N°. 355. 7ae Jnargang. BUITENLAND. FEUILLETON. Voor 't Vaderland. DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonder, ijke nummers- 0.05. Deze Count ut verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Interconim. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 15 regels f 0.50. Elko regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents bij vooruitbetaling Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrgf bestaan zeer voordeelige bepalingen tct het herhaald adverteeren in dit Blad, bjj abonnement. Eeme circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. A.an hendie met i Juli a. s. op dit blad inteekenen, worden de nummers die ge durende de maand Juni nog zullen verschijnenkoste loos toegezonden. Politiek Overzicht. Het einde van liet Macedonische hervormingswerk. Generaal Ro-bilaiit, de Italiaansche opper- officier die naar Turkije was gekomen om op te treden als hoofd van de Macedonische gendarmerie, heeft Saloniki verlaten om in Konstantinopel zijn nieuwen dienst te aan vaarden als organisator van de gendarmerie van l et geheele Turksche rijk. Met zijn. vertrek is de kanselarij van de Macedonische gendarmerie gesloten. De vreemde officie ren, die onder hem dienden, zijn i-eeds vroe ger naar hun vaderland teruggekeerd. Ook de onderhandelingen van de Turk sche regeering over de opheffing van de internationale financieele commissie voor Macedonië zijn nagenoeg ten einde ge bracht. Naar verluidt, hebben Oostenrijk- Hengr-r.jei en Duitschland reeds hunne principieele toestemming tot die opheffing gegeven. De door de verschillende mogend heden in die commissie benoemde leden zijn bestemd te worden toegevoegd aan het ministerie van financiën te Konstantinopel, uitgezonderd de beide civiele agenten, door Oostenrijk-Hongarije en door Rusland aan gewezen, voor wie het lidmaatschap van die commissie slechts een onderdeel van hunne weijssaainhe-' 1 Ls. Maar dat dan voor de bei de civiele agenten oveneens weldra het uur zal slaan waarop zij Saloniki moeten veria- teil, ligt voor do hand. Hunne taak is reeds heden zeer beperkt en eigenlijk nog slechts eene formaliteit. Wel staan zij voortdurend in voeli met de generale inspectie voor Macedonië en wonen de vergaderingen bij, waarin wekelijks de in de drie provinciën voorkomende euveldaden worden besproken. Ook over het financieele beheer laten zij hunne oogen gaan. Maar de toestand is nu zoo geheel verschillend met dien van een jaar geJodr i, dat men eigenlijk niet meer kan spreken van een werkkring, die voor do civiele agenten past. In een brief uit Saloniki aan do Yossische Ztg. wordt een terugblik geworpen op den tijd, waarin men bezig geweest is met de hervorming van het bestuur in Macedonië onder de leiding, die van Europa uit daar aan gegeven werd. De Schr. vind daarin aanleiding om te zeggen, dat deze hervor- mingsarbeid toch zijn goeds heeft gehad, al werd het doel, dat daarmee werd beoogd, niet bereikt. Waarom dat niet het geval was, begrijpt men heden beter dan bij het 'begin van den arbeid en terwijl hij aan den gang was. Men is zelfs aan Turksche zijde tot de overtuiging gekomen, dat men er goed aan deed, sommige voorstellen van de com missie als grondslag voor latere regeerings- maatregelen aan te nemen. Men zag veelal reeds van den beginne in, dat deze voorstel len wel gerechtvaardigd warenmaar men wilde ze niet omzetten in de praktijk, om dat men van de vreemdelingen onafhanke lijk wilde blijven. Men geeft toe, dat do met het hervormingswerk belaste organen over 't geheel, enkele gendarmerie-officieren uit gezonderd, den toestand in het land volko men juist hebben béoordeeld en dat zij goe den raad wisten te geven, welke maatregelen tegen verkeerde toestanden moesten