sr°. 30». 7"" Jaargang* Vrijdag 30 April 1909. &m\t $own! BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem fr&uco per post- 1.50. Afzonder! yke nummers -- 0.05. Daze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgeven in te zenden. Uilgevers: VALKH OFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DEK ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cento by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tat het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eeoae circulairebevattende de voorwaarden, wordt bp aanvraag toegezonden. DE bange spanning is voorbij. De vlaggen worden uitgestoken. God dank, een Kroonprinses geboren 1 Verschrikkelijk was het wachten in deze laatste dagen, het zweven tussehen vrees en hoop. Goddank, de hoop heeft gezege praald, de blijde verwachting is in ver vulling gegaan Onze heden stijgen op voor het welvaren der jeugdige Koninklijke Moeder en haar Kind. Voor ons land, ja voor heel Europa is deze gebeurtenis van hooge politieke betee- kenis. Nu de bestijging van den Troon der Oranje's door een directe nakomelinge van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik is verzekerd, is aan elke verwikkeling die rijzen kon omtrent de Neder!andsche troon opvolging de grondslag ontvallen. Het was Oranje, het blijft Oranje, Oranje hoven 1 Een wolk, die boven cns land aan den Europeeschen hemel hing is weggevaagd en helder straalt de zon der Oranje's. Ontroering vervult alle harten. Een traan van blijdschap blinkt in menig oog. Een juichtoon stijgt uit het volk tot den troon. Heil de Koningin, wier vurige wenscli in vervulling ging, haar volk een troonopvol ger te schenken. Heil Z. K. H. den Prins-Gemaal, als Vader van de jeugdige Kroonprinses met nauwer handen nog aan het Neiderlaudsche volk vefkhocht, dan reeds te voren de ver- eering en hartelijke genegenheid over zijn persoon hechtten. Hedl H. K. H. de jeugdige Kroonprinses. Moge zij in voorspoed groeien en bloeien en gelijk worden aan hare door haar volk in liefde aangebedene Moeder. Heil Koningin Emma aan wie het ver gund is, dit hooge geluk te heieven. Heil ons vaderland. Oranje Boven I Politiek Overzicht. Sultan Mahomed V. In den Gothaschen almanak is als ge boortedatum van Rechad Effendd, die nu als Mahomed V den troon heeft beklommen, de 3e November 1844 opgegeven. Veel meer is er niet te zeggen over den nieuwen sultan, en evenmin over Jussuf Izzedidlin, den op 9 October 1857 geboren prins, die nu de naaste agnaat tot den troon is ge worden. Zelfs de in den hofkalender opge geven datums staan niet onomstootelijk vast. Volgens de aan h et hof te Konstanti nop el heerschende gebruiken, is het geen gewoonte de geboorte van een keizerlijken prins dade lijk bekend te makendat geschiedt eerst een paar jaren later. Hun doen en laten blijft geheel in het duister gehuld, en het meeste van wat daarvan wordt verteld, moet op rekening van de verbeelding gesteld worden. Mahomed V is de twee jaren jongere broeder van den nu van den troon gestooten Abdul Hamid. De beide broeders gelijken uiterlijk even weinig op elkaar als innerlijk. Zij hebben niet de zelfde moeders gehad en hu mm moeders waren van verschillende af stamming. De moeder van Abdul Hamid was eene Armenische van de hoogvlakte van Koerdistan, terwijl Rechad geboren is uit eene Circassische. Gedurende de eerste helft van hun leven zijn Abdul Hamid en Rechad lotgenooten geweest. Beide brachten zij hunne dagen in afzondering door, namelijk ieder voor zich. Sultan Abdul Aziz, hun oom, ging met plannen om, de kroon te Laten erven door een van zijne eigen zoons en hield daarom cle oudere prinsen van het huis onder zeer scherp toezicht. Maar toen in 1876 Abdul Hamid den troon heklom, brak voor