W°. 348. 7"" Jaargang. Dinsdag 8 Juni 1909. BUITENLAND. FEUILLETON. Voor 't Vaderland. AMERSFOORTSGH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem frauco per post- 1.50. Afzonder, ij te nummers0.05. Deze Co*»ent versohgnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiön mededeel in gen enz., gelieve men vóór 11 urn 's morgens by de Uitgeven in te zenden. Uilgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bg vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zeer voordeelige bepalingen bet het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement Ee«e circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. De hervorming van «Ie Duitsclie rijksfinanciën. In afwachting, dat het debat in de open bare zitting van den rijksdag aan de regee ring gelegenheid zal geven haar standpunt te verdedigen, bedient zij zich van hare organen in de pers om er geen twijfel over te laten bestaan, dat de door de financieele commissie van den rijksdag voor dit debat samengestelde leiddraad haar geheel verwer pelijk voorkomt. De Nordd. Allg. Zeitung verklaart onomwonden, dat, hoe verblijdend het ook is, dat door het gereed komen van de werkzaamheden der commissie nu aan den rijksdag gelegenheid wordt gegeven in open bare zitting positie te nemen in dit het gan- sche volk bewegende vraagstuk, de door de commissie gevonden oplossing geenszins als eene bevredigende kan worden beschouwd. Over de nieuwe belastingen, die de commis sie uit eigen initiatief heeft voorgesteld, wordt door het officieuse blad gezegd ,,Het moet reeds dadelijk als bedenkelijk worden aangeduid, wanneer door de com missie in het ontwerp van de financieele wet nieuwe materieele belastingvoorschriften worden ingelascht, die met de voorstellen der regeering geen verband houden. Nog zwaar der wegen de zakelijke bedenkingen inzon derheid tegen drie vau de ingelaschte belas- tingontwerpen, de belasting op popieren van waarde, de belasting op den omzet van mo lens en het uitvoerrecht op steenkolen. In de eerste plaats is het de belasting op pa pieren van waarde, die voor handel en in dustrie en voor liet geheele Duit'sche bedrijfs leven noodlottige gevolgen zou hebben. Deze belastmg is onrechtvaardig, want zij treft den aandeelhouder, van wien zij wordt ge heven, niet naar zijn draagvermogen; zij zondigt bovendien tegen de erkende noodza kelijkheid om het geheele bezit te treffen, en zij tast de rechten en belangen aan van de Duitsche bondsstaten, omdat zij als in komsten- of vermogensbelasting een greep doet in de bronnen van inkomst, die aan dezen toekomen. De winst, die voor het rijk daaruit zou vloeien, zou in geen verhou ding staan tot de ernstige benadeeling van bandek en industrie, die een onvermijdelijk gevolg van eene dergelijke belasting zou zijn. Slechts een naar het draagvermogen in gerichte belasting op het geheele bezit kan aan de eischèn van de sociale rechtvaardig heid bean twoorden Het had tot misverstand aanleiding gege ven, dat staatssecretaris Sydow, de chef van het rijksdepartement van financiën, niet reeds terstond bij de indiening van heit ont werp dezer belasting in de commissie zich daartegen heeft verzet. De Nordd. Allg. Zei- tung geeft nu den tekst van de rede, die staatssecretaris Sydow bij de tweede lezing van dit voorstel gehouden heeft om het te bestrijden. Zij geeft daarna de redenen aan, waarom eene belasting op den omzet van mo lens en een uitvoerrecht op steenkolen als ongeschikte economische maatregelen zijn te beschouwen, om aldus te besluiten ,,Wat Duitschland behoeft, is eene finan cieele hervorming. Hoe langer het duurt, dat men zich bezighoudt met de financieele her vorming, des te meer blijkt, dat de oorspron kelijk ingeslagen wegen de juisten waren en dat ieder nieuw