Bü°. 316 Donderdag 6 Mei 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. 7" Jnarflfang. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.90. AfzondertjjIre nummers- 0.05. Daze Courant verschijnt dgelijksbehalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelinger. enz.gelieve men vóór 11 uur 'B morgens bij de Uitgeven in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - O.IO, Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling,. Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Ut het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eemo circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Het l>a uk vraagstuk iu Oosteiiri.jk- Hongarijc. Het bankvraagstuk in Oostenrijk-Honga- rije heeft in Hongarije het kabinet-Wekerlé genoopt de ministerieele portefeuilles ter be schikking van den souverein te stellen. Na dat de onderhandelingen tusschen de Oos- tenrijksche en de Hongaarsche regeering over de vervanging van de bestaande gemeen schappelijke bank, welker concessie met het einde van heit jaar 1910 afloopt, dloor twee zoogenaamde cartelbanken zijn mislukt, heeft de Hongaarsche regeering een minister raad gehouden, waarin de tot de onafhan- kelijkheidspartij behooren.de ministers de oprichting van eene zelfstandige Hongaar, sche bank, de tot de constitutioneele en de volkspartij behoorende leden het behoud van de bestaande gemeenschappelijke bank verlangden. Daar er geen overeenstemming was te krijgen, heeft het kabinet zijn ver zoek om ontslag ingediend. Over den loop dei' zaken, die tot de uit barsting van de crisis heeft geleid, schrijft het FremdenblattZoomin de coalitie als de coalitie-regeering kunnen het eens wor den over het bankvraagstuk. Kossuth en graaf Apponyi willen de zelfstandige Hon gaarsche bank, maar niet minder duidelijk is het, dat de minister-president en graaf And ras sy vasthouden aan de bankgemeen- schap. Daaruit volgt, dat de regeering niet hierom ontslag neemt, omdat de monarch aan de ministers, die als vertegenwoordigers van de onafhankelijkheidspartij voor hem verschenen zijn, liet bescheid gegeven heeft, dat hij, daargelaten de rechtskwestie die niet twijfelachtig is, om redenen van poli tieke en economische doelmatigheid zijne toestemming moet weigeren aan de oprich ting van de zelfstandige Hongaarsche bank. Had de verklaring van den monarch anders geluid, namelijk zoodanig dat hij, het recht van Hongarije tot oprichting van de zelf standige bank als niet twijfelachtig beschou wende, het aan zijne Hongaarsche regeering overliet het onderling eens te worden over de vraag of de feitelijke oprichting van eene werkelijk zelfstandige Hongaarsche bank als doelmatig was te beschouwen, dan zou precies hetzelfde gebeurd zijn wat nu is gebeurd. Ook deze verklaring van den monarch zou het ontslag van het ministerie- Wekerle tot noodzakelijk gevolg gehad heb ben, want dr. Wekerle en graaf Andrassy zouden geweigerd hebben de verantwoorde lijkheid voor de oprichting van de zelfstna- dige banK op zich te neon en. Welken loop de crisis zal nemen, is voors hands nog niet te zeggen. Aan de Köln. Ztg. wordt uit Budapest bericht, dat de leden van het kabinet er op uit zijn de cri sis zoodanig op te lossen, dat de tegenwoor dige meerderheid in stand blijft. De voor waarde daarvoor zou zijn, dat de onafhan kelijkheidspartij den eisch van de zelfstan dige bank prijs gaf omdat er geen uitzicht op verwezenlijking bestaat, want de monarch zou aan een eventueel besluit van den rijks dag tot oprichting van de zelfstandige bank zijne goedkeuring weigeren. ,,De groote vraag, waarvan de oplossing van de Hongaarsche crisis afhangt, is nu deze, of ide onafhankelijkheidspartij, kan worden bewogen tot uitschakeling van liet bankvraagstuk of niet. Eene aanzienlijke groep van de partij onder leiding van den voorzitter der partij Justh is daartegen. Het standpunt, dat de groep-Kossuth en de op den grondslag van