338. fierste Blad
Zaterdag 22 Mei 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
7" JaarjgaiiiK»
OORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maasden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiénmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens by de Uitgeven in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 35 cents by vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen t«4
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eeae
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
l>e hervorming van «Ie Duilsclie
Kijksflnanclën.
De rijksdag is tot den 15en Juni uiteen
gegaan met de bedoeling, aan zijne finan-
cieele commissie tijd te gunnen om het voor
bereidende werk, waaraan zij nu reeds maan
den bezig is, ten einde te brengen. Inmid
dels wordt er achter de coulissen ijverig
voortgewerkt. Positieve uitkomsten zijn tot
dusver niet verkregen. Wat men hoort, zijn
weinig meer dan geruchten. Men zegt, dat
vorst Bülow er op uit is allereerst overeen
stemming te verkrijgen tusschen de liberale
partijen en de rijkspartij, eene fractie wel
ker karakter beter wordt aangeduid door den
naam ,,vrij-conservatieve fractie", die zij
draagt in het huis van afgevaardigden van
den Pruisischen landdag. Wanneer die het
samen eens gewonden zijn, dan zullen de
verder rechts staande conservatieven en de
„Wirtschaftliche Vereinigung" voor de
keuze gesteld worden of zij zich willen aan
sluiten. Een ander gerucht houdt in, dat zal
worden beproefd overeenstemming tot stand
te brengen op den grondslag, dat de libe
ralen conoessiën doen wat de brandewijn
belasting betreft en de conservatieven in de
kwestie der erfenisbelasting.
Do erfenisbelasting, waarvan reeds zoo
lang sprake is als surrogaat van de door de
conservatieven fel bestookte vermogensbelas
ting, is nog niet ingediend. In de commis
sie is van nationaal-liberale zijde een voor
stel aangekondigd om den rijkskanselier uit
te noodigen een ontwerp van die belasting
in te dienen, dat moet strekken om de be
staande belasting op de erfenissen uit te
breiden tot echtgenooten zonder recht-
streeksche nakomelingen en tot kinderen. De
conservative» zijn hierin de regeering voor
geweest; zij hebben de door hen toegezegde
nieuwe belastingen, die het bezit moeten
treffen, in ontwerp ingediend. Te oordeelen
naar het gisteren door de commissie geno
men besluit, waarbij het gedeelte van dit
ontwerp, dat op de belasting van gelds
waardige papieren betrekking heeft, zonder
debat werd aangenomen, hebben zij daarmee
uitstekend werk geleverd. Maar als het
voorstel van de commissie in de vergadering
komt, dan is het de vraag of het bestand
zal zijn tegen de critiek, die het dan niet
zal worden bespaard. In de commissie is geen
debat gevoerd, omdat de tegenstanders in
dit stadium der behandeling den tijd niet
voor zakelijke discussie gekomen achtten.
Een artikel van de Köln. Ztg., dat door
den rijkskanselier schijnt te zijn geïnspi
reerd, is op te vatten als eene vingerwijzing
roor de taktiek, die de rijkskanselier voor
nemens is in de financieele hervorming te
volgen. Dit hervormingsplan is, zooals be
kend is, een complex van directe en in
directe belastingen. Daar het komen tot
overeenstemming over de directe belastin
gen op bijzonder groote bezwaren stuit, laat
de rijkskanselier de liberalen door de Köln.
Ztg. aansporen te beginnen met de indirecte
belastingen toe te staan. Hij richt tot hen
de vermaning, dat zij bij de behandeling
van deze belastingontwerpen meer toeschie
telijkheid dan tot dusver moeten in acht
nemen. Om nu de liberalen er voor te behoe
den, dat nadat zij indirecte belastingen
hebben toegestaan, die eigenlijk in strijd
zijn met hun program, in 't geheel geen
directe belastingen worden bewilligd,waar
tegen het verzet van de conservatieven is
gericht, moet een zoogenaamd „Mantel-
gesetz" voor de geheelë financieele hervor
ming worden aangenomen, bepalende, dat de
indirecte belastingen slechts dan van kracht
zullen worden, als ook de directe belastin
gen zijn toegestaan.
