V. 342.
Woensdag 2 Juni 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
7"" J IK JjUUJg,
ABONNEMENTSPRIJS:
Por 3 mnaolen voor Amersfoortf I.OO.
Idom f-*a»;co per post1.30.
Afzonder ijle nummers 0.03.
Daze Cour f at verschijnt d-^elijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelinger. enz.gelieve men vóór 11 uur
s morgens bij de Uitgeven in te zenden.
Uilgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVEUTENTI EN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen UI
het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eei&e
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
TE'R-Y13IE- LIGGING OPGAVEN VAN
GANIDID ATEN
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
maakt békend
«lal do bij hem ingeievendc opgaver. van oand'i-
dateik voor de op heden gehouden verkiezing, ter
ver-vulling van eene plaats in «Ie Tweede Kanier
der Sta ten-Generaal, evenals het door hem opge
maakte proces-verhaal van sluiting der candida-
tenlij.st, ter gemeente-secretarie voor een iéder
let inzage liggen;
dal' a-flsohnften dier stukken aangeplakt en
tegen 'betaling der kosten verkrijgl>aar zijn,
Amersfoort, den; I. Juni 1909.
Do Burgemeester voornoemd
\V 11J TIERS.
Burgemeester van Amersfoort,
Brengt. ter kennis van do ingezetenen dezer
Gemeente dat. «Ie door den' Directeur van
VHijks directie belastingen, enz. te Utrecht
executoir verklaarde kohieren Nos. 5 en 6 van.
do Peiwoneele Belastingover het dienstjaar
1909, aar» den Ontvanger van 's Rijks 'diiieoto be
lastingen allliier zijn ter hand' gesteld, aan wien
ieder verplicht i> zijnen! aanslag op den bij de
we' bepaalden voet te voldoen.
Ge<laan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den1 1. Juni 1900.
De Burgemeester voornoemd'
W UI J TIERS.
Politiek Overzicht
I>e „Twopower-sLuiMlarcl."
De vraag hoe sterk de Engolsche oorlogs
vloot. moet zijn, is aan de overzijde van
het Kanaal eene politieke strijdvraag bij
uitnemendheid. Men heeft daarvoor de for
mule van^-den tweestaten-standaard aange
nomen. Wat daaronder moet worden ver
staan, is echter voor verschillende uitleg
ging vatbaar. Engeland moet zoo sterk ter
zee zijn, dat het de overtnacht heeft tegen
over de gecombineerde vloten van twee an
dere staten. Dat schijnt een duidelijk stand
punt te zijn, maar het is lielaas niets dan
schijn. Want aanstonds komt de vraag op,
welke staten bedoeld zijn. Behooren daartoe
ook de Vereenigde Staten van Noórd-Ame-
rika? En verder heeft de tweestaten-stand
aard alleen betrekking op de liniescliepen of
ook op de kruisers? Of ook op nog andere
vaartuigen? En hoe sterk moet de over
macht zijn? Tien pet. oi ineer? En hoe veel
meer
Dat zijn prijsraadsels, waarmee men zich
thans in het Engolsche parlement met voor
liefde bezig houdt. De oppositie, die 't er
op toelegt de vlootpolitiek van de regeering
te discrediteer en, lveeft vóór het Pinkster-
reces nog een debat daarover in het lager
huis uitgelokt. De minister van marine had
namens de regeering verklaard, dat in de
vergelijkende berekening der vlootsterkte van
de verschillende staten de Vereenigde Sta
ten irot begrepen waren. De oppositie meen
de in die verklaring eene tegenspraak te
ontdekken met de in het laatst van het vori
ge jaar door het hoofd van het kabinet, den
eersten minister Asquith, afgelegde verkla
ringen. Daarom verlangde zij, dat deze be
windsman eene nieuwe, pertinente uiteenzet
ting van zijn standpunt zou geven. Wat de
heer Asquith naar aanleiding daarvan heeft
gezegd, is onder de telegrammen ietwat be
knopt weergegeveneene meer volledige
vermelding is wenschelijk. De minister
kwam op tegen het verwijt, dat de regeering
eene zwenking had gemaakt; hij zei de
De regeering is nooit afgeweken van de
traditie, die door hare voorgangers in acht
is genomen buiten elke partijkwestie. Vooï
de praktische plannen van het oogenblik
is de vraag van zuiver academischen aard,
want welke twee staten gij ook moogt ne
men, hunne aanvalssterkte tegenover Enge
land blijft reeds ver ten achter bij onze
defensieve sterkte. Over den tweestaten-
standaard zijn vele dwaze dingen gezegd,
alsof hij iets was als de wet van de zwaarte
kracht. in werkelijkheid is hij niets £hn
eene uit de ondervinding geputte formule,
een doelmrtig werkplan onder voorwaar
den, waarvan wij niet weten hoe lang zij
van kracht blijven. Ik zou mij niet verant
woord rekenen als ik op de toekomst wilde
vooruitloopen en voorspellen, dat de formule
van den tweestaten-standaard over eenige ja
ren doelmatig of toereikond zou zijn. Het
7, >u eene zeer gewaagde zaak zijn onze toe
komst ik spreek niet van de naaste toe
komst maar van eene meer verwijderde
aan deze of eene andere formule te binden.
