W°. 348.
7"" Jaargang.
Dinsdag 8 Juni 1909.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
AMERSFOORTSGH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem frauco per post- 1.50.
Afzonder, ij te nummers0.05.
Deze Co*»ent versohgnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiön mededeel in gen enz., gelieve men vóór 11 urn
's morgens by de Uitgeven in te zenden.
Uilgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen bet
het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement Ee«e
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht.
De hervorming van «Ie Duitsclie
rijksfinanciën.
In afwachting, dat het debat in de open
bare zitting van den rijksdag aan de regee
ring gelegenheid zal geven haar standpunt
te verdedigen, bedient zij zich van hare
organen in de pers om er geen twijfel over te
laten bestaan, dat de door de financieele
commissie van den rijksdag voor dit debat
samengestelde leiddraad haar geheel verwer
pelijk voorkomt. De Nordd. Allg. Zeitung
verklaart onomwonden, dat, hoe verblijdend
het ook is, dat door het gereed komen van
de werkzaamheden der commissie nu aan den
rijksdag gelegenheid wordt gegeven in open
bare zitting positie te nemen in dit het gan-
sche volk bewegende vraagstuk, de door de
commissie gevonden oplossing geenszins als
eene bevredigende kan worden beschouwd.
Over de nieuwe belastingen, die de commis
sie uit eigen initiatief heeft voorgesteld,
wordt door het officieuse blad gezegd
,,Het moet reeds dadelijk als bedenkelijk
worden aangeduid, wanneer door de com
missie in het ontwerp van de financieele
wet nieuwe materieele belastingvoorschriften
worden ingelascht, die met de voorstellen der
regeering geen verband houden. Nog zwaar
der wegen de zakelijke bedenkingen inzon
derheid tegen drie vau de ingelaschte belas-
tingontwerpen, de belasting op popieren van
waarde, de belasting op den omzet van mo
lens en het uitvoerrecht op steenkolen. In
de eerste plaats is het de belasting op pa
pieren van waarde, die voor handel en in
dustrie en voor liet geheele Duit'sche bedrijfs
leven noodlottige gevolgen zou hebben. Deze
belastmg is onrechtvaardig, want zij treft
den aandeelhouder, van wien zij wordt ge
heven, niet naar zijn draagvermogen; zij
zondigt bovendien tegen de erkende noodza
kelijkheid om het geheele bezit te treffen,
en zij tast de rechten en belangen aan van
de Duitsche bondsstaten, omdat zij als in
komsten- of vermogensbelasting een greep
doet in de bronnen van inkomst, die aan
dezen toekomen. De winst, die voor het rijk
daaruit zou vloeien, zou in geen verhou
ding staan tot de ernstige benadeeling van
bandek en industrie, die een onvermijdelijk
gevolg van eene dergelijke belasting zou
zijn. Slechts een naar het draagvermogen in
gerichte belasting op het geheele bezit kan
aan de eischèn van de sociale rechtvaardig
heid bean twoorden
Het had tot misverstand aanleiding gege
ven, dat staatssecretaris Sydow, de chef van
het rijksdepartement van financiën, niet
reeds terstond bij de indiening van heit ont
werp dezer belasting in de commissie zich
daartegen heeft verzet. De Nordd. Allg. Zei-
tung geeft nu den tekst van de rede, die
staatssecretaris Sydow bij de tweede lezing
van dit voorstel gehouden heeft om het te
bestrijden. Zij geeft daarna de redenen aan,
waarom eene belasting op den omzet van mo
lens en een uitvoerrecht op steenkolen als
ongeschikte economische maatregelen zijn te
beschouwen, om aldus te besluiten
,,Wat Duitschland behoeft, is eene finan
cieele hervorming. Hoe langer het duurt, dat
men zich bezighoudt met de financieele her
vorming, des te meer blijkt, dat de oorspron
kelijk ingeslagen wegen de juisten waren en
dat ieder nieuw vorstel het gevaar meebrengt
op een dwaalspoor te komen. De verbonden
regeeringen hebben zicfh niet er van kun
nen overtuigen, dat in de plaats van hun plan
om het bezit door eene belasting van de erfe
nissen to tieffen, iets beters kan worden
gesteld. Zij zullen daarom, uitsluitend door
zakelijke motieven geleid, vasthouden aan
hun plan om als compensatie voor de aan
het algemeen, zonder bijzonder te letten op
het draagvermogen, opgelegde verbruiksbe
lastingen, eene progressief ingerichte erfenis
belasting in te voeren en zullen tot verdere
bezifbelastingen slechts in zóóverre hun toe
vlucht nemen als de verandering van de
successiebelasting in eene uitbreiding van de
erfenisbelasting de oorspronkelijk geraamde
bedragen vermindert. Zij vertrouwen er op,
dat de gezonde zin van het Duitsohe volk
dit programma van belastingrechtvaardig
heid tot het zijne zal maken."
