Bü°. 316
Donderdag 6 Mei 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
7" Jnarflfang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.90.
AfzondertjjIre nummers- 0.05.
Daze Courant verschijnt dgelijksbehalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelinger. enz.gelieve men vóór 11 uur
'B morgens bij de Uitgeven in te zenden.
Uilgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - O.IO,
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling,.
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Ut
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eemo
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Het l>a uk vraagstuk iu Oosteiiri.jk-
Hongarijc.
Het bankvraagstuk in Oostenrijk-Honga-
rije heeft in Hongarije het kabinet-Wekerlé
genoopt de ministerieele portefeuilles ter be
schikking van den souverein te stellen. Na
dat de onderhandelingen tusschen de Oos-
tenrijksche en de Hongaarsche regeering
over de vervanging van de bestaande gemeen
schappelijke bank, welker concessie met het
einde van heit jaar 1910 afloopt, dloor twee
zoogenaamde cartelbanken zijn mislukt,
heeft de Hongaarsche regeering een minister
raad gehouden, waarin de tot de onafhan-
kelijkheidspartij behooren.de ministers de
oprichting van eene zelfstandige Hongaar,
sche bank, de tot de constitutioneele en de
volkspartij behoorende leden het behoud van
de bestaande gemeenschappelijke bank
verlangden. Daar er geen overeenstemming
was te krijgen, heeft het kabinet zijn ver
zoek om ontslag ingediend.
Over den loop dei' zaken, die tot de uit
barsting van de crisis heeft geleid, schrijft
het FremdenblattZoomin de coalitie als
de coalitie-regeering kunnen het eens wor
den over het bankvraagstuk. Kossuth en
graaf Apponyi willen de zelfstandige Hon
gaarsche bank, maar niet minder duidelijk
is het, dat de minister-president en graaf
And ras sy vasthouden aan de bankgemeen-
schap. Daaruit volgt, dat de regeering niet
hierom ontslag neemt, omdat de monarch
aan de ministers, die als vertegenwoordigers
van de onafhankelijkheidspartij voor hem
verschenen zijn, liet bescheid gegeven heeft,
dat hij, daargelaten de rechtskwestie die
niet twijfelachtig is, om redenen van poli
tieke en economische doelmatigheid zijne
toestemming moet weigeren aan de oprich
ting van de zelfstandige Hongaarsche bank.
Had de verklaring van den monarch anders
geluid, namelijk zoodanig dat hij, het recht
van Hongarije tot oprichting van de zelf
standige bank als niet twijfelachtig beschou
wende, het aan zijne Hongaarsche regeering
overliet het onderling eens te worden over
de vraag of de feitelijke oprichting van
eene werkelijk zelfstandige Hongaarsche
bank als doelmatig was te beschouwen, dan
zou precies hetzelfde gebeurd zijn wat nu
is gebeurd. Ook deze verklaring van den
monarch zou het ontslag van het ministerie-
Wekerle tot noodzakelijk gevolg gehad heb
ben, want dr. Wekerle en graaf Andrassy
zouden geweigerd hebben de verantwoorde
lijkheid voor de oprichting van de zelfstna-
dige banK op zich te neon en.
Welken loop de crisis zal nemen, is voors
hands nog niet te zeggen. Aan de Köln.
Ztg. wordt uit Budapest bericht, dat de
leden van het kabinet er op uit zijn de cri
sis zoodanig op te lossen, dat de tegenwoor
dige meerderheid in stand blijft. De voor
waarde daarvoor zou zijn, dat de onafhan
kelijkheidspartij den eisch van de zelfstan
dige bank prijs gaf omdat er geen uitzicht
op verwezenlijking bestaat, want de monarch
zou aan een eventueel besluit van den rijks
dag tot oprichting van de zelfstandige bank
zijne goedkeuring weigeren.
