N°. 355.
7ae Jnargang.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Voor 't Vaderland.
DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonder, ijke nummers- 0.05.
Deze Count ut verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Interconim. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 regels f 0.50.
Elko regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrgf bestaan zeer voordeelige bepalingen tct
het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Eeme
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
A.an hendie met i Juli
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand Juni nog
zullen verschijnenkoste
loos toegezonden.
Politiek Overzicht.
Het einde van liet Macedonische
hervormingswerk.
Generaal Ro-bilaiit, de Italiaansche opper-
officier die naar Turkije was gekomen om
op te treden als hoofd van de Macedonische
gendarmerie, heeft Saloniki verlaten om in
Konstantinopel zijn nieuwen dienst te aan
vaarden als organisator van de gendarmerie
van l et geheele Turksche rijk. Met zijn.
vertrek is de kanselarij van de Macedonische
gendarmerie gesloten. De vreemde officie
ren, die onder hem dienden, zijn i-eeds vroe
ger naar hun vaderland teruggekeerd.
Ook de onderhandelingen van de Turk
sche regeering over de opheffing van de
internationale financieele commissie voor
Macedonië zijn nagenoeg ten einde ge
bracht. Naar verluidt, hebben Oostenrijk-
Hengr-r.jei en Duitschland reeds hunne
principieele toestemming tot die opheffing
gegeven. De door de verschillende mogend
heden in die commissie benoemde leden zijn
bestemd te worden toegevoegd aan het
ministerie van financiën te Konstantinopel,
uitgezonderd de beide civiele agenten, door
Oostenrijk-Hongarije en door Rusland aan
gewezen, voor wie het lidmaatschap van die
commissie slechts een onderdeel van hunne
weijssaainhe-' 1 Ls. Maar dat dan voor de bei
de civiele agenten oveneens weldra het uur
zal slaan waarop zij Saloniki moeten veria-
teil, ligt voor do hand. Hunne taak is reeds
heden zeer beperkt en eigenlijk nog slechts
eene formaliteit. Wel staan zij voortdurend
in voeli met de generale inspectie voor
Macedonië en wonen de vergaderingen bij,
waarin wekelijks de in de drie provinciën
voorkomende euveldaden worden besproken.
Ook over het financieele beheer laten zij
hunne oogen gaan. Maar de toestand is nu
zoo geheel verschillend met dien van een
jaar geJodr i, dat men eigenlijk niet meer
kan spreken van een werkkring, die voor
do civiele agenten past.
In een brief uit Saloniki aan do Yossische
Ztg. wordt een terugblik geworpen op den
tijd, waarin men bezig geweest is met de
hervorming van het bestuur in Macedonië
onder de leiding, die van Europa uit daar
aan gegeven werd. De Schr. vind daarin
aanleiding om te zeggen, dat deze hervor-
mingsarbeid toch zijn goeds heeft gehad, al
werd het doel, dat daarmee werd beoogd,
niet bereikt. Waarom dat niet het geval
was, begrijpt men heden beter dan bij het
'begin van den arbeid en terwijl hij aan den
gang was. Men is zelfs aan Turksche zijde
tot de overtuiging gekomen, dat men er goed
aan deed, sommige voorstellen van de com
missie als grondslag voor latere regeerings-
maatregelen aan te nemen. Men zag veelal
reeds van den beginne in, dat deze voorstel
len wel gerechtvaardigd warenmaar men
wilde ze niet omzetten in de praktijk, om
dat men van de vreemdelingen onafhanke
lijk wilde blijven. Men geeft toe, dat do met
het hervormingswerk belaste organen over
't geheel, enkele gendarmerie-officieren uit
gezonderd, den toestand in het land volko
men juist hebben béoordeeld en dat zij goe
den raad wisten te geven, welke maatregelen
tegen verkeerde toestanden moesten worden
genomen. Men heeft ingezien, dat het door
de hervormers uitgeoefende toezicht een lieil-
zamen invloed heeft gehad op het ambte-
naarspersoneel, vooral omdat Hilmi Pacha
er zeer op bedacht was tegen plichtvergeten
ambtenaren met kracht op te treden. De ad
viezen van de financieele commissie en de
onverpoosde toewijding, waarmee zij hare
taak heeft verricht, hebben den besten indruk
achtergelaten. Wanneer men zich-nu er van
verzekert, dat deze mannen blijvend aan den
staatsdienst verbonden blijven, dan is dat
een bewijs, dat zij meer verstaan dan de
Turksche ambtenaren, die nog moeten lee-
ren onder geregelde toestanden te werken.