Welken indruk deze verklaringen zullen
maken, blijft af te wachten. Aan de Frankf.
Ztg. wordt daarover geschreven: „Het is te
betreuren, dat dit alles niet in de laatste
maanden met dezelfde zakelijke beslistheid
en met gelijken nadruk in de financieele
commissie door de -ertegenwoordigers der
regeering te berde is gebracht en dat ook
overigens, afgezien van menigen arbeid ach
ter de coulissen, officieel veel te weinig is
gebeurd om te verhoeden, dat de agrarische
leiders allengs het meer bezadigde deel van
hunne conservatieve partij genooten aan
hunne zijde hébben gebracht en hen er van
hebben weerhouden, openlijk op te komen
voor de door ihen als rechtvaardig erkende
erfenisbelasting. Er is maandenlang een
strijd van de agrarische drijvers tegen de
met juister inzicht begiftigde conservatieven
gevoerd, die een anderen loop had kunnen
hebben, wanneer de regeering te rechter tijd
en openlijk steeds weer haar vast besluit
had doen kennen om enkel eene sociaal
rechtvaardig werkende algemeene bezitbelas-
ting aan te nemen. In dat opzicht is er veel
verzuimd, maar wanneer de regeering nu
eindelijk kloek blijft en wanneer de bevoeg
de organen van 'handel en nijverheid opstaan
tot een krachtig gezamenlijk protest, dan kan
het verzuimde weer worden goedgemaakt."
Duitschland.
De Nordd. Allg. Zeitung schrijft naar
aanleiding van de voorgenomen ontmoeting
tussehen de twee monarchenHet feit, dat
Keizer Nicolaas van Rusland op hartelijke
wijze onzen Keizer tot eene ontmoeting heeft
uitgenoodigd, komt den tegenstanders van
Duitschland in de buitenlandsche pers on
gelegen. Zij zijn reeds ijverig aan het werk
om de samenkomst in hare motieven en ge
volgen te misduiden, waarbij zij verkeerde
lijk h.t wederzien tussehen de beide monar
chen terugbrengen tot eene van Duitsche
zijde .uiigegane aansporing en daarmee zwar
te aanslagen van de Duitsche politiek tegen
den driebond in verband brengen. Bij eeni-
gen goeden wil echter moest 'het- overal wor
den verstaan, dat Rusland, onverminderd
de handhaving van zijn bondgenootschap
met Frankrijk en van zijne entente met En
geland, de vrijheid wil hebben zijne verhou
ding tot het Duitsche rijk en tot de Midden-
Europeesc-he statengroep zoo in te richten
als am zijne eigen belangen beantwoordt.
Eene teleurstelling hierover kan slechts daar
gevoeld worden, waar men absoluut heeft
verwacht, dat de Russische politiek zich in
blijvende principieele tegenstelling tot de
beide naburige Keizerstaten zal laten bren
gen. Dat is niet gelukt en zal, naar 't zich
laat aanzien, niet gelukken. Voor ons be-
teekent het samenkomen van Keizer Wil
helm met Keizer Nicolaas tot eene vriend
schappelijke gedachten wisseling geen veran
dering van de grondlijnen der Europeesche
politiek. Het be teekent echter, dat de beide
monarchen hunne persoonlijke betrekkingen
voor eene goede verstandhouding tussehen
hunne rijken willen blijven behoeden en be
vorderen.
B e r 1 ij n 8 J u u i. De Vossische Ztg.
verneemt, dat de Keizer gezind is aan gene
raal von der Goltz op diens verzoek, in den
loop van den zomer verlof naar Konstanti-
nopel te verleenen, aanvankelijk voor een
korten termijn. Von der Goltz wil dat ver
lof gebruiken om voeling te zoeken met
hooggeplaatste personen en met vrienden in
Turkije, om zich op de hoogte te stellen van
den aard en den omvang van de taak, die
men hem in het leger wil opdragen. Hij
komt daardoor tegemoet aan den dringen
den wensch van de Turksche regeering.
