sr°. 30».
7"" Jaargang*
Vrijdag 30 April 1909.
&m\t $own!
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem fr&uco per post- 1.50.
Afzonder! yke nummers -- 0.05.
Daze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgeven in te zenden.
Uilgevers: VALKH OFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DEK ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cento by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tat
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eeoae
circulairebevattende de voorwaarden, wordt bp aanvraag
toegezonden.
DE bange spanning is voorbij. De
vlaggen worden uitgestoken. God
dank, een Kroonprinses geboren 1
Verschrikkelijk was het wachten in deze
laatste dagen, het zweven tussehen vrees
en hoop. Goddank, de hoop heeft gezege
praald, de blijde verwachting is in ver
vulling gegaan
Onze heden stijgen op voor het welvaren
der jeugdige Koninklijke Moeder en haar
Kind.
Voor ons land, ja voor heel Europa is
deze gebeurtenis van hooge politieke betee-
kenis. Nu de bestijging van den Troon der
Oranje's door een directe nakomelinge van
Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik is
verzekerd, is aan elke verwikkeling die
rijzen kon omtrent de Neder!andsche troon
opvolging de grondslag ontvallen.
Het was Oranje, het blijft Oranje, Oranje
hoven 1
Een wolk, die boven cns land aan den
Europeeschen hemel hing is weggevaagd en
helder straalt de zon der Oranje's.
Ontroering vervult alle harten.
Een traan van blijdschap blinkt in menig
oog.
Een juichtoon stijgt uit het volk tot den
troon.
Heil de Koningin, wier vurige wenscli in
vervulling ging, haar volk een troonopvol
ger te schenken.
Heil Z. K. H. den Prins-Gemaal, als
Vader van de jeugdige Kroonprinses met
nauwer handen nog aan het Neiderlaudsche
volk vefkhocht, dan reeds te voren de ver-
eering en hartelijke genegenheid over zijn
persoon hechtten.
Hedl H. K. H. de jeugdige Kroonprinses.
Moge zij in voorspoed groeien en bloeien
en gelijk worden aan hare door haar volk
in liefde aangebedene Moeder.
Heil Koningin Emma aan wie het ver
gund is, dit hooge geluk te heieven.
Heil ons vaderland.
Oranje Boven I
Politiek Overzicht.
Sultan Mahomed V.
In den Gothaschen almanak is als ge
boortedatum van Rechad Effendd, die nu als
Mahomed V den troon heeft beklommen,
de 3e November 1844 opgegeven. Veel
meer is er niet te zeggen over den nieuwen
sultan, en evenmin over Jussuf Izzedidlin,
den op 9 October 1857 geboren prins, die
nu de naaste agnaat tot den troon is ge
worden. Zelfs de in den hofkalender opge
geven datums staan niet onomstootelijk vast.
Volgens de aan h et hof te Konstanti nop el
heerschende gebruiken, is het geen gewoonte
de geboorte van een keizerlijken prins dade
lijk bekend te makendat geschiedt eerst
een paar jaren later. Hun doen en laten
blijft geheel in het duister gehuld, en het
meeste van wat daarvan wordt verteld, moet
op rekening van de verbeelding gesteld
worden.
Mahomed V is de twee jaren jongere
broeder van den nu van den troon gestooten
Abdul Hamid. De beide broeders gelijken
uiterlijk even weinig op elkaar als innerlijk.
Zij hebben niet de zelfde moeders gehad en
hu mm moeders waren van verschillende af
stamming. De moeder van Abdul Hamid
was eene Armenische van de hoogvlakte van
Koerdistan, terwijl Rechad geboren is uit
eene Circassische.
Gedurende de eerste helft van hun leven
zijn Abdul Hamid en Rechad lotgenooten
geweest. Beide brachten zij hunne dagen in
afzondering door, namelijk ieder voor zich.
Sultan Abdul Aziz, hun oom, ging met
plannen om, de kroon te Laten erven door
een van zijne eigen zoons en hield daarom
cle oudere prinsen van het huis onder zeer
scherp toezicht. Maar toen in 1876 Abdul
Hamid den troon heklom, brak voor Rechad
riiet de vrijheid aan. Hij bleef feitelijk een
gevangene in een der paleizen aan den Bos
porus. Daar sleet hij zijne dagen, zonder
met andere kringen in aanraking te komen,
laat staan geroepen te worden om deel te
nemen aan de zaken van den staat. Totdat
de omwenteling van Juli van het vorige
jaar aan de' keizerlijke prinsen de vrijheid
schonk. De grondwet schonk hun het recht
zich als vrije mannen te voelen en zich on
gedwongen te bewegen.