Wanneer men ernstig aan het werk gaat om
de gendarmerie in het geheele Turksche rijk
te reorganiseeren, dan beteekent dat eenvou
dig, dat men op grónd van de in Macedonië
opgedane ondervinding inziet, dat deze reor
ganisatie zeer heilzaam en nuttig is en dat
men de resultaten waardeert, die door de
hulp van vreemdelingen zijn verkregen.
Men zal nu dus weer toevlucht tot de vreem
delingen moeten nemen, want voor generaal
Robilant alleen is de taak te zwaar; hij
moet medewerkers hebben, die reeds de ver-
eischte kennis van zaken bezitten. De Turk
sche regeering zal te dien behoeve 25 vreem
de officieren aanstellen, aan wie het hervor
mingswerk in de verschillende sectiën zal
■worden opgedragen. De Turksche regeering
wendt zich uit vrije beweging tot de vreem
delingen, opdat zij zullen verrichten wat
bare Turksche ambtenaren zelfs met den
besten wil niet in staat zijn alleen te vol
brengen".
Duitschland.
B e r 1 ij n 1 4 J u n i. De heden bij den
Rijksdag ingekomen wetsontwerpen omtrent
aanvullingsbelastingen voor de hervorming
der rijksfinanciën omvatten wijzigingen van
de successie-belasting (uitbreiding Lot echt-
genooten en kinderen), van het rijkszegel en
van de wet op de wisselzegel-belasting.
Om d© voorgestelde financieele hervor
ming te doen beantwoorden aan het doel,
dat van de hooger© lasten minstens 100 mil-
lioen door de bezittende klassen moeten wor
den gedragen, worden verder voorgesteld
eene zegelbelasting op do kwitantiën van
brandverzekering, op het cheque-verkeer, op
den omzet van onroerend goed en ©ene ver
booging van het effectenzegel.
De Norddeutsche Allgememe Zeitung ver
klaart hot uitvoerrecht op steenkolen en de
belasting op den omzet van molens onaan
nemelijk.
De financieele commissie van hot Pruisi
sche heerenhuis heeft met op één na alge
meen© stemmen de rij wiel belast ing ge
schrapt, die in het huis van afgevaardigden
door de conservatief-clericale meerderheid
was doorgedreven. Men verwacht, dat de
vergadering het besluit van hare commissie
zal bekrachtigen. Als motief daarvoor werd
aangevoerd, dat, zoolang rijpaarden en weel-
dc-rijtuigen niet waren belast, de rijwiel
belasting eene plagerij voor het volk was
verder werd gewezen op de betrekkelijk ge-1
ringe opbrengst van de belasting en op den
last, die aan de heffing verbonden was.
Be.-l ij n, 14 Juni. De rechtsdag in
het proces iegen vorst Eulenburg is be
paald op 5 Juli.
Frankrijk.
P a r ij s, 14 Juni. De Kamer be
handelde heden een voorstel van Berteaux,
waarbij de regeering werd uitgenoodigd in
don Senaat den tekst van het voorstel der
commissie uit den Senaat omtrent de pen
sioenen voor het spoorwegpersoneel krach
tig te verdedigen.
De voorsteller verweet de regeering, dat
zij. ondanks hare herhaalde beloften, het
vertrouwen van de Kamer heeft geschon
den.
Minister Barthou verklaarde, dat de re
geering deze motie niet kon aanvaarden
wegens de aanvallen, die daaraan wason
vastgeknoopt tegen haar. De tegenwoordige
regeering heeft meer gedaan dan een der
vroegeren. De minister legdo uit waardoor
de behandeling van het ontwerp, dat nage
noeg in staat van wijzen is, is vertraagd.
De regeering kan geen imperatief mandaat
aanvaarden, en eisclit dringend de vrijheid,
die zij behoeft.
Minister Caillaux zeide, dat het ontwerp
der regeering een uitgave zal vorderen van
27 millioen.
Minister-president Clemenceau verklaar
de eveneens, dat de regeering de motie-
Berteaux niet kon aanvaarden en dat zij
oen kabinetskwestie maakte van het besluit
der Kamer over de motie.