het compromis van 1867 staande partijen innemen, heeft ten doel, dat de meerderheid, met terzijdestelling van alle andere kwestiën, de kiesrechthervor ming zal ter hand nemen en de beslissing van alle strijdvragen zal voorbehouden aan den op den grondslag van het algemeen kies recht te kiezen nieuwen rijksdag. In het bankvraagstuk zou dit leiden tot de tijde lijke verlenging van de tegenwoordige bank- concessie tot 1912 of tot 1917, het tijdstip waarop het nu geldende compromis met Oostenrijk afloopt. Het is aan twijfel on derhevig, of dit standpunt de overhand zal houden tegenover de door president Justh geleide beweging, die beoogt de regeering uitsluitend op te dragen aan de onafhanke- lijkheidspartij, zoodat in het nieuwe kabinet de leiders van de constitutioneele partij en van de volkspartij geen zitting zouden heb ben. Het nieuwe ministerie zou dan een wetsontwerp tot oprichting van de zelfstan dige bank indienen, maar ook dan niet af treden, als de Koning de bekrachtiging mocht weigeren. Het tot stand brengen van de nieuwe kieswet zou de onafhankelijk heidspartij ook voor hare rekening nemen zij zou daarbij natuurlijk er op bedacht zijn die naar hare eigen behoeften in te richten. ,,Het plan van Justh is om deze reden vooral gevaarlijk, omdat het aan de eer zuchtige mannen in de onafhankelijkheids- partij het uitzicht opent op alle plaatsen in het ministerie en in het hooge ambtenaars- personeel, die zij nu moeten deelen met de constitutioneele partij en de volkspartij. Het is echter zeer de vraag of de Kroon, die geen bijzonder vertrouwen koestert voor de on af hankelijkheidspartij, zal ingaan op de be noeming van een uitsluitend uit leden van de onafhankelijkheidspartij bestaand kabi net. Daar na'melijk de onafhankelijkheids partij geen afstand wil doen van haar pro gram der afscheiding van Oostenrijk, maar het slechts wil terugstellen tot na de uit voering van de kiesrechthervorming, zou de Kroon, als zij op dit plan inging, met gebon den handen zijn overgeleverd aan het verder reikende streven van de onafhankelijkheids- partij. Dat zal men in Weenen ook wel in zien. Daarom is het wel mogelijk, dat de on afhankelijkheidspartij tusschen t-wee stoelen op den grond terecht zal komen. Zij zal in de hoop alleen aan de regeering komen, misschien de tegenwoordige regeering doen uiteengaan, maar daarmee slechts bereiken, dat men de regeering uitsluitend zal vormen uit hare tegenstanders, de op den grondslag van het compromis staande partijen". Frankrijk. De regeering schijnt nu tot ei*nst te zijn bekeerd in haar optreden tegen de postbe ambten. Zij heeft alle lijn werkers, die den len Mei niet aan 'het werk kwamen, ge schorst en de ambtenaren, die opruiende redevoeringen hielden in de beweging voor de verlangde syndicaatrechten, voor den raad van tucht gedaagd. Het getal van de op deze wijze tot dusver getroffen ambtena ren, beambten en werklieden wordt opgege ven als 52, waarvan een deel thuis behoort in de provincie. Naar aanleiding van dit op treden van de regeering, heeft het bestuur van de ambtenaarsvereeniging, dat tijdens de laatste staking werd gevormd, gezamen lijk met de deputatie, die toen de besprekin gen met de regeering voerde, eene langdu rige geheime beraadslaging gehad. Daar van is alleen het besluit bekend, d'at de ambtgenooten in de provincie aanspoort zich aan te sluiten en de voor den raad van tucht gedaagden den raad geeft aan de op Zaterdag a.s. bepaalde dagvaarding geen ge volg te geven. Over de maatregelen, die als antwoord op de te verwachten beslissing van den raad van tucht zullen worden genomen, werd nog geen besluit genomen. Men zal dit besluit afwachten, waarvan men niet twijfelt, dat het in den zin van de regeering zal uitvallen. De regeering schijnt besloten te zijn, de raachtkwestie tot eene beslissing te brengen, zelfs op het gevaar af van eene nieuwe sta king, omdat zij nu de Sterkste is en meent