V'. 331.
Td' J aar gang.
Vrijdag 21 Mei 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
AIHERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonder;ijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiénmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bjj de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRJJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen Ut
het herhaald adverteeren m dit Blad, by abonnement. Eeae
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
Do Burgemeester van Amersfoort-,
Gezien- artikel 41 «der gemeentewet,
Brengt ter loenunis van- d'e ingezetenen<Hat de
Baad dezer gemeente zal vergadeien op Dinsdag,
denj'25. Mei aanstaande, des namiddags te l£ure.
Amersfoort, den 19. Mei 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WDIJTÏFJRS.
Politiek Overzicht.
liet bestuur over Bosnië.
Van den rijksminister van financiën in
Oostenrijk-Hongarije, baron Burian, zijn de
ministerieele levensdagen geteld. Zijn aftre
den is spoedig te verwachten. Hij heeft
dat niet te wijten aan zijn financieel beheer,
dat van betrekkelijk geringen omvang is,
maar aan de wijze, waarop 'hij het bewind
heeft gevoerd over Bosnië, het voormalige
Turksche gewest, dat Oostenrijk-Hongarije
sedert 1878 bestuurt en dat liet nu onlangs
bij zijn gebied heeft ingelijfd. Baron Burian
is namelijk Hongaar van geboorte en heeft
ook als bewindsman zich al te zeer Hongaar
gevoeld en vergeten, dat hij had te zorgen
voor de belangen van Oostenrijk-Hongarije,
niet van Hongarije alleen. Dit is ten slotte
de Oostenrijksche regeering gaan verdrie
ten, die daartegen is opgekomen, en blijk
baar niet zonder succes. In eene commissie
van den Oostenrijkschen rijksraad heeft de
minister-president baron Bienerth zonder
omwegen den rijksminister van financiën
verweten, dat hij als bewindsman gehandeld
heeft, zonder rekening te houden met de be
langen van Oostenrijk. Hij verklaarde, dat
dit niet kon worden geduld en dat er maat
regelen ware^ genomen, opdat dit in de toe
komst niet weer zou voorkomen. In over
eenstemming met den gemeenschappelij ken
minister van buitenlandsche zaken, is beslo
ten, dat voortaan alle belangrijke bestuurs-
vragen, die op de ingelijfde gewesten betrek
king 'hebben, zullen geregeld worden door
de drie gemeenschappelijke ministers geza
menlijk en niet- enkel door een van de drie,
den minister van financiën.
Baron Burian is dus bestookt door het
Oostenrijksche kabinet en losgelaten door
zijne beide ambtgenooten, rijksministers als
hij. Geen wonder dat zijn toestand onhoud
baar geworden is. De zaak, die de maat van
de grieven tegen zijn beleid heeft doen over-
loopen, was het door hem uitgelokte be
sluit, waarbij de concessie tot oprichting van
eene Bosnische landbouwbank verleend werd
aan de Hongaarsche handelsbank. Daardoor
werd niet alleen Hongarije eenzijdig bevoor
recht, maar er werd vooruit geloopen op eene
zaak, welker regeling van groot gewicht is
voor de toekomst van Bosnië. Aan de nieuwe
bank werd namelijk het uitsluitend recht,
verleend om gelden te verstrekken voor den
afkoop van de rechten, die in Bosnië de
landheeren bezitten op de door hunne
kmeten (pachters) bebouwde gronden. Daar
door werd de gewichtige vraag wat doelmati
ger is, de vrijmaking van den boerenstand in
Bosnië toe te vertrouwen aan den staat of
aan particulieren, eenzijdig ten gunste van
de laatsten beslist, zonder dat Oostenrijk
daarin gekend was.
