K°. 335.
Dinsdag 25 Mei 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Motorboot.
Jde Jaucgaagi
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maait len voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post1.50.
Afzonder, yle nummers- 0.05.
Daze Co'irrnt verschijnt dngelgks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uilgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetalinf
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen tel
het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eear.e
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
ONDERZOEK VAN VERLOFGANGERS.
Burgemeester eit Wethouders der gemeente
Amersfoort maken' bekend, dat het onderzoek
vaan de veiTofgacgers der militie te land' vcor
deze gemeentte za<l; plaats 'hebben te Amersfoort
op liet terrein voor de Infanten-ie-kazernes, op
.Maandag, 7 Juni a. s.„ des voonmiddags 9f uuy,
de veriefgangera, belioorenkle tot de lichting 1901
en de vroegere lichtingen', alsmede voor de lioh-
taiigeiï van 1902 en. 1903; op Dinsdag, 8 Juni
1909, 's voonmiddags uair, de verlofgangers,
ibelioorende tot de lichtingen 1904 en 190-5, en
op Woensdag, 9 Juni. 1909, 's voormiddag^ 9t,- uur,
de vei tliofga nlger-s, beh'oorende tob de lidlutingen
1906, 1907 eni 1908.
Aan het onderzoek wordt niet deelgenomen
door verlofgangers, die in dit jaar vóór het
voor het onderzoek bepaalde tijdstip uit anderen
hoofde dan krachtens art. 1*34 of art. 131 der
MiLitiewet 1901 onder de wapenen zijn geweest,
of die bestemd zijn, om in dit jaar krachtens
art. 108, art. 109 of art. 111 der wet onder de
wapenen of in werkelijken dienst te worden ge
roepen
door verlofgangers, die in dit jaar bestemd
zijn tot het ingevolge art. 3 der Wet van 24
Juni 1901 (Staatsblad no. 159) bij de landweer
volbrengen van een verlengden militiediensttijd,
of om ingevolge art. 134 der Militiewet 1901
naar de landweer over te gaan;
door ingelijfden bij de müitie, die krachtens
art. 113 der wet van den werkelijken dienst
zijn ontheven, of aan wie krachtens art. 114 der
Wet uitstel van eerste oefening of van verblijf
onder de wapenen is verleend, gedurende den
tijd, dat zij in het genot zijn van de ontheffing
of van het uitstel;
door müicdemfe, aan wie ingevolge de reigelr.jg
van1 den diiontsb voor het blijvend: gcdleeilte tijdelijk
verlof is verleend' en' die tijdens diit verlof geaciht
worden in werkelijken dlienlst te zijn, zood-aib heit
'hta later verleend groot verlof 'gerekendl moet
worden eerst een! 'aamivang te hébben genomen «ip
den dag., waarop !het tijdelijk verlof :is veranderd
in groot verlof
door miTitiiepl'Lcihtigeni, diie dadelijk ma de inlij
ving met verlof tot nadere oproeping huiswaarts
zijn gezonden en inigesobreivem zijni in 'het register
van verlofgangers, tijdens den Idmiiri vairii dat ver
lof
door verlofgangers aan wie toestemming is
verleend om het onderzoek eerst in November
of December a. s. te ondergaan, die bij de hun
verleende toestemming tot verblijf in het bui
tenland van deelneming aan het onderzoek zijn
vrijgesteld, of die een vrijwillige verbintenis
volgens art. 9 der wet 'hebben aangegaan bij
het regiment Genietroepen, met 'bestemming voor
de exploitatie-compagnie der spoorweigafdieeiling
van dat regiment.
De verlofgangers zijn verplicht bij het onder
zoek te verschijnen in uniform gekleed en voor
zien van de kleeding- en uitrustingstukken
hun bij vertrek met verlof medegegeven, en
van hun zakboekjes.
