V. 342. Woensdag 2 Juni 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. Voor 't Vaderland. 7"" J IK JjUUJg, ABONNEMENTSPRIJS: Por 3 mnaolen voor Amersfoortf I.OO. Idom f-*a»;co per post1.30. Afzonder ijle nummers 0.03. Daze Cour f at verschijnt d-^elijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelinger. enz.gelieve men vóór 11 uur s morgens bij de Uitgeven in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVEUTENTI EN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen UI het herhaald adverteeren in dit Blad, bg abonnement. Eei&e circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. TE'R-Y13IE- LIGGING OPGAVEN VAN GANIDID ATEN De Burgemeester der gemeente Amersfoort maakt békend «lal do bij hem ingeievendc opgaver. van oand'i- dateik voor de op heden gehouden verkiezing, ter ver-vulling van eene plaats in «Ie Tweede Kanier der Sta ten-Generaal, evenals het door hem opge maakte proces-verhaal van sluiting der candida- tenlij.st, ter gemeente-secretarie voor een iéder let inzage liggen; dal' a-flsohnften dier stukken aangeplakt en tegen 'betaling der kosten verkrijgl>aar zijn, Amersfoort, den; I. Juni 1909. Do Burgemeester voornoemd \V 11J TIERS. Burgemeester van Amersfoort, Brengt. ter kennis van do ingezetenen dezer Gemeente dat. «Ie door den' Directeur van VHijks directie belastingen, enz. te Utrecht executoir verklaarde kohieren Nos. 5 en 6 van. do Peiwoneele Belastingover het dienstjaar 1909, aar» den Ontvanger van 's Rijks 'diiieoto be lastingen allliier zijn ter hand' gesteld, aan wien ieder verplicht i> zijnen! aanslag op den bij de we' bepaalden voet te voldoen. Ge<laan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den1 1. Juni 1900. De Burgemeester voornoemd' W UI J TIERS. Politiek Overzicht I>e „Twopower-sLuiMlarcl." De vraag hoe sterk de Engolsche oorlogs vloot. moet zijn, is aan de overzijde van het Kanaal eene politieke strijdvraag bij uitnemendheid. Men heeft daarvoor de for mule van^-den tweestaten-standaard aange nomen. Wat daaronder moet worden ver staan, is echter voor verschillende uitleg ging vatbaar. Engeland moet zoo sterk ter zee zijn, dat het de overtnacht heeft tegen over de gecombineerde vloten van twee an dere staten. Dat schijnt een duidelijk stand punt te zijn, maar het is lielaas niets dan schijn. Want aanstonds komt de vraag op, welke staten bedoeld zijn. Behooren daartoe ook de Vereenigde Staten van Noórd-Ame- rika? En verder heeft de tweestaten-stand aard alleen betrekking op de liniescliepen of ook op de kruisers? Of ook op nog andere vaartuigen? En hoe sterk moet de over macht zijn? Tien pet. oi ineer? En hoe veel meer Dat zijn prijsraadsels, waarmee men zich thans in het Engolsche parlement met voor liefde bezig houdt. De oppositie, die 't er op toelegt de vlootpolitiek van de regeering te discrediteer en, lveeft vóór het Pinkster- reces nog een debat daarover in het lager huis uitgelokt. De minister van marine had namens de regeering verklaard, dat in de vergelijkende berekening der vlootsterkte van de verschillende staten de Vereenigde Sta ten irot begrepen waren. De oppositie meen de in die verklaring eene tegenspraak te ontdekken met de in het laatst van het vori ge jaar door het hoofd van het kabinet, den eersten minister Asquith, afgelegde verkla ringen. Daarom verlangde zij, dat deze be windsman eene nieuwe, pertinente uiteenzet ting van zijn standpunt zou geven. Wat de heer Asquith naar aanleiding daarvan heeft gezegd, is onder de telegrammen ietwat be knopt weergegeveneene meer volledige vermelding is wenschelijk. De minister kwam op tegen het verwijt, dat de regeering eene zwenking had gemaakt; hij zei de De regeering is nooit afgeweken van de traditie, die door hare voorgangers in acht is genomen buiten elke partijkwestie. Vooï de praktische plannen van het oogenblik is de vraag van zuiver