K', all. Tweede blad.
7d< Jaargang.
Zaterdag 1 Mei 1909.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
AMERSFOORT
DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50-
Afzonderlijke nummert 0.05.
p._ j Couran verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer •-0.10,
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene
oirculairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Jn en om Den Haag/^g.
BRIEF van MARIÜS.
I'k ken in ons land1 geen mooiere laaiv dan, do
Oude ScUieveningsohe Weg, dó hoofdvenkeersbaan
tusschen Den Haag en Scheveningen. Men kan
zich bijna niet voorstellen, dat deze weg vroeger
een zandpad is geweest, waarover de Seheve-
ninigsche visscthersliedera, orabesflrat. voor de bran
dende zonnestralen de stad 'bereikten. Nu is
het een reuzenallée van statig, zwaar geboom
te, geflankeerd door voor liet oog oneindig
boom- en. struikgewas vara de Selievenin gsclie
Boschjes «enerzijds en liet mooie paric Zorg
vliet anderzijds. Te vreezen is het echter dat
dit laatste in den loop der jaren door de lieer-
sohendo bouwwoede een villapark zal worden.
Wie van een jong, groen blaadje houdt, kan
zich ran tegoed1 doen op den Ouden Weg. Geen
wonder dat het getal wandelaars met- den dag
toeneemt. De Ixximem hebben, ham. volte nog
wel niet, dooli t groeni is_ nu zoo früsüh, zoo
nieuw.
Jammer dat er een groot bezwaar is voor den,
■wandelaar. De Sdhev. weg is, zooals de lezer
zal weten zeer breedi, wat natuurlijk zijn schoon
heid verhoogt. Er is een lioog pad langs de
Bosch jes voor wandelaars, dan een ruiterpad,
verder een diibbel tramspoor, dan komt de
breedo, gelijke straatweg en eindelijk, langs het
Zorgvlietterrein twee paden, voor wandelaars era
fietsers. Nu is het te begrijpen: dat iemand, die
ongestoord wil wandelendaartoe op deze paden,,
vaar hij voortdurend moet uitkijken, geen ge
legenheid vindt. Hij is dus verplicht den boven-
weg te nemen terwille van. 't fietsend publiek,
dat even snel op den rijweg 'kan vooruitkomen.
Eeni van de mooie dagen- bracht me aam 't
strand. "De zon deed1 de trampassagiers al aan
stalten imaloen. om te puiffem, vieze gezichten, te
trekken/ en alles wat ia een. warme train alzoo
'behoort. Doch aam zee gekomen, kam ieder daar
beter do zom dam den wind velen. Vinnig blies hij
uit hot Zuidwesten. Em toch, verderop wande
lend, zag ik de jeugd met bloote beenem kanalen
graven.
Trouwe bezoekers vam het strand zijra in dezen
tijd de schelpen,vissdhers. Honderdtallen karren
vrachten worden langs de kust geschept, waarbij
de mannen, zoo ver mogelijk in, zee loopen. Voor
lien is dat blijkbaar een voordeelig bedrijf. De
schelpen vinden met graagte hum weg. De vraag
is of onze kust hierdoor geschaad wordt. Op
deze vraag zijn reeds udteenloopende, diep ge
leerde antwoorden gegeven tot- heden zonder
eenjg werkelijk gevolg. Mijn oordeel zou zijn, op
m. i. logische gronden, dat het weglialen der
schelpen voor de kust en de visdhcultuur scha
delijk is. Want mem moet niet denken dat die
schelpen alle leeg zijn. Dat kam mem 't beste
bespeuren, als de zon enkele dagen op de sCheJi-
perahopen heeft geschenen; ruikt dam eens! Ik
vrees echter dat er nog heel wat schelpjes zul
len worden opgevisaht voor dat wordt gezegd
ophouden.
Verder den Boulevard afwandelend, kwam ,ik
aan d'e duimen. Wat zijn de hellingen om kale
plekken weer flink met helm beplant. Doch kom
i'k in September of eerder nog eens kijken, dam
is er van de beplanting, welke zooveel geld kost
te, wellicht niets meer overgebleven:, De duinu
bezoekers en de stramdpaardijes weten er wel
raad mee. Het zou met 't oog op de kosten en
voor t ljehoud van dat gedeelte duin aambeve-
ling verdienen, wanneer de duinzoom boven, en
onder op een 1000 M. afstand werd afgezet met
prikkeldraad.
