V'. 331. Td' J aar gang. Vrijdag 21 Mei 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. AIHERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonder;ijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiénmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bjj de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRJJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Ut het herhaald adverteeren m dit Blad, by abonnement. Eeae circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. Do Burgemeester van Amersfoort-, Gezien- artikel 41 «der gemeentewet, Brengt ter loenunis van- d'e ingezetenen<Hat de Baad dezer gemeente zal vergadeien op Dinsdag, denj'25. Mei aanstaande, des namiddags te l£ure. Amersfoort, den 19. Mei 1909. De Burgemeester voornoemd, WDIJTÏFJRS. Politiek Overzicht. liet bestuur over Bosnië. Van den rijksminister van financiën in Oostenrijk-Hongarije, baron Burian, zijn de ministerieele levensdagen geteld. Zijn aftre den is spoedig te verwachten. Hij heeft dat niet te wijten aan zijn financieel beheer, dat van betrekkelijk geringen omvang is, maar aan de wijze, waarop 'hij het bewind heeft gevoerd over Bosnië, het voormalige Turksche gewest, dat Oostenrijk-Hongarije sedert 1878 bestuurt en dat liet nu onlangs bij zijn gebied heeft ingelijfd. Baron Burian is namelijk Hongaar van geboorte en heeft ook als bewindsman zich al te zeer Hongaar gevoeld en vergeten, dat hij had te zorgen voor de belangen van Oostenrijk-Hongarije, niet van Hongarije alleen. Dit is ten slotte de Oostenrijksche regeering gaan verdrie ten, die daartegen is opgekomen, en blijk baar niet zonder succes. In eene commissie van den Oostenrijkschen rijksraad heeft de minister-president baron Bienerth zonder omwegen den rijksminister van financiën verweten, dat hij als bewindsman gehandeld heeft, zonder rekening te houden met de be langen van Oostenrijk. Hij verklaarde, dat dit niet kon worden geduld en dat er maat regelen ware^ genomen, opdat dit in de toe komst niet weer zou voorkomen. In over eenstemming met den gemeenschappelij ken minister van buitenlandsche zaken, is beslo ten, dat voortaan alle belangrijke bestuurs- vragen, die op de ingelijfde gewesten betrek king 'hebben, zullen geregeld worden door de drie gemeenschappelijke ministers geza menlijk en niet- enkel door een van de drie, den minister van financiën. Baron Burian is dus bestookt door het Oostenrijksche kabinet en losgelaten door zijne beide ambtgenooten, rijksministers als hij. Geen wonder dat zijn toestand onhoud baar geworden is. De zaak, die de maat van de grieven tegen zijn beleid heeft doen over- loopen, was het door hem uitgelokte be sluit, waarbij de concessie tot oprichting van eene Bosnische landbouwbank verleend werd aan de Hongaarsche handelsbank. Daardoor werd niet alleen Hongarije eenzijdig bevoor recht, maar er werd vooruit geloopen op eene zaak, welker regeling van groot gewicht is voor de toekomst van Bosnië. Aan de nieuwe bank werd namelijk het uitsluitend recht, verleend om gelden te verstrekken voor den afkoop van de rechten, die in Bosnië de landheeren bezitten op de door hunne kmeten (pachters) bebouwde gronden. Daar door werd de gewichtige vraag wat doelmati ger is, de vrijmaking van den boerenstand in Bosnië toe te vertrouwen aan den staat of aan particulieren, eenzijdig ten gunste van de laatsten beslist, zonder dat Oostenrijk daarin gekend was. Dc Oostenrijksche regeering is hiertegen opgekomen op grond, dat daardoor de wet van 22 Februari 1880 was geschonden, die aan haar het meêzeggenschap verzekert in alle principieele bestuursvragen, die Bosnië betreffen. Zij heeft aan baron Burian het bitterste bespaardde intrekking van de wederrechtelijk verleende concessie. Maar zij heeft de gebreken, die aan deze conces sie kleefden, verzacht, door aan het Oos tenrijksche kapitaal deelneming in de oprichting en in het