M°. :ior. Tweede blad. 7"* Jaargaog. Woensdag 28 April 1909. BINNENLAND. Ingezonden Stukken. FEUILLETON. De Motorboot. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummert 0.05. r,j Couran verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50, Elke regel meer - O.IO, Dienstaanbiedingen en aanvragen 315 cento by vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. SCHOUW. De Burgemeester en. Wethouders van Amers foort, Gezien art. 22 van liet Reglement op het onderhoud en gebruik der wegen in de provin cie Utrecht, d.d. 8 November 1053 (Provinciaal blad No. 102), a'lsmede art. 1 dei" Verordening op de wegen en waterleidingen Doen te weten, dut de bij voormeld artikel, bedoelde schouw over wegen, slooten en water leidingen. aan hum toezicht of beheer onder worpen, zal gehouden wordën, op Mlaandag, dém 24. Mei aanstaande en volgende dagen. Wordende bij deze de ljepalnngen van boven gemelde reglementen aan de belanghebbenden in herinnering gebracht. Amersfoort, deni 27. April 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester J.G.STENFERT KROiESE. WUTJTlEiRS. Kameroverzicht TwMde Kamer. Voortgezet is Dinsdag de interpellatie van den heer Duymaer naar aanleiding van het Kon. besluit van 26 Maart betreffende de keuring van vee en vleeseh. Minister T a 1 m a ging na wat de heer Duymaer wenschte om -den 'bestaanden toe stand met Mei te laten voortduren, dus be doeld Kon. besluit te wijzigen en niet voor te schrijven vaste keuringsdagen en ook af te schaffen het minimum keuringstarief van 15 per etmaal, als zijnde belemmerend en nadeelig voor kleine export-slachterijen. De Minister oordeelde, dat interpellant te veel uit het oog heeft verloren het groote doel van de wet, n.l. te zorgen voor eene goede markt woor ons vee en vleeseh in het bui tenland. Dit groote belang moet gaan boven allerlei kleinere belangen, waarvoor de heer Duymaer opkwam. Wat het keuringstarief aangaat, merkte de Minister op, dat bij vaststelling van het tarief is uitgegaan van het beginsel, dat de keuringsdienst een be talende dienst is, dus dat niet de Staat, maar het bedrijf de kosten, aan de keuring verbonden, moet dragen. De Minister wees er op, dat het K. B. van 26 Maart de moge lijkheid laat het minimum van 15 per etmaal te verlagen en ook om een week-, maand- of jaar-minimum vast te stellen. De Minister stelde in het licht, dat vooruit be paalde vaste keuringsdagen noodzakelijk zijn, in het belang eener goede controle. Bovendien zullen de keurmeesters op dit punt een schikking kunnen treffen. De heer Duymaer van Twist oor deelde dat die dispensatie ten opzichte van het tarief en de keuringsdata in het Kon. besluit behoort te worden opgenomen, aan gezien het verkeerd is de exportalachterijen ovei- te laten aan de inzichten van. de keur meesters. Daarom moest z. i. de instructie der keurmeesters bij Kon. besluit worden vastgesteld. Minister Talma merkte bij de dupliek op, dat zulks niets aan de zaak zelve zou veranderen. De heer S m e e n g e, opmerkende dat het besluit van 12 April, waarbij o. a. de mogelijkheid werd geopend om in bizondere omstandigheden afwijking toe te staan van het Kon. besluit van 26 Maart, beval krach tig bij de Regeering aan de belangen dei- kleinere exportslagers. Ook oordeelde spre ker liet gevvenscht den bestaanden toestand tot 1 October te bestendigen. De heer Hugenholtz erkende, dat het nadere besluit van 12 April, waarbij dispensatie