te mogen aannemen, dat de staking niet den omvang zal aannemen, dien de leiders van de beweging hopen. Engeland. P a r ij s 5 Mei. De k-oning van En geland is hier hedenavond om 6 uur 30 aan gekomen Londen, 5 Mei. In het voortgezette begrootingsdebat zeide de eerste minister Asquitli in antwoord op de critiek van de oppositie, dat er in de begrootingsvoorstel- len niets voorkomt, wajt onbestaanbaar is met een gezond financie-jwezen en de natio nale rechtvaardigheid, en dat er geen land bestaat, waar het kapitaal minder zou zijn blootgesteld aan berooving of onzekerheid, dan het den vrijhandel huldigende Groot- Brittannië, nadat de vporstellen van den kanselier der schatkist Lloyd George in wer king zullen zijn gebracht. Een besluit om de rechten op thee onver anderd te laten, werd aangenomen met 332 tegen 179 stemmen. De heer Asquith verklaarde verder nog, dat de regeering maatregelen had genomen om de organisatie van de luchtscheepvaart op betere leest te schoeien. Het werk van het maken van plannen voor het bouwen van bestuurbare luchtschepen is verdeeld tus schen marine en leger. Om dat werk op het hoogst mogelijke, wetenschappelijke .peil te kunnen brengen, is aan het Nationaal Na tuurkundig Laboratorium het verzoek ge richt een afzonderlijke af deeling te vormen voor voortdurende experimenteele onderzoe kingen, die zal staan onder toezicht van een speciale commissie van erkend weten schappelijke mannen. De heer Asquith voegde hieraan nog toe, dat de noodige gelden beschikbaar zijn ge steld om onverwijld dezen arbeid ter hand te kunnen nemen, In eene he'den namiddag gehouden ver gadering van leden van het Lagerhuis is een permanent comité van 25 leden benoemd, om met de i'egeering samen te werken bij de organisatie van de aanwending van lucht schepen voor de verdediging des lands. Londen, 5 Mei. Te Stratford on Avon is gekozen de unionist Foster met 5374 stemmen. Martin (liberaal) verwierf 2742, Hincaid Smith (onafhankelijk libe raal) 479 stemmen. De unionisten winnen dezen zetel. Oostenrljk-Hongarlje. In eene commissie van den Oostenrijkse hen rijksraad heeft de regeering inlichtingen ge- geven over de wijze, waarop zij is tegemoet J gekomen aan de bezwaren, die waren inge bracht tegen de wijze, waarop de concessie gegeven is voor de landbouw- en handels bank in Bosnië. De gemeenschappelijke minister van financiën, baron Burian, een Hongaar van afkomst, die het bestuur voert over Bosnië, meende daarover als hoofd van de Bosnische regeering zelfstandig te kunnen beschikken en had de concessie zoo danig ingericht, dat deze bank eene Hon gaarsche instelling zou worden. Daartegen is men in Oostenrijk opgekomen, en de be moeiingen van de Oostenrijksche regeering hebben, al kan de concessie zelve niet meer worden ingetrokken, dit uitgewerkt, dat de ondervoorzitter van het bestuur een Oosten rijker moet zijn en dat ook het Oostenrijk sche kapitaal aan de oprichting van de bank zal deelnemen. Servië. In de skoepschtina is de regeering nog eens weer geïnterpelleerd over den dood van den huisknecht van den gewezen kroonprins George. Van wege de regeering werd ge antwoord, dat reeds officieel was verklaard hoe dit sterfgeval zich had toegedragen. De interpellant was met dit antwoord niet te vreden en merkte op, dat prins George, of- schopn hij de consequentie had getrokken do r afstand te doen van het recht op de troonopvolging, zich niet kon onttrekken aan eene strafrechtelijke vervolging, door de zaak te sussen. Dit verschafte den inter pellant de terechtwijzing, dat hij geen recht had tot verdachtmaking van den prins op grond van onbewezen praatjes. Turkije. Volgens een bericht in Turksche bladen, heeft de sultan de door de financieele com missie van het parlement tot 25,000 Turk ache ponden teruggebrachte civiele lijst nog verder verminderd en op 20,000 pond per maand bepaald. De sultan Heeft last gegeven tot over gave aan de schatkist