vorstel het gevaar meebrengt op een dwaalspoor te komen. De verbonden regeeringen hebben zicfh niet er van kun nen overtuigen, dat in de plaats van hun plan om het bezit door eene belasting van de erfe nissen to tieffen, iets beters kan worden gesteld. Zij zullen daarom, uitsluitend door zakelijke motieven geleid, vasthouden aan hun plan om als compensatie voor de aan het algemeen, zonder bijzonder te letten op het draagvermogen, opgelegde verbruiksbe lastingen, eene progressief ingerichte erfenis belasting in te voeren en zullen tot verdere bezifbelastingen slechts in zóóverre hun toe vlucht nemen als de verandering van de successiebelasting in eene uitbreiding van de erfenisbelasting de oorspronkelijk geraamde bedragen vermindert. Zij vertrouwen er op, dat de gezonde zin van het Duitsohe volk dit programma van belastingrechtvaardig heid tot het zijne zal maken." Welken indruk deze verklaringen zullen maken, blijft af te wachten. Aan de Frankf. Ztg. wordt daarover geschreven: „Het is te betreuren, dat dit alles niet in de laatste maanden met dezelfde zakelijke beslistheid en met gelijken nadruk in de financieele commissie door de -ertegenwoordigers der regeering te berde is gebracht en dat ook overigens, afgezien van menigen arbeid ach ter de coulissen, officieel veel te weinig is gebeurd om te verhoeden, dat de agrarische leiders allengs het meer bezadigde deel van hunne conservatieve partij genooten aan hunne zijde hébben gebracht en hen er van hebben weerhouden, openlijk op te komen voor de door ihen als rechtvaardig erkende erfenisbelasting. Er is maandenlang een strijd van de agrarische drijvers tegen de met juister inzicht begiftigde conservatieven gevoerd, die een anderen loop had kunnen hebben, wanneer de regeering te rechter tijd en openlijk steeds weer haar vast besluit had doen kennen om enkel eene sociaal rechtvaardig werkende algemeene bezitbelas- ting aan te nemen. In dat opzicht is er veel verzuimd, maar wanneer de regeering nu eindelijk kloek blijft en wanneer de bevoeg de organen van 'handel en nijverheid opstaan tot een krachtig gezamenlijk protest, dan kan het verzuimde weer worden goedgemaakt." Duitschland. De Nordd. Allg. Zeitung schrijft naar aanleiding van de voorgenomen ontmoeting tussehen de twee monarchenHet feit, dat Keizer Nicolaas van Rusland op hartelijke wijze onzen Keizer tot eene ontmoeting heeft uitgenoodigd, komt den tegenstanders van Duitschland in de buitenlandsche pers on gelegen. Zij zijn reeds ijverig aan het werk om de samenkomst in hare motieven en ge volgen te misduiden, waarbij zij verkeerde lijk h.t wederzien tussehen de beide monar chen terugbrengen tot eene van Duitsche zijde .uiigegane aansporing en daarmee zwar te aanslagen van de Duitsche politiek tegen den driebond in verband brengen. Bij eeni- gen goeden wil echter moest 'het- overal wor den verstaan, dat Rusland, onverminderd de handhaving van zijn bondgenootschap met Frankrijk en van zijne entente met En geland, de vrijheid wil hebben zijne verhou ding tot het Duitsche rijk en tot de Midden- Europeesc-he statengroep zoo in te richten als am zijne eigen belangen beantwoordt. Eene teleurstelling hierover kan slechts daar gevoeld worden, waar men absoluut heeft verwacht, dat de Russische politiek zich in blijvende principieele tegenstelling tot de beide naburige Keizerstaten zal laten bren gen. Dat is niet gelukt en zal, naar 't zich laat aanzien, niet gelukken. Voor ons be- teekent het samenkomen van Keizer Wil helm met Keizer Nicolaas tot eene vriend schappelijke gedachten wisseling geen veran dering van de grondlijnen der Europeesche politiek. Het be teekent echter, dat de beide monarchen hunne persoonlijke betrekkingen voor eene goede verstandhouding tussehen hunne rijken willen