,,De groote vraag, waarvan de oplossing
van de Hongaarsche crisis afhangt, is nu
deze, of ide onafhankelijkheidspartij, kan
worden bewogen tot uitschakeling van liet
bankvraagstuk of niet. Eene aanzienlijke
groep van de partij onder leiding van den
voorzitter der partij Justh is daartegen. Het
standpunt, dat de groep-Kossuth en de op
den grondslag van het compromis van 1867
staande partijen innemen, heeft ten doel,
dat de meerderheid, met terzijdestelling van
alle andere kwestiën, de kiesrechthervor
ming zal ter hand nemen en de beslissing
van alle strijdvragen zal voorbehouden aan
den op den grondslag van het algemeen kies
recht te kiezen nieuwen rijksdag. In het
bankvraagstuk zou dit leiden tot de tijde
lijke verlenging van de tegenwoordige bank-
concessie tot 1912 of tot 1917, het tijdstip
waarop het nu geldende compromis met
Oostenrijk afloopt. Het is aan twijfel on
derhevig, of dit standpunt de overhand zal
houden tegenover de door president Justh
geleide beweging, die beoogt de regeering
uitsluitend op te dragen aan de onafhanke-
lijkheidspartij, zoodat in het nieuwe kabinet
de leiders van de constitutioneele partij en
van de volkspartij geen zitting zouden heb
ben. Het nieuwe ministerie zou dan een
wetsontwerp tot oprichting van de zelfstan
dige bank indienen, maar ook dan niet af
treden, als de Koning de bekrachtiging
mocht weigeren. Het tot stand brengen van
de nieuwe kieswet zou de onafhankelijk
heidspartij ook voor hare rekening nemen
zij zou daarbij natuurlijk er op bedacht zijn
die naar hare eigen behoeften in te richten.
,,Het plan van Justh is om deze reden
vooral gevaarlijk, omdat het aan de eer
zuchtige mannen in de onafhankelijkheids-
partij het uitzicht opent op alle plaatsen in
het ministerie en in het hooge ambtenaars-
personeel, die zij nu moeten deelen met de
constitutioneele partij en de volkspartij. Het
is echter zeer de vraag of de Kroon, die geen
bijzonder vertrouwen koestert voor de on
af hankelijkheidspartij, zal ingaan op de be
noeming van een uitsluitend uit leden van
de onafhankelijkheidspartij bestaand kabi
net. Daar na'melijk de onafhankelijkheids
partij geen afstand wil doen van haar pro
gram der afscheiding van Oostenrijk, maar
het slechts wil terugstellen tot na de uit
voering van de kiesrechthervorming, zou de
Kroon, als zij op dit plan inging, met gebon
den handen zijn overgeleverd aan het verder
reikende streven van de onafhankelijkheids-
partij. Dat zal men in Weenen ook wel in
zien. Daarom is het wel mogelijk, dat de on
afhankelijkheidspartij tusschen t-wee stoelen
op den grond terecht zal komen. Zij zal in
de hoop alleen aan de regeering komen,
misschien de tegenwoordige regeering doen
uiteengaan, maar daarmee slechts bereiken,
dat men de regeering uitsluitend zal vormen
uit hare tegenstanders, de op den grondslag
van het compromis staande partijen".
Frankrijk.
De regeering schijnt nu tot ei*nst te zijn
bekeerd in haar optreden tegen de postbe
ambten. Zij heeft alle lijn werkers, die den
len Mei niet aan 'het werk kwamen, ge
schorst en de ambtenaren, die opruiende
redevoeringen hielden in de beweging voor
de verlangde syndicaatrechten, voor den
raad van tucht gedaagd. Het getal van de
op deze wijze tot dusver getroffen ambtena
ren, beambten en werklieden wordt opgege
ven als 52, waarvan een deel thuis behoort
in de provincie. Naar aanleiding van dit op
treden van de regeering, heeft het bestuur
van de ambtenaarsvereeniging, dat tijdens
de laatste staking werd gevormd, gezamen
lijk met de deputatie, die toen de besprekin
gen met de regeering voerde, eene langdu
rige geheime beraadslaging gehad. Daar
van is alleen het besluit bekend, d'at de
ambtgenooten in de provincie aanspoort zich
aan te sluiten en de voor den raad van
tucht gedaagden den raad geeft aan de op
Zaterdag a.s. bepaalde dagvaarding geen ge
volg te geven. Over de maatregelen, die als
antwoord op de te verwachten beslissing van
den raad van tucht zullen worden genomen,
werd nog geen besluit genomen. Men zal
dit besluit afwachten, waarvan men niet
twijfelt, dat het in den zin van de regeering
zal uitvallen.