In deze antecedenten ligt het antwoord
op de vraag wat van den nieuwen sultan is
te verwachten, opgesloten. Het Jong-Turk-
sche orgaan, dat te Parijs verschijnt, La
Turquie nouvelle, gééft van den nieuwen
Grooten heer eene vleiende karakterschets
Het blad schrijft: „Wie eens prins Rechad
in Konstantmopel heeft gezien, gezeten in
zijn door politieagenten omringd rijtuig, zal
nooit deze mooie blauwe oogen vergeten, die
diepe melancholie en groote goedheid uit
drukken. De melancholie kwam van moreele
en matevieele zorgen, clie hij dertig lange
jaren moest verduren. Rechad heeft een
waren schrik voor het absolutisme, waarvan
hij het stomme, lijdzame slachtoffer is ge
weest. Hij veroordeelt het despotisme, dat
steeds ellende en bloedvergieten ten gevolge
heeft gehad, en hij keurt het ook af, omdat
hij. het onvereenigbaar acht met het hervor
mingsstreven van de eeuw. Rechad, die de
vreemde denkers, wijsgeeren en sociologen
waardeert, wil de instellingen van de Euro-
peescbe beschaving, die niet in strijd zijn
met de traditiën van den islam en met ie
grondslagen van het Turksche rijk, daarin
over pl anten
Het is natuurlijk te hopen, dat de nieuwe
sultan aan deze schets, die van hem wordt
gegeven, beantwoordt. Maar zekerheid be
staat daaromtrent niet. Hij is een onbe
schreven blad, zooals alle vroegere sultans,
die uit hunne gouden kooi plotseling voor
den dag werden gehaald, omdat door over
lijden of door afzetting de regeering van
hun voorganger een einde had genomen. Hoe
de Jong-Turken, die nu het heerschende
element zijn in den Turkschen staat, over
sultan Mahomed V denken, wordt zeker
juister uitgedrukt door de hier volgende me-
dedeeling, die volgens den Lokalanzedger af
komstig is van eene zijde, die goed is in
gelicht over de stemming in die kringen
„Wij koesteren geen liefde voor hem, wij
haten hem niet, maar wij verwachten en wij
li*
vreezen ook niets van hem. Rechad zal sul
tan zijn enkel omdat wij de huiswet van de
Osman-dynastie, die nu reeds 400 jaren be
staat, niet willen omverwerpen en, zooals
ik gaarne wil toegeven, niet kunnen omver
werpen. In ieder geval zou dat tot de hevig
ste schokken leiden, en wij hebben ons
vaderland te lief, om daaraan het Turksche
rijk hloot te stellen. De orde van de troons
opvolging zal voor on|s het allerlaatste
motief zijn om het Osmaansche rijk in ver
warring te storten. Sedert Selim I bestaat
nu eenmaal de wet, dat steeds het oudste
lid van de familie den troon beklimt; laat
dus de 64-jarige Rechad padisja wor
den Wij weten, dat hij opgevoed is zoo
als alle Osmanische prinsen, en dat hij dus
in den woordelijken en overdrachtelijken zin
van de wereld daarbuiten en hare toestan
den geen vermoeden heeft. Maar hij kan
zijn naam zetten, en zooveel verstand zal
hij wel bezitten om te begrijpen, dat hij
daarvan gebruik zal moeten maken, zoodra
een minister hem een besluit tot ondertee-
kening heeft voorgelegd.
Prins Rechad zal het Turksche volk geen
schade doen. Hadden wij vrijheid gehad een
sultan te kiezen, dan zouden wij Rechad
Effendi niet gekozen hebben. Reeds zijn
leeftijd zou ons hebben bewogen deze can-
didatuur voorbij te gaan, en misschien zou
de blik op een van de zonen van Abdul
Hamid gevallen zijn, die in den laatsten tijd
werkelijk zoo iets als populariteit bezaten.
Maar voor ons komt de vraag volstrekt niet
hierop neer welke pex-soon op den troon
zit, maar welke personen den troon om
ringen, en hoe er waarborg voor kan worden
verkregen, dat de hesten en bekwaamsten
ieder ©ogenblik ter zijde kunnen staan, en
aan deze waarborgen zal het niet ontbreken.
