K°. 335. Dinsdag 25 Mei 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. De Motorboot. Jde Jaucgaagi AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maait len voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post1.50. Afzonder, yle nummers- 0.05. Daze Co'irrnt verschijnt dngelgks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens by de Uitgevers in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetalinf Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eear.e circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. ONDERZOEK VAN VERLOFGANGERS. Burgemeester eit Wethouders der gemeente Amersfoort maken' bekend, dat het onderzoek vaan de veiTofgacgers der militie te land' vcor deze gemeentte za<l; plaats 'hebben te Amersfoort op liet terrein voor de Infanten-ie-kazernes, op .Maandag, 7 Juni a. s.„ des voonmiddags 9f uuy, de veriefgangera, belioorenkle tot de lichting 1901 en de vroegere lichtingen', alsmede voor de lioh- taiigeiï van 1902 en. 1903; op Dinsdag, 8 Juni 1909, 's voonmiddags uair, de verlofgangers, ibelioorende tot de lichtingen 1904 en 190-5, en op Woensdag, 9 Juni. 1909, 's voormiddag^ 9t,- uur, de vei tliofga nlger-s, beh'oorende tob de lidlutingen 1906, 1907 eni 1908. Aan het onderzoek wordt niet deelgenomen door verlofgangers, die in dit jaar vóór het voor het onderzoek bepaalde tijdstip uit anderen hoofde dan krachtens art. 1*34 of art. 131 der MiLitiewet 1901 onder de wapenen zijn geweest, of die bestemd zijn, om in dit jaar krachtens art. 108, art. 109 of art. 111 der wet onder de wapenen of in werkelijken dienst te worden ge roepen door verlofgangers, die in dit jaar bestemd zijn tot het ingevolge art. 3 der Wet van 24 Juni 1901 (Staatsblad no. 159) bij de landweer volbrengen van een verlengden militiediensttijd, of om ingevolge art. 134 der Militiewet 1901 naar de landweer over te gaan; door ingelijfden bij de müitie, die krachtens art. 113 der wet van den werkelijken dienst zijn ontheven, of aan wie krachtens art. 114 der Wet uitstel van eerste oefening of van verblijf onder de wapenen is verleend, gedurende den tijd, dat zij in het genot zijn van de ontheffing of van het uitstel; door müicdemfe, aan wie ingevolge de reigelr.jg van1 den diiontsb voor het blijvend: gcdleeilte tijdelijk verlof is verleend' en' die tijdens diit verlof geaciht worden in werkelijken dlienlst te zijn, zood-aib heit 'hta later verleend groot verlof 'gerekendl moet worden eerst een! 'aamivang te hébben genomen «ip den dag., waarop !het tijdelijk verlof :is veranderd in groot verlof door miTitiiepl'Lcihtigeni, diie dadelijk ma de inlij ving met verlof tot nadere oproeping huiswaarts zijn gezonden en inigesobreivem zijni in 'het register van verlofgangers, tijdens den Idmiiri vairii dat ver lof door verlofgangers aan wie toestemming is verleend om het onderzoek eerst in November of December a. s. te ondergaan, die bij de hun verleende toestemming tot verblijf in het bui tenland van deelneming aan het onderzoek zijn vrijgesteld, of die een vrijwillige verbintenis volgens art. 9 der wet 'hebben aangegaan bij het regiment Genietroepen, met 'bestemming voor de exploitatie-compagnie der spoorweigafdieeiling van dat regiment. De verlofgangers zijn verplicht bij het onder zoek te verschijnen in uniform gekleed en voor zien van de kleeding- en uitrustingstukken hun bij vertrek met verlof medegegeven, en van hun zakboekjes. Een arrest van twee tot zes dagen, te onder gaan in de naastbij gelegen provoost, of het naastbij zijnde huis van bewaring, kan door den Militie-Commissaris worden opgelegd aan den verlofganger 1. die zonder geldige redenen niet bij het onderzoek verschijnt 2. die, daarbij verschenen zijnde, zonder gel dige redenen niet voorzien is van de hierboven vermelde voorwerpen 3. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4. die kleeding- of uitrustingstukken, aah! een: ander beboorendq, ails de zijne vertoont. Gedurende het onderzoek en in het algemeen, wanneer de verlofgangers in uniform zijn ge kleed, worden de manschappen der militie te land geaciht onder de wapenen te zijn en zijn dus op 'hen van toepassing het Crimineel Wet boek en het Reglement van krijgstucht. Zij, die door ziekte buiten staat mochten zijn om op te komen, zullen zoodra mogelijk ter secretarie moeten overleggen een op ongezegeld papier geschreven en behoorlijk gelegaliseerde geneeskundige verklaring. Den verlofgangers wordt- uitdrukkelijk, bekend gemaakt, dat zij zich in geeni geval kunnen) be roepen op het niet-omfcvangen eener bijzondere oproeping, maar diat deze kenln'jsgeivirgi, welke 'uitteJÜuifcensdi dient ats rechtsgeldig bewijs, dat de bpTlcepang behoorlijk is 'geschied:, hen bij niet- verschijning in verzuim stek. Amersfoort, 24 Mei 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Do Secretai is, De Burgemeester. J. Ci. STENFERT KROESE. WUIJTLElRS. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter kennis van belanghebbenden, dat. blijkens medtedeelliog van Iheerem Ounato-refai van: de 11 ijlksiiiniveriajteti't te Utrecht, met ingang van 1 September 1909 eene vioaniebe/urs van de Sint Jorüskerk alhier beschikbaar komt; zij, die daarvoor in aanmerking wenstlheni te komen, btlhooren een request (gericht aan) dén Minister vanl Bi timen lande-olie Zaken) ini .te zen den -bij heeren Curatoren, van de Rijksu'niiv^rsii- teit te Utrecht. Jongelieden, die h limine opleiding te Amers foort helbben genoten, worden uitgenoodigd' zich tevens schriftelijk, te wecdeni tot Burgemeester en Webhoudbrs van A/mei'sfoorife. Amersfoort, 24 Mei 1909. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Secretaris. De Burgemeester. J G. STENFERT KROES®. WUUTLE1ÏS. Politiek Overzicht. De hervorming van <le Duitsclie rijksfinanciën. De Nordd. Allg. Ze-itung geeft op nieuw uiting aan de ontstemming van de regeering over de wijze, waarop het werk der hervor ming van de rijksfinanciën in den Duit- schen rijksdag op de Lange baan wordt ge schoven. Zij schrijft, diat „alle vaderland s- Lieve'rid denkende mannen van het Duifcsohe volk met groote bezorgdheid de werkzaam heden gadeslaan van de 32e commissie van den rijksdag, waar de groote strijd om de wegneming van den nood der Duitsche rijks financiën wordt gestreden." Onder opmer king, dat na de besluiten van de commissie in eerste lezing niet minder dan 240 millioen mark ontbreken aan liet ook door de com missie tot dekking van de behoefte onver mijdelijk noodig geachte bedrag, gaat zij voort „Onder deze omstandigheden kan het geen verwondering baren, wanneer de partij van Duitschland, die zich het krachtigst verzet tegen eene gezondmaking van de financiën in het kader van onze tegenwoordige staats orde, er vreugde over voelt, dat de hervor ming blijft steken. Nooit sedert de zware nederlaag van Januari 1907 is de" toon van de sociaal-democratische pers, die ziek se dert dezen tijd op eene groote reserve heeft toegelegd, zoo uitdagend en triomfeerend geweest als in den laatstee. tijd. „Volledig isolement in het concert der wereldstaten afwisselend hysterisch dreigen met de vuist of bedelen om de vriendschap van de andere mogendheden zigzagkoers, onbestendig heid in vriendschap en vijandschap dat is het kenmerk van de buitenlandsche poli tiek van Duitschland. Stilstand, ja achter uitgang in de sociale politiek, achterlijk heid in alle g&estesvragcn cn in vragen van den vooruitgang van cultuur, dat is liet kenmerk van de binnenlandsche po litiek van Duitschland." Op deze wijze meent de sociaal-democratie, aangemoedigd door de*oneenigheid van de burgerlijke par tijen bij de financieele hervorming, den te- genwoordigen toestand te mogen karakteri- seeren. Het is evenmin te verwonderen, als t»en deel van de buitenlandsche pers de Duit sche gebeurtenissen met welgevallen be schouwt en zich in woord en beeld er over onderhoudt hoe zwaar de schuldenlast op Duitschland drukt en hoe onbekwaam het zich toont dien af te wentelen. De schulden last is zóó groot