academischen aard, want welke twee staten gij ook moogt ne men, hunne aanvalssterkte tegenover Enge land blijft reeds ver ten achter bij onze defensieve sterkte. Over den tweestaten- standaard zijn vele dwaze dingen gezegd, alsof hij iets was als de wet van de zwaarte kracht. in werkelijkheid is hij niets £hn eene uit de ondervinding geputte formule, een doelmrtig werkplan onder voorwaar den, waarvan wij niet weten hoe lang zij van kracht blijven. Ik zou mij niet verant woord rekenen als ik op de toekomst wilde vooruitloopen en voorspellen, dat de formule van den tweestaten-standaard over eenige ja ren doelmatig of toereikond zou zijn. Het 7, >u eene zeer gewaagde zaak zijn onze toe komst ik spreek niet van de naaste toe komst maar van eene meer verwijderde aan deze of eene andere formule te binden. Al deze wetten moeten middelen zijn voor het doel, en dit doel moeten wij in het oog houden. Over dit doel, om aan Engeland onder alle denkbare omstandigheden tegen alle mogelijke gevaren een onaantastbare overmacht ter zee te vei-zekeren, ons de volledige heerschappij ter zee te verschaf fen en iedere poging om onze gemeenschap met eenig deel van het rijk te onderbreken, onmogelijk te maken, bestaat volgens mijne overtuiging geen verschil Van meening. Neem aan, da' China op een goeden dag 6 a 8 Dreadnoughts bouwde, dan zou geen verstandig menseh deze schepen voor de berekeningen van den tweestaten-standaard en de mogelijkheid van een gemeenschap- pelijken aanval op Engeland evenzoo in re kening brengen als of zij behoorden aan Duitschland en Frankrijk. Natuurlijk zul len de aanvallen niet altijd gebeuren in de wateren rondom ons gebiedmaar het ge wichtigste waarop wij hebben te letten, is de veiligheid van onze kusten, en wanneer wij te doen hebben met eene zeemacht, wel ker operatiebasis op 3000 of 10,000 mijlen afstand ligt, zonder kolenstation daartus- schen, dan zullen wij haar niet zoo be schouwen als eene even sterke vloot, welker havens op 300 mijlen afstand liggen. Daar om zouden de Vereenigde Staten niet als een van de *wée staten in aanmerking geno men worden, ofschoon zij eene sterke vloot hebben, thans op de. tweede plaats staan onder c**» vloten der wereld en meer linie schepen hebben dan Duitschland. Want voor ee.i aanval zouden zij niet in dezelfde mate in aanmerking komen als Duitsche, Fransche of Oostenrijksehe schepen. Wij moeten onze maatregelen van tijd tol tijd aanpassen bij den aanhoudend wisselenden schepenbouw van andere landen, aan hunne politiek en hun strevenwij moeten deze voortdurend in het oog houden en steeds bere'd zijn 4ot de offers, die ons doel eischt. Wanneer wij echter de vereenigde effectieve sterkte vi.n twee mogelijk vijandige vloten berekenen, 'dan moeten wij bedenken, dat twee vloten verschillend zijn en in aanval en verdediging niet zoo veel uitwerken als een vloot van gelijk gehalte onder één commandant. Men is ook tot het resultaat I gekomen, dat de standaard slechts berekend is naar de linieschepen, niet naar de voor bescherming van den handel bestemde kruisers. De hoer Asquith betoogde verder nog, dat Engeland zijn gezichtskring niet tot Europa mag beperkenmaar wanneer het te doen is om de effectieve sterkte van twee staten votv aanvalsdoeleinden, dan moet men de geografische omstandigheden in aanmerking nemen. Hij besloot met de verklaring, dat de admiraliteit altijd naar deze beginselen heeft gehandeld, die steunen op de elemen taire wetten van het gezond verstand. Hij nam niets terug van zijn vroegere verkla ringen zeker is de twee staten-stand&ard onder de gegeven omstandigheden en bij eene verst .ndige uitlegging eene praktische formule voor de Britse he vlootpolitiek; maar men moe' haar niet als een dogma behandelen, waaraan geen titel of jota mag worden veranderd. Hij geloofde niet, dat er in n' ze zaak een noemenswaard zakelijk