bestuur van de nieuwe onderneming te verzekeren en door de bekrachtiging van het privi lege met betrekking tot de kmeten aflossing voor te behouden aan den landdag van Bosnië, die in wording is. Eindelijk is, zooals reeds werd vermeld, de toestand verzekerd, die door de wet van 1880 eigen lijk wordt gewild, dat het bestuur in Bos nië door de drie gemeenschappelijke minis ters gezamenlijk moet worden gevoerd. Daarmee is aan het eenhoofdige gezag van den minister van financiën een einde ge maakt ©n is tevens de mogelijkheid afge sneden van eenzijdige bevoorrechting der Hongaarsche belangen, want als de minister van financiën een Hongaar is, dan brengt de gewoonte mee, dat zijne ambtgenooten die voortaan zijne handelingen zullen con troleeren, Oostenrijkers zijn. In dezen nieuwen toestand past baron Burian natuurlijk niet, en hij zal moeten gaan. Maar liet is niet enkel de persoon van baron Burian, die verdwijnt. In den strijd, die nu beslist is, hebben Oostenrijk en Hongarije ieder een verschillend stand punt ingenomen. Hongarije, steunende op herinneringen uit een verleden, dat nu lang voorbij is, uit den tijd vóór de Turk sche overheersching, toen zijne koningen aanspraken deden gelden op Bosnië, meende voor zich hei bestuur over het nieuwe gewest te kunnen opoischen. Oostenrijk verkondig de daartegenover de stelling, dat Bosnië en Heraegowina rijks]and is en dat Oostenrijk en Hongarije daarop beide gelijke rechten hebben. Het is het Oostenrijksche stand punt, dat de overhand heeft verkregen. Duitschland. Over de besprekingen, die te Wiesbaden gehouden zijn tusschen den Keizer en den rijkskanselier, wordt aan de Köln. Ztg. offi cieus uit Berlijn bericht, dat over d-e, wat den binnenlandschen toestand betreft, te volgen gedragslijn volledige overeenstem ming is geconstateerd. De rijksdag is tot 15 Juni uiteengegaan, maar zijne financieele commissie blijft in middels doorwerken. Zij is eergisteren be gonnen met de tweede lezing van de voor stallen, die betrekking hebben op de in de financieele hervorming begrepen directe be lastingen. Berlijn, 19 Mei. De Norddeutscho Aligemeine Zei'tung schrijft: Het door een hier verschijnend blad verbreide bericht over een op handen zijnde verloving van H. K. H. Prinses Victoria Louise is een verzinsel. Prins Ludwig van Beieren, de oudste zoon van den prins-regent, heeft bij een be zoek, dat hij in Karlsruhe -bracht aan den groothertog van Baden, een politieken feestdronk gehouden, waarin hij eene op merkelijke verklaring aflegde over de her vorming van de rijksfinanciën, de groote kwestie van den dag in Duitschland. Hij liet zich daarover aldus uit „Wij -bevinden ons nu in een zeer moeie- lijiken tijd. Het is te doen om de regeling van de rijksfinanciën. De Duitsche bonds- regeoringen hebben zich bij elkaar aangeslo ten en hebben allen een programma opge maakt. Ai kan niet worden verlangd, dat het in alle bijzonderheden door den rijksdag wordt aangenomen en uitgevoerd, dan is het toch eene groote en schoone zaak, dat de grondslagen daarvoor gelegd zijn, én het is te wenschen, dat op deze grondslag j eene overeenstemming zal wor den verkregen. Uwe Koninklijke Hoogheid zal mij toestaan op te -merken ik weet, dat Je regeeringen van Baden en Beieren 'f in di opzicht eens zijn, dat het eene groote noodzakelijkheid en een groot geluk is, dat de directe belastingen aan de bonds staten bïijv.n voortbehouden. Waar zouden wij toe komen en hoe zouden de bondssta ten de gewichtige taak, die zij hobben te •vervullen, kunnen vervullen, als de directe belastingen Lun werden beknibbeld. En evenals bij de-bondsstaten, is het ook bij de gemeenten van de grootste steden tot de kleinste dorp n. Zij zouden allen hunne taak niet kunnen vervullen, als zij getroffen werden in datgene wat zij volstrekt noodig •hebben, in de directe belastingen en wat daarmee samenhangt. De regeeringen zijn 't