D© formeel© reden daarvan is, dat de re
geering geen pressie kan uitoefenen op den
Senaat; de zakelijke redenen zijn van finan-
cieelen aard. De regeering zal het ontwerp
vercedigen met den wensch aan het spoor
wegpersoneel een maximum van voordeelen
te verschaffen.
Clemenceau voegde hieraan nog toe
Wacht u er voor pressie uit te oefenen
op de meerderheid van den Senaat, wan
neer gij wilt, dat het ontwerp wet zal wor
den vóór het tijdstip waarop het mandaat
van de Kamer eindigt.
De Kamer weigerde met 310 tegen 247
stemmen de prioriteit voor de motie-Ber-
teaux.
Het eerste gedeelte van eon motie van
vertrouwen in de regeering die door het
kabinet was aanvaard, inhoudende dat de
Kamer do verklaringe.n der regeering goed
keurt, werd aangenomen met 339 tegen 104
stemmen het tweede gedeelte, verklarende
dat de Kamer vertrouwen stelt in de ener
gie der regeering, werd aangenomen met
313 tegen 136 stemmen.
Het derde gedeelte, waarin het vertrou
wen wo'rdt uilgesprokon, dat die eneregie
zal worden aangewend om het pensioen-
vraagstuk van de spoorwegbeambten onder
de voordeeligste voorwaarden voor deze ar
beiders op te lossen, werd aangenomen zon
der hoofdelijke stemming en daarna de
geheele motie met 321 tegen 93 stommen.
Zwitserland.
Tusschen Frankrijk en Zwitserland is eene
overeenkomst gesloten over den aanleg van
spoorwegen, die toegang verschaffen naai
den Simplon-tunnel. De overeenkomst is
voornamelijk in liet belang van den Lötsch-
bergspoorweg (FrutigenBrig), waarbij
Fransch kapitaal betrokken is. Voordeel be
treffende de naasting van liet station te
Genève, dat nu behoort aan de Fransche
maatschappij ParisLyou-Méditerranéo,
brengt de overeenkomst niet aan Zwitser
land. Die naasting kan tot 1913 slechts ge
schieden met toestemming van de spoor
wegmaatschappij
Oottenrijk-Hongarlje.
De Oosten rijksc he minister-president
Bienerth heeft den Keizer de ontslagaan
vrage voorgelegd van den Czechischeu lands
man-minister Zaczek. De beslissing van den
Keizer is tot dusver onbekend, maar men,
verwacht, dat deze aanvrage om ontslag
zal worden afgewezen.
De scheuring, die in de Hongaarsche on-
afhaukelijkheidspartij dreigde is vermeden.
In een onderhoud, dat tusschen den leider
en de partij Kossuth en het hoofd der dissi
denten Justh heeft plaats gehad, is van
Justh de verklaring verkregen, dat hij en
zijne aanhangers bereid waren toe te. stem
men in de benoeming van een nieuw over
gangsministerie, dat tot speciale taak zal
hebben eene nieuwe kieswet tot stand te
brengen, met den voorzitter van het nu
demissionaire kabinet als hoofd. Alleen ver
langde zij waarborgen, dat de kiesrechther
vorming met zóó bekwamen spoed zou wor
den afgedaan, dat er tijd genoeg overbleef
om ook in dat bankvraagstuk nog vóór het
einde van de loopende concessie, derhalve
vóór 31 December 1910, eene beslissing te
nemen. Deze verklaring werd door het dage-
lijksch bestuur van de onafhankelijkheids-
partij eenstemmig goedgekeurd en zal eerst
daags worden voorgelegd aan eene algemeen©
vergadering van de partij. In een manifest,
dat weldra zal worden verspreid, zal het
standpunt van de partij verklaard worden.
Het leiderschap van Kossuth werd uitdruk
kelijk erkend.
In den Oostenrijkschen rijksraad ver
wacht men, dat de behandeling van de be-
grootihg zal kunnen doorgaan en dat de
meerderheid van twee derden, die gevorderd
wordt voor de dringendverklaring van de
behandeling, aanwezig is. Daarop is ook van
invloed de vrees voor eene ontbinding, die
in overweging zou worden genomen als het
huis van afgevaardigden niet in staat bleek
de dringendst noodige zaken af te doen.
Rusland.