Een arrest van twee tot zes dagen, te onder
gaan in de naastbij gelegen provoost, of het
naastbij zijnde huis van bewaring, kan door den
Militie-Commissaris worden opgelegd aan den
verlofganger
1. die zonder geldige redenen niet bij het
onderzoek verschijnt
2. die, daarbij verschenen zijnde, zonder gel
dige redenen niet voorzien is van de hierboven
vermelde voorwerpen
3. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij
het onderzoek niet in voldoenden staat worden
bevonden
4. die kleeding- of uitrustingstukken, aah! een:
ander beboorendq, ails de zijne vertoont.
Gedurende het onderzoek en in het algemeen,
wanneer de verlofgangers in uniform zijn ge
kleed, worden de manschappen der militie te
land geaciht onder de wapenen te zijn en zijn
dus op 'hen van toepassing het Crimineel Wet
boek en het Reglement van krijgstucht.
Zij, die door ziekte buiten staat mochten zijn
om op te komen, zullen zoodra mogelijk ter
secretarie moeten overleggen een op ongezegeld
papier geschreven en behoorlijk gelegaliseerde
geneeskundige verklaring.
Den verlofgangers wordt- uitdrukkelijk, bekend
gemaakt, dat zij zich in geeni geval kunnen) be
roepen op het niet-omfcvangen eener bijzondere
oproeping, maar diat deze kenln'jsgeivirgi, welke
'uitteJÜuifcensdi dient ats rechtsgeldig bewijs, dat de
bpTlcepang behoorlijk is 'geschied:, hen bij niet-
verschijning in verzuim stek.
Amersfoort, 24 Mei 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Do Secretai is, De Burgemeester.
J. Ci. STENFERT KROESE. WUIJTLElRS.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat.
blijkens medtedeelliog van Iheerem Ounato-refai van:
de 11 ijlksiiiniveriajteti't te Utrecht, met ingang van
1 September 1909 eene vioaniebe/urs van de Sint
Jorüskerk alhier beschikbaar komt;
zij, die daarvoor in aanmerking wenstlheni te
komen, btlhooren een request (gericht aan) dén
Minister vanl Bi timen lande-olie Zaken) ini .te zen
den -bij heeren Curatoren, van de Rijksu'niiv^rsii-
teit te Utrecht.
Jongelieden, die h limine opleiding te Amers
foort helbben genoten, worden uitgenoodigd' zich
tevens schriftelijk, te wecdeni tot Burgemeester
en Webhoudbrs van A/mei'sfoorife.
Amersfoort, 24 Mei 1909.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris. De Burgemeester.
J G. STENFERT KROES®. WUUTLE1ÏS.
Politiek Overzicht.
De hervorming van <le Duitsclie
rijksfinanciën.
De Nordd. Allg. Ze-itung geeft op nieuw
uiting aan de ontstemming van de regeering
over de wijze, waarop het werk der hervor
ming van de rijksfinanciën in den Duit-
schen rijksdag op de Lange baan wordt ge
schoven. Zij schrijft, diat „alle vaderland s-
Lieve'rid denkende mannen van het Duifcsohe
volk met groote bezorgdheid de werkzaam
heden gadeslaan van de 32e commissie van
den rijksdag, waar de groote strijd om de
wegneming van den nood der Duitsche rijks
financiën wordt gestreden." Onder opmer
king, dat na de besluiten van de commissie
in eerste lezing niet minder dan 240 millioen
mark ontbreken aan liet ook door de com
missie tot dekking van de behoefte onver
mijdelijk noodig geachte bedrag, gaat zij
voort
„Onder deze omstandigheden kan het geen
verwondering baren, wanneer de partij van
Duitschland, die zich het krachtigst verzet
tegen eene gezondmaking van de financiën
in het kader van onze tegenwoordige staats
orde, er vreugde over voelt, dat de hervor
ming blijft steken. Nooit sedert de zware
nederlaag van Januari 1907 is de" toon van
de sociaal-democratische pers, die ziek se
dert dezen tijd op eene groote reserve heeft
toegelegd, zoo uitdagend en triomfeerend
geweest als in den laatstee. tijd. „Volledig
isolement in het concert der wereldstaten
afwisselend hysterisch dreigen met de vuist
of bedelen om de vriendschap van de andere
mogendheden zigzagkoers, onbestendig
heid in vriendschap en vijandschap dat
is het kenmerk van de buitenlandsche poli
tiek van Duitschland. Stilstand, ja achter
uitgang in de sociale politiek, achterlijk
heid in alle g&estesvragcn cn in vragen van
den vooruitgang van cultuur, dat is
liet kenmerk van de binnenlandsche po
litiek van Duitschland." Op deze wijze
meent de sociaal-democratie, aangemoedigd
door de*oneenigheid van de burgerlijke par
tijen bij de financieele hervorming, den te-
genwoordigen toestand te mogen karakteri-
seeren.