Al deze wetten moeten middelen zijn voor
het doel, en dit doel moeten wij in het oog
houden. Over dit doel, om aan Engeland
onder alle denkbare omstandigheden tegen
alle mogelijke gevaren een onaantastbare
overmacht ter zee te vei-zekeren, ons de
volledige heerschappij ter zee te verschaf
fen en iedere poging om onze gemeenschap
met eenig deel van het rijk te onderbreken,
onmogelijk te maken, bestaat volgens mijne
overtuiging geen verschil Van meening.
Neem aan, da' China op een goeden dag
6 a 8 Dreadnoughts bouwde, dan zou geen
verstandig menseh deze schepen voor de
berekeningen van den tweestaten-standaard
en de mogelijkheid van een gemeenschap-
pelijken aanval op Engeland evenzoo in re
kening brengen als of zij behoorden aan
Duitschland en Frankrijk. Natuurlijk zul
len de aanvallen niet altijd gebeuren in de
wateren rondom ons gebiedmaar het ge
wichtigste waarop wij hebben te letten, is
de veiligheid van onze kusten, en wanneer
wij te doen hebben met eene zeemacht, wel
ker operatiebasis op 3000 of 10,000 mijlen
afstand ligt, zonder kolenstation daartus-
schen, dan zullen wij haar niet zoo be
schouwen als eene even sterke vloot, welker
havens op 300 mijlen afstand liggen. Daar
om zouden de Vereenigde Staten niet als
een van de *wée staten in aanmerking geno
men worden, ofschoon zij eene sterke vloot
hebben, thans op de. tweede plaats staan
onder c**» vloten der wereld en meer linie
schepen hebben dan Duitschland. Want
voor ee.i aanval zouden zij niet in dezelfde
mate in aanmerking komen als Duitsche,
Fransche of Oostenrijksehe schepen. Wij
moeten onze maatregelen van tijd tol tijd
aanpassen bij den aanhoudend wisselenden
schepenbouw van andere landen, aan hunne
politiek en hun strevenwij moeten deze
voortdurend in het oog houden en steeds
bere'd zijn 4ot de offers, die ons doel eischt.
Wanneer wij echter de vereenigde effectieve
sterkte vi.n twee mogelijk vijandige vloten
berekenen, 'dan moeten wij bedenken, dat
twee vloten verschillend zijn en in aanval
en verdediging niet zoo veel uitwerken als
een vloot van gelijk gehalte onder één
commandant. Men is ook tot het resultaat
I gekomen, dat de standaard slechts berekend
is naar de linieschepen, niet naar de voor
bescherming van den handel bestemde
kruisers.
De hoer Asquith betoogde verder nog, dat
Engeland zijn gezichtskring niet tot Europa
mag beperkenmaar wanneer het te doen
is om de effectieve sterkte van twee staten
votv aanvalsdoeleinden, dan moet men de
geografische omstandigheden in aanmerking
nemen. Hij besloot met de verklaring, dat
de admiraliteit altijd naar deze beginselen
heeft gehandeld, die steunen op de elemen
taire wetten van het gezond verstand. Hij
nam niets terug van zijn vroegere verkla
ringen zeker is de twee staten-stand&ard
onder de gegeven omstandigheden en bij
eene verst .ndige uitlegging eene praktische
formule voor de Britse he vlootpolitiek;
maar men moe' haar niet als een dogma
behandelen, waaraan geen titel of jota mag
worden veranderd. Hij geloofde niet, dat er
in n' ze zaak een noemenswaard zakelijk
meeningsverschil bestaat, en het zou' voor
allen eer.o groote voldoening zijn, als deze
vragen van vlootbestuur tot eiken prijs aan
den strijd worden onttrokken.