worden genomen. Men heeft ingezien, dat het door de hervormers uitgeoefende toezicht een lieil- zamen invloed heeft gehad op het ambte- naarspersoneel, vooral omdat Hilmi Pacha er zeer op bedacht was tegen plichtvergeten ambtenaren met kracht op te treden. De ad viezen van de financieele commissie en de onverpoosde toewijding, waarmee zij hare taak heeft verricht, hebben den besten indruk achtergelaten. Wanneer men zich-nu er van verzekert, dat deze mannen blijvend aan den staatsdienst verbonden blijven, dan is dat een bewijs, dat zij meer verstaan dan de Turksche ambtenaren, die nog moeten lee- ren onder geregelde toestanden te werken. Wanneer men ernstig aan het werk gaat om de gendarmerie in het geheele Turksche rijk te reorganiseeren, dan beteekent dat eenvou dig, dat men op grónd van de in Macedonië opgedane ondervinding inziet, dat deze reor ganisatie zeer heilzaam en nuttig is en dat men de resultaten waardeert, die door de hulp van vreemdelingen zijn verkregen. Men zal nu dus weer toevlucht tot de vreem delingen moeten nemen, want voor generaal Robilant alleen is de taak te zwaar; hij moet medewerkers hebben, die reeds de ver- eischte kennis van zaken bezitten. De Turk sche regeering zal te dien behoeve 25 vreem de officieren aanstellen, aan wie het hervor mingswerk in de verschillende sectiën zal ■worden opgedragen. De Turksche regeering wendt zich uit vrije beweging tot de vreem delingen, opdat zij zullen verrichten wat bare Turksche ambtenaren zelfs met den besten wil niet in staat zijn alleen te vol brengen". Duitschland. B e r 1 ij n 1 4 J u n i. De heden bij den Rijksdag ingekomen wetsontwerpen omtrent aanvullingsbelastingen voor de hervorming der rijksfinanciën omvatten wijzigingen van de successie-belasting (uitbreiding Lot echt- genooten en kinderen), van het rijkszegel en van de wet op de wisselzegel-belasting. Om d© voorgestelde financieele hervor ming te doen beantwoorden aan het doel, dat van de hooger© lasten minstens 100 mil- lioen door de bezittende klassen moeten wor den gedragen, worden verder voorgesteld eene zegelbelasting op do kwitantiën van brandverzekering, op het cheque-verkeer, op den omzet van onroerend goed en ©ene ver booging van het effectenzegel. De Norddeutsche Allgememe Zeitung ver klaart hot uitvoerrecht op steenkolen en de belasting op den omzet van molens onaan nemelijk. De financieele commissie van hot Pruisi sche heerenhuis heeft met op één na alge meen© stemmen de rij wiel belast ing ge schrapt, die in het huis van afgevaardigden door de conservatief-clericale meerderheid was doorgedreven. Men verwacht, dat de vergadering het besluit van hare commissie zal bekrachtigen. Als motief daarvoor werd aangevoerd, dat, zoolang rijpaarden en weel- dc-rijtuigen niet waren belast, de rijwiel belasting eene plagerij voor het volk was verder werd gewezen op de betrekkelijk ge-1 ringe opbrengst van de belasting en op den last, die aan de heffing verbonden was. Be.-l ij n, 14 Juni. De rechtsdag in het proces iegen vorst Eulenburg is be paald op 5 Juli. Frankrijk. P a r ij s, 14 Juni. De Kamer be handelde heden een voorstel van Berteaux, waarbij de regeering werd uitgenoodigd in don Senaat den tekst van het voorstel der commissie uit den Senaat omtrent de pen sioenen voor het spoorwegpersoneel krach tig te verdedigen. De voorsteller verweet de regeering, dat zij. ondanks hare herhaalde beloften, het vertrouwen van de Kamer heeft geschon den. Minister Barthou verklaarde, dat de re geering deze motie niet kon aanvaarden wegens de aanvallen, die daaraan wason vastgeknoopt tegen haar. De tegenwoordige regeering heeft meer gedaan dan een der vroegeren. De minister legdo uit waardoor de behandeling van het ontwerp, dat nage noeg in