meeningsverschil bestaat, en het zou' voor allen eer.o groote voldoening zijn, als deze vragen van vlootbestuur tot eiken prijs aan den strijd worden onttrokken. Dit laa'ste was natuurlijk eene illusie, aan wel r verwezenlijking de regeering zelf -vel geen oogenblik zal hebben geloofd. De meerderheid in het lagerhuis verklaarde zich intusschen met haar homogeeneen voorstel om de regeering vertrouwen uit te drukken naar aanleiding van de door haar afgelegde verklaringen, werd aangenomen niet 272 tegen 106 stemmen, nadat een teg worstel van de oppositie met ongeveer dezelfde verhouding der stemmen was verworpen Duitschland. Naar aanleiding van een bericht, dat het wetsontwerp op de heffing van scheep vaartrecht up natuurlijke waterwegen in den bondsraad op moeilijkheden is gestuit, meldt de Köln. Ztg. officieus uit Berlijn, dat dit onjuist is. De staten die weigerend staan te genover het ontwerp, hebben reeds hierom geen besluit tot uitstel van 'de behandeling doorgezet, omdat men voorloopig in de be trokken commissie zich nog niet met de zaak heeft beziggehouden. Maar ook als dat geschiedt, dan is er bij de verhoudingen, die in den bondsraad bestaan, aan een der gelijk besluit niet te denken. De conservatieve Reiohsbote waarschuwt hel partijbestuur voor den nu in de hervor ming van de Duitsch rijksfinanciën ingesla gen weg en doet de volgende mededeelingen over de stemming in de partij De verbittering over den tegenwoordigen toestand schijnt zich in het land steeds ver der te verspreiden. Uit Sleeswijk-Holstein moet eene deputatie van len Bund der Land- wirte te Berlijn zijn aangekomen, die ge dreigd heeft uit den bond te zullen treden, als de bond niet van standpunt verandert in de rijkserfenisbelasting. In Stralsund heeft het bestuur van de conservatieve partij in Voor-Pommeren zich voor de regeerings- voorstellen verklaard. Ook de Saksische con- atieven hebben zich bij herhaling voor de erfenisbelasting verklaard. G p p i n g e n, 1 Juni. Heden voor middag duurt het herstellingswerk aan het luchtschip Zeppelin II voort. De toestand is over 't algen een onveranderdhet weer is gunstig. Tweede telegram. Volgens een telegram van graaf Zeppelin aan den rijks dag zal met de herstelling van het lucht schip omstreeks zes weken heengaan. De reis van de leden van den rijksdag, die op den 5en Juni was bepaald, is uitgesteld. In verscheidene spoorwegwagons zijn groote hoeveelheden gas en benzine aangekomen. Zoodra het herstellingswerk voldoende ge vorderd is, zal met de vulling van den bal lon begonnen worden. Derde telegram. De Zeppelin II is, nadat d spits gerepareerd was, voor den terugtocht om 3.20 weer opgestegen. B er 1 ij n, 1 J u n i. De Zeppelin II is bij Schemmerberg aan den spoorweg Iiftiipheim-Biberach zonder eenig ongeval geland. Friedrichshafen, 1 Juni. De landing van de Zeppelin II op een weide bij Schemmerberg, 60 K.M. ten noorden van Friedrichshafen, had zonder eenige moeite plaats en geschiedde wegens het onvermijde lijke gasverlies ten gevolge van de nachte lijke afkoeling. In den loop van den nacht zal een gasvoorraad naar de landingsplaats worden gebrachtde opstijging geschiedt iii voor 8 uvr in den voormiddag. Alles is in de beste orde. Schemmerberg, 2 Juni. Het luchtschip is, nadat de gasvulling was bij gevuld, heden nacht om 12.40 weder opge stegen en heeft de thuisreis aanvaard. Friedrichshafen, 2 J u n i. De Zeppelin 11 is heden morgen om 6 uur te Manzell geland. Friedrichshafen, 1 Juni. In een telegram aan graaf Zeppelin heeft de Keizer de hoop uitgedrukt, dat de stad Berlijn spoedig zou worden schadeloos ge steld voor de ondervonden teleurstelling De graaf antwoordde, dat hij nooit het voornemen had kenbaar gemaakt om te Ber lijn te landen; het telegram, dat zulks aan het luchtscheepvaartbataillon had gemeld, was vervalscht Hij hoopte echter binnen