Het is evenmin te verwonderen, als t»en
deel van de buitenlandsche pers de Duit
sche gebeurtenissen met welgevallen be
schouwt en zich in woord en beeld er over
onderhoudt hoe zwaar de schuldenlast op
Duitschland drukt en hoe onbekwaam het
zich toont dien af te wentelen. De schulden
last is zóó groot en groeit aan in zóódanig
tempo, dat Duitschland op de wijze, zooals
tot dusver, niet lang zal kunnen voortgaan.
Het is hoog tijd deze stemmen door kracht
dadige bewijzen van het tegendeel tot rust
te brengen.
Inmiddels is nu de commissie begonnen
met de tweede lezing van dó belastingwetten
en is die aangevangen met de behandeling
van de belastingen op 't bezit. De eerste stap
dien zij deed, was ten volle goed' te keuren.
Eenstemmig werd besloten, het in de eerste
lezing tot stand gekomen, zoogenaamde be-
zit-belasting-compromis te laten vallen, dat
de kwestie van de bezit-belasting wilde op
lossen door haar af te wentelen op de
M atrikul ar beitra ge't onder voorwaarden,
die de financieele zelfstandigheid voor de
bondsstaten ernstig zouden hebben getroffen.
De met zeldzame eenstemmigheid tegen dit
plan gemaakte bedenkingen van alle krin
gen en alle deel en van- het rijk hebben hun
indruk niet kunnen missen. Het rijk schijnt
te zijn bewaard voor het gevaar, dat de op
lossing van de financieele hervorming ge
vonden, wordt in eene versterking van de
„Matrikularbeitrage", die tot den finan-
cieeleu nood het meeste hebben bijgedragen
en welker afschaffing of althans belangrijke
vermindering het doel van eene doortasten
de rijks-financieel© politiek moet zijn en
blijven.
Ongelukkig heeft de financieele commissie
niet ook er to^ kunnen besluiten, na het
uit den weg ruimen van dit compromis terug
te keeren tot de door de verbonden regee
ringen voorgestelde bezitbèTastingenVeel
eer heeft hare meerderheid, onder verwer
ping van alle ontwerpen van eene erfenis
belasting, hare toestemming verleend aan
eene reeks uit het particuliere initiatief
voortgekomen voorstellen, die, al kunnen
zij voor een deel gerechtvaardigde gedach
ten bevatten, toch in dezen vorm niet zon
der ernstig economisch nadeel uitvoerbaar
zijn en, ook al werden zij bij eene doortas
tende wijziging aannemelijk, niet in staat
zijn de erfenisbelasting te vervangen.
De oplossing van deze voor het groote
werk beslissende kwestie zullen naar alle
waarschijnlijkheid eerst de beraadslagingen
in de openbare zitting brengen. Het is te
wenschen, dat het aan de commissie zal ge
lukken, in de volgende weken de beraadsla
gingen althan over de indirecte belastingen
ten einde te brengen op zoodanige wijze, dat
zij aan het rijk de noodige sommen opbren
gen en voor de definitieve beslissing in de
openbare zitting een in alle opzichten ge-
schilcten grondslag uitmaken."
Frankrijk.
De marine-enquête-commissie van de
Fransche Kamer heeft eenstemmig het be
sluit genomen, waarbij zij zich afkeurend
uitspreekt over de uitvoering van den aan
bouw van nieuwe schepen sedert het jaar
1900. Dit heeft betrekking zoowel op de
uitvoering van het programma van 1900 be
treffende de pantserschepen van het type
Patric als van het programma vau 1906 be
treffende de pantserschepen van het type
Dan tos.