Dit voorstel vindt in de liberale kringen
geen zeer gunstige ontvangst. Het Berliner
Tageblatt kenschetst het als een val, en
waarschuwt de liberalen, dat zij zich niet
daarin moeten laten lokken. In bittere woor
den geeft de Vossische Ztg. lucht aan hare
ontstemming. Zij vraagt: Hebben wij eigen
lijk eene regeering? Sedert maanden heeft
men den indruk, dat de rijkskanselier zijne
politiek voert en de rijkssecretaris van finan
ciën eene andere. Vorst Bülow wil, zoo is
bij herhaling verzekerd, de financieele her
vorming met het blok makende heer
Sydow onderhoudt, zoo heeft men niet min
der vaak vernomen, de vriendschappelijkste
betrekkingen tot het centrum. De leidende
staatsman heeft eens met nadruk de
noodzakelijkheid van eene sterke, conse
quente, van ééne gedachte uitgaande leiding
der zaken doei; uitkomen. Bij de behande
ling van de financieele plannen echter heeft
men niets zoo zeer gemist dan sterkte, con
sequentie en uitgaan van ééne gedachte.
,,De huidige verwarring in den toestand
der binnenlandsche politiek heeft hare hoofd
reden in dit gebrek aan energie en aan eens
gezindheid van de regeeringHoe zal
het volte aan de regeering met blijdschap
eene krachtige ondersteuning verleenen, als
het niet weet wie de regeering is en wat zij
wil? Het is hoog tijd, dat de onzekerheid
wordt weggenomen en eindelijk eene bon
dige en ondubbelzinnige verklaring van den
rijkskanselier en van de verbonden regeerin
gen geschiedt, dat eene erfenisbelasting, die
wat opbrengt, de onmisbare voorwaarde
voor de financieele hervorming is en d'at
uit hare verwerping de onvermijdelijke con-
sequentiën moeien worden getrokken. Dat
zou een woord zijn, dat den gewenschten
weerklank overal in het Duitsche land zou
moeten vinden."
Duitschland.
B e r 1 ij n, 2 1 Mei. De financieele
commissie van den rijksdag heeft heden zon
der debat het conservatieve voorsta tot be
lasting van den cmzet van geldswaardige
papieren aangen.men. De conservatieven,
bet centrum en de „wirtschaïdiehe Vereini
gung stemden voor, de nationaal-liberalen
en de vrijzinnigen stemden tegm,. dc sociaal
democraten onthielden zich bij deze stem
ming. De vrijz'imigen hadden geweigerd
deel te nemen aan eene zakelijke discussie
over dit voorstel.
Frankrijk.
De radicaal-socialistische partij in de Ka
mer, die acht dagen geleden de afgevaardig
den Dubief en Dalimiu had gemachtigd,
die regeering terstond na het einde van de
poststaking over de algemeene politiek te
interpelleeren, is daarop teruggekomen. Zij
besloot de indiening van eene dergelijke, te
gen de regeering gerichte interpellatie,
voorloopig te verdagen met het oog op de
ongerustheid, die de revolutionaire elemen
ten van de vakvereenigingsbeweging trach
ten te verwekken in de openbare meeuing.
De regeering is thans met ijver bezig aan
het ontwerp van het ambtenaars-statuut, de
wettelijke regeling van de rechtspositie der
ambtenaren, da* waarschijnlijk in het begin
van de volgende week bij de Kamer zal J
worden ingediend. Omtrent den inhoud van
dit ontwerp wordt medegedeeld, dat het op
alle takken van den openbaren dienst van
toepassing zal zijn. Het regelt de voorwaar-
den van in dienst treden en van bevorde
ring, ontslag ec pensioneering. Het verze
kert voorts de behandeling van klachten en
grieven door middel van raden van tucht.