De regeering schijnt besloten te zijn, de
raachtkwestie tot eene beslissing te brengen,
zelfs op het gevaar af van eene nieuwe sta
king, omdat zij nu de Sterkste is en meent
te mogen aannemen, dat de staking niet den
omvang zal aannemen, dien de leiders van
de beweging hopen.
Engeland.
P a r ij s 5 Mei. De k-oning van En
geland is hier hedenavond om 6 uur 30 aan
gekomen
Londen, 5 Mei. In het voortgezette
begrootingsdebat zeide de eerste minister
Asquitli in antwoord op de critiek van de
oppositie, dat er in de begrootingsvoorstel-
len niets voorkomt, wajt onbestaanbaar is
met een gezond financie-jwezen en de natio
nale rechtvaardigheid, en dat er geen land
bestaat, waar het kapitaal minder zou zijn
blootgesteld aan berooving of onzekerheid,
dan het den vrijhandel huldigende Groot-
Brittannië, nadat de vporstellen van den
kanselier der schatkist Lloyd George in wer
king zullen zijn gebracht.
Een besluit om de rechten op thee onver
anderd te laten, werd aangenomen met 332
tegen 179 stemmen.
De heer Asquith verklaarde verder nog,
dat de regeering maatregelen had genomen
om de organisatie van de luchtscheepvaart
op betere leest te schoeien. Het werk van
het maken van plannen voor het bouwen van
bestuurbare luchtschepen is verdeeld tus
schen marine en leger. Om dat werk op het
hoogst mogelijke, wetenschappelijke .peil te
kunnen brengen, is aan het Nationaal Na
tuurkundig Laboratorium het verzoek ge
richt een afzonderlijke af deeling te vormen
voor voortdurende experimenteele onderzoe
kingen, die zal staan onder toezicht van
een speciale commissie van erkend weten
schappelijke mannen.
De heer Asquith voegde hieraan nog toe,
dat de noodige gelden beschikbaar zijn ge
steld om onverwijld dezen arbeid ter hand
te kunnen nemen,
In eene he'den namiddag gehouden ver
gadering van leden van het Lagerhuis is een
permanent comité van 25 leden benoemd,
om met de i'egeering samen te werken bij
de organisatie van de aanwending van lucht
schepen voor de verdediging des lands.
Londen, 5 Mei. Te Stratford on
Avon is gekozen de unionist Foster met
5374 stemmen. Martin (liberaal) verwierf
2742, Hincaid Smith (onafhankelijk libe
raal) 479 stemmen. De unionisten winnen
dezen zetel.
Oostenrljk-Hongarlje.
In eene commissie van den Oostenrijkse hen
rijksraad heeft de regeering inlichtingen ge-
geven over de wijze, waarop zij is tegemoet J
gekomen aan de bezwaren, die waren inge
bracht tegen de wijze, waarop de concessie
gegeven is voor de landbouw- en handels
bank in Bosnië. De gemeenschappelijke
minister van financiën, baron Burian, een
Hongaar van afkomst, die het bestuur voert
over Bosnië, meende daarover als hoofd
van de Bosnische regeering zelfstandig te
kunnen beschikken en had de concessie zoo
danig ingericht, dat deze bank eene Hon
gaarsche instelling zou worden. Daartegen
is men in Oostenrijk opgekomen, en de be
moeiingen van de Oostenrijksche regeering
hebben, al kan de concessie zelve niet meer
worden ingetrokken, dit uitgewerkt, dat de
ondervoorzitter van het bestuur een Oosten
rijker moet zijn en dat ook het Oostenrijk
sche kapitaal aan de oprichting van de bank
zal deelnemen.