Marseille, 24 Mei. De in het
marine-register ingeschrevenen proclameer
den de algemeens staking.
Het aanplakbiljet, waarin de vereeniging
van post- en telegraaf beambten kennis geeft
van de intrekking van het stakingsbesluit,
beschuldigt, de regeering, dat zij met opzet
hare beloften niet gehouden heeft met de
bedoeling eene nieuwe staking uit te lokken
om beambten in massa te kunnen ontslaan.
Verder wordt gezegd: „Wij zijn overwon
nen door de schuld van hen, die hun solida-
riteitsplicht niet 'hebben vervuld, 600. van
de onzen zijn afgezet en 2000 menschen in
de ellende gestort. Wij zijn overwonnen,
maar niet ontmoedigd."
De vereeniging zamelt giften in, om de
ontslagenen te kunnen bijstaan.
Engeland.
De Daily Telegraph verklaart ,uit goeden
bron te hebben cvernomen, dat, ofschoon
het kabinet nog geen stellige beslis
sing heeft genomen, ook met de twee
de vier Dreadnoughts op den volgen
den len April zal zijn begonnen. De
ernstige internationale toestand, inzon
derheid de bevestiging van den driebond
de groote plannen van aanbouw van nieuwe
schepen in Oostenrijir en Italië, hebben dit
besluit onvermijdelijk gemaakt. In eene rede
te Sheffield heeft de eerste minister als een
der redenen van de verhooging der staats-
begrooting genoemd- de noodzakelijkheid van
de superioriteit van de vlooit te handhaven.
Lord Charles Bereaford, die nu met de re
geering zeer bevriend is, heeft op een feest
maal als vos!trekt noodig aangeduid, dat
voor acht linieschepen in dit jaar de kiel
zal worden gelegd.
Italië.
Rome, 24 Mei. Het wetsontwerp tob
wijziging van de marine-begrooting is heden
bij de Kamer ingediend. Voorgesteld wordt
een uitgaaf van 440 millioen, te verdeelen
over 6 dienstjaren, hetgeen neerkomt op
eene verhooging van de bij vroeger aange
nomen wetten toegestane credieten met
146,781,680 lire.
In de toelichting wordt verklaard, dat
bij de gebleken noodzakelijkheid om de
vlootsterkte te verhoogen, door met bekwa
men spoed groote eenheden te bouwen van
de modernste typen in verband met de
uitbreiding der oorlogsvloot in andere lan
den, een totaal bedrag van 440 millioen
moet worden besteed voor de voltooiing vau
de schepen, bij vroegere gelegenheden toe-
gesta an, voor den bouw van twee eerste-
klasse-slagschepen, van nog twee verken
ningsschepen en van een grooter aantal tor
pedobooten en onderzeese he booten, dan bij
de wet van 1905 waven voorzien en voorts
om de uitvoering van de maatregelen, die
onmisbaar zijn voor de slagvaardigheid der
marine en van de kustverdediging, te ver
haasten.
S i n o p o 1 i (prov. Reggio), 2 4 Mei.
Gisteren waren op het plein van de stad
2500 personen bijeen gekomen, die de ver-
dceling van do onderstandsgelden eischtcn
en het ontslag- van hét gemeentebestuur.
Zij wierpen met steenen naar de karabiniers,
die de menigte tot kalmte trachtten te
brengen. Een karabinier, die door een
steenworp was getroffen, gaf vuur, waarop
hij werd ontwapend. De betoogers vuurden
op hun beurt op de karaibiniers, die daarop
weder met geweerschoten antwoordden. Van
de betoogers werden vier gedood en ver
scheidene gewond. De inmiddels aangerukte
troepen herstelden de orde.
Tweede telegram. In het gevecht
tusschen de betoogers en de karabiniers zijn
vijf dooden gevallen.
Rusland.