Gunstbetoon, f a m ilierêgeerin g en politieke
overwegingen zullen, naar gezegd wordt,
niet meer in aanmerking komen bij benoe
ming en bevordering.
In eene tweede afdesling van het ontwerp
wordt het vereenigingsreoht van de amb'.e
naren geregeld. Ambtenaren van dezelfJe
categorie zullen het recht hebben zich e
vormen tot eene vereeniging. Dat ree it
hebben alle categorieën. De aldus gevormde
vereenigingen zullen zich kunnen vormen
♦o* eene algemeene vereeniging. Iedere ver
eeniging zal zich kunnen aansluiten bij elk",
gelijksoortige vereeniging in een diensttak
Zoo kunnen b.v. de klerken van alle rni-
nisterieele departementen zich combineeren
tot eene algemeene vereeniging. Maar soort
moet bij soort blijvendie algemeene ver
eenigingen moeten ieder afzonderlijk blij
ven en mogen niet tot één reuzen-syndicaat
samengesmolten worden. Het- recht om te
staken zal aan de staatsambtenaren abso
luut verboden worden. Een staatsambte
naar, die staakt, verliest daardoor van
rechtswege zijne betrekking en. alle voor
rechten, die hij zich daarin had verworven
eene vereeniging, die staakt, wordt ontbon
den. Ook de combinatie van ambtenaars-
vereenigingen met gewone vakvereenigingen
zal 'liet geoorloofd zijn, behalve voor doel
einden van wederkeerig hulpbetoon.
De afkondiging van de algemeene staking
door de bestuurders va® den algemeenen ar-
beids'bond (confédération générale du travail)
heeft alleen tot uitkomst gehad, dat in
sommige vakvereenigingen eene zekere beroe
ring is ontstaan, maar geen staking. Alleen
de grondwerkers, bij wie de stakingskoorts
chronisch is, hebben gevolg gegeven aan de
oproeping. Onder de overige werklieden van
liet bouwvak heerscht verdeeldheid; een ge
deelte staakt, een ander deel werkt.
P a r ij s, 21 Mei, des avonds. De. Con
fédération générale du Travail heeft een
manifest laten aanplakken, dat de arbeiders
aanspoort weer aan 't werk te gaan.
Italië.
Rome, 21 Mei. De Kamer behandel
de heden een voorstel-Chiesa, dat strekt om
de toepassing van de bestaande weitten op
de godsdienstige orden te verlangen. De
minister van justitie hield eene veelvuldig
onderbroken rede, die hij morgen zal voort
zetten. Daarin verklaarde hij, dat het niet
noodig is aan het burgerlijk huwelijk den
voorrang toe te kennen op het kerkelijke
huwelijk.
Oostenrijk-Hongarije.
Tusschen de Oostenrijksohe en de Hon-
giaarsche regeering Wordt eene gedachten-
wisseling gevoeld óver de indiening van het
wetsontwerp schadevergoeding van 2£ mil-
lioen Turksche ponden, die men aan Tur
kije schuldig is. In Oostenrijk is men voor
nemens dit wetsontwerp binnenkort bij den
rijksraad in te dienen. De Hongaarsohe re
geering, die haar ontslag heeft ingediend
en slechts tijdelijk met de waarneming van
de bestuurszaken belast is, kan dit niet
doenzij zal echter te kennen geven, dat
zij hare toestemming verleent tot de indie
ning van het wetsontwerp bij den Oosten-
rij kschen rijksraad.
Rusland.
Petersburg, 21 Mei. De Rijksdoe-
raa heeft in eerste en tweede lezing het wets
ontwerp aangenomen op de stichting va®
een hoogeschool te Saratow.