Servië.
In de skoepschtina is de regeering nog
eens weer geïnterpelleerd over den dood van
den huisknecht van den gewezen kroonprins
George. Van wege de regeering werd ge
antwoord, dat reeds officieel was verklaard
hoe dit sterfgeval zich had toegedragen. De
interpellant was met dit antwoord niet te
vreden en merkte op, dat prins George, of-
schopn hij de consequentie had getrokken
do r afstand te doen van het recht op de
troonopvolging, zich niet kon onttrekken
aan eene strafrechtelijke vervolging, door
de zaak te sussen. Dit verschafte den inter
pellant de terechtwijzing, dat hij geen recht
had tot verdachtmaking van den prins op
grond van onbewezen praatjes.
Turkije.
Volgens een bericht in Turksche bladen,
heeft de sultan de door de financieele com
missie van het parlement tot 25,000 Turk
ache ponden teruggebrachte civiele lijst nog
verder verminderd en op 20,000 pond per
maand bepaald.
De sultan Heeft last gegeven tot over
gave aan de schatkist van de bezittingen
van Abdul Hamid en tot teruggave van alle
gedurende den tijd van diens regeering ra
beslag genomen goederen. Aan de Frnnkf.
Ztg wordt bericht, dat tot dusver in het
paleis van Abdul Hamid 506,000 Turksclie
ponden, bestaande in goud, papier en kost
baarheden, werden aangetroffen en aan de
staatskas afgeleverd. De Kamer heeft be
sloten de regeering uit te noodigen, het bij
Turksche en vreemde banken belegde ver
mogen van Abdul Hamid te doen vaststel
len en daarop beslag te leggen. In welin
gelichte kringen wordt dit vermogen op on
geveer 250 mark geschat. Over dat vermo
gen zal echter niet beschikt kunnen wor-
<!en, als Abdul Hamid er geen afstand van
doet.
Konstantinopel, 5 Mei. Hilmi-
pacha is benoemd tot grootvizier en Mollah
Sahi'b tot Sjeik-u'l-Islam.
Het ministerie is aldus samengesteld
Ferid-pacha binnenland sche zaken, Arif
Hikmet Marine, Hakki bey justitie, Nal bey
onderwijs, Rifaait-pacha bui'tenlandsche za
ken, Rifaat bey financiën, Naradounghiar
openbare werken, Salii'b oorlog.
Volgens een bericht uit Konstantinopel,
zal de staat van beleg voortaan strenger ge
handhaafd worden. Op den verkoop van
wapenen zal worden toegezienverscholen
muiter- zullen opgespoord en verdachten
verwijderd worden.
Van de redifs in Konia zijn vijf batail-
lons en van die in Siwas vier bataillons op
geroepen om naar Adana te gaan. De mi
nister van binnenlandsche zaken heeft vijf
tig spoorwegwagons met graan naar Adana
gezonden. Verder zijn door particulieren
maatregelen tot hulp genomen, waaraan ook
de te Konstantinopel gevestigde Armeniërs
deelnamen.
Ds Osmanli bericht, dat een majoor van
de redifs uit Sis, die naar Hadsjin was ge
zonden, met een aanzienlijk deel van zijne
troepen naar de opstandelingen is overge
gaan.
Daarentegen verklaart de vali van Adana
m een op 1 Mei gedagteekend telegram de
geruchten, dat troepen zijn ovei'gegaan naar
de opstandelingen, voor onjuist; in het ge-
heele vilajet kwamen geene onlusten meer
voor. De redifbataillons in Tarsus en Mer-
sina zijn ontslagen.