van de bezittingen van Abdul Hamid en tot teruggave van alle gedurende den tijd van diens regeering ra beslag genomen goederen. Aan de Frnnkf. Ztg wordt bericht, dat tot dusver in het paleis van Abdul Hamid 506,000 Turksclie ponden, bestaande in goud, papier en kost baarheden, werden aangetroffen en aan de staatskas afgeleverd. De Kamer heeft be sloten de regeering uit te noodigen, het bij Turksche en vreemde banken belegde ver mogen van Abdul Hamid te doen vaststel len en daarop beslag te leggen. In welin gelichte kringen wordt dit vermogen op on geveer 250 mark geschat. Over dat vermo gen zal echter niet beschikt kunnen wor- <!en, als Abdul Hamid er geen afstand van doet. Konstantinopel, 5 Mei. Hilmi- pacha is benoemd tot grootvizier en Mollah Sahi'b tot Sjeik-u'l-Islam. Het ministerie is aldus samengesteld Ferid-pacha binnenland sche zaken, Arif Hikmet Marine, Hakki bey justitie, Nal bey onderwijs, Rifaait-pacha bui'tenlandsche za ken, Rifaat bey financiën, Naradounghiar openbare werken, Salii'b oorlog. Volgens een bericht uit Konstantinopel, zal de staat van beleg voortaan strenger ge handhaafd worden. Op den verkoop van wapenen zal worden toegezienverscholen muiter- zullen opgespoord en verdachten verwijderd worden. Van de redifs in Konia zijn vijf batail- lons en van die in Siwas vier bataillons op geroepen om naar Adana te gaan. De mi nister van binnenlandsche zaken heeft vijf tig spoorwegwagons met graan naar Adana gezonden. Verder zijn door particulieren maatregelen tot hulp genomen, waaraan ook de te Konstantinopel gevestigde Armeniërs deelnamen. Ds Osmanli bericht, dat een majoor van de redifs uit Sis, die naar Hadsjin was ge zonden, met een aanzienlijk deel van zijne troepen naar de opstandelingen is overge gaan. Daarentegen verklaart de vali van Adana m een op 1 Mei gedagteekend telegram de geruchten, dat troepen zijn ovei'gegaan naar de opstandelingen, voor onjuist; in het ge- heele vilajet kwamen geene onlusten meer voor. De redifbataillons in Tarsus en Mer- sina zijn ontslagen. Volgens Engelsche consulaire berichten zijn in Adana, de hoofdstad van het gewest van dien naam, 1600 christenen en 600 mo hammedanen, die bij de moorden waren om gekomen, ter aarde besteld. De afgezette vali Djewad Pacha, die op bevel uit Jildiz bevel gaf tot de moorden, is gevangen ge nomen. De krijgsraad, die daarheen gezon den is, zal vonnis over hem vellen en Dje wad in Adana zelf laten ophangen. In de Turksche Kamer hebben een paar Christelijke afgevaardigden er bezwaar tegen gemaakt, dat de grondwet den Islam nog tot staatsgodsdienst verklaart. Deze kritiek wordt voor het oogenblik zeer onvoorzich tig geacht. De Lokal-Anzeiger verneemt uit Salo- niiri, dat de Turksche regeering het ambt van grootvizier aan generaal von der Goltz pacha heeft aangeboden, maar van dezen eene weigering ontving. Konstantinopel, 5 Mei. De krijgsraad veroordeelde acht matrozen ter dood, die hun commandant hadden aange vallen. De rust en orde zijn volkomen. Marokko. T a n g e r, 5 Mei. In eene vergadering van Europeesche kooplieden werd een in ternationaal bestuur benoemd. De vergade ring nam kennis van eene uiteenzetting van den treurigen toestand, waarin de Europee sche handel wordt gebracht door de niet- toepassing van de akte. van Algeciras en door de weigering van het maghzen om die akte toe te passen. Met algemeene stemmen werd een voorstel aangenomen om tegen dien toestand te protesteeren en op de stipte ev volledige toepassing van de akte van Algeciras aan te dringen. Perzië* Teheran, 5 M-ei. De sjah heeft eene proclamatie onderteekend, waarbij eene grondwet wordt verleend. Het parlement zal waarschijnlijk den 19en Juli bijeenkomen. Over den strijd in Perzië wordt aan de Vossische Ztg. bericht, dat het Russisch- Engelsche hervormingsprogramma door den sjah is aangenomen. Hij krijgt eene leening van vier millioen mark bij vaststelling van den datum der