K', all. Tweede blad. 7d< Jaargang. Zaterdag 1 Mei 1909. BINNENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. AMERSFOORT DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50- Afzonderlijke nummert 0.05. p._ j Couran verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer •-0.10, Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eene oirculairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Jn en om Den Haag/^g. BRIEF van MARIÜS. I'k ken in ons land1 geen mooiere laaiv dan, do Oude ScUieveningsohe Weg, dó hoofdvenkeersbaan tusschen Den Haag en Scheveningen. Men kan zich bijna niet voorstellen, dat deze weg vroeger een zandpad is geweest, waarover de Seheve- ninigsche visscthersliedera, orabesflrat. voor de bran dende zonnestralen de stad 'bereikten. Nu is het een reuzenallée van statig, zwaar geboom te, geflankeerd door voor liet oog oneindig boom- en. struikgewas vara de Selievenin gsclie Boschjes «enerzijds en liet mooie paric Zorg vliet anderzijds. Te vreezen is het echter dat dit laatste in den loop der jaren door de lieer- sohendo bouwwoede een villapark zal worden. Wie van een jong, groen blaadje houdt, kan zich ran tegoed1 doen op den Ouden Weg. Geen wonder dat het getal wandelaars met- den dag toeneemt. De Ixximem hebben, ham. volte nog wel niet, dooli t groeni is_ nu zoo früsüh, zoo nieuw. Jammer dat er een groot bezwaar is voor den, ■wandelaar. De Sdhev. weg is, zooals de lezer zal weten zeer breedi, wat natuurlijk zijn schoon heid verhoogt. Er is een lioog pad langs de Bosch jes voor wandelaars, dan een ruiterpad, verder een diibbel tramspoor, dan komt de breedo, gelijke straatweg en eindelijk, langs het Zorgvlietterrein twee paden, voor wandelaars era fietsers. Nu is het te begrijpen: dat iemand, die ongestoord wil wandelendaartoe op deze paden,, vaar hij voortdurend moet uitkijken, geen ge legenheid vindt. Hij is dus verplicht den boven- weg te nemen terwille van. 't fietsend publiek, dat even snel op den rijweg 'kan vooruitkomen. Eeni van de mooie dagen- bracht me aam 't strand. "De zon deed1 de trampassagiers al aan stalten imaloen. om te puiffem, vieze gezichten, te trekken/ en alles wat ia een. warme train alzoo 'behoort. Doch aam zee gekomen, kam ieder daar beter do zom dam den wind velen. Vinnig blies hij uit hot Zuidwesten. Em toch, verderop wande lend, zag ik de jeugd met bloote beenem kanalen graven. Trouwe bezoekers vam het strand zijra in dezen tijd de schelpen,vissdhers. Honderdtallen karren vrachten worden langs de kust geschept, waarbij de mannen, zoo ver mogelijk in, zee loopen. Voor lien is dat blijkbaar een voordeelig bedrijf. De schelpen vinden met graagte hum weg. De vraag is of onze kust hierdoor geschaad wordt. Op deze vraag zijn reeds udteenloopende, diep ge leerde antwoorden gegeven tot- heden zonder eenjg werkelijk gevolg. Mijn oordeel zou zijn, op m. i. logische gronden, dat het weglialen der schelpen voor de kust en de visdhcultuur scha delijk is. Want mem moet niet denken dat die schelpen alle leeg zijn. Dat kam mem 't beste bespeuren, als de zon enkele dagen op de sCheJi- perahopen heeft geschenen; ruikt dam eens! Ik vrees echter dat er nog heel wat schelpjes zul len worden opgevisaht voor dat wordt gezegd ophouden. Verder den Boulevard afwandelend, kwam ,ik aan d'e duimen. Wat zijn de hellingen om kale plekken weer flink met helm beplant. Doch kom i'k in September of eerder nog eens kijken, dam is er van de beplanting, welke