en groeit aan in zóódanig tempo, dat Duitschland op de wijze, zooals tot dusver, niet lang zal kunnen voortgaan. Het is hoog tijd deze stemmen door kracht dadige bewijzen van het tegendeel tot rust te brengen. Inmiddels is nu de commissie begonnen met de tweede lezing van dó belastingwetten en is die aangevangen met de behandeling van de belastingen op 't bezit. De eerste stap dien zij deed, was ten volle goed' te keuren. Eenstemmig werd besloten, het in de eerste lezing tot stand gekomen, zoogenaamde be- zit-belasting-compromis te laten vallen, dat de kwestie van de bezit-belasting wilde op lossen door haar af te wentelen op de M atrikul ar beitra ge't onder voorwaarden, die de financieele zelfstandigheid voor de bondsstaten ernstig zouden hebben getroffen. De met zeldzame eenstemmigheid tegen dit plan gemaakte bedenkingen van alle krin gen en alle deel en van- het rijk hebben hun indruk niet kunnen missen. Het rijk schijnt te zijn bewaard voor het gevaar, dat de op lossing van de financieele hervorming ge vonden, wordt in eene versterking van de „Matrikularbeitrage", die tot den finan- cieeleu nood het meeste hebben bijgedragen en welker afschaffing of althans belangrijke vermindering het doel van eene doortasten de rijks-financieel© politiek moet zijn en blijven. Ongelukkig heeft de financieele commissie niet ook er to^ kunnen besluiten, na het uit den weg ruimen van dit compromis terug te keeren tot de door de verbonden regee ringen voorgestelde bezitbèTastingenVeel eer heeft hare meerderheid, onder verwer ping van alle ontwerpen van eene erfenis belasting, hare toestemming verleend aan eene reeks uit het particuliere initiatief voortgekomen voorstellen, die, al kunnen zij voor een deel gerechtvaardigde gedach ten bevatten, toch in dezen vorm niet zon der ernstig economisch nadeel uitvoerbaar zijn en, ook al werden zij bij eene doortas tende wijziging aannemelijk, niet in staat zijn de erfenisbelasting te vervangen. De oplossing van deze voor het groote werk beslissende kwestie zullen naar alle waarschijnlijkheid eerst de beraadslagingen in de openbare zitting brengen. Het is te wenschen, dat het aan de commissie zal ge lukken, in de volgende weken de beraadsla gingen althan over de indirecte belastingen ten einde te brengen op zoodanige wijze, dat zij aan het rijk de noodige sommen opbren gen en voor de definitieve beslissing in de openbare zitting een in alle opzichten ge- schilcten grondslag uitmaken." Frankrijk. De marine-enquête-commissie van de Fransche Kamer heeft eenstemmig het be sluit genomen, waarbij zij zich afkeurend uitspreekt over de uitvoering van den aan bouw van nieuwe schepen sedert het jaar 1900. Dit heeft betrekking zoowel op de uitvoering van het programma van 1900 be treffende de pantserschepen van het type Patric als van het programma vau 1906 be treffende de pantserschepen van het type Dan tos. Marseille, 24 Mei. De in het marine-register ingeschrevenen proclameer den de algemeens staking. Het aanplakbiljet, waarin de vereeniging van post- en telegraaf beambten kennis geeft van de intrekking van het stakingsbesluit, beschuldigt, de regeering, dat zij met opzet hare beloften niet gehouden heeft met de bedoeling eene nieuwe staking uit te lokken om beambten in massa te kunnen ontslaan. Verder wordt gezegd: „Wij zijn overwon nen door de schuld van hen, die hun solida- riteitsplicht niet 'hebben vervuld, 600. van de onzen zijn afgezet en 2000 menschen in de ellende gestort. Wij zijn overwonnen, maar niet ontmoedigd." De vereeniging zamelt giften in, om de ontslagenen te kunnen bijstaan. Engeland. De Daily Telegraph verklaart ,uit goeden bron te hebben cvernomen, dat, ofschoon het kabinet nog geen stellige beslis sing heeft genomen, ook met de twee de vier Dreadnoughts op den volgen den len April zal zijn begonnen. De ernstige internationale toestand, inzon derheid de bevestiging van den driebond de groote plannen van aanbouw van nieuwe schepen in Oostenrijir en Italië, hebben