338. fierste Blad Zaterdag 22 Mei 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. 7" JaarjgaiiiK» OORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maasden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiénmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens by de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents by vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen t«4 het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eeae circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht l>e hervorming van «Ie Duilsclie Kijksflnanclën. De rijksdag is tot den 15en Juni uiteen gegaan met de bedoeling, aan zijne finan- cieele commissie tijd te gunnen om het voor bereidende werk, waaraan zij nu reeds maan den bezig is, ten einde te brengen. Inmid dels wordt er achter de coulissen ijverig voortgewerkt. Positieve uitkomsten zijn tot dusver niet verkregen. Wat men hoort, zijn weinig meer dan geruchten. Men zegt, dat vorst Bülow er op uit is allereerst overeen stemming te verkrijgen tusschen de liberale partijen en de rijkspartij, eene fractie wel ker karakter beter wordt aangeduid door den naam ,,vrij-conservatieve fractie", die zij draagt in het huis van afgevaardigden van den Pruisischen landdag. Wanneer die het samen eens gewonden zijn, dan zullen de verder rechts staande conservatieven en de „Wirtschaftliche Vereinigung" voor de keuze gesteld worden of zij zich willen aan sluiten. Een ander gerucht houdt in, dat zal worden beproefd overeenstemming tot stand te brengen op den grondslag, dat de libe ralen conoessiën doen wat de brandewijn belasting betreft en de conservatieven in de kwestie der erfenisbelasting. Do erfenisbelasting, waarvan reeds zoo lang sprake is als surrogaat van de door de conservatieven fel bestookte vermogensbelas ting, is nog niet ingediend. In de commis sie is van nationaal-liberale zijde een voor stel aangekondigd om den rijkskanselier uit te noodigen een ontwerp van die belasting in te dienen, dat moet strekken om de be staande belasting op de erfenissen uit te breiden tot echtgenooten zonder recht- streeksche nakomelingen en tot kinderen. De conservative» zijn hierin de regeering voor geweest; zij hebben de door hen toegezegde nieuwe belastingen, die het bezit moeten treffen, in ontwerp ingediend. Te oordeelen naar het gisteren door de commissie geno men besluit, waarbij het gedeelte van dit ontwerp, dat op de belasting van gelds waardige papieren betrekking heeft, zonder debat werd aangenomen, hebben zij daarmee uitstekend werk geleverd. Maar als het voorstel van de commissie in de vergadering komt, dan is het de vraag of het bestand zal zijn tegen de critiek, die het dan niet zal worden bespaard. In de commissie is geen debat gevoerd, omdat de tegenstanders in dit stadium der behandeling den tijd niet voor zakelijke discussie gekomen achtten. Een artikel van de Köln. Ztg., dat door den rijkskanselier schijnt te zijn geïnspi reerd, is op te vatten als eene vingerwijzing roor de taktiek, die de rijkskanselier voor nemens is in de financieele hervorming te volgen. Dit hervormingsplan is, zooals be kend is, een complex van directe en in directe belastingen. Daar het komen tot overeenstemming over de directe belastin gen op bijzonder groote bezwaren stuit, laat de rijkskanselier de liberalen door de Köln. Ztg. aansporen te beginnen met de indirecte belastingen toe te staan. Hij richt tot hen de vermaning, dat zij bij de behandeling van deze belastingontwerpen meer toeschie telijkheid dan tot dusver moeten in acht nemen. Om nu de liberalen er voor te behoe den, dat nadat zij indirecte belastingen hebben toegestaan, die eigenlijk in strijd zijn met hun program, in 't geheel geen directe belastingen worden bewilligd,waar tegen het verzet van de conservatieven is gericht, moet een zoogenaamd „Mantel- gesetz" voor de geheelë financieele