zooveel geld kost te, wellicht niets meer overgebleven:, De duinu bezoekers en de stramdpaardijes weten er wel raad mee. Het zou met 't oog op de kosten en voor t ljehoud van dat gedeelte duin aambeve- ling verdienen, wanneer de duinzoom boven, en onder op een 1000 M. afstand werd afgezet met prikkeldraad. De Vereemiging tot bevordering van 't Vreem- dleïimgemverkeer in Den Haag en Omstreken iaat geen middel onbeproefd om door reclame den vreemdeling op onze Residentie met liaar stads- en natuurschoon aandachtig te maken. En is deze. gevolg gevende aan de uitnoodiging tot een bezoek, 'nier afgestapt, dan zorgt de Ver. wel dat men niet het grootste gedeelte vam zijn tijd 'behoeft te verdolen, integendeel, gratis wordt een lijvige, papieren Gids verstrekt, waar in men alles kan vindem wat men noodlig heeft te weten. Onder de bezienswaardigheden werden geluk kig niet opgenomen de reclamezuilen, welke hier en daar op drukke punten zijn geplaatst. Zoo lang ze beplakt zijn met frissche biljetten, kan 't> er mee door, doch worden deze biljetten oud en krijgen ze geen plaatsvervangers, dan gaain ze wapperen enl allerlei ontfrissohe plekken vertoo rnen. Wellicht kan „Verkeer" in overleg met „Ver fraaiing" zich 't lot dezer zuilen aantrekken. Wie nu verscheidenheid van kleeding wil zien. moet in Den Haag zijn. Achter de winkelramen keur van voorjaars- en zomer toilet ten, hoed/en en wat er verder bij belioont. En op 6traat: hier eene niet meer jonge dame met- een zwierigen zomerhoed, licht manteltje., on-tout-oas in de hand, daar een Haagsche schoone van even 20 in wiintoroostuum met een boa om den hals en: in de handeen -koordje, waaraan een hondje met een dek je tot zijn nekje. Hier een kantoor heer, Haagsch ambtenaar, die zijn winterjas nog draagt, daar een scliooljongen in katoenen mariniepa'kje en met- Moote kuiten Dat is alles 't gevolg van de Aprilgrillen. Vandaag drukkende atmosfeer, onweer, zachte avondkoelte en morgen ■wind', regen, en hagel met een koude, dlie ons doet besluiten, de kachel, aan te leggen. Dooli ook aan dit lijden komt een einde. Mei zal ons wel wat vriendelijker 'behandelen en dan komt Juni en 't as zomer. „In naam", zult ge zeggen. Ja, de daad moeten we afwachten. Berichten. Onderzoek naaT het vaderschap. Verschonen is, gelijk wij reeds in. 't kort meld den, de memorie van antwoord van den minister van Justitie, op het voorloopig verslag der fier ste Kamer over het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van enkele artikelen van het Bur gerlijk Wetboek, ter opheffing van de bezwaren, waartoe het bestaande voorschrift betreffende liet onderzoek naar het vaderschap aanleiding geeft. Niet op grond van afstamming, van natuurlijk vaderschap zal heb ageeren, maar op grond van het geheel andere feit, dat de beweerde schulde naar onder zekere voorwaarden geslachtelijk met de moeder beeft verkeerd. Voorts wordt betoogd, dat al moge onder de niet steeds eensluidende verklaringen, nopens de beteekenis van het ontwerp afgelegd, de identi teit van de eerste en de nader gewijzigde redac tie hier en daar zijn schuilgegaan, zij niettemin bestaat. Ondanks dien ijdelen naam vader, waarmede het ontwerp opent, houdt de gewyzigde voor dracht precies, gelijk de ongewijzigde, niet meer in dan de regeling eenor zuivere alimentatie- actie, op cohabitatie gegrond. Over den alimen tatie-plicht der moeder, welke naar ons B. W. reeds bestaat-, behoefde het ontwerp niet te han delen. Dit