Daarop kunnen allen vertrouwen. Uit de
duisternis van zijn paleis genoemden kerker
is Rechad, evenals de overige prinsen, eerst
te voorschijn gekomen, sedert de grondwet
aan alle Osmanen de vrijheid bracht. Maar
hij heeft van deze bewegingsvrijheid weinig
gebruik gemaakt, ik neem aan omdat hij
zijne geringe beteekenis voelde. Haast nie
mand weet iets van hem, en wanneer er
sprake kan zijn van een indruk, dien hij
heeft gemaakt, dan moet het deze zijn, dat
hij een zeer rustigen, om niet te zeggen
slaperigen aard doet blijken. Ook als padisja
kan hij rustig verder slapen. De Turksche
natie heeft meer dan één beproefden hoe
der, die over hare vrijheid en over haren
vooruitgang waakt".
Duitschland.
B e r 1 ij n, 2 9 April. Het telegraaf-
agentschap „Press Telegraph" gaf in den
laatsten tijd meermalen, zich beroepende op
betrouwbare Duitsche bronnen, mededee-
lingen over vragen van buitenlandsche poli
tiek.
De Norddeutsche Allgemeine Zeitung con
stateert dat het agentschap „Press Tele
graph" niet gerechtigd was zich voor deze
mededeelingen op offieieele bronnen te be
roepen.
De gemeenteraad van Dresden heeft be
sloten alle Saksische steden, die liggen aan
de Elbe of middelpunten der nijverheid
zijn, uit te noodigen tot het zenden van
verzoekschriften aan bondsraad en rijksdag
tegen de invoering van scheepvaarttollen,
op grond dat de vracht verhooging die daar
van het gevolg zal zijn, tot in de verst af
gelegen streken zich zal doen voelen.
In het huis van afgevaardigden van den
Oostenrijkschen rijksraad heeft de minis
ter van handel, in antwoord op eene inter
pellatie, verklaard, dat de regeering vol
houdt bij haar aan de Pruisische regeering
leen baar gemaakt standpunt, dat Oosten
rijk, met het oog op de door de voergeno
men invoering van de scheepvaartrechten
zoo zeer in gevaar gebrachte belangen van
de Oostenrijksche Elbescheepvaart gedwon
gen is vast te houden aan de rechten, die
het verzekerd zijn door de overeenkomst
van 22 Juni 1870.
Frankrijk.
Par ij s, 2 9 A p r i 1. President Fallières
en .de ministers zijn tegen den middag terug
gekeerd.
Engeland.
Londen, 29 April. Lloyd George
verzekerde, dat géén enkèl lid der regee
ring voornemens was in een vlaag van on
gerechtvaardigde zuinigheid zulk een kost
baar bezit als de suprematie ter zee in ge
vaar te stellen. Het was de taak van de
overheid met kalmte en moed het midden
te houden tussehen paniek en zuinigheid, in
welke gedragslijn de regeering den eenigen
weg zag voor .de nationale veiligheid.
T w e e d e' t e 1 e g r a m. Lloyd George's
hegrootingsrede bracht buitengewone be
langstelling in het Lagerhuis teweeg, dat
tot in alle deelen was gevuld. Er waren
zelfs leden, die op' den vloer zaten. De stij
ging van het deficit,' waarin Lloyd George
heeft te voorzien en de geruchten betref
fende zijne voorstellen, hebben sterke
nieuwsgierigheid bij lagerhuis en volk ver
oorzaakt.
Derde telegram. Lloyd George
zijn begrooting inleidende, zeide dat hij van
meening was dat het deficit kan worden ge
dekt. Het steeg met 15,720,000 pond sterling
door de uitgaven voor het loopende begroo-
tingsjaar. Lloyd George deed uitkomen, dat
de aanwas voornamelijk te wijten was aan
de ouderdomspensiónoering en'de marine.
Lloyd George vervolgende, zeide, dat het
duidelijk was dat voor het volgende be-
grootingsjaar nieuwe verantwoordelijkheden
moesten worden aanvaard met het oog op
marine en sociale hervormingsmaatregelen.
Londen, 29 April. In het vervolg
van zijne rede deelde minister Lloyd
George mede, dat door de regeering wordt
overwegen, naar wélke methode liet best
kan worden vooi*zien in de werklieden-ver
zekering. In aanmerking nemende, dat ook
andere voorstellen voor sociale hervorming
hoögere uitgaven zullen vorderen, zette hij
uiteen, dat aan het bedrag van 15,720,000
nog verdere sommen zullen moeten toege
voegd worden, met eene ruime marge voor
onvoorziene uitgaven. Daardoor zoude het
tekort, dat gedekt moet worden, op
16.500.000 gebracht worden. Hij stelde
daarom voor de uitgaaf voor schulddelging
met 3.000.000 te verminderen.