Rechad riiet de vrijheid aan. Hij bleef feitelijk een gevangene in een der paleizen aan den Bos porus. Daar sleet hij zijne dagen, zonder met andere kringen in aanraking te komen, laat staan geroepen te worden om deel te nemen aan de zaken van den staat. Totdat de omwenteling van Juli van het vorige jaar aan de' keizerlijke prinsen de vrijheid schonk. De grondwet schonk hun het recht zich als vrije mannen te voelen en zich on gedwongen te bewegen. In deze antecedenten ligt het antwoord op de vraag wat van den nieuwen sultan is te verwachten, opgesloten. Het Jong-Turk- sche orgaan, dat te Parijs verschijnt, La Turquie nouvelle, gééft van den nieuwen Grooten heer eene vleiende karakterschets Het blad schrijft: „Wie eens prins Rechad in Konstantmopel heeft gezien, gezeten in zijn door politieagenten omringd rijtuig, zal nooit deze mooie blauwe oogen vergeten, die diepe melancholie en groote goedheid uit drukken. De melancholie kwam van moreele en matevieele zorgen, clie hij dertig lange jaren moest verduren. Rechad heeft een waren schrik voor het absolutisme, waarvan hij het stomme, lijdzame slachtoffer is ge weest. Hij veroordeelt het despotisme, dat steeds ellende en bloedvergieten ten gevolge heeft gehad, en hij keurt het ook af, omdat hij. het onvereenigbaar acht met het hervor mingsstreven van de eeuw. Rechad, die de vreemde denkers, wijsgeeren en sociologen waardeert, wil de instellingen van de Euro- peescbe beschaving, die niet in strijd zijn met de traditiën van den islam en met ie grondslagen van het Turksche rijk, daarin over pl anten Het is natuurlijk te hopen, dat de nieuwe sultan aan deze schets, die van hem wordt gegeven, beantwoordt. Maar zekerheid be staat daaromtrent niet. Hij is een onbe schreven blad, zooals alle vroegere sultans, die uit hunne gouden kooi plotseling voor den dag werden gehaald, omdat door over lijden of door afzetting de regeering van hun voorganger een einde had genomen. Hoe de Jong-Turken, die nu het heerschende element zijn in den Turkschen staat, over sultan Mahomed V denken, wordt zeker juister uitgedrukt door de hier volgende me- dedeeling, die volgens den Lokalanzedger af komstig is van eene zijde, die goed is in gelicht over de stemming in die kringen „Wij koesteren geen liefde voor hem, wij haten hem niet, maar wij verwachten en wij li* vreezen ook niets van hem. Rechad zal sul tan zijn enkel omdat wij de huiswet van de Osman-dynastie, die nu reeds 400 jaren be staat, niet willen omverwerpen en, zooals ik gaarne wil toegeven, niet kunnen omver werpen. In ieder geval zou dat tot de hevig ste schokken leiden, en wij hebben ons vaderland te lief, om daaraan het Turksche rijk hloot te stellen. De orde van de troons opvolging zal voor on|s het allerlaatste motief zijn om het Osmaansche rijk in ver warring te storten. Sedert Selim I bestaat nu eenmaal de wet, dat steeds het oudste lid van de familie den troon beklimt; laat dus de 64-jarige Rechad padisja wor den Wij weten, dat hij opgevoed is zoo als alle Osmanische prinsen, en dat hij dus in den woordelijken en overdrachtelijken zin van de wereld daarbuiten en hare toestan den geen vermoeden heeft. Maar hij kan zijn naam zetten, en zooveel verstand zal hij wel bezitten om te begrijpen, dat hij daarvan gebruik zal moeten maken, zoodra een minister hem een besluit tot ondertee- kening heeft voorgelegd. Prins Rechad zal het Turksche volk geen schade doen. Hadden wij vrijheid gehad een sultan te kiezen, dan zouden wij Rechad Effendi niet gekozen hebben. Reeds zijn leeftijd zou ons hebben bewogen deze can- didatuur voorbij te gaan, en misschien zou de blik op een van de zonen van Abdul Hamid gevallen zijn, die in den laatsten tijd werkelijk zoo iets als populariteit bezaten. Maar