Volgens Engelsche consulaire berichten
zijn in Adana, de hoofdstad van het gewest
van dien naam, 1600 christenen en 600 mo
hammedanen, die bij de moorden waren om
gekomen, ter aarde besteld. De afgezette
vali Djewad Pacha, die op bevel uit Jildiz
bevel gaf tot de moorden, is gevangen ge
nomen. De krijgsraad, die daarheen gezon
den is, zal vonnis over hem vellen en Dje
wad in Adana zelf laten ophangen.
In de Turksche Kamer hebben een paar
Christelijke afgevaardigden er bezwaar tegen
gemaakt, dat de grondwet den Islam nog
tot staatsgodsdienst verklaart. Deze kritiek
wordt voor het oogenblik zeer onvoorzich
tig geacht.
De Lokal-Anzeiger verneemt uit Salo-
niiri, dat de Turksche regeering het ambt
van grootvizier aan generaal von der Goltz
pacha heeft aangeboden, maar van dezen
eene weigering ontving.
Konstantinopel, 5 Mei. De
krijgsraad veroordeelde acht matrozen ter
dood, die hun commandant hadden aange
vallen. De rust en orde zijn volkomen.
Marokko.
T a n g e r, 5 Mei. In eene vergadering
van Europeesche kooplieden werd een in
ternationaal bestuur benoemd. De vergade
ring nam kennis van eene uiteenzetting van
den treurigen toestand, waarin de Europee
sche handel wordt gebracht door de niet-
toepassing van de akte. van Algeciras en
door de weigering van het maghzen om die
akte toe te passen. Met algemeene stemmen
werd een voorstel aangenomen om tegen
dien toestand te protesteeren en op de stipte
ev volledige toepassing van de akte van
Algeciras aan te dringen.
Perzië*
Teheran, 5 M-ei. De sjah heeft eene
proclamatie onderteekend, waarbij eene
grondwet wordt verleend. Het parlement zal
waarschijnlijk den 19en Juli bijeenkomen.
Over den strijd in Perzië wordt aan de
Vossische Ztg. bericht, dat het Russisch-
Engelsche hervormingsprogramma door den
sjah is aangenomen. Hij krijgt eene leening
van vier millioen mark bij vaststelling van
den datum der parlementsverkiezingen.
De Baklrtiaren hebben bij de gezant
schappen geprotesteerd tegen de gewapen
de inmenging van Engeland en Rusland;
zij dreigen tegen Teheran op te rukken.
In den omtrek van Teheran zijn de wegen
nu vrij. De aanvoer van levensmiddelen is
verzekerd, maar het geregelde verkeer met
Djoelfa ontbreekt nog. In de stad heerscht
de grootste nood. Het andjoemen heeft zich
tot den Russischen consul gewend met het
Naar h»t Engtlsch
92 VAN
C. N. in W. M. WILLIAMSON.
Beste Ronald," klonk het op spottenden
toon, „je deed't beter je gereed te maken
voor het tweede ontbijt, dat wij aan wal ge
bruiken zullen. Mijnheer Van Brederode
heeft ons weer 'een verrassing bereid en je
zult zeker de handen vol verf hebben."
O die vrouw onder duizenden Het was
alsof een ingeving haar tot mijne redding
had gezonden. Niet dat ik er zoo heel zeker
van ben, dat zij mij te hulp zou zijn geko
men, indien zij geweten "had in welk gevaar
ik mij bevondwant ofschoon ik tegenover
onze t och tgen ooien nog altijd haar „beste
Ronald" ben, is zij onder vier oogen vol
strekt zoo beleefd 'niet meer als in het begin
van onze reis
Wij hebben elkander een paar malen de
waarheid gezegd en ik geloof niet in hare
achting te zijn gestegen. De pot heeft in
duidelijke bewoordingen gezegd, wat hij van
den ketel denkt. Als het tijdstip daar is om
te scheiden, zou het wel kunnen dat
'het dametje nog oprechter is en mij
in 'beleefde termen te kennen geeft, dat
het eene uitkomst is, dat zij voorgoed van
haren aangenomen neef is ontslagen. Toch
heeft hare onbeschrijfelijke schranderheid'
ons allen onder een soort bet'oovering ge
bracht en ik was haar onuitsprekelijk dank-
baar, toen. zij mij weerhield, op het oogen- I
blik d'at ik de slechte visch in wou slikken.