Do voorjaarszitting van de rijksdoema
zal, volgens een bericht uit Petersburg, in
't begin van Juni gesloten worden, omdat
minister-president Stolypin op verlangen
van den Czaar, zijn souverein op diens bui-
tenlandsche reis zal vergezellen, terwijl de
regeering niet van zins is tijdens zijne af
wezigheid groote maatregelen op wetgevcend
gebied met de doema te behandelen,
Turkije.
De plechtigheid der eedsaflegging, diie
eergisteren in de vergadering van liet par
lement plaats had, begon met het afleggen
van de volgend© verklaring door den sultan,
die eene herinnering inhield aan den door
hem op den dag van de troonsbeklimming
afgelegdieoi eed: ,,Ik heb gezworen de che-
riat en d© grondwet ten volle in acht t©
nemen en mij niet te Laten afbrengen van
de rechten van het Ottomaanache volk eti
de belangen van het vaderland. Ik wensch,
dat nu ook gij den gevorderden eed aflegt."
Daarop moest ieder van de afgevaardigden
afzonderlijk zweren. De voorzitter van den
Senaat legde den eed af naar de formule:
„Ik zweer den sultan trouw te blijven, zoo
lang hij de grondwet eerbiedigt." Tegen
deze formule werd van verschillende zijden
bezwaar gemaakt. De grootvizier en de bei
de presidenten beraadslaagden kort met el
kaar, waarna de volgende formule werd ge
kozen „Ik zweer, dat ik dien sultan, het
vaderland, de natie, de grondwet en de mij
opgelegde plichten trouw zal blijven." In
den verderen loop van de eedsaflegging
kwamen nog cenige malen incidenten voor,
omdat sommige afgevaardigden van deze
formule afweken. De hodja's maakten gods
dienstige toevoegingen en de Griek Bossios
weigerde meer te zeggen dian „Ik zweer".
Het ging soms zeer levendig toe in d© zaal.
De sultan keek met belangstelling toe. Na
dat allen den eed hadden afgelegd, werd op
voorstel van den voorzitter van den Senaat,
die presideerde, een adres van dankbetui
ging van de nationale vergadering aan den
sultan gevoteerd. Daarna nam de voorzit
ter van de Kamer Achmed Riza het voor
zitterschap over en verzocht den sultan de
beraadslagingen bij te wonen. De sultan
volgde een poos d© discussiën, diio hanxl/elcLm
over een artikel van de perswet, en verliet
daarna, van de ministers vergezeld en naar
alle kanten vriendei.j groetende, ondesr
bijvalsbetuigingen de zaal.
Over het vermogen van den gewezen sul
tan Abdul Hamid bericht de Neue Freio
Presse, op gezag van een aanzienlijk finan
cier uit Konstantinopel, dat, voor zoover
tot dusver gebleken is, in Jildiz na de af-
zetting gevonden is aan contanten en bank
papier 5 millioen en aan stukken over de
posito's 10 millioen Turksche ponden. Daar
bij komen nog vele sieraden, juweelen en
edelgesteenten. Het vermogen zou dus meer
dan 15 millioen Turksche ponden bedragen.
Wat met dit vermogen moet gebeuren, zal
in de eerste plaats d© Turksche Kamer
moeten beslissen. Wanneer de Kamer eene
wet aanneemt, waarbij het vermogen van
den geweze.1 sultan aan den staat wordt toe
gekend, dan zullen de deel en van het ver
mogen, die in Turkije in beslag genomen
werden, dus het contante geld en wat bij
Turksche banken is belegd, verbeurd ver
klaard! worden. Eene andere vraag is wat
moet gebeuren met de deposito's bij vreem
de banken. Er wordt verteld van groote be
dragen, die bij d'e bank van Engeland, de
Duitsche bank en de Duitsche orient-bank
zijn belegd. Maar het is zeer de vraag of
die instellinge.. het onder hunne berusting
zijnde geld zullen uitkeeren bij eventueel»
verbeurdverklaring; waarschijnlijk zullen
zij zich op het standpunt plaatsen, dat dit
particulier vermogen is, waarmee de Turk
sche wetgevende macht niets heeft uit te
staan. Ook is het mogeilij'k, en zelfs haast
niet twijfelachtig, dat deze dépots niet den
naam va-i den sultan dragen, maar fictieve
benamingen. In dat geval zou men er in
't geheel nirt aan kunnen raken.