staat van wijzen is, is vertraagd. De regeering kan geen imperatief mandaat aanvaarden, en eisclit dringend de vrijheid, die zij behoeft. Minister Caillaux zeide, dat het ontwerp der regeering een uitgave zal vorderen van 27 millioen. Minister-president Clemenceau verklaar de eveneens, dat de regeering de motie- Berteaux niet kon aanvaarden en dat zij oen kabinetskwestie maakte van het besluit der Kamer over de motie. D© formeel© reden daarvan is, dat de re geering geen pressie kan uitoefenen op den Senaat; de zakelijke redenen zijn van finan- cieelen aard. De regeering zal het ontwerp vercedigen met den wensch aan het spoor wegpersoneel een maximum van voordeelen te verschaffen. Clemenceau voegde hieraan nog toe Wacht u er voor pressie uit te oefenen op de meerderheid van den Senaat, wan neer gij wilt, dat het ontwerp wet zal wor den vóór het tijdstip waarop het mandaat van de Kamer eindigt. De Kamer weigerde met 310 tegen 247 stemmen de prioriteit voor de motie-Ber- teaux. Het eerste gedeelte van eon motie van vertrouwen in de regeering die door het kabinet was aanvaard, inhoudende dat de Kamer do verklaringe.n der regeering goed keurt, werd aangenomen met 339 tegen 104 stemmen het tweede gedeelte, verklarende dat de Kamer vertrouwen stelt in de ener gie der regeering, werd aangenomen met 313 tegen 136 stemmen. Het derde gedeelte, waarin het vertrou wen wo'rdt uilgesprokon, dat die eneregie zal worden aangewend om het pensioen- vraagstuk van de spoorwegbeambten onder de voordeeligste voorwaarden voor deze ar beiders op te lossen, werd aangenomen zon der hoofdelijke stemming en daarna de geheele motie met 321 tegen 93 stommen. Zwitserland. Tusschen Frankrijk en Zwitserland is eene overeenkomst gesloten over den aanleg van spoorwegen, die toegang verschaffen naai den Simplon-tunnel. De overeenkomst is voornamelijk in liet belang van den Lötsch- bergspoorweg (FrutigenBrig), waarbij Fransch kapitaal betrokken is. Voordeel be treffende de naasting van liet station te Genève, dat nu behoort aan de Fransche maatschappij ParisLyou-Méditerranéo, brengt de overeenkomst niet aan Zwitser land. Die naasting kan tot 1913 slechts ge schieden met toestemming van de spoor wegmaatschappij Oottenrijk-Hongarlje. De Oosten rijksc he minister-president Bienerth heeft den Keizer de ontslagaan vrage voorgelegd van den Czechischeu lands man-minister Zaczek. De beslissing van den Keizer is tot dusver onbekend, maar men, verwacht, dat deze aanvrage om ontslag zal worden afgewezen. De scheuring, die in de Hongaarsche on- afhaukelijkheidspartij dreigde is vermeden. In een onderhoud, dat tusschen den leider en de partij Kossuth en het hoofd der dissi denten Justh heeft plaats gehad, is van Justh de verklaring verkregen, dat hij en zijne aanhangers bereid waren toe te. stem men in de benoeming van een nieuw over gangsministerie, dat tot speciale taak zal hebben eene nieuwe kieswet tot stand te brengen, met den voorzitter van het nu demissionaire kabinet als hoofd. Alleen ver langde zij waarborgen, dat de kiesrechther vorming met zóó bekwamen spoed zou wor den afgedaan, dat er tijd genoeg overbleef om ook in dat bankvraagstuk nog vóór het einde van de loopende concessie, derhalve vóór 31 December 1910, eene beslissing te nemen. Deze verklaring werd door het dage- lijksch bestuur van de onafhankelijkheids- partij eenstemmig goedgekeurd en zal eerst daags worden voorgelegd aan eene algemeen© vergadering van de partij. In een manifest, dat weldra zal worden verspreid, zal het standpunt van de partij verklaard worden. Het leiderschap van Kossuth werd uitdruk kelijk erkend. In den Oostenrijkschen rijksraad ver wacht men, dat de behandeling van de be- grootihg zal kunnen doorgaan en dat de