voor ons komt de vraag volstrekt niet hierop neer welke pex-soon op den troon zit, maar welke personen den troon om ringen, en hoe er waarborg voor kan worden verkregen, dat de hesten en bekwaamsten ieder ©ogenblik ter zijde kunnen staan, en aan deze waarborgen zal het niet ontbreken. Daarop kunnen allen vertrouwen. Uit de duisternis van zijn paleis genoemden kerker is Rechad, evenals de overige prinsen, eerst te voorschijn gekomen, sedert de grondwet aan alle Osmanen de vrijheid bracht. Maar hij heeft van deze bewegingsvrijheid weinig gebruik gemaakt, ik neem aan omdat hij zijne geringe beteekenis voelde. Haast nie mand weet iets van hem, en wanneer er sprake kan zijn van een indruk, dien hij heeft gemaakt, dan moet het deze zijn, dat hij een zeer rustigen, om niet te zeggen slaperigen aard doet blijken. Ook als padisja kan hij rustig verder slapen. De Turksche natie heeft meer dan één beproefden hoe der, die over hare vrijheid en over haren vooruitgang waakt". Duitschland. B e r 1 ij n, 2 9 April. Het telegraaf- agentschap „Press Telegraph" gaf in den laatsten tijd meermalen, zich beroepende op betrouwbare Duitsche bronnen, mededee- lingen over vragen van buitenlandsche poli tiek. De Norddeutsche Allgemeine Zeitung con stateert dat het agentschap „Press Tele graph" niet gerechtigd was zich voor deze mededeelingen op offieieele bronnen te be roepen. De gemeenteraad van Dresden heeft be sloten alle Saksische steden, die liggen aan de Elbe of middelpunten der nijverheid zijn, uit te noodigen tot het zenden van verzoekschriften aan bondsraad en rijksdag tegen de invoering van scheepvaarttollen, op grond dat de vracht verhooging die daar van het gevolg zal zijn, tot in de verst af gelegen streken zich zal doen voelen. In het huis van afgevaardigden van den Oostenrijkschen rijksraad heeft de minis ter van handel, in antwoord op eene inter pellatie, verklaard, dat de regeering vol houdt bij haar aan de Pruisische regeering leen baar gemaakt standpunt, dat Oosten rijk, met het oog op de door de voergeno men invoering van de scheepvaartrechten zoo zeer in gevaar gebrachte belangen van de Oostenrijksche Elbescheepvaart gedwon gen is vast te houden aan de rechten, die het verzekerd zijn door de overeenkomst van 22 Juni 1870. Frankrijk. Par ij s, 2 9 A p r i 1. President Fallières en .de ministers zijn tegen den middag terug gekeerd. Engeland. Londen, 29 April. Lloyd George verzekerde, dat géén enkèl lid der regee ring voornemens was in een vlaag van on gerechtvaardigde zuinigheid zulk een kost baar bezit als de suprematie ter zee in ge vaar te stellen. Het was de taak van de overheid met kalmte en moed het midden te houden tussehen paniek en zuinigheid, in welke gedragslijn de regeering den eenigen weg zag voor .de nationale veiligheid. T w e e d e' t e 1 e g r a m. Lloyd George's hegrootingsrede bracht buitengewone be langstelling in het Lagerhuis teweeg, dat tot in alle deelen was gevuld. Er waren zelfs leden, die op' den vloer zaten. De stij ging van het deficit,' waarin Lloyd George heeft te voorzien en de geruchten betref fende zijne voorstellen, hebben sterke nieuwsgierigheid bij lagerhuis en volk ver oorzaakt. Derde telegram. Lloyd George zijn begrooting inleidende, zeide dat hij van meening was dat het deficit kan worden ge dekt. Het steeg met 15,720,000 pond sterling door de uitgaven voor het loopende begroo- tingsjaar. Lloyd George deed uitkomen, dat de aanwas voornamelijk te wijten was aan de ouderdomspensiónoering en'de marine. Lloyd George vervolgende, zeide, dat het duidelijk was dat voor het volgende be- grootingsjaar nieuwe verantwoordelijkheden moesten worden aanvaard met het oog op marine en sociale hervormingsmaatregelen. Londen, 29 