stilzwijgen is verkeerd uitgelegd. Ver warring uit allerlei oorzaak geborenvertroebelt dus de eenvoudige kwestie, door het ontwerp- Loeff voor het parlement gelegd. Tot indiening vam een nieuw ontwerp bestond geen aanleiding. Vervolgens zet de minister uiteen, hoe ons huidig recht is tegenover den vader en de moe der van liet onechte kind en welke de gebreken van ons huidig recht zijn. De grondslagen van het ontwerp worden verklaard de aansprakelijk heid van den cohabitant in het licht gesteld, en betoogd, dat al wat hot ontwerp aan het kind schenkt, eone geldvordering is en nog maar eene geldvordering voor een bepaalden, tijd. Het ontwerp vestigt geen vaderschap tegen den wil des vadershet vestigt enkel een schuld tegen den wil van den conoubent. Ook op gronden, aan de practijk ontleend, ia liet on-twerp aan critiek onderworpen. Do minister bestrijdt deze. Niet de prostituee, wier bedrijf trouwens mede brengt dat zij hare cliën/tèle met rust laat, maar do zwakke vrouw zal vermoedelijk bij het ont werp p roti toeren. Overmoed en gebrek aan moed', tussolien deze twee polen bewegen zich de beide tegenstrijdige opinies, omtrent het ontwerp geuit. De eene zoowel als de andere meening wijst echter de regeering af. Do oplossing van het ontwerp is in volkomen overeenstemming met ons huwelijksrecht. De regeevinig concludeert, dat dit wetsvoorstel voor den gehuwden man geene exceptioneele gunstige positie mag scheppenen. bovendien, dat dit voorstel niet in stee van een bewijsbare gemeenschap, een eigenlijk onbewijsbaar vader schap als voorwaarde voor het slagen der alimentatie-actie mag stellen. Ten slotte gaat de minister de opmerkingen omtrent de artikelen na, en geeft een antwoord op do nota Van der Biesen. Adjunct-in spectrice van den arbeid. De Nationale Vrouwenraad van Nederland, bestaande uit een aantal vereenigingen en bonden, heeft een adres gericht aan de Tweede Kamer, naar aanlei ding van de Mem. van Toel. van het wets ontwerp tot wijziging en verhooging van het Xde hoofdstuk der Staatsbegrootïng voor het dienstjaar 1909. Blijkens deze Memorie bestaat het voornemen, bij de arbeidsinspec tie een regeling in te voeren, waarbij tweeër lei maatstaf van kennis wordt aangenomen voor den adjunct-inspecteur en de adjunct- inspectrice van den arbeid, en dat wel in dier voege, dat van den eerste wordt ge- eischt theoretische kennis naast practische ervaring, terwijl de laatste slechts behoeft te voldoen aan de zeer vage eischen van „algemeene ontwikkeling, groote tact en een open oog voor de belangen der jeugdige en vrouwelijke arbeiders". Adressant verzoekt nu, onder aanvoering van verschillende mo tieven aan de Kamer, het wetsontwerp niet tot wet to verheffen voor en aleer is vast gesteld, dat de adjunct-inspectrice van den arbeid aan gelijke voorwaarden van kennis zal moeten voldoen als de adjunct-inspec teur ivan den arbeid. Onze Vloot. Gisterenmiddag hield de vereeniging „Onze Vloot'' in eon der zalen van het Pal ais-Royal, te Amster dam, haar jaarlijksche algemeene vergade ring, onder leiding va- den vioe-admiraal A. G. Ellis, oud-ininister van marine. In zijn welkomstwoord drukte de voor zitter zijn vreugde uit over het feit, dat da afgevaardigden thans de gastvrijheid konden genieten van de eerst onlangs opgerichte afdeeling Amsterdam, die, wanneer de voor teekenen niet bedriegen, weldra tot de sterk ste zal behooren. Uit het jaarverslag van den secretaris blijkt, dat het leden-aantal van 1460 