De Vereemiging tot bevordering van 't Vreem-
dleïimgemverkeer in Den Haag en Omstreken
iaat geen middel onbeproefd om door reclame
den vreemdeling op onze Residentie met liaar
stads- en natuurschoon aandachtig te maken.
En is deze. gevolg gevende aan de uitnoodiging
tot een bezoek, 'nier afgestapt, dan zorgt de
Ver. wel dat men niet het grootste gedeelte vam
zijn tijd 'behoeft te verdolen, integendeel, gratis
wordt een lijvige, papieren Gids verstrekt, waar
in men alles kan vindem wat men noodlig heeft
te weten.
Onder de bezienswaardigheden werden geluk
kig niet opgenomen de reclamezuilen, welke hier
en daar op drukke punten zijn geplaatst. Zoo
lang ze beplakt zijn met frissche biljetten, kan
't> er mee door, doch worden deze biljetten oud
en krijgen ze geen plaatsvervangers, dan gaain ze
wapperen enl allerlei ontfrissohe plekken vertoo
rnen.
Wellicht kan „Verkeer" in overleg met „Ver
fraaiing" zich 't lot dezer zuilen aantrekken.
Wie nu verscheidenheid van kleeding wil zien.
moet in Den Haag zijn. Achter de winkelramen
keur van voorjaars- en zomer toilet ten, hoed/en
en wat er verder bij belioont. En op 6traat: hier
eene niet meer jonge dame met- een zwierigen
zomerhoed, licht manteltje., on-tout-oas in de
hand, daar een Haagsche schoone van even 20
in wiintoroostuum met een boa om den hals en:
in de handeen -koordje, waaraan een hondje
met een dek je tot zijn nekje. Hier een kantoor
heer, Haagsch ambtenaar, die zijn winterjas nog
draagt, daar een scliooljongen in katoenen
mariniepa'kje en met- Moote kuiten Dat is alles 't
gevolg van de Aprilgrillen. Vandaag drukkende
atmosfeer, onweer, zachte avondkoelte en morgen
■wind', regen, en hagel met een koude, dlie ons
doet besluiten, de kachel, aan te leggen. Dooli
ook aan dit lijden komt een einde. Mei zal ons
wel wat vriendelijker 'behandelen en dan komt
Juni en 't as zomer.
„In naam", zult ge zeggen.
Ja, de daad moeten we afwachten.
Berichten.
Onderzoek naaT het vaderschap.
Verschonen is, gelijk wij reeds in. 't kort meld
den, de memorie van antwoord van den minister
van Justitie, op het voorloopig verslag der fier
ste Kamer over het wetsontwerp tot wijziging
en aanvulling van enkele artikelen van het Bur
gerlijk Wetboek, ter opheffing van de bezwaren,
waartoe het bestaande voorschrift betreffende
liet onderzoek naar het vaderschap aanleiding
geeft.
Niet op grond van afstamming, van natuurlijk
vaderschap zal heb ageeren, maar op grond van
het geheel andere feit, dat de beweerde schulde
naar onder zekere voorwaarden geslachtelijk met
de moeder beeft verkeerd.
Voorts wordt betoogd, dat al moge onder de
niet steeds eensluidende verklaringen, nopens de
beteekenis van het ontwerp afgelegd, de identi
teit van de eerste en de nader gewijzigde redac
tie hier en daar zijn schuilgegaan, zij niettemin
bestaat.
Ondanks dien ijdelen naam vader, waarmede
het ontwerp opent, houdt de gewyzigde voor
dracht precies, gelijk de ongewijzigde, niet meer
in dan de regeling eenor zuivere alimentatie-
actie, op cohabitatie gegrond. Over den alimen
tatie-plicht der moeder, welke naar ons B. W.
reeds bestaat-, behoefde het ontwerp niet te han
delen. Dit stilzwijgen is verkeerd uitgelegd. Ver
warring uit allerlei oorzaak geborenvertroebelt
dus de eenvoudige kwestie, door het ontwerp-
Loeff voor het parlement gelegd. Tot indiening
vam een nieuw ontwerp bestond geen aanleiding.