van het besluit van 26 Maart mogelijk is gemaakt, verschillende bezwaren heeft weggenomen en hoopte dat de Minister vooral het kleine bedrijf in dit opzicht ter wille zal zijn. De heer R e ij n e verdedigde in het al gemeen de met Mei in werking tredende nieuwen keuringsdienst; echter oordeelde hij ,dat vrijstelling- van de reeds vastgestel de keuringsdagen verleend moet kunnen worden. Na ampele discussie nog werd de inter pellatie onder dankzegging aan den minis ter gesloten. Aan de orde kwam daarna het ontwerp Schepenwet (toezicht op schepen, 'beman ning enz.) De heer Plate is bereid mede te werken tot alles wat dit wetsontwerp kan verbeteren, maar hij vreest dat het door amendementen niet te verbeteren zal zijn, omdat er te veel principieele fouten in zijn. Wat van dit ontwerp verwacht kan. worden is een groot aantal ambtenarenwat er niet van verwacht kan worden een op gezonden, basis ingericht toezicht. Spreker acht dit ontwerp zoo onvoldoende voorbereid, dat hij er aan twijfelt of hij zijne stem er aan geven kan. Wat was de aanleiding tot dit ontwerp? De toestand van de visschers- vloot, die dringend toezicht eischte. Men heeft zich echter niet bepaald tot het vis- schersbedrijf, maar heeft ook de schepen in de groote vaart in het wetsontwerp opgeno men, hetgeen tot misvattingen moest leiden, omdat men met volkomen ongelijksoortige grootheden te doen heeft. Wij zijn verder gegaan in deze dan eenige andere natie. Het eenige wat men later dan ook van deze wet zal kunnen zeggen zal wellicht zijn, dat de uitvoering een dooden letter ia ge weest. Spr. heeft reden om aan te nemen, dat de ontwerper van dit wetsvoorstel on bekend was met de statistiek van het aan tal zeerampen onzer koopvaardijvloot. Daar bij blijkt dat bij de koopvaardij geheel an dere factoren werkzaam zijn dan bij de vis- soherij. De koopvaardijvloot is aan veel strenger eischen onderworpen, alles wordt gedaan om rampen te voorkomen, maar toch zal niemand betwisten, dat de overheid mag, neen, verplicht is toe te zien op reddings- materiaal enz., maar de overheid onthoide zich van onnoodige inmenging van onnoo- dige maatregelen. Voor de uitgetrokken be dragen zal de minister nooit bekwame tech nici kunnen krijgen en hij zal zich met in férieure krachten moeten tevreden stellen, al zijn dit ook nog zoo achtenswaardige men- schen. Tal van détail-bezwaren werden nog door Spr. ontwikkeld. Onder anderen maakt men inbreuk op het groote beginsel, dat de schipper verantwoordelijk is voor alle scha de, tenzij hij overmacht kan bewijzen. Me nige bepaling in dit ontwerp zal den schip per roekeloos maken. Dit wetsontwerp acht Spr. in strijd met de beginselen van ons bestaande zeerecht, omdat het de financieele verantwoordelijkheid van den schipper ver zwakt. Voor de schepen die landverhuizers vervoeren, is deze wet niet noodig, want de schepen vallen reeds onder een speciale regeling. De heer Mees waardeert dit wetsont werp als een product van de werkzaamheid van het vorig kabinet. Het verwijt van uni formiteit der voorgestelde regeling acht Spr. ongegrond. Slechts de hoofdtrekken van het toezicht zijn trouwens in de wet aangegeven, deze kunnen uniform zijn, terwijl de uitwer king aan algemeene maatregelen van be stuur wordt overgelaten. Het eigenbelang der reeders biedt geen voldoenden waarborg voor de deugdelijk- en zeewaardigheid der schepen. De mannen dei- praktijk en de groote stoomvaartlijnen