tot ruim 1700 gestegen is. Het aantal afdeelin- gen blijft toenemen, zoodat er reden tot te vredenheid bestaat. Het hoofdbestuur s echter van meoning, dat her aantal af deelin gen hoofdzakelijk in de Oost-Indische kolo niën zich nog voortdurend dient uit te breiden. Wegens gebrek aan voldoende fondsen, werd besloten nog niet over te gaan tot de uitgifte van een eigen orgaan, doch zich te blijven bepalen tot het doen verschijnen van circulaires, zooals er reeds een tweetal het licht zagen. De rekening en verantwoording van den. penningmeester over 't afgeloopen jaar werd goedgekeurd. De aftredende bestuursleden, de hoeren jhr. C. H. A. v. d. Wijck, prof. jhr. mr W. I. M. van Eysinga; G. I. W. Koole mans Beynen, D. C. Krol van der Hoek en dr. P. J. T. Vermeulen, zagen zich bij acclamatie in hunne functies gehandhaafd. De eerstvolgende algemeene vergadering zal te Utrecht plaats hebben. De bijeenkomst werd met een gemeen - schappeliiken maaltijd beslo in, nadat te vo ren een krans gelegd was op het graf van Michiel Adriaansz. de Ruyter, in do Nieuwe Kerk. Zooals men weet, worden de jaarlijksche algemeene vergaderingen van „Onze Vloot" zooveel mogelijk op den sterfdag van den grooten admiraal gehouden. Nederlandse h-B e 1 g i s c h e Commissie. In de vergadering der Na- derlandsch-Belgische Commissie, welke op 10 en 11 Mei te 's Gravenhage gehouden zal werden, zullen de volgende onderwerpen worden behandeld. De le subcommissie (Posttarieven) ^stelt voor den volgenden W e n s c h aan te ne men De Nederlandsch-Belgische Commissie spreekt den wemsch uit, dat tusschen België én Nederland een overeenkomst moge geslo ten worden, met de strekking, het postver keer tusschen beide landen te bevorderen. Zonder een overeenkomst in den vorm to ontwerpen, bepaalt zij zich er toe, de op lossing aan te bevelen, die zoude bestaan in toepassing, zooveel mogelijk, van hei binnenlandsoh tarief van elk land op de zet- dirgen, voor het andere land bestemd, met uitzondering van die categorieën, voor welke een bijzondere regeling noodig zoude blijken, wegens het verschil tusschen de tegenwoor dige binnenlandsche tarieven. Elk land zoude de door henzelve geheven -echten in hun geheel behouden en, evenals thans, de zendingen, uit het andere 'and afkomstig en voor zijn gebied bestemd,, kos teloos vervoeren. De te sluiten overeenkomst zoude in wer king treden op 1 Jaunari 1910. De 5e subcommissie (Auteursrechten) brengt verslag ur over de verhouding van Nederland en Beligië wat betreft de weder zij dsche bescherming van het auteursrecht en biedt een ontwerp-verdrag, met toelich ting, aan. De 4e sub-commissie (Soheepvaartregel in gen) stelt voor, dat de N.-B. commissie be sluite de bedde nationale afdeelingen uit te noodigen om elk Hij haar regeering pogin gen aan te wenden dat door deze bij de re geering in Duitschland krachtig worde aan gedrongen om het „Binnenschifffahrgesetz" in dier voege aan te vullen, dat het begin sel van openbaarheid, ook overigens door de Duitscho wet erkend, beter tot haar recht kome, door het in het leven roepen van een centraal-bureau, alwaar de teboekstellingen en de belastheid der schepen kunnen wor den gecontroleerd. De 6e subcommissie (landbouwvraagstuk ken) stelt voor de aanneming van eenige wenschen betrekkelijk wijziging van het be sluit van den Belgischen minister van land bouw nopens het tuberculineeren van voor invoer in België bestem. vee (19 Januari 1905)en de aannemin" van een