blijven behoeden en be vorderen. B e r 1 ij n 8 J u u i. De Vossische Ztg. verneemt, dat de Keizer gezind is aan gene raal von der Goltz op diens verzoek, in den loop van den zomer verlof naar Konstanti- nopel te verleenen, aanvankelijk voor een korten termijn. Von der Goltz wil dat ver lof gebruiken om voeling te zoeken met hooggeplaatste personen en met vrienden in Turkije, om zich op de hoogte te stellen van den aard en den omvang van de taak, die men hem in het leger wil opdragen. Hij komt daardoor tegemoet aan den dringen den wensch van de Turksche regeering. Generaal von der Goltz behoudt den rang van inspecteur-generaal in het Pruisische leger. De Engelsche parlementsleden, tot de arbeiderspartij behoorende, die nu eene rondreis doen door Duitschland, zijn eergis teren te Berlijn ontvangen in de koepelzaal van het paleis van den rijksdag, waar hun een déjeuner werd aangeboden. De onder voorzitter van den rijksdag Kaempf begroet te het bezoek als eene voortzetting van de pogingen om door de vertegenwoordigers van verschillende beroepen en standen met elkaar persoonlijk in aanraking te brengen, de zaak des v red es te dienen. Staatssecreta ris von ii eth man n - H oil weg drukte de hoop uit, dat de Engelsche gasten uit het bezoek vau zekere sociale inrichtingen de overtui ging zouden putten, dat Duitschland deed wat mogelijk was voor het welzijn van de arbeiders. Namens de Engelsche gasten ant woordde Macdonald met e?n rede, waarin hij betoogde, dat de onwetendheid van de bevolking de bodem is, waarop de aanspo ring tot den oorlog gedijt. „Wij zijn naar Duitschland gekomen om leering op te doen. Wij zullen die in Engeland verspreiden en onze kracht aan geene beweging leenen, die gemunt is op eene verstoring van de vreed zame verstan dihouding." Do Lokalanzeiger bericht, dat het O. M. een wetenschappelijk advies heeft ingewon nen over den gezondheidstoestand van vorst Eulenburg. Dit advies houdt in, dat do vorst wel in lijdenden toestand is, maar in staat is oite worden verhoord. Dit oordeel is bevestigd door de uitkomsten van het onderzoek, dat van wege het O. M. is in gesteld na de levenswijze van vorst Eulen burg. Het is dus te venvachten, dat de behandeling van het meineedsproces tegen den vorst zal worden hervat. Frankrijk. P a r ij s, 7 Juni. De Temps bericht, dat de hooge Marine-raad het aantal een heden, waaruit do slagvloot van Frankrijk zal bestaan, heeft bepaald op 45 pantser- schepen De levensduur van een pantserschip wordt gerekend op 20 jaren. Zoodoende zul len van de thans bestaande pantserschepen in 1919 deel uitmaken van de slagvloot zes panfcserschepen type République, zes pant- sersohepen type Danton, vier gepantserde kruisers type Gambetta, benevens de Er- nest Renan, de Waldeck Rousseau en de rdgar Quinet. De aanbouw en inrichting van de nog te bouwen schepen zou een uitgave vorderen van 3 milliard, te verdeelen over 10 dienst jaren. De Fransche pers verneemt uit Casa blanca, dat de deserteurs van het vreem denlegioen voor den krijgsraad zullen wor den gebracht, aoodra de bevelhebber van het expeditieleger officieel van de uitspraak van het Haagse he hof mededeel ing heeft gekregen. Het zal, naar de bevinding van de com missie van onderzoek, September worden, voordat het Fransche linieschip panton te Brest van stapel zal kunnen loopen. De nieuwe maatregelen daartoe zullen min stens een half millioen frank kosten. Italië. De maand Juni geeft ditmaal in Italië stof tot bijzondere feestelijkheden, omdat het in deze maand vijftig jaren geleden is, sedert in Lombarije de veldslagen werden gelevei-d, die het begin zijn geweest van de bevrijding van de eenheid van Italië. Den 4em Juni versloegen de vereenigde Fran- schen en Piemonteezen, de Oostenrijkers bij Magenta