£8°. 344. Dinsdag 1 Juni 1909. Portretten Prinses Juliana. BUITENLAND. FEUILLETON. Voor 't Vaderland. 7"" Jnarcang. AMERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 muftiiden voor Amersfoortf 1.00. Idom f -a.ico per post1.50. Afzonder.ijle nummers0.05. Deze Co m at verschijnt dAgelyks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiénmededeelingar. enz.gelieve men vóór 11 uur s morgens bij de Uitgeven in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel moer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen UA het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement. Eeae circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. PREMIE-PLAAT Do Uitgever van dit blad is in de gelegen heid zijnen lezers, van de, door II. M. de Koningin vervaardigde foto's een lichtdruk-plaat, tor grootte van 80 X 39 c.M. uit do bekende Inrichting van do Fleeren Emrik Binger to Haarlem, als bijzondere promie aan te biuden, voor don buitengewoon lagen prijs van ÏO 4'eiit.s. D.» vier fraai uitgevoerde portretten van Prinses Juliana zijn in sierlijke omlijsting van oranje-appelen vereonigd op mooi zwaar papior, als volgt gegroepeerd: 1. H. M. ile Koningin en Prinses Juliana. 2. Z. K. H. Prins Hendrik en Piinses Juliana. 3. H. M. Koningin Emma en Prinses Juliana. 4. H. K. H. Prinses Juliana (afzonderlijk). Zij t di» °P het bezit van deze fraai uitgevoerde plaat prijs stellen, worden uitgenoodigd een Exemplaar it 10 cent aan ons Bureau in ontvangst te komen nemi nop vertoon van onderstaanden bou. DE UITGEVER. GOED VOOR: Premie-plaat Portretten Prinses JULIANA, ft, 10 Ceuts. WOONPLAATS Politiek Overzicht De hervorming van de Dnitsehe rijksfinanciën. Do financioele commissie van den Duit- schera rijksdag, die de openbare behande ling moet voorbereiden van den bundel be- laslingontwerpen, die onder den weidschen titel van „Reichsfinanzreform" bestemd zijn aan de schatkist het halve milliard mark ■'e verschaffen, dat nu aan de rijksinkomsten ontbreekt, is in de vorige week met koorts achtige haast aan het werk geweest. Maan- denlang heeft zij het verwijt moeten hooren, dat zij niet vorderde met haren arbeid. Nu is er plotseling vaart in gekomenin hare zitting van Zaterdag voor Pinksteren, die Lot 's avonds 7 uur werd gerekt, heeft de commissie haar eindbesluit genomen over de voorstellen, die zij aan den rijksdag zal voorleggenalleen om kennis te nemen van de rapporten, waarin de verschillende voor stellen zullen worden aanbevolen, zal de commissie den 12en Juni nog eens bijeen komen. Den 15en Juni, als de rijksdag weer bijeenkomt, vindt hij het werk van zijne commissie kant en klaar. Te oordeelen naar de uitkomsten van het werk der laatste dagen, kan men de commis sie den lof niet onthouden, dat zij, na eerst lang te hebben getalmd, zich bekeerd heeft tot een ijver, die haast zonder weerga is. laar haastige spoed is zelden goed. Dat woord schijnt ook op de resultaten van dezen arbeid van toepassing te zijnde kwa liteit van het geleverde werk staat achter bij de kwantiteit. Op sprekende wijze is dat uitgekomen door het besluit van de minder heid der commissie, om zich aan het werk, zooals het nu voor den rijksdag zal komen, te onttrekken. De geheele linker zijde, de nationaal-liberalen daaronder be grepen, heeft verklaard, dat zij niet de ver antwoordelijkheid mee wil dragen voor dit werk, niet alleen om den geest, die er uit spreekt, maar ook om de slordige en opper vlakkige wijze, waarop het in elkaar is gezet. Ook de regeering is niet achtergebleven met de verklaring, dat dit werk van de com missie voor haar niet aannemelijk is. Dat is niet te verwonderen. De commissie heeft een geheele verzameling belastingvoorstellen in weinige dagen uitgebroedmen