Wat de voorstellen tót belastingverhoo-
ging betreft, wordt de meerdere opbrengst
van de inkomstenbelasting op 3,500,000
geraamd, die van de successie 2,850,000,
het vergunningsrecht van koffiehuizen en
sociëteiten, berekend naar het bedrag van
den verkochten drank, 2,600,000.
Verder worden voorgesteld verschillende
wijzigingen in de grondbelasting, die in het
eerst slechts 500,000 zullen opbrengen,
maar principieel van groot gewicht zijn.
Het recht op sterke dranken is ver
hoogd met 3 sh. 9 p. per gallon, wat
1,600,000 zal opbrengende belasting op
onbewerkte tabak is van 3 sh. op 3 sh. 8 p.
gebracht, met eene daaraan geëvenredigde
belastingverhooging op sigaren en sigaret
ten; opbrengst 1.900,000.
Verschillende wijzigingen in -de zegel
rechten zullen 650,000 opbrengen.
De minister deed nog uitkomen, dat eeni
gen van zijne voorstellen zich kenmerken
dóór rekbaarheid, waardoor de hoogere uit
gaven, die in het volgende jaar te wachten
zijn, kunnen worden gedekt.
Nadat hij 2$'uur aan het woord was ge
weest, werd de zitting eenigen tijd geschorst
omdat de minister vermoeid was. Later
hervatte hij zijne rede, die in 't geheel 4£
uur duurde.
Hij stelde een inkomstenbelasting voor
van 1 sh: 2 p. per pond op inkomsten, niet
uit arbeid verkregen.
Van de inkomens hoven 5000 zaL nog
een extra-belasting worden gehevên.
Voor de inkomsten 'urt eigen 'arbeid tot
aan 3000 wordt dezelfde belasting gehe
ven als tot dusver, maar van dergelijke In
komens boven 3000 zal van ieder pond
één sh. en 2 p. moeten worden betaald,
terwijl bij inkomens beneden 500 een
reductie van 10 zal worden toegestaan
voor ieder kind beneden 16 'jaar. 1
Motorrijtuigen zullen naar het aantal
paard ©krachten worden belast en bovendien
zal een belasting worden geheven van 3 p.
van de benzine voor automobielen met éene
reductie van een halve pénny voor auto's
ten dienste van den handel.
De opbrengst dezer belasting zal aan de
plaatselijke besturen worden afgedragen ter
bestrijding van de kosten van het onderhoud
der wegen.
Een voorstel, om voorloopig machtiging
te verleen en tot heffing van "het verhoogde
recht van sterke dranken, werd aangenomen
met 281 tegen 120 stemmen. Besluiten van
gelijke strekking werden genomen omtrent
de voorgestelde heffingen op tabak èn de be
lasting op auto's en de daarvoor gebezigde
benzine.
Oostenrijk-Hongarlje.
De Duitsche Keizer en Keizerin zullen
op hunfte terugreis van Corfu den 14. Med
te Weehen aankomen. Zij zullen daar waar
schijnlijk anderlialveii dag blijven. De Kei
zer zal daarna hëzoekén brengen aan Do-
naueschingen, Frankfort eii Wiesbaden.
De Keizer-lvoning heeft de aanvrage om
ontslag van het Hongaarsche kabinet, aan
genomen cn het verzocht "tot nader order
de zaken gaande te houden/ De minister
president Wekerle heeft langdurige audiën
ties gehad hij den Keizer en den aartsher
tog-troonopvolger. De audiëntie bij den
aartshertog wordt druk besproken.- Men
kent daaraan eene bijzondere'beteekenis toe.
Het is in ieder geval opmerkelijk, dat deze
minister-president gédurende de drie jaren
ivan zijne ambtsvervulling noodt hij den
aartshertog is geweest en eerst nu hij den
troorisopvol'ger komt. Sommigen willen
daarin eene manifestatie, van den aartsher
tog tegen de onafhankelijkheidspartij zien.
Rusland.
De Czaar heeft het ainb.t van gouver
neur-generaal der Oostzee-provinciën opge
heven.