Dit laa'ste was natuurlijk eene illusie,
aan wel r verwezenlijking de regeering
zelf -vel geen oogenblik zal hebben geloofd.
De meerderheid in het lagerhuis verklaarde
zich intusschen met haar homogeeneen
voorstel om de regeering vertrouwen uit te
drukken naar aanleiding van de door haar
afgelegde verklaringen, werd aangenomen
niet 272 tegen 106 stemmen, nadat
een teg worstel van de oppositie met
ongeveer dezelfde verhouding der stemmen
was verworpen
Duitschland.
Naar aanleiding van een bericht, dat het
wetsontwerp op de heffing van scheep
vaartrecht up natuurlijke waterwegen in den
bondsraad op moeilijkheden is gestuit, meldt
de Köln. Ztg. officieus uit Berlijn, dat dit
onjuist is. De staten die weigerend staan te
genover het ontwerp, hebben reeds hierom
geen besluit tot uitstel van 'de behandeling
doorgezet, omdat men voorloopig in de be
trokken commissie zich nog niet met de
zaak heeft beziggehouden. Maar ook als
dat geschiedt, dan is er bij de verhoudingen,
die in den bondsraad bestaan, aan een der
gelijk besluit niet te denken.
De conservatieve Reiohsbote waarschuwt
hel partijbestuur voor den nu in de hervor
ming van de Duitsch rijksfinanciën ingesla
gen weg en doet de volgende mededeelingen
over de stemming in de partij
De verbittering over den tegenwoordigen
toestand schijnt zich in het land steeds ver
der te verspreiden. Uit Sleeswijk-Holstein
moet eene deputatie van len Bund der Land-
wirte te Berlijn zijn aangekomen, die ge
dreigd heeft uit den bond te zullen treden,
als de bond niet van standpunt verandert
in de rijkserfenisbelasting. In Stralsund
heeft het bestuur van de conservatieve partij
in Voor-Pommeren zich voor de regeerings-
voorstellen verklaard. Ook de Saksische con-
atieven hebben zich bij herhaling voor
de erfenisbelasting verklaard.
G p p i n g e n, 1 Juni. Heden voor
middag duurt het herstellingswerk aan het
luchtschip Zeppelin II voort. De toestand
is over 't algen een onveranderdhet weer
is gunstig.
Tweede telegram. Volgens een
telegram van graaf Zeppelin aan den rijks
dag zal met de herstelling van het lucht
schip omstreeks zes weken heengaan. De
reis van de leden van den rijksdag, die op
den 5en Juni was bepaald, is uitgesteld. In
verscheidene spoorwegwagons zijn groote
hoeveelheden gas en benzine aangekomen.
Zoodra het herstellingswerk voldoende ge
vorderd is, zal met de vulling van den bal
lon begonnen worden.
Derde telegram. De Zeppelin II
is, nadat d spits gerepareerd was, voor den
terugtocht om 3.20 weer opgestegen.
B er 1 ij n, 1 J u n i. De Zeppelin II is
bij Schemmerberg aan den spoorweg
Iiftiipheim-Biberach zonder eenig ongeval
geland.
Friedrichshafen, 1 Juni. De
landing van de Zeppelin II op een weide
bij Schemmerberg, 60 K.M. ten noorden van
Friedrichshafen, had zonder eenige moeite
plaats en geschiedde wegens het onvermijde
lijke gasverlies ten gevolge van de nachte
lijke afkoeling. In den loop van den nacht
zal een gasvoorraad naar de landingsplaats
worden gebrachtde opstijging geschiedt
iii voor 8 uvr in den voormiddag. Alles is
in de beste orde.
Schemmerberg, 2 Juni. Het
luchtschip is, nadat de gasvulling was bij
gevuld, heden nacht om 12.40 weder opge
stegen en heeft de thuisreis aanvaard.
Friedrichshafen, 2 J u n i. De
Zeppelin 11 is heden morgen om 6 uur te
Manzell geland.
Friedrichshafen, 1 Juni. In
een telegram aan graaf Zeppelin heeft de
Keizer de hoop uitgedrukt, dat de stad
Berlijn spoedig zou worden schadeloos ge
steld voor de ondervonden teleurstelling
De graaf antwoordde, dat hij nooit het
voornemen had kenbaar gemaakt om te Ber
lijn te landen; het telegram, dat zulks aan
het luchtscheepvaartbataillon had gemeld,
was vervalscht Hij hoopte echter binnen zes
weken zich met zijn luchtschip bij den Kei
zer te melden.
Frankrijk.