Generaal von der Goltz behoudt den rang
van inspecteur-generaal in het Pruisische
leger.
De Engelsche parlementsleden, tot de
arbeiderspartij behoorende, die nu eene
rondreis doen door Duitschland, zijn eergis
teren te Berlijn ontvangen in de koepelzaal
van het paleis van den rijksdag, waar hun
een déjeuner werd aangeboden. De onder
voorzitter van den rijksdag Kaempf begroet
te het bezoek als eene voortzetting van de
pogingen om door de vertegenwoordigers
van verschillende beroepen en standen met
elkaar persoonlijk in aanraking te brengen,
de zaak des v red es te dienen. Staatssecreta
ris von ii eth man n - H oil weg drukte de hoop
uit, dat de Engelsche gasten uit het bezoek
vau zekere sociale inrichtingen de overtui
ging zouden putten, dat Duitschland deed
wat mogelijk was voor het welzijn van de
arbeiders. Namens de Engelsche gasten ant
woordde Macdonald met e?n rede, waarin
hij betoogde, dat de onwetendheid van de
bevolking de bodem is, waarop de aanspo
ring tot den oorlog gedijt. „Wij zijn naar
Duitschland gekomen om leering op te doen.
Wij zullen die in Engeland verspreiden en
onze kracht aan geene beweging leenen, die
gemunt is op eene verstoring van de vreed
zame verstan dihouding."
Do Lokalanzeiger bericht, dat het O. M.
een wetenschappelijk advies heeft ingewon
nen over den gezondheidstoestand van vorst
Eulenburg. Dit advies houdt in, dat do
vorst wel in lijdenden toestand is, maar in
staat is oite worden verhoord. Dit oordeel
is bevestigd door de uitkomsten van het
onderzoek, dat van wege het O. M. is in
gesteld na de levenswijze van vorst Eulen
burg. Het is dus te venvachten, dat de
behandeling van het meineedsproces tegen
den vorst zal worden hervat.
Frankrijk.
P a r ij s, 7 Juni. De Temps bericht,
dat de hooge Marine-raad het aantal een
heden, waaruit do slagvloot van Frankrijk
zal bestaan, heeft bepaald op 45 pantser-
schepen
De levensduur van een pantserschip
wordt gerekend op 20 jaren. Zoodoende zul
len van de thans bestaande pantserschepen
in 1919 deel uitmaken van de slagvloot zes
panfcserschepen type République, zes pant-
sersohepen type Danton, vier gepantserde
kruisers type Gambetta, benevens de Er-
nest Renan, de Waldeck Rousseau en de
rdgar Quinet.
De aanbouw en inrichting van de nog te
bouwen schepen zou een uitgave vorderen
van 3 milliard, te verdeelen over 10 dienst
jaren.
De Fransche pers verneemt uit Casa
blanca, dat de deserteurs van het vreem
denlegioen voor den krijgsraad zullen wor
den gebracht, aoodra de bevelhebber van
het expeditieleger officieel van de uitspraak
van het Haagse he hof mededeel ing heeft
gekregen.
Het zal, naar de bevinding van de com
missie van onderzoek, September worden,
voordat het Fransche linieschip panton te
Brest van stapel zal kunnen loopen. De
nieuwe maatregelen daartoe zullen min
stens een half millioen frank kosten.
Italië.
De maand Juni geeft ditmaal in Italië
stof tot bijzondere feestelijkheden, omdat
het in deze maand vijftig jaren geleden is,
sedert in Lombarije de veldslagen werden
gelevei-d, die het begin zijn geweest van de
bevrijding van de eenheid van Italië. Den
4em Juni versloegen de vereenigde Fran-
schen en Piemonteezen, de Oostenrijkers
bij Magenta en den 24. Juni warden de
Oostenrijkers bij Solferino verslagen. Na
poleon III stelde zich met deze overwin
ningen tevreden en sloot spoedig vrede, en
een vrede die wel de Oostenrijkers niet ge
heel uit Italië verdrong, maai- althans
Lombarddje bevrijdde en niet verhinderde,
dat de Italiaansche revolutie vender om
zich heen greep. Verleden Vrijdag had op
het slagveld van Magenta eene plechtigheid
plaats, waaraan ook Fransche deputatiën
deelnamen. Morgen 8 Juni, op den verjaar
dag van den intocht van Napoleon III en
Victor Emanuel in het bevrijde Milaan,
wordt daar feest gevierd, en den 24. Juni
heeft op het slagveld van Solferino een
groot herinneringsfeest plaats, waarbij de
Koning, de ministers en de leden van het
parlement tegenwoordig zullen zijn.