Vervolgens zet de minister uiteen, hoe ons
huidig recht is tegenover den vader en de moe
der van liet onechte kind en welke de gebreken
van ons huidig recht zijn. De grondslagen van
het ontwerp worden verklaard de aansprakelijk
heid van den cohabitant in het licht gesteld, en
betoogd, dat al wat hot ontwerp aan het kind
schenkt, eone geldvordering is en nog maar eene
geldvordering voor een bepaalden, tijd.
Het ontwerp vestigt geen vaderschap tegen
den wil des vadershet vestigt enkel een schuld
tegen den wil van den conoubent.
Ook op gronden, aan de practijk ontleend, ia
liet on-twerp aan critiek onderworpen.
Do minister bestrijdt deze.
Niet de prostituee, wier bedrijf trouwens mede
brengt dat zij hare cliën/tèle met rust laat, maar
do zwakke vrouw zal vermoedelijk bij het ont
werp p roti toeren.
Overmoed en gebrek aan moed', tussolien deze
twee polen bewegen zich de beide tegenstrijdige
opinies, omtrent het ontwerp geuit. De eene
zoowel als de andere meening wijst echter de
regeering af.
Do oplossing van het ontwerp is in volkomen
overeenstemming met ons huwelijksrecht.
De regeevinig concludeert, dat dit wetsvoorstel
voor den gehuwden man geene exceptioneele
gunstige positie mag scheppenen. bovendien,
dat dit voorstel niet in stee van een bewijsbare
gemeenschap, een eigenlijk onbewijsbaar vader
schap als voorwaarde voor het slagen der
alimentatie-actie mag stellen.
Ten slotte gaat de minister de opmerkingen
omtrent de artikelen na, en geeft een antwoord
op do nota Van der Biesen.
Adjunct-in spectrice van
den arbeid. De Nationale Vrouwenraad
van Nederland, bestaande uit een aantal
vereenigingen en bonden, heeft een adres
gericht aan de Tweede Kamer, naar aanlei
ding van de Mem. van Toel. van het wets
ontwerp tot wijziging en verhooging van het
Xde hoofdstuk der Staatsbegrootïng voor
het dienstjaar 1909. Blijkens deze Memorie
bestaat het voornemen, bij de arbeidsinspec
tie een regeling in te voeren, waarbij tweeër
lei maatstaf van kennis wordt aangenomen
voor den adjunct-inspecteur en de adjunct-
inspectrice van den arbeid, en dat wel in
dier voege, dat van den eerste wordt ge-
eischt theoretische kennis naast practische
ervaring, terwijl de laatste slechts behoeft
te voldoen aan de zeer vage eischen van
„algemeene ontwikkeling, groote tact en een
open oog voor de belangen der jeugdige en
vrouwelijke arbeiders". Adressant verzoekt
nu, onder aanvoering van verschillende mo
tieven aan de Kamer, het wetsontwerp niet
tot wet to verheffen voor en aleer is vast
gesteld, dat de adjunct-inspectrice van den
arbeid aan gelijke voorwaarden van kennis
zal moeten voldoen als de adjunct-inspec
teur ivan den arbeid.
Onze Vloot. Gisterenmiddag
hield de vereeniging „Onze Vloot'' in eon
der zalen van het Pal ais-Royal, te Amster
dam, haar jaarlijksche algemeene vergade
ring, onder leiding va- den vioe-admiraal
A. G. Ellis, oud-ininister van marine.
In zijn welkomstwoord drukte de voor
zitter zijn vreugde uit over het feit, dat da
afgevaardigden thans de gastvrijheid konden
genieten van de eerst onlangs opgerichte
afdeeling Amsterdam, die, wanneer de voor
teekenen niet bedriegen, weldra tot de sterk
ste zal behooren.
Uit het jaarverslag van den secretaris
blijkt, dat het leden-aantal van 1460 tot
ruim 1700 gestegen is. Het aantal afdeelin-
gen blijft toenemen, zoodat er reden tot te
vredenheid bestaat. Het hoofdbestuur s
echter van meoning, dat her aantal af deelin
gen hoofdzakelijk in de Oost-Indische kolo
niën zich nog voortdurend dient uit te
breiden.