hervor ming worden aangenomen, bepalende, dat de indirecte belastingen slechts dan van kracht zullen worden, als ook de directe belastin gen zijn toegestaan. Dit voorstel vindt in de liberale kringen geen zeer gunstige ontvangst. Het Berliner Tageblatt kenschetst het als een val, en waarschuwt de liberalen, dat zij zich niet daarin moeten laten lokken. In bittere woor den geeft de Vossische Ztg. lucht aan hare ontstemming. Zij vraagt: Hebben wij eigen lijk eene regeering? Sedert maanden heeft men den indruk, dat de rijkskanselier zijne politiek voert en de rijkssecretaris van finan ciën eene andere. Vorst Bülow wil, zoo is bij herhaling verzekerd, de financieele her vorming met het blok makende heer Sydow onderhoudt, zoo heeft men niet min der vaak vernomen, de vriendschappelijkste betrekkingen tot het centrum. De leidende staatsman heeft eens met nadruk de noodzakelijkheid van eene sterke, conse quente, van ééne gedachte uitgaande leiding der zaken doei; uitkomen. Bij de behande ling van de financieele plannen echter heeft men niets zoo zeer gemist dan sterkte, con sequentie en uitgaan van ééne gedachte. ,,De huidige verwarring in den toestand der binnenlandsche politiek heeft hare hoofd reden in dit gebrek aan energie en aan eens gezindheid van de regeeringHoe zal het volte aan de regeering met blijdschap eene krachtige ondersteuning verleenen, als het niet weet wie de regeering is en wat zij wil? Het is hoog tijd, dat de onzekerheid wordt weggenomen en eindelijk eene bon dige en ondubbelzinnige verklaring van den rijkskanselier en van de verbonden regeerin gen geschiedt, dat eene erfenisbelasting, die wat opbrengt, de onmisbare voorwaarde voor de financieele hervorming is en d'at uit hare verwerping de onvermijdelijke con- sequentiën moeien worden getrokken. Dat zou een woord zijn, dat den gewenschten weerklank overal in het Duitsche land zou moeten vinden." Duitschland. B e r 1 ij n, 2 1 Mei. De financieele commissie van den rijksdag heeft heden zon der debat het conservatieve voorsta tot be lasting van den cmzet van geldswaardige papieren aangen.men. De conservatieven, bet centrum en de „wirtschaïdiehe Vereini gung stemden voor, de nationaal-liberalen en de vrijzinnigen stemden tegm,. dc sociaal democraten onthielden zich bij deze stem ming. De vrijz'imigen hadden geweigerd deel te nemen aan eene zakelijke discussie over dit voorstel. Frankrijk. De radicaal-socialistische partij in de Ka mer, die acht dagen geleden de afgevaardig den Dubief en Dalimiu had gemachtigd, die regeering terstond na het einde van de poststaking over de algemeene politiek te interpelleeren, is daarop teruggekomen. Zij besloot de indiening van eene dergelijke, te gen de regeering gerichte interpellatie, voorloopig te verdagen met het oog op de ongerustheid, die de revolutionaire elemen ten van de vakvereenigingsbeweging trach ten te verwekken in de openbare meeuing. De regeering is thans met ijver bezig aan het ontwerp van het ambtenaars-statuut, de wettelijke regeling van de rechtspositie der ambtenaren, da* waarschijnlijk in het begin van de volgende week bij de Kamer zal J worden ingediend. Omtrent den inhoud van dit ontwerp wordt medegedeeld, dat het op alle takken van den openbaren dienst van toepassing zal zijn. Het regelt de voorwaar- den van in dienst treden en van bevorde ring, ontslag ec pensioneering. Het verze kert voorts de behandeling van klachten en grieven door middel van raden van tucht. Gunstbetoon, f a m ilierêgeerin g en politieke overwegingen zullen, naar gezegd wordt, niet meer in aanmerking komen bij benoe ming en bevordering. In eene tweede afdesling van het ontwerp wordt het vereenigingsreoht van de amb'.e naren geregeld. Ambtenaren van dezelfJe categorie zullen het recht hebben zich e vormen tot eene vereeniging. Dat ree it hebben alle categorieën. De aldus gevormde vereenigingen zullen