Milaan, 7 Juni. De Koning heeft
in een telegram aan den hertog van Genua
zijne voldoening uitgedrukt over de vader
landslievende feesten tot herdenking van de
bevrijding van Lombar dij e en de broeder
lijke deelneming van vertegenwoordigers van
Frankrijk aan die feesten. De Koning heeft
medegedeeld, dat alle officieren van de Fran
sche delgatie ridderorden zullen ontvangen.
Turkije.
Konstantinopel, 7 Juni. Vol
gens de overeenkomst tussehen de Porte
met de Orientspoorwegem zal de Porte 20,
millioen francs betalen voor de lijn in Oost-
Rumelië, en bovendien 14 millioen franca
krachtens eene vroegere arbitrale beslissing)
en zal zij de maatschappij een vermeerde
ring van het deel der ontvangsten van 70
in plaats van 30 toestaan, indien de ont
vangsten zeker bedrag overschrijden.
Het geschil over de schadevergoeding van
de Orient-spoorwegmaatschappij is nu ge
heel uit den weg geruimd. De Porte ver
bindt zich aan de maatschappij voor het
verloren recht om het Oost-Ru meli-
sche net te exploiteeren, 211 millioen
francs uit de Bulgaarsche schadever
goeding te betalen. Dit is het mid-
dencijfer tussehen 't geen laatstelijk het
standpunt der beide partijen was betreffen
de de verdeeling van de door Bulgarije te
betalen schadevergoeding. De Porto had 20
millioen geboden, de maatschappij haren
eisch tot 23 millioen teruggebracht. De
maatschappij ziet af van al hare vorderin
gen uit de geschillen van 'het oude scheids
gerecht; daarvoor ontvangt zij een verboo
ging van haar aandeel in de bruto-ontvang-
sten, voor zoover zij het bedrag van 10,333
frs. per K.M. te boven gaan, van 55 tot 70
pet. De maatschappij wordt van eene Oos-
tonrijksche vervormd tot eene Turksche
maatschappij.
Konstantinopel, 7 Juni. De
uitgover Mix am Moerad is door den krijgs
raad tot 15 jaren gevangenisstraf veroor
deeld.
Volgens Porte stemt Engeland ook toe
in de verbooging van de invoerrechten tob
15 pet. op voorwaarde, dat 13 pet. worden,
besteed voor den dienst in Macedonië.
De Kamer behandelt het ontwerp tot her
ziening van do grondwot in laatste lezing.
Een artikel, dat betrekking heeft op de
rechten van den souverein, lokte een harts
tochtelijk debat uit. Een amendement, dab
eerst verworpen was, werd later aangeno
men dit lokte luide protesten uit, zoodat
de voorzitter genoodzaakt was de zitting te
sluiten.
De volgende zitting zal Woensdag gehou
den worden.
Midden-Amerika.
Caracas, 7 Juni. Venezuela en
Columbia hebben eene overeenkomst getee-
kend, die den grondslag zal vormen voor
een •••erdrag tot regeling van de grens- en
dé handels-geschillen.
Allerlei.
vTardivel, die opeens in de zaak-
Steinheil gehaald is, heeft zijn alibi kunnen
doen vaststellen.
vTe Londen heeft Woensdag con Duit-
schei- terecht gestaan, dieuit heimwee
een zeiljacht had gestolen. Hoewel hij van
zeilen heelemaal geen begrip heeft, stak hij
met het jacht in zee om de reis naar het
Europeesche vasteland te ondernemen. In
't Kanaal dreef hij wanhopig zeeziek en hul
peloos rond op de golven, en ten slotte was
hij heel blij, dat hij door een stoomtrawler
werd opgepikt en naar Londen terugge
bracht.