Wegens gebrek aan voldoende fondsen,
werd besloten nog niet over te gaan tot de
uitgifte van een eigen orgaan, doch zich te
blijven bepalen tot het doen verschijnen van
circulaires, zooals er reeds een tweetal het
licht zagen.
De rekening en verantwoording van den.
penningmeester over 't afgeloopen jaar werd
goedgekeurd.
De aftredende bestuursleden, de hoeren
jhr. C. H. A. v. d. Wijck, prof. jhr. mr
W. I. M. van Eysinga; G. I. W. Koole
mans Beynen, D. C. Krol van der Hoek
en dr. P. J. T. Vermeulen, zagen zich bij
acclamatie in hunne functies gehandhaafd.
De eerstvolgende algemeene vergadering
zal te Utrecht plaats hebben.
De bijeenkomst werd met een gemeen -
schappeliiken maaltijd beslo in, nadat te vo
ren een krans gelegd was op het graf van
Michiel Adriaansz. de Ruyter, in do Nieuwe
Kerk.
Zooals men weet, worden de jaarlijksche
algemeene vergaderingen van „Onze Vloot"
zooveel mogelijk op den sterfdag van den
grooten admiraal gehouden.
Nederlandse h-B e 1 g i s c h e
Commissie. In de vergadering der Na-
derlandsch-Belgische Commissie, welke op
10 en 11 Mei te 's Gravenhage gehouden zal
werden, zullen de volgende onderwerpen
worden behandeld.
De le subcommissie (Posttarieven) ^stelt
voor den volgenden W e n s c h aan te ne
men
De Nederlandsch-Belgische Commissie
spreekt den wemsch uit, dat tusschen België
én Nederland een overeenkomst moge geslo
ten worden, met de strekking, het postver
keer tusschen beide landen te bevorderen.
Zonder een overeenkomst in den vorm to
ontwerpen, bepaalt zij zich er toe, de op
lossing aan te bevelen, die zoude bestaan
in toepassing, zooveel mogelijk, van hei
binnenlandsoh tarief van elk land op de zet-
dirgen, voor het andere land bestemd, met
uitzondering van die categorieën, voor welke
een bijzondere regeling noodig zoude blijken,
wegens het verschil tusschen de tegenwoor
dige binnenlandsche tarieven.
Elk land zoude de door henzelve geheven
-echten in hun geheel behouden en, evenals
thans, de zendingen, uit het andere 'and
afkomstig en voor zijn gebied bestemd,, kos
teloos vervoeren.
De te sluiten overeenkomst zoude in wer
king treden op 1 Jaunari 1910.
De 5e subcommissie (Auteursrechten)
brengt verslag ur over de verhouding van
Nederland en Beligië wat betreft de weder
zij dsche bescherming van het auteursrecht
en biedt een ontwerp-verdrag, met toelich
ting, aan.
De 4e sub-commissie (Soheepvaartregel in
gen) stelt voor, dat de N.-B. commissie be
sluite de bedde nationale afdeelingen uit te
noodigen om elk Hij haar regeering pogin
gen aan te wenden dat door deze bij de re
geering in Duitschland krachtig worde aan
gedrongen om het „Binnenschifffahrgesetz"
in dier voege aan te vullen, dat het begin
sel van openbaarheid, ook overigens door de
Duitscho wet erkend, beter tot haar recht
kome, door het in het leven roepen van een
centraal-bureau, alwaar de teboekstellingen
en de belastheid der schepen kunnen wor
den gecontroleerd.
De 6e subcommissie (landbouwvraagstuk
ken) stelt voor de aanneming van eenige
wenschen betrekkelijk wijziging van het be
sluit van den Belgischen minister van land
bouw nopens het tuberculineeren van voor
invoer in België bestem. vee (19 Januari
1905)en de aannemin" van een wensch
tot wijziging van een besluit van den Ne-
derlandschen minister van Binnenlandsche
Zaken (17 October 1899) betreffende de ver
gunningen tot den invoe van vee en mest.
