliappij omtrent het aandeel
van beiden in do 45 millioen francs, dio
Bulgarije zal betalen voor de Oost-Rumeli-
sche spoorwegen, is overeengekomen, dat
deze zaak aan een scheidsgerecht zal worden
onderworpen.
Konstantinopel, 2 6 April.
Do militaire attachés van Duitscliland en
Oostenrijk-Hongarije wcnschten do Turk-'
sche generaals geluk met hei succes van
hunne operatiën en hot herstel van de orde.
De nationale vergadering heeft de verlen
ging van den staat van beleg goedgekeurd.
De Turquie zegt, dat 1140 slachtoffers
begraven zijn.
Konstantinopel, 26 April.
Hedenmorgen had de stad weder haar ge
wone aanziende winkels zijn weder ge
opend en het verkeer op straat is hersteld.
Schefket pacha heeft eene proclamatie uit
gevaardigd. waarin hij verklaart naar Kon
stantinopel te zijn gekomen om den aan Is
constitutie, die in overeenstemming is met
de Cheriat, toegebrachten slag te verlammen.
Naar het Engelsch
84 VAN
C. N. en W. M. WILLIAMSON.
Alb wals in stijgende gunst en de aardig
heid wals er nog inkt af, toen wij te Arnhem
aankwamen. Wij kwamen daar in één dag j
van Apeldoorn, door 'terug te varen tot aan
Dieren, waar 'het mooie kanaaltje ons 'scheen
ie verwelkomen, als waren wij oude vrien
den. Wij voeren'majestueus door het dichte
riet aan beide zijden; een golf ging ons
vooruit en kondigde onze komst aan, zoodat
de riethalmen bij onze nadering voor ons
bogen, met de toppen onder water doken en
zoo bleven, totdat wij voorbij waren.
Het 'had veel van een 'tochtje door 'een uit
gestrekte waterpartijkeurig aangelegd in
het park van den een en of anderen edelman,
totdat er een onweder losbarstte, die het
landschap verduisterde en Plhyllis bescher
ming aan dé zijde baars „broeders" deed
zoeken. Ik zou haar daar en toen, zeker ge
vraagd hebben den Zeekoning te vergeten,
als de bliksem niet juist in een boom was ge
slagen en Nell in hare plotselinge bleekheid
en doodëlijk zwijgen, mooier was geweest
idan ooit te voren.
Eerst toen wij een naéht en een gedeelte,
van den volgenden dag in een hotel waren
geweeet, dat een tuin. en een mooi uitzicht
had, herinnerde ik mij voor het eerst, dat
Alb meer thuis in Gelderland was dén er-
gens elders. Maar hij werd met ontzag in
Bellevue behandeld en de voorbijgangers na
men op straalt eerbiedig den hoed voor hem
af. Wij bezochten het grootste gedeelte tier
sta'd', geschiedkundige herbergen en walt dies
meer zij (héb merkwaardigs te was een karn'er
vroeger bewoond door Philips II, Hertog
van Alva; ik had dus gelegenheid genoeg
mijn eerbied voor Alb ie zien' stijgen als ik
er van had willen gebruik maken; en als
&10t-accoord kwam zijn automobiel uit de
een of andere verborgen schuilplaats. Men
kon heerlijke rijtoeren maken in de omstoe-
kon van Arnhem, beweerde hij, op zijne ge
wone kalme wijze en hij dacht, d'at dit héb
prettigste in zijn auto zou zijn.
Den tweeden morgen van ons verblijf al
daar gingen wij er dan ook mede uit, en
nauwelijks hadden wij de groote stad met
hare parken en villa's verlaten, of wij be
vonden ons in de bosschen even diep en even
majesbueus als die bij Haarlem en Den
Haagbosschen, met lange berceaux van
zilverst'amimige" beuken, waar het licht de
teedere groene kleur had, dae de meermin
nen zoo goed kennen. Hier en daar verhie
ven zich tie torens en de fraaie poorten van
een landgoed en Van Brederode vertellde ons,
dat Gelderland beroemd was om zijne fraaie
landgoederen, zoowel als om de heuvelen van
Holland.
„Vijftig of zestig jaar geleden," zei.de hij
was de aicM van Gelderland zoo irotsch, dat
iem'and, die niet van adellijke geboorte was,
hier geen kasteel of 1 andgoéd mocht koopen
om er op te wonen.
„Mocht!" riep Nell. „Hoe kon men liet
hun beletten, als izij geld hadden en er een
landgoed te koop was?"