dit besluit onvermijdelijk gemaakt. In eene rede te Sheffield heeft de eerste minister als een der redenen van de verhooging der staats- begrooting genoemd- de noodzakelijkheid van de superioriteit van de vlooit te handhaven. Lord Charles Bereaford, die nu met de re geering zeer bevriend is, heeft op een feest maal als vos!trekt noodig aangeduid, dat voor acht linieschepen in dit jaar de kiel zal worden gelegd. Italië. Rome, 24 Mei. Het wetsontwerp tob wijziging van de marine-begrooting is heden bij de Kamer ingediend. Voorgesteld wordt een uitgaaf van 440 millioen, te verdeelen over 6 dienstjaren, hetgeen neerkomt op eene verhooging van de bij vroeger aange nomen wetten toegestane credieten met 146,781,680 lire. In de toelichting wordt verklaard, dat bij de gebleken noodzakelijkheid om de vlootsterkte te verhoogen, door met bekwa men spoed groote eenheden te bouwen van de modernste typen in verband met de uitbreiding der oorlogsvloot in andere lan den, een totaal bedrag van 440 millioen moet worden besteed voor de voltooiing vau de schepen, bij vroegere gelegenheden toe- gesta an, voor den bouw van twee eerste- klasse-slagschepen, van nog twee verken ningsschepen en van een grooter aantal tor pedobooten en onderzeese he booten, dan bij de wet van 1905 waven voorzien en voorts om de uitvoering van de maatregelen, die onmisbaar zijn voor de slagvaardigheid der marine en van de kustverdediging, te ver haasten. S i n o p o 1 i (prov. Reggio), 2 4 Mei. Gisteren waren op het plein van de stad 2500 personen bijeen gekomen, die de ver- dceling van do onderstandsgelden eischtcn en het ontslag- van hét gemeentebestuur. Zij wierpen met steenen naar de karabiniers, die de menigte tot kalmte trachtten te brengen. Een karabinier, die door een steenworp was getroffen, gaf vuur, waarop hij werd ontwapend. De betoogers vuurden op hun beurt op de karaibiniers, die daarop weder met geweerschoten antwoordden. Van de betoogers werden vier gedood en ver scheidene gewond. De inmiddels aangerukte troepen herstelden de orde. Tweede telegram. In het gevecht tusschen de betoogers en de karabiniers zijn vijf dooden gevallen. Rusland. Het lid van den Rijksraad Andrejewski heeft bij den rijksraad een wetsontwerp in gediend tot invoering van de Gregoriaansc'he tijdrekening in Rusland. Dein Rusland gel dende tijdrekening, de Juliaansöhe, is bij de Gregoriaansc'he 13 dagen ten achter. In het vorige jaar werd een commissie van leden der academie van wetenschappen te Peters burg benoemd, die zich ia haar rapport voor de invoering van de nieuwe tijdrekening heeft uitgesproken. Bulgarijë. Sofia, 24 Mei. De heer Buchanan, benoemd tot gezant van Groot-Britaanië te 's Gravenhage, heeft gisteren den koning zijne brieven van terugroeping overhan digd. 's Avonds had te zijner eer een feest maal plaats. Turkije. De troonrede van sultan Mohaaned V luidt aldus Door de goddelijke genade en met den geestessteun van den profeet heeft onlangs mijne beklimming van de roemrijke troon van Osman, wiens wettige erfgenaam ik ben, plaats gehad op verlangen van de natie, dlie mij; bij de De-Biati-plechtigbeid gehuldigd heeft. Heden voel ik mijn hart van vreugde en trots trillen, nu ik mij te midden van 'de senatoren en afgevaardigden bewind, di© onze groote Turksche natie personifieereu. Ik ben er zeker van, dat mijn volk met mij de overtuiging deelt, dat het heil en het ge luk van ons dierbaar vaderland en zijne ont wikkeling afhangt van de bestendige en ern stige uitvoering van het constitutioneele stel sel, waarvan het overbodig, is hier uiteen te zetten in welke mate' het beantwoordt aan de c'heriatwetten en de beginselen der be schaving. Doordrongen van deze overutiging, be- schouw ik het als mijn heiligste gewetens plicht met al mijne krachten te werken om aan al mijne onderdanen geluk en gedijen te verzekerenIk smeek van den Almachtige de genade af, dit gewichtige doel, dat d© dierbaars ten van onze wenschen uitmaakt, te kunnen bereiken. Ons