wensch tot wijziging van een besluit van den Ne- derlandschen minister van Binnenlandsche Zaken (17 October 1899) betreffende de ver gunningen tot den invoe van vee en mest. In een op 29 dezer te houden vergade ring der Nederlandsche afdeeling van de commissie zullen deze wenschen, alvorens in de commissie in pleno te worden behan deld, worden goedgekeurd. (N. Ct.j Herziening spoorwegta rieven. ue naiuer van jvoopnaiiuei ie .oei geu-up-2*10 w n«ext 11120*0 u© voOigo&uM- ne nieuwe tarieven uij u© spoorwegen uoslo ten net voigcnue suimjvoii iot ei© minuater van wa>i£ursi-ooi te neuten: le. niet ïngenomeraneia hebben, wij gezien, dat het ae ooaoeiiug is met au ontwerp unilormueit te vernrijgen uizaae ae tarieven onzer spoorwegen. Wij i^etreuren liet eenter, dat bij aeze regeling wordt gemist ae N. li. D. aie reeuis sinas jaren een gelijklui dend tanei had als de fcj. Wij spreken daarom don wensch uit, dat zij alsnog in deze tanelregeling zal worden opgenomen. 2e. Aangenaam, stemde ons veraer de op hef tiug der retourkaar ten geldig gedurende een maand, omdat daardoor een einde werd gemaakt aan zeer veel fraude. Tegen het behoud van ëendaagsche retour kaar ten voor buurtverkeer bestaan bij ons geen bezwaren, mits deze op ruimere schaal voor alle deeleu des lands op korte trajecten worden ver krijgbaar gestald. 5e. Minder juist gezien is het over te gaan tot afschaffing der vac antiek aar ten, zonder daarvoor iets in de plaats te stellen, daar het publiek zich gedurende een zeker gedeelte des jaars daaraan heeft gewend. Gaat men daartoe over, dan zou het o. 1. aanbeveling verdieneninvoering van 5- en 15-daagsche abonnementen, op dien voet als Belgie tot groot gerief der reizigers sinds eenige jaren beschikbaar stelt. 4o. Betreuren doen wij het opheffen van schoolkaarten voor leerlingen van ambachts scholen en dergelijke, -enzij men de bezoe kers dezer inrichtingen wil gelijkstellen met gewone scholieren die R. H. B en andere scholen bezoeken. 5e. Evenzoo Let opheffen der speciale kaarten voor het bezoeken van markten met de z.g. markttreinen. Wij moeten u dit be slist ontraden, daar anders wederom de ge wone treinen zullen worden overbevolkt en groote vertragingen in het verkeer het go- volg van druk bezoek op die dagen zal zijn. Men zou deze categorie kunnen brengen on der de rubriek buurtverkeer, waardoor dan. tevens de in uitzicht gestelde uitbreiding van het buurtverkeer tot stand werd ge bracht. Internationale Vereeni ging voor Strafrecht. Zondag avond zijn de gedelegeerden der verschil lende s.uitenlandsche groepen van de „In ternationale Vereeniging voor Strafrecht" in „Krasnapolsky" te Amsterdam door de ieden van de Nederlandsche groep ontvan gen. De bijeenkomst droeg geheel het karak ter van een vriendschappelijk samenzijn, zoodat toespraken en andere officieel© uitin gen achterwege zijn gebleven. Maandag morgen te half tien werd in het American-hotel de eerste van de twee te houden veigaderingen geopend. Zooals wij indertijd mededeelden, is deze Naar het Engelach 88 van C. N. BK W. M. WILLIAMSON. „Er zal vanavond illuminatie zijn", zeide Van Brederode. „Je herinnert je immers wel de parken en tuinen, die ge gisterenavond zoo bewonderde, toen wij voor het kanaal te Utrecht kwamen? Welnu, die zullen heden avond met gekleurde lichtjes versierd zijn; en als iemand uwer er lust toe gevoelt, zou een wandeling langs het jaagpad niet onaar dig zijn". ,,0, laten we dat doen!" riep Phyllis; en de