Hij werd veroordeeld tot drie maanden
gevangenisstraf.
vln het dorp Ruelisheim, Elzas, werd
een dubbel doopfeest gevierd. De twee groe
pen keerden uit de kerk terug en er werden
vreugdeschoten gelost. Eensklaps klonken
er kreten van smart. Een der geweren was
geladen met hagel en de onvoorzichtigen
hadden recht op de groepen geschoten. 'Ken
personen weiden getroffen, waarvan zeven
kinderen.
vDe auto van den groothertog, van
Saksen-Weimar heeft Zaterdagmiddag op
den weg naar Ettersburg een jongen van
twaalf jaar overreden eu hem zware wonden
toegebracht. De groothertog liet de auto
dadelijk omkeeren en haalde een chirurg uit
Weimar. De jongen is kort na het ongeluk
bezweken. Het heet, dat de bestuurder geen
schuld aan het ongeluk heeft.
vTwee kinderen van den koopman Ber
tram van Trier, waren op bezoek te Coblenz
Naar hit Fransch van Edtnond Lepelletier.
9 DOOR
J. L. VAN DER MOER.
Noircarmes en zijn collega's waren opge
staan, om eerbiedig te buigen voor de doch
ter van hun meester.
De vader was op haar toegetreden en had
haaT handen in de zijne genomen.
„Wat zie je er prachtig uit van,, mor
gen," sprak hij.
„Dat komt omdat *k hersteld ben, rvader,
heelemaal hersteld. U ziet 't, ik ga uit, de
draagkoets wacht me aan de poort, en dok
ter Albert! zal me vergezellen naar 't
klooster van Groenendael. Ik zal 'n heerlij
ken dag hebben."
Zij klapte in de handen, kinderlijk blij,
als een gevangene die in het gewone leven
terugkeert.
„Ga, m'n kind, en amuseer je," zei de
landvoogd, haar op het voorhoofd kussend.
Rafaële, door al de omstanders eerbiedig
gegroet, verliet langzaam het vertrök, ver
gezeld van de kameniers en van den dokter.
HOODSTUK VII.
Het Oproer.
Een groote menigte mannen en vrouwen
verdfrongen zich op bet plein, waaraan de
woning van den graaf Van Rijsoor gelegen
was.
De duizenden ,vex*warde geluiden, waar-
tusscben van tijd tot tijd een duidelijk ge
sproken woord of een heldere lach, zooals
men die gewoonlijk -hoort bij een groote
volksverzameling, waren thans, ondanks de
droge, koude ochtendlucht, nauwelijks waar
neembaar.
De hier toegestroomde menigte sprak zeer
zacht. Men gevoelde dat daar boven al die
menschen hing een zekere dofheid'n treu
righeid, als in tijden van epidemie of op
stand.
Het onderwerp van alle gesprekken, de
oorzaak van de algemeene ontevredenheid
onder het publiek, was de nieuwe belasting
waarmede de vreemdeling de stad bedreigde,
welke reeds door vroeger opgelegde lasten
geruïneerd was.
Instinctmatig hadden zich verschillende
groepen op dit plein gevormd, waar de
meesten van de achttien groote winkeliers
woonden, welke des morgens hadden gewei
gerd hun magazijnen te openen.
Het scheen dat de gansche stad naar hen
toe kwam om zich te vergewissen van de te
genover het nieuw uitgevaardigde besluit aan
te nemen houding.
„Wat te doen? Weten wij 't zelf?" riep
een van de achttien, een slager, die heftige
gebaren maakte, te midden van de menigte.
„Die tiend© penning is 't eind' van alles, 't
is 'n gruwel, 'n verwoesting vau ons be
staan. En we hébben tijd tot van .middag om
ons aan de nieuwe bepalingen te onderwer
pen, en anders... ja, wie zal zeggen wat ons
anders wacht?"
Een dof gemompel ging door de menigte
en weldra hoorde men allerlei verontwaar
digde uitroepen.
„Leze de bedelzak 1" riepen mannen, die
wapens droegen.
„Vooruit maar, Geuzen!" herhaalden an
deren.
„Weg met den Hertog van Alval"
schreeuwde er eindelijk een.
Ieder beefde. Deze eenzame stem deed de
meest dapperen verbleeken. Mem richtte de
blikken op de nabijgelegen straten, alsof men
ongerust was dat deze kreet de pieken en
musketten der Spaanse he soldaten zou in be
weging brengen.