Dc Oostenrijksche regeering is hiertegen
opgekomen op grond, dat daardoor de wet
van 22 Februari 1880 was geschonden, die
aan haar het meêzeggenschap verzekert in
alle principieele bestuursvragen, die Bosnië
betreffen. Zij heeft aan baron Burian het
bitterste bespaardde intrekking van de
wederrechtelijk verleende concessie. Maar
zij heeft de gebreken, die aan deze conces
sie kleefden, verzacht, door aan het Oos
tenrijksche kapitaal deelneming in de
oprichting en in het bestuur van de
nieuwe onderneming te verzekeren en
door de bekrachtiging van het privi
lege met betrekking tot de kmeten
aflossing voor te behouden aan den landdag
van Bosnië, die in wording is. Eindelijk
is, zooals reeds werd vermeld, de toestand
verzekerd, die door de wet van 1880 eigen
lijk wordt gewild, dat het bestuur in Bos
nië door de drie gemeenschappelijke minis
ters gezamenlijk moet worden gevoerd.
Daarmee is aan het eenhoofdige gezag van
den minister van financiën een einde ge
maakt ©n is tevens de mogelijkheid afge
sneden van eenzijdige bevoorrechting der
Hongaarsche belangen, want als de minister
van financiën een Hongaar is, dan brengt
de gewoonte mee, dat zijne ambtgenooten
die voortaan zijne handelingen zullen con
troleeren, Oostenrijkers zijn.
In dezen nieuwen toestand past baron
Burian natuurlijk niet, en hij zal moeten
gaan. Maar liet is niet enkel de persoon
van baron Burian, die verdwijnt. In den
strijd, die nu beslist is, hebben Oostenrijk
en Hongarije ieder een verschillend stand
punt ingenomen. Hongarije, steunende op
herinneringen uit een verleden, dat nu lang
voorbij is, uit den tijd vóór de Turk
sche overheersching, toen zijne koningen
aanspraken deden gelden op Bosnië, meende
voor zich hei bestuur over het nieuwe gewest
te kunnen opoischen. Oostenrijk verkondig
de daartegenover de stelling, dat Bosnië en
Heraegowina rijks]and is en dat Oostenrijk
en Hongarije daarop beide gelijke rechten
hebben. Het is het Oostenrijksche stand
punt, dat de overhand heeft verkregen.
Duitschland.
Over de besprekingen, die te Wiesbaden
gehouden zijn tusschen den Keizer en den
rijkskanselier, wordt aan de Köln. Ztg. offi
cieus uit Berlijn bericht, dat over d-e, wat
den binnenlandschen toestand betreft, te
volgen gedragslijn volledige overeenstem
ming is geconstateerd.
De rijksdag is tot 15 Juni uiteengegaan,
maar zijne financieele commissie blijft in
middels doorwerken. Zij is eergisteren be
gonnen met de tweede lezing van de voor
stallen, die betrekking hebben op de in de
financieele hervorming begrepen directe be
lastingen.
Berlijn, 19 Mei. De Norddeutscho
Aligemeine Zei'tung schrijft: Het door een
hier verschijnend blad verbreide bericht
over een op handen zijnde verloving van
H. K. H. Prinses Victoria Louise is een
verzinsel.