In een op 29 dezer te houden vergade
ring der Nederlandsche afdeeling van de
commissie zullen deze wenschen, alvorens
in de commissie in pleno te worden behan
deld, worden goedgekeurd. (N. Ct.j
Herziening spoorwegta
rieven. ue naiuer van jvoopnaiiuei ie
.oei geu-up-2*10 w n«ext 11120*0 u© voOigo&uM-
ne nieuwe tarieven uij u© spoorwegen uoslo
ten net voigcnue suimjvoii iot ei© minuater
van wa>i£ursi-ooi te neuten:
le. niet ïngenomeraneia hebben, wij gezien,
dat het ae ooaoeiiug is met au ontwerp
unilormueit te vernrijgen uizaae ae tarieven
onzer spoorwegen. Wij i^etreuren liet eenter,
dat bij aeze regeling wordt gemist ae N. li.
D. aie reeuis sinas jaren een gelijklui
dend tanei had als de fcj. Wij spreken
daarom don wensch uit, dat zij alsnog in
deze tanelregeling zal worden opgenomen.
2e. Aangenaam, stemde ons veraer de op
hef tiug der retourkaar ten geldig gedurende
een maand, omdat daardoor een einde werd
gemaakt aan zeer veel fraude. Tegen het
behoud van ëendaagsche retour kaar ten voor
buurtverkeer bestaan bij ons geen bezwaren,
mits deze op ruimere schaal voor alle deeleu
des lands op korte trajecten worden ver
krijgbaar gestald.
5e. Minder juist gezien is het over te
gaan tot afschaffing der vac antiek aar ten,
zonder daarvoor iets in de plaats te stellen,
daar het publiek zich gedurende een zeker
gedeelte des jaars daaraan heeft gewend.
Gaat men daartoe over, dan zou het o. 1.
aanbeveling verdieneninvoering van 5- en
15-daagsche abonnementen, op dien voet als
Belgie tot groot gerief der reizigers sinds
eenige jaren beschikbaar stelt.
4o. Betreuren doen wij het opheffen van
schoolkaarten voor leerlingen van ambachts
scholen en dergelijke, -enzij men de bezoe
kers dezer inrichtingen wil gelijkstellen met
gewone scholieren die R. H. B en andere
scholen bezoeken.
5e. Evenzoo Let opheffen der speciale
kaarten voor het bezoeken van markten met
de z.g. markttreinen. Wij moeten u dit be
slist ontraden, daar anders wederom de ge
wone treinen zullen worden overbevolkt en
groote vertragingen in het verkeer het go-
volg van druk bezoek op die dagen zal zijn.
Men zou deze categorie kunnen brengen on
der de rubriek buurtverkeer, waardoor dan.
tevens de in uitzicht gestelde uitbreiding
van het buurtverkeer tot stand werd ge
bracht.
Internationale Vereeni
ging voor Strafrecht. Zondag
avond zijn de gedelegeerden der verschil
lende s.uitenlandsche groepen van de „In
ternationale Vereeniging voor Strafrecht"
in „Krasnapolsky" te Amsterdam door de
ieden van de Nederlandsche groep ontvan
gen.
De bijeenkomst droeg geheel het karak
ter van een vriendschappelijk samenzijn,
zoodat toespraken en andere officieel© uitin
gen achterwege zijn gebleven.
Maandag morgen te half tien werd in het
American-hotel de eerste van de twee te
houden veigaderingen geopend.
Zooals wij indertijd mededeelden, is deze
Naar het Engelach
88 van
C. N. BK W. M. WILLIAMSON.
„Er zal vanavond illuminatie zijn", zeide
Van Brederode. „Je herinnert je immers wel
de parken en tuinen, die ge gisterenavond
zoo bewonderde, toen wij voor het kanaal te
Utrecht kwamen? Welnu, die zullen heden
avond met gekleurde lichtjes versierd zijn;
en als iemand uwer er lust toe gevoelt, zou
een wandeling langs het jaagpad niet onaar
dig zijn".
,,0, laten we dat doen!" riep Phyllis; en
de tweelingen vielen haar geestdriftvol bij.