er daarom over eens geworden, afgezien van de indirecte belastingen, slechts ééne directe belasting aan het rijk over te laten namelijk de belasting op -de nalatenschap pen of de erfenisbelasting, en voor zoover- ik weet, staan de regeeringen nog altijd op hetzelfde standpunt. Ik wensch en hoop, dat de rijksdag tot dit standpunt ook zal toetreden. Mogen de bondsstaten, gelijk dit maal, altijd elkaar steunen tot welzijn van het rijk." B e r 1 ij n, 19 Me i. Het huis van af gevaardigden van den land-dag heeft, con form het voorstel van de commissie tot on derzoek van de geloofsbrieven, de mandaten van de vier in Berlijn gekozen sociaal democratische leden ongeldig verklaard. Neutraal-Moresnet, "het door België, Ne derland en Pruisen begrensde stukje land, dat tot dusver een zelfstandig bestuur heeft behouden, schijnt zijne zelfstandigheid wel dra te zullen verliezen. De Pruisische regee ring heeft een verdeelingsplan opgemaakt, volgens hetwelk het mijnwerk Vicille Mon- tagne met de gebouwen van het achterland aan België, daartegen de bewoonde plaats aan Pruisen zullen komen. Dit is niet naai den zin van de bevolking. Volgens de Vos- sisclue Ztg. wil zij hare onafhankelijkheid verdedigen en, zoo noodig, hulp inroepen, om eene inlijving bij Pruisen of bij België te verhoeden. Frankrijk. P a r ij s, 19 Me i. Op de prefectuur van polfcie is men van meening, dat de be weging voor een algemeene staking mis lukt is. Par ij s, 20 Mei. Zevenduizend arbei ders woonden hedenmiddag de meeting bij, bijeengeroepen door de federatie van de bouwvakvereeniigingenEr weiden heftige redevoeringen gehouden tegen die regeeringl en de arbeiders, die het werk niet hadden gestaakt-. Verschillende sprekers spoorden hunne makkers aan, op de werkplaatsen te saboteeren en de staking tot het uiterste af te kondigen, totdat aan de postbeambten volledige voldoening zal zijn verschaft. Toen de vergadering uiteenging hadden er heftige tooneelen plaats. De talrijke politie macht, die de orde moest handhaven, wil de een duizendtal grondwerkers, die belee- digende kreten aan het adres van Clemen- ceau uitten, uiteen jagen. De agenten wer den gebombardeerd met steenen, glazen en stoelen, die werden weggenomen van de ter rassen der cafe's. Verscheidene agenten wer den geslagen en 5 hunner gewond. Nadat er versterking was gekomen en cavallerie was verschenen, wei-den de betoogers uit een gejaagd en de ordie hersteld. Een groot aantal personen weiden in hechtenis geno- Ook de verklaring van de algemeene sta king schijnt fiasco te maken. Zij was be doeld als een uiterst middel om de post mannen te doen volharden in de staking. Maar juist de postdienst fungeert nu weer normaal en de telegraaf en de telefoon even eens. De vergaderingen van de stalkers wor den hoofdzakelijk bezocht door de reeds ont slagen ambtenaren. De afkondiging van de algemeene staking heeft volstrekt niet de beweging tot hervatting van den arbeid te gen gehoudenhet aantal stakers is nu zoo onbeduidend geworden, dat het bestuur 't niet meer noodig acht eene statistiek van do ontbrekenden op te maken. Eergisteren werden slechts 100 vermist op een effectief van 26,406 beambten. In de Temps wordt gezegd', dat do alge meene staking in schijn is afgekondigd om den stakers onder de postbeambten een riem onder het hart te steken, maar in werke lijkheid om een ondubbelzinnig échec van de beweging uit te lokken, waarvan ieder der beide fractiën van het syndicalisme partij wil trokken tegen zijn mededinger. In geen enkelen bedrijfstak is eergisteren een contingent van beteekenis van de wer- lieden weggebleven. Alleen in liet bouwbe drijf zijn eenige werkplaateen ledig geble ven. Van de grondwerkers werd het aantal stakers opgegeven als 1500. Dat de moei lijkheid voor goed is overwonnen, durft de Temps niet verzekerener zullen zich in sommige bedrijven wel bezwaren voordoen; maar dat de