Prins Ludwig van Beieren, de oudste
zoon van den prins-regent, heeft bij een be
zoek, dat hij in Karlsruhe -bracht aan den
groothertog van Baden, een politieken
feestdronk gehouden, waarin hij eene op
merkelijke verklaring aflegde over de her
vorming van de rijksfinanciën, de groote
kwestie van den dag in Duitschland. Hij
liet zich daarover aldus uit
„Wij -bevinden ons nu in een zeer moeie-
lijiken tijd. Het is te doen om de regeling
van de rijksfinanciën. De Duitsche bonds-
regeoringen hebben zich bij elkaar aangeslo
ten en hebben allen een programma opge
maakt. Ai kan niet worden verlangd,
dat het in alle bijzonderheden door den
rijksdag wordt aangenomen en uitgevoerd,
dan is het toch eene groote en schoone
zaak, dat de grondslagen daarvoor gelegd
zijn, én het is te wenschen, dat op deze
grondslag j eene overeenstemming zal wor
den verkregen. Uwe Koninklijke Hoogheid
zal mij toestaan op te -merken ik weet,
dat Je regeeringen van Baden en Beieren
'f in di opzicht eens zijn, dat het eene
groote noodzakelijkheid en een groot geluk
is, dat de directe belastingen aan de bonds
staten bïijv.n voortbehouden. Waar zouden
wij toe komen en hoe zouden de bondssta
ten de gewichtige taak, die zij hobben te
•vervullen, kunnen vervullen, als de directe
belastingen Lun werden beknibbeld. En
evenals bij de-bondsstaten, is het ook bij
de gemeenten van de grootste steden tot de
kleinste dorp n. Zij zouden allen hunne taak
niet kunnen vervullen, als zij getroffen
werden in datgene wat zij volstrekt noodig
•hebben, in de directe belastingen en wat
daarmee samenhangt. De regeeringen zijn
't er daarom over eens geworden, afgezien
van de indirecte belastingen, slechts ééne
directe belasting aan het rijk over te laten
namelijk de belasting op -de nalatenschap
pen of de erfenisbelasting, en voor zoover-
ik weet, staan de regeeringen nog altijd op
hetzelfde standpunt. Ik wensch en hoop,
dat de rijksdag tot dit standpunt ook zal
toetreden. Mogen de bondsstaten, gelijk dit
maal, altijd elkaar steunen tot welzijn van
het rijk."
B e r 1 ij n, 19 Me i. Het huis van af
gevaardigden van den land-dag heeft, con
form het voorstel van de commissie tot on
derzoek van de geloofsbrieven, de mandaten
van de vier in Berlijn gekozen sociaal
democratische leden ongeldig verklaard.
Neutraal-Moresnet, "het door België, Ne
derland en Pruisen begrensde stukje land,
dat tot dusver een zelfstandig bestuur heeft
behouden, schijnt zijne zelfstandigheid wel
dra te zullen verliezen. De Pruisische regee
ring heeft een verdeelingsplan opgemaakt,
volgens hetwelk het mijnwerk Vicille Mon-
tagne met de gebouwen van het achterland
aan België, daartegen de bewoonde plaats
aan Pruisen zullen komen. Dit is niet naai
den zin van de bevolking. Volgens de Vos-
sisclue Ztg. wil zij hare onafhankelijkheid
verdedigen en, zoo noodig, hulp inroepen,
om eene inlijving bij Pruisen of bij België
te verhoeden.
Frankrijk.
P a r ij s, 19 Me i. Op de prefectuur
van polfcie is men van meening, dat de be
weging voor een algemeene staking mis
lukt is.
Par ij s, 20 Mei. Zevenduizend arbei
ders woonden hedenmiddag de meeting bij,
bijeengeroepen door de federatie van de
bouwvakvereeniigingenEr weiden heftige
redevoeringen gehouden tegen die regeeringl
en de arbeiders, die het werk niet hadden
gestaakt-. Verschillende sprekers spoorden
hunne makkers aan, op de werkplaatsen te
saboteeren en de staking tot het uiterste
af te kondigen, totdat aan de postbeambten
volledige voldoening zal zijn verschaft.
Toen de vergadering uiteenging hadden er
heftige tooneelen plaats. De talrijke politie
macht, die de orde moest handhaven, wil
de een duizendtal grondwerkers, die belee-
digende kreten aan het adres van Clemen-
ceau uitten, uiteen jagen. De agenten wer
den gebombardeerd met steenen, glazen en
stoelen, die werden weggenomen van de ter
rassen der cafe's. Verscheidene agenten wer
den geslagen en 5 hunner gewond. Nadat
er versterking was gekomen en cavallerie
was verschenen, wei-den de betoogers uit
een gejaagd en de ordie hersteld. Een groot
aantal personen weiden in hechtenis geno-
Ook de verklaring van de algemeene sta
king schijnt fiasco te maken. Zij was be
doeld als een uiterst middel om de post
mannen te doen volharden in de staking.