Dat was Van Brederode voldoende,of
schoon noch Nell, noch de K. D. G. iets
zeiden en ik vroeg mijzelf reeds, aan wier
zijde hij voornemens was te wandelen. Had
hij dit tochtje voorgesteld, om de EngëTsche
of de Amerikaansche Engel geheel alleen
voor zich te hebben?
Ik onderdrukte de smart, die mij de ge
dachte veroorzaakte, dat hij een harer zou
hébben en ik vroeg zachtjes aan Freule Van
der Windt of ik haar cavelier mocht zijn,
ten einde ons zeer interessant gesprek voort
te zetten. Ik was al vergeten, waarover wij
het laatste praatten, maar dat was bijzaak,
Ware zij een weing minder welopgevoed
geweest, dan zou zij eene hooge borst heb
ben gezet. Nu glimlachte zij zeer geaffec
teerd maar echt lady-like.
Wij reden in huurrijtuigen de handelswij- i
keu u:a, tot aan de plek, waar het jaag
pad het aardig-ste werd en illuminatie het
meest fantastisch.
Ik zat in een rijtuig met de fiancee en hare
toekomstige schoonzustersmaar toen wij
verder te voet gingen, schoof ik zelfopoffe-
rendde tweelingen op den hals der chape
ronne en alleen met de jonge dame uit den
Haag (ze laat je geen vijf minuten achtereen
vergeten, dat zij uit den Haag is) vertraag
de ik mijn pas en regelde dien naar den
have, dat wij een beetje achter mochten blij
ven I
Het jaagpad en het kanaal waren mooi
en fantastisch, als een schilderij van een
Venetiaanschen nacht. Tegen zonsondergang
was er een lichte nevel uit het water opge
stegen en de roode, groene en gele lampions,
waarmede de boomen en de schuiten ver
sierd waren-, schenen er in te hangen als
juweelen, die gehaakt hadden in een tullen
sluier. Het gebladerte welfde zich teeder bo
ven ons hoofd, als bogen zich de takken, om
naar de liefde-woordjes te luisteren. De
zachte rose-schemering, die in de lucht
zweefde, maakte een bekoorlijk gelaat on
weerstaanbaar, en alledaagsche gezichten
duldbaar. Ieder normaal man zou in verzoe
king zijn geraakt het eerste liet beste mooie
meisje te vragen, hetzij hij haar reeds vroe
ger bemind had of niet, en het eerste het
beste mooie meisje zou hebben gezegd ,,ja
ja", zonder er aan te denken, hod zij j
dit morgen vinden zou.
Freule Melena van der Windt is alles be-
halve mooi; maar zonder haar pince-nez zag j
zij er bijna pikant uit in de rooae lichtjes en 1
de blauwe schaduwen, die op onze trekken
vielen, terwijl wij voorbij gingen. Ik was
er innig dankbaar voor, want het maakte
mijne taak betrekkelijk gemakkelijker. Ik
vond haar zachter, vrouwelijker en sympa
thieker dan in het hotel. Zij zou zoo gaarne
Amerika zien, zeide zij, en dat gaf mij eene
gelegenheid. Het was jammer, zeide ik, dat
zulk een intelligente en geavanceerde jonge
dame niet de wereld doorreisde, aleer zij
zich in zulk een klein, hoewel aantrekkelijk
land als Holland vestigde.
„Waarom beschouwt gij het zoo zeker'
dat ik mij ergens vestigen zou?,' vroeg zij
lachend.
„01" antwoordde ik, een weinig uit het
veld geslagen, „ik meende dat mijnheer Van
Buren het geluk 'had u te bewegen te Rot
terdam te gaan wonen".
„Nooit!" riep Freule Menela uit, „nooit
zal ik te Rotterdam gaan wonen!"
„Maar... als gij een man trouwt, wiens
belangen hem aan Rotterdam bindon?"
„Het is volstrekt niet zeker, dat ik zulk
een man. zal trouwen", klonk het kortaf.
„Niet zeker?" herhaalde ik, op eens het
besluit nemende Robert en Phyllis een on-
vergetelijken dienst te bewijzen. „Vergeef
mij, Freule, maar het dunkt mij wreed te
genover andere mannen den schijn aan to
nemen alsof gij verloofd zijt, ais dit het
geval niet is".