Het lid van den Rijksraad Andrejewski
heeft bij den rijksraad een wetsontwerp in
gediend tot invoering van de Gregoriaansc'he
tijdrekening in Rusland. Dein Rusland gel
dende tijdrekening, de Juliaansöhe, is bij de
Gregoriaansc'he 13 dagen ten achter. In het
vorige jaar werd een commissie van leden
der academie van wetenschappen te Peters
burg benoemd, die zich ia haar rapport voor
de invoering van de nieuwe tijdrekening
heeft uitgesproken.
Bulgarijë.
Sofia, 24 Mei. De heer Buchanan,
benoemd tot gezant van Groot-Britaanië te
's Gravenhage, heeft gisteren den koning
zijne brieven van terugroeping overhan
digd. 's Avonds had te zijner eer een feest
maal plaats.
Turkije.
De troonrede van sultan Mohaaned V luidt
aldus
Door de goddelijke genade en met den
geestessteun van den profeet heeft onlangs
mijne beklimming van de roemrijke troon
van Osman, wiens wettige erfgenaam ik ben,
plaats gehad op verlangen van de natie, dlie
mij; bij de De-Biati-plechtigbeid gehuldigd
heeft. Heden voel ik mijn hart van vreugde
en trots trillen, nu ik mij te midden van
'de senatoren en afgevaardigden bewind, di©
onze groote Turksche natie personifieereu.
Ik ben er zeker van, dat mijn volk met mij
de overtuiging deelt, dat het heil en het ge
luk van ons dierbaar vaderland en zijne ont
wikkeling afhangt van de bestendige en ern
stige uitvoering van het constitutioneele stel
sel, waarvan het overbodig, is hier uiteen te
zetten in welke mate' het beantwoordt aan
de c'heriatwetten en de beginselen der be
schaving.
Doordrongen van deze overutiging, be-
schouw ik het als mijn heiligste gewetens
plicht met al mijne krachten te werken om
aan al mijne onderdanen geluk en gedijen
te verzekerenIk smeek van den Almachtige
de genade af, dit gewichtige doel, dat d©
dierbaars ten van onze wenschen uitmaakt,
te kunnen bereiken. Ons dierbaar vaderland,
dat pas gewichtige dagen heeft doorgemaakt,
heeft op dit oogenblik meer dan ooit de va
derlandsliefde van zijne kinderen en eens
gezindheid en harmonie tusschen hen noo
dig, om datgene wat verloren werd, terug
te winnen en de ontwikkeling van het land
tot den vooruitgang +e verzekeren. Ook twij
fel ik niet, dat alle natiën en elementen, die
onder denzelfden naam der Osmanli leven,
in dezelfde geestdrift van hart- en zin, hun
best zullen doen om dit vaderlandslievende
werk te verwezenlijken.
Ik was zeer ontroerd bij het bericht over
de in Adana voorgevallen onlusten. Deze
woelingen zijn reeds onderdrukt, en er werd
besloten hen, di daaraan hebben deelgeno
men, te bestraffen en hen, die onder deze
Naar het Engelsch
106 van
C. N. en W. M. WILLIAMSON.
„Dit is nu het einde", dacht ik in stilte-
Wij zullen misschien te zamen naar Rotter
dam terug gaan, .als men dat goed vin'dt.
Maar alles is zoo veranderd, alsof wij een
geheel ander gezelschap "waren, En daarvoor
héb ik nu gezwoegd, allerlei sprookjes
bedacht en een complot -gesmeedOm
lieve meisjes weg te geven! Foeil ik voelde
mij even diep gegriefd, alsof ik een miskende
heilige ware, ofschoon, alles wel beschouwd,
ik niet altoos dé rol vau een heilige heb
Terwijl ik lusteloos op een ongemaikkelij-
lijken stoel zat te hangen, die «voor dit doel
niet geschikt was, hoorde ik een zacht ge
ritsel tusschen de struiken achter mij en
kwam Tibe den kop op mijn. knie leggen.