Het voorstel om de regeering uit te noo-
digen de wegens hunne deelneming aan de
staking ontslagen postbeambten weer in
dienst te nemen, dat de regeering bestreed
met de vérklaring, dat zij de aanneming als
een votum van wantrouwen zou beschou
wen, is verworpen met 305 tegen 115 stem
men Met de socialisten stemden voor het
voorstel eenige misnoegde radicalen en de
rechterzijde Ook hier dus zijn de uitersten
van rechts en links met elkaar samenge
gaan.
Toulon, 1 Juli. Bij vechtpartijen,
die alhier plaats hadden tusschen matrozen
van den kruiser Condé, werden verschei
dene personen gewond. De matrozen vuur
den op de gendarmes. Er zijn talrijke arres
taties gedaan
België.
Brussel, 1 Juni. De Kamer be
handelde heden eene interpellatie over den
verkoop der schilderijen van den Koning.
Destrée (socialist) zeide, dat de Koning zijne
rechten verkeert opvat; als souverein bezit
hij sommige goederen, die bet Land hem
tijdelijk afstaat. Wanneer de schilderijen,
waarvan hier sprake is, nationaal eigendom
zijn, dan heeft de regeering niet slechts het
recht, maar is het ook haar plicht te waken
voor hun behoud. Indien de Koning niet
wil dat de personen, die prinses Louise ex-
ploiteeren, zich meester maken van zijne
goederen, dan kan hij dat bereiken, door ze
aan het land af te staan.
De minister van kunsten en wetenschap
pen protesteerde tegen de voorstelling, die
zou willen doen gelooven, dat de Koning
eigendom van de natie te gelde wil maken.
De regeering heeft reeds gehandeld naar den
wensch van Destrée; een Van Dijck is uit de
koninklijke verzameling overgegaan in die
van den Staat De minister is van meening,
dat men geen verbodsmaatregelen kan nemen
tegen den uitvoer van kunstwerken uit het
land.
Vandervelde (socialist) protesteerde even
eens tegen den verkoop der koninklijke ver
zamelingen. De minister heeft z. i. den
plicht deze kunstschatten te doen opnemen
in de Belgische musea. ,.De Koning wil ons
het beste van ons vaderlijk erfdeel ontne
mendat zal het volk hom niet vergeven."
Daarmee eindigde «leze interpellatie.
Engeland.
De sociaal-politieke wetgeving in Enge
land zal een belangrijken stap vooruit doen,
wanneer het ontwerp wet wordt, dat de
minister van handel Churchill bij het lager
huis heeft ingediend tot oprichting van
ruim 220 arbeidsbeurzen in Engeland en tot
invoering van de verplichte verzekering
tegen werkloosheid Dit is een eerste stap
tot oplossing van liet vraagstuk der bestrij
ding van de werkloosheid; van zijne uit
komst zal het afhangen of er verder zal
worden gegaan op den betreden weg Het
gemeentelijke karakter van de tot dusver
liestaande arbeidsbeurzen vervalteene cen
trale leiding komt er voor in de plaats. Met
dit doel bestaat bét plan tot de oprichting
van eene afzonderlijke afdeeling voor ar
beidszaken in het ministerie van handel.
Deze afdeeling zal in de eerste plaats de
algemeene leiding van de op te richten ar
beidsbeurzen op zich nemen en de verplichte
verzekering tegen werkloosheid aanvatten.
Het geheele land zal in tien districten
(divisions) verdeeld worden, elk met een
chef aan het hoofd. In deze tien districten
zullen 30 a 40 arbeidsbeurzen le klasse in
de steden met meer dan 100,000 inwoners,
45 arbeidsbeurzen 2e klasse in de steden van
50,000 tot 100.000 inwoners en .150 kleinere
arbeidsbeurzen opgericht worden. In do
groote steden zullen adviseerende commis
sie n ingesteld worden, uit werkgevers en
werknemers ieder voor de helft samenge
steld. De arbeidsbeurzen zullen de op de
arbeidsmarkt heerschende toestanden, het
aanbod en de vraag, zoo nauwkeurig moge
lijk moeten regelen. Hunne ambtenaren zul
len van een overvloed of een tekort op de
arbeidsmarkt aan het districtsbestuur mede-
deeling doen. De com missiën van advies
hebben tot taak de werklieden aan te wij
zen, waar zij werk kunnen vinden, en hen
te weerhouden van het zoeken van werk in
bedrijven waar zij gaan kans hebben te zul
len slagen. Zij zullen bovendien de ouders
met raad ter zijde staan over de beete wijze
om hunne kinderen aan 't werk te brengen,
en daardoor trachten de arbeidsomstandig
heden in de verschillende bedrijven gelijk te
maken.