Uit Parijs wordt aan de Pol. Korr. be
richt, dat Keizer Nicolaas II van Rusland
bij zijne bezoeken aan Frankrijk en Enge
land ook zal worden vergezeld door den
minister-president Stolypin en door den mi-
nisier van buitenlandsche zaken Iswolsky.
In het gevolg vau president Fallières zulleu
bij de ontmoeting in Cherbourg zijn minis
ter-president Clemenceau, de minister van
buitenlandsche zaken Pichon en de minis
ter van marine Picard. Ook de minister van
onderwijs Doumergue heeft zijn verschijnen
toegezegd aan eene deputatie uit Cherbourg,
waar groote toebereidselen worden gemaakt
voor eene waardige ontvangst van Czaar en
president.
De Retsch schrijft naar aanleiding van de
ontmoeting der beide Keizers, dat mo
narchen-ontmoetingen in den lnatsten tijd te
veelvuldig zijn geworden, dan dat men bij
iedere nieuwe ontmoeting kan spreken van
eene verandering in den politieken koers.
De politieke beteekenis van de ontmoeting
van den Czaar met den Duitschen Keizer kan
slechts in halve tonen en lichte schakeerin
gen bepaald worden. Dezelfde meening
wordt ook door de Slowo verkondigd.
Den 18en Juni ondernemen do voorzitter
van de rijksdoema Chamjakow en een aantal
loden van de doema en van den rijksraad
van alle partijen, met uitzondering van de
uiterste partijen rechts en links, eene reis
naar Engeland. Zij zullen, behalve Londen,
nog Edinburg, Cambridge en Oxford bezoe
ken. De deelnemers verklaren, dat de reis
geen politieke beteekenis heeft en enkel ten
doel heeft sympathie to betuigen aan de le
den van het Engelsche parlement, die hen
hebben uitgenoodigd.
De rijksdoema heeft een regeeringsvoor-
stel behandeld om het mandaat van de leden
van den rijksraad uit de westelijke gouver
nementen met een jaar te verlengen met de
bedoeling aan de regeering tijd te verschaf
fen gevolg te geven aan het voornemen om
eene wijziging van de kieswet voor de rijks
doema in te dienen, die strekt om het aan
tal Poolsche afgevaardigden uit die gouver
nementen ten 'bate van do Russen to ver
minderen. De rapporteur Andronow bestreed
het wetsontwerp, dat hij onrechtvaardig en
ondoelmatig noemde. Minister-president
Stolypin, die tot verdediging van de voor
dracht het woord voerde, deed de toezegging,
dat onder zekere voorwaarde de bestuursin
richting van deze gouvernementen zou wor
den gewijzigd door instelling van zemstwo's.
Daardoor slaagde hij er in, de oktobristen
aan zijne zijde te brengen. Men werd het
eens over een bemiddelingsvoorstel, dat de
verkiezingen nu terstond zouden plaats heb
ben, maar''dpi Bet mandaat van de nieuwe
leden slecKts een jaar zal duren. Dit voor
stel werd met groote meerderheid aangeno
men.
Turkije.
Van Russische en Engelsche zijde wer
den aan de Porte vriendschappelijke raad
gevingen verstrekt wegens den toestand in
het vilajet Adana. Inzonderheid werd er do
aandacht op gevestigd, dat tot dusver alleen
lieden uit de lagere volksklassen, maar niet
de als aanstichters verantwoordelijke nota
belen tot verantwoording geroepen werden.
Vijf Armeniërs, die in Mersina naar het
Engelsche consulaat gevlucht zijn, werden
nog niet uitgeleverd. Heb gezantschap ver
langt mededeeling van de aanklacht en do
toelating van den Engelschen consul bij het
proces, hetgeen de Porte weigert.
Kreta.
De Temps bericht, dat do Turksche regee
ring volstrekt niet besloten is met allo mid
delen, zelfs op het gevaar van een oorlog
af, haar gezag op Kreta te handhaven. Zij
zou geneagd zijn Kreta togen eene gelde
lijke schadevergoeding af te staan en heeft
vertrouwelijk in Athene laten weten, dat
Turkije 35 millioen zou eisohen. Grieken
land heeft tot dusver 15 millioen geboden.
De onderhandelingen, zullen zoolang moge
lijk geheim blijven om het Turkije moge
lijk te maken althans een schijn van ver
zet vol te houden.
De Temps deelt dit bericht mede uit,
naar liet heet, goede bron, maar onder
voorbehoud. De verantwoordelijkheid voor
het bericht, dat in strijd is met alles wat
tot dusver werd gemeld neemt het blad dus
niet op zich.