heb ben dit ontwerp ook bijna zonder uitzonde ring gunstig ontvangen en op spoedige he li andeling aangedrongen. De reeders stellen op prijs, dat een Nederlandsch certificaat van zeewaardigheid hunne schippers van vele formaliteiten in vreemde havens zal be vrijden. De heer Schaper vindt het bescha mend dat dit wetsontwerp onder pressie van het buitenland werd ingediend en waar schijnlijk onder pressie van het buitenland zal tot stand komen. Ieder kent de geschie denis van de drijvende doodkisten en dat de lieer Plate het nog op kon nemen voor de kapitalistische reeders, kon spreker niet begrijpen. Hij herinnert aan de rampen van de Berlin, de Plu to enz., die gedwongen werden te varen bij noodweer. De gezag voerders zijn de loonslaven dert kapitalis tische maatschappij. Hij is tegenover dit ont werp niet zoo pessimistisch gestemd als de heer Plate en vreest niet dat de uitvoering een doode letter zal blijven. Voor een goede uitvoering zal streng toezicht noodig zijn. Grievend was het voor den Zeemansbond, dat in de Staatscommissie wel zitting had een eigenaar van zoogenaamde drijvende doodkisten, terwijl de matrozen werden uit gesloten. In tegenstelling met den heer Plate vindt spreker dat dit wetsontwerp niet ver genoeg gaat, waarom omvat het ook niet de Zuiderzeevaart. Spr. betreurt het dat de rechtspositie der schepelingen in dit ont werp niet voldoende geregeld wordt en wijst op het adres van den Zeemansbond, waarin op tal van maatregelen en aanvullingen wordt aangedrongen. Woensdag 11 uur voortzetting. S cihepen wet. Door <len heer Veuhey is voorgesteld art. 18 aldus te lezen,: 1. Beroep van beslissingen en veorscflirifteni van de in art. 10 genoemde ambtenaren kan worden ingesteld bij de Commissie van beroep. 2. De Commissie van beroep bestaat uit drie leden, die zooveel moge-lijk gekozen worden uit de leden van den Raad voor de scheepvaart. 3. De voorzitter wordt door Ons aangewezen, de beide andere 'leden telkens voor elk geschil door den voorzitter. 4. Door Ons wordt ook een plaatsvervangend voorzitter aangewezen, zoo mogelijk uit de leden voor den Raad voor de scheepvaart. 5. De secretaris van den Raad voor de scheep vaart kan voor elk geschil aangewezen worden om als secretaris van de Oommissie van beroep op te treden. Tiendwet 1907. Een wetsontwerp is ingediend tot aanvulling der Tiendwet 1907. Gelijk bekend is, openbaart zich meer en meer de drang om tot vrijwilligen tiendafkoop over te gaan, dodli vele -afkoopen konden niet vóór 1 Januari 1909 (het tijdstip van hot in werkingtreden der wet) tot stand komen. Daarom wordt bij het thans ingediende ontwerp de gelegenheid gegeven om vóór hot verstrekken aan de schattingsoommissiën van de in art. 49 bedoelde schattingslijsten, opgave te doen van de jaairlijksohe zuivere tiendopbrengst, bedoeld in art. 3 der wet. Daardoor kan do uitvoering dei- wet belangrijk worden vereenvoudigd, om dat dan in vele gevallen de schatting met al haar gevolgen komt te vervallen en vele moeiten en koeten worden gespaard. We11e 1 ij ke regeling van de b a nrk e n van 1 e e n i n g. Een wetsontwerp is ingediend tot wettelijke regeling van dé banken van leening. Deze rege ling is ontworpen, op de volgende grondslagen,. Voor d'e gemeentelijke 'banken van leendng wordt zooveel mogelijk vrijheid van beweging gelaten De wet kam de gemeenten niet dwingen den strijd: tegen den woeker der pandjeshuizen op doel treffende wijze