parlementsverkiezingen. De Baklrtiaren hebben bij de gezant schappen geprotesteerd tegen de gewapen de inmenging van Engeland en Rusland; zij dreigen tegen Teheran op te rukken. In den omtrek van Teheran zijn de wegen nu vrij. De aanvoer van levensmiddelen is verzekerd, maar het geregelde verkeer met Djoelfa ontbreekt nog. In de stad heerscht de grootste nood. Het andjoemen heeft zich tot den Russischen consul gewend met het Naar h»t Engtlsch 92 VAN C. N. in W. M. WILLIAMSON. Beste Ronald," klonk het op spottenden toon, „je deed't beter je gereed te maken voor het tweede ontbijt, dat wij aan wal ge bruiken zullen. Mijnheer Van Brederode heeft ons weer 'een verrassing bereid en je zult zeker de handen vol verf hebben." O die vrouw onder duizenden Het was alsof een ingeving haar tot mijne redding had gezonden. Niet dat ik er zoo heel zeker van ben, dat zij mij te hulp zou zijn geko men, indien zij geweten "had in welk gevaar ik mij bevondwant ofschoon ik tegenover onze t och tgen ooien nog altijd haar „beste Ronald" ben, is zij onder vier oogen vol strekt zoo beleefd 'niet meer als in het begin van onze reis Wij hebben elkander een paar malen de waarheid gezegd en ik geloof niet in hare achting te zijn gestegen. De pot heeft in duidelijke bewoordingen gezegd, wat hij van den ketel denkt. Als het tijdstip daar is om te scheiden, zou het wel kunnen dat 'het dametje nog oprechter is en mij in 'beleefde termen te kennen geeft, dat het eene uitkomst is, dat zij voorgoed van haren aangenomen neef is ontslagen. Toch heeft hare onbeschrijfelijke schranderheid' ons allen onder een soort bet'oovering ge bracht en ik was haar onuitsprekelijk dank- baar, toen. zij mij weerhield, op het oogen- I blik d'at ik de slechte visch in wou slikken. De booten naderden eene particuliere lan- dingsplaats, wel klein maar zoo opvallend, dat alles mij in het eerst als eene zinsbe goocheling voorkwam. Wij lagen stil in de schaduw van reus- achtige hoornen. Over de balie van een keurig haventje leunden twee' beelden, in donkere jassen, die ons met doffe oogen aanstaarden. En die poppen en de houten schutting, waartegen zij stonden en waarop een zonderling geschilderd motto, met slan gen en honden en stokken en een meter prijkte, werden alle kristalhelder in den spiegel van het groene water weerkaatst. ,,Hoe vervelend, nu wij juist eens heer lijk samen zouden praten!" riep Menela uil ,,Ja," zedde ik, „maar er is niets aan te doen. Waar zijn wij? Is dit een toover- landï" „Het moet de buitenplaats van mijnheer Dudok de Wit zijn," antwoordde de jonge dame bits. „Hij is een bijzonder mensch en sommige lieden verbeelden zich, dat men Holland niet verlaten mag, zonder een bezoek aan zijn huis gebracht te hebben. Hij heeft de geheele wereld doorreisd en van overal merkwaardige dingen meerge- bracht voor zijn museum, dat hij voor ieder toegankelijk stelt en naar men vertelt, is j hij zoo edelmoedig, dat hij niets zou weige- 1 ren, zoo min nachtlogies of zijn beste vruch- j ten, als eene som van duizend gulden, in dien een in noodverkeerende vreemdeling hem daarom vroeg. Ik geloof dat Rudolf nog een verre neef van hem is. Maar ik zie onzen gastheer niet. Misschien 'bevindt hij zich wel weer op een zijner voetreizen." „Of in bed," zeide ik, „een middagdutje doende, om de warmte te vergeten." „Neen, want het is een zijner eigenaar digheden .nooit naar bed te gaan. Dit deed hij in geen vijf-en-twintig jaar. Hoe hij slaap*, weet ik niet, maar zie, daar is hij I Ik herken 'hem aan zijne portretten in de geïllustreerde bladen." Mijne oogen volgden de richting van haar blik, die op de rivier scheen gevestigd. Ik zocht naar een bootje, maar ontdekte een tusschen de waterlelies drijvend hoofd/- Dat hoofd glimlachte en knikte en verwelkomde Van Brederode bij diens doopnaam. De natte haren, welke als zilver in het water glinsterden, waren vrij langj. de cogen bruine edelgesteenten, de