De Ottomanische Lloyd bericht, dat een
irade is verschenen, dat aan generaal von
der Go' Pacha de opdracht is verleend
als reorganisateur van het Turksche leger
op te treden. Generaal von der Goltz, die
nu in het 66e levensjaar staat, trad in 1883
in den Turkschen dienst als hoofd van de
inrichtingen van milita onderwijs. In 1886
legde hij een plan over, dat den grondslag
is geworden van de tegenwoordige organisa
tie-van het Turksche leger en aan welks
uitvoering hij tien jaren van zijn leven heeft
besteed. De uit zijne school voortgekomen
Turksche officiereu koesteren de hoogste
vereering voor hun vroogeren leermeester.
Het korps officieren heeft aan hem zijne
intellectueel e verheffing te dankende mili
taire scholen, waaruit de bloem van de offi
cieren voorkomt, zijn zijne schepping. De
oorlog tegen Griekenland en de jongste ge
beurtenissen, waarbij het militaire element
de beslissend rol heeft vervuld in de groo
te omwenteling, die heeft plaats gehad,
hebben de proef op do som geleverd voor
de deugdelijkheid van zijn werk. Dat hij
nu weer naar Konstantinopel is geroepen,
beteakent voor het Turksche leger het begin,
van eene nieuwe, vruohtbare ontwikkelings
periode. Dc' werken van generaal von der
Goltz als militair schrijver hebben hem het
eer e-doctoraat van de universiteit te Ko
ningsbergen verschaft.
Uit Saloniki wordt bericht, dat de auto
riteiten zich genoopt zien, op grond van
'vertrouwelijke meeled, eeLingen, den bewa
kingsdienst aan de Macedonische kust te
versterken. Er zijn eenige zeilschepen mot
wapenen en munitie uit Griekenland onder
weg. De bemoeiingen van de reactionairen
om de Albaneezen in Epirus tot oen opstand
op te wekken, worden levendig voortgezet.
Volgens een bericht aan de Vossische
Ztg. uit Konstantinopel is, in strijd met do
pogingen in de regeerin-gskringen om den
waren toestand te verbergen, in Armenië en
Klein-Azië de toestand aanhoudend slecht.
Venezuela.
Caracas, 21 Mei. Op requisitoir
van den ambtenaar van het O. M., heeft
Naar het Engelsch
104 VAM
C. N. SN W. M. WILLIAMSON.
Nell's gelaat Was heel strak en wit ge
worden Ik voelde dat ik een monster was
maar wat te doen Ik kon niet -toestaan dat
de vrouw, die ons zoovele diensten bewezen
had, zou worden ontmaskerd.
Ik hing aan hare lippen.
„Waar is mijnheer Van Brederode?"
vroeg Nell eindelijk.
„Op dek".
En gij verwacht van mij, dat dk zoo iets
in1 zijn bijzijn zou zeggen?"
„Hij gaf reeds toe, dat het waar was, toen
ik het zeide".
„01 welnu, ter wille Van Lady Mac
Nairne zal ik het doen; .maar -laat het gauw
voorbij zijn"
„Wacht nog één oogenblikje", zeide ik
dringend, haar ongeduld bedwingend „Ik
moet u eerst nog iets vertellen. Nadat Sir
Alec met u gesproken heeft, zal hij naar de
'huttien willen gaan en overal naar zijne
vrouw willen zoekenwant hij wil het niet
gelooven, alvorens 'hij met eigen oogen zich
overtuigd heeft, dat zij er niet is. Als u het
goed vindt, mij welmaar zeg hem niet,
dat er werkelijk iemand bij ons is, die La
dy Mac Nairne heet, of ik sta niet voor de
gevolgen in".