aan te bindenmaar mem mag het beste verwachten van den drang der ont wakende publieke meening. Aan particulieren wordt het houden van een bank van. leening toe gestaan onder preventieve en repressievo con trole van de gemeentelijke autoriteiten en waar borgen tegen misleiding. Preventieve controle wordt verkregen door het vorderen van toelating door B. en W.te ver- leenen onder de in het ontwerp omsClireven voorwaarden. Repressieve controle wordt moge lijk door de aan B. en W. gegeven bevoegdheid tot het doen onderzoeken van liet beheer der bank. Waarborgen tegen misleiding eindelijk worden gezooht un het voorsclirift, dat een re gister van bëleeningen wordlt gehouden, dat een pandbewijs, behelzende do voorwaarden voor be- leoning wordt afgegeven, zoodat ieder befltoener nauwkeurig weten kan, welke plichten hij op zich neemt; d'at alleeni rente wordt gevorderd, dat de voorwaarden, voor beleening gedrukt en aan ieder belanghebbende en aan do politie op verzoek verstrekt worden de overtreding van welke voorschriften gevolgd kan worden door straf of door intrekking der toelating. Ten slotte wordt dien gemeenteraad een wapen in haaiden gegeven door dte bevoegdheid, een maximum van rente te bepalen. Berichten. Vereeniging voor open bare leeszalen in Nederland. Bovengenoemde vereeniging! hield Zaterdag middag haar eerste jaarvergadering in Mu sis Sacrum te Arnhem. De voorzitter van het bestuur, dir. D. Bos, heette de aanwezigen weilkom, waarna het jaarverslag over 1908 werd uitgebracht. Aan de orde kwam vervolgens de reke ning en verantwoording over 1908. Zij wijst eein eindcijfer aan van f 552.78, met een saldo van f 117.99. De begrooting voor 1909 wijst een bedrag aan van f1510. Vervolgens kwam in behandeling het prae-advies van dr. H. E. Greve, te 's Gra- venhage, over de vraag1,,Wat kan de over heid voor de openbare leeszalen doen?" De onthouding van -overheidswege ten on zent, zei spreker, heeft het voordeel gehad, dat geen boekerijen werden opgericht, waar geen behoefte bestond. Maar ook, waar steun wel noodijg was, werd hij niet ver leend en een voortzetting van die onthou ding zou eene beweging vleugellam maken, die getoond heeft een groote toekomst te bezitten en die gekomen is op een grens, welke het particulier initiatief niet vermag te overschrijden. Maar nu is er over het bibliotheekwezen een andere geest gekomen openbare leeszalen gaan verder i'...i de ver beterde volksbibliotheken, zij stellen zich op een algemeener standpunt. En dit biblio theekwezen wordt, behoudens een enkele uit zondering, gedragen djor particuliere be moeiingen. Dit kan zoo niet verder gaan. Is er reden voor de overheid in te grijpen en hoe moet zij dat doen? De overheidsbe moeiing ten onzent moet. een eigen weg zoekenzij moet zich m'et blijven onthou den van elk ingrijpen, doch in eene alge meene regeling de grondslagen vastleggen voor de toekomstige ontwikkeling van het bilbliotheekwezen. De zorg daarvoor moet in de eerste plaats zijngemeentezorg. De medewerking van het Jij", kan bestaan in het onder zekere voorwaarden verleenen van voorschotten en j aarlijksohe subsidiën aan gemeenten. De oplossing ter plaatse moet gevonden worden door samenwerking van gemeentelijk en particulier initiatief. Het rijk moet aan vullen wat ontbreekt. Aan de medewerking van het rijk zijn een aantal voorwaarden te verhinden. Verder bepleitte spreker de in stelling van eene bibliotheekcommissie, die