zich kunnen vormen ♦o* eene algemeene vereeniging. Iedere ver eeniging zal zich kunnen aansluiten bij elk", gelijksoortige vereeniging in een diensttak Zoo kunnen b.v. de klerken van alle rni- nisterieele departementen zich combineeren tot eene algemeene vereeniging. Maar soort moet bij soort blijvendie algemeene ver eenigingen moeten ieder afzonderlijk blij ven en mogen niet tot één reuzen-syndicaat samengesmolten worden. Het- recht om te staken zal aan de staatsambtenaren abso luut verboden worden. Een staatsambte naar, die staakt, verliest daardoor van rechtswege zijne betrekking en. alle voor rechten, die hij zich daarin had verworven eene vereeniging, die staakt, wordt ontbon den. Ook de combinatie van ambtenaars- vereenigingen met gewone vakvereenigingen zal 'liet geoorloofd zijn, behalve voor doel einden van wederkeerig hulpbetoon. De afkondiging van de algemeene staking door de bestuurders va® den algemeenen ar- beids'bond (confédération générale du travail) heeft alleen tot uitkomst gehad, dat in sommige vakvereenigingen eene zekere beroe ring is ontstaan, maar geen staking. Alleen de grondwerkers, bij wie de stakingskoorts chronisch is, hebben gevolg gegeven aan de oproeping. Onder de overige werklieden van liet bouwvak heerscht verdeeldheid; een ge deelte staakt, een ander deel werkt. P a r ij s, 21 Mei, des avonds. De. Con fédération générale du Travail heeft een manifest laten aanplakken, dat de arbeiders aanspoort weer aan 't werk te gaan. Italië. Rome, 21 Mei. De Kamer behandel de heden een voorstel-Chiesa, dat strekt om de toepassing van de bestaande weitten op de godsdienstige orden te verlangen. De minister van justitie hield eene veelvuldig onderbroken rede, die hij morgen zal voort zetten. Daarin verklaarde hij, dat het niet noodig is aan het burgerlijk huwelijk den voorrang toe te kennen op het kerkelijke huwelijk. Oostenrijk-Hongarije. Tusschen de Oostenrijksohe en de Hon- giaarsche regeering Wordt eene gedachten- wisseling gevoeld óver de indiening van het wetsontwerp schadevergoeding van 2£ mil- lioen Turksche ponden, die men aan Tur kije schuldig is. In Oostenrijk is men voor nemens dit wetsontwerp binnenkort bij den rijksraad in te dienen. De Hongaarsohe re geering, die haar ontslag heeft ingediend en slechts tijdelijk met de waarneming van de bestuurszaken belast is, kan dit niet doenzij zal echter te kennen geven, dat zij hare toestemming verleent tot de indie ning van het wetsontwerp bij den Oosten- rij kschen rijksraad. Rusland. Petersburg, 21 Mei. De Rijksdoe- raa heeft in eerste en tweede lezing het wets ontwerp aangenomen op de stichting va® een hoogeschool te Saratow. Do voorjaarszitting van de rijksdoema zal, volgens een bericht uit Petersburg, in 't begin van Juni gesloten worden, omdat minister-president Stolypin op verlangen van den Czaar, zijn souverein op diens bui- tenlandsche reis zal vergezellen, terwijl de regeering niet van zins is tijdens zijne af wezigheid groote maatregelen op wetgevcend gebied met de doema te behandelen, Turkije. De plechtigheid der eedsaflegging, diie eergisteren in de vergadering van liet par lement plaats had, begon met het afleggen van de volgend© verklaring door den sultan, die eene herinnering inhield aan den door hem op den dag van de troonsbeklimming afgelegdieoi eed: ,,Ik heb gezworen de che- riat en d© grondwet ten volle in acht t© nemen en mij niet te Laten afbrengen van de rechten van het Ottomaanache volk eti de belangen van het vaderland. Ik wensch, dat nu ook gij den gevorderden eed aflegt." Daarop moest ieder van de afgevaardigden afzonderlijk zweren. De voorzitter van den Senaat legde den eed af naar de formule: „Ik zweer den sultan trouw te blijven, zoo lang hij de grondwet eerbiedigt." Tegen deze formule werd van verschillende zijden bezwaar gemaakt. De grootvizier en de bei de presidenten beraadslaagden