April. In het vervolg van zijne rede deelde minister Lloyd George mede, dat door de regeering wordt overwegen, naar wélke methode liet best kan worden vooi*zien in de werklieden-ver zekering. In aanmerking nemende, dat ook andere voorstellen voor sociale hervorming hoögere uitgaven zullen vorderen, zette hij uiteen, dat aan het bedrag van 15,720,000 nog verdere sommen zullen moeten toege voegd worden, met eene ruime marge voor onvoorziene uitgaven. Daardoor zoude het tekort, dat gedekt moet worden, op 16.500.000 gebracht worden. Hij stelde daarom voor de uitgaaf voor schulddelging met 3.000.000 te verminderen. Wat de voorstellen tót belastingverhoo- ging betreft, wordt de meerdere opbrengst van de inkomstenbelasting op 3,500,000 geraamd, die van de successie 2,850,000, het vergunningsrecht van koffiehuizen en sociëteiten, berekend naar het bedrag van den verkochten drank, 2,600,000. Verder worden voorgesteld verschillende wijzigingen in de grondbelasting, die in het eerst slechts 500,000 zullen opbrengen, maar principieel van groot gewicht zijn. Het recht op sterke dranken is ver hoogd met 3 sh. 9 p. per gallon, wat 1,600,000 zal opbrengende belasting op onbewerkte tabak is van 3 sh. op 3 sh. 8 p. gebracht, met eene daaraan geëvenredigde belastingverhooging op sigaren en sigaret ten; opbrengst 1.900,000. Verschillende wijzigingen in -de zegel rechten zullen 650,000 opbrengen. De minister deed nog uitkomen, dat eeni gen van zijne voorstellen zich kenmerken dóór rekbaarheid, waardoor de hoogere uit gaven, die in het volgende jaar te wachten zijn, kunnen worden gedekt. Nadat hij 2$'uur aan het woord was ge weest, werd de zitting eenigen tijd geschorst omdat de minister vermoeid was. Later hervatte hij zijne rede, die in 't geheel 4£ uur duurde. Hij stelde een inkomstenbelasting voor van 1 sh: 2 p. per pond op inkomsten, niet uit arbeid verkregen. Van de inkomens hoven 5000 zaL nog een extra-belasting worden gehevên. Voor de inkomsten 'urt eigen 'arbeid tot aan 3000 wordt dezelfde belasting gehe ven als tot dusver, maar van dergelijke In komens boven 3000 zal van ieder pond één sh. en 2 p. moeten worden betaald, terwijl bij inkomens beneden 500 een reductie van 10 zal worden toegestaan voor ieder kind beneden 16 'jaar. 1 Motorrijtuigen zullen naar het aantal paard ©krachten worden belast en bovendien zal een belasting worden geheven van 3 p. van de benzine voor automobielen met éene reductie van een halve pénny voor auto's ten dienste van den handel. De opbrengst dezer belasting zal aan de plaatselijke besturen worden afgedragen ter bestrijding van de kosten van het onderhoud der wegen. Een voorstel, om voorloopig machtiging te verleen en tot heffing van "het verhoogde recht van sterke dranken, werd aangenomen met 281 tegen 120 stemmen. Besluiten van gelijke strekking werden genomen omtrent de voorgestelde heffingen op tabak èn de be lasting op auto's en de daarvoor gebezigde benzine. Oostenrijk-Hongarlje. De Duitsche Keizer en Keizerin zullen op hunfte terugreis van Corfu den 14. Med te Weehen aankomen. Zij zullen daar waar schijnlijk anderlialveii dag blijven. De Kei zer zal daarna hëzoekén brengen aan Do- naueschingen, Frankfort eii Wiesbaden. De Keizer-lvoning heeft de aanvrage om ontslag van het Hongaarsche kabinet, aan genomen cn het verzocht "tot nader order de zaken gaande te houden/ De minister president Wekerle heeft langdurige audiën ties gehad hij den Keizer en den aartsher tog-troonopvolger. De audiëntie bij den aartshertog wordt druk besproken.