meerderheid van twee derden, die gevorderd wordt voor de dringendverklaring van de behandeling, aanwezig is. Daarop is ook van invloed de vrees voor eene ontbinding, die in overweging zou worden genomen als het huis van afgevaardigden niet in staat bleek de dringendst noodige zaken af te doen. Rusland. Uit Parijs wordt aan de Pol. Korr. be richt, dat Keizer Nicolaas II van Rusland bij zijne bezoeken aan Frankrijk en Enge land ook zal worden vergezeld door den minister-president Stolypin en door den mi- nisier van buitenlandsche zaken Iswolsky. In het gevolg vau president Fallières zulleu bij de ontmoeting in Cherbourg zijn minis ter-president Clemenceau, de minister van buitenlandsche zaken Pichon en de minis ter van marine Picard. Ook de minister van onderwijs Doumergue heeft zijn verschijnen toegezegd aan eene deputatie uit Cherbourg, waar groote toebereidselen worden gemaakt voor eene waardige ontvangst van Czaar en president. De Retsch schrijft naar aanleiding van de ontmoeting der beide Keizers, dat mo narchen-ontmoetingen in den lnatsten tijd te veelvuldig zijn geworden, dan dat men bij iedere nieuwe ontmoeting kan spreken van eene verandering in den politieken koers. De politieke beteekenis van de ontmoeting van den Czaar met den Duitschen Keizer kan slechts in halve tonen en lichte schakeerin gen bepaald worden. Dezelfde meening wordt ook door de Slowo verkondigd. Den 18en Juni ondernemen do voorzitter van de rijksdoema Chamjakow en een aantal loden van de doema en van den rijksraad van alle partijen, met uitzondering van de uiterste partijen rechts en links, eene reis naar Engeland. Zij zullen, behalve Londen, nog Edinburg, Cambridge en Oxford bezoe ken. De deelnemers verklaren, dat de reis geen politieke beteekenis heeft en enkel ten doel heeft sympathie to betuigen aan de le den van het Engelsche parlement, die hen hebben uitgenoodigd. De rijksdoema heeft een regeeringsvoor- stel behandeld om het mandaat van de leden van den rijksraad uit de westelijke gouver nementen met een jaar te verlengen met de bedoeling aan de regeering tijd te verschaf fen gevolg te geven aan het voornemen om eene wijziging van de kieswet voor de rijks doema in te dienen, die strekt om het aan tal Poolsche afgevaardigden uit die gouver nementen ten 'bate van do Russen to ver minderen. De rapporteur Andronow bestreed het wetsontwerp, dat hij onrechtvaardig en ondoelmatig noemde. Minister-president Stolypin, die tot verdediging van de voor dracht het woord voerde, deed de toezegging, dat onder zekere voorwaarde de bestuursin richting van deze gouvernementen zou wor den gewijzigd door instelling van zemstwo's. Daardoor slaagde hij er in, de oktobristen aan zijne zijde te brengen. Men werd het eens over een bemiddelingsvoorstel, dat de verkiezingen nu terstond zouden plaats heb ben, maar''dpi Bet mandaat van de nieuwe leden slecKts een jaar zal duren. Dit voor stel werd met groote meerderheid aangeno men. Turkije. Van Russische en Engelsche zijde wer den aan de Porte vriendschappelijke raad gevingen verstrekt wegens den toestand in het vilajet Adana. Inzonderheid werd er do aandacht op gevestigd, dat tot dusver alleen lieden uit de lagere volksklassen, maar niet de als aanstichters verantwoordelijke nota belen tot verantwoording geroepen werden. Vijf Armeniërs, die in Mersina naar het Engelsche consulaat gevlucht zijn, werden nog niet uitgeleverd. Heb gezantschap ver langt mededeeling van de aanklacht en do toelating van den Engelschen consul bij het proces, hetgeen de Porte weigert. Kreta. De Temps bericht, dat do Turksche regee ring volstrekt niet besloten is met allo mid delen, zelfs op het gevaar van een oorlog af, haar gezag op Kreta te handhaven. Zij zou geneagd zijn Kreta