kort met el kaar, waarna de volgende formule werd ge kozen „Ik zweer, dat ik dien sultan, het vaderland, de natie, de grondwet en de mij opgelegde plichten trouw zal blijven." In den verderen loop van de eedsaflegging kwamen nog cenige malen incidenten voor, omdat sommige afgevaardigden van deze formule afweken. De hodja's maakten gods dienstige toevoegingen en de Griek Bossios weigerde meer te zeggen dian „Ik zweer". Het ging soms zeer levendig toe in d© zaal. De sultan keek met belangstelling toe. Na dat allen den eed hadden afgelegd, werd op voorstel van den voorzitter van den Senaat, die presideerde, een adres van dankbetui ging van de nationale vergadering aan den sultan gevoteerd. Daarna nam de voorzit ter van de Kamer Achmed Riza het voor zitterschap over en verzocht den sultan de beraadslagingen bij te wonen. De sultan volgde een poos d© discussiën, diio hanxl/elcLm over een artikel van de perswet, en verliet daarna, van de ministers vergezeld en naar alle kanten vriendei.j groetende, ondesr bijvalsbetuigingen de zaal. Over het vermogen van den gewezen sul tan Abdul Hamid bericht de Neue Freio Presse, op gezag van een aanzienlijk finan cier uit Konstantinopel, dat, voor zoover tot dusver gebleken is, in Jildiz na de af- zetting gevonden is aan contanten en bank papier 5 millioen en aan stukken over de posito's 10 millioen Turksche ponden. Daar bij komen nog vele sieraden, juweelen en edelgesteenten. Het vermogen zou dus meer dan 15 millioen Turksche ponden bedragen. Wat met dit vermogen moet gebeuren, zal in de eerste plaats d© Turksche Kamer moeten beslissen. Wanneer de Kamer eene wet aanneemt, waarbij het vermogen van den geweze.1 sultan aan den staat wordt toe gekend, dan zullen de deel en van het ver mogen, die in Turkije in beslag genomen werden, dus het contante geld en wat bij Turksche banken is belegd, verbeurd ver klaard! worden. Eene andere vraag is wat moet gebeuren met de deposito's bij vreem de banken. Er wordt verteld van groote be dragen, die bij d'e bank van Engeland, de Duitsche bank en de Duitsche orient-bank zijn belegd. Maar het is zeer de vraag of die instellinge.. het onder hunne berusting zijnde geld zullen uitkeeren bij eventueel» verbeurdverklaring; waarschijnlijk zullen zij zich op het standpunt plaatsen, dat dit particulier vermogen is, waarmee de Turk sche wetgevende macht niets heeft uit te staan. Ook is het mogeilij'k, en zelfs haast niet twijfelachtig, dat deze dépots niet den naam va-i den sultan dragen, maar fictieve benamingen. In dat geval zou men er in 't geheel nirt aan kunnen raken. De Ottomanische Lloyd bericht, dat een irade is verschenen, dat aan generaal von der Go' Pacha de opdracht is verleend als reorganisateur van het Turksche leger op te treden. Generaal von der Goltz, die nu in het 66e levensjaar staat, trad in 1883 in den Turkschen dienst als hoofd van de inrichtingen van milita onderwijs. In 1886 legde hij een plan over, dat den grondslag is geworden van de tegenwoordige organisa tie-van het Turksche leger en aan welks uitvoering hij tien jaren van zijn leven heeft besteed. De uit zijne school voortgekomen Turksche officiereu koesteren de hoogste vereering voor hun vroogeren leermeester. Het korps officieren heeft aan hem zijne intellectueel e verheffing te dankende mili taire scholen, waaruit de bloem van de offi cieren voorkomt, zijn zijne schepping. De oorlog tegen Griekenland en de jongste ge beurtenissen, waarbij het militaire element de beslissend rol heeft vervuld in de groo te omwenteling, die heeft plaats gehad, hebben de proef op do som geleverd voor de deugdelijkheid van zijn werk. Dat hij nu weer naar Konstantinopel is geroepen, beteakent voor het Turksche leger het begin, van eene nieuwe, vruohtbare ontwikkelings periode. Dc' werken van generaal von der Goltz als militair schrijver hebben hem het eer e-doctoraat van