beweging algemeen zal worden, is niet waarschijnlijk te achten. Op straat was eergisteren niets bijzonders te merken in Parijs, en db incidenten, die voorvielen, waren van geringe beteekenis. In de arbeidsbeurs heerschte niet meesr be weging dan in gewone tijden. Gisteren zijn op eene vergadering, die ten gunste van de stakingsbeweging was uitgeschreven, stand jes gevolgd. Het was een vergadering, be legd door personen die met het bouwbedrijf in betrekking staanzij kan dus niet worden aangemerkt als een bewijs, dat de ver-eeni- ging zich generaliseert. Engeland. Londen, 19 Mei. In den loop der debatten over het werkloosheidsvraagstuk zette minister Winsten Ohurchill het regee- ringsprogram uiteen ton opzichte van de so ciale hervormingen, die in zich sluiten een stelsel van arbeidsbeurzen en verzekering tegen werkloosheid. Do arbeidsbeurzen zullen worden opge richt, krachtens eene wet, die de minister morgen zal indienen. Zij zullen nationaal zijn doch vrijwillig en de kosten zullen in den beginne niet meer bedragen dan 200,000 p. st. per jaar. De minister wees er met na druk op, dat de arbeidsbeurzen de gelegen heid tot werken niet zouden vermeerderen, maar haai- zouden organiseeren en verbete ring brengen in de sociale toestanden. Wat de verzekering tegen werkloosheid! betreft, verklaarde minister Churchill, dlaA hij een stelsel van verplichte verzekering voorstaat; aanvankelijk zou het slechts wor den toegepast in enkele bedrijven. Werkge vers en arbeiders zouden er toe moeten bij dragen en de staat, zou een flinke subsidie geven. Het plan zal eerst in de volgende zitting bij het parlement worden ingediend. Italië. Tusschen den minister-president en de mi nisters van marine en financiën is over eenstemming verkregen over het bouwen van vier pantserschepen van het Dreadnougbt- type binnen drie jaren in plaats van twee, zooals oorspronkelijk de bedoeling was. In de pers toont men daax-over groote voldoe ning. De Messagero hoopt, dat de nieuwe oorlogsschepen in 2^ jaar kunnen gereed komen, omdat Italië zich onmogelijk ook ter zee door Oostenrijk mag laten overvleuge len. Het blad verklaart: „Wij wenschen en hopen van harte, dat er geen oorlog zal uitbreken. Maar met het oog op de nog onlangs hernieuwde traditioneele handel wijze van onzen buurman, die tegen do zwakken een hoogen toon aanslaat, houden wij liet voor het beste toegerust te zijn en hopen, dat de vder schepen iu 2£ jaar ge reed zullen zijn. Want de driebond loopt in 1914 af en zou in 1912 vernieuwd moeten worden. Home, 1 9 M e i. Bij het begrootings- debat in de Kamer verklaarde de minister van de schatkist in antwoord aan verschil lende sprekers, dat de toestand van de schatkist aanmerkelijk is verbeterd. In ver band met de maatregelen, die de financieele toestand vordert, betoogde de minister, dat in het loopende dienstjaar tot 10 Mei eene vermeerdering van ontvangsten is verkre gen van 61 millioen lire, terwijl de voor gestelde vermeerdering van uitgaven slechts 57 millioen bedraagt. Do toestand van de begrooting maakt het mogelijk, zonder bezwaar de belangrijke uit gaven te bestrijden, die noodig zijn voor de maatregelen ten behoeve van do nationale verdediging, welke aan het parlement zijn voorgelegd. De financiën van Italië zijn thans zoodanig, dat hot land in de geheel© wereld daardoor in aanzien en macht wint, heigeen het van belangrijke voordeelen ver zekert. De minister ontving na zijne rede do gelukwenschen van de leden. De afgevaardigde© Negvotio herinnerde, dat 50 jaren geleden Fransclie en Italiaan- sche soldaten gezamenlijk de overwinning van Montebello behaalden, die de onafhan kelijkheid van Italië voorbereidde. Hij ver zocht de Kamer hare erkentelijkheid uit te drukken voor de nagedachtenis van hen, die voor het vaderland streden, en een groet to zenden aan de Kamer en het volk van Frankrijk. De voorzitter sloot zich bij