Maar juist de postdienst fungeert nu weer
normaal en de telegraaf en de telefoon even
eens. De vergaderingen van de stalkers wor
den hoofdzakelijk bezocht door de reeds ont
slagen ambtenaren. De afkondiging van de
algemeene staking heeft volstrekt niet de
beweging tot hervatting van den arbeid te
gen gehoudenhet aantal stakers is nu zoo
onbeduidend geworden, dat het bestuur 't
niet meer noodig acht eene statistiek van
do ontbrekenden op te maken. Eergisteren
werden slechts 100 vermist op een effectief
van 26,406 beambten.
In de Temps wordt gezegd', dat do alge
meene staking in schijn is afgekondigd om
den stakers onder de postbeambten een riem
onder het hart te steken, maar in werke
lijkheid om een ondubbelzinnig échec van
de beweging uit te lokken, waarvan ieder
der beide fractiën van het syndicalisme
partij wil trokken tegen zijn mededinger.
In geen enkelen bedrijfstak is eergisteren
een contingent van beteekenis van de wer-
lieden weggebleven. Alleen in liet bouwbe
drijf zijn eenige werkplaateen ledig geble
ven. Van de grondwerkers werd het aantal
stakers opgegeven als 1500. Dat de moei
lijkheid voor goed is overwonnen, durft de
Temps niet verzekerener zullen zich in
sommige bedrijven wel bezwaren voordoen;
maar dat de beweging algemeen zal worden,
is niet waarschijnlijk te achten.
Op straat was eergisteren niets bijzonders
te merken in Parijs, en db incidenten, die
voorvielen, waren van geringe beteekenis.
In de arbeidsbeurs heerschte niet meesr be
weging dan in gewone tijden. Gisteren zijn
op eene vergadering, die ten gunste van de
stakingsbeweging was uitgeschreven, stand
jes gevolgd. Het was een vergadering, be
legd door personen die met het bouwbedrijf
in betrekking staanzij kan dus niet worden
aangemerkt als een bewijs, dat de ver-eeni-
ging zich generaliseert.
Engeland.
Londen, 19 Mei. In den loop der
debatten over het werkloosheidsvraagstuk
zette minister Winsten Ohurchill het regee-
ringsprogram uiteen ton opzichte van de so
ciale hervormingen, die in zich sluiten een
stelsel van arbeidsbeurzen en verzekering
tegen werkloosheid.
Do arbeidsbeurzen zullen worden opge
richt, krachtens eene wet, die de minister
morgen zal indienen. Zij zullen nationaal
zijn doch vrijwillig en de kosten zullen in
den beginne niet meer bedragen dan 200,000
p. st. per jaar. De minister wees er met na
druk op, dat de arbeidsbeurzen de gelegen
heid tot werken niet zouden vermeerderen,
maar haai- zouden organiseeren en verbete
ring brengen in de sociale toestanden.
Wat de verzekering tegen werkloosheid!
betreft, verklaarde minister Churchill, dlaA
hij een stelsel van verplichte verzekering
voorstaat; aanvankelijk zou het slechts wor
den toegepast in enkele bedrijven. Werkge
vers en arbeiders zouden er toe moeten bij
dragen en de staat, zou een flinke subsidie
geven.
Het plan zal eerst in de volgende zitting
bij het parlement worden ingediend.
Italië.
Tusschen den minister-president en de mi
nisters van marine en financiën is over
eenstemming verkregen over het bouwen van
vier pantserschepen van het Dreadnougbt-
type binnen drie jaren in plaats van twee,
zooals oorspronkelijk de bedoeling was. In
de pers toont men daax-over groote voldoe
ning. De Messagero hoopt, dat de nieuwe
oorlogsschepen in 2^ jaar kunnen gereed
komen, omdat Italië zich onmogelijk ook ter
zee door Oostenrijk mag laten overvleuge
len. Het blad verklaart: „Wij wenschen
en hopen van harte, dat er geen oorlog zal
uitbreken. Maar met het oog op de nog
onlangs hernieuwde traditioneele handel
wijze van onzen buurman, die tegen do
zwakken een hoogen toon aanslaat, houden
wij liet voor het beste toegerust te zijn en
hopen, dat de vder schepen iu 2£ jaar ge
reed zullen zijn. Want de driebond loopt in
1914 af en zou in 1912 vernieuwd moeten
worden.