De booten naderden eene particuliere lan-
dingsplaats, wel klein maar zoo opvallend,
dat alles mij in het eerst als eene zinsbe
goocheling voorkwam.
Wij lagen stil in de schaduw van reus-
achtige hoornen. Over de balie van een
keurig haventje leunden twee' beelden, in
donkere jassen, die ons met doffe oogen
aanstaarden. En die poppen en de houten
schutting, waartegen zij stonden en waarop
een zonderling geschilderd motto, met slan
gen en honden en stokken en een meter
prijkte, werden alle kristalhelder in den
spiegel van het groene water weerkaatst.
,,Hoe vervelend, nu wij juist eens heer
lijk samen zouden praten!" riep Menela
uil
,,Ja," zedde ik, „maar er is niets aan te
doen. Waar zijn wij? Is dit een toover-
landï"
„Het moet de buitenplaats van mijnheer
Dudok de Wit zijn," antwoordde de jonge
dame bits. „Hij is een bijzonder mensch
en sommige lieden verbeelden zich, dat
men Holland niet verlaten mag, zonder een
bezoek aan zijn huis gebracht te hebben.
Hij heeft de geheele wereld doorreisd en
van overal merkwaardige dingen meerge-
bracht voor zijn museum, dat hij voor ieder
toegankelijk stelt en naar men vertelt, is j
hij zoo edelmoedig, dat hij niets zou weige- 1
ren, zoo min nachtlogies of zijn beste vruch- j
ten, als eene som van duizend gulden, in
dien een in noodverkeerende vreemdeling
hem daarom vroeg. Ik geloof dat Rudolf nog
een verre neef van hem is. Maar ik zie
onzen gastheer niet. Misschien 'bevindt hij
zich wel weer op een zijner voetreizen."
„Of in bed," zeide ik, „een middagdutje
doende, om de warmte te vergeten."
„Neen, want het is een zijner eigenaar
digheden .nooit naar bed te gaan. Dit deed
hij in geen vijf-en-twintig jaar. Hoe hij
slaap*, weet ik niet, maar zie, daar is hij I
Ik herken 'hem aan zijne portretten in de
geïllustreerde bladen."
Mijne oogen volgden de richting van haar
blik, die op de rivier scheen gevestigd. Ik
zocht naar een bootje, maar ontdekte een
tusschen de waterlelies drijvend hoofd/- Dat
hoofd glimlachte en knikte en verwelkomde
Van Brederode bij diens doopnaam.
De natte haren, welke als zilver in het
water glinsterden, waren vrij langj. de
cogen bruine edelgesteenten, de trekken on
berispelijk, ofschoon niet van een modern
type, maar zooals men -er op een portret uit
de zeventiende eeuw kan zien en de glim
lach was betooverend.
De beroemde Dud'ok de Wit zwom nader
bij en vertelde ons, ten .gevolge van de hitte
zijn dagelijksch rivierbad wat langer gerekt
te hebben dan gewoonlijk. Hij had echter
niet langer dan een paar uur in het water
door-gebracht en was zeer 'blij ons te zien.
Hij zou onmiddellijk uit de Vecht komen en
wij moesben bij hem 'blijven dëjeuneeren te
Breukelen, waar hij woonde.
Hij stapte inderdaad in een keurig bad-
costuum uit het wa'ber en verzocht ons hem
naar zijn huis te volgen, waar wij ons met
zijne schatten konden amuseeren, ter-wijl hij
zich kleedde.