De verplichte verzekering tegen werkloos
heid zal zich uitstrekken tot alle categorieën
van werkliedende kosten van de verzeke-
rings worden eensdeels door den staat, voor
een ander deel door de werkgevers en werk
nemers gedragen. De bijdrage van de
werklieden zal, volgens de daaromtrent ge-
Naar het Fransch can Ed mond Lepelletier.
4 DOOR
J. L. VAN DER MOER.
..Karloo," riep Dolores, terwijl zij hem bij
de hand nam.
Hij schreeuwde even. van pijn.
pardon!.. is je hand geblesseerd?"
mompelde zij, en tegelijkertijd liet zij hom
los.
1 k zegen die wonde, omdat ze mij van
jou bevrijdt...!"
'Gebruik makend van het plotseling terug
treden der gravin, liep hij snel op een deur
loc, opende deze en verdween. Buitengeko
men, mengde 'hij zicli onder de menigte.
Te midden van de gewapende burgers, die
de Spaanse he soldaten bedreigden en be-
leedigden, scheen een jeugdig zeeman met
een enterbijl in de hand, hét verzet te lei
den...
..Zoo, ben jij 't, Jan Haring 1" sprak
Karloo, op den jongen zeeman toetredend.
,,Jn wel, Karloo,... m'n bij'l zal vandaag
heel wat te doen hebben... Och, och als je
eens wist wat 'n ellendig schouwspel ik van
nacht heb bijgewoond!"
Door het heftig woelen en dringen van
hot volk geraakten de beide patriotten een
oogenblik van elkaar af.
Nadat Jan Haring zich in bet dichtste
I van het gewoel bad geworpen, keerde bij
J zich naar liet 'hotel Rijsoor om en wierp hij
i Gudule, de kamenier'van Dolorès, een kus-
hand toe. Het meisje stond over bet balcon
1 geleund en zag met angstige blikken hoe
de opgewonden menigte voortdurend in
aantal toenam
HOOFDSTUK IV.
De Lanskenc-ts.
Gudule was den avond te Voren, nadat
zij haar meesteres verlaten bad, naar haar
familie te Laeken gegaan.
Jan Haring, een van de Watergeuzen van
Van der Marck, wachtte, op den rand van
zijn boot gezeten, de komst van zijn ver
loofde af. Zij verscheen weldra, een half uur
'vóór dat de taptoe te Brussel geslagen
werd, ongeveer <»p liet zelfde oogenblik
waarop Rijsoor onder de Leuvense he Poort
doorschreed
De jongelui ombelsden elkaar en begon
nen weldra een van die fluisterende, weinig
beteekenende en toch zoo verrukkelijke ge
sprekken, welke, zoo lang de aarde om haar
as draait, tussohen geliefden plegen gevoerd
te worden. Zij bespraken allerlei plannetjes
Voor de toekomst en gaven, voor «le zoo-
veelste maal, uiting aan hun groot verlan
gen, dat de opstand spoedig gedaan mocht
wezen en dat Rudreck, Gudule's vader, die
bedlegerig was, weldra genezen zou zijn.
Dan toch zouden ook hun huwelijksplan
nen kunnen verwezenlijkt worden.
De tijd ging snel voorbij, te snel, en ein
delijk sprak Gudule, die een verstandig
braaf meisje was
„Jan, we moéten mekaar IverlatenIk
'héb van mevrouw Rijsoor permissie gekre- j
gen om vader te gaan bezoeken... De arme
man, bij is zoo ziek en onrustig, hij zal
me met ongeduld wachten, 't Is buiten ook j
niet erg veilig, met al die sol-daten, die 't
land afloopen. Ik moet zorgen vóór den
donker thuis te zijn."
,,'t Is goed, Gudule," antwoordde Jan,
,,ik wil je braven vader niet van 't genot be-
rooven je te zien. Ik moet hier blijven,
want straks komen de boeren uit 't véld te
rug en dan moet 'k ze overzetten. Over 'n'
uurtje kom 'k je op de boerderij nog even
goeien avoud zeggen dat mag 'k toch wel,
nie-waar
Zij antwoordde met een glimlach, liet zich
door hem kussen en verwijderde zich.