dit voorstel aan. In de wandelgangen werd besproken, dat de regeering zich er van onthield zich aan te sluiten bij de betooging van dc Kamer. Spanje. Madrid, 19 Mei. In den Senaat verklaarde de minister van buitenlandscho zaken, in antwoord op eene interpellatie over de Spaansche politiek in Marokko, dat, Naar het Engelsch 103 VAN C. N. SN W. M. WILLIAMSON. Rudplf beet zich op de lippen en er kwam eene gevaarlijke flikkering'in zijne oogen. „En hij is met haar verloofd," zeide ik. Of, liever gezegd, er was iets in mijn bin nenste, dat mij dwong die woorden te uiten. Rudolf en ik blikten elkander aan en ander maal steeg liem een blos naar de wangen maar hij bleef zwijgon. „Laat mij die Miss Van Buren eens zien!" sprak Sir Alec. „Dat zal ik doen," beloofde ik, „maar eerst moet gij tot bedaren komen. Gij zijt voor het oogenblik niet in staat dames toe te spreken." „Ik wil mijne vrouw spreken," zeide hij. „Tante Fay is niet aan boord van deze boot en is er ook nooit geweest," verklaarde ik, sidderend van vrees, dat er een mooi ge zichtje uit de kajuit zou komen opduiken. Ik begreep zeer goed, de buitengewone ge hoorzaamheid der zusters slechts aan den magnetischen invloed harer geleidster te danken te hebbenmaar hoelang zij er dn slagen zou heiden beneden t© houden, viel onmogelijk te bepalen. Ieder oogenblik kon den wij eene lieve stem den naam van Lady Mac Nairne hooren uitroepen. Zelfs als Tibo maar ik durfde aan Tibe niet te denken. Horatius zijn brug alleen verdedigend, was niets vergeleken bij mij. Niemand kon mij thans helpen. „Poeoel denk je soms, dat ik zoo iets zou gelooven, na hetgeen er te Leeuwarden voor viel, toen ik je geloofde1?" „Gij hadt' gelijk dat te doen. Wees zoo goed mij eens te zeggen wat daar wel ge beurde, waardoor ik deze verwijtingen ver diend heb." „01 ik begrijp best, dat je dat maar liever vergeten zoudtl Ik ontmoette je met Van Brederode op de kermis. Je hebt mij belet hem te volgen, zooals ik wenschte, en zoodra hij zich uit de voeten had gemaakt, beloofde je mij hem weer te vinden. Je zeidet niet aan boord van zijn boot te zijn en geen vijf minuten met hem te hebben doorgebracht." „Dat was zoo en ik was niet aan boord van zijne boot, maar op die van Miss Van Buren. Eu zoo ik niet tot u terugkeerde, om u te zeggen waar hij te vinden was, dan liet ik dat alleen na, omdat ik vreesde, dat gij uwe 'waardigheid zoudt vergeten en u zeiven en tante Ray meer kwaad1 dan goed doen. Ik weet zeker dat Rudolf tante Fay niet gezien heeft sedert Juli. Waarom dan zou ik toela ten dat gij, met uw belachelijke verdenkin gen, ongenoegen bracht tusschen een uitste kenden kerel en het meisje, dat hij lief heeft?" Ik zag mijn toornigen oom nu vlak in het gelaal. „Je slaat een zeer hoogen toon aan," gaf hij ten antwoord, „maai- ik zal mij niet op nieuw voor den gek laten houden door een van u beiden. Ik zit Van Brederode sedert weken achterna op mijn ellendigen boot en ben het moê. Thans heb ik u bedden en al houdt gij beiden staande, dat mijn vrouw hier niet aan boord is, zal ik weigeren hot te gelooven, vóórdat ik met eigen oogen alle hoeken en gaten heb doorzocht." „Misschien dóe ik 'beter Miss Van Buren te gaan vragen, of zij mijn oom veroorloven wil zich zulk een vrijheid op haar eigendom toe te staan", spraik ik op ijskouden toon. „Zeer goed," antwoordde Sir Alec, „ga haar halen." Met hoog opgeheven hoofd begaf ik mij naar de kajuitstrap, zonder mij te durven afvragen wat er tusschen Rudolf en mijn oom zou voorvallen, terwijl ik beneden was. Het gordijn voor de deur der eerste kajuit was toe. Ik bleef er achter staan en riep Miss Van Buren, die een oogenblik later de zware portière ter zijde trok. Haar bekoor lijk gelaat was een oogenblik vlak bij het mijne. Met strenge berusting trad ik een stap terug. Ik had haar met eigen hand aan een ander weggeschonken. Of zij hem aan nemen zou of