zou moeten letten op gehalte en aard der aanwezige lectuur en op 't gevoerde beheer. Voor het verleenen van steun van overheids wege zou verder als voorwaarde gesteld kunnen worden, dat 50 der lectuur moest zijn lectuur voor kennis en ontwikkeling. Na ©enig debat werd "voorgesteld om aan het bestuur te geven, de volgende op dracht De algemeene vergadering der Vereeni ging voor openbare leeszalen in Nederland draagt het bestuur op aan te dringen a. bij de gemeenten om hetzij zelf clo stichting van openbare le&Bzalen ter hand te nemen of deze althans krachtig finan cieel te steunen; b. bij het Rijk, om hetzij rechtstreeks, of indirect door rijkssteun aan de gemeenten de oprichting van openbare leeszalen te be vorderen. Dit voorstel werd bij acclamatie aange nomen. Nadat de voorzitter een woord van dank had gebracht aan dr. Greve voor zijn uit nemend prae advies, werd die vergadering ge sloten. Het opnemen van ingezonden stukken beteekmt geenszins dat de Redactie met dm inhoud instemt. De eopie wordt aan den immdor niet teruggegeven. Geachte Red&ofie! Naar aanleiding der verschillende berichten, de laatste week door de Amersfoortsdhe pera opgenomen, aangaande de Amersfoortsche Mu- ziekvereendgung en het ontslag van dom lieer Joohems als directeur, verzoekt ondergeteekende U beleefd namens het bestuur van. bovengenoem de Vereeniging hét volgende in Uw blad te wil len opnemen. In de laatste huishoudelijke vergadering, be legd naar aanleiding van, een incident tussdheni den directeur en eenige leden), Meek dto heele geschiedenis te zijn een: gevolg van tweeërlei op vatting van, een artikel uit (het huishoudelijk Zonder veel moeite gelukte het ons tot' een, voor beide part yen- bevredigende oplossing te komen. De verstandhouding, èni bussohen directeuren! leden,, èn leden onderling bleek overigens van dien aard dat ook zelifs de geringste vrees voor minder goede samenwerking ongegrond was. Evenals voorheen, zullen alle leden ook voort aan werken als één geheel voor den bloei der vereeniging en hopen nog meniigen avondi te be steden) tot veraangenaming van het Amersfoort - sohe publiek. Met dank voor de plaatsing, De Secretaris D. P. BRANDSEiN. Naar liet Engelech 85 van C. N. BN W. M. WILLIAMSON. De vestibule was 'met marmeren steenen belegd; ze had een prachtige eikenhouten lambriseering en een bewonderenswaardig plafond. Er lagen eenige Perzische kleedjes van onschatbare waarde, 'een menigte oude famiilieplortretten hingen aan den wand en ei- stonden twee of drie eigenaardige wapenuit rustingen. Daarachter was een Chiraeesche kaan er, geheel 'inl dén smaak eerier natie, die van Oostersche sdlmtten houdt en die be>- j grijpt; en daarop 'kwaimen wij in een wit niet gcud boudoir, spaarzaam, maar rijk gerneu- j beid met ingelegde satijn-houten meubeil-s, die, wed ik, eclube Sheraiton zijn. In dit ver trek was een 'dame gezetendie opstond zoo- dra zij ons zag binnentreden. Zij béhloorde geheel en all in zulk eene omlijsting. Met 1 hare fijngefbogen donkere wenkbrauwen, de camee-trekken, de groote oogen en hooghar- tig© houding, scheen zij eene vorstin. ,,0, Rudolf!" riep zij uit, in het Engelsch van eene geboren Engelsche, „wat ben ik blij, dat je de vrienden tlot mij brengt, over wie je mij zooveel hebt geschreven." „Mijne moeder," izeide Van Bredérode en stelde ons aan, haar voor. Ik schaam mij: niet te erkennen, dat ik de spraak had) verloren. Wat had