tweelingen vielen haar geestdriftvol bij. Dat was Van Brederode voldoende,of schoon noch Nell, noch de K. D. G. iets zeiden en ik vroeg mijzelf reeds, aan wier zijde hij voornemens was te wandelen. Had hij dit tochtje voorgesteld, om de EngëTsche of de Amerikaansche Engel geheel alleen voor zich te hebben? Ik onderdrukte de smart, die mij de ge dachte veroorzaakte, dat hij een harer zou hébben en ik vroeg zachtjes aan Freule Van der Windt of ik haar cavelier mocht zijn, ten einde ons zeer interessant gesprek voort te zetten. Ik was al vergeten, waarover wij het laatste praatten, maar dat was bijzaak, Ware zij een weing minder welopgevoed geweest, dan zou zij eene hooge borst heb ben gezet. Nu glimlachte zij zeer geaffec teerd maar echt lady-like. Wij reden in huurrijtuigen de handelswij- i keu u:a, tot aan de plek, waar het jaag pad het aardig-ste werd en illuminatie het meest fantastisch. Ik zat in een rijtuig met de fiancee en hare toekomstige schoonzustersmaar toen wij verder te voet gingen, schoof ik zelfopoffe- rendde tweelingen op den hals der chape ronne en alleen met de jonge dame uit den Haag (ze laat je geen vijf minuten achtereen vergeten, dat zij uit den Haag is) vertraag de ik mijn pas en regelde dien naar den have, dat wij een beetje achter mochten blij ven I Het jaagpad en het kanaal waren mooi en fantastisch, als een schilderij van een Venetiaanschen nacht. Tegen zonsondergang was er een lichte nevel uit het water opge stegen en de roode, groene en gele lampions, waarmede de boomen en de schuiten ver sierd waren-, schenen er in te hangen als juweelen, die gehaakt hadden in een tullen sluier. Het gebladerte welfde zich teeder bo ven ons hoofd, als bogen zich de takken, om naar de liefde-woordjes te luisteren. De zachte rose-schemering, die in de lucht zweefde, maakte een bekoorlijk gelaat on weerstaanbaar, en alledaagsche gezichten duldbaar. Ieder normaal man zou in verzoe king zijn geraakt het eerste liet beste mooie meisje te vragen, hetzij hij haar reeds vroe ger bemind had of niet, en het eerste het beste mooie meisje zou hebben gezegd ,,ja ja", zonder er aan te denken, hod zij j dit morgen vinden zou. Freule Melena van der Windt is alles be- halve mooi; maar zonder haar pince-nez zag j zij er bijna pikant uit in de rooae lichtjes en 1 de blauwe schaduwen, die op onze trekken vielen, terwijl wij voorbij gingen. Ik was er innig dankbaar voor, want het maakte mijne taak betrekkelijk gemakkelijker. Ik vond haar zachter, vrouwelijker en sympa thieker dan in het hotel. Zij zou zoo gaarne Amerika zien, zeide zij, en dat gaf mij eene gelegenheid. Het was jammer, zeide ik, dat zulk een intelligente en geavanceerde jonge dame niet de wereld doorreisde, aleer zij zich in zulk een klein, hoewel aantrekkelijk land als Holland vestigde. „Waarom beschouwt gij het zoo zeker' dat ik mij ergens vestigen zou?,' vroeg zij lachend. „01" antwoordde ik, een weinig uit het veld geslagen, „ik meende dat mijnheer Van Buren het geluk 'had u te bewegen te Rot terdam te gaan wonen". „Nooit!" riep Freule Menela uit, „nooit zal ik te Rotterdam gaan wonen!" „Maar... als gij een man trouwt, wiens belangen hem aan Rotterdam bindon?" „Het is volstrekt niet zeker, dat ik zulk een man. zal trouwen", klonk het kortaf. „Niet zeker?" herhaalde ik, op eens het besluit nemende Robert en Phyllis een on- vergetelijken dienst te bewijzen. „Vergeef mij, Freule, maar het dunkt mij wreed te genover andere mannen den