de universiteit te Ko ningsbergen verschaft. Uit Saloniki wordt bericht, dat de auto riteiten zich genoopt zien, op grond van 'vertrouwelijke meeled, eeLingen, den bewa kingsdienst aan de Macedonische kust te versterken. Er zijn eenige zeilschepen mot wapenen en munitie uit Griekenland onder weg. De bemoeiingen van de reactionairen om de Albaneezen in Epirus tot oen opstand op te wekken, worden levendig voortgezet. Volgens een bericht aan de Vossische Ztg. uit Konstantinopel is, in strijd met do pogingen in de regeerin-gskringen om den waren toestand te verbergen, in Armenië en Klein-Azië de toestand aanhoudend slecht. Venezuela. Caracas, 21 Mei. Op requisitoir van den ambtenaar van het O. M., heeft Naar het Engelsch 104 VAM C. N. SN W. M. WILLIAMSON. Nell's gelaat Was heel strak en wit ge worden Ik voelde dat ik een monster was maar wat te doen Ik kon niet -toestaan dat de vrouw, die ons zoovele diensten bewezen had, zou worden ontmaskerd. Ik hing aan hare lippen. „Waar is mijnheer Van Brederode?" vroeg Nell eindelijk. „Op dek". En gij verwacht van mij, dat dk zoo iets in1 zijn bijzijn zou zeggen?" „Hij gaf reeds toe, dat het waar was, toen ik het zeide". „01 welnu, ter wille Van Lady Mac Nairne zal ik het doen; .maar -laat het gauw voorbij zijn" „Wacht nog één oogenblikje", zeide ik dringend, haar ongeduld bedwingend „Ik moet u eerst nog iets vertellen. Nadat Sir Alec met u gesproken heeft, zal hij naar de 'huttien willen gaan en overal naar zijne vrouw willen zoekenwant hij wil het niet gelooven, alvorens 'hij met eigen oogen zich overtuigd heeft, dat zij er niet is. Als u het goed vindt, mij welmaar zeg hem niet, dat er werkelijk iemand bij ons is, die La dy Mac Nairne heet, of ik sta niet voor de gevolgen in". „Als hij beneden komit, zal hij haar -zien". „Dat komt er niet op aan, omdat zij elk aar n'oo;t ontmoet hebbenals hij maar niet hoort, hoe zij heet". „Best, ik zal het niet vertellen". „En hij moet het ook niet van uwe stief zuster vernemen. Wil u Miiss Rivers waar schuwen, onder geen enkel voorwendsel den naam van Lady Mac Nadrne te noemen." „Dat zal ik. Maar Waarom kon u niet zeggen, dat Phil met Jonkheer van, Breide- rode verloofd is?" „Dat zou Robert Van Buren niot geduld hëbben". „Begrepen. Maar wat moet er met hem? 't Zou me niet baten hem iets te zeggen; hij zou juist het tegenovergestelde doen Hij alleen, zit in de buitenste hut, Lady Mac Naiirne verzocht hem daar te blijven en haar te beschermen, terwijl Phyllis en ik bij haar in de binnen-laajuit bleven". „Die goede tante Fay", mompelde/ik. „Als u nu Miss Rivers wilt waarschuwen en mij be tante zeggen, dait zij maar doen moet, alsof zij slaapt, zoodra Sir Mac Nair ne zijn hoofd om de deur steekt, dan neem ik uw neef voor mijne rekening". „Kom dan", zeide Nell en ik volgde haar in die smaakvolle kleine kajuit, die ilk in het duistere verleden voor mijn eigen ge bruik gedecoreerd had. Gelukkig is het oneindig moeilijker Ro bert Van Buren over te halen iets te. zeg gen, dan iets niet te zeggen en -ofschoon hij wel wat verwondend was en het niet preötiig vond in een geheim te worden be trokken, ontwiong ik hem toch de belofte zooveel hij wilde, naar den indringer te sta ren, maar in geen geval te spreken. „Hij weet met, dat u Engelsch spreekt", zeide ilk, vastbesloten Sir Alec nog te ver sterken Ln hét dankbeeld, dat Robert in hart en nieren een Hollander was. Ik had dit juist klaar gespeeld, toien Nell terug kwam met het strakke gelaat van een martelares, die 'd'e leeuwen reeds hoort brul len. Wij 'begaven ons samen naar dek. Sir Alec herkende -Nell terstond. „Is dat Moss Van Buren, de jonge dame, die met Van Brederode verloofd ós?" riep hij unit- Nell -boog, zonder twijfel dankbaar niet te m'oeten antwoorden. „Je zeide in Leeuwarden, dat ge de bei de dames in de Hollandsche costuums niet kendet", stoof mijn oom .tegen