en den 24. Juni warden de Oostenrijkers bij Solferino verslagen. Na poleon III stelde zich met deze overwin ningen tevreden en sloot spoedig vrede, en een vrede die wel de Oostenrijkers niet ge heel uit Italië verdrong, maai- althans Lombarddje bevrijdde en niet verhinderde, dat de Italiaansche revolutie vender om zich heen greep. Verleden Vrijdag had op het slagveld van Magenta eene plechtigheid plaats, waaraan ook Fransche deputatiën deelnamen. Morgen 8 Juni, op den verjaar dag van den intocht van Napoleon III en Victor Emanuel in het bevrijde Milaan, wordt daar feest gevierd, en den 24. Juni heeft op het slagveld van Solferino een groot herinneringsfeest plaats, waarbij de Koning, de ministers en de leden van het parlement tegenwoordig zullen zijn. Milaan, 7 Juni. De Koning heeft in een telegram aan den hertog van Genua zijne voldoening uitgedrukt over de vader landslievende feesten tot herdenking van de bevrijding van Lombar dij e en de broeder lijke deelneming van vertegenwoordigers van Frankrijk aan die feesten. De Koning heeft medegedeeld, dat alle officieren van de Fran sche delgatie ridderorden zullen ontvangen. Turkije. Konstantinopel, 7 Juni. Vol gens de overeenkomst tussehen de Porte met de Orientspoorwegem zal de Porte 20, millioen francs betalen voor de lijn in Oost- Rumelië, en bovendien 14 millioen franca krachtens eene vroegere arbitrale beslissing) en zal zij de maatschappij een vermeerde ring van het deel der ontvangsten van 70 in plaats van 30 toestaan, indien de ont vangsten zeker bedrag overschrijden. Het geschil over de schadevergoeding van de Orient-spoorwegmaatschappij is nu ge heel uit den weg geruimd. De Porte ver bindt zich aan de maatschappij voor het verloren recht om het Oost-Ru meli- sche net te exploiteeren, 211 millioen francs uit de Bulgaarsche schadever goeding te betalen. Dit is het mid- dencijfer tussehen 't geen laatstelijk het standpunt der beide partijen was betreffen de de verdeeling van de door Bulgarije te betalen schadevergoeding. De Porto had 20 millioen geboden, de maatschappij haren eisch tot 23 millioen teruggebracht. De maatschappij ziet af van al hare vorderin gen uit de geschillen van 'het oude scheids gerecht; daarvoor ontvangt zij een verboo ging van haar aandeel in de bruto-ontvang- sten, voor zoover zij het bedrag van 10,333 frs. per K.M. te boven gaan, van 55 tot 70 pet. De maatschappij wordt van eene Oos- tonrijksche vervormd tot eene Turksche maatschappij. Konstantinopel, 7 Juni. De uitgover Mix am Moerad is door den krijgs raad tot 15 jaren gevangenisstraf veroor deeld. Volgens Porte stemt Engeland ook toe in de verbooging van de invoerrechten tob 15 pet. op voorwaarde, dat 13 pet. worden, besteed voor den dienst in Macedonië. De Kamer behandelt het ontwerp tot her ziening van do grondwot in laatste lezing. Een artikel, dat betrekking heeft op de rechten van den souverein, lokte een harts tochtelijk debat uit. Een amendement, dab eerst verworpen was, werd later aangeno men dit lokte luide protesten uit, zoodat de voorzitter genoodzaakt was de zitting te sluiten. De volgende zitting zal Woensdag gehou den worden. Midden-Amerika. Caracas, 7 Juni. Venezuela en Columbia hebben eene overeenkomst getee- kend, die den grondslag zal vormen voor een •••erdrag tot regeling van de grens- en dé handels-geschillen. Allerlei. vTardivel, die opeens in de zaak- Steinheil gehaald is, heeft zijn alibi kunnen doen vaststellen. vTe Londen heeft Woensdag con Duit- schei- terecht gestaan, dieuit heimwee een zeiljacht had gestolen. Hoewel hij van zeilen heelemaal geen begrip heeft, stak hij met het jacht in zee om de reis naar het Europeesche vasteland te ondernemen. In 't Kanaal dreef hij wanhopig zeeziek en hul peloos rond op de golven, en ten slotte was hij heel blij, dat hij door een stoomtrawler werd opgepikt en naar Londen terugge bracht. Hij werd veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf. vln het dorp Ruelisheim, Elzas, werd een dubbel doopfeest gevierd. De twee groe pen keerden uit de kerk terug en er werden vreugdeschoten gelost. Eensklaps klonken er kreten van smart. Een der geweren was geladen met hagel en de onvoorzichtigen hadden recht op de groepen geschoten. 