dierbaar vaderland, dat pas gewichtige dagen heeft doorgemaakt, heeft op dit oogenblik meer dan ooit de va derlandsliefde van zijne kinderen en eens gezindheid en harmonie tusschen hen noo dig, om datgene wat verloren werd, terug te winnen en de ontwikkeling van het land tot den vooruitgang +e verzekeren. Ook twij fel ik niet, dat alle natiën en elementen, die onder denzelfden naam der Osmanli leven, in dezelfde geestdrift van hart- en zin, hun best zullen doen om dit vaderlandslievende werk te verwezenlijken. Ik was zeer ontroerd bij het bericht over de in Adana voorgevallen onlusten. Deze woelingen zijn reeds onderdrukt, en er werd besloten hen, di daaraan hebben deelgeno men, te bestraffen en hen, die onder deze Naar het Engelsch 106 van C. N. en W. M. WILLIAMSON. „Dit is nu het einde", dacht ik in stilte- Wij zullen misschien te zamen naar Rotter dam terug gaan, .als men dat goed vin'dt. Maar alles is zoo veranderd, alsof wij een geheel ander gezelschap "waren, En daarvoor héb ik nu gezwoegd, allerlei sprookjes bedacht en een complot -gesmeedOm lieve meisjes weg te geven! Foeil ik voelde mij even diep gegriefd, alsof ik een miskende heilige ware, ofschoon, alles wel beschouwd, ik niet altoos dé rol vau een heilige heb Terwijl ik lusteloos op een ongemaikkelij- lijken stoel zat te hangen, die «voor dit doel niet geschikt was, hoorde ik een zacht ge ritsel tusschen de struiken achter mij en kwam Tibe den kop op mijn. knie leggen. „Waar is je meesteres?" vroeg ik werk tuigelijk. „Ben je 'haar dan ontrouw ge worden „Hier ben ik", antwoordde del stem van tante Fay, „ik dacht wel dat gij in den tuin zoudt zijn, daarom kwam ik u opzoeken. Waarom gaat gij de stad niet eens zien?" „Waarom zijt gij niet gegaan?" vroeg ik, zonder te antwoorden. „Omdat ik u niet gaarne alleen achter liet", antwoordde zij eenvoudig. „Gij behoeft u waarlijk niet om mij te be kommeren", zeide ik, „dat doet geen ster veling". Zij liet haar eigenaardig, rustig en zoo welwillend lachje hooren. „Dat is iets anders; de anderen zijn met elkaar geëngageerd. Ik werd geëngageerd... door u". „Laat u d,at niet beletten u te vermaken", zei'de ik. „Uwe taak is thans afgeloopen. Ik huurde eene tante in' de hoop mijne belangen te bevorderen. Al dé anderen werden daar door gediend, ik niet". „Dat is mijne schuld immers niet". „Dat weet ik", verzekerde ik haar, „meen dan ook niet dat ik u iets verwijt. Gij zijt integendeel een wonderbaar wezen geweest; maar zelfs uwe rol is ten einde". „Ja", ,gaf zij toe, „en zoo ook kie uwe; wij houden op tante en neef te zijn, al blijven wij elkander daarom toch de beste gevoelens toedragen, is het niet?" „Dat- hoop ik", antwoordde ik somber, „en 'toch doét het mij pijn ook van u te scheiden. Gij en Tibe ziit alles wat mij op aarde overblijft en nu moet ik ook u tweeën verliezen". „Gij hebt toch geen tante noodig", lachte ziJ- „Neen, maar ik heb behoefte aan iemand, ik weet niet juist aan wie. Robert won een mijner geliefden, Rudolf de andere. Wat zal ik beginnen?" „Kom nrede naar mijn zitkamer", sprak zij vriendelijk, en 'laat ons ide zaak eens sa men bepraten". Ik gehoorzaamd1© als altijd.. Er wanen bloemen in hare zitkamer, wat trouwens altijd het geval is en <dJ© geur der laatste zomerrozen had iets weemoedigs, maar toch ook een verzachtende uitwerking. „Verontschudig mij voor een oogenbJik", zeide tante Fav, „ik moet even iets aan mijn toilet veran'deren, voordat wij samen begin nen te pratenmaar ik ben zoo aanstonds terug en Tibe zal u gezelschap houden". „U is mooi genoeg zoo", zeide ik. Maar zij verwijderde zich glimlachend en ik miste haar nauwelijks, zoozeer was ik in mijne gedachten verdiept. „Eén voor u, en één voor u; maar nooit, I nooit een voor mijneuriede ik na verloop van enkele minuten onwillekeurig hardop, j „Nooit is een wooitd, dat al heel lang klinkt, dunkt u niet?" antwoordde eene stem aan de deur. Ik blikte op. Een sierlijke kleine gedaante stond op den drempel der tusschendéur, dezelfde