Home, 1 9 M e i. Bij het begrootings-
debat in de Kamer verklaarde de minister
van de schatkist in antwoord aan verschil
lende sprekers, dat de toestand van de
schatkist aanmerkelijk is verbeterd. In ver
band met de maatregelen, die de financieele
toestand vordert, betoogde de minister, dat
in het loopende dienstjaar tot 10 Mei eene
vermeerdering van ontvangsten is verkre
gen van 61 millioen lire, terwijl de voor
gestelde vermeerdering van uitgaven slechts
57 millioen bedraagt.
Do toestand van de begrooting maakt het
mogelijk, zonder bezwaar de belangrijke uit
gaven te bestrijden, die noodig zijn voor de
maatregelen ten behoeve van do nationale
verdediging, welke aan het parlement zijn
voorgelegd. De financiën van Italië zijn
thans zoodanig, dat hot land in de geheel©
wereld daardoor in aanzien en macht wint,
heigeen het van belangrijke voordeelen ver
zekert.
De minister ontving na zijne rede do
gelukwenschen van de leden.
De afgevaardigde© Negvotio herinnerde,
dat 50 jaren geleden Fransclie en Italiaan-
sche soldaten gezamenlijk de overwinning
van Montebello behaalden, die de onafhan
kelijkheid van Italië voorbereidde. Hij ver
zocht de Kamer hare erkentelijkheid uit te
drukken voor de nagedachtenis van hen, die
voor het vaderland streden, en een groet to
zenden aan de Kamer en het volk van
Frankrijk. De voorzitter sloot zich bij dit
voorstel aan.
In de wandelgangen werd besproken, dat
de regeering zich er van onthield zich aan
te sluiten bij de betooging van dc Kamer.
Spanje.
Madrid, 19 Mei. In den Senaat
verklaarde de minister van buitenlandscho
zaken, in antwoord op eene interpellatie
over de Spaansche politiek in Marokko, dat,
Naar het Engelsch
103 VAN
C. N. SN W. M. WILLIAMSON.
Rudplf beet zich op de lippen en er kwam
eene gevaarlijke flikkering'in zijne oogen.
„En hij is met haar verloofd," zeide ik.
Of, liever gezegd, er was iets in mijn bin
nenste, dat mij dwong die woorden te uiten.
Rudolf en ik blikten elkander aan en ander
maal steeg liem een blos naar de wangen
maar hij bleef zwijgon.
„Laat mij die Miss Van Buren eens zien!"
sprak Sir Alec.
„Dat zal ik doen," beloofde ik, „maar
eerst moet gij tot bedaren komen. Gij zijt
voor het oogenblik niet in staat dames toe
te spreken."
„Ik wil mijne vrouw spreken," zeide hij.
„Tante Fay is niet aan boord van deze
boot en is er ook nooit geweest," verklaarde
ik, sidderend van vrees, dat er een mooi ge
zichtje uit de kajuit zou komen opduiken.
Ik begreep zeer goed, de buitengewone ge
hoorzaamheid der zusters slechts aan den
magnetischen invloed harer geleidster te
danken te hebbenmaar hoelang zij er dn
slagen zou heiden beneden t© houden, viel
onmogelijk te bepalen. Ieder oogenblik kon
den wij eene lieve stem den naam van Lady
Mac Nairne hooren uitroepen. Zelfs als Tibo
maar ik durfde aan Tibe niet te denken.
Horatius zijn brug alleen verdedigend, was
niets vergeleken bij mij. Niemand kon mij
thans helpen.