„Waar is je meesteres?" vroeg ik werk
tuigelijk. „Ben je 'haar dan ontrouw ge
worden
„Hier ben ik", antwoordde del stem van
tante Fay, „ik dacht wel dat gij in den tuin
zoudt zijn, daarom kwam ik u opzoeken.
Waarom gaat gij de stad niet eens zien?"
„Waarom zijt gij niet gegaan?" vroeg ik,
zonder te antwoorden.
„Omdat ik u niet gaarne alleen achter
liet", antwoordde zij eenvoudig.
„Gij behoeft u waarlijk niet om mij te be
kommeren", zeide ik, „dat doet geen ster
veling".
Zij liet haar eigenaardig, rustig en zoo
welwillend lachje hooren.
„Dat is iets anders; de anderen zijn met
elkaar geëngageerd. Ik werd geëngageerd...
door u".
„Laat u d,at niet beletten u te vermaken",
zei'de ik. „Uwe taak is thans afgeloopen. Ik
huurde eene tante in' de hoop mijne belangen
te bevorderen. Al dé anderen werden daar
door gediend, ik niet".
„Dat is mijne schuld immers niet".
„Dat weet ik", verzekerde ik haar, „meen
dan ook niet dat ik u iets verwijt. Gij zijt
integendeel een wonderbaar wezen geweest;
maar zelfs uwe rol is ten einde".
„Ja", ,gaf zij toe, „en zoo ook kie uwe; wij
houden op tante en neef te zijn, al blijven
wij elkander daarom toch de beste gevoelens
toedragen, is het niet?"
„Dat- hoop ik", antwoordde ik somber,
„en 'toch doét het mij pijn ook van u te
scheiden. Gij en Tibe ziit alles wat mij op
aarde overblijft en nu moet ik ook u tweeën
verliezen".
„Gij hebt toch geen tante noodig", lachte
ziJ-
„Neen, maar ik heb behoefte aan iemand,
ik weet niet juist aan wie. Robert won een
mijner geliefden, Rudolf de andere. Wat zal
ik beginnen?"
„Kom nrede naar mijn zitkamer", sprak
zij vriendelijk, en 'laat ons ide zaak eens sa
men bepraten".
Ik gehoorzaamd1© als altijd..
Er wanen bloemen in hare zitkamer, wat
trouwens altijd het geval is en <dJ© geur der
laatste zomerrozen had iets weemoedigs,
maar toch ook een verzachtende uitwerking.
„Verontschudig mij voor een oogenbJik",
zeide tante Fav, „ik moet even iets aan mijn
toilet veran'deren, voordat wij samen begin
nen te pratenmaar ik ben zoo aanstonds
terug en Tibe zal u gezelschap houden".
„U is mooi genoeg zoo", zeide ik.
Maar zij verwijderde zich glimlachend en
ik miste haar nauwelijks, zoozeer was ik in
mijne gedachten verdiept.
„Eén voor u, en één voor u; maar nooit,
I nooit een voor mijneuriede ik na verloop
van enkele minuten onwillekeurig hardop,
j „Nooit is een wooitd, dat al heel lang
klinkt, dunkt u niet?" antwoordde eene stem
aan de deur.
Ik blikte op.
Een sierlijke kleine gedaante stond op den
drempel der tusschendéur, dezelfde gestalte,
welke 'ik zoo vaak gedurende de acht laatste
weken aanschouwd had. Maar het was niet
j hetzelfde gelaat. Waakte of droomde ik? De
zware grijze lokken waren verdwenenzoo
ook de blauwe brilleglazen en, dé strik onder
dé kin. Eene behoorlijke jonge vrouw keek
mij glimlachend aan met het mij welbeken
de mooie mondje maar het glansrijke goud
bruine haar of de prachtige bruine oogen,
die mij zoo uitdagend aanblikten, had' ik
nooit aanschouwd.
„Lieve hemel!" riep ik uit.
„Gij hebt gezegd uwe tante niét meer
noodig te hebben", sprak zij.
„Wie zijt gij?" stotterde ik.
„Herinnert gij u dat miet? Ik ben Mary
Malton. Zoo gi. in uw eigen land had ge
woond, in plaats van in den vreemde rond
tc zwerven, zoudt gij weten wie Mary Mil-
ton is, al' hans zoo gij ooit de New-York-
Meteor laast".