Het huis van Rijsoor, met zijn hoogen
gevel, stond daar somber en koud, ondanks
het rumoer. Al zijn gesloten vensters en deu
ren hielden de geheimen van het intieme le
ven daar binnen voor het volk verborgen.
Het wekte de gedachte aan een kil, donker
mausoleum.
Maar op zeker oogenblik keken eenige van
de dichtst bij staande (manifestanten toch met
bijzondere aandacht naar een van de ramen.
Ze meenden een man gezien te hebben die
de gordijnen op' zijde schoof, en achter hem
een mooie, jonge vrouw, die hem krachtig
wegtrok.
„Leve de Nederlanden! Leve de Prins van
Oranje!" klonk het luid uit honderd kelen.
En het geschreeuw herhaalde zich, hefti
ger, meer doordringend, en in elke borst
sloeg het hart een marsch van wraak
Plotseling weerklonk tromgeroffel, en in
een der straten rukte een compagnie muske
tiers op, onder bevel van kapitein Riguenez.
„Dood aan de Spanjolen schreeuwden de
burgers, zich voor de gesloten huizen en
winkels opstellend. Sabels flikkerden en de
burgers zwaaiden hun messen en knuppels.
„Weg met den Hertog van Alva!" klonk
het andermaal, en de musketiers beantwoor
den den kreet met een salvo.
Het gebeurde maar hoogst zelden dat de
Spanjaarden aan de burgers toestonden zich
op een bepaald punt van de stad te vereeni
gen. En dezen dag vooral, nu het een for
meel oproer bleek te zijn, was een voorbeel
dige straf noodzakelijk.
Er was alarm geslagen en de troepen had
den zich oogenblikkelijk verzameld. De mus
ketiers waren het eerst gereed en weldra op
het bedreigde punt aanwezig. Met hun vuur
veegden zij het plein schoon, waar alleen de
vele dooden en gewonden bleven liggen.
Geen enkele sommatie was gedaan. Het
was een bevolen moord op groote schaal, het
afmaken van de massa, na de tallooze afzon
derlijke gevallen van onthoofding, verbran
ding en fusilleering, welke reeds hadden
plaats gehad.
Een kreet van woede steeg op uit de ver
raste menigte... Knuppels en dolken werden
opgeheven, men zag degens flikkeren en
vuurroeren aan de schouders brengen. Het
vuur van de Spanjaarden werd beantwoord:
en deze weken een oogenblik terug, verbaasd!
over een verzet, dat ze sedert lang niet meer
ondervonden hadden.
Men zag hun commandanten heen en weer
loopen en bevelen geven, en op een zeker
signaal brandden de soldaten op den dichten
volkshoop los. Slechts weinig schoten tro/fen
geen doel.
Een wanhopig, smartelijk gegil werd' ver
nomen. De manifestanten, wier gelederen
reeds zoo gedund waren, begrijpend dat ze
zich nutteloos tot den laatste» man zoudott
laten dooden, namen ijlings de vlucht langs
den eenigen weg, dien de vijand opzettelijk
had opengelaten.
De Spaansche troepen verspreidden zich
oogenblikkelijk in de naburigo straten, waar
na men den Hertog van Alva te paard zag
verschijnen, mot opgestoken degen, gevolgd
door Noircarmes en de andere leden van
den Bloedraad.
„Heeft men de schuldigen gevangen geno
men?" vroeg Alva.
„Ja, Excellentie," antwoordde de Opper-
provoost. „Zo worden vóór u gebracht."
De achttien kooplieden verschenen werke
lijk. Men had hen geboeid en met een touw
aan elkaar gebonden. Ze werden bewaakt
door een dubbele rij lanskenets met getrok
ken rapier.
„Hola! meester Charles," riep de Hertog
met ruwe stom.
Meester Charles, de beul, trad naar voren.
„Zijn je helpers allen aanwezig?"
„Allen. Excellentie."
„Maak me dan midden op '<t plein eens 'n
brandstapel gereed, maar vooral goed hoog,
opdat ze niet te gauw dood zijn. Maar over
'n uur moet alles zijn afgeloopen."
„Ze hadden tijd om zich te bodenkeu tot
van middag," meende de Opper-Provoost,
voor den vorm, te moeten in het midden
brengen.
„Hun verzet ontslaat er ons van daarmee
rekening te houden. Vooruit, meester Char
les 1"
Wordt vervolgd.-