vindt daar onder belastingen op lucifers, voorwerpen van verlichting, reuk- en schoonheidsmid delen, biljetten van vervoer, belastingen op het gemaal, op den omzet van het roerend kapitaal en op de waardevermeerdering van onroerende goederen, verhoogde invoerrech ten op koffie en thee, uitvoerrechten op steenkolen en cokes. Maar van de oorspron kelijk door de regeering ingediende voor stellen is zoo goed als niets overgebleven. In de laatste zitting van de commissie werd door staatssecretaris Sydow over de voorstellen der commissie, voor zoover zij strekken om het bezit te belasten, verklaard dat hij overtuigd was, dat de bondsraad zich er niet mee zou vereenigen. Die verklaring werd bevestigd door vertegenwoordigers van de Pruisische eoi de Saksische regeering. De rijkskanselier zelf heeft zijn standpunt tegenover de voorstellen van de commissie in de Nordd. Allg. Zeitung kort en krach tig aldus doen kennen,,Iu de pers wordt beweerd, dat de regeering de belasting op de erfenissen heeft laten vallen. Dat is vol komen onjuist. De rege^ring zal de belas ting op de erfenissen indienen en blijft van zins met allen nadruk voor hare aanneming werkzaam te zijn. De verbonden regeerin gen en de rijkskanselier zullen zich verder geen belasting laten opdringen, die eene benadeeling van handel en industrie na zich zou sleepen". In de commissie is door den afgevaardigde Groeiber, een woordvoerder van het cen trum, dat de bondgenoot van de conserva tieven is in den nieuwen koers die voor de financioele hervorming is gekozen, gezegd: ,.De regeering moet wel weten, dat zij eene meerderheid voor eene erfenisbelasting, in welken vorm ook, niet zal krijgen. Steun heeft de regeering hierin niet te verwach ten wanneer zij niettemin een voorstel wil indienen, dan moet zij afwachten wat daar van terecht zal komen." Hiermee is het punt aangegeven, waar om de groote strijd zal worden gevoerd, wanneer de rijksdag den 15en Juni weer bij eenkomt. De Neue Freie Presse licht diit aldus toe: ,,De conservatieven zijn tot de voorstel len, die zij nu in de oommissie hebben doorgedreven, gekomen omdat zij de erfenis- belastang beslist wilden ontgaan. Zij verzet ten zich tegen deze belasting met eene door niets te overwinnen halsstarrigheid, en om haar spoedig om hals ie brengen hebben zij gezamenlijk met het centrum en de Polen op den d'ag na de indiening van hunne voorstel len eene stemming daarover d orgezet. De waarschuwing, die prins Ludwig van Beieren een dag of tien geleiden ten gunste van de er fenisbelasting liet hooren, is evenzeer in den wind geslagen als de dringende vermaning van de openbare meening. De conservatie ven of, juister gezegd, die agrariërs, zijn daarvoor ontoegankelij.' Tegen alle neigin gen tot toegevendheid beschermt hen hun rebus te zelfzucht, die ach deeer dagen nog in volle kracht toonde, toen zij in het huis van afgevaardigden van Pruisen wel een be lasting <p rijwielen voteerden, maar een be lasting op rijpaarden weigerden en het recht voor jachtakten verminderden, en die tege lijk een triomf in het heerenhuis vierde, boen een der hunnen klaagde over de hand.' over hand toenemende weelde, die hierin uitkwam, dat de spoorwagens der 4e klasse, waar de mensche- tot dusver op het door hen meegebrachte goed zaten, van houten banken zijn voorzien om te zitten. Met eene partij, die zich zoo weinig geneert, ia geen land te bezeilenals het naar haren zin ging, dan zou het Duitsche rijk in een groot Mecklenburg moeten veranderen. De breulk, die nu uiterlijk vodürokken is in het libc-aal-conservatieve blok, is daarom tegelijk het kenteekeu van een diepgaand innerlijk contrast, en het zal aan vorst Bülow zeer mocrielijk vallen de uit elkaar strevenden weer samen te