togen eene gelde lijke schadevergoeding af te staan en heeft vertrouwelijk in Athene laten weten, dat Turkije 35 millioen zou eisohen. Grieken land heeft tot dusver 15 millioen geboden. De onderhandelingen, zullen zoolang moge lijk geheim blijven om het Turkije moge lijk te maken althans een schijn van ver zet vol te houden. De Temps deelt dit bericht mede uit, naar liet heet, goede bron, maar onder voorbehoud. De verantwoordelijkheid voor het bericht, dat in strijd is met alles wat tot dusver werd gemeld neemt het blad dus niet op zich. Het agentschap l'Informalion verzekert, dat de beschermei.de mogendheden van Kre ta zijn overeengekomen, dat zij hunne troe pen op het eiland zullen laten blijven tot den dag waarop men voor goed tot overeen stemming zal zijn gekomen. Het Turksche eskader maakt zich gereed om uit te loopeu. Alle oorlogsschepen, die Naar het Fransch van Edmond Lepclletier. 15 DOSR J. L. VAN DRR MOER. Door het van sterke ijzeren tralies voor ziene venster kijkend, herkende de graaf het plein van liet oude slachthuis, waar hij eenige oogenblikken tevoren, was over geko men. Gewoonlijk was dit stadsgedeelte vrij stil. Alleen zag men er de sterk geboeide „ver dachten" opbrengen, die op bevel van den Raad waren gevangen genomen. Maar dien morgen heerschte er toch een buitengewone drukte op het plein. Verschillende groepjes druk pratende menschen schenen in afwach ting van iets bijzonders, dat zou gaan ge beuren. Rijsoor begreep al zeer spoedig de oorzaak van dit alles. Uit een van de naburige stra ten zag hij twee groote, met hout beladen wagens oprijden, welke in de nabijheid van de griffie door de voerlieden werden gelost. Hij beefde over zijm geheele lichaam... toen hij deze toebereidselen voor een brand stapel zag maken. Hoe moedig hij overigens ook mocht wezen, in dit oogenblik viel het hem toch moeilijk zijn angst te onderdruk ken... Wie zou er moeten verbrand worden? O, indien hij liet zelve zou zijn, dan zou hij er met fier opgericht hoofd heen loopen, en zijn laatste uitroep zou zijn: ,,Levo de Vrijheid 1" Maar de emotie, welke hij ondervond, had een andere'oorzaakdie kwam voort uit een gevoel, dat misschien even diep bij hem ge worteld was als de liefde voor zijn Vader landSterven?goed, hij was bereid. Maar te moeten heengaan zonder zijn gelief de Dolores nog eens te hebben gezien, al was liet dan ook maar voor één enkele secon de, dat zou vreeselijk zijn! Wat zou ze zich ongerust maken over zijn lang uitblijven! Ze zou ongetwijfeld de uren de minuten tellen... Hij durfde er niet aan denken, aan den angst en het verdriet, welke zo zou ondervinden, wanneer ze eenmaal be richt over hem ontvangen, en vernemen zou dat h ij dood, en z ij weduwe was..." Hij leed onder dat drukkend gevoel van groote droefheid. Met gebogen hoofd bleef hij vóór het venster staan, met verstrooide blikken het werk volgend van de beulsknech ten, die de takkebossen in geregelde lagen opstapelden. Hij werd in zijn, droevig gepeins gestoord door het hoorbaar omdraaien van den sleu tel in het slot... Kwam men hem reeds halen voor de terechtstelling? Zich omdraaiend, zag hij den gevangen bewaarder, die op eerbiedigen toon tot een nog onzichtbaar persoon sprak: „Kom binnen, edele heer,... uw toegangs bewijs is geldig, maar de voorschriften zijn streng... Ge hebt niet meer dan tien minu ten tijd." Bijna oogenblikkelijk hierna verscheen Jean de Faucogny, die bewogen bleef staan en voor den gevange e het hoofd ontblootte.. De cipier sloot de deur achter hem en begon in de gang op en. neer te loopen om de wacht te houden. „Tien minuten 1 Ge hebt 't gehoord mijn heer de Graaf?" sprak de Faucogny. „We hebben dus geen oogenblik te verliezen. Ik ben door Talgrey tot u gezonden." „Behoort