„Als hij beneden komit, zal hij haar -zien".
„Dat komt er niet op aan, omdat zij elk
aar n'oo;t ontmoet hebbenals hij maar niet
hoort, hoe zij heet".
„Best, ik zal het niet vertellen".
„En hij moet het ook niet van uwe stief
zuster vernemen. Wil u Miiss Rivers waar
schuwen, onder geen enkel voorwendsel den
naam van Lady Mac Nadrne te noemen."
„Dat zal ik. Maar Waarom kon u niet
zeggen, dat Phil met Jonkheer van, Breide-
rode verloofd is?"
„Dat zou Robert Van Buren niot geduld
hëbben".
„Begrepen. Maar wat moet er met hem?
't Zou me niet baten hem iets te zeggen;
hij zou juist het tegenovergestelde doen Hij
alleen, zit in de buitenste hut, Lady Mac
Naiirne verzocht hem daar te blijven en haar
te beschermen, terwijl Phyllis en ik bij
haar in de binnen-laajuit bleven".
„Die goede tante Fay", mompelde/ik.
„Als u nu Miss Rivers wilt waarschuwen
en mij be tante zeggen, dait zij maar doen
moet, alsof zij slaapt, zoodra Sir Mac Nair
ne zijn hoofd om de deur steekt, dan neem
ik uw neef voor mijne rekening".
„Kom dan", zeide Nell en ik volgde haar
in die smaakvolle kleine kajuit, die ilk in
het duistere verleden voor mijn eigen ge
bruik gedecoreerd had.
Gelukkig is het oneindig moeilijker Ro
bert Van Buren over te halen iets te. zeg
gen, dan iets niet te zeggen en -ofschoon
hij wel wat verwondend was en het niet
preötiig vond in een geheim te worden be
trokken, ontwiong ik hem toch de belofte
zooveel hij wilde, naar den indringer te sta
ren, maar in geen geval te spreken.
„Hij weet met, dat u Engelsch spreekt",
zeide ilk, vastbesloten Sir Alec nog te ver
sterken Ln hét dankbeeld, dat Robert in hart
en nieren een Hollander was.
Ik had dit juist klaar gespeeld, toien Nell
terug kwam met het strakke gelaat van een
martelares, die 'd'e leeuwen reeds hoort brul
len. Wij 'begaven ons samen naar dek.
Sir Alec herkende -Nell terstond. „Is dat
Moss Van Buren, de jonge dame, die met
Van Brederode verloofd ós?" riep hij unit-
Nell -boog, zonder twijfel dankbaar niet
te m'oeten antwoorden.
„Je zeide in Leeuwarden, dat ge de bei
de dames in de Hollandsche costuums niet
kendet", stoof mijn oom .tegen mij op..
„U heeft misschien dien indruk gekregen.
Stellig heb ik nooit zoo iete gezegd", ant
woordde ik onmiddellijk en ook naar
waaiheid. „Misschien dacht iik destijds, dat,
hoe minder acht er op de dames geslagen
werd, hoe aangenamer haar dit zou zijn",
vervolgde ik.
„En .daaraan had u groot gelijk", voegde
Nell er dapper bij.
„O, des te beter", zeide Sir Alec toen
plotseling. „En hoe maakt het de hond?"
„Even aardig als altoos".
Mac Nairne zweeg en dacht blijkbaar na.
Hij is een welopgevoed man en beste kerel,
zoolang hij niet in zijn jaloersche buien
verkeert en de aamblilk van het jonge meisje
en hare sprakelooze (bevestiging mijner be
wering, brachten hem 'tot bedaren.
„Ik verwachtte mijue vrouw aan boord
van dit vaartuig te zullen vinden", sprak
hij plotseling kortaf. „Is zij hier?"
„Neen", antwoordde Nell, „en zij is er
ook nooit geweest".