'Ken personen weiden getroffen, waarvan zeven kinderen. vDe auto van den groothertog, van Saksen-Weimar heeft Zaterdagmiddag op den weg naar Ettersburg een jongen van twaalf jaar overreden eu hem zware wonden toegebracht. De groothertog liet de auto dadelijk omkeeren en haalde een chirurg uit Weimar. De jongen is kort na het ongeluk bezweken. Het heet, dat de bestuurder geen schuld aan het ongeluk heeft. vTwee kinderen van den koopman Ber tram van Trier, waren op bezoek te Coblenz Naar hit Fransch van Edtnond Lepelletier. 9 DOOR J. L. VAN DER MOER. Noircarmes en zijn collega's waren opge staan, om eerbiedig te buigen voor de doch ter van hun meester. De vader was op haar toegetreden en had haaT handen in de zijne genomen. „Wat zie je er prachtig uit van,, mor gen," sprak hij. „Dat komt omdat *k hersteld ben, rvader, heelemaal hersteld. U ziet 't, ik ga uit, de draagkoets wacht me aan de poort, en dok ter Albert! zal me vergezellen naar 't klooster van Groenendael. Ik zal 'n heerlij ken dag hebben." Zij klapte in de handen, kinderlijk blij, als een gevangene die in het gewone leven terugkeert. „Ga, m'n kind, en amuseer je," zei de landvoogd, haar op het voorhoofd kussend. Rafaële, door al de omstanders eerbiedig gegroet, verliet langzaam het vertrök, ver gezeld van de kameniers en van den dokter. HOODSTUK VII. Het Oproer. Een groote menigte mannen en vrouwen verdfrongen zich op bet plein, waaraan de woning van den graaf Van Rijsoor gelegen was. De duizenden ,vex*warde geluiden, waar- tusscben van tijd tot tijd een duidelijk ge sproken woord of een heldere lach, zooals men die gewoonlijk -hoort bij een groote volksverzameling, waren thans, ondanks de droge, koude ochtendlucht, nauwelijks waar neembaar. De hier toegestroomde menigte sprak zeer zacht. Men gevoelde dat daar boven al die menschen hing een zekere dofheid'n treu righeid, als in tijden van epidemie of op stand. Het onderwerp van alle gesprekken, de oorzaak van de algemeene ontevredenheid onder het publiek, was de nieuwe belasting waarmede de vreemdeling de stad bedreigde, welke reeds door vroeger opgelegde lasten geruïneerd was. Instinctmatig hadden zich verschillende groepen op dit plein gevormd, waar de meesten van de achttien groote winkeliers woonden, welke des morgens hadden gewei gerd hun magazijnen te openen. Het scheen dat de gansche stad naar hen toe kwam om zich te vergewissen van de te genover het nieuw uitgevaardigde besluit aan te nemen houding. „Wat te doen? Weten wij 't zelf?" riep een van de achttien, een slager, die heftige gebaren maakte, te midden van de menigte. „Die tiend© penning is 't eind' van alles, 't is 'n gruwel, 'n verwoesting vau ons be staan. En we hébben tijd tot van .middag om ons aan de nieuwe bepalingen te onderwer pen, en anders... ja, wie zal zeggen wat ons anders wacht?" Een dof gemompel ging door de menigte en weldra hoorde men allerlei verontwaar digde uitroepen. „Leze de bedelzak 1" riepen mannen, die wapens droegen. „Vooruit maar, Geuzen!" herhaalden an deren. „Weg met den Hertog van Alval" schreeuwde er eindelijk een. Ieder beefde. Deze eenzame stem deed de meest dapperen verbleeken. Mem richtte de blikken op de nabijgelegen straten, alsof men ongerust was dat deze kreet de pieken en musketten der Spaanse he soldaten zou in be weging