brengen. Onlangs werd gezegd, dat de secretaris der rijksfinanciën Sydow zijns plaats zou moeten prijsgeven en draft in de openbare zitting van den rijksdag een met het prak tische bedrijf»!evein vertrouwde opvolger de beraadslaging over de financieel© hervorming zou hebben te leiden om de samenleving voor de nedeelen van de belasting op den omzet van het roerend kapitaal te be waren. Dan zal mem moeten zien lioe de 80 a 90 millioen mark, die deze belasting moet opleveren, kunnen worden verkregen, zonder de agrariërs te deren. De agrariërs zijn gaarne bereid nationale politiek te voeren, maar mee te betalen, don. toe kunnen zij niet besluiten. Dat is de oude feodale opvatting, die ook vorst Bülow, die zich zelf een agrarische rijks kanselier noemde, tot dusver niet heeft kun nen verzachten. Hij zal nu echter toch het vraagstuk moeten oplossen, boe de eigen zinnige partij, die hare macht grootendeels aan de regeering heeft te danken, tot een compromis met moderne inzichten kan wor den bewogen. Onlangs was er sprake van de mogelijkheid van zijn aftreden; men sprak echter ook van de mogelijkheid van verkiezingen voor een nieuwen rijksdag, en het- is nog twijfelachtig of de conservatieve agrariërs zulk een-j mogelijkheid onbezorgd r inden kunne tegemoet zien." Duitschland. B e r 1 ij n, 2 9 Mei. Bij de voorjaars parade van heden werden benoemd de com- mandeerende generaal van het gardekorps Von Kessol tot opperbevelhebber in de Mar ken en de commandant van het 10e leger korps generaal Von Löwenfeld tot comman- deerend generaal van het gardekorps. B er 1 ij n, 2 9 Mei. De rijksdag heeft, ondanks het verzet van de regeering, de be lasting op den omzet van molens en het uitvoerrecht op steenkolen en cokes aange nomen. Berlijn, 29 Mei. De Norddeutsche Allgemeine Zeitung verklaart, dat de be wering als zoude de regeering de erfenis belasting hebben laten vallen, volkomon on juist is. I"e regeering zal een erfenis-belas ting voors'elleu en met allen nadruk voor derzei ver aanneming werken. Zij zal' zich geene voor handel en industrie schadelijke 'belastingen laten opdringen. De officieuse Nordd. Allg. Zeitung klaagt, dat het einde waartoe de 32e commissie van den rijksdag na een half jaar arbeids geko men is in hare beraadslagingen over de ver schillende voorstellen betreffende de hervor ming van de rijksfinanciën, waarnaar ieder in Duitse hlond sedert lang mot spanning, verwachting en hoop uitzag, niet bereikt is zonder incidenten, die een vruchtdragend tot stand komen van het groote werk moeten bemoeilijken. Zij schrijft: „Terwijl op het gebied van de indirecte belastingen een werk verkregen is, dat al blijft het ook belangrijk achter bij de ver wachtingen, toch wel een brui-kbaren grond slag voor de uitvoering van de financieele hervorming beteekent, is op het gebied van de bezitbelastingen zulk een resultaat niet te vermelden. Tegen de door de commissie ook in tweede en derde lezing bekrachtigde besluiten tot invoering van eene zoogenaam de beursomzetbelasting en eene rijksbelasting op den overgang van gronden en eene rijks belasting op de waardevermeerdering be staan zoo ernstige bedenkingen uit econo misch oogpunt, dat niet is aan te nemen, dat zij wet zullen worden. Van het stand punt der rijksfinanciën ligt bovendien een ernstig bezwaar ook hierin, dat de bereke ning van de opbrengst dezer voorstellen op geheel wankelen voet staat. De verbonden regeeringen hebben bij het begin van de financieele hervorming als leiddraad van haar programma opgesteld, dat naast eene krachtige belasting van de genotmiddelen der massa ook het algemeen bezit behoorlijk moet bijdragen tot de rijkslasten. Zij hebben met dit doel eene belasting van de erfenis sen voorgesteld en zijn steeds