„Is dit uwe boot; niét die van Van Bre
derode?"
„De mijne. Hij -is slechts zoo vriendelijk
als kapitein op te tredenWilt u misschien
naar beneden gaan en u overtuigen, dat uwe
vrouw niet aan boord is?"
Sir Alec keek haar aan en zij 'lremzij
doorstond zijn blik, eu waarom ook niet,
daar zij geen misdadig geheim te verbergen
had.
„Neen, dank u", zeide hij, na haar in <te
oogen te hebben gezien. „Uw woord is mij
voldoende. Ik zal, in plaats .daarvan, u al
len goeden middag wensch en en zien weer
op mijn eigen .boot te komen. Maar, eerst
echter, Ronald, weet je met waar mijn
vrouw is?"
„Neen, dat zweer ik u", gaf ik ten ant
woord. „Als dk het wist, zeide ik het u ter-
étlond. Maar waarom plaatste u geen adver
tentie? „Keer terug. Laat alles vergeten en
vergeven zijn", of iets dergelijks. Gij kent
de bladen, die zij altijd leeat en ik ben ze
ker dat dit lvaar zou roeren. Zij is zeer aan
u gehecht; zij zeide mij eens, .dat gij, in
weerwil van 'alles, een der beste mannen op
God's aadbodem waart".
„Zeide zij dat waarlijk?" En hij kreeg
een blos van vreugde.
„Op mijn woord!"
„Dank u", zeide (hij afgetrokken. Hij
stonid een oagenbl-ik peinzend voor zich ui't
te staren, en sprak t'oen haastig: „Wel,
Van Brederode, ik weet niet, of -ik u niet
mijne verontschuldigingen moet aanbieden".
„Ik zo-u het wel denken, Sir Alec"v ant
woordde Abb glimlachtend
„Daar dan". De stevige Schot reikte hean
de hand. De lange Hollander in de blauwe
overjas, nam die aan.
„Wat jou betreft, Starr", zeide Sir Alec,
me dunkt dat je mij in ieder geval al heel
leelijk behandeld hebt. Als de neef mijner
vrouw".
„Hei geschiedde met'de bosite bedoelin
gen," .viel .i'k 'hem haastig in de rede. „En
daar even nog gaf ik u een goeden raad.
Als u dien volgt, zult ge mij later bedan
ken".
„Wie weet", mompelde hij, „misschien
doe ik het".
„Hoera", zeide ATb. „De sterke druk van
ons aller vaartuigen, heeft de hinderpaal op
geruimd. We zullen er nu in een paar mi
nuten door zij'n".
„Vaarwel dar. allen 1" riep Sir Alec, „ik
moet nu naar mijn eigen boot terug. Do
barges gever, nu niet meer om mij, nu
zij er eindelijk achter «zijn dat ik noch
een krankzinnige, noch een anarchist ben
Van Brederode, ik feliciteer u met uwe ver
loving me» Miss Van Buren. Ik hoop, Miss
Van Buren, dat u zeer gelukkig moogt wor
den. Wat mij betreft, hoogstwaarschijnlijk
verlaat i.k mbrgen reeds Hollandi".
Zoo sprekende draaide hij one vastbeslo
ten den rug itoe, en 'klauterde van de Mas
ccrfte op het naaste beurtschip. En zoo van
de eene schuit op de andere, totdat hij uit
ons oog verdween.
„Miss Van Buren", zeide Van Brederode,
„kunt u ons vergeven?"
„Het is we [moeilijk", zeide deze, terwijl
zij zenuwachtig aan een plooi van 'haar wit
kleed plullcte, „maar we zullen er niet ver
der over «preken nooit meer! Ik moet nu
eens gaan zien, hoe het met Lady Mac
Nairne is".
„Nog niet. Eén oogenblik. Er is iets dat
ik ter mijner verdediging zeggen moet",
pleitte Rudolf.
Wurdt vervolgd.