„Poeoel denk je soms, dat ik zoo iets zou
gelooven, na hetgeen er te Leeuwarden voor
viel, toen ik je geloofde1?"
„Gij hadt' gelijk dat te doen. Wees zoo
goed mij eens te zeggen wat daar wel ge
beurde, waardoor ik deze verwijtingen ver
diend heb."
„01 ik begrijp best, dat je dat maar liever
vergeten zoudtl Ik ontmoette je met Van
Brederode op de kermis. Je hebt mij belet
hem te volgen, zooals ik wenschte, en zoodra
hij zich uit de voeten had gemaakt, beloofde
je mij hem weer te vinden. Je zeidet niet
aan boord van zijn boot te zijn en geen vijf
minuten met hem te hebben doorgebracht."
„Dat was zoo en ik was niet aan boord
van zijne boot, maar op die van Miss Van
Buren. Eu zoo ik niet tot u terugkeerde, om
u te zeggen waar hij te vinden was, dan liet
ik dat alleen na, omdat ik vreesde, dat gij
uwe 'waardigheid zoudt vergeten en u zeiven
en tante Ray meer kwaad1 dan goed doen. Ik
weet zeker dat Rudolf tante Fay niet gezien
heeft sedert Juli. Waarom dan zou ik toela
ten dat gij, met uw belachelijke verdenkin
gen, ongenoegen bracht tusschen een uitste
kenden kerel en het meisje, dat hij lief
heeft?"
Ik zag mijn toornigen oom nu vlak in het
gelaal.
„Je slaat een zeer hoogen toon aan," gaf
hij ten antwoord, „maai- ik zal mij niet op
nieuw voor den gek laten houden door een
van u beiden. Ik zit Van Brederode sedert
weken achterna op mijn ellendigen boot en
ben het moê. Thans heb ik u bedden en al
houdt gij beiden staande, dat mijn vrouw
hier niet aan boord is, zal ik weigeren hot
te gelooven, vóórdat ik met eigen oogen alle
hoeken en gaten heb doorzocht."
„Misschien dóe ik 'beter Miss Van Buren
te gaan vragen, of zij mijn oom veroorloven
wil zich zulk een vrijheid op haar eigendom
toe te staan", spraik ik op ijskouden toon.
„Zeer goed," antwoordde Sir Alec, „ga
haar halen."
Met hoog opgeheven hoofd begaf ik mij
naar de kajuitstrap, zonder mij te durven
afvragen wat er tusschen Rudolf en mijn oom
zou voorvallen, terwijl ik beneden was.
Het gordijn voor de deur der eerste kajuit
was toe. Ik bleef er achter staan en riep
Miss Van Buren, die een oogenblik later de
zware portière ter zijde trok. Haar bekoor
lijk gelaat was een oogenblik vlak bij het
mijne. Met strenge berusting trad ik een
stap terug. Ik had haar met eigen hand aan
een ander weggeschonken. Of zij hem aan
nemen zou of niet, wist ik niet te zeggen
maar ik gevoelde dat, na hetgeen ik gedaan
had, zij nooit de mijne zou kunnen worden
„Kom een oogenblik mede in de gang,"
fluisterde ik, „ik moet u spreken."
„Lady Mac Nairne..." begon zij.
Ik bracht een vingor aan de lippen.
„Stilzeide ik.
„01 wist gij reeds dat zij ziek was?" vroeg
Nell.
Ik schudde het hoofd.
„En toch is dat het geval; die armel Zij
had een plotselingen aanval, even; nadat wij
benedon kwamen en Phyllis en ik kon'den
haar niet verlaten. Zij wilde niet toestaan,
dat een van ons beiden naar boven ging om
u te waarschuwen."
„Die lieve ziel 1" kon ik niet nalaten uit
te roepen, „zij denkt aan alles 1"
„Het was haar hart," verklaarde Nell.
„Al dien tijd heeft zij daar stil gelegen met
onzo handon in de hare. Maar liet gaat al
veel beter nu, en, ik geloof haast, dat zij in
geslapen ia, want toen u mij riep, en ik
zachtkens mijne hand uit de hare losmaakte,
scheen zij er niets van te merken."