van meening, dat dit do meest geschikte bezitbelasting is, die voor het rijk in aanmerking komt. Een deel van de pers heeft aan de houding van den rijkskanselier in deze kwestiën geheel ongegronde be schouwingen vastgeknoopt. Do rijkskan selier was in de laatste weken aan houdend met onderhandelingen over de financieele hervorming bezig. Hij hoeft niets onbeproefd gelaten om overeenstemming tus- schen de rechter- en linkerzijde te verkrij gen. Zijn standpunt in de onderdeelen van de rijks financieele hervorming is zoo dik wijls en zoo nadrukkelijk uiteengezet, dat het niet noodig is dit nogmaals te doen. Ook de gebeurtenissen in de commissie, die hij ten zeerste betreurt, kunnen hem niet bewe gen tot wijziging van zijne geheele houding tot dusver. De rijkskanselier zal, naar wij vernemen, de eerste gelegenheid in den rijks dag aangrijpen om zijn standpunt voor het land uiteen te zetten." Verleden Zaterdag namiddag is in het de partement van buitenlandsche zaken te Ber lijn het volgend protokol onderteekend door den staatssecretaris van buitenlandsche za ken von Schön en den Franscheu zaakgelas tigde de Berckstein Aangezien de keizerlijke Duitsche regee- ring en regeering van de Fransche re publiek den lOen November 1908 zijn over eengekomen alle geschillen, die door de den 25en September 1908 in Casablanca voorge vallen gebeurtenissen in 't leven zijn ge roepen, aan een scheidsgerecht te onderwer pen en aangezien de beide regeeringen zich hebben verbonden elkaar hun leedwezen uit te drukken over het optreden van hunne ambtenaren, naarmate van de door de scheidsrechters te nemen beslissingen, en aangezien daarna het scheidsgerecht te 's Oravenliage den 22en Mei 1909 heeft be slist en verkondigd als volgt: „Ten onrech te en door middel van een ernstig en klaar blijkelijk verzuim heeft de secretaris van het Duitsche consulaat de poging gedaan, deserteurs van het Fransche vreemdenle gioen, die niet Duitsche rijksonderdanen waren, op een Duitsche stoomboot in te schepen. De Duitsohe consul en de andere ambtenaren van het consulaat zijn hiervoor niet verantwoordelijk, maar het consulaat heeft door onderteekening van den hem voorgelegden geleibrief een onopzettelijk verzuim begaan Het Duitsche consulaat had onr de bestaande omstandigheden niet het recht aan de deserteurs zijne be scherming te verleenen, maar de in dit op zicht door de Duitsche consulaire ambtena ren begane rechtsdwaling kan het noch als opzettelijk, noch als onopzettelijk verzuim toegerekci d worden. Ten onrechte heeft d© Fransche militaire overheid de in naam van den Duitschen consul over de deserteurs uit geoefende feitelijke bescherming niet voor zoover eenigszins mogelijk geëerbiedigd. Zelfs afgezien van de verplichting om de consulaire bescherming te eerbiedigen, ga ven de omstandigheden aan Fransche mili taire personen evenmin het recht tot bedrei ging met een revolver als tot voortzetting van de a;.n den Marokkaanschen soldaat toegebracht© slagen Aan de verder© in d© voorstellen van de beide partijen gemaakte aanspraken kan geen gevolg gegeven wor den. Derhalve verklaren do keizerlijke Duitsche regeering en de regeering van de Fransche republiek ieder voor zooveel 't hen aangaat, dat zij haar leedwezen uitspreekt over bet in de scheidsrechterlijke uitspraak aan hare ambtenaren tot verwijt gemaakte gedrag." Stuttgart, 30 Mei. De Zeppelin II is Zaterdagavond om half tien te Frie- drichshafen opgestegenzij was heden mor gen om kwart voor zeven ten zniden van Treucbtlingen, voer te half negen over Neurenberg en zette de reis naar het noor den voort. Friedrichshafen, 30 Mei. De Zeppelin II bevond zich om kwart over tien boven Bayreutli en stevende noordoost- waarts. Berlijn, 30 Mei. Over Zwickau