ge tot zijn vrienden?" „Neem er nog bij in aanmerking dat 'k protestant ben..." ,,'t Verheugt me ten zeerste, mijn lieer..." „We zullen later wel kennis maken," viel de Faucogny hem in de rede. „Ten minste, wanneer ik hier nog van daan kom." „Dat zal gebeuren, twijfel er niet aan. Degene die gered moet worden, en voor wieu 'k eigenlijk bij u kom, is Hooper..." „Jan Hooper! Zou men den brandstapel daar buiten dan voor lièrn gereed1 maken?" „Binnen 'n uur zal meu hem er op bren- geu." Een diepe droefheid was op Rijsoor's ge laat te lezen. Hij scheen te peinzen op een reddingsmiddel. „Wat kan 'k doen? Hoe kan i k 'm hel pen?' mompelde hij ontmoedigd. „Ik ben helaas zelf gevangene!" „Wat voor 'n man is die bewaker? Is er- een van de onzen, die hem kent? Zou men hem kunnen omkoopen?" ,,'t Is mogelijk. Hij ziet er nog al niet als 'n dweper uit." „Maar, wanneer ge bang zijt door bem te zullen worden aangeklaagd, dan zal ik hem, als 'k wegga, wel 's voorzichtig polsen en hem voorstellen..." ..Nee, nee! Wat gij hem aanbiedt zal hij toch weigorc», uit vrees ontdekt to worden... maar hij zal niet praten, in de hoop op 'n betere gelegenheid... En dan,... misschien zou hij u niet zoo erg vertrouwen, terwijl hij mij kent en weet hoe men over mij denkt. Hij weet ook dat ik rijk en 'n echte patriot ben... waarom hij in mij wel 'n beetje ver trouwen zal stellen." „Welnu, dan zal 'k mijn bezoek nu afbre ken. 't Leven van Jan Hooper hangt thans heelemaal af van 'n, 'handige tusschenkomst. Ik zal daarginds op 't plein wachten... als ge slaagt ga dan voor dit venster staan en wuif met uw gordel. Dan zal ik dadelijk naar 'n braven man toeloopen, die den gees telijke zeer genegen is..." „Hendrik? Een van onze meest getrou wen 1" „Juist, op hem kan men zich geheel ver laten." De Faucogny klopte op de deur, die da delijk door den bewaker geopend werd. „Tot weerziens, graaf!" De Franschman verwijderde zich haastig en wierp de deur onmiddellijk achter zich dicht, zoodat de verbaasde cipier zich plot seling met zijn gevangene onder vier oogen bevond. Deze trad regelrecht op hem toe en zag hem strak in het gezicht. „Wordt de predikant vandaag terechtge steld?" vroeg hij. De cipier, die 'n voordeelig zaakje in de snuf kreeg, ging zich eerst even verzekeren of de deur werkelijk goed dicht was. „Ja," antwoordde hij. „Zou hij niet te redden zijn?" „Dat hangt af..." „Van deu prijs?' „Voor 'n goede daad is geld nooit nadoe- lig." „Wat denk je van duizend daalders?" „Nou,... ik moet met 'n Duitschen ruiter deelen, die den geestelijke z'n pak zal leo- nen." „Twee duizend dan?" „En welken waarborg heb 'k? M'n hoofd komt in govaar..." „M ij n woord!" „Dat is voldoende, als men u in vrij heid stélt. Maar wal, als de Raad u houdt of veroordeelt?" „Dan geef 'k u 'n enkel woord opschrift. Ga daarmee naar gravin Rijsoor die 't door mij gegeven, woord zal gestand doen." „Aangenomen." Hij trad de deur uit. Het geluid van zware stappen klonk in de gang, wat hem verraste. Er kwam eon troep soldaten voor hij, die een man met ontblo >t hoofd naar de zitting van den. Raad van Beroerten brach ten. „Te laat!" mompelde de cipier, die Jan Hooper herkende. Iiij stond op het punt terug te gaan en Rijsoor te waarschuwen, maar hij bedacht zich. „Als die kerels zien, dat 'k met don ge vangene spj-eek, dan ben 'k verloren," sprak hij in zichzelf. Hij sloot de deur af en begaf zich aan zijn gewone, dagelijksche bezigheden, zon der zich verder om den graaf te bekomme ren. Deze intusschen, na zijn onderhandelin gen gerust gesteld, zwaaide lustig mot zijn gordel voor het venster, waarvoor Jean de Faucogny op het gunstige signaal stond te wachten. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1909 | | pagina 1