Uit Petersburg wordt bericht dat be
sloten is eene bijzondere Russisch-Finsche
Naar het Engelsch
VAN
C. N. EN W. M. WILLIAMSON.
Toen vroeg ik 'hem, waarom hij Freule
Menela, gechaperoneerd door de tweeling
zusters, niet naar Utrecht bracht, in plaats
van te wachten, totdat wij in Zeeland wa
ren; zijne verloofde kon dat weieens een te
lange reis vin dón. Hij zeide, dat hij het haar
vragen zou.
„Laat nu niet te veel blijken, dat gij het
gaarne zoudt hebben," zeide ik, zoo langs
mijn neus weg. „En zeg haar vooral niet,
dat gij haar beter kennis wilt laten maken
mdt uw nichtje en 'hare stiefzuster. Zeg een
voudig, dat helt een aardig uitstapje is. En
je kunt er wel bijvoegen, dat Van Br ederode
en ik vooral ik zoo verlangend zijn
haar te zien."
„Best, ik zal die boodëchap overbrengen,"
zeide hij. En ik geloof waarlijk, dat hij het
deedwant Nell kreeg een telegram van
hem, terwijl wij nog aan hét rondzwalken ia
Friesland waren, met de vraag of hij de da
mes te Utrecht op bezoek mocht brengen.
Nu aan mij de taak, dat plan, ontworpen
in een opwelling van zelfverloochening, ver
der /uit te werken.
Moraalwacht u voor onzelfzuchtige
oogenblikken
HOOFDSTUK XXIX.
Ik geloof, dat ik in de duistere middel
eeuwen een brave Hendrik zou zijn geweest.
Ik placht dikwijls de waarheid, te spreken,
en .niets dan de waarheid, zelfs al lew am dit
mijn leeraars en meesters hoogst ongelegen.
Ik gaf halve stuivers aan de armen, tenzij
ik die zélf noodig had; ik zeide: „Nu
leg ik mij neer", lederen avond en
ook des morgens, tótdat men mij zeide, dat
dit niet te pa-s kwam, en ik zong in een
jongenskoor, zóó mooi en mét zóóveel uit
drukking, dat men mijn krullen streelde en
vreesde, dat i'k jong een engeltje zou worden.
In die dagen en zelfs geen paar weken
geleden, zou iemand, die mij zag, niet ge
dacht hebben, dat ik kon samenzweeren te
gen jonge en onschuldige meisjes, tantes
aannemen, Volgens net huur-systeem, of aan
getrouwde ooms misleiden door leugenach
tige beweringen. Toch 'heb ik dit alles ge
daan en erger nogwant ik heb mijn woord
jegens Phyllis Rivers gehouden.
Als ik een misdaad moet begaan, dan ge
biedt mijn artistiek govoél mij d'it goed te
doen; en natuurlijk wanneer men eenmaal
een zekeren weg is ingeslagen, gaat men
verder, dan men eerst van plan was.
Dat gebeurde mij in de zaak van Robert
van Buren en ëijne verdoofde.
Ik was Pnylis en mijzelf verplicht den
Zeekoning 'hoe dan ook vrij te maken.
Het was voorbarig van mij dit te beloven,
en het was ook don Quichotischen weinige
uren later ihad ik er reeds berouw over, en
was ik overtuigd een ezel te zijn geweest.
Hoe ik mij van die opdracht zou kwijten,
wist ik op het oogen'blik nog niet, maar ik
had een idee, dat zoo goed paste bij mijne
andere schurkenstreken, dat het zonde en
jammer zou geweest zijn, het niet bij heb
rijkgekleurdé patroon te voegen.
Daarom zag ik er tegen op naar het Hotel
des Pays-Bas terug te keeren 'van een wande
ling door Utrecht, daar ik begreep, dat hét
Van Buren-gezelschap gearriveerd' zou zijn.
Ik bleef dus nog wat buiten, schetsen ma
kende, zoolang het d'ag was, en 'kreeg een
paar goede stukjes van de oude stad; een.
schaduwachtigen blik op een van Utrecht's
zonderlinge grachten, ©enig in Holland', met
hare dubbele kade, dó ©en boVen de anldere
een indruk van den Domtoren, gezien over
een reeks boogvormig© bruggeneen paar
visschers, die een zeer primitief nét ophaal
den, aan vier takken vastgemaakt en met
duizend© diamanten vonkelend, toen hét bo
ven water 'kwam, als hét webbe een er spin,
gesponnen uit kristal.