en Gera voer Zeppelin II te kwart voor vijf na middags over Leipzig in de richting van Berlijn. Friedrichshafen, 30 Mei. De Maatschappij voor Luchtselveepsbouw ,,Ze- pelin" ontving van graaf Zeppelin een te 7 uur 20 min. hedenavond van Bitterfeld af gezonden ballontelegram, luidende: „Wij hebben zoo juist besloten terug te keeren alles is uitstekend in orde." Hallo, 30 Mei. Om 7 uur 10 min. passeerde de Zeppelin II Bitterfeld; om half acht was zij boven Halle, waar zij tien minuten boven de stad kruiste, om daarna verder te gaan in de richting Teutschenthal Eisleben. Stuttga II passeerde passeerde heden ochtend te half vier Schweinfurth en werd te kwart voor vijf te Würzburg gezien. Naar het Fransch tan Edmond Lepellttitr. 8 DOOR J. L. VAN DER MOER. HOOFDSTUK III. De gewonde Hand. „Wie daar?" riep ^.arloo nogmaals. „Wie ben, je zelf?'' antwoordde een dronke- niunHStem... Riquenez, kapitein in dienst van Zij.no Majesteit 1 Is t dan 'n edelman niet meer geoorloofd thuis te komen? Of dan al thans in 't huis dat hem herbergt in naam des Konings?" Dolores was stil naderbij gekomen en zij sprak tot Karloo, zóó hard dat de onbekende baar verstaan kon „Stel je gerust... 't is die Spaansche kapi tein, dien men ons te logeeren heeft gezon den. Je moet niet met 'm vechten I" „Ik vecht niet met 'u dronkemanI" ant woordde Karloo luid. „Dronkeman, dat is 'n 'hard woord, me neer, ten opzichte van 'n Spaansch edelman, die de compagnie Musqueliers van Burgers commandeert," sprak de indringer met moei te, zijn best doend om zijn woorden zonder hikken er uit te brengen. „Ik stem toe, dat 't niet goed van me was den vastenavond wat al te vroolijk te vie ren maar zonder 'n paar opgeruimde ge zellen als ik, zou 't anders te saai worden... ik heb ook wel wat veel eer bewezen aan den uitmuntenden. Franscheu wijn, dien de bur gemeester ous aangeboden heeft... U is de graaf Van Rijsoor, ik ben don Hernandez y Riquenez, markies van Palencia, graaf van Figueras, kap'tein van 't Koninklijke leger, en ik ben nu op 't oogenblik bij u gelo geerd... Onze namen en onze degens zijn aan elkaar gewaagd... geef acht dus, meneer de graaf 1 Dolores had weer een der kaarsen aange stoken, welke nu een awak licht op de trap wierp. „Vecht niet!" fluisterde zij nogmaals. „Hij houdt je voor m'n man... Als ie maar heengaat, dan zijn we gered... 1" Zij hief de kaars zóó hoog op, dat het licht op den Spanjaard viel en Karloo ia het donker bleef. „Ik zal u morgen voldoening goveu, don Riquenez, markies van Palencia!" riep Kar loo met duidelijke stem. „Ik wil oogeiiblikkelij'k voldoening. Tus- schen edellieden laat men 'nbeleediging niet op antwoord wachten... Maak u dus gereed! Ge zijt 'n Vlaming, ik 'n Spanjaard, deze gelegenheid is zoo goed als 'n andere waar bij we elkaar met den degen in de hand ont moeten... Dood me of ik dood u 1" „Men doodt niet iemand, die de wijsheid1 in de kan heeft gelaten maar evenmin laat men zich door hèm dlooden," antwoordde Karloo. „En indien h ij dan toch dooden wil?" riep de Spanjaard, terwijl hij zich met den degen op zijn tegenstander wierp. „Dan ontwapent men hem," sprak Karloo bedaard. Tegelijkertijd ving hij den degen van Riguenez met zijn. eigen wapen op en deed hem dien uit de hand springen, welke tengevolge van de dronkenschap vrijwel krachteloos bleek te zijn. Aldus ontwapend, deed de Spanjaard een dof gemompel hooren en hij bukte zich om zijn degen op te rapen. Instinctmatig greep Karloo er naar, maar op liet zelfde oogen blik ontsnapte 'hem een lichte kreet en liet «Hij weer los. „Wat is er?" antwoordde Karloo, en met geweld wierp hij nu den Spanjaard door dë deur van de binnenplaats terug, welke deur hij flink grendelde. Vervolgens ging hij bodaard weer naar