gestalte, welke 'ik zoo vaak gedurende de acht laatste weken aanschouwd had. Maar het was niet j hetzelfde gelaat. Waakte of droomde ik? De zware grijze lokken waren verdwenenzoo ook de blauwe brilleglazen en, dé strik onder dé kin. Eene behoorlijke jonge vrouw keek mij glimlachend aan met het mij welbeken de mooie mondje maar het glansrijke goud bruine haar of de prachtige bruine oogen, die mij zoo uitdagend aanblikten, had' ik nooit aanschouwd. „Lieve hemel!" riep ik uit. „Gij hebt gezegd uwe tante niét meer noodig te hebben", sprak zij. „Wie zijt gij?" stotterde ik. „Herinnert gij u dat miet? Ik ben Mary Malton. Zoo gi. in uw eigen land had ge woond, in plaats van in den vreemde rond tc zwerven, zoudt gij weten wie Mary Mil- ton is, al' hans zoo gij ooit de New-York- Meteor laast". „Ik veronderstel dat (het een droom is, waaruit ik spoedig zal ontwaken", verklaar de ik. „Ik sliep slecht vannacht". „Roep niet om hulp, in de verbeelding dait het een nachtmerrie is", zeide mijne tante ondeugend „Ik heb den indruk van een visioen maar zoo gij mij niet onmiddellijk verklaart, dat gij de levende werkelijkheid zijt-, zal I mijn hart breken". „Er -is geen groot mysterie aan verbon den", antwoordde Mary Milton „nooit zou i ik aan eene vermomming hebben gedacht, indien gij in uwe annonce niet om eene tante gevraagd had en daair een jong meisje j er niet licht als eene vrouw van mid'del- j baren leeftijd uitziet, moest ik -mijzel-ve wel oud maken. Die advertentie kwam al bij- zonder goed van pas, want Mary Milton had zich, als welbekende en ondernemende journaliste, verbonden eene reis om de we reld voor baar blad te maken zonder er zelf 1 een cent voor uii te geven. Ik heb de re dactie v-an de Meteor zeer goed Voldaan met mijn verslagen en sedert twee jaar 'ben ik daardoor in Amerika heel bekendNeder- land was hét laatste land in Europa, dat mij ie bezoeken overbleef, toen ik uwe an nonce las. Dank zij u, heb ik veel van deze. j re-is genoten. Ik -vrees u 'dikwijls erg te hebben geplaagd en heel wat van uw geld te hebben uitgegeven; maar dat was maar voor de grapGij zult al uw geschenken terugkrijgen. Een massa geld ligt voor mij gereed bij mijn terugkeer te Ne-w-York eu van daar zend ik u een wissel voor al wat gij voor Uvve tante betaald hebt. Ik wou dat ik Ihet werkelijk was, en bewaar maar ééne kleinigheid, om aan u te blijven den ken". „Hebt ge altijd het geld teurggezonden, dat uitgegeven werd door de lieden, die gij gehypnotiseerd hebt, om u de verschillende landen te laten zien?" „Neen. Dit wa; iets anders, al weet ik ook niet goed waarom. En gij behoeft mij niet zoo vreemd aan te kijken. Ik heb noojt iets gedaan, waarover ik mij schamen moes't". „Ik zou den persoon dooden, die zoo iets durfde bewerenriep ik uit. „Neen, ik staarde u aan, omdat gij mij meer dan ooit wonderbaar voorkomt. Gij hypnotiseert mij, gij doet. het iedereen. Ik denk, dat gij den hoofdredacteur hypnotiseerde om u dat karweitje op 'te dragen". „Misschien wel", lachte zij. „Soms kan ik er de menschen toe brengen dingen voor i mij te doen groote dingen zelfs als ik er groote behoefte aan heb". „Gij zondt er mij toe kunnen brengen I alles te -doen 1' riep ik uit. Gij zijt eene toovenares en, wa4 meer is, ik vind u eene schoonheid. Groote GodenHoe woet ge je in iemand te nestolenZou d,it de reden wezen, omdat gij zijt, die gij zijt, dat ik in den grond mijns harten er geen zier om geef, da-t Nell en Phyllis met anderen zijn verloofd? Ik zou wel eens willen we ten, of mijn instinct iets zag onder den blauwen bril en |het grijze haar. Luister eens, is u Miss of mevr. Mary Milton en als ge een mevrouw zijt, is u dan weduwe, on bestorven weduwe of iets anders?" Zij 'achte. „Voor boe oud ziet gij mij wel aan? Als een tante was mijn officieele leeftijd óver de veertig. Maar Miss Mary is maar de helft van den leeftijd van Laidy Nac Naime. Ik werp me tbril en pruik die overige ja-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1