Ik zorgde niet voor den eten te verschij
nen, maar men is wel genoodzaakt ter zelf
verdediging vroeg in Holland te dineeren,
want wat een vreemdeling vroeg vind't, vinldt
een Hollander laat. Het was zeven uur, toen
ik naar de IC. D. G.'s zitkamer ging (liet
is voor haar iets 'zeer gewoons geworden, een
zitkamer te hebben) en kijk daar waren ze
allen reeds. .Nell was eenvoudig in 't wit ge
kleed, maar Phyllis had groot toilet ge
maakt. Arm kind! Ik hégreep wel waarom,
en toch had zij zich die moeite gerust kun
nen sparen, wan't bij haar vergeleken, zag
Freule Menela er uit als een verschrompeld©
citroen en toch droeg déze een hoed, die op
een tentoonstelling had kunnen pronken.
De Van Buren-tweel'ingen zijn bekoorlijke
schepseltjes, maar zij tellen niét mede in
dit klein© drama. Bovendien' zijn zij in elk
geval neg te jong voor ©en drama. Zij begin
nen juist te repeteeren voor de eerste acte
van haar levenen ik stel het mij eerder
voor als ©ene pastorale, nooit als een drama
of treurspel, zelfs niet als een opgewekte
c omedie.
Ik wist uit Phyllis' beschrijving) wat soort
van meisje de fiancée zou Mij ken te zijn,
maar ik had mij haar zoo elegant niet voor
gesteld. Haar japon en de 'hoed, die zij voor
de table d'hote had opgezet, schenen recht
streeks uit de Ru© de la Paix gekomen;
hetgeen te meer in haar viel te prijzen, daar
ik wel een dolzijn keeren hoorde, dat zij arm
is ©ven arm als zij trótsch is.
Nu was hot ©ogenblik gekomen het spelle
tje gaande te maken, en ik gaf moedig den
eersten stoot. Ik veinsde op heb eerste ge
zicht bijzonder ingenomen te zijn met dé
jonge dame uit Den Haag. Ik opende een
zeer levendig gesprek met haar, waarin wij
heiden ons zoozeer verdiepten, dat toen K.
D. G. ons voorstelde naar heneden te gaan
ivm te dineeren, bet niemand zal verwonderd1
hébben, toen ik zeide: „Luister, gij allen,
die er belang 'hij hebt, ik wil aan table
l'hóte naast Freule Van der Windt zitten."
De meesten van ons gezelschap verwonderen
zich niet meer over iets, wat ik zeg of dóe;
daarop héb ik hen zorgvuldig weten af te
richten. De Zeekoning heeft mij nóg niét
dikwijls in mijn volle kracht gezien, daarom
keek hij mij verwonderd aan over mijne
stoutmoedigheid, maar 'hij nader inzicht be
sloot hij er niet boos over te worden.
Het mishaagd© de fiancée ook niét. Ik eal
haar genoegen nu niet toeschrijven aan de
macht mijner mannelijke aantrekkelijkhe
den maar de jonge dame is eeno derzulken,
die -zich gevleid achten door de zichtbare op
lettendheid van welken man dan ook, vooral
in het gezelschap van andere meisjes, be
koorlijker dan zij.
Ik ging voort mij géheel in Freule Menela
te verdiepen.
Zij heeft, dat ontdekte ik spoedig, een op
pervlakkige kennis van een aantal onderwer
pen, welke in een gezelschap ter sprake kun
nen komen. Wij keuvelden over Hollandsche
en Fransche kunst, en de jónge dam© was in
staat mij zoovele feiten naar het hoofd' te
slingeren, dat 'de bekoorlijke tweelingen, met
haar blanke teint en. liefelijke blosjes, hare
schoonzuster met onverholen bewondering
aanstaarden.
Klaarblijkelijk had zij uit Robert alles
weten te krijgen, wat deze van mij -wist te
vertellen, alsook van' de andere leden van
ons gezelschap, want zij is er het meisje
niet naar, om zich met vreemdelingen af te
geven, tenzij zij hen die moeite waardig
keurt.
Schijnbaar achtte 'zij mij de eer waard,
en aan tafel had zij ternauwernood een woord
voor den Zeekoning over, dié aan hare an
dere zijde zat, maar dit was des te heter
voor hem, omdat hij daardoor in de gele
genheid was, over tafel met Phyllis terpra
ten en naar haar te kijken, als hij niets te
zeggen had.
Wordt vervolgd.