bo ven, waar Dolores hem in spanning stond te wachten. „Je bent toch niet gewond?" vroeg zij. „Wel nee, die vent was immers niet in staat zich te verdedigen?" „Maar dat bloed?" vroeg zij angstig, „dat is toch hoop 'k van hem?" ,,'t Beteekent niets, ik heb me gesneden toen ik 't wapen van dien ruwen kerel beet pakte." Onverschillig toonde hij haar zijn bebloede hand. Met een zucht trok Dolorès de kant van haar halsdoek af, scheurde het fijne weefsel in stukken en verbond de wonde; daarna trok zij Karloo zachtjes mee in haar kamer, terwijl zij hem allerlei lieve woordjes toefluisterde. En toen gaven zij zich geheel en al over aan hun liefde, zóólang tot 'het daglicht er hen aan kwam herinneren, dat het tijd van scheiden was. Dolorès kon den drang, om den jongen man bij zich te houden, niet overwinnen. „Blijf bij me," vroeg zij, ,,de armen om zijn hals slaande... „ik wil je bij me hou den, ik zou je altijd bij me willen hebben 1... M'n man ia heen, deze kamer is voilig... nie mand zou je hier kunnen ontdekken Still daar is Gudule, beweeg je niet... zij mag niets weten, zij mag niets zien..." Zij liet het zware gordijn voor de deur van de kamer vallen en trad de eetzaal bin nen, waar Gudule, kalm als gewoonlijk, nieb- tegenstaando zij een verschrikkelijken nacht had doorgebracht, bezig was het ontbijt klaar te zetten, dat uit warme melk, eieren en pekelvleesch bestond, Intusschen zat Karloo peinzend in de slaapkamer. „Wat ik doe is schandJelijk dacht hij in stilte.... Meineed, leugen en huichelarij, moeten die voortaan m'n kame raden zijn? Zal 'k dan nooit die vrouw uit m'n hart kunnen bannen, die vrouw, die me niet loslaat, de echtgenoot© van Rijsoor, van m'n vriend', m'n broeder?" In de verte werd tromgeroffel hoorbaar. Karloo trad vóór het venster. „Wat gebeurt er tooh?" mompelde hij. De straat was vol volk. Het samenstroo- inen van de menigte vóór de winkels herin nerde hem aan de nieuw ingevoerde belas ting, den tienden penning 't Besluit is afgekondigd," sprak hij zich zelf, ,,'t is 'n ruïne... niemand wil betalen... om dit tc toonen verzamelt 't volk zich... Vooruit, hier zelfs komt de plicht me roe pen en ontrukken <lo kameraden in 't onge luk mij aan m'n misdaad 1... 0. Dolorèsl" riep hij treurig uit, „m'n plaast is immers bij hen 1" „Jou plaats is, waar i k ben," klonk het op beslisten toon achter hem. Dolorès kwam terug, verrukt door het) vooruitzicht zich den geheelen dag aan haar liefde te kunnen overgeven. Zij had eerst de bedienden, verwijderd, en nu zij eindelijk met Karloo alleen was, gevoelde zij zich! sterk genoeg oan, gesteund door haar hevigea hartstocht, hem tot den avond bij zich te houden „Weg met den hertog van Alval" schreeuwde het volk in de straat. Karloo sprong op de tafel toe, gordde zijn degen om en nam lioed en mantel. Dolorès werd doodsbleek. „Waar wil je heen?" vroeg zij angstig. „Hoor je dan niet?" riep hij met bevende stem,... hoor je dan niet, m'n makkers gaan vechten..." „Welnu, laat die dwazen maar begaan." „O. zwijg, zwijg toch! Jij zult van mij. nog zóó'n verachtelijk wezen maken, dat 'k instaat zou zijn de hand aan me zelf t« slaan om m'n schaamte niet langer meer te gevoelen 1" „Je houdt niet meer van me... dan blijft me ook niets meer over dan dë dood... geen woord' meer, weerbou' me nietl Alleen de plicht laat me toe nog langer te blijven leven... Als je me werkelijk lief- hebt, laat me dan heengaan om met m'n makkers 't gevaar te doelen..." ..Blijf, ik wil 't:" Haar stem was hard, haar houding gebie dend. Plotseling weerklonken musqet-serho- ten in de verte, en een wild gosohreeuw steeg uit de menigte op straat op. Karloo balde woedend de vuisten. Wordt vorvolfd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1