brengen. Het huis van Rijsoor, met zijn hoogen gevel, stond daar somber en koud, ondanks het rumoer. Al zijn gesloten vensters en deu ren hielden de geheimen van het intieme le ven daar binnen voor het volk verborgen. Het wekte de gedachte aan een kil, donker mausoleum. Maar op zeker oogenblik keken eenige van de dichtst bij staande (manifestanten toch met bijzondere aandacht naar een van de ramen. Ze meenden een man gezien te hebben die de gordijnen op' zijde schoof, en achter hem een mooie, jonge vrouw, die hem krachtig wegtrok. „Leve de Nederlanden! Leve de Prins van Oranje!" klonk het luid uit honderd kelen. En het geschreeuw herhaalde zich, hefti ger, meer doordringend, en in elke borst sloeg het hart een marsch van wraak Plotseling weerklonk tromgeroffel, en in een der straten rukte een compagnie muske tiers op, onder bevel van kapitein Riguenez. „Dood aan de Spanjolen schreeuwden de burgers, zich voor de gesloten huizen en winkels opstellend. Sabels flikkerden en de burgers zwaaiden hun messen en knuppels. „Weg met den Hertog van Alva!" klonk het andermaal, en de musketiers beantwoor den den kreet met een salvo. Het gebeurde maar hoogst zelden dat de Spanjaarden aan de burgers toestonden zich op een bepaald punt van de stad te vereeni gen. En dezen dag vooral, nu het een for meel oproer bleek te zijn, was een voorbeel dige straf noodzakelijk. Er was alarm geslagen en de troepen had den zich oogenblikkelijk verzameld. De mus ketiers waren het eerst gereed en weldra op het bedreigde punt aanwezig. Met hun vuur veegden zij het plein schoon, waar alleen de vele dooden en gewonden bleven liggen. Geen enkele sommatie was gedaan. Het was een bevolen moord op groote schaal, het afmaken van de massa, na de tallooze afzon derlijke gevallen van onthoofding, verbran ding en fusilleering, welke reeds hadden plaats gehad. Een kreet van woede steeg op uit de ver raste menigte... Knuppels en dolken werden opgeheven, men zag degens flikkeren en vuurroeren aan de schouders brengen. Het vuur van de Spanjaarden werd beantwoord: en deze weken een oogenblik terug, verbaasd! over een verzet, dat ze sedert lang niet meer ondervonden hadden. Men zag hun commandanten heen en weer loopen en bevelen geven, en op een zeker signaal brandden de soldaten op den dichten volkshoop los. Slechts weinig schoten tro/fen geen doel. Een wanhopig, smartelijk gegil werd' ver nomen. De manifestanten, wier gelederen reeds zoo gedund waren, begrijpend dat ze zich nutteloos tot den laatste» man zoudott laten dooden, namen ijlings de vlucht langs den eenigen weg, dien de vijand opzettelijk had opengelaten. De Spaansche troepen verspreidden zich oogenblikkelijk in de naburigo straten, waar na men den Hertog van Alva te paard zag verschijnen, mot opgestoken degen, gevolgd door Noircarmes en de andere leden van den Bloedraad. „Heeft men de schuldigen gevangen geno men?" vroeg Alva. „Ja, Excellentie," antwoordde de Opper- provoost. „Zo worden vóór u gebracht." De achttien kooplieden verschenen werke lijk. Men had hen geboeid en met een touw aan elkaar gebonden. Ze werden bewaakt door een dubbele rij lanskenets met getrok ken rapier. „Hola! meester Charles," riep de Hertog met ruwe stom. Meester Charles, de beul, trad naar voren. „Zijn je helpers allen aanwezig?" „Allen. Excellentie." „Maak me dan midden op '<t plein eens 'n brandstapel gereed, maar vooral goed hoog, opdat ze niet te gauw dood zijn. Maar over 'n uur moet alles zijn afgeloopen." „Ze hadden tijd om zich te bodenkeu tot van middag," meende de Opper-Provoost, voor den vorm, te moeten in het midden brengen. „Hun verzet ontslaat er ons van daarmee rekening te houden. Vooruit, meester Char les 1" Wordt vervolgd.-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1