Het agentschap l'Informalion verzekert,
dat de beschermei.de mogendheden van Kre
ta zijn overeengekomen, dat zij hunne troe
pen op het eiland zullen laten blijven tot
den dag waarop men voor goed tot overeen
stemming zal zijn gekomen.
Het Turksche eskader maakt zich gereed
om uit te loopeu. Alle oorlogsschepen, die
Naar het Fransch van Edmond Lepclletier.
15 DOSR
J. L. VAN DRR MOER.
Door het van sterke ijzeren tralies voor
ziene venster kijkend, herkende de graaf het
plein van liet oude slachthuis, waar hij
eenige oogenblikken tevoren, was over geko
men.
Gewoonlijk was dit stadsgedeelte vrij stil.
Alleen zag men er de sterk geboeide „ver
dachten" opbrengen, die op bevel van den
Raad waren gevangen genomen. Maar dien
morgen heerschte er toch een buitengewone
drukte op het plein. Verschillende groepjes
druk pratende menschen schenen in afwach
ting van iets bijzonders, dat zou gaan ge
beuren.
Rijsoor begreep al zeer spoedig de oorzaak
van dit alles. Uit een van de naburige stra
ten zag hij twee groote, met hout beladen
wagens oprijden, welke in de nabijheid van
de griffie door de voerlieden werden gelost.
Hij beefde over zijm geheele lichaam...
toen hij deze toebereidselen voor een brand
stapel zag maken. Hoe moedig hij overigens
ook mocht wezen, in dit oogenblik viel het
hem toch moeilijk zijn angst te onderdruk
ken... Wie zou er moeten verbrand worden?
O, indien hij liet zelve zou zijn, dan zou
hij er met fier opgericht hoofd heen loopen,
en zijn laatste uitroep zou zijn: ,,Levo de
Vrijheid 1"
Maar de emotie, welke hij ondervond, had
een andere'oorzaakdie kwam voort uit een
gevoel, dat misschien even diep bij hem ge
worteld was als de liefde voor zijn Vader
landSterven?goed, hij was bereid.
Maar te moeten heengaan zonder zijn gelief
de Dolores nog eens te hebben gezien, al
was liet dan ook maar voor één enkele secon
de, dat zou vreeselijk zijn!
Wat zou ze zich ongerust maken over zijn
lang uitblijven! Ze zou ongetwijfeld de uren
de minuten tellen... Hij durfde er niet aan
denken, aan den angst en het verdriet, welke
zo zou ondervinden, wanneer ze eenmaal be
richt over hem ontvangen, en vernemen zou
dat h ij dood, en z ij weduwe was..."
Hij leed onder dat drukkend gevoel van
groote droefheid. Met gebogen hoofd bleef
hij vóór het venster staan, met verstrooide
blikken het werk volgend van de beulsknech
ten, die de takkebossen in geregelde lagen
opstapelden.
Hij werd in zijn, droevig gepeins gestoord
door het hoorbaar omdraaien van den sleu
tel in het slot... Kwam men hem reeds halen
voor de terechtstelling?
Zich omdraaiend, zag hij den gevangen
bewaarder, die op eerbiedigen toon tot een
nog onzichtbaar persoon sprak:
„Kom binnen, edele heer,... uw toegangs
bewijs is geldig, maar de voorschriften zijn
streng... Ge hebt niet meer dan tien minu
ten tijd."
Bijna oogenblikkelijk hierna verscheen
Jean de Faucogny, die bewogen bleef staan
en voor den gevange e het hoofd ontblootte..
De cipier sloot de deur achter hem en
begon in de gang op en. neer te loopen om
de wacht te houden.
„Tien minuten 1 Ge hebt 't gehoord mijn
heer de Graaf?" sprak de Faucogny. „We
hebben dus geen oogenblik te verliezen. Ik
ben door Talgrey tot u gezonden."
„Behoort ge tot zijn vrienden?"
„Neem er nog bij in aanmerking dat 'k
protestant ben..."
,,'t Verheugt me ten zeerste, mijn lieer..."
„We zullen later wel kennis maken," viel
de Faucogny hem in de rede.
„Ten minste, wanneer ik hier nog van
daan kom."
„Dat zal gebeuren, twijfel er niet aan.