„Zij wilde het niet hooren," zeide ik bij
mijzelve. „Waar is Tibe?" vroeg ik over
luid.
„Zij gebruikt hem als voetbank."
Voor alles had zij zorg gedragen. Zag men
ooit zulk een schrander schepseltje?.
„Wij zagen niets van den wedstrijd. Moes
ten wij het afleggen?" vroeg Nell.
„Dat- kom ik u nu juist vertellen," zeide
ik, volstrekt niet wetende, wat ik verder
zeggen moest. „Het Week", ging ik langzaam
voort, „dat er iemand aan boord van bet
jacht was, waarmede wij een wedstrijd hiel
den. Wij wonnen het van hem, maar die
man liet zich daardoor niet uit het veld
slaan hij kwam bij ons aan boord, terwijl
wij tusschen een paar twistende beurtschip
pers beklemd1 raakten. O, maar er gebeurde
niets wees maar niet bang. Die„iemand"
is inderdaad niemand anders dan Sir Alee
Mac Nairne."
„O, die aardige man, dien wij te Amster
dam leerden kennen, en weor te Leeuwarden
ontmoetten, toen wij... wij..." Zij bloosde bij
de herinnering. „Hij is immers een verre
bloedverwant Van..."
„Stil! Noem zijn of lvaar naam niet zoo
luid, dat een van beiden het hooren kan,"
fluisterde ik. „Ik kan u alles zoo niet zeg
gen, maar wilt ge mij vertrouwen?"
„Wel zeker," zeide mijn verloren engel.
„Sir Alec meent dat zijne vrouw aan boord
is en hij is woedend op Van Brederode en
mij, omdat zijne vrouw en hij samen getwist
hebben. Vernemende, dat wij eene Lady Mac
Nairne bij ons hadden, joeg hij ons als een
razende achterna. Hij is dwaas genoeg te
denken dat Rudolf verliefd op zijne vrouw
is en ik kan iu nu niet precies uitleggen,
waarom, zonder een geheim van mijne tante
te verraden die onzin vati hem zal onz©
Lady Mac Nairne veel kwaad doen."
„Hoe schandelijk 1" riep Nell verbaasd
uit, „wat kunnen wij daartegen doen?"
„Er is reeds iets godoan. Maar dat moet
ge mij vergeven en het mij helpen vol
voeren, ter wille van tante Fay. Die arm©
tante Fay, die thans zoo aan haar hart lijdt.
Wat zal zij te lijden hebben, als ge haar niet
bijstaat 1"
„Ik zal h;uir bijstaan, zooveel in mijn ver
mogen is," zeide Nell. „Wat kan ik doen?"
„Dat vertel ik u reeds langzamerhand.
In de eerste plaats dan, heb ik Sir Alec ver
zekerd, dat Van Brederode u liefhad."
„0! hoe hebt gij dat kunnen doen?"
„Omdat ik het wist. En daarna zeide ik
hem, dat gij samen verloofd waart. Dat in
<le tweede plaats. Eindelijk smeek ik u mij
naar dek te volgen en hem te verklaren dat
het waar is."
Zij was zeer 'bleek geworden.
„Dat kan ik onmogelijk. Allee wat gij
maar wilt... alleen dat niet."
„Het is het eenige, waarmede gij mijne
tante kunt itdden. Miss Van Buren, Nell
ik verklaar u oprecht, dat-, tenzij gij het
doet, ik vrees, zij niet lang meer Lady Mac
Nairne zal zijn."
„Lieve hemel I hoe vreoselijk!" stamelde
het meisje.
„Ja, heel tragisch. En voor mij maar
ik zwijg van mijne govoelens. Ge weet hoe
gohecht ik aan mijn tante ben. Zij zal dan
alleen op de wereld 6taan met Tibo. Och, bo
denk u nogl"
Wordt vervolgd.