- Men kent daaraan eene bijzondere'beteekenis toe. Het is in ieder geval opmerkelijk, dat deze minister-president gédurende de drie jaren ivan zijne ambtsvervulling noodt hij den aartshertog is geweest en eerst nu hij den troorisopvol'ger komt. Sommigen willen daarin eene manifestatie, van den aartsher tog tegen de onafhankelijkheidspartij zien. Rusland. De Czaar heeft het ainb.t van gouver neur-generaal der Oostzee-provinciën opge heven. Uit Petersburg wordt bericht dat be sloten is eene bijzondere Russisch-Finsche Naar het Engelsch VAN C. N. EN W. M. WILLIAMSON. Toen vroeg ik 'hem, waarom hij Freule Menela, gechaperoneerd door de tweeling zusters, niet naar Utrecht bracht, in plaats van te wachten, totdat wij in Zeeland wa ren; zijne verloofde kon dat weieens een te lange reis vin dón. Hij zeide, dat hij het haar vragen zou. „Laat nu niet te veel blijken, dat gij het gaarne zoudt hebben," zeide ik, zoo langs mijn neus weg. „En zeg haar vooral niet, dat gij haar beter kennis wilt laten maken mdt uw nichtje en 'hare stiefzuster. Zeg een voudig, dat helt een aardig uitstapje is. En je kunt er wel bijvoegen, dat Van Br ederode en ik vooral ik zoo verlangend zijn haar te zien." „Best, ik zal die boodëchap overbrengen," zeide hij. En ik geloof waarlijk, dat hij het deedwant Nell kreeg een telegram van hem, terwijl wij nog aan hét rondzwalken ia Friesland waren, met de vraag of hij de da mes te Utrecht op bezoek mocht brengen. Nu aan mij de taak, dat plan, ontworpen in een opwelling van zelfverloochening, ver der /uit te werken. Moraalwacht u voor onzelfzuchtige oogenblikken HOOFDSTUK XXIX. Ik geloof, dat ik in de duistere middel eeuwen een brave Hendrik zou zijn geweest. Ik placht dikwijls de waarheid, te spreken, en .niets dan de waarheid, zelfs al lew am dit mijn leeraars en meesters hoogst ongelegen. Ik gaf halve stuivers aan de armen, tenzij ik die zélf noodig had; ik zeide: „Nu leg ik mij neer", lederen avond en ook des morgens, tótdat men mij zeide, dat dit niet te pa-s kwam, en ik zong in een jongenskoor, zóó mooi en mét zóóveel uit drukking, dat men mijn krullen streelde en vreesde, dat i'k jong een engeltje zou worden. In die dagen en zelfs geen paar weken geleden, zou iemand, die mij zag, niet ge dacht hebben, dat ik kon samenzweeren te gen jonge en onschuldige meisjes, tantes aannemen, Volgens net huur-systeem, of aan getrouwde ooms misleiden door leugenach tige beweringen. Toch 'heb ik dit alles ge daan en erger nogwant ik heb mijn woord jegens Phyllis Rivers gehouden. Als ik een misdaad moet begaan, dan ge biedt mijn artistiek govoél mij d'it goed te doen; en natuurlijk wanneer men eenmaal een zekeren weg is ingeslagen, gaat men verder, dan men eerst van plan was. Dat gebeurde mij in de zaak van Robert van Buren en ëijne verdoofde. Ik was Pnylis en mijzelf verplicht den Zeekoning 'hoe dan ook vrij te maken. Het was voorbarig van mij dit te beloven, en het was ook don Quichotischen weinige uren later ihad ik er reeds berouw over, en was ik overtuigd een ezel te zijn geweest. Hoe ik mij van die opdracht zou kwijten, wist ik op het oogen'blik nog niet, maar ik had een idee, dat zoo goed paste bij mijne andere schurkenstreken, dat het zonde en jammer zou geweest zijn, het niet bij heb rijkgekleurdé patroon te voegen. Daarom zag ik er tegen op naar het Hotel des Pays-Bas terug te keeren 'van een wande ling door Utrecht, daar ik begreep, dat hét Van Buren-gezelschap gearriveerd' zou zijn. Ik bleef dus nog wat buiten, schetsen ma kende, zoolang het d'ag was, en 'kreeg een paar goede stukjes van de oude stad; een. schaduwachtigen blik op een van Utrecht's zonderlinge grachten, ©enig in Holland', met hare dubbele kade, dó ©en boVen de anldere een indruk van den Domtoren, gezien over een reeks boogvormig© bruggeneen paar visschers, die een zeer primitief nét ophaal den, aan vier takken vastgemaakt en met duizend© diamanten vonkelend, toen hét bo ven water 