schijn aan to nemen alsof gij verloofd zijt, ais dit het geval niet is". „Wat kan dat voor andere heeren betee- kenen?" vroeg zij, blijkbaar vol belangstel ling. „01 dat zou hun nog lang niot onver schillig kunnen zijn", antwoordde ik met afgewenden blik; „zoo zou iemand u bij voorbeeld voor het eerst kunnen ontmoeten, na van uwe verloving te hebben gehoord en het daardoor, uit vrees voor eigen gemoeds rust, met wagen uwe schitterende talenten te bewonderen. Ik was thans zoo ver gegaan als ik mij voorgenomen had. Een flauw denkbeeld om den Zeekoning te bevrijden van het meisje, dat hij niet lief heeft, en hem het meisje te geven, dat hij en dat ik bemin, was mij sinds dien stormachtigen avond te Enk huizen bijgebleven. Ik had gedacht, dat Freule Menela tot die meisjes behoorde, die j het vleeech voor de schaduw er van la-ten vallenmaar nadat ik een zwevende, spook- achtigo schaduw die iemand of niemand j kon zijn vluchtig had aangeduid, was ik I volstrekt niet voornemens verder te gaan, zelfs niet, al kon dit Phyllis' geluk beze- I gelen. I Ik had met mijn geweten geredeneerd i „Als zij eene vrouw is, die den man op zij j kan zetten, met wien zij verloofd is, alleen omdat bij niet njk genoeg of niet aanne melijk genoeg is in hare oogen en omdat de een of andere vage persoonlijkheid', die aan den (horizon opdaagt, meer geld heeft dan nummer één, wol, dan is dit immers een bewijs, dat zij nummer één alleen genomen heeft, omdat zij op dat oogenblik niots be ters kon krijgenzij verdient dus niot hem te behouden en zij verdient niet alleen, heni zich te zien ontglippen ,maar ook de scha duw met hem te zien verdwijnen". Ik had echter te weinig rekening gehou den met Freule Menela's talenten of mijne eigene gebreken. „Leeft er zulk een man?" vroeg zij. „Hij zou kunnen bestaan", antwoordde ik behoedzaam, „de vraag is: zijt gij ja of neen mot mijnheer Van Buren verloofd?" „Sedert jaren was het eene overeengeko men zaak tusschen zijne familie en (te mij ne, dat wij den een of anderen dag samen trouwen zouden", gaf zij ten antwoord, „en hij houdt natuurlijk veel van mij, al zou men dat ook uit zijne manier van doen niet opmaken. Hij schijnt vaak meer belang te stellen in vrouwen, voor wie hij niets ge voeld, dan in mij, van. wie hij innig veel houdt. Dat is een eigenaardige karaktertrek van in zichzelf gekeerde mannen". ,,Ik ben bang dat ik zulke gereserveerde karakters niet begrijp", zeide ik. „Als men toch veel van iemand houdt, dan toont men het". „Ik heb er al dikwijls over nagedacht hem te zeggen, dat wij niet bij elkander passen. Ik koester zulk een geeheel verschil lend ideaal omtrent een man en bovendien, zooals ik daar juist zeide, zou niets mij kun nen bewegen mij te Rotterdam te vestigen". „Zoo gij zijne gevoelens zocht te sparen, zoudt gij daarvan gebruik kunnen maken om uw engagement te verbreken". „Dunk 11 dat waarlijk?" vroeg zij. „Zeer zeker. Gij zoudt hem de keus kun nen latenRotterdam zonder u, of eone andere stad met u. O! freule, gelooft niet, dat gij dit zonder uitstel doen moest uit medelijden met uzelve en hem?" „En ook een weinig ter wille van den... andoren man?" vroeg zij ondeugend. „Ik durfde niet ijskoud te vragen„Wel ken anderen man?" om niet mot één slag, wat ik in het belang van Phyllis gedaan had, te vernietigen. Ik zeide dus: „Ja, ook ter wille van den anderen man." „Zou u denken dat het hem werkelijk kon schelen?" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1