hij geschre ven? Hoeveel had iliij verteld? Op welke wijizo had hij eeiiigen van ons omschreven Nell, die gewoonlijk altoos iets aardigs weet te 'zeggen, kon blijkbaar voor heb oogen- blik niét denken; of hare gedachten waren te diep oui ondér woorden te worden ge bracht. De K. D. G. zelfs zweeg heel voor zichtig van hare zij dé, dlaar déze voorname dame haar zoon waarschijnlijk had héoreni spreken van zijne Schotsche vriendin Ladv Mac Nairn©. Had deze ooit tante Fay ont moet, dan wist ik dat Alb te verstandig, zoo al niet te loyaal wals om haar in (hare macht te leverentoch gevoelde ik mij niét veilig genoeg om geheel op mijn 'gemak te zijn. En zelfs al ware ik op mijn gemak geweest, dan hielden mijne eigen gedachten mij zoozeer •bezig, dat ik mij of mijn land niet tot zijn recht liet koanen in de conversatie. Terwijl ik geurige thee uit ©en fijn loopje van, ould Dresdensc'h porselein met langzame teugjes dronk, was ik benieuwd te weten wat Néli thans gevoélde, nn zij het huis en de móé der van haren verachten kapitein aanschouw de, wien zij zoo naai* hartelust kon afsnau wen en plagen. Klaarblijkelijk wordlt hij door zijne moe der vergood en ziet deze tot hem op als héb vclmaakste wezen. Zij had: gewis de mooie Miss Van Buren niet 'zoo innemend ontvan gen, had een kaboutertje 'haar ingefluisterd, hoe die jonge dame haar gastheer had be handeld, toen hij niét® meer was dan eene arme kapitein aan boord van een, motorboot. Uit een toevallig gezegde verniaan ik, d'at Leliën d aal niét het éénige huis i s 'door Jonk heer Van Breder o dé beheerd. Zij hébben er nog een in Den Haag, maar in den zomer geeft de familie d© voorkeur aan Leliënd'aal. Mij komt voor dat de benaming „aange naam verblijf', veel ie zwak en te zedig i's voor dit heerlijke buitentoch kan de eige naar er van, het- opgeruimd verlaten om week aan week als een verachte Albatros aari boord' van een sbooters-motorboot de water wegen van Holland te bevaren. Natuurlijk is hij ito't over de ooren ver liefd, wat vele moeilijkheden doet vergeten. Maar 'het is an ij nog niiet recht duidelijk op welke engel hij 'zijn hart gezet heeft. Mis schien heeft de laatste snauw den 'beker eken overvloeien, en moet hij dien nu voor een ander op- nieuw gaan vullen. In ons eerste spiegelgevecht behandelde hij mij met verachting, omdat d'k 'bekende op twee meis jes tegelijk verliefd te zijnmaar het is toch oneindig poëtischer en tegelijkertijd edel moediger twee tegelijk te beminnen, dan zelfs een barer niét voldoende, om tof oen besluit, t© kunnen 'komen. In elk geval kwam Phyllis tijdens ons be zoek op I/eliëindaal het voordeeligste uit en zij scheen den meesten indruk op dé beval lige moeder te snaken. Of het nu 'kwam', door dien zij een Engelsche was, of omdat zij met hare gastvrouw alsof izij 'hen persoonlijk kende over vele voorname families kon spreken, die de eigenares van Leliëndaal in lang niet ontmoet hadof orndiat Phyllis een neef had, die ©en® een boek over de Graven van He'lvelyn schreef, (de vader der dame was een graaf van Helvelyn.) in ieder geval Phyllis had er eer van, en als Alb werkelijk van gedachte veranderd is, zooals de K. D. G. voortdurend' zegt, dan moét hém dit ge noegen hebben gedaan. Phyllis en mijne aangenomen tante waren buitengewoon vriendelijk jegens beun op on zen terugweg naar Arnhemalsof hij in hare achting gerezen was, nu zij beseften, welk een man van gewicht hij is, maar later toen ik de K. D. G. 