„Wat kan dat voor andere heeren betee-
kenen?" vroeg zij, blijkbaar vol belangstel
ling.
„01 dat zou hun nog lang niot onver
schillig kunnen zijn", antwoordde ik met
afgewenden blik; „zoo zou iemand u bij
voorbeeld voor het eerst kunnen ontmoeten,
na van uwe verloving te hebben gehoord en
het daardoor, uit vrees voor eigen gemoeds
rust, met wagen uwe schitterende talenten
te bewonderen.
Ik was thans zoo ver gegaan als ik mij
voorgenomen had. Een flauw denkbeeld om
den Zeekoning te bevrijden van het meisje,
dat hij niet lief heeft, en hem het meisje te
geven, dat hij en dat ik bemin, was
mij sinds dien stormachtigen avond te Enk
huizen bijgebleven. Ik had gedacht, dat
Freule Menela tot die meisjes behoorde, die
j het vleeech voor de schaduw er van la-ten
vallenmaar nadat ik een zwevende, spook-
achtigo schaduw die iemand of niemand
j kon zijn vluchtig had aangeduid, was ik
I volstrekt niet voornemens verder te gaan,
zelfs niet, al kon dit Phyllis' geluk beze-
I gelen.
I Ik had met mijn geweten geredeneerd
i „Als zij eene vrouw is, die den man op zij
j kan zetten, met wien zij verloofd is, alleen
omdat bij niet njk genoeg of niet aanne
melijk genoeg is in hare oogen en omdat de
een of andere vage persoonlijkheid', die aan
den (horizon opdaagt, meer geld heeft dan
nummer één, wol, dan is dit immers een
bewijs, dat zij nummer één alleen genomen
heeft, omdat zij op dat oogenblik niots be
ters kon krijgenzij verdient dus niot hem
te behouden en zij verdient niet alleen, heni
zich te zien ontglippen ,maar ook de scha
duw met hem te zien verdwijnen".
Ik had echter te weinig rekening gehou
den met Freule Menela's talenten of
mijne eigene gebreken.
„Leeft er zulk een man?" vroeg zij.
„Hij zou kunnen bestaan", antwoordde
ik behoedzaam, „de vraag is: zijt gij ja of
neen mot mijnheer Van Buren verloofd?"
„Sedert jaren was het eene overeengeko
men zaak tusschen zijne familie en (te mij
ne, dat wij den een of anderen dag samen
trouwen zouden", gaf zij ten antwoord, „en
hij houdt natuurlijk veel van mij, al zou
men dat ook uit zijne manier van doen niet
opmaken. Hij schijnt vaak meer belang te
stellen in vrouwen, voor wie hij niets ge
voeld, dan in mij, van. wie hij innig veel
houdt. Dat is een eigenaardige karaktertrek
van in zichzelf gekeerde mannen".
,,Ik ben bang dat ik zulke gereserveerde
karakters niet begrijp", zeide ik. „Als men
toch veel van iemand houdt, dan toont men
het".
„Ik heb er al dikwijls over nagedacht
hem te zeggen, dat wij niet bij elkander
passen. Ik koester zulk een geeheel verschil
lend ideaal omtrent een man en bovendien,
zooals ik daar juist zeide, zou niets mij kun
nen bewegen mij te Rotterdam te vestigen".
„Zoo gij zijne gevoelens zocht te sparen,
zoudt gij daarvan gebruik kunnen maken
om uw engagement te verbreken".
„Dunk 11 dat waarlijk?" vroeg zij.
„Zeer zeker. Gij zoudt hem de keus kun
nen latenRotterdam zonder u, of eone
andere stad met u. O! freule, gelooft
niet, dat gij dit zonder uitstel doen moest
uit medelijden met uzelve en hem?"
„En ook een weinig ter wille van den...
andoren man?" vroeg zij ondeugend.
„Ik durfde niet ijskoud te vragen„Wel
ken anderen man?" om niet mot één slag,
wat ik in het belang van Phyllis gedaan
had, te vernietigen. Ik zeide dus: „Ja, ook
ter wille van den anderen man."
„Zou u denken dat het hem werkelijk kon
schelen?"
Wordt vervolgd.