trekken on berispelijk, ofschoon niet van een modern type, maar zooals men -er op een portret uit de zeventiende eeuw kan zien en de glim lach was betooverend. De beroemde Dud'ok de Wit zwom nader bij en vertelde ons, ten .gevolge van de hitte zijn dagelijksch rivierbad wat langer gerekt te hebben dan gewoonlijk. Hij had echter niet langer dan een paar uur in het water door-gebracht en was zeer 'blij ons te zien. Hij zou onmiddellijk uit de Vecht komen en wij moesben bij hem 'blijven dëjeuneeren te Breukelen, waar hij woonde. Hij stapte inderdaad in een keurig bad- costuum uit het wa'ber en verzocht ons hem naar zijn huis te volgen, waar wij ons met zijne schatten konden amuseeren, ter-wijl hij zich kleedde. De lunch dn deze mboie ouderwetsche wo ning, de wandeling om -de bezitting en het uur in het museum doorgebracht, behoord'en wederom 'tot een van Rudolf's overwinnin- genmaar ik benijdde ze hem niet meer en hij zag er ook alles beha'lve zegevierend uit. j Hoe ware d'at oolc mogelijk geweest, waar Phyllis slechts oogen voor haar Zeekoning had en Nell, die plotseling bijzonder op hare nichtjes Van Buren gesteld scheen, geen tijd overhield oan op zijn bestaan te letten? j Ik was van meening, dat zij wel eens een hand mocht hebben uitgestoken, oim mij te beschermen tegen Menelanraar zoo zij iets vermoedde van hetgeen er voorviel, moet zij mij volkomen in staat hebben geacht mijzelf te verdedigen, ook ai ware ik zonder tante Fay reddeloos overgeleverd geworden aan i het wezen, dat ik tegen wil en dank had vrij gemaakt. Maar mijne „tante" gedroeg zich in deze omstandigheden voorbeeldig. Toen wij een maal Breukelen verlaten hadden en door de met lelies omzoomde rivier naar Amsterdam, voortgeleden, wist zij mij bijna ongemerkt j te beveiligen tegen de aanvallen van den vijand. Met- de groots/te beleefdheid' knoopte zij telkens weder een gesprek met de onwil lige Menela aan, die het toch niet wagen durfde haar den rug toe te keeren en zoo erkentelijk was ik haar voor hare hulp, da't ik besloot te Amsterdam een kostbaar ge schenk ter .belooning voor haar te koopen." HOODSTUK XXXI. 1 A-1& een man zich voor een vrouw opoffert, j heeft hij gaarne de voldoening te weten, dat hij succes heeft gehaden ik gevoelde d'at j het mij een melancholiek genoegen zou doen, als ik vernam, da't Phyllis nut had getrok ken van -mijne goedheid. Het zbu .mijne zelf- achting gevleid hebben, al liepen mijne rib ben ook gevaar, als Robert van Buren zich' in mijne armen geworpen had1, om mij voor db bevrijding uit eijne „Slavenketenen" te danken. Ik moest echtev bedenken, dat hij bij geen mogelijkheid kon weten, wat hij mij verplicht was, of ik zou onbillijk genoeg zijn geweest hem van ondankbaarheid te be schuldigen Er kwam een zware regenbui, ter-wijl wij in open rijtuigen door Amsterdam reden. Zoodra wij dus aan het welbekende hotel van ons eersite bezoek kwamen, moesten de leden van ons gezelschap zich naar hunne kamers spoeden onr hun nat goed uit tedoeu. Daar er voor het overige van den dag geen bepaald plan was vastgesteld en het was al bver vijven, kwamen wij eerst aan ta fel weer bijeen, behalve Van Brederode, die bij een vriend ging dineeren. Het was de eerste maal, d'at hij -zich afzon derde en tot mijne verrassing werd ik ge waar, d'at als een Zeeman een Albatros we ken achtereen meegevoerd heeft, hij d'at schepsel mist-, als hij** het kwijt raakt. In elk geval wisten wij zonder Van. Brederode niet wat te doen. Er ontbrak een organiseerder, en als hij gewenscht had -zijne waarde te ver- hoogen, had hij geen 'beter middel kunnen kiezen. Bij -gebrek -aan een onderwerp, waar in allen belangstelden, begonnen wij over den afwezige te praten behalve Nell, die in stdl'te luisterde, en zich niet in het ge sprek mengde, totdat Freule Menela na een aneedbte van Robert, tot lof van diens heldv de opmerking maakte: Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1