'hierover berispte, beweerde zijdat het enkel was, omdat zijnu eerst besefte, hoeveel hij had prijsgegeven ter wil le van een zeker iemand. Juist omdat ik er niét zeker van was, wie die „iemand" was, en of hij nu meer kans van slagen had, na dezen coup d'état, was ik alles behalve op mijn gemak door deze nieuwe wetenschap vain Alb's grootheid. Wat •beteekenen mijne dollars in vergelijking van zijn mooi antiek buiten en dlan, een moeder, die de dlochter is van een EngeLschen. Graaf Ik veronderstel dat zulke dingen bij meisjes wegen, zelfs al zijn liet zulke bekoorlijke meisjes als Néll van Buren en Phyllis Ri vers. Iets wat nog dien eigen avond gebeurde, heeft mijne 'bezorgdhéitd nog vergroot. In het 'hotel Bellevue heeft iedere logeer kamer een eigen afgeschoten balcon. Nadat wij elkander „goedennadht" gewenscht had1- den, zat ik op het mijne een cigarette te roo- ken en naar Ihet opkomen der ra aan te kij ken, iets wat- zij op dezen tijd van de iniaand heel zelfzuchtig uitstelt om hare bewonde raars zooveel mogelijk ongemak te veroorza ken en zoo weinig mogelijk slaap te gunnen. Plotseling hooridé ilk de stem van Phyllis op het hadoon daarnaast op peinzendén toon zeggen „Is het niet vreemd', dat je op een avond als deze, dingen di© je niet duidelijk waren, volkomen helder ziet." „Volstrekt niet," anibwoordde de practi- sche Néll, „maar de maan komt op en 'het is tijd om naar bed; te gaan." „Neen, dat bedoelde ik niet. Ik bedoel, dat er op zulk een prachbigen avond een soort van invloed schijnt te werken, die iemand duidelijk in zijn eigen hart doet lezen.." „Wat lees je daar dan in?" vroeg Nell weer. Ik was even nieuwsgierig als Nell, maar ik had het recht niet naar het vervolg te luisteren. Ik verschoof mijn s'toel en, wildé naar binnengaan, «naar ik had vergeten héb lucifersdoosje ié sluiten, ik stiet -dit van hét tafeltje en al dé lucifers vielen (op den grond. Als zij geheimen hadden te vertellen, hadi ik nu leven genoeg gemaakt om haar te waarschuwen, ik mocht du® wel mijne luci fers oprapen. De keUners waren alten naar béd, en als iik later nog wilde rooken, kon ik de lucifers niét missen. „Wel beschouwd, ben ik er niet zeker van, dat ik goed zie," zeide Phyllis. „Zou je mij willen raden, lieve?" „Als ik kan, ja!" was het eenigszins snib bige antwoord. „Nu d'an, stel je eens voor, dot jij meer gaaft dan j© dacht om iemand, di© niet meer vrij is, omdat hij aan een ander behoort; wat zou jij dan doen?" „Ik zou trachten niet meer aan hem te dénken „Zoo dacht ik er ook over; maar het zal. zoo moeilijk zijn. Denk je, dat het gemak kelijker voor het meisje zou zijn haar hart op een ander te zetten, die mog vrij ié en van haar (schijnt te houden, en zoo te trach ten haar hart los te maken van dén verbo den .man?" Geen antwoord. (Ik merkte dat zij het le ven, dat ik gemaakt had, niet haddén ge hoord en ik ging naar binnen. Maar het was een Hollan'dsche deur, die iederen .dag schoongemaakt en gelakt wordt; en dé lak kleefde). „Je moest me toch eens zeggen, hoe je er over denkt, Nell. Je hébt door je novel len zooveel ondervinding opgedaan." „Och!" riep Nell. „Ik ik haat je,' Phil 1" Haar deur klemde blijkbaar niet, Want plotseling werd1 die dichtgesmeten, en ik ver- onderstel, dat Nell naar binnen was gevlé- I gen en de deur achter zich in het eQlot h'tvd 1 geworpen. Word*- -*—

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1