Met een angstig hart volgde zij het smalle
wegje, dat van het veer waar het bootje lag, i
naar de boerderij van Rudreck voerde... j
i -Zij maakte zich zeer bezorgd over de ge-
zondheid van haar vad'er, dien zij nu in geen
j drie weken gezien had. Bovendien gevoelde
zij zich ook niet gerust en was zij 'n beetje i
bang voor een van die onaangename ontmoe-
tingen. waaraan men in de omstreken van.
Brussel in den laatsten tijd blootstond, se
dert de Spnansche troepen Brabant en 1
Vlaanderen hadden bezet, maar vooral sedert
de komst van de lanskenets, de woeste huur-
troepen, die de Hertog van Alva in Duitsch
land had aangeworven. Maar Gudule was
niet bang, en met vluggen tred volgde zij
het bekende zijpad naar de hoeve van haar j
ouders. Toen zij het hek van de weide open-
de, welke de boerderij omringde, trof haar
het geluid van ruwe stemmen, van vaatwerk
dat werd omgesmeten en van tinnen kannen
die men hard op de tafel scheen neer te zet- I
ten. Zij versnelde haar tred en... weldra
vertoonde zich een vreoselijk schouwspel aan
haar oogen. Vijf of zes van die lanskenets,
de schrik van de landelijke bevolking, voor
wier aanwezigheid zij als door een voorge
voel gewaarschuwd was, hadden zich in de
keukeu van de boerderij geïnstalleerd.
Op den grond lagen stukken van gebro
ken kruiken en schalen met overblijfselen
van eten dooreen met vernielde meubels en
verschillende voorwerpen, welke men uit die
kasten had genomen. Alles was in huis over
hoop gehaald. De plunderaars zongen en;
schreeuwden en verzwelgden groote kruiken
bier, welke Sara, de doodelijk verschrikte
boerin, hun moest aanbrengen. De bandieten
eischten voortdurend meer.
Toen Gudule^haar moeder zag, snelde zij
op deze toe en. wierp zich in haar armen.
Maar een ruwe hand kwam tusschen beiden.
Zij voelde zich om liet middel grijpen en
tegelijkertijd trachtte een van de ellendelin
gen zijn onreine, van woeste haren, omgeven
lippen op haar mond le drukken.
Als een slang wrong Gudule haar lenig
lichaam in de armen van den. woesteling;
sidderend, vol walging en afkeer draaide zij
zich om
„Bravo, Karl!" riepen de andere soldaten
hun kameraad toe. „Je neemt je dessert,
maar laat voor ons ook wat over!"
De moeder liet van schrik een kruik uit
de hand vallen, welke zij juist weer aan dé
kerels brengen moest.
„Vader! vader!" riep Gudule, zich uit
alle macht verwerende tegen den soldaat,
die, in hooge mate geprikkeld door haar
krachtig verzet, zich inspande haar naar liet
binnenste van het huis mee te sleuren.
„Roep maar! Hij zal je niet meer hooren.
de ouwe, grinnikte Karl, trachtend haar de
kleeren van het lijf te rukken.
Met groot geweld draaide hij haar nu om
en dwong haar naar den ouden Rudreck te
zien, die daar met verbrijzelden schedel op
den grond lag uitgestrekt.
Toen de lanskenets de boerderij waren
binnengedrongen, hadden ze zich «ladelijk
van den eigenaar meester gemaakt, hem uit
zijn bed gehaald en gevraagd waar zijn geld
geborgen was. Hij moest geld hebben al
die Vlaamsche boeren waren rijk en gierig.
Maar de oude Rudreck Mathias-zoon was
doof aan dat oor Hij was arm, in zijn huis
was goud noch geld te vinden.
Toen had Karl, die de clief van de bende
scheen te zijn, bevolen den oude bij den
haard te brengen, waarin, eenige houtblokken
lustig brandden. Men legde den boer op
twee stoelen, met de bloote voeten boven het
vuur, en deze werden door twee stevige
knuisten vastgehouden.
Een kreet van pijn ontsnapte aan Ru-
dreck's borst. Zijn voeten raakten liet bran
dende hout bijna aan „Zul je spreken?"
vroeg Karl.
De boer zweeg en "hield de oogen neerge
slagen, als vreesde hij, zich te zullen verra
den door in de' richting te zien van de plaats
waar zijn overgespaard geld verborgen was-
Plotseling ontsnapte een vloek aan zijn lip
pen en hij trachtte liet lichaam geheel op te
lichten.
Maar de ruwe handen hielden hem des te
steviger vast en bewogen de geblakerde voe
ten van den ongelukkige regelmatig op en.
neer.
Wordt vervolgd