zes weken zich met zijn luchtschip bij den Kei zer te melden. Frankrijk. Het voorstel om de regeering uit te noo- digen de wegens hunne deelneming aan de staking ontslagen postbeambten weer in dienst te nemen, dat de regeering bestreed met de vérklaring, dat zij de aanneming als een votum van wantrouwen zou beschou wen, is verworpen met 305 tegen 115 stem men Met de socialisten stemden voor het voorstel eenige misnoegde radicalen en de rechterzijde Ook hier dus zijn de uitersten van rechts en links met elkaar samenge gaan. Toulon, 1 Juli. Bij vechtpartijen, die alhier plaats hadden tusschen matrozen van den kruiser Condé, werden verschei dene personen gewond. De matrozen vuur den op de gendarmes. Er zijn talrijke arres taties gedaan België. Brussel, 1 Juni. De Kamer be handelde heden eene interpellatie over den verkoop der schilderijen van den Koning. Destrée (socialist) zeide, dat de Koning zijne rechten verkeert opvat; als souverein bezit hij sommige goederen, die bet Land hem tijdelijk afstaat. Wanneer de schilderijen, waarvan hier sprake is, nationaal eigendom zijn, dan heeft de regeering niet slechts het recht, maar is het ook haar plicht te waken voor hun behoud. Indien de Koning niet wil dat de personen, die prinses Louise ex- ploiteeren, zich meester maken van zijne goederen, dan kan hij dat bereiken, door ze aan het land af te staan. De minister van kunsten en wetenschap pen protesteerde tegen de voorstelling, die zou willen doen gelooven, dat de Koning eigendom van de natie te gelde wil maken. De regeering heeft reeds gehandeld naar den wensch van Destrée; een Van Dijck is uit de koninklijke verzameling overgegaan in die van den Staat De minister is van meening, dat men geen verbodsmaatregelen kan nemen tegen den uitvoer van kunstwerken uit het land. Vandervelde (socialist) protesteerde even eens tegen den verkoop der koninklijke ver zamelingen. De minister heeft z. i. den plicht deze kunstschatten te doen opnemen in de Belgische musea. ,.De Koning wil ons het beste van ons vaderlijk erfdeel ontne mendat zal het volk hom niet vergeven." Daarmee eindigde «leze interpellatie. Engeland. De sociaal-politieke wetgeving in Enge land zal een belangrijken stap vooruit doen, wanneer het ontwerp wet wordt, dat de minister van handel Churchill bij het lager huis heeft ingediend tot oprichting van ruim 220 arbeidsbeurzen in Engeland en tot invoering van de verplichte verzekering tegen werkloosheid Dit is een eerste stap tot oplossing van liet vraagstuk der bestrij ding van de werkloosheid; van zijne uit komst zal het afhangen of er verder zal worden gegaan op den betreden weg Het gemeentelijke karakter van de tot dusver liestaande arbeidsbeurzen vervalteene cen trale leiding komt er voor in de plaats. Met dit doel bestaat bét plan tot de oprichting van eene afzonderlijke afdeeling voor ar beidszaken in het ministerie van handel. Deze afdeeling zal in de eerste plaats de algemeene leiding van de op te richten ar beidsbeurzen op zich nemen en de verplichte verzekering tegen werkloosheid aanvatten. Het geheele land zal in tien districten (divisions) verdeeld worden, elk met een chef aan het hoofd. In deze tien districten zullen 30 a 40 arbeidsbeurzen le klasse in de steden met meer dan 100,000 inwoners, 45 arbeidsbeurzen 2e klasse in de steden van 50,000 tot 100.000 inwoners en .150 kleinere arbeidsbeurzen opgericht worden. In do groote steden zullen adviseerende commis sie n ingesteld worden, uit werkgevers en werknemers ieder voor de helft samenge steld. De arbeidsbeurzen zullen de op de arbeidsmarkt heerschende toestanden, het aanbod en de vraag, zoo nauwkeurig moge lijk moeten regelen. Hunne ambtenaren zul len van een overvloed of een tekort op de arbeidsmarkt aan het districtsbestuur mede- deeling doen. De com missiën van advies hebben tot taak de werklieden aan te wij