mij op.. „U heeft misschien dien indruk gekregen. Stellig heb ik nooit zoo iete gezegd", ant woordde ik onmiddellijk en ook naar waaiheid. „Misschien dacht iik destijds, dat, hoe minder acht er op de dames geslagen werd, hoe aangenamer haar dit zou zijn", vervolgde ik. „En .daaraan had u groot gelijk", voegde Nell er dapper bij. „O, des te beter", zeide Sir Alec toen plotseling. „En hoe maakt het de hond?" „Even aardig als altoos". Mac Nairne zweeg en dacht blijkbaar na. Hij is een welopgevoed man en beste kerel, zoolang hij niet in zijn jaloersche buien verkeert en de aamblilk van het jonge meisje en hare sprakelooze (bevestiging mijner be wering, brachten hem 'tot bedaren. „Ik verwachtte mijue vrouw aan boord van dit vaartuig te zullen vinden", sprak hij plotseling kortaf. „Is zij hier?" „Neen", antwoordde Nell, „en zij is er ook nooit geweest". „Is dit uwe boot; niét die van Van Bre derode?" „De mijne. Hij -is slechts zoo vriendelijk als kapitein op te tredenWilt u misschien naar beneden gaan en u overtuigen, dat uwe vrouw niet aan boord is?" Sir Alec keek haar aan en zij 'lremzij doorstond zijn blik, eu waarom ook niet, daar zij geen misdadig geheim te verbergen had. „Neen, dank u", zeide hij, na haar in <te oogen te hebben gezien. „Uw woord is mij voldoende. Ik zal, in plaats .daarvan, u al len goeden middag wensch en en zien weer op mijn eigen .boot te komen. Maar, eerst echter, Ronald, weet je met waar mijn vrouw is?" „Neen, dat zweer ik u", gaf ik ten ant woord. „Als dk het wist, zeide ik het u ter- étlond. Maar waarom plaatste u geen adver tentie? „Keer terug. Laat alles vergeten en vergeven zijn", of iets dergelijks. Gij kent de bladen, die zij altijd leeat en ik ben ze ker dat dit lvaar zou roeren. Zij is zeer aan u gehecht; zij zeide mij eens, .dat gij, in weerwil van 'alles, een der beste mannen op God's aadbodem waart". „Zeide zij dat waarlijk?" En hij kreeg een blos van vreugde. „Op mijn woord!" „Dank u", zeide (hij afgetrokken. Hij stonid een oagenbl-ik peinzend voor zich ui't te staren, en sprak t'oen haastig: „Wel, Van Brederode, ik weet niet, of -ik u niet mijne verontschuldigingen moet aanbieden". „Ik zo-u het wel denken, Sir Alec"v ant woordde Abb glimlachtend „Daar dan". De stevige Schot reikte hean de hand. De lange Hollander in de blauwe overjas, nam die aan. „Wat jou betreft, Starr", zeide Sir Alec, me dunkt dat je mij in ieder geval al heel leelijk behandeld hebt. Als de neef mijner vrouw". „Hei geschiedde met'de bosite bedoelin gen," .viel .i'k 'hem haastig in de rede. „En daar even nog gaf ik u een goeden raad. Als u dien volgt, zult ge mij later bedan ken". „Wie weet", mompelde hij, „misschien doe ik het". „Hoera", zeide ATb. „De sterke druk van ons aller vaartuigen, heeft de hinderpaal op geruimd. We zullen er nu in een paar mi nuten door zij'n". „Vaarwel dar. allen 1" riep Sir Alec, „ik moet nu naar mijn eigen boot terug. Do barges gever, nu niet meer om mij, nu zij er eindelijk achter «zijn dat ik noch een krankzinnige, noch een anarchist ben Van Brederode, ik feliciteer u met uwe ver loving me» Miss Van Buren. Ik hoop, Miss Van Buren, dat u zeer gelukkig moogt wor den. Wat mij betreft, hoogstwaarschijnlijk verlaat i.k mbrgen reeds Hollandi". Zoo sprekende draaide hij one vastbeslo ten den rug itoe, en 'klauterde van de Mas ccrfte op het naaste beurtschip. En zoo van de eene schuit op de andere, totdat hij uit ons oog verdween. „Miss Van Buren", zeide Van Brederode, „kunt u ons vergeven?" „Het is we [moeilijk", zeide deze, terwijl zij zenuwachtig aan een plooi van 'haar wit kleed plullcte, „maar we zullen er niet ver der over «preken nooit meer! Ik moet nu eens gaan zien, hoe het met Lady Mac Nairne is". „Nog niet. Eén oogenblik. Er is iets dat ik ter mijner verdediging zeggen moet", pleitte Rudolf. Wurdt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1