Van Brederode glimlachte. „Daar was wel
een middel op," antwoordde hij. „Op zeke
ren dag meende een rijk bankier uit Amster
dam, dat hij zich uit zijne zaken moest te
rugtrekken en een mooi buiten hébben in
helt aristocratische Gelderland. Hij kocht eon
plaats en wilde daarop een huis naar zijn
smaak laten zettenmaar geen architect wil
de hem het ontwerp leveren, niemand wilde
hem steenen of 'bouwmateriaal yerkoopen en
hij kon geen werklieden krijgen. Iedéreen
was bang voor den machtigen aidel. U ziet
dus wel, daft Ierland en Amerika niet hot
monopolie van boycotten hebben."
„Wat wa® Qiet einde der tgeschaédénis?"
vroeg Nell. „Ik hoop toc'h niet, dat de man
er in berustte."
„Dat dioet een Hollander nooit; zij geven
zelfs elkander niets toe," zeide Alb. „De
bankier was even koppig als zijne vijanden.
Met enorme kotsten liet hij alles uit andere
plaatsen komen, rioh'bto hulpgebouwen op
voor werklieden ui't Rotterdam, liet de lo-
vensmiididlelon voor zich en hen uit Rotter
dam komen en zoo werd ten elotite zijn huis
gebouwd. Maar nu zijn in Gelderland de
bordjes verhangen. Menschen, die dëstijdfe
rijk waren, zijn ,nu arm en blij als zij maar
geld verdienen, onverschillig van wien. Arn
hem is even cosnlopolilisch als Den Haag, al
heeft ook dezelfde zonderlinge Indisch-Hol-
landsche kliek, als men daar vinldt, die zich
geheel op zichzelf houdt. Een groot aantal
bekende buitens werd verkoeflit aan nieuw
bakken adel, maar eenige bleven gespaard
en ik zal u een dézer laatste laten zien."
Zoo sprekende stuurde hij zijn auto door
een openstaand hek; de portier groette eer
biedig, toen wij hem voorbij reden.
„O, maar hoe weet u, dat wij hier in mo
gen rijden?"
„Daar ben ik zeker van," zeide Van Bre
derode.
„Hebben vreemdelingen dan toegang?"
vroeg hem d'e K. D. G.
„Niets kwaads bedoelende, zooals wij.
wel."
Heel in de verte bespeurde men een huis,
een fraa', antiek huis, van licht-rooden
steen gebouwd, de groote toren en een aan
tal kleine torentjes weerspiegelden zich in
den niet leliën bezaaiden vijver, die het aan
twee kanten begrensde als een uitgestrekte
gracht. „Vijftiende-eeuw-stijl", zeide Jonk
heer Van Brederode. „Maar de groote to
ren dateert van het jaar 1250."
Wij staarden allen met eerbiedige bewon
dering naar den ouden toren, toen Alb zijn
auto voor een klein ijzer poortje deed stil
staan op ongeveer 200 meter van het huis.
Het poortje, door reuzen-eiken overscha
duwd, leidde door een gedeelte van een
heerlijken doolhof van rozengaarden en tui-
nen, geheel aan de cultuur van allerlei le
liën gewijd, terwijl men iets verder een wa
terpartij zag, een copie van de Generalife,
dien ik verleden jaar te Granada zag. Dit
was echter niet het eenige dat men uit
Spanje nagebootst had. De wandelwegen in
den Alcazar van Sevilla met de „Pedro, de
Wreede's" springfonteinen, waren ook na
gebootst, en werden nu voor ons genoegen
in werking gesteld gezet door den tuinman,
met wien Van Brederode een kort onderons
je had. Toen wij de rozen- en leliën-tuin
doorgingen, die zich in eene laagte bevond
tusschen twee kleine heuvelen, kregeif de
drie dames zooveel bloemen als zij maar
dragen konden en Alb deelde haar mede,
dat zij nog andere variëteiien in de auto
zouden vinden.
„Welk een goddelijke .plaats 1" riep Nell,
toen wij wéder aanbot poortje kwamenvan
waar wij ndet alleen liet buiten zien. konden,
maar oök zijn spiegelbeeld in het water van
de gracht. „Ik weet niet waar men een be
koorlijker landgoed zou kunnen vinden, zelfs
niei in Engeland. Wat zou ik hier gaarne
wonen en mijn boudoir hébben in dien der-
tiende-eeuwschen toren 1"
„Zounit gij er eens binnen willen gaan?"
vroeg Van Brédeix>de, meer aan Phyllis, dan
aan Nell.
Nell bloosde en liet héb antwoord aan
Phyllis over.
..Het zou veel hébben van een sprookje,"
zeide deze, „maar natuurlijk kan dat niet,
daar het buiten bewoond is."
„Des te beter," zeide Van Brederode, „de
eigenares zal ons mot plezier een kop thee
aanbieden."
„Neen, neen 1" riep Nell, „dat zou vree-
selijk indringerig zijn."
„In (liet geheel niet. Ik ken haar on
schreef haar gisteren, om baar van onze
komst ie verwittigen. Het is- dus eene uit-
noodiging."
Wordt vervolgd.