zen, waar zij werk kunnen vinden, en hen te weerhouden van het zoeken van werk in bedrijven waar zij gaan kans hebben te zul len slagen. Zij zullen bovendien de ouders met raad ter zijde staan over de beete wijze om hunne kinderen aan 't werk te brengen, en daardoor trachten de arbeidsomstandig heden in de verschillende bedrijven gelijk te maken. De verplichte verzekering tegen werkloos heid zal zich uitstrekken tot alle categorieën van werkliedende kosten van de verzeke- rings worden eensdeels door den staat, voor een ander deel door de werkgevers en werk nemers gedragen. De bijdrage van de werklieden zal, volgens de daaromtrent ge- Naar het Fransch can Ed mond Lepelletier. 4 DOOR J. L. VAN DER MOER. ..Karloo," riep Dolores, terwijl zij hem bij de hand nam. Hij schreeuwde even. van pijn. pardon!.. is je hand geblesseerd?" mompelde zij, en tegelijkertijd liet zij hom los. 1 k zegen die wonde, omdat ze mij van jou bevrijdt...!" 'Gebruik makend van het plotseling terug treden der gravin, liep hij snel op een deur loc, opende deze en verdween. Buitengeko men, mengde 'hij zicli onder de menigte. Te midden van de gewapende burgers, die de Spaanse he soldaten bedreigden en be- leedigden, scheen een jeugdig zeeman met een enterbijl in de hand, hét verzet te lei den... ..Zoo, ben jij 't, Jan Haring 1" sprak Karloo, op den jongen zeeman toetredend. ,,Jn wel, Karloo,... m'n bij'l zal vandaag heel wat te doen hebben... Och, och als je eens wist wat 'n ellendig schouwspel ik van nacht heb bijgewoond!" Door het heftig woelen en dringen van hot volk geraakten de beide patriotten een oogenblik van elkaar af. Nadat Jan Haring zich in bet dichtste I van het gewoel bad geworpen, keerde bij J zich naar liet 'hotel Rijsoor om en wierp hij i Gudule, de kamenier'van Dolorès, een kus- hand toe. Het meisje stond over bet balcon 1 geleund en zag met angstige blikken hoe de opgewonden menigte voortdurend in aantal toenam HOOFDSTUK IV. De Lanskenc-ts. Gudule was den avond te Voren, nadat zij haar meesteres verlaten bad, naar haar familie te Laeken gegaan. Jan Haring, een van de Watergeuzen van Van der Marck, wachtte, op den rand van zijn boot gezeten, de komst van zijn ver loofde af. Zij verscheen weldra, een half uur 'vóór dat de taptoe te Brussel geslagen werd, ongeveer <»p liet zelfde oogenblik waarop Rijsoor onder de Leuvense he Poort doorschreed De jongelui ombelsden elkaar en begon nen weldra een van die fluisterende, weinig beteekenende en toch zoo verrukkelijke ge sprekken, welke, zoo lang de aarde om haar as draait, tussohen geliefden plegen gevoerd te worden. Zij bespraken allerlei plannetjes Voor de toekomst en gaven, voor «le zoo- veelste maal, uiting aan hun groot verlan gen, dat de opstand spoedig gedaan mocht wezen en dat Rudreck, Gudule's vader, die bedlegerig was, weldra genezen zou zijn. Dan toch zouden ook hun huwelijksplan nen kunnen verwezenlijkt worden. De tijd ging snel voorbij, te snel, en ein delijk sprak Gudule, die een verstandig braaf meisje was „Jan, we moéten mekaar IverlatenIk 'héb van mevrouw Rijsoor permissie gekre- j gen om vader te gaan bezoeken... De arme man, bij is zoo ziek en onrustig, hij zal me met ongeduld wachten, 't Is buiten ook j niet erg veilig, met al die sol-daten, die 't land afloopen. Ik moet zorgen vóór den donker thuis te zijn." ,,'t Is goed, Gudule," antwoordde Jan, ,,ik wil je braven vader niet van 't genot be- rooven je te zien. Ik moet hier blijven, want straks komen de boeren uit 't véld te rug en dan moet 'k ze overzetten. Over 'n' uurtje kom 'k je op de boerderij nog even goeien avoud zeggen dat mag 'k toch wel, nie-waar Zij antwoordde met een glimlach, liet zich door hem kussen en verwijderde zich. Met een angstig hart volgde zij het smalle wegje, dat van het veer waar het bootje lag, i naar de boerderij van Rudreck voerde... j i -Zij maakte