De lunch dn deze mboie ouderwetsche wo
ning, de wandeling om -de bezitting en het
uur in het museum doorgebracht, behoord'en
wederom 'tot een van Rudolf's overwinnin-
genmaar ik benijdde ze hem niet meer en
hij zag er ook alles beha'lve zegevierend uit.
j Hoe ware d'at oolc mogelijk geweest, waar
Phyllis slechts oogen voor haar Zeekoning
had en Nell, die plotseling bijzonder op hare
nichtjes Van Buren gesteld scheen, geen tijd
overhield oan op zijn bestaan te letten?
j Ik was van meening, dat zij wel eens een
hand mocht hebben uitgestoken, oim mij te
beschermen tegen Menelanraar zoo zij iets
vermoedde van hetgeen er voorviel, moet zij
mij volkomen in staat hebben geacht mijzelf
te verdedigen, ook ai ware ik zonder tante
Fay reddeloos overgeleverd geworden aan
i het wezen, dat ik tegen wil en dank had vrij
gemaakt.
Maar mijne „tante" gedroeg zich in deze
omstandigheden voorbeeldig. Toen wij een
maal Breukelen verlaten hadden en door de
met lelies omzoomde rivier naar Amsterdam,
voortgeleden, wist zij mij bijna ongemerkt
j te beveiligen tegen de aanvallen van den
vijand. Met- de groots/te beleefdheid' knoopte
zij telkens weder een gesprek met de onwil
lige Menela aan, die het toch niet wagen
durfde haar den rug toe te keeren en zoo
erkentelijk was ik haar voor hare hulp, da't
ik besloot te Amsterdam een kostbaar ge
schenk ter .belooning voor haar te koopen."
HOODSTUK XXXI.
1 A-1& een man zich voor een vrouw opoffert,
j heeft hij gaarne de voldoening te weten, dat
hij succes heeft gehaden ik gevoelde d'at
j het mij een melancholiek genoegen zou doen,
als ik vernam, da't Phyllis nut had getrok
ken van -mijne goedheid. Het zbu .mijne zelf-
achting gevleid hebben, al liepen mijne rib
ben ook gevaar, als Robert van Buren zich'
in mijne armen geworpen had1, om mij voor
db bevrijding uit eijne „Slavenketenen" te
danken. Ik moest echtev bedenken, dat hij
bij geen mogelijkheid kon weten, wat hij mij
verplicht was, of ik zou onbillijk genoeg zijn
geweest hem van ondankbaarheid te be
schuldigen
Er kwam een zware regenbui, ter-wijl wij
in open rijtuigen door Amsterdam reden.
Zoodra wij dus aan het welbekende hotel
van ons eersite bezoek kwamen, moesten de
leden van ons gezelschap zich naar hunne
kamers spoeden onr hun nat goed uit tedoeu.
Daar er voor het overige van den dag geen
bepaald plan was vastgesteld en het was
al bver vijven, kwamen wij eerst aan ta
fel weer bijeen, behalve Van Brederode, die
bij een vriend ging dineeren.
Het was de eerste maal, d'at hij -zich afzon
derde en tot mijne verrassing werd ik ge
waar, d'at als een Zeeman een Albatros we
ken achtereen meegevoerd heeft, hij d'at
schepsel mist-, als hij** het kwijt raakt. In elk
geval wisten wij zonder Van. Brederode niet
wat te doen. Er ontbrak een organiseerder,
en als hij gewenscht had -zijne waarde te ver-
hoogen, had hij geen 'beter middel kunnen
kiezen. Bij -gebrek -aan een onderwerp, waar
in allen belangstelden, begonnen wij over
den afwezige te praten behalve Nell, die
in stdl'te luisterde, en zich niet in het ge
sprek mengde, totdat Freule Menela na een
aneedbte van Robert, tot lof van diens heldv
de opmerking maakte:
Wordt vervolgd.