Degene die gered moet worden, en voor
wieu 'k eigenlijk bij u kom, is Hooper..."
„Jan Hooper! Zou men den brandstapel
daar buiten dan voor lièrn gereed1 maken?"
„Binnen 'n uur zal meu hem er op bren-
geu."
Een diepe droefheid was op Rijsoor's ge
laat te lezen. Hij scheen te peinzen op een
reddingsmiddel.
„Wat kan 'k doen? Hoe kan i k 'm hel
pen?' mompelde hij ontmoedigd. „Ik ben
helaas zelf gevangene!"
„Wat voor 'n man is die bewaker? Is er-
een van de onzen, die hem kent? Zou men
hem kunnen omkoopen?"
,,'t Is mogelijk. Hij ziet er nog al niet
als 'n dweper uit."
„Maar, wanneer ge bang zijt door bem te
zullen worden aangeklaagd, dan zal ik hem,
als 'k wegga, wel 's voorzichtig polsen en
hem voorstellen..."
..Nee, nee! Wat gij hem aanbiedt zal hij
toch weigorc», uit vrees ontdekt to worden...
maar hij zal niet praten, in de hoop op 'n
betere gelegenheid... En dan,... misschien
zou hij u niet zoo erg vertrouwen, terwijl
hij mij kent en weet hoe men over mij denkt.
Hij weet ook dat ik rijk en 'n echte patriot
ben... waarom hij in mij wel 'n beetje ver
trouwen zal stellen."
„Welnu, dan zal 'k mijn bezoek nu afbre
ken. 't Leven van Jan Hooper hangt thans
heelemaal af van 'n, 'handige tusschenkomst.
Ik zal daarginds op 't plein wachten... als
ge slaagt ga dan voor dit venster staan en
wuif met uw gordel. Dan zal ik dadelijk
naar 'n braven man toeloopen, die den gees
telijke zeer genegen is..."
„Hendrik? Een van onze meest getrou
wen 1"
„Juist, op hem kan men zich geheel ver
laten."
De Faucogny klopte op de deur, die da
delijk door den bewaker geopend werd.
„Tot weerziens, graaf!"
De Franschman verwijderde zich haastig
en wierp de deur onmiddellijk achter zich
dicht, zoodat de verbaasde cipier zich plot
seling met zijn gevangene onder vier oogen
bevond. Deze trad regelrecht op hem toe en
zag hem strak in het gezicht.
„Wordt de predikant vandaag terechtge
steld?" vroeg hij.
De cipier, die 'n voordeelig zaakje in de
snuf kreeg, ging zich eerst even verzekeren
of de deur werkelijk goed dicht was.
„Ja," antwoordde hij.
„Zou hij niet te redden zijn?"
„Dat hangt af..."
„Van deu prijs?'
„Voor 'n goede daad is geld nooit nadoe-
lig."
„Wat denk je van duizend daalders?"
„Nou,... ik moet met 'n Duitschen ruiter
deelen, die den geestelijke z'n pak zal leo-
nen."
„Twee duizend dan?"
„En welken waarborg heb 'k? M'n hoofd
komt in govaar..."
„M ij n woord!"
„Dat is voldoende, als men u in vrij
heid stélt. Maar wal, als de Raad u houdt
of veroordeelt?"
„Dan geef 'k u 'n enkel woord opschrift.
Ga daarmee naar gravin Rijsoor die 't door
mij gegeven, woord zal gestand doen."
„Aangenomen."
Hij trad de deur uit. Het geluid van
zware stappen klonk in de gang, wat hem
verraste. Er kwam eon troep soldaten voor
hij, die een man met ontblo >t hoofd naar de
zitting van den. Raad van Beroerten brach
ten.
„Te laat!" mompelde de cipier, die Jan
Hooper herkende.
Iiij stond op het punt terug te gaan en
Rijsoor te waarschuwen, maar hij bedacht
zich.
„Als die kerels zien, dat 'k met don ge
vangene spj-eek, dan ben 'k verloren," sprak
hij in zichzelf.
Hij sloot de deur af en begaf zich aan
zijn gewone, dagelijksche bezigheden, zon
der zich verder om den graaf te bekomme
ren. Deze intusschen, na zijn onderhandelin
gen gerust gesteld, zwaaide lustig mot zijn
gordel voor het venster, waarvoor Jean de
Faucogny op het gunstige signaal stond te
wachten.
Wordt vervolgd.