niet, wist ik niet te zeggen maar ik gevoelde dat, na hetgeen ik gedaan had, zij nooit de mijne zou kunnen worden „Kom een oogenblik mede in de gang," fluisterde ik, „ik moet u spreken." „Lady Mac Nairne..." begon zij. Ik bracht een vingor aan de lippen. „Stilzeide ik. „01 wist gij reeds dat zij ziek was?" vroeg Nell. Ik schudde het hoofd. „En toch is dat het geval; die armel Zij had een plotselingen aanval, even; nadat wij benedon kwamen en Phyllis en ik kon'den haar niet verlaten. Zij wilde niet toestaan, dat een van ons beiden naar boven ging om u te waarschuwen." „Die lieve ziel 1" kon ik niet nalaten uit te roepen, „zij denkt aan alles 1" „Het was haar hart," verklaarde Nell. „Al dien tijd heeft zij daar stil gelegen met onzo handon in de hare. Maar liet gaat al veel beter nu, en, ik geloof haast, dat zij in geslapen ia, want toen u mij riep, en ik zachtkens mijne hand uit de hare losmaakte, scheen zij er niets van te merken." „Zij wilde het niet hooren," zeide ik bij mijzelve. „Waar is Tibe?" vroeg ik over luid. „Zij gebruikt hem als voetbank." Voor alles had zij zorg gedragen. Zag men ooit zulk een schrander schepseltje?. „Wij zagen niets van den wedstrijd. Moes ten wij het afleggen?" vroeg Nell. „Dat- kom ik u nu juist vertellen," zeide ik, volstrekt niet wetende, wat ik verder zeggen moest. „Het Week", ging ik langzaam voort, „dat er iemand aan boord van bet jacht was, waarmede wij een wedstrijd hiel den. Wij wonnen het van hem, maar die man liet zich daardoor niet uit het veld slaan hij kwam bij ons aan boord, terwijl wij tusschen een paar twistende beurtschip pers beklemd1 raakten. O, maar er gebeurde niets wees maar niet bang. Die„iemand" is inderdaad niemand anders dan Sir Alee Mac Nairne." „O, die aardige man, dien wij te Amster dam leerden kennen, en weor te Leeuwarden ontmoetten, toen wij... wij..." Zij bloosde bij de herinnering. „Hij is immers een verre bloedverwant Van..." „Stil! Noem zijn of lvaar naam niet zoo luid, dat een van beiden het hooren kan," fluisterde ik. „Ik kan u alles zoo niet zeg gen, maar wilt ge mij vertrouwen?" „Wel zeker," zeide mijn verloren engel. „Sir Alec meent dat zijne vrouw aan boord is en hij is woedend op Van Brederode en mij, omdat zijne vrouw en hij samen getwist hebben. Vernemende, dat wij eene Lady Mac Nairne bij ons hadden, joeg hij ons als een razende achterna. Hij is dwaas genoeg te denken dat Rudolf verliefd op zijne vrouw is en ik kan iu nu niet precies uitleggen, waarom, zonder een geheim van mijne tante te verraden die onzin vati hem zal onz© Lady Mac Nairne veel kwaad doen." „Hoe schandelijk 1" riep Nell verbaasd uit, „wat kunnen wij daartegen doen?" „Er is reeds iets godoan. Maar dat moet ge mij vergeven en het mij helpen vol voeren, ter wille van tante Fay. Die arm© tante Fay, die thans zoo aan haar hart lijdt. Wat zal zij te lijden hebben, als ge haar niet bijstaat 1" „Ik zal h;uir bijstaan, zooveel in mijn ver mogen is," zeide Nell. „Wat kan ik doen?" „Dat vertel ik u reeds langzamerhand. In de eerste plaats dan, heb ik Sir Alec ver zekerd, dat Van Brederode u liefhad." „0! hoe hebt gij dat kunnen doen?" „Omdat ik het wist. En daarna zeide ik hem, dat gij samen verloofd waart. Dat in <le tweede plaats. Eindelijk smeek ik u mij naar dek te volgen en hem te verklaren dat het waar is." Zij was zeer 'bleek geworden. „Dat kan ik onmogelijk. Allee wat gij maar wilt... alleen dat niet." „Het is het eenige, waarmede gij mijne tante kunt itdden. Miss Van Buren, Nell ik verklaar u oprecht, dat-, tenzij gij het doet, ik vrees, zij niet lang meer Lady Mac Nairne zal zijn." „Lieve hemel I hoe vreoselijk!" stamelde het meisje. „Ja, heel tragisch. En voor mij maar ik zwijg van mijne govoelens. Ge weet hoe gohecht ik aan mijn tante ben. Zij zal dan alleen op de wereld 6taan met Tibo. Och, bo denk u nogl" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1