„Ik veronderstel dat (het een droom is,
waaruit ik spoedig zal ontwaken", verklaar
de ik. „Ik sliep slecht vannacht".
„Roep niet om hulp, in de verbeelding
dait het een nachtmerrie is", zeide mijne
tante ondeugend
„Ik heb den indruk van een visioen
maar zoo gij mij niet onmiddellijk verklaart,
dat gij de levende werkelijkheid zijt-, zal
I mijn hart breken".
„Er -is geen groot mysterie aan verbon
den", antwoordde Mary Milton „nooit zou
i ik aan eene vermomming hebben gedacht,
indien gij in uwe annonce niet om eene
tante gevraagd had en daair een jong meisje
j er niet licht als eene vrouw van mid'del-
j baren leeftijd uitziet, moest ik -mijzel-ve wel
oud maken. Die advertentie kwam al bij-
zonder goed van pas, want Mary Milton
had zich, als welbekende en ondernemende
journaliste, verbonden eene reis om de we
reld voor baar blad te maken zonder er zelf
1 een cent voor uii te geven. Ik heb de re
dactie v-an de Meteor zeer goed Voldaan met
mijn verslagen en sedert twee jaar 'ben ik
daardoor in Amerika heel bekendNeder-
land was hét laatste land in Europa, dat
mij ie bezoeken overbleef, toen ik uwe an
nonce las. Dank zij u, heb ik veel van deze.
j re-is genoten. Ik -vrees u 'dikwijls erg te
hebben geplaagd en heel wat van uw geld
te hebben uitgegeven; maar dat was maar
voor de grapGij zult al uw geschenken
terugkrijgen. Een massa geld ligt voor mij
gereed bij mijn terugkeer te Ne-w-York eu
van daar zend ik u een wissel voor al wat
gij voor Uvve tante betaald hebt. Ik wou
dat ik Ihet werkelijk was, en bewaar maar
ééne kleinigheid, om aan u te blijven den
ken".
„Hebt ge altijd het geld teurggezonden,
dat uitgegeven werd door de lieden, die gij
gehypnotiseerd hebt, om u de verschillende
landen te laten zien?"
„Neen. Dit wa; iets anders, al weet ik
ook niet goed waarom. En gij behoeft mij
niet zoo vreemd aan te kijken. Ik heb noojt
iets gedaan, waarover ik mij schamen
moes't".
„Ik zou den persoon dooden, die zoo iets
durfde bewerenriep ik uit. „Neen, ik
staarde u aan, omdat gij mij meer dan ooit
wonderbaar voorkomt. Gij hypnotiseert mij,
gij doet. het iedereen. Ik denk, dat gij den
hoofdredacteur hypnotiseerde om u dat
karweitje op 'te dragen".
„Misschien wel", lachte zij. „Soms kan
ik er de menschen toe brengen dingen voor i
mij te doen groote dingen zelfs als
ik er groote behoefte aan heb".
„Gij zondt er mij toe kunnen brengen I
alles te -doen 1' riep ik uit. Gij zijt eene
toovenares en, wa4 meer is, ik vind u eene
schoonheid. Groote GodenHoe woet ge je
in iemand te nestolenZou d,it de reden
wezen, omdat gij zijt, die gij zijt, dat
ik in den grond mijns harten er geen zier
om geef, da-t Nell en Phyllis met anderen
zijn verloofd? Ik zou wel eens willen we
ten, of mijn instinct iets zag onder den
blauwen bril en |het grijze haar. Luister
eens, is u Miss of mevr. Mary Milton en als
ge een mevrouw zijt, is u dan weduwe, on
bestorven weduwe of iets anders?"
Zij 'achte.
„Voor boe oud ziet gij mij wel aan? Als
een tante was mijn officieele leeftijd óver
de veertig. Maar Miss Mary is maar de
helft van den leeftijd van Laidy Nac Naime.
Ik werp me tbril en pruik die overige ja-