zich zeer bezorgd over de ge- zondheid van haar vad'er, dien zij nu in geen j drie weken gezien had. Bovendien gevoelde zij zich ook niet gerust en was zij 'n beetje i bang voor een van die onaangename ontmoe- tingen. waaraan men in de omstreken van. Brussel in den laatsten tijd blootstond, se dert de Spnansche troepen Brabant en 1 Vlaanderen hadden bezet, maar vooral sedert de komst van de lanskenets, de woeste huur- troepen, die de Hertog van Alva in Duitsch land had aangeworven. Maar Gudule was niet bang, en met vluggen tred volgde zij het bekende zijpad naar de hoeve van haar j ouders. Toen zij het hek van de weide open- de, welke de boerderij omringde, trof haar het geluid van ruwe stemmen, van vaatwerk dat werd omgesmeten en van tinnen kannen die men hard op de tafel scheen neer te zet- I ten. Zij versnelde haar tred en... weldra vertoonde zich een vreoselijk schouwspel aan haar oogen. Vijf of zes van die lanskenets, de schrik van de landelijke bevolking, voor wier aanwezigheid zij als door een voorge voel gewaarschuwd was, hadden zich in de keukeu van de boerderij geïnstalleerd. Op den grond lagen stukken van gebro ken kruiken en schalen met overblijfselen van eten dooreen met vernielde meubels en verschillende voorwerpen, welke men uit die kasten had genomen. Alles was in huis over hoop gehaald. De plunderaars zongen en; schreeuwden en verzwelgden groote kruiken bier, welke Sara, de doodelijk verschrikte boerin, hun moest aanbrengen. De bandieten eischten voortdurend meer. Toen Gudule^haar moeder zag, snelde zij op deze toe en. wierp zich in haar armen. Maar een ruwe hand kwam tusschen beiden. Zij voelde zich om liet middel grijpen en tegelijkertijd trachtte een van de ellendelin gen zijn onreine, van woeste haren, omgeven lippen op haar mond le drukken. Als een slang wrong Gudule haar lenig lichaam in de armen van den. woesteling; sidderend, vol walging en afkeer draaide zij zich om „Bravo, Karl!" riepen de andere soldaten hun kameraad toe. „Je neemt je dessert, maar laat voor ons ook wat over!" De moeder liet van schrik een kruik uit de hand vallen, welke zij juist weer aan dé kerels brengen moest. „Vader! vader!" riep Gudule, zich uit alle macht verwerende tegen den soldaat, die, in hooge mate geprikkeld door haar krachtig verzet, zich inspande haar naar liet binnenste van het huis mee te sleuren. „Roep maar! Hij zal je niet meer hooren. de ouwe, grinnikte Karl, trachtend haar de kleeren van het lijf te rukken. Met groot geweld draaide hij haar nu om en dwong haar naar den ouden Rudreck te zien, die daar met verbrijzelden schedel op den grond lag uitgestrekt. Toen de lanskenets de boerderij waren binnengedrongen, hadden ze zich «ladelijk van den eigenaar meester gemaakt, hem uit zijn bed gehaald en gevraagd waar zijn geld geborgen was. Hij moest geld hebben al die Vlaamsche boeren waren rijk en gierig. Maar de oude Rudreck Mathias-zoon was doof aan dat oor Hij was arm, in zijn huis was goud noch geld te vinden. Toen had Karl, die de clief van de bende scheen te zijn, bevolen den oude bij den haard te brengen, waarin, eenige houtblokken lustig brandden. Men legde den boer op twee stoelen, met de bloote voeten boven het vuur, en deze werden door twee stevige knuisten vastgehouden. Een kreet van pijn ontsnapte aan Ru- dreck's borst. Zijn voeten raakten liet bran dende hout bijna aan „Zul je spreken?" vroeg Karl. De boer zweeg en "hield de oogen neerge slagen, als vreesde hij, zich te zullen verra den door in de' richting te zien van de plaats waar zijn overgespaard geld verborgen was- Plotseling ontsnapte een vloek aan zijn lip pen en hij trachtte liet lichaam geheel op te lichten. Maar de ruwe handen hielden hem des te steviger vast en bewogen de geblakerde voe ten van den ongelukkige regelmatig op en. neer. Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1