'kwam, als hét webbe een er spin, gesponnen uit kristal. Ik zorgde niet voor den eten te verschij nen, maar men is wel genoodzaakt ter zelf verdediging vroeg in Holland te dineeren, want wat een vreemdeling vroeg vind't, vinldt een Hollander laat. Het was zeven uur, toen ik naar de IC. D. G.'s zitkamer ging (liet is voor haar iets 'zeer gewoons geworden, een zitkamer te hebben) en kijk daar waren ze allen reeds. .Nell was eenvoudig in 't wit ge kleed, maar Phyllis had groot toilet ge maakt. Arm kind! Ik hégreep wel waarom, en toch had zij zich die moeite gerust kun nen sparen, wan't bij haar vergeleken, zag Freule Menela er uit als een verschrompeld© citroen en toch droeg déze een hoed, die op een tentoonstelling had kunnen pronken. De Van Buren-tweel'ingen zijn bekoorlijke schepseltjes, maar zij tellen niét mede in dit klein© drama. Bovendien' zijn zij in elk geval neg te jong voor ©en drama. Zij begin nen juist te repeteeren voor de eerste acte van haar levenen ik stel het mij eerder voor als ©ene pastorale, nooit als een drama of treurspel, zelfs niet als een opgewekte c omedie. Ik wist uit Phyllis' beschrijving) wat soort van meisje de fiancée zou Mij ken te zijn, maar ik had mij haar zoo elegant niet voor gesteld. Haar japon en de 'hoed, die zij voor de table d'hote had opgezet, schenen recht streeks uit de Ru© de la Paix gekomen; hetgeen te meer in haar viel te prijzen, daar ik wel een dolzijn keeren hoorde, dat zij arm is ©ven arm als zij trótsch is. Nu was hot ©ogenblik gekomen het spelle tje gaande te maken, en ik gaf moedig den eersten stoot. Ik veinsde op heb eerste ge zicht bijzonder ingenomen te zijn met dé jonge dame uit Den Haag. Ik opende een zeer levendig gesprek met haar, waarin wij heiden ons zoozeer verdiepten, dat toen K. D. G. ons voorstelde naar heneden te gaan ivm te dineeren, bet niemand zal verwonderd1 hébben, toen ik zeide: „Luister, gij allen, die er belang 'hij hebt, ik wil aan table l'hóte naast Freule Van der Windt zitten." De meesten van ons gezelschap verwonderen zich niet meer over iets, wat ik zeg of dóe; daarop héb ik hen zorgvuldig weten af te richten. De Zeekoning heeft mij nóg niét dikwijls in mijn volle kracht gezien, daarom keek hij mij verwonderd aan over mijne stoutmoedigheid, maar 'hij nader inzicht be sloot hij er niet boos over te worden. Het mishaagd© de fiancée ook niét. Ik eal haar genoegen nu niet toeschrijven aan de macht mijner mannelijke aantrekkelijkhe den maar de jonge dame is eeno derzulken, die -zich gevleid achten door de zichtbare op lettendheid van welken man dan ook, vooral in het gezelschap van andere meisjes, be koorlijker dan zij. Ik ging voort mij géheel in Freule Menela te verdiepen. Zij heeft, dat ontdekte ik spoedig, een op pervlakkige kennis van een aantal onderwer pen, welke in een gezelschap ter sprake kun nen komen. Wij keuvelden over Hollandsche en Fransche kunst, en de jónge dam© was in staat mij zoovele feiten naar het hoofd' te slingeren, dat 'de bekoorlijke tweelingen, met haar blanke teint en. liefelijke blosjes, hare schoonzuster met onverholen bewondering aanstaarden. Klaarblijkelijk had zij uit Robert alles weten te krijgen, wat deze van mij -wist te vertellen, alsook van' de andere leden van ons gezelschap, want zij is er het meisje niet naar, om zich met vreemdelingen af te geven, tenzij zij hen die moeite waardig keurt. Schijnbaar achtte 'zij mij de eer waard, en aan tafel had zij ternauwernood een woord voor den Zeekoning over, dié aan hare an dere zijde zat, maar dit was